Boeken / Fictie

Hoop op uitstel van executie

recensie: Amin Maalouf (vert. Marianne Gossije) - De ontheemden

Een Frans-Libanese schrijver schrijft over een land dat veel lijkt op Libanon, met een hoofdpersoon die sinds lange tijd in Parijs woont. Is Amin Maaloufs De ontheemden daarmee autobiografisch te noemen? Misschien. Maar het is vooral een sterke roman over een moreel dilemma.

De ontheemden heet in het Frans Les desorientés en in die titel zit een mooie woordspeling. Adam, de hoofdpersoon van deze roman, is in de jaren zeventig uit Libanon geëmigreerd, net als veel van zijn vrienden. Zij wonen in Parijs, de VS of Brazilië; zij zijn, kortom, weggetrokken uit de Oriënt.

Amin Maalouf is naast romancier ook schrijver van essays en non-fictionele boeken, zoals bijvoorbeeld De ontregeling van de wereld. De materie is hetzelfde: de moeilijke morele positie waarin veel landen en personen verkeren. ‘Alles wat in contact komt met geweld wordt daar hoe dan ook slechter van,’ heet het in de uitspraak van Simone Weil die het motto van deze roman vormt. ‘Slaan en geslagen worden is een en dezelfde bezoedeling.’

Vrede

Maar is het geweld ontvluchten, wat Adam heeft gedaan, een goede optie? Zij die zijn achtergebleven in het door geweld verscheurde land vinden vaak van niet: zo ontliep hij de lasten van de oorlog, en hij durft in vredestijd wel weer terug te keren? Hoe maak je daar vrede mee?  

Adam en zijn vrienden waren vroeger een hechte vriendengroep, die door alle bevolkingsgroepen heen sneed. Adam is agnost, sommige vrienden waren moslim, anderen Joods, anderen christelijk. Eentje is steenrijk geworden, een ander is het klooster ingegaan, de laatste blijkt homoseksueel te zijn. Vroeger waren ze een hechte groep, een toonbeeld van tolerantie zou je zeggen; door de oorlog zijn ze uit elkaar gerukt en tegenover elkaar geplaatst.

Vergiffenis

Adam keert terug naar Libanon – dat overigens nooit zo genoemd wordt: alle personages spreken geforceerd over ‘het land’ of ‘de Levant’ – wanneer hij hoort dat een ‘vroegere vriend’ aan het sterven is. Een vroegere vriend, want deze Mourad heeft vreselijke dingen gedaan waar Adam het niet mee eens kon zijn. Hij heeft de vriendschap verbroken. Toch stapt Adam in Parijs op het vliegtuig, om nog een laatste keer met Mourad te praten. Misschien kunnen ze elkaar vergeven.

Hij komt te laat, maar keert niet stante pede terug naar Frankrijk. In Libanon probeert hij al schrijvend zijn gedachten te ordenen en dan komt langzaam het idee om een reünie te organiseren, waar alle nog levende vrienden bij zullen zijn. Op wonderbaarlijke, ja, aan de wetten van de literatuur gehoorzamende wijze wordt dit plan snel concreter. Deze ontwikkeling is wat te gemakkelijk en karikaturaal, maar uiteindelijk is dat niet heel relevant: De ontheemden is een krachtige en onderzoekende morele roman.

Uitstel van executie

Schijnbaar achteloos verwerkt Maalouf het dilemma, dat de kern van deze roman vormt, in zijn verhaal. Via levensechte personages onderzoekt hij hoe de burgeroorlog een groep geestverwanten uit elkaar kan drijven vanwege hun verschillende standpunten. Dat is knap, want al te vaak verzandt een dergelijke onderneming in een onleesbaar verhaal, bevolkt door kartonnen figuranten die te duidelijk een bepaald idee of aspect vertegenwoordigen. Dat is niet zo in De ontheemden, waar de personages organisch en natuurlijk aanvoelen.

Met het einde van de roman is iets vreemds aan de hand. Is De ontheemden het verhaal van een groep vrienden, of een allegorie voor een modern multicultureel land? De roman verenigt deze twee gedachten: natuurlijk is Adam de hoofdpersoon en vormt Libanon het decor van het meeste van de handelingen, maar daar tegenover staat een universeler verhaal. Dat verhaal gaat over de kracht van een conflict dat een hele samenleving ontwricht. Een oorlog vernietigt niet alleen mensenlevens, richt niet alleen schade aan in de steden, hij zindert door in intermenselijke relaties, tot lang nadat het conflict tot een einde is gebracht. Het enige waar een mens op mag hopen is, met de laatste woorden van de roman, ‘uitstel van executie’.

