Film / Films

Rauwe Romance

recensie: De Rouille et D'os

In De Rouille et D’os komen op onwaarschijnlijke wijze twee volstrekt verschillende levens bij elkaar. Ali die met zijn zoontje bij zijn zus in Zuid-Frankrijk intrekt en Stéphanie, een orkatrainster, bij wie het noodlot toeslaat. Er ontstaat een emotionele relatie tussen hen beide, die afgezet is tegen een achtergrond vol sociale problematiek.

Het eerste wat opvalt aan deze film is de sterke rol van Matthias Schoenaerts. Volgens de dvd zou hij met deze film internationaal zijn doorgebroken. Als dat zo is, dan heeft men liggen slapen. Schoenaerts heeft zich in meerdere films al bewezen als uitstekend acteur (Rundskop, Pulsar). Hij weet zijn karakter zodanig vorm te geven dat de scheidingslijn tussen film of werkelijkheid vervaagt. Ali (Schoenaerts) heeft een passie voor vechten en vindt bijpassende klussen. Hij oogt rauw, ongecompliceerd en gevoelloos. Niets blijkt minder waar.

Wanneer hij tijdens zijn werk Stéphanie (Marion Cotillard) ontmoet, groeit er gaandeweg een romance. Ze lijken in eerste instantie in twee verschillende werelden te leven. Stéphanie is orkatrainster en woont in een goede buurt, terwijl Ali van baan naar baan hopt en bij zijn zus inwoont. Ali probeert zo goed en zo kwaad als het gaat iets van zijn leven te maken. Tegenlijkertijd toont Stéphanie met een enkele blik een leven vol teleurstellingen. Met haar kille, verbeten en afstandelijke houding lijkt ze wel wat op Ali.

~

De film is intens, rauw en compromisloos, zoals je van Jacques Audiard mag verwachten. Hij heeft een fijn oog voor detail en weet op effectieve manier zijn personages karakter en inhoud te geven. Naast de plot weet hij op subtiele manier details van het leven rondom de personages mee te geven. De levens krijgen op deze manier meer inhoud. De personages worden mensen van vlees en bloed en de film is als een portret van alledaagse sociaal-economische problematiek in het huidige Frankrijk. Dit doet de film ontstijgen aan de middenmoot en voorkomt al te gemakkelijk sentiment, waarmee haar zeggingskracht verloren zou zijn gegaan. Echter, niet in de handen van Audiard. Zelfs de soundtrack is zorgvuldig ingezet, waardoor elke zweem van sentimentaliteit weggevoerd wordt.

Film / Achtergrond
special: IDFA 2013

IDFA: Deel 1

.

In het eerste deel van de 26e editie van IDFA 2013 zien we een Japans kunstenaarsechtpaar lief en leed met elkaar delen, Zuid-Afrikaanse boeren strijden voor hun grondbezit, een Amerikaan die succesvol integreert in een Pygmeeënstam en een portret van de teruggetrokken J.D. Salinger. Een greep uit het enorme aanbod documentaires dat IDFA 2013 rijk is.

DEEL 1 | DEEL 2 | DEEL 3 | DEEL 4 | DEEL 5 | DEEL 6

Inhoud: I, Afrikaner | Cutie and the Boxer | Song from the Forest | Salinger

De onmacht van de Boer

I, Afrikaner
Annalet Steenkamp • Zuid-Afrika, 2013
3.5

~

Steenkamp legde gedurende negen jaar lang haar familie vast op camera. Haar doel was een film maken over haar familie en hun onbreekbare band met hun grond. Grondbezit is in Zuid-Afrika niet meer een vanzelfsprekend iets. Boeren en hun boerderijen worden voortdurend bedreigd en aangevallen, als gevolg van de jarenlange Apartheid en de onvrede die daaruit voortkwam. Blank en zwart leven grotendeels gesegregeerd van elkaar. Steenkamp toont hoe haar familie zich staande houdt te midden van de sociale en politieke situatie, maar vooral hoe ze hun dierbare grond, dat zo’n belangrijk deel uitmaakt van hun leven als Boer, beschermen.

Verschillende familieleden worden door Steenkamp onder de loep genomen. Haar opa en oma bijvoorbeeld, die al jarenlang samen zijn. Doordat hun boerderij een aantal keren is aangevallen, durft oma er niet langer te wonen. Zij heeft zich met spijt in haar hart teruggetrokken van het leven daar, iets dat ook gevolgen heeft voor het samenzijn met haar man. Hun contact bestaat uit bezoeken die oma aan de boerderij brengt, alwaar opa nog steeds stug doorgaat met werken. De twee vormen met hun liefde voor elkaar een ontroerend, maar ook pijnlijk portret.

Daarnaast worden andere familieleden geïnterviewd en gevolgd, waaronder Steenkamps nichtje. Zij mengt zich bewust wel onder de zwarte bevolking en heeft stilletjes de hoop dat de twee groepen in de toekomst dichter tot elkaar komen. Een idealisme waarvan de filmmaakster zich afvraagt of die wel haalbaar is. Iets wat later met beelden van een buurman bevestigd lijkt te worden, wanneer zijn vrouw op brute wijze voor de ogen van haar kinderen vermoord wordt. Een daad die de buurman niet kan verklaren, want er viel noch iets te roven op zijn boerderij, noch was hij een slechte werkgever voor zijn zwarte werknemers geweest.

