Muziek / Concert

Een goede tweede helft

recensie: Balthazar

Balthazar is op het moment een van de meest meeslepende en populaire bands van België. Veel sterren vielen hun twee albums ten deel, ze spelen tegenwoordig in uitverkochte zalen. Het maakte dat de verwachtingen donderdag hoog waren, maar in Paradiso is Balthazar niet geheel bij machte om hun verworven status waar te maken.

Na hun hoopvolle debuutalbum Applause (2010) volgde de echte doorbraak van Balthazar in 2012 met het donkere, sfeervolle Rats. De Editors nam de band uit Kortrijk op sleeptouw door ze het voorprogramma te gunnen. Ze stonden op de grote festivals en nu dus in uitverkochten zalen. En telkens weer waren de berichten louter positief: Balthazar stuurt je in een roes huiswaarts. Hoog tijd dus om eens een kijkje te gaan nemen.

Rumoer
De nummers die Balthazar vanavond speelt zijn veelal afkomstig van Rats, in afwijkende volgorde wordt het volledige album uitgevoerd. Zo begint het met Lion’s Mouth (Daniel) dat zoetjesaan naar de belofte van een hoogtepunt toewerkt, maar dat, spijtig genoeg, uitblijft. Het zal kenmerkend blijken voor het eerste gedeelte van show: het vuur, de goede energie ontbreekt.

Het lukt de Belgen in het begin maar moeizaam het uitverkochte Paradiso mee te krijgen. Er is veel rumoer, tussendoor, maar ook in de kalmere momenten van de nummers zorgt dat voor roet in het eten. Je vraagt je soms af wat mensen bij concerten komen doen, voor gesprekken kun je tegenwoordig uitstekend terecht bij een psycholoog, schijnt. Evenwel investeren frontmannen Maarten Devoldere en Jinte Deprez ook weinig in hun luisteraars. Op de keper beschouwd zullen ze vanavond slechts enkele zinnen aan conversatie aanhet bezoekers adresseren.

Tweede helft
Het duurt even, maar in de loop van het optreden slaagt Balthazar er beter in het publiek te grijpen. Zo begint dat ongeveer te komen als hun pas geleden uitgebrachte single ‘Leipzig’ wordt gespeeld, wat wordt doorgetrokken met ‘The Oldest Of Sisters’ en ‘Sinking Ships’. Hier wordt het geluid dat Balthazar zo typeert en onderscheidt van andere bands – donkere, sfeervolle arrangementen, sterk leunend op de basspartijen, met het tegen het nonchalante aanhikkende stemgeluid van Devoldere – op een indringende wijze neergezet. Het krijgt een mooi staartje met ‘Listen Up’, dat op het eind met samenzang een aangename piek bereikt.

De avond wordt besloten met ‘Blood Like Wine’. Een betere afsluiter was niet denkbaar geweest als je de zaal gezamenlijk hoort scanderen: Raise your glass to the nighttime and the ways / to choose a mood and have it replaced‘. Daarmee is er toch reden genoeg om Paradiso met een opgewekt gevoel te verlaten. De roes waar over gesproken wordt ontbreekt, dat wel. Maar na een wat matte eerste helft, overtuigt Balthazar pas werkelijk door een goede tweede helft neer te zetten.

Muziek / Achtergrond
special: Grasnapolsky

Magisch concept laat de realiteit een weekend achter zich

Een weekend lang toegang hebben tot één van de meest betoverende plekken van de Veluwe, al dan niet van heel Nederland. Nieuwe kunst, films en (indiefolk) muziek ontdekken en genieten van een prachtige groene omgeving. Dat is Grasnapolsky, op social media als Twitter en Instagram ook wel te herkennen aan #gras14, in een notendop. Want er was meer, veel meer.

~

keer de Nederlandse singer-songwriter Emil Landman. Er mogen maar vijfentwintig mensen per keer de watertoren betreden en daarvoor moet men een uur tot anderhalf uur van tevoren aanwezig zijn voor om zeker te zijn van een plekje. Of er zo vroeg van tevoren al zoveel mensen in de rij gestaan zouden hebben zonder de aanwezige zon valt te betwijfelen, maar voor nu was het prima uit te houden.

Op de tweede verdieping van de watertoren wacht Emil de bezoekers op voor een akoestische set in een intieme setting. De akoestiek in de hoge ruimte is perfect voor zijn zuivere stem. Elke beweging is duidelijk te horen, dus iedereen zit muisstil op of onder het verkregen dekentje. Het is zó stil dat het in het begin nog een beetje ongemakkelijk aanvoelt om te applaudisseren na een nummer. Emil blijkt niet alleen goed te kunnen zingen, hij vertelt ook fantastisch over zijn tijd in Amerika en over het dagelijkse leven. Een plotselinge valse noot is dan ook gauw weggekletst. Bij het nummer ‘Mirror’ gebruikt Emil zijn gitaar tevens als percussie-instrument en is de vergelijking met Ben Howard snel gelegd. In de rest van de set is gelukkig een meer eigen sound te herkennen, waarbij ‘Leaves’ en ‘A Bargain Between Beggers’ er uit springen. De set is door de puurheid en het intieme aspect van de watertoren een hele fijne verrassing.

Een andere show van vandaag die intiem aanvoelt, is de afsluitende act van de grote zaal: Kim Janssen. Hoewel hij nogal karig en onwennig wordt aangekondigd en het festival wordt afgekondigd door presentator Michael Schaap, is zijn optreden een erg fijne afsluiter. De laatste zonnestralen schijnen naar binnen en het aanwezige publiek geniet zichtbaar met een laatste biertje van vooral nieuwe