Muziek / Album

Wrang statement

recensie: Warpaint - Warpaint

Warpaint was in 2010 met het debuutalbum The Fool een van de grootste positieve verrassingen binnen de indie-rock, maar met de opvolger Warpaint weet de band het indrukwekkende debuut niet te evenaren.

Het is makkelijk en wat ongeïnspireerd om je debuutalbum dezelfde naam te geven als de naam van de band waarin je speelt. Bands die daarentegen verderop in hun carrière met een zogenaamde ‘self-titled’ komen, scheppen verwachtingen. Blijkbaar klinkt de band op het desbetreffende album zoals hij altijd al had willen klinken en waren eerdere albums slechts opstapjes naar dit geluid.

Het vertrouwde geluid

Het is veelbelovend dat Warpaint vier jaar na het debuut met zo’n album komt. En inderdaad, zelf geven ze toe dat The Fool vooral een samenraapsel was van een aantal nummers dat ze nog hadden liggen, en dat deze tweede écht weerspiegelt wie ze zijn en waar ze voor staan. Het is dan ook jammer dat het uiteindelijke resultaat lang niet zo spannend is als gehoopt werd.

De eerste helft van het album bezit zeker de mysterieuze, broeierige sfeer die het eerste album ook kende. Nummers als Keep It Healthy, Love Is To Die en Biggy zitten erg goed in elkaar en hebben een eigen geluid doordat lichte dream-pop in een donker eighties-jasje gestoken wordt. Het is het vertrouwde Warpaint-geluid, waarmee de dames in 2010 al zoveel harten veroverden.

Keerpunt

Het irritante Disco//very luidt echter het keerpunt van het album in. Muzikaal is dit nummer nog best interessant; het is vooral de zeurderige zang die dit nummer om zeep helpt. Na deze misser gaat het album als een nachtkaars uit. Feeling Alright is nog de moeite waard, maar afsluiters Go In, CC, Drive en Son kunnen niet boeien. Deze songs zijn minimaler van opzet, maar in het geval van Warpaint is ‘less’ zeker niet ‘more’. Het waren de spannende melodielijnen die The Fool en de eerste helft van Warpaint zo goed maakten, maar als je die weglaat, blijft er eigenlijk niet zo veel meer over. Warpaint lijkt dan opeens een heel middelmatig bandje dat zonder ziel en zonder visie hun liedjes speelt.

Warpaint is dan ook niet in staat de volle vijftig minuten te boeien. Ondanks een aantal echt goede nummers overheerst uiteindelijk toch de teleurstelling. En als je weet dat Warpaint voor de band een statement is waarmee ze willen laten zien wie ze zijn, is het nogal wrang dat de slotnummers zo ontzettend saai zijn.

Boeken / Achtergrond
special: reportage: Schrijversfeest 19 januari - afsluiting van Writers Unlimited

Prijsuitreikingen: een echt taalfeest

Het podium is een open plek in een nachtelijke bosschage, als het ware belicht door een volle maan. Een vogeltje kwettert. Voor de negentiende keer worden de Jan Campert Literatuurprijzen uitgereikt, dit keer door Marjolein de Jong, wethouder van Cultuur. Er is een opzet bedacht voor een rijke cultuurmiddag. Huub van de Lubbe zingt tussendoor de sterren van het firmament.

Eerst vertelt Geert Mak over zijn In Europa waar hij in het buitenland vertalingen van promootte, tot zijn vreugde ook in Zuid-Korea. Historici waren soms verrast door zijn aanpak waarbij hij ook betrokkenen zelf over hun geschiedenis aan het woord liet. Terwijl oral history toch geen recente uitvinding is. Ook merkte hij her en der hoeveel families nog steeds door de Tweede Wereldoorlog getraumatiseerd zijn. Hij vertelde van een Duitse soldaat die een Franse soldaat met zijn bajonet doorstoken had, maar zijn leven lang goed contact met hem hield. Mak prees het Nederlands Letterenfonds, dat zeventig procent van de kosten voor zijn rekening neemt om een vertaald boek van de grond te krijgen. Niet eerder deed onze literatuur het buiten de grenzen zo goed.

