Film / Achtergrond
special: Dagboeken van een olifant

NFF: De SS-olifant in de kamer

Janina Pigaht komt erachter dat haar opa een SS-er was. Het verborgen gehouden verleden van haar opa legt ze bloot, maar daardoor confronteert ze ook haar ouders en broer ermee.

Dagboeken van een Olifant is een Duitse documentaire over een thema dat Pigaht niet kon slijten aan een Duits filmfestival. Kleinkinderen die ontdekken dat hun opa een SS-er was zijn er genoeg, en films erover ook, aldus het festivalbestuur. Desondanks blijven documentaires als Dagboeken van een Olifant fascinerend.

~

Pigaht voert gesprekken met haar ouders, haar broer en een historicus die nog eens wat gruweldaden van de SS oprakelt. Mooi om te zien zijn de verschillende manieren waarop de geïnterviewde familieleden tegen Opa Günter aankijken. Pigaht’s vader wist van het verleden af, en kan daar goed mee leven. Voor haar broer geldt hetzelfde. Haar moeder daarentegen heeft er, net als Pigaht zelf, grote moeite mee. De spanning tussen Pigaht’s ouders creëert de olifant in de kamer.  Het verleden van hun (schoon)vader is onbespreekbaar geworden en leidt altijd tot ruzie.

Boeiende facetten
De ongedwongen manier van documenteren is prettig, mede doordat Pigaht een cameraman heeft ingezet. De gesprekken zijn zo een stuk rustgevender gefilmd dan bij de home-made documentaires waarbij de makers zo opgaan in hun eigen verhaal – hoe interessant ook – dat ze vergeten dat er statieven bestaan. 

Pigaht’s wat naïve houding, niet zo bewust aangenomen als Louis Theroux dat lijkt te doen, weerhoudt haar van een zwartwit oordeel. Ja, haar opa heeft oorlogsmisdaden begaan, maar hij was ook een lieve opa, een zorgzame echtgenoot en een empathisch persoon. De innerlijke tweestrijd wordt niet opgelost, maar is mede daardoor boeiend om te zien.

Muziek / Concert

Muzikale vrijplaats Splendor

recensie: Muzikale vrijplaats Splendor

.

.

Met een ingenieus systeem van obligaties en donaties is een jarenlange droom in vervulling gegaan. Onafhankelijk van subsidie spelen musici van verschillende bloedgroepen samen in een reeks van honderd concerten per jaar. Ze doen dat belangeloos, uit gedrevenheid en behoefte aan een vrij podium. Bij wijze van antwoord op de vele bezuinigingen en ontslagen in de orkesten nemen ze hun lot in eigen hand.

Naast gewone concerten  – zowel jazz als klassiek –  is hier ruimte voor experimenteren, jammen en het laten horen van weinig uitgevoerde muziek. Een speciale plaats is ingeruimd voor het werken met (jonge) kinderen. Nu het muziekonderwijs overal in Nederland langzamerhand de nek wordt omgedraaid, zal dit des te meer in een behoefte voorzien.

Informeel openingsconcert
Op 21 september vond een van de openingsconcerten plaats, gratis voor donoren. In het mooi verbouwde voormalige badhuis aan de Nieuwe Uilenburgerstraat zijn twee zalen ingericht. Zeven musici, blazers en strijkers, aangevuld met een ondersteunende ‘electronicus’, voeren voornamelijk Renaissancemuziek uit. Ook heel oude instrumenten worden bespeeld, waaronder een geheel uit geslagen koper vervaardigde,  fantastisch klinkende trombone.

Hoogtepunt vormen de virtuoos gespeelde variaties op een bekend oud thema voor cello en teorbe, een soort luit. De stukken worden door de musici zelf geïntroduceerd. Het publiek zit heel dichtbij, wat het informele karakter verhoogt.

Economie van het goede gevoel
Alles ademt een sfeer van welwillendheid en concentratie. Dit openingsconcert blijkt naderhand te zijn gegeven door musici die elkaar daarvoor nog niet kenden. Gezamenlijk werken aan een hoog niveau, zonder de beperkingen van een conventionele concertzaal, zorgen voor een maximum aan creativiteit.