I, Afrikaner toont hoe complex de situatie heden ten dagen in Zuid-Afrika is. Als Boer is het overleven. Grondbezit is niet zeker meer. Blanke grondeigenaren moeten met een geweer naar bed, omdat er anders kans is dat ze ’s nachts overvallen en vermoord worden. Steenkamps film is een persoonlijk document, maar wel een die laat zien hoe diepgeworteld de politieke situatie is. Steenkamp vermijdt hierbij harde standpunten. Wel laat zij de situatie zien zoals die is en hoe die gedragen wordt door haar familie. Hoewel sommige shots wat overbodig zijn (zoals idyllisch aandoende plaatjes van landschap en boerderijdieren) ligt de kracht van de film in het tonen van de rauwheid van het huidige Zuid-Afrikaanse politieke klimaat. Een ontroerend, wrang en bij vlagen humoristisch familieportret, maar altijd gedragen door de zware last van het verleden. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven 

Liefde boven kunst, kunst boven liefde

Cutie and the Boxer
Zachary Heinzerling • VS, 2013
4.0

~

De Japanse kunstenaar Ushio Shinohara vestigde zich in de jaren zestig in New York. In de loop der jaren heeft hij zijn naam gevestigd door zijn schildertechniek met bokshandschoenen en zijn van karton gemaakte motorfietsen. Zijn vrouw Noriko, die als student naar New York trok en Ushio daar ontmoette, was direct onder de indruk van de kunsten van haar man en zijn sterke karakter. Regisseur Zachary Heinzerling volgde het echtpaar gedurende vijf jaar en toont hoe hun liefde ups en downs kent en hoe ze – ook al heeft Ushio een naam opgebouwd – maar met moeite de huur kunnen betalen.

In eerste instantie richtte Heinzerling zich met zijn film op Ushio, omdat hij verreweg de bekendste is van de twee. Ten tijden van het filmen was Noriko bezig met het illustreren van haar leven met Ushio samen, een werk getiteld Cutie and Bully. Hoewel niet alles autobiografisch is, is het meeste geïnspireerd op haar leven met Ushio samen.

De film kent dan ook een kentering wanneer de extraverte en explosieve Ushio naar Japan vliegt om daar wat kunst te verkopen (overigens tegen een veel te lage prijs). De camera richt zich dan op Noriko, die openhartig vertelt over haar moeilijke relatie met Ushio. Ze heeft eigenlijk altijd in zijn schaduw gestaan, iets wat Ushio zelf in het begin van de film openlijk toegeeft (‘the weak should support the strong‘).  Noriko vertelt hoe ze vooral op zichzelf en haar zoontje aangewezen was, terwijl Ushio voornamelijk dronken aan het feesten was met zijn kunstenaarsvrienden.

Maar nu is het tijd voor Noriko. Tijd voor erkenning, voor aandacht, voor niet langer in de schaduw van haar man staan. Samen openen ze een expositie, waarbij Ushio’s motorfietsen en met verf bespatte doeken afgewisseld worden met de levensgrote illustraties van Noriko. Als documentairemaker heeft Heinzerling een goede keuze gemaakt om beide kunstenaars te belichten, in plaats van Ushio in de spotlights te plaatsen. De extraverte Ushio, immer aangetrokken tot de camera en aandacht, en de introverte Noriko zijn twee tegenpolen, maar wel mensen die ondanks hun verschillen en positie veel van elkaar houden.

De regisseur weet, juist door Noriko meer in zijn verhaal te betrekken, de kern van hun relatie te pakken te krijgen. ‘You must hate me‘ zegt een uiteindelijk bewogen Ushio, wanneer Noriko hem confronteert met het feit dat hij altijd zichzelf voorop stelt. ‘I love you very much‘ is haar antwoord, waarbij de blikken van de twee voor zichzelf spreken. De film is een mooi proces, waarin de animaties van Noriko het geheel versterken. Een idee van Noriko en de regisseur, wat het narratieve verloop een mooie aanvulling geeft.  Cutie and the Boxer is een innemend en humoristisch portret van twee mensen die op hun eigen manier worstelen met succes en erkenning, maar daarbij ook rekening met elkaar moeten houden. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven 

Terug naar eenvoud en ongereptheid

Song from the Forest
Michael Obert • Duitsland, 2013
4.0

~

Obert toont in zijn documentaire hoe de Amerikaan Louis Sarno koos voor een leven in Afrika tussen de Bayaka, een Pygmee-stam van jagers en verzamelaars. Na het horen van een lied op de radio was hij gegrepen door hun cultuur en muzikale kunsten. Nu, 25 jaar later, is Louis een van hen, spreekt de taal en heeft een vrouw en een zoon, Samedi.

De film is in twee helften op te delen: de eerste helft volgt Louis in Afrika, waar het leven dat hij leidt door de camera wordt vastgelegd. Het is een leven van eenvoud, waarbij de relatie tussen mens en natuur centraal staat. Louis vertelt hoe hij tot zijn keuze kwam om naar Afrika en deze specifieke Pygmee-stam te trekken. Louis nam de muziek, die een belangrijke rol inneemt bij de stam, op en haalt daar zijn inkomsten uit. Zijn huidige rol is het regelen van medische zorg voor zijn stamgenoten.

Het tweede deel van de film volgt Louis in Amerika. Toen zijn zoontje ernstig ziek was, deed Louis hem de belofte om hem zijn thuisland te laten zien. Tijdens zijn bezoek ziet Louis zijn goede vriend Jim Jarmusch en zijn broer. Zij vertellen over Louis’ beweegredenen om naar Afrika te trekken, een keuze die zij respecteren. Maar een keuze die voor zijn ouders moeilijk te begrijpen was – pas op zijn sterfbed liet Louis’ vader het idee los dat Louis ooit nog terug zou keren.