Elsbeth Etty is blij met de definitieve bijzetting van de Grote Drie, keurig gekist in monumentaal verzameld werk. Maar de kritische geest van Mulisch wordt in het publieke debat van heden ten dage node gemist. Ze noemt het overlijden van Thomas Blondeau het dieptepunt van 2013, de PC Hooftprijs voor A.F.Th. van der Heyden het hoogtepunt. Arnon Grunberg, de Grote Ene, verdient de volgende, waarmee hij de jongste winnaar ooit kan worden (Lucebert kreeg hem ook op zijn 43in 1967). Etty ziet de Grote Drie vervangen door een Gouden Elftal van talentvolle schrijvers.

De laureaten worden stuk voor stuk origineel ingeleid. Bettine Vriesekoop, tafeltennisbatje ingeruild voor pen, leest in de dichtbundel Bewegend doel van Micha Hamel een kenschets van ‘onze tijdgeest’. Volgens Hamel zelf houdt hij het dichten voortaan voor gezien. Jaap Goedegebuure, zelf veel herkennend in de beschreven periode van 1952 tot 1971, spreekt vooral zijn bewondering uit voor vorm en stijl van Pier en oceaan van Oek de Jong, ‘een roman doorleefd als een familiehuis, geschreven in de traditie van de grote romanciers.’ Bioloog Tijs Goldschmidt, net terug van het waarnemen van walvissen zo groot als stadsbussen, neemt enthousiast het jeugdboek Het raadsel van alles wat leeft en de stinksokken van Jos Grootjes uit Driel van Jan Paul Schutten voor zijn rekening. Dit boek, fascinerend geïllustreerd door Floor Rieder, had hij dolgraag als elfjarige, veroordeeld tot het ene kinderachtige kinderboek na het andere, gelezen willen hebben. Hij zou zich dan serieus genomen hebben gevoeld. (Geen wonder dat het boek na afloop van de middag snel was uitverkocht.)

Het absolute klapstuk volgt als Antjie Krog gewapend met schild en speer als een dichterlijke wilde de Vlaamse auteur Tom Lanoye inderdaad wild bewonderend toespreekt. Hij incasseert 10.000 euro voor zijn gehele oeuvre, wat hem deed afvragen ‘of zo’n jury me wil inwrijven dat het welletjes is geweest, met dat schrijven van mij.’ Hij besluit de bekroning toch maar te zien ‘als een aanmoedigingspremie voor een onstuimig en piepjong talent, dat het beste van zichzelf nog lang niet heeft getoond.’

Zijn voluptueuze dankwoord kent humor (‘alles ten spijt moeten we blijven lachen’) en indrukwekkende ernst (‘de onoverbrugbaarheid der dingen en het verband ertussen’). De Grote Drie blijken voor hem Claus, Elsschot en Boon te zijn. Dat de grote menselijke dilemma’s nooit gedateerd zullen raken leest hij in een andere Grote Drie: Aischylos, Sophocles en Euripides.

Boeken / Fictie

De viriele man en de joodse mamma

recensie: Joël Dicker (vert. Manik Sarkar) - De waarheid over de zaak Harry Quebert

Het zou ‘de literaire sensatie’ van het jaar moeten zijn – of in ieder geval van het seizoen. Het zou fijn zijn geweest wanneer Joël Dickers tweede roman, het dikke De waarheid over de zaak Harry Quebert, ook daadwerkelijk goed zou zijn.

Marcus Goldman is de bestsellerauteur van één roman. Die status dankt hij aan zijn gewiekste uitgever, die de media uitstekend weet te bespelen. Maar twee jaar na deze sterrensprong naar de top van de literaire wereld ligt er nog geen nieuwe roman: Marcus heeft last van een writer’s block en dreigt door zijn uitgever vervolgd en kaalgeplukt te worden wegens contractbreuk. Marcus maakt graag gebruik van een telefoontje van zijn vroegere mentor, Harry Quebert, om hem op te zoeken in Aurora, New Hampshire.

Een idyllisch en typisch Amerikaans plekje, zo lijkt het: omringd door bossen en natuur, met een diner en een sheriff in het centrum. Een beetje zoals de straat op het schilderij van Hopper dat de kaft van de roman siert. Of zoals Californië in Peter Buwalda’s Bonita Avenue (2010). Helaas blijkt de grote en viriele Harry Quebert een moordenaar te zijn en Aurora is in alle staten. Sterker nog, heel de VS is geschokt. Marcus gaat op onderzoek uit, overtuigd van de onschuld van Quebert.