Dat er heel af en toe even iets mis gaat, qua intonatie of gelijkheid, is dan van minder belang. Wel zou het goed zijn als nog eens geluisterd wordt naar de balans tussen de verschillende instrumenten. En misschien hebben sommige mensen toch ook behoefte aan een papieren programma.

De agenda
De (49) musici 
Activiteiten voor kinderen 

Film / Achtergrond
special: How to Describe a Cloud

NFF: De herinnering zuiver houden

DJ Liling woont in Taipei, maar keert terug naar het platteland wanneer haar moeder kanker krijgt en hard achteruit gaat.

Liling componeert en draait muziek met drie gelijken van geest. Het bericht dat haar moeder kanker heeft doet haar echter besluiten de draaitafels te verruilen voor het platteland. Lilings moeder wordt vrij vroeg in de film blind en moet op anderen vertrouwen voor haar zorg, al claimt ze zelf een zesde zintuig te hebben ontwikkeld.

Zicht en werkelijkheid

~

Wanneer Liling af en toe terugkeert naar Taipei om te praten met Chen, een oude prenttekenaar, volgen vaak gesprekken vol oude Chinese wijsheden. ‘De grootste afstand in het universum is die tussen twee geesten’, aldus Chen. Hij doelt uiteraard niet zomaar op twee geesten. De relatie tussen Chen en Liling doet denken aan die tussen Bill Murray en Scarlett Johansson in Lost in Translation.

De titel van de film is het gevolg van een gesprek dat Liling heeft met een oogarts. Hij doet zijn theorieën over blindheid uit de doeken en vertelt haar dat de hersenen herinneringen stukje bij beetje veranderen. Normaal gesproken gebruik je je gezichtsvermogen om de herinneringen zuiver te houden, maar blinde mensen hebben dat niet. Hij raadt Liling aan de werkelijkheid aan haar moeder te beschrijven.

Poëzie en taal

~

De werkelijkheid beschrijven in een toontaal – bij het Chinees maakt het uit op welke toon je een lettergreep zegt, want dat verandert de betekenis van het woord – resulteert in zangerige, melodieuze zinnen die klinken als poëzie. De woorden lijken te dansen in de wind, zoals het met  kwispelende honderstaarten beschreven menggras dat ook doet. Om te tonen wat Lilings moeder mist, zien we ook veel beelden van de omgevingen rondom haar huis.

How to Describe a Cloud is een bijzondere samenwerking tussen twee landen. Regie, geluid en montage zijn gedaan door Nederlanders, maar de film is opgenomen in China met Chinese acteurs. Regisseur David Verbeek pikt interessante aspecten van de Chinese cultuur eruit, laat zijn cast met veel overtuiging spelen en creëert een drama dat niet alleen qua locatie, taal en acteurs Chinees aandoet, maar ook qua verhaal, fantasie en spiritualiteit. Deze zeer originele productie is tot nu toe misschien wel de beste film op het NFF.

Film / Achtergrond
special: With Love From Russia

NFF: Baby’s uit Rusland

Wanneer je niet zwanger kunt raken zijn er vele oplossingen. Een daarvan wordt uitgewerkt in de film With Love From Russia.

Een Nederlands gezin en een alleenstaande Noorse vrouw hebben een vurige kinderwens. Eiceldonatie is niet de eerste oplossing, maar als je al vijf keer zaaddonatie en zes keer IVF hebt geprobeerd, zit er niets anders op. Want de situatie accepteren, dat is niet aan de orde.

Op naar Rusland dus, waar arme vrouwen tegen betaling een lading eicellen doneren. Soms wel achttien stuks na een fikse hormoonkuur. Die eicellen worden bevrucht, geplaatst in de moeder (niet alle achttien) en dan 9 maanden later is er in 50% van de gevallen een kindje. Kosten: 5000 euro, waarvan de eiceldonor 1142 euro krijgt.