De twee culturen vormen een groot contrast met elkaar. In Amerika lijkt Louis te beseffen dat hij geen gemakkelijke keuze heeft gemaakt door in Afrika in eenvoud te leven. Zijn gezondheid staat op het spel, hij heeft schulden en de toekomst van zijn zoontje is onzeker. En hoe kan je terugkeren zonder geld, zonder spullen en dat als ‘rijke westerling’ (zoals Louis toch gezien wordt) verkopen? Song from the Forest is een uniek document over een man die bewust koos voor een ander leven. Het levert mooie en bijzondere beelden op van hoe de Pygmee-stam leeft en hoe Louis daarin is opgenomen en geaccepteerd. Anderzijds is er die grauwe werkelijkheid van toekomst en rondkomen, die als een grijze sluier van zorgen om hem heen hangt. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven 

Zowel ergerlijk als interessant

Salinger
Shane Salerno • VS, 2013
3.0

~

De twee uur durende tekening die Shane Salerno maakte van de schrijver J.D. Salinger is geen lust voor het oog, al blijft het een portret van een boeiend man. De schrijver, die op 91-jarige leeftijd in 2010 overleed, schreef voornamelijk korte verhalen die werden gepubliceerd in zijn geliefde New York Times. En: die ene roman The Catcher in the Rye. Wat er verder nog van hem bekend is? Vrij weinig. Salinger haatte zijn bekendheid en zonderde zich af van de buitenwereld, waarmee hij zich nog populairder maakte bij het publiek.

Salerno schetst een beeld van de jonge schrijver, afkomstig uit een goed nest en niet onder de indruk van alle pracht en praal. ‘Leer origineel te denken’, corrigeert hij een van zijn geliefdes als ze door het New York van de jaren zestig rijden. De eigenzinnige Salinger is altijd aan het schrijven, zelfs als hij in 1944 bijna een jaar vecht in de Tweede Wereldoorlog.

De geïnterviewden, een keur aan Amerikaanse sterren, oud-uitgevers en (klein)kinderen van bevriend auteurs, doen een boekje open over Salinger. Om onnavolgbare reden heeft Salerno de verhalen van zijn bronnen meerdere keren opgenomen, in andere settings en in andere kleding, om zo te kunnen knippen terwijl de persoon hetzelfde verhaal opdist. Het moet de interviews wellicht urgentie meegeven, maar doet denken aan een opgeklopte reality show. Een rustig shot had meer impact gehad. Ook maakt Salerno soms rare sprongen in de tijd die zijn werk onrustig maken.

Wat de maker wel goed doet, is een gelaagd beeld neerzetten van zijn complexe onderwerp: je sluit Salinger als charmante jongeman in je hart, en via de liefdevolle verhalen van zijn vrienden vergeef je hem zijn gekkigheden die hem tot een behoedzaam man maken. Om ten slotte uit te komen bij een eigenaardig figuur die zich afsluit van de wereld, die als een van zijn ex-vrouwen langskomt tegen haar uitvalt: ‘Jouw probleem Joyce, is dat je van de wereld houdt!’ Net als de hoofdpersoon in The Catcher in the Rye, Holden Caulfield, houdt Salinger niet van phonies.

En dat maakt deze niet bijster knap gemaakte documentaire toch tot in de puntjes interessant: iemand die de wereld waar iedereen op zoek lijkt naar bekendheid en alles waar daar maar de schijn van heeft, gedag zegt. Salerno heeft geluk met het bijzonder intense karakter van zijn lijdend voorwerp: die laat je Salerno’s aanstellerige geknip en sentimentele muziek grotendeels vergeten, zodat je kunt opgaan in Salingers worsteling met het schrijverschap. En de worsteling met het leven.

De vraag die overblijft is: zou Salinger staan juichen bij deze documentaire? Het antwoord lijkt nee, gezien zijn uitspraak ‘Leer mij kennen door mijn werk.’ Daarnaast lijkt het onwaarschijnlijk dat de perfectionistische Salinger zou instemmen met dit op sensatie beluste werk. Maar zoals een aantal geïnterviewden die zakelijk bij de schrijver betrokken waren suggereren, school er eveneens een meesterlijk regisseur in Salinger. Salerno sluit af met het laatste bewegende beeld van de beroemde schrijver, waar hij van het postkantoor naar zijn auto loopt en met een blik die meer verraadt, lachend naar de camera, plaatsneemt. (Angela Verleun)
Terug naar boven 

Film / Achtergrond
special: Noordelijk Film Festival 2013

Plek voor cinefielen?

Is het Noordelijk Film Festival (Leeuwarden, 6-10 november) een plek voor cinefielen of niet? Die vraag wierp zich op tijdens de slotavond, bij een hoogst bijzonder filmevenement dat vooraf werd gegaan aan een dubieuze aankondiging.

Een aanzienlijk deel van het programma bestond dit jaar uit Leeuwarder premières van elders in het land al eerder vertoonde films, voorpremières en doorsnee-arthousewerk. Het vooral uit lokale filmhuisgangers bestaande publiek waardeert dit, waardoor het te prijzen is dat de programmeurs een veel breder blikveld hebben dan deze middenmoot: er werden ook veel, veelzijdige films uit onder andere Scandinavië en Oost-Europa vertoond en Amerikaanse cinema schitterde in afwezigheid.

Relatief interessant

Over de dertien-in-een-dozijnarthouse hoeft weinig te worden gezegd: gekunsteld, schematisch moreel drama (Gnade), een samenraapsel van sleetse biopic-clichés (Waltz for Monica (Monica Z)), geveinsde diepgang (Must Have Been Love (En som deg)) enzovoort—films die vermaken, maar die niemand zich volgend jaar nog herinnert.