Het viriele mancliché

Dat onderzoek loopt vrij voorspoedig. Al snel heb je als lezer door dat de politie in Aurora grove steken heeft laten vallen, als blijkt dat ze niet eens iedereen die Quebert ook maar een beetje kent hebben ondervraagd. Dat maakt Marcus’ zoektocht erg makkelijk en één groot cliché.

Quebert is het gedroomde stereotype van een vitale oudere man zoals Hollywood voorstelt dat iedereen moet zijn. Hij is rustig, ‘vertrouwenwekkend als altijd’, zonder aarzeling, charismatisch, zelfverzekerd, drager van een natuurlijk gezag; ondanks zijn leeftijd zag hij er ‘nog goed uit, met een grote bos grijs haar dat altijd in model zat’, en hij heeft ‘brede schouders en een krachtig lichaam, waaraan je kon afzien dat hij jarenlang gebokst had.’ Het type man dus dat arrogant overkomt en je onvervaard de les leest. Dat doet hij gelukkig ook af en toe – tot hij in de gevangenis belandt voor een oude moord op een jong meisje, waar hij breekt en fysiek verschrompelt.

Is dit satire?

Deze typering staat op bladzijde 27, en dan volgen er nog zo’n zeshonderd pagina’s. Marcus’ moeder belt zich af en toe het verhaal binnen, om dan de roddelzieke joodse mamma te spelen die alleen maar oma wil worden. Marcus gaat samenwerken met een sergeant, die hij de hele tijd ‘sergeant’ noemt, terwijl hij zelf met ‘schrijver’ wordt aangesproken – tot de agent een keer ‘Marcus’ zegt: dat wordt dan benadrukt, want wat als de lezer daar overheen leest?

Misschien is dit allemaal satire. Wanneer Marcus met zijn agent of zijn uitgever spreekt, is het dat zeker. Die zijn beiden niet serieus te nemen: de ene keer poeslief, de volgende keer bereid Marcus een poot uit te draaien. Als nieuwe beroemdheid geeft hij feestjes waar zoveel mensen op afkomen, dat hij maar een kwart van de aanwezigen kent. Maar de rest van de roman? Daar lijkt wel degelijk een serieus verhaal verteld te worden.

Niet af

Dit alles wordt gebracht in een ingewikkeld jasje: de hoofdstukken lopen in omgekeerde volgorde van 31 tot 1, en bij elk hoofdstuk hoort een les van Harry aan Marcus; er wordt heen en weer gesprongen in de tijd om de achtergrondverhalen van secundaire personages weer te geven (alsof Dicker wist dat het verhaal in het heden te weinig om het lijf heeft); er is een pro- en een epiloog. Uiteraard begint Marcus zelf ook te schrijven aan een boek over de zaak Harry Quebert, waardoor de indruk gewekt wordt dat wat hij schrijft en wat de lezer leest hetzelfde is. Een leuk, maar weinig origineel en achterhaald spelletje.

Een literaire thriller, dat is wat deze roman wil zijn. Maar: een politieverhaal over de literaire wereld staat niet gelijk aan een literair verhaal. Nergens biedt De waarheid over de zaak Harry Quebert een origineel inzicht of verrast het de lezer, het proza is niet verzorgd – en dat ondanks dat Harry in een van zijn lessen aan Marcus toevertrouwt dat hij zich woorden eigen moet maken – en het verhaal zit boordevol clichés. Tegen het einde geeft Harry Marcus een laatste advies: ‘Boeken zijn net als het leven, Marcus. Ze zijn nooit echt af.’ Deze roman is niet ‘niet echt af’, hij is heel erg niet af.

Muziek / Concert

Een opwarmertje

recensie:

.

~

In de tussentijd wordt de (geabonneerde) fan op haar website opgewarmd met video’s, animaties, illustraties en andere extra’s. Zo wil Mevrouw Tamara (ofwel Tamara van Esch) de liefhebber meer betrokken maken bij haar muziek. Dus speelt ze vanavond niet alleen een paar liedjes, maar praat ze ook -als inleiding van de avond en vanachter het gordijn- uitgebreid over het muzikale project. Leuk en aardig, maar de bezoeker komt uiteindelijk toch voor haar muziek.