With Love From Russia toont de kant van de donatrices en die van de ontvangers. Tussen deze twee werelden in zit de bevruchtingskliniek, met aan het hoofd een bijzonder enge arts. Aanvankelijk oogt ze professioneel, maar de manier waarop ze de Noorse single te woord staat is schrijnend. Wanneer de Noorse zich hardop afvraagt hoe ze haar toekomstige kindje moet gaan uitleggen waar hij vandaan komt, oppert de arts doodleuk dat ze het er gewoon niet over moet hebben. Er is immers geen enkele reden voor haar kind aan te nemen dat zij niet haar biologische moeder is.

Film / Achtergrond
special: Mijn zusje, de soldaat

NFF: De plicht roept, één zus gaat en één niet

Filmmaakster Dikla Zeidler maakt een documentaire over haar jongere zusje Chamoetal die er wél voor koos haar dienstplicht in Israël te vervullen.

Mijn zusje, de soldaat toont de hedendaagse problematiek in Israël. Vanuit persoonlijke standpunten binnen een Israëlisch-Nederlands gezin worden de problemen verduidelijkt. Dikla schiet de beelden en stelt kritische vragen. Het leger beinvloedt Chamoetal, waardoor haar opvattingen gestaag veranderen. Voor ze in dienst gaat komt ze eerlijk en open over, maar naarmate de dienstjaren verstrijken heeft ze er meer moeite mee de vragen van haar zus te beantwoorden. De principes van het leger hebben duidelijk vat op Chamoetal.

Aandacht voor oorlog
Ook Dikla’s vader en moeder komen aan bod. Haar vader diende vele jaren in het leger en schoot met artillerie in de Libanon-oorlog. Haar moeder is rabbijn. Over het oorlogsverleden van haar vader werd nooit gesproken, maar nu Chamoetal in dienst gaat – weliswaar bij de relatief veilige PR-afdeling – raakt Dikla geïntigreerd door het verleden van haar vader.

~

Mijn zusje, de soldaat legt de vinger op de zere plek: de kolonisten die het leven van de Palestijnen zuur maken (zie ook Louis Theroux: Ultra Zionists voor de opvattingen van deze fanaten). Ook de politieke patstelling tussen Palestijnen en Israëli’s zorgen voor grote spanningen. Veel Israëli’s hebben hier geen weet van. Pas als Dikla met haar ouders een reis maakt naar een nederzetting met kolonisten en ze voor het eerst aanschouwen hoe de Palestijnse bevolking wordt behandeld, dringt het tot haar door dat de situatie onhoudbaar is.

Reacties op de film
Dikla Zeidler vertelt na de vertoning dat de reacties op de film overwegend positief waren. Ze had hatemail verwacht, maar kreeg eigenlijk alleen kritiek vanuit Israëlische hoek. ‘Het leger was er niet héél erg blij mee’, aldus Dikla. Op de vraag hoe ze de toekomst van Israël voor zich ziet, antwoordt ze somber: ‘Niemand heeft een oplossing voorhanden. Normaal gesproken komt de behoefte voor verandering vanuit de jeugd, maar zelfs die zien het niet meer zitten. De enige oplossing zou zijn om de Palestijnen een stuk land te geven.’

Ondanks het gebrek aan geloof in een vreedzame oplossing, is de behoefte het leger in te gaan om het vaderland te dienen is nog altijd groot onder de jeugd. Chamoetal is een van de vele die vrijwillig de keuze maken twee jaar van hun leven te spenderen in het leger.

Dikla zal voorlopig geen documentaire meer maken waarin haar familie voor komt. ‘Ik ga niet meer iets doen met mijn familie. Dat was toch wel heftig.’ Haar familie mag dan niet meer in the picture zijn, wel gaat ze nu werken met haar Iraanse vriend. ‘Ik ga zondag naar Israël met mijn vriend, die uit Iran komt. We gaan een stuk maken over Iraanse Israëli’s, dus mensen die in Iran geboren zijn en nu in Israël wonen.’ Wordt Dikla’s volgende project net zo goed als Mijn zusje, de soldaat? 17 november weten we het, dan zal haar nieuwe project te zien zijn op TV.