Scène uit <em>Avalon</em>

Scène uit Avalon

Uit Scandinavië kwamen ook een paar relatief interessante films: Avalon, een halfpoëtisch — en geniaal gecast — portret van louche, decadente zestigers die een nachtclub openen, en The Almost Man (Mer eller mindre mann), een film die sympathie probeert te wekken voor een aanstaande vader die het kind in zichzelf nog niet is ontgroeid, en de tendens in Scandinavische cinema illustreert dat de machoman op zijn retour is. Deze films zijn verre van perfect, maar zijn in elk geval bedacht en gemaakt met enige persoonlijkheid.

Tweemaal Tabu

Terug naar de slotavond. F. W. Murnau’s laatste film Tabu (1931) werd voorzien van een livebegeleiding door de Amsterdamse band The Anacondas, die vorig jaar op Lowlands voor het eerst werd gepresenteerd en sindsdien hier en daar wordt opgevoerd (zie voor eventuele reprises de site van CineSonic). De film en het concert zouden afzonderlijk beide de toegangsprijs waard zijn geweest, maar de combinatie was briljant: de muziek versterkte de spanning en de melancholie van de film en maakte Tabu nog meeslepender dan hij waarschijnlijk ooit geweest is. Dit was het hoogtepunt van het festival: een evenement bij uitstek voor cinefielen.

Scène uit <em>Tabu</em>

Scène uit Tabu

Naast het bedroevende feit dat er slechts honderd man aanwezig was, volgens de directie ook nog eens omdat de feelbad-hit Kapringen tegelijkertijd werd vertoond, onderstreepte het evenement het schizofrene profiel van het festival op twee manieren. Ten eerste: in de buitengewoon gebrekkige en publieksonvriendelijke programmagids werd geen woord gerept over de duidelijke verwijzingen naar Murnau’s meesterwerk in een andere vertoond cinefiel hoogtepunt, Michel Gomes’ gelijknamige film, die al eerder landelijk in première ging en terecht is geprezen. Waarom werd niemand geprikkeld om beide films te zien en de verbanden te onderzoeken?

Ten tweede: vooraf aan de vertoning werd bekendgemaakt dat de publieksprijs naar Het vonnis ging, door de directeur en programmeurs omschreven als ‘een echte festivalfilm’. In werkelijkheid is Jan Verheyens film bijna het tegenovergestelde: een verzameling rechtbankclichés uit Hollywood in een ‘stijl’ die vroeger laatdunkend zou worden vergeleken met die van de tv-film, en een in bijna absurde mate onrealistisch drama dat moet doorgaan voor een serieuze aanklacht tegen het Belgische rechtssysteem. Dat het publiek zo’n mainstreamproduct aanbidt, legitimeert de programmering ervan wellicht, maar wat zegt deze uitspraak over het Noordelijk Film Festival?

Verrassingen

Scène uit <em>Undress Me</em>

Scène uit Undress Me

De grootste verrassingen waren onderdeel van het korte-filmprogramma. Victor Lindgrens Undress Me (Ta av mig) doet met heel weinig middelen meer voor transseksuelen in de cinema dan de verschillende andere films die werden vertoond over die weinig begrepen seksuele minoriteit: Lindgren toont zonder enige pretenties en met integriteit wat er zou kunnen gebeuren als een Zweedse macho ontdekt dat zijn zoveelste verovering in de kroeg vroeger een jongen was. En Coffee Time (Elvakaffe, Maria Frediksson) is een even waardevolle bijdrage aan het doorbreken van filmtaboes: Maria Fredrikssons film toont een groepje stokoude dames die samen koffie drinken, gebak eten en openhartig keuvelen over seks. Bij de aftiteling zien we oude foto’s van de vrouwen in de gloriedagen van hun sexappeal, en de kijker mag door dit subliem subtiele gebaar zelf de conclusie trekken dat vrouwen op leeftijd misschien wel het meest te zeggen hebben over seks en seksualiteit. Als er twee titels de naam festivalfilm verdienen — korte films zijn immers sowieso geen lang leven beschoren in het collectief filmgeheugen — zijn het deze.

Muziek / Concert

(Ain’t got no) time to grow old

recensie: Sublime with Rome

Avantgardistische en pocherige hipsters die graag the next big thing bejubelen vóór dat ding ook algemene bekendheid verwerft, hadden afgelopen donderdag niets te zoeken in Tivoli Oudegracht. Utrechts mooiste concertzaal werd immers een avond lang ingenomen door een knoert van een anachronisme: Sublime with Rome, een nieuw-samengesteld gezin dat reggae/ska-punk  brengt uit… de jaren ’90.

Wie Sublime niet kent, hoeft niet meteen te vrezen dat hij door onoplettendheid een hype heeft gemist – de kans is reëel dat de lezer tijdens de bloeiperiode van de band nog heel jong of zelfs ongeboren was. De ska-punk formatie uit Long Beach, California kende in de VS haar grootste successen in de jaren negentig, maar kreeg in Europa amper voet aan grond. ‘What I Got’ heeft u misschien ooit al eens op de radio gehoord, ‘Santeria’ en ‘Badfish’ zijn wereldwijd gefundenes fressen voor hippie-straatmuzikanten. De carrière van de band werd in 1996 prompt afgebroken nadat frontman Bradley Nowell overleed aan een overdosis heroïne. De achtergebleven lieden Bud Gaugh (drums) en Eric Wilson (bas) zouden pas dertien jaar later opnieuw optreden onder de naam Sublime, met als zanger/gitarist de 20 jaar jongere Rome Ramirez.