Verdeeld
Mevrouw Tamara is vooral bekend als de eigenzinnige deelneemster aan de eerste editie van ‘De Beste Singer-Songwriter van Nederland’. De reacties van de jury waren toen verdeeld, een beetje vergelijkbaar met de respons vanuit de muziekpers op Roosbeef. Met haar heeft Mevrouw Tamara de voorliefde voor de Nederlandse taal gemeen en de eigengereidheid. Muzikaal gezien neigt ze meer naar Eefje de Visser: dromerige teksten ingebed in een mooie melodielijnen.

Uitgebalanceerd
In het eerste lied dat ze zingt klinkt Mevrouw Tamara nog wat onwennig: ze is slecht te verstaan en haar stem is wat wiebelig. Wellicht spelen de zenuwen haar parten. Gaandeweg lijkt ze zich meer in haar element te voelen en dan blijkt dat ze zeker wat in haar mars heeft. Ondersteund door een prima band klinkt ze een stuk overtuigender dan in eerdergenoemd tv-programma. Ze zingt een liedje of vier en begeleidt zichzelf op elektrische piano en gitaar.

In het solonummer aan het eind toont Mevrouw Tamara zich een ware geluidskunstenaar door zingend voort te borduren op zelf ingespeelde gitaar-loops. Enig minpuntje vanavond: iets meer live-muziek had niet misstaan; de presentatie wordt afgesloten met het vertonen van deze clip:  

 

Muziek / Achtergrond
special: Noorderslag 2014

Nederlands muziekfeest

Na het Europese showcase festival volgt traditioneel het Noorderslag festival in de Oosterpoort in Groningen. Een festival dat barst van nieuw Nederlands talent. Net doorgebroken acts en bandjes die als veelbelovend te boek staan.

De zaterdag na EuroSonic is de Oosterpoort de plaats om naartoe te gaan. Maar het is een ander publiek dat zich naar dit festival begeeft. Vooral veel jeugd ziet aanleiding om van Noorderslag een bierfestival te maken. Muziekliefhebbers en muzikale goudzoekers begeven zich meer op de achtergrond. Ze zijn er nog wel maar hun aantal is danig afgenomen.

Meer dan smakelijk
Liefhebbers van bijna alle soorten muziek kunnen op ontdekkingsreis tijdens Noorderslag. Maar met negenzestig acts op het programma is het behoorlijk kiezen. Na een onderhoudende show van Sofie Winterson in de hal van de Oosterpoort is het haasten naar de zaal van VPRO’s 3VOOR12, waar Wooden Saints de avond op dat podium opent.

Wooden Saints

Wooden Saints

De tienmansformatie moet zich door het publiek naar het podium wurmen en zet vervolgens een enorm overtuigende show neer. Tessa Douwstra zingt haar longen uit haar lijf in de onderhoudende composities van de band. Daarbij mag niet onvermeld blijven dat ook Arjen de Bock prima stembanden heeft en voor afwisseling zorgt of met Douwstra in duet schittert.

Enigszins overdonderd is het met spoed naar de Radio 6 zaal waar Kris Berry & Perquisite hun set met soulmuziek spelen. Geplaagd door een kaakontsteking – waar niets van te merken is in de zang en performance – geeft Berry, ondersteund door de band van Perquisite, een uitstekende show. Liedjes van het album Lovestruck Puzzles, maar ook van beide soloplaten, passeren de revue. Meer dan smakelijk verwend en zeker hongerig naar meer van dit duo is het wringen door de aangegroeide menigte naar het volgende optreden.

Muzikaal en denderend
When We Are Wild heeft net zijn DWDD-moment gehad en staat nu al te schitteren op het 3FM Serious Talent-podium in de Oosterpoort. De jonge band geeft een prima staalkaart van wat ze waard zijn. Jammer dat in de wat

Town of Saints

Town of Saints

rustige passages de stampende geluiden uit de grote zaal het beeld verstoren. In de grote zaal spelen The Opposites, net nadat ze de Popprijs 2014 in ontvangst hebben mogen nemen voor hun verdiensten voor de Nederlandse popmuziek. De kleine zaal maakt zich op voor het optreden van Bo Saris, een man die zich zwart voordoet en ook zo klinkt, maar net zo wit is als Justin Timberlake. Zodra hij wordt herkend als Boris van Idols, blijkt dat hij maar moeilijk van dat imago afkomt. Velen kiezen voor een ander optreden, terwijl zijn show staat als een huis.