Film / Achtergrond
special: Mijn geniale broer Harry

NFF: Zwijgende gesprekspartner

Roy wil onderzoeken wat de invloed is van broer Harry op zijn leven en besluit daar een documentaire aan te wijden.

Mijn Geniale Broer Harry draait niet echt om Harry, al noemt filmmaker Roy hem regelmatig in zijn voice-overs. Het draait meer om Roy zelf, die veel heeft meegemaakt en dat probeert te verklaren vanuit het overlijden van zijn broer, die 39 jaar geleden op 20-jarige leeftijd stierf aan een hersentumor.

‘Vond je ook niet, Harry?’, en ‘Toch, Harry?’ zijn veel gehoorde zinnen, waarna een vrij willekeurige scène volgt over Roy. Roy in de kerk, Roy in een eerdere documentaire met zwervers, Roy die naar de sterren kijkt. Harry, toentertijd een geniale sterrenkundestudent, is slechts de zwijgende gesprekspartner die zelf sporadisch aan bod komt.

Enige opleving in deze onsamenhangende docu is Roy’s moeder, de personificatie van absolute nuchterheid. Er moeten bijna grafrechten worden betaald voor Harry en moeders ziet absoluut geen heil in deze besteding. Maar verder is Mijn Geniale Broer Harry te eenzijdig en te persoonlijk om te boeien.

Boeken / Fictie

Beklemmend familiedrama

recensie: Linn Ullmann (vert. Lucy Pijttersen) - Dierbaar

Het gaat niet lekker in het gezin van Siri en Jon, maar wanneer hun kindermeisje Mille vermist raakt, komen de verhoudingen pas echt op scherp te staan.

Linn Ullmann, pseudoniem voor Karin Beate Ullmann, is de dochter van regisseur Ingmar Berman en actrice Liv Ullmann. Eerder schreef ze Als ik bij je ben, Een gezegend kind, Genade en Voor je gaat slapen. Met deze boeken zette ze zichzelf goed op de kaart en won ze verschillende Noorse literatuurprijzen.

De verdwijning van Mille
Siri werkt fulltime als restauranthouder en is getrouwd met Jon, een romanschrijver. Hij heeft twee succesvolle boeken geschreven maar kampt nu met een writer’s block. Werken doet hij vanuit huis maar hij stuurt liever sms’jes naar zijn minnaressen dan dat hij schrijft of het huishouden verzorgt. Dochter Almi bezorgt haar ouders nogal wat kopzorgen. Ze is erg teruggetrokken en lijkt het alleen goed te kunnen vinden met haar oma Jenny. Heel anders is zoontje Liv is de jongste van het gezin. Hij kan goed opschieten met zijn familie en zorgt niet voor problemen. Tijdens de zomer wordt Mille aangenomen als kindermeisje zodat Jon zich kan concentreren op zijn nieuwe boek.

Maar Mille verdwijnt op de dag dat Siri en Jon in hun tuin een groot feest houden voor Jenny’s 75e verjaardag. Twee jaar later wordt ze dood teruggevonden door een paar buurkinderen. Wat is er gebeurd? En welke gevolgen heeft dit voor het Siri, Jon en de kinderen? Ullmann laat de gebeurtenissen voorafgaand aan de feestavond en de gevolgen die de nasleep van Mille’s verdwijning op het gezin heeft, beurtelings vertellen door de gezinsleden. Ook Mille zelf komt aan het woord over haar tijd bij Siri en Jon.

Nasleep van een trauma
Ullmann heeft een prachtige roman geschreven over de gevolgen van een traumatische ervaring op een toch al slecht functionerend gezin. Haarfijn brengt ze de problematiek in kaart die langzaam maar zeker het gezin uit elkaar drijft. Het verhaal begint met de vondst van het lichaam van Mille, waarna Ullmann terug in de tijd keert en op chronologische wijze toegewerkt naar de feestavond. De overlapping die plaatsvindt omdat steeds iemand anders het verhaal vertelt, is hierbij niet storend maar juist verhelderend.