Doorstart: Sublime sans Nowell

~

De voortzetting van het nieuwe collectief onder de vlag Sublime was echter niet naar de zin van de erfgenamen Nowell, dus werd de bandnaam in 2010 zeer prozaïsch veranderd naar Sublime with Rome. In 2011 werd Yours Truly gelanceerd, de eerste LP van het generatieoverschrijdende trio. Bud Gaugh stapte nog datzelfde jaar uit de band waardoor enkel Eric Wilson als oorspronkelijke Sublimer overbleef – Gaugh werd vervangen door Josh Freese, drummer van The Vandals. Sublime-fans van het eerste uur reageerden zeer verdeeld op Yours Truly en de doorstart met de nieuwe frontman Rome in het algemeen*. Voor talrijke, pittige duscussies tussen Rome lovers en haters, men wende zich tot de Sublime Facebookpagina.

Usual Ska-Punk Suspects
Maar genoeg gekaderd en geächtergrond, terug naar de Tivoli. Wie had verwacht om bij het binnenwandelen van de concertzaal vele ruige en getatoeëerde binken te zien, kwam niet bedrogen uit. Wie ernaar had uitgekeken om nog eens old school een potje te crowdsurfen, of om de bandleden tussen twee liedjes door wat nederwiet te zien roken, evenmin. Wie ernaar had gesmacht om te dansen op en mee te brullen met Sublimes grootste hits, kon na afloop van de show zeker tevreden naar huis. Maar wie had gehoopt om die avond in Utrecht echt een sublieme show te zien, die zal in januari nog eens moeten terugkomen voor Stromae.

Down with Sublime

~

Aan de muzikale kwaliteiten van de bandleden was het niet gelegen, noch aan de sfeer in het publiek. Rome zingt intens en speelt net als wijlen Nowell the guitar like a motherf****n’ riot; Josh Freese, geschoold in de punkwereld, draait zijn hand niet om voor een harde, geniale drumpartij, en Eric Wilson, tja, ook hij doet zijn ding. Bon, dat Wilson wat futloos overkwam is een understatement, maar kan je dat een 44-jarige man – die al twee decennia lang live dezelfde vijftien hits brengt – écht kwalijk nemen?

Geopend werd er met een bom: ‘Date Rape’, meteen gevolgd door andere klassiekers als ‘Smoke 2 Joints’, ‘Wrong Way’ en ‘April 29, 1992’. Een betere start kan de modale Sublimefan zich niet voorstellen. Vervolgens werd de set een afwisseling van oude Sublime nummers en nieuw Sublime with Rome werk, doch met overtuigend meer balbezit voor de eerstgenoemde. ‘Doin Time’, ‘Scarlet Begonias’, ‘Slow’, ‘Pawn Shop’ en ‘Burritos’: ze kwamen allen netjes aan de beurt. Wie enkel was gekomen om ‘What I Got’ en ‘Santeria’ mee te zingen, moest – zoals verwacht –  geduldig wachten op de bisnummers.

Au suivant!
Te veel opsommingen in één alinea, vindt u? Wel, net zo kwam het over op het podium: het ene na het andere (verplichte) nummer. De muziek was er wel, de overrompeling was er niet; terwijl elke box op de setlist één voor één aangevinkt werd, dreigde er op geen enkel moment een riot on the streets of Utrecht uit te breken. Nieuwer werk als ‘Lover’s Rock’, ‘Take It or Leave It’ en ‘Panic’ werden met schier meer enthousiasme gebracht, maar voor ‘Badfish’ werd er zelfs een roadie het podium gestuurd die gitaar mocht komen spelen – welk statement ze hiermee wilden maken is voor interpretatie vatbaar.

Nowelstalgie

~

De fans hebben een goede avond gehad; eindelijk hebben ze luidkeels die nummers kunnen meebrullen en dansen middenin een menigte van gelijkdenken. Maar achteraf daagde het wel dat Sublime misschien toch uit een andere zeitgeist dateert, dat het vuur en de passie van de band samen met Bradley in ’96 zijn gestorven. Hoe hard iemand op voorhand ook had uitgekeken naar de eerste keer Sublime (al dan niet met Rome) live, het is zeer onzeker of men achteraf ook nog een tweede keer diezelfde show zou willen zien.

Gedurende het hele concert stond net achter ons een vrouw, een jonge veertiger, die samen met enkele vrienden helemaal uit de bol ging op het oudere Sublime werk. Net naast haar stond haar tienerzoontje, de hele show lang ongeïnteresseerd aan het gamen op mama’s smartphone. Teen spirit anno 2013 klinkt misschien niet langer als reggae met punkgitaren, en wordt ook niet gebracht door apatische veertigers. 

* Rome is zich hier van bewust en beweert zelf Bradley Nowell’s grootste fan te zijn; uit respect voor Nowell heeft hij altijd geweigerd om  publieksfavoriet ‘Caress Me Down’ live te brengen (reden hiervoor: de eerste lijn van het lied luidt: “mucho gusto, me llamo Bradley”)

Muziek / Achtergrond
special: Dear Reader - We Followed Every Sound

Feeërieke liedjes

Eerder dit jaar bracht Dear Reader het derde studioalbum Rivonia uit. De tournee in Duitsland gaat gepaard met de release van dit live-album.

We Followed Every Sound is opgenomen met het Deutsches Filmorchester Babelsberg, maar herbergt ook een koor in bijvoorbeeld ‘Teller of Truths’. De spil van Dear Reader is nog altijd Cherilyn MacNeil of beter gezegd: het is haar alter ego. Op nieuwjaarsdag staat in Berlijn een concert gepland. Dit album zal daar een voorproefje van zijn.