Opgejaagd door de wens om nog een groot deel van het optreden van Town of Saints mee te maken, gaat het slot van Bo Saris met twee personen minder plaats vinden. Dat blijkt geen slechte keuze. De band speelt geïnspireerd en het publiek is uitzinnig. De laatste twee nummers wordt de band bijgestaan door het Broken Brass Ensemble. Deze wervelende show betekent de afsluiting van een prima geslaagd Noorderslag dat op papier minder aantrekkelijk leek dan het in werkelijkheid was.

 

Muziek / Album

Meer van hetzelfde?

recensie: Mogwai - Rave Tapes

Het nieuwste album van Mogwai klinkt gelijk vertrouwd. Je hoort nog steeds de grootse sound die in de jaren negentig, toen de band voor het eerst van zich liet horen, post-rock werd genoemd. Een complexe en beladen term die al snel een verzamelnaam werd waar allerlei experimentele, maar vooral ook lange instrumentale gitaarmuziek onder werd geschaard.

Mogwai verzette zich geleidelijk tegen het gebruik van de term, ook al zijn ze muzikaal gezien weinig veranderd, luisterend naar de mooie openingstrack ‘Heard About You Last Night’. Melancholie gaat daarin langzaam over in gitaargrootsheid; het doet denken aan het album Happy Songs for Happy People uit 2003.

Electronica-invloeden
Op de tweede track, ‘Simon Ferocious’, is er wat ruimte voor electronica in de vorm van herhalende orgelsynths die je het nummer inzuigen. Het is een van de sterkere momenten op de plaat. Deze invloed komt minder geslaagd terug in ‘Remurdered’ en ‘Deesh’, dat aan het begin doet denken aan Boards of Canada, maar al snel weer conventioneel wordt.

De meeste nummers stemmen echter wel optimistischer in vergelijking met hun laatste plaat: de dreigende soundtrack voor de Franse bovennatuurlijke serie Les Revenants. De soundscapes van de band hebben natuurlijk iets filmisch en hun soundtrack paste perfect bij de duistere sfeer en setting van de serie. Waar in Les Revenants de passief-agressieve stijl nog dreigend was en je deed beseffen dat in het serene altijd iets dodelijks kan schuilen, is Rave Tapes meer ingetogen en minder geneigd om tot eruptie te komen.

Weinig vernieuwend
‘Repelish’ kabbelt wat voort. Het nummer is voorzien van een stem die het over ‘Stairway to Heaven’ en subliminale boodschappen heeft, en ook van wat onopmerkelijke muziek. Een tikkeltje harder wordt het op ‘Hexon Bogon’ en ‘Master Card’, maar de echt agressieve uitspattingen blijven uit. Wat rustigere nummers compenseren het gebrek aan agressie met melancholie, zoals ‘No Medicine for Regret’ en het langzaam opbouwende ‘The Lord Is Out of Control’.

Op momenten maakt Rave Tapes het vertrouwde weer even prettig om naar te luisteren, maar vernieuwend of verrassend is het niet  misschien ook iets wat je niet kan verwachten van een band die al zo lang trouw blijft aan zijn muzikale roots. Uiteindelijk is het een album geworden voor een kille maar heldere januarimaand, met muziek die de kou niet wegneemt, maar op momenten nog wel van warmte en schoonheid voorziet.

Muziek / Achtergrond
special: Toy - Join The Dots

Retrovermoeidheid

.

Het tweede studioalbum van het Britse Toy opent sfeervol en opbouwend met het instrumentale Conductor. Het nummer voert je mee als bij een grootse soundtrack en wordt gedragen door monotone ritmes die doen denken aan Neu! afgewisseld met gitaaruitspattingen. Het is een meeslepende belofte die de rest van het album helaas niet kan waarmaken. Toy vervalt al snel in tamme retro-psychedelica van een lager tempo. Denk aan de door de sixties beïnvloede sound van The Brian Jonestown Massacre, om vervolgens weer muzikaal te knipogen naar andere bands die behoren tot de trendy canon van de hipheid. Hoor daar de opening van To A Death Unknown, die doet denken aan een kruising van Here She Comes Now en Lady Godiva’s Operation van The Velvet Underground. En dan het nummer Endlessly, met zijn shoegaze-opbouw in de stijl van Slowdive en finish à la My Bloody Valentine. De band kent haar muzikale voorbeelden en ze spelen ermee. Afgezien van het openingsnummer en het grootse Join The Dots, dat verspringt van hypnotische bassen en synths in de beste krautrock-traditie, wordt het op het album echter nooit verrassend of catchy. Tel daar de afstandelijke zang van Tom Dougall bij op en je blijft over met een plaat die niet tot zijn volledige potentieel komt, zoals een vergelijkbare variatie op hippe invloeden op een album zoals Primal Screams Exterminator. In de huidige retro-hype is Toy daarmee een dertien-in-een-dozijnband die ondanks zijn muzikale kennis niet met een eigen draai komt op haar muzikale invloeden.