Vooral door de ogen van Mille wordt duidelijk welke spanningen er binnen het gezin heersten. Siri kampt met demonen. Ze was op jonge leeftijd getuige van het verdrinken van haar broertje. Haar moeder Jenny heeft dit voorval nooit los kunnen laten en Siri gaat gebukt onder een enorm schuldgevoel. Er komen bij haar dan ook veel herinneringen naar boven als Mille verdwijnt.

Beklemmend en intrigerend
Hoewel de moord op een tienermeisje centraal staat is Dierbaar geen thriller maar werkt Ullmann wel met suspense. Als lezer weet je dat Mille vermoord wordt, echter niet door wie of waarom. De maanden voorafgaand aan haar dood voelen daarom beladen. Niet alleen vanwege de spanningen binnen het gezin, maar ook vanwege de toenemende onrustgevoelens van Mille zelf. Dierbaar wordt hierdoor zowel beklemmend als intrigerend.

Ullmann heeft een nauwgezette, maar ook poëtische schrijfstijl. De sfeer die het boek ademt is naast beklemmend zowel idyllisch als zorgwekkend. Op het eerste gezicht lijkt er niks mis te zijn met het gezin, maar wie onder het oppervlak kijkt, ontdekt een gezin die van verschillende problemen aan elkaar hangt. Hoewel iedereen met elkaar overhoop ligt, bestaat er een broze wapenstilstand. Deze wordt bijna van tafel geveegd door de verdwijning van Mille. Dit proces is op geweldige wijze beschreven, met veel ruimte voor detail. Dierbaar gaat onder je huid zitten en laat je niet meer los.

Boeken / Reportage
special: Christian Jungersen - Ik heb je zien verdwijnen

Experimentele literatuur uit Denemarken

.

Een gesprek met de 51-jarige Deense schrijver Christian Jungersen. 

In Ik heb je zien verdwijnen kijken we door de ogen van Mia, een wiskundedocente van middelbare leeftijd. Ze woont in een mooi huis net buiten Kopenhagen, is moeder van een puberzoon en echtgenote van een succesvolle en alom geliefde schooldirecteur. Alles lijkt prima in orde, maar van de ene op de andere dag begint echtgenoot Frederik zich vreemd te gedragen. Hij wordt roekeloos en blijkt een grote som geld van school te hebben verduisterd. Het leven van het gezin komt op z’n kop te staan. Wat blijkt: Frederik heeft een hersentumor.

~

Waarom wilde je een roman over hersenbeschadiging en de gevolgen daarvan schrijven?
Een goede vriendin van me is psychiater, en ze vertelde me dat veel literaire personages zo volkomen anders beschreven worden dan de mensen die zij dagelijks in haar praktijk en op straat tegenkomt. De literatuur van de laatste eeuw is hoofdzakelijk gebaseerd op de psychoanalyse van Freud, en we weten al langere tijd dat daar een en ander aan valt af te dingen. En tóch baseren hedendaagse schrijvers hun personages nog steeds op deze theorieën. Ik wilde de neurowetenschappen in de literatuur introduceren. De hersentumor is een manier om die kant van de mens te belichten.

Een ander punt is dat veel verhalen vaak extreem geconstrueerd zijn. Het echte leven, het verhaal van een mens van vlees en bloed, is veel warriger dan je in de meeste romans leest. Veel meer aspecten spelen een rol bij de beslissingen die iemand maakt, dan alleen de jeugd of een traumatische ervaring. Ik wilde zien of ik de nieuwe inzichten uit de neurowetenschappen kon inzetten in mijn boek. Die nieuwe inzichten kunnen helpen om onze op het oog zo vreemde levens beter te begrijpen, en dat is wat kunst volgens mij moet doen: de wereld begrijpelijker maken, een antwoord proberen te geven op de vraag wat het is om mens te zijn. Als literatuur een mooi glad plaatje maakt van een leven dat eigenlijk een puinhoop is, dan is literatuur leugenachtig.