De feeërieke liedjes van MacNeil lenen zich prima voor een benadering met koor en orkest. Soms groeien ze uit tot kleine, soms tot pompeuze symfonieën. Maar meestal blijven de liedjes bescheiden en is de behandeling door het grote begeleidingsteam smaakvol en in dienst van het liedje. Wie Dear Reader nog nooit heeft geproefd, kan met We Followed Every Sound kennismaken met een dwarsdoorsnede van het repertoire, zonder daarna in doublures te vallen als ook de studioalbums worden aangeschaft. Het zal een aangename kennismaking zijn. Maar voor de fans van Dear Reader biedt We Followed Every Sound een extra dimensie aan de toch wel heel fraaie liedjes.

 

Boeken / Fictie

Er is hoop na middernacht

recensie: Patrick Ness (idee Siobhan Dowd, illustraties Jim Kay, vert. Manon Smits) - Zeven minuten na middernacht

‘Het monster kwam vlak na middernacht opdagen. Zoals monsters altijd doen.’ Maar zo erg zijn die monsters niet. Iemand van wie je houdt kwijtraken, moeten loslaten, dat rechtvaardigt pas echt angst.

Siobhan Dowd, een Britse kinderboekenauteur, heeft het idee van het verhaal niet zelf kunnen uitwerken. Na haar overlijden is Patrick Ness gevraagd haar concept te vertalen naar papier. Later voegde Jim Kay zijn treffende, dreigende illustraties toe aan het geheel. Zeven minuten na middernacht won onder andere de Carnegie Medal, de British Children’s book of the Year en de Preis der Jugendjury, allen gewichtige prijzen in de jeugdliteratuur.

Mooie raamconstructie

~

De moeder van de dertienjarige Conor O’Malley is terminaal ziek en alleenstaand. ’s Nachts droomt hij van het monster, een oud en gevaarlijk wezen dat de vorm van een grote taxusboom aanneemt – niet ontoevallig een ingrediënt voor een middel tegen kanker. Conor is ervan overtuigd dat hij slaapt, maar er is bewijs van zijn nachtelijke belevenissen. Hoe komen die naalden en bessen anders op zijn kamervloer? Dat de boom echt is maakt Conor niet bang. Er ligt een scenario op de loer dat vele malen erger is: zijn moeder laten gaan. Op een goede tweede plek staat ‘anders’ worden behandeld door leraren, klasgenoten, iedereen in zijn omgeving. Hij wil geen medeleden krijgen en verlangt naar de klappen van schoolgenoot Harry, die hem pest.

Het zal niet verbazen dat het monster is gekomen om Conor te helpen. Tijdens hun laaturige avonturen zet de taxusboom drie folkloreverhalen uiteen met een onverwacht moraal. Het monster eist daarna dat Conor het vierde verhaal vertelt: zijn eigen, benauwende waarheid over zijn ergste nachtmerrie. ‘Verhalen zijn woeste wezens, zei het monster. Wie weet wat voor ravage ze kunnen veroorzaken als je ze loslaat? Dit is een kinderboek zoals Roald Dahls boeken en Grimms sprookjes voor een jonger (en ouder) publiek zijn. Het plot is simpel en meeslepend, de taal eenvoudig. Maar de boeken huizen thema’s met waarheden en levenslessen voor de mens in alle soorten en maten.

Confronterend inlevensvermogen
De verhalen-in-een-verhaal zijn daarmee waardevol, tijdloos en verrassend onvoorspelbaar. Een aantrekkelijke propositie die balans geeft aan het verdriet van de jonge hoofdpersoon. De grootsheid van de auteur zit echter niet uitsluitend in zijn koorddanstechnieken, maar ook in zijn inzicht in menselijke emoties. Het ruwe, intense sentiment van verlies en angst wordt nog eens extra onderstreept door een kind als verteller in te zetten. Toch verliest de dappere Conor geen hoop. Rooskleurig is het verhaal niet, maar wel geruststellend. Zeven minuten na middernacht haalt massaal het liefdevolle in ons naar boven.

Bij aanvang weet je natuurlijk al dat dit verhaal niet goed kan aflopen. Het is dan ook niet zozeer de situatie zelf die een volle tissuedoos vraagt om je tranen mee te deppen. Het is dat je dit boek op je eigen leven betrekt. Alle onzekerheden en angsten uit verleden en heden komen binnendenderen en doen onvermijdbaar stilstaan bij de vraag ‘wat als?’ Het overkomt ons allen, ooit, te snel: het verliezen van een geliefde, een familielid, een kind. En wat kwetsbaar doet dit boek je voelen. Ondanks waarschuwingen van vriendelijke medelezers kun je je niet afsluiten; het inleven in de hoofdpersoon gebeurt zonder instemming. En dan krijg je een hele ontroerende leeservaring.

Boeken / Fictie

De pure opwinding van het doden

recensie: David Vann (vert. Thijs van Nimwegen) - Goat Mountain

In het onherbergzame landschap van Noord-Californië ontvouwt zich een waar familiedrama. Drie generaties hertenjagers en een betrokken buitenstaander worden geconfronteerd met hun niet te ontlopen verbondenheid in de nasleep van een gruwelijk voorval. Over de ethiek van een onschuldige moord.

Het lijkt het recept van David Vann te zijn: breng een aantal mensen samen, vastgeklonken door familieband en vriendschap, in een afgezonderde wereld en laat ze op elkaar los in een dramatische omstandigheid. De uitkomst is van geen belang, het gaat om de weg ernaartoe, om de onderlinge verhoudingen en de groteske ontwikkeling van een besef van goed en kwaad. In zijn eerdere romans kwam dit spoor al enigszins bloot te liggen, Goat Mountain maakt het duidelijk zichtbaar: Vann is geen schrijver die zijn personages laat evolueren, hij wil vooral hun lotsverbondenheid volgen. En tot op het bot fileren.