Muziek / Concert

‘The Bong Remains The Same’-tour

recensie: Fun Lovin’ Criminals

.

Ze hebben al een aantal jaren geen shows meer gedaan, maar in het kader van hun ‘The Bong Remains The Same’-tour spelen de Fun Lovin’ Criminals weer in Amsterdam. Hoewel hun beste albums alweer van eind vorige eeuw dateren, is de Melkweg volledig uitverkocht. Het zijn veelal trouwe aanhangers die uit volle borst nummers meezingen.

Keurig in het pak gestoken springen de bandleden van Fun Lovin’ Criminals klokslag negen uur het podium op. Al hiphoppend wordt ‘Bear Hug’ gezongen, waarbij ze begeleid worden door computer en de mondharmonica van Brian ‘Fast’ Leiser. Het is een eerbetoon aan de Beastie Boys en in het bijzonder aan de in 2012 overleden MCA. Zanger en tevens gitarist Huey vertelt dat de Fun Lovin’ Criminals er niet zouden zijn geweest zonder de Beastie Boys. Voor het volgende nummer, ‘King Of New York’, nemen ze ieder hun vaste plek op het podium in. De rest van de avond zullen ze daar ook niet meer vandaan komen.

Misdaad
Bijna alle nummers die vanavond de revue passeren, komen van hun eerste drie albums. Daarna hebben ze eigenlijk nooit meer een hit gehad. Alsof ze zich dit zelf ook realiseren, lijkt de show meer een nostalgisch terugblikken op mooie tijden. Desondanks klinken de nummers nog redelijk fris en nieuw. Veelal gaan ze over de New Yorkse misdaad en alles wat daar mee samenhangt; over maffiabaas John Gotti in ‘King Of New York’ of het beroven van banken in ‘Scooby Snacks’, hun grootste hit. Ook nu weer begint dit nummer met de omstreden sample uit Quentin Tarantino’s Pulp Fiction.

Computer
Alle nummers lopen lekker de show door, relaxed en slechts onderbroken door solo’s op gitaar door Huey en trompet van ‘Fast’. Welkome afwisseling zijn dan ook het rocknummer ’10th Street’ en het punkachtige ‘Where The Bums Go’. Grappig is de uitvoering van ‘Smoke ‘Em’, van hun eerste en beste album Come Find Yourself. Aan het begin van het nummer laat een roadie een joint rondgaan.
Ook in ‘Smoke ‘Em’ zijn er weer samples uit de computer aanwezig, iets wat bij alle nummers net de juiste ondersteuning geeft om het effect van de studio-opname te bereiken. Na 20 jaar weten de Fun Lovin’ Criminals nog steeds een aardige show neer te zetten met prima muziek.

Muziek / Achtergrond
special: EuroSonic 2014

Overweldigend

EuroSonic is in de jaren uitgegroeid tot een enorm festival in de stad Groningen waaromheen steeds meer muzikale activiteiten geplakt worden. Het hart blijft echter het showcase-festival op allerlei podia.

Soms lijkt het wel of de roem de onbekende artiesten vooruit gesneld is als je kijkt naar de rijen die voor de deur staan. Een enkel goed liedje op Youtube en een goed verhaal op Facebook doet de muzikale harten sneller kloppen en de toeloop direct toenemen. Natuurlijk zijn er dan teleurstellingen bij. Openbaringen zijn echter het fijnst om te ontdekken. De laatste jaren is ook de woensdag als muziekavond toegevoegd. Met name voor de conferentiegangers fijn om meer te kunnen meepakken uit de muzikale snoepwinkel. De meeste acts van woensdag treden daarnaast ook op donderdag of vrijdag op.