Ben je niet bang dat het verhaal te veel een analyse wordt, een case study? Dat alle levensvragen vanuit de wetenschap worden beantwoord en alles wordt doodgeanalyseerd?
Dat probeer ik nu juist niet te doen. Ik wil de kijk op de mens met dit boek verbreden, niet vernauwen. Kennis van het brein kan juist een extra laag aanboren die veel literatuur tot nu toe ontbeert. Ik wil het hele spectrum aan visies op wat het is om mens te zijn beschrijven, daar horen de nieuwe wetenschappelijke inzichten ook bij.

Er zijn critici in Denemarken die beweren dat als je eenmaal de neurowetenschappen de literatuur binnenbrengt, je na verloop van tijd alleen nog maar neurowetenschap overhoudt. Alsof met de inbreng van een nieuwe discipline al het andere verloren gaat. Dat is volgens mij een verkeerde gedachte. Het is misschien ook wel de angst voor vernieuwing, het levert weerzin op. Maar mijn roman is niet of/of, het is en/en.

Waarom duiken er wetenschappelijk artikelen in de roman op?
Voor de duidelijkheid: het zijn geen wetenschappelijke artikelen. Ik heb ze zelf geschreven, al zijn ze natuurlijk wel door deskundigen gecheckt. Ik wilde een experimenteel boek schrijven, maar niet zoals we al zovaak gezien hebben: onleesbaar proza dat de verkniptheid van de mens zou moeten laten zien. Ik wilde het op een andere manier doen. Daarom heb ik de artikelen in het boek gezet die Mia zelf leest. In het begin van het verhaal is Mia een liefdevol en warm persoon, maar doordat haar man verandert en doordat ze zoveel wetenschappelijke artikelen en boeken leest, verandert zij ook. Ze gaat alles analyseren en beziet de wereld op een gegeven moment puur klinisch. Wat ik wilde met dit boek is dat je als lezer een beetje met haar mee verandert en de personages ook anders gaat bekijken.

Denk je dat de literatuur zal veranderen nu we steeds meer kennis krijgen van het ons brein?
Daar ben ik van overtuigd. Aan de andere kant moet de literatuur de psychologie niet vergeten, net zoals sociologie en al de andere wetenschappen een plaats moeten hebben binnen de literatuur. De neurowetenschap moet een aanvulling zijn op wat we al hebben, niet een reductie, een ontmythologisering van de literatuur. En dat hoeft ook helemaal niet. Als je een muziekstuk analyseert, dan verdwijnt de schoonheid ervan ook niet. Je voegt kennis en begrip toe, dat maakt het alleen maar rijker. We weten tegenwoordig dat verliefdheid niet veroorzaakt wordt door de pijl van Cupido, maar verandert dat ons gevoel als we verliefd zijn?

Kijk, dit boek is ook een parodie op het analyseren van onszelf. Mia analyseert alles, ze kijkt op een gegeven moment naar alles door een wetenschappelijke bril. Dan reduceer je de wereld en de mens tot stofjes en hormonen. En wat gebeurt er met haar? Ze verkilt, ze wordt een vreselijk mens om mee te leven. Ik maak het dus ook belachelijk, de roman is ook een parodie.

~

Ik heb je zien verdwijnen gaat over de vrije wil. Denk je dat we een vrije wil hebben?
Jazeker, ook al zijn we ons brein. Het brein zijn we namelijk zelf en wij maken zelf beslissingen. We staan daar niet buiten, we kunnen niemand anders de schuld geven. Zelfs als we door middel van een scanner zouden kunnen aantonen dat er in ons brein een ziel huist die beslissingen maakt, dan nog hebben we een vrije wil. We zijn namelijk die ziel. Het is een lastig onderwerp en ik wil in mijn boek ook geen antwoorden geven, ik wil vragen oproepen en discussie uitlokken.

Heb je een bepaalde lezer in gedachte wanneer je schrijft?
Ik heb een goede vriendin die ik altijd voor ogen heb als ik schrijf. Ze is intelligent en heeft gestudeerd, maar ze heeft geen diploma in de literatuur. Ze staat symbool voor de lezers die ik wil bereiken: niet het selecte groepje literatuurwetenschappers, maar ook niet de domme mensen, als ik het zo mag zeggen. Ik schrijf voor mensen met hersenen, die geprikkeld willen worden.

Hoe resulteert dit in de manier waarop je schrijft?
Dat is veelal een onbewust proces, zoals je je onbewust aanpast aan degene met wie je praat. Ik zit me niet steeds af te vragen of iets helder genoeg is geschreven, of dat ik iets misschien beter moet uitleggen, het is veel subtieler. Zoals jij instinctief weet dat je tegen een kind anders moet praten dan tegen een ouder iemand, dat doe je voor een groot gedeelte onbewust. Iets anders: ik las laatst een studie waarin werd gesteld dat jongeren niet meer vloeken dan ouderen, maar wel dat iedereen, jong en oud, meer vloekt tegen jongeren. Dat zal niet bewust gebeuren, denk ik.

Heb je een strikte dagindeling als het op schrijven aankomt?
Nee, niet echt. Ik heb altijd een blocnote bij me en als me iets te binnen schiet, schrijf ik het op. Ik probeer zo weinig mogelijk stress toe te laten als het op schrijven aankomt. Ik schrijf eigenlijk continu, maar niet te veel en niet te snel. Als een goede ingeving zich aandient dan schrijf ik die op en werk ik die later uit. Ik kan maar een uur tot anderhalf uur achter elkaar schrijven, dan ben ik uitgeput. Dan neem ik een pauze van minimaal twee uur voordat ik weer achter mijn bureau ga zitten. Veel van het schrijfproces gebeurt terwijl ik wandel of onder de douche sta, vooral in de oriënterende fase van het schrijfproces.

Is dat het leukste van het schrijven: een beetje wandelen, nadenken en notities maken?
Elke fase heeft zijn charme. Ik hou ook erg van de laatste fase waarin ik heel veel schrap en schaaf. Dan begint de roman echt vorm te krijgen, je ziet het gave eindproduct onder je vingers ontstaan uit al dat puin. Voor dit boek heb ik bijvoorbeeld duizenden pagina’s geschreven, herschreven en weer geschrapt, dat kan soms heel frustrerend zijn. Na een lange dag werken heb je bijvoorbeeld tien pagina’s geschreven en ze vervolgens alle tien weer weggegooid, alsof je niets bent opgeschoten. Die laatste fase waarin je aan het polijsten en het oppoetsen bent, geeft erg veel voldoening. Je ziet ineens wat je al die jaren voor werk hebt verzet.

Je boeken krijgen lovende kritieken en worden veel verkocht. Kun je leven van je pen?
Ja, gelukkig wel. Ik heb ongeveer tien jaar heel veel geschreven: scripts, korte verhalen, van alles, maar ik wilde ze niet publiceren. Naast het schrijven had ik steeds kleine baantjes, ik leefde van bijna niets. Toen mijn debuutroman Kreupelhout uitkwam in 1999 heb ik zoveel boeken verkocht dat ik er sindsdien van kan leven. Elke vijf á zes jaar publiceer ik een roman. Ik kan nu dus weer zo’n zes jaar vooruit. Niet slecht toch?

Film / Achtergrond
special: Point Taken: Off Ground

NFF: Betoverende dans

.

Regisseur Boudewijn Koole strikte danslegende Louise Lecavalier voor zijn korte film. In een kamer met rustieke stoelen, idem tafel en azuurblauw behang wordt middels moderne dans het sterven van een moeder uitgebeeld. Haar zoon, de jonge danser Antoine Masson, kijkt het tafereel gelaten aan. Choreograaf Jakob Ahlbom maakte op sferische, psychedelische muziek een mooie moderne dans, waarbij zowel het meubilair als het behang op originele wijze wordt gebruikt.

Film / Achtergrond
special: Hoe Duur was de Suiker

NFF: Ambitieus project mist focus

Een blanke rijkeluisdochter is op zoek naar de ware liefde en sleept haar slavin met zich mee in haar queeste. Niet alleen de prijs van suiker, maar ook de prijs van de liefde wordt te duur om te kunnen betalen. In dit geval voor degenen die als inferieur worden gezien.

Sarith (Gaite Jansen) groeit op temidden van slaven op een suikerplantage. Ze leert dat zwarte mensen inferieur zijn, dat het geld de blanke man op de rug groeit en dat leuke mannen vinden op een plantage onbegonnen werk is. Haar schoonheid, machtspositie en vrouwelijke charmes gooit ze in de strijd om een geschikt exemplaar te vinden, maar tevergeefs. Mannen zijn slechts sporadisch geïnteresseerd en lijken al eerder dan de kijker door te hebben wat een ontzettend naar wicht Sarith eigenlijk is.

Symbolische halfzussen

~

Mini-Mini (Yootha Wong-Loi-Sing), wiens naam een mooie anekdote oplevert, is die mening niet toegedaan. Ze is Sariths lijfslaaf en Sarith en Mini-Mini zijn symbolisch omgedoopt tot halfzussen, omdat ze op dezelfde datum en op dezelfde plantage zijn geboren. Mini-Mini ziet Sarith het liefst gelukkig, want als ze lacht is ze op haar mooist. Maar het lachen vergaat Sarith langzaam wanneer ze steeds meer in de situatie dreigt te raken die ze zo krampachtig probeert te voorkomen – die van oude vrijster.

Zover is het nog lang niet, maar Sarith ziet dat anders. Een lekkere, niet erg subtiele rol van Gaite Jansen die Sarith langzaam omvormt tot antagonist van het verhaal. Elke afwijzing brengt Sarith tot nieuwe gruweldaden. Ten opzichte van Sarith lijken de andere blanken in de film lieverdjes, al zijn ze dat meestal niet. Een enkele uitzondering daargelaten zien de blanken alle zwarten als inferieur en hebben ze geen medelijden met hun medemens. In een treffende scène tijdens het slot van de film verliest een blanke slavenhandelaar alle respect voor een blanke plantageboer die uit liefde een slavin probeert terug te kopen.

Sfeervol maar niet meeslepend
En toch ontbeert het de film aan dit soort momenten. De film snijdt enerzijds een beladen onderwerp aan; een zwarte bladzijde (wel meer dan één) uit de Nederlandse geschiedenis, maar blijft anderzijds wat oppervlakkig en zoetsappig. De komische uitstapjes en het feit dat de film zelden inzoomt op echt voelbaar drama, maken Hoe Duur was de Suiker een ambitieus project, maar weerhouden de film ervan een meesterwerk te worden. Zo zien we dat de moeder van Mini-Mini twee keer achter elkaar wordt verkracht, maar wordt een halve minuut later gegrapt dat Mini-Mini dus niet weet wie haar vader is. Dat is niet grappig, maar wordt wel zo verkondigd.

~

Hoe Duur was de Suiker slaagt er wel goed in de kijker onder te dompelen in een Surinaams sfeertje. De slaven spreken nauwelijks Nederlands, in tegenstelling tot hun misi’s en mesra’s. Daarnaast bevat de film mooie beelden van de plantages, de jungle en de werkende slaven die in grote getalen op de plantage aanwezig zijn. Het hoofdplot had de volle aandacht verdiend, maar de vele zijsporen komen de film niet ten goede.

Waar een historisch drama als Zwartboek de kijker mee wist te voeren in de ellende, lukt Hoe Duur was de Suiker dat aanzienlijk minder goed. Als de focus wat minder op de liefde en wat meer op de ellende had gelegen, was dit misschien wel gebeurd. Ook had zeker gekort kunnen worden in de speelduur, het aantal personages en het hele subplot van de Maroons, het slavenleger dat blanke mensen vermoordt.