Onmachtig gesol
Een elfjarige jongen gaat met zijn vader, grootvader en een vriend van de familie op hertenjacht op het uitgestrekte grondgebied van de familie. Bij aankomst zien ze in de bergen, op een paar honderd meter afstand, een stroper op de uitkijk naar groot wild. De vader observeert de indringer door het vizier van zijn jachtgeweer, overweegt wat te doen en laat vervolgens de nieuwsgierige jongen kijken. Die haalt de trekker over en doodt de stroper in een enkel schot.

De simpele handeling van een kind – er wordt niet gesproken van ongeluk noch van opzet – maakt dat de jachtpartij afglijdt tot een beestachtig genootschap. De groep kenmerkt zich door een zwijgende doelgerichtheid, waarin ieder zijn eigen taak heeft. Mensen die zijn gevormd door het keiharde leven in een ruige gemeenschap waar de natuur als persoonlijke wildernis beschouwd wordt.

Er wordt onmachtig gesold met het lijk van de stroper, dat bij gebrek aan een andere oplossing aan de voeten wordt opgehangen in het kamp van de jagers.

Het lukte me naar dat lichaam toe te lopen en ernaar te kijken en het deed me niet meer dan als het een dood hert was geweest, ik weet niet waarom. Als ik al iets voelde dan was het opwinding. En misschien kwam dat doordat ik mijn hele leven al zo veel herten en andere beesten dood op de grond had zien liggen. We maakten altijd wel iets dood, en het leek erop dat we op aarde waren om te doden. 

Gebeitelde verhouding
Dit beklemmende verhaal, door Vann beschreven vanuit de optiek van een elfjarige, wordt als beschouwende terugblik verteld door de volwassen man die de jongen is geworden. Hierdoor ontstaat een fraaie wisselwerking tussen de overwegingen van de jongen en de gedachten van de man waardoor aan de geschiedenis een meeslepende diepgang wordt verleend. Dat gaat voornamelijk in de wij-vorm die – samen met de veel voorkomende Bijbelse invalshoek –  alles een bijzondere epische kleuring geeft.

In de dagen dat de jacht nog duurt, waarbij de stemming danig beïnvloed wordt door de dode stroper die altijd bungelend aanwezig is, wordt geen overeenstemming gevonden hoe nu verder te handelen. De gebeitelde verhouding tussen de mannen is in een enkel ogenblik uiteengespat. Wat overblijft is geweld en een groeiend wantrouwen waar het de jonge moordenaar betreft. De vader vertegenwoordigt de steeds zwakker wordende moraliteit (‘misschien leef je nog wel tachtig jaar, en al die jaren zijn hierdoor verwoest’), de grootvader is de duivelse filosoof (‘er zit iets in hem wat niet deugt, we zouden hem nu meteen dood moeten maken’) en de vriend zoekt een uitweg om te vluchten (‘we gaan heel lang de gevangenis in, wij allemaal’).

Rite de passage
Terwijl de kwestie als een dreigende wolk boven hun hoofden blijft hangen, is de jongen vooral bezig met een persoonlijke queeste: het schieten van zijn eerste hertenbok. Net een mens vermoord, maar het doden van het eerste wild blijft zijn grootste verlangen, een rite de passage op weg naar echte mannelijkheid. Als het eenmaal zover is, volgt een hartverscheurende episode over een aangeschoten en langzaam stervend dier, door de jongen met blote handen geslacht en naar het jagerskamp gesleept. Vann weet dit fenomenaal om te zetten in loodzwaar proza: de voor eeuwig schuldige dader die eenzaam worstelend zijn weg zoekt door de duisternis.

‘Met deze roman brand ik het laatste restant weg van wat me tot schrijven bracht: de verhalen over mijn gewelddadige familie,’ schrijft David Vann in zijn dankbetuiging. Dat roept de vraag op wat we verder van deze intrigerende schrijver kunnen verwachten. De harteloosheid van zijn familie ten spijt, het heeft tot nu toe een onvergelijkbaar oeuvre opgeleverd.

Muziek / Achtergrond
special: Nils Frahm - Spaces

Magisch

Pianisten zijn hot. De Duitser Nils Frahm ondervond dat de laatste jaren ook. Hij ontving vooral lovende kritieken voor Wintermusik en The Bells (beide uit 2009) en kreeg de mogelijkheid zijn werk veelvuldig live ten gehore te brengen. Met Spaces kan de luisteraar de magie van zijn concerten nu ook thuis ervaren.

Frahm nam meer dan dertig concerten op in de afgelopen paar jaar en koos zijn favoriete uitvoeringen uit, waarvan Spaces het resultaat is. Frahms live-uitvoeringen zijn vaak nog imposanter dan de studioversies die op zijn albums te horen zijn. Frahm hint zelf naar een mogelijke verklaring voor dit gegeven: in een concertzaal is sprake van een ‘focused atmosphere’ waar een foutje niet zomaar weggewist kan worden.

Wijs advies
Hij geeft bovendien ook wijs advies in het boekje dat bij de cd hoort:  ‘I wonder if it is possible to simply isolate the music from my performances by pressing it on a record, listening to it while vacuum cleaning, or cooking for a friend? I guess Spaces works best if you put it on a record player, with your phone and computer turned off, imagining you were in one room with me, where I play for you.’

Daar kan ik alleen nog aan toevoegen dat wanneer dit advies ter harte genomen wordt, Spaces inderdaad net zo indrukwekkend is als wanneer je Frahm echt live aan het werk ziet.

Muziek / Achtergrond
special: CFCF - Outside

De kwaal van electropop

CFCF is het zoveelste electropopproject dat muzikaal goed in elkaar zit, maar niet afwisselend genoeg is om te blijven boeien.