EuroSonic donderdag

Benjamin Clementine

Benjamin Clementine

Na een middag voorproeven tijdens PlatoSonic in de platenzaak en de Coffee Company begint rond acht uur de festivalavond. Sumie is een vrouw met gitaar op een stoel die haar breekbare liedjes is gaan schrijven toen ze moeder werd. Een stem die gevoelige mooie liedjes vertolkt. Jammer dat ze het vertrek van het publiek persoonlijk opvat terwijl een deel toch echt probeert veel acts te horen. Na een snelle voettocht naar de Stadsschouwburg is de rij voor het optreden van Benjamin Clementine werkelijk ontmoedigend. Velen kiezen dan ook voor een ander optreden zodat het mogelijk is om na ruim twintig minuten toch nog de helft van het optreden van deze Engelse Fransman mee te maken. Clementine speelt en zingt de sterren van de hemel. Gezeten achter de vleugel en gehuld in een zwarte ochtendjas met daaronder slechts een legging, laat deze voormalige zwerver zijn stembanden horen in alle openheid. “Ik verwachtte ongeveer tien man bij mijn optreden,” laat Clementine overdonderd weten. Na het verbod op een toegift laat hij zich echter niet wegsturen en speelt hij achter de vleugel toch nog een extra lied. Een overweldigend talent. Vervolgens is Bear’s Den een heel fijn bandje in de stijl van Mumford en Sons, maar tegen de goede indruk van net daarvoor is het lastig opboksen. Toch slagen de mannen erin een uitstekende staalkaart af te leveren van hun kunnen.

De ster van de IJslandse Asgeir is snel rijzende. Na het snelst verkopende debuutalbum ooit op IJsland verovert hij nu de rest van de wereld. Zijn falset gecombineerd met elektronische en akoestische klanken is onweerstaanbaar. De duistere lichtshow in de Schouwburg is passend bij de soms mysterieuze klanken van de uitstekende composities van Asgeir Trausti. De nu nog ietwat verlegen zanger, componist, toetsenist en gitarist zal in korte tijd gaan uitgroeien tot een ster. Vermeldenswaard is dat zijn IJslandse album in het Engels vertaald is door collega John Grant en onder de titel In The Silence begonnen is aan zijn zegetocht.

Vrijdag soms een missertje
Het is en blijft lastig kiezen uit de 121 acts op donderdag en de 115 acts op vrijdag. Het is zuur als de gekozen act dan niet presteert wat je verwacht had, in de wetenschap dat op dezelfde tijd mogelijk wel de ontdekking van de dag elders gespeeld heeft. Het Belgisch talent Scarlett O’Hanna weet met haar rockende show maar met moeite te overtuigen in de bovenzaal van café de Spieghel. Voordat de laatste noten klinken is het snel inpakken en aanschuiven bij de heftige show van Solitary Zebra, die met veel energie geen gevoelige snaar weet te raken. Na drie liedjes voelt het alsof er van binnen nog niets is gaan groeien.

Jacco Gardner

Jacco Gardner

Na hun debuutalbum zijn de verwachtingen voor The Weatherman uit Portugal hooggespannen. Naar later blijkt te hoog gespannen. Ondanks de vakkundige begeleiding van zijn band weet zanger Alex Monteiro de goede noten niet te zingen. Of hij zichzelf onvoldoende kon horen blijft in het ongewisse, maar na de single ‘Fab’ is het tijd voor Jacco Gardner. In het prachtige houten paviljoen dat als Moulin Rouge tijdelijk plaats biedt aan een podium, zetten verse Ebba Award-winnaar Jacco Gardner en band een overtuigende show neer. Omgevallen versterkers, een uit elkaar vallend drumstel, een weigerende zangmicrofoon of een brom in de akoestische gitaar brengen Gardner en de mannen niet van hun stuk. De show is perfect en helemaal in de stijl van het bejubelde debuutalbum Cabinet Of Curiosities. De entourage van de tijdelijke zaal past prima bij de muziek van dit veelbelovende Nederlandse talent.

In het geheel buiten  de stad gelegen theater Forum Images speelt de uit Engeland afkomstige Nadine Shah. Haar in augustus verschenen debuutalbum Love Your Dum and Mad heeft de verwachtingen hoog doen oplaaien. Vanaf de eerste seconden is al duidelijk dat Shah de verwachtingen meer dan waarmaakt. De trefzekere begeleiding en smakelijke toetsen die Shah zelf bespeelt ondersteunen haar fraaie liedjes, vertolkt met een stem met zeggingskracht. De beetje lacherige Shah is haar schaamte nog niet voorbij maar krijgt de handen stevig op elkaar. De show vormt een waardige afsluiter van een mooie festivalavond.