De Canadees Mike Silver maakt onder de naam CFCF melancholische elektronische muziek met een hypnotiserend karakter. Het fundament voor zijn muziek wordt gevormd door loops die erg doen denken aan werk van moderne componisten als Phillip Glass en Steve Reich. Silvers muziek is echter veel toegankelijker dan het werk van Glass en Reich, omdat Silver deze repetitieve loops, met behulp van beats, synthesizers en zijn stem, uitbouwt tot popliedjes.

Eentonigheid als overheersende factor
Ieder nummer zit goed in elkaar op Outside, maar het grote probleem is dat bijna ieder nummer op precies dezelfde manier in elkaar zit, wat ervoor zorgt dat de eentonigheid uiteindelijk de overheersende factor is op het album. Erg jammer, want Silver zou zoveel meer kunnen doen met de interessante combinatie van loops en popmuziek.

Eigenlijk zijn ‘Jump Out Of The Train’ en slotnummer ‘Walking Dust’ de enige liedjes die door interessante loops en een iets andere opbouw weten te beklijven.  De rest van het album is te eenvormig om de luisteraar bij de les te houden. Daarmee weet CFCF zich ook niet te onderscheiden van vergelijkbare electropopacts die allemaal aan dezelfde kwaal lijden.

Muziek / Voorstelling

Weet jij wat komen gaat?

recensie: Richard Wagner (1813 – 1883) Der Ring des Nibelungen: Götterdämmerung

In het vierde en laatste deel van deze operacyclus voltrekt zich het noodlot aan de goden en mensen uit het verhaal. De vloek van de Ring leidt tot totale destructie, maar wordt tot slot opgeheven door de opofferende liefde van de Walkúre Brünnhilde.

In de ochtendschemer spinnen de drie nornen  – alwetende oervrouwen – de draden van het noodlot. Voor hen bestaat de tijd niet: verleden, heden en toekomst zijn met elkaar verweven. ‘Weet jij wat komen gaat?’ vragen ze elkaar, terwijl ze de draden van de een naar de ander werpen. Ondertussen raakt alles steeds meer verward. De kwade krachten van de vervloekte Ring hebben het natuurlijk bestel van hemel en aarde aangetast. De drie spinsters raken de draad van hun relaas kwijt.

Vloek

~

Wie hem niet heeft, begeert hem en wie hem bezit, gaat te gronde. Dat is de vloek die kleeft aan de uit het Rijngoud gesmede Ring. De Nibelung Alberich zwoer (in het eerste deel) de liefde af om hem in bezit te krijgen en vervloekte de drager toen hij hem moest afstaan aan Wotan. Almacht, ten koste van liefde en leven. Dit onontkoombare proces, uitgedrukt in een fantastische muzikale taal, speelt zich in deze productie af op een ringvormige bühne, waar het decor is opgebouwd uit de vier elementen water, vuur, aarde en lucht – nevel. De belichting (van Wolfgang Göbbel en Cor van den Brink) zorgt voor precies die beeldende suggestie die een naturalistisch decor overbodig maakt. De regie is toegespitst op basale menselijke drijfveren: liefde, machtswellust, haat, begeerte, intrige en verdriet.

In de ban van de mensenliefde
Het liefdespaar Siegfried (Stephen Gould) en Brünnhilde (Catherine Foster) wordt door de intrigant Hagen, Alberichs zoon, (Kurt Rydl) uit elkaar gedreven. Rydl zet een van wraakzucht en woede vervulde verschoppeling neer, door zijn vader verwekt om diens ambities waar te maken. Gould is een ingetogen, naïeve antiheld, het machovertoon is bijna parodistisch. Foster groeit in haar ontwikkeling van onthecht godenkind naar tragische mensenvrouw tot in de explosie van verdriet en woede in de derde akte. Zeer overtuigend is Michaela Schuster, die als Walküre Waltraute haar zuster komt waarschuwen. Wanhopig probeert ze de kloof te overbruggen die goden scheidt van mensen. Ze smeekt Brünnhilde de Ring terug te geven aan de rechtmatige eigenaressen, de Rijn-nimfen. Die is echter in de ban van de mensenliefde en weigert.

Climax en nieuwe hoop
Zoals in de hele tetralogie is de hoofdrol voor de muziek. Die is in Götterdämmerung een complex weefsel van leidmotieven. Vele thema’s zijn een (halve) toon gezakt of van majeur in mineur overgegaan om de tragiek te benadrukken. Hartmut Haenchen en het zeer virtuoos en gedreven spelende Nederlands Philharmonisch Orkest zorgen voor een maximum aan transparante en emotionele klankbeelden. Het tempo is goed  – dat wil zeggen niet te langzaam. Een authentieke Wagner, volgens de aanwijzingen van de componist zelf, indertijd opgetekend door zijn assistenten.

De laatste scène, waarin Brünnhilde zich in het vuur stort dat alles, inclusief de godenburcht Walhall, verteert, vormt een meeslepende climax. Het is de grote verdienste van dirigent en musici dat die climax in ruim vier uur wordt opgebouwd. In de slotmaten klinkt dan zonder overgang het beroemde ‘verlossingsmotief’ dat na alle verschrikkingen de wereld nieuwe hoop moet geven. Goed en kwaad zijn muzikaal verbonden.

In januari 2014 wordt Der Ring des Nibelungen in zijn geheel uitgevoerd. Voor iedereen die van deze muziek houdt of hem wil leren kennen een gelegenheid om het totaaltheater, dat Richard Wagner voor ogen stond, zelf te ervaren.

Van Götterdämmerung zijn nog uitvoeringen op 21, 24, 27 en 30 november.

Bespreekbureau Muziektheater 020-62 55 455 of www.dno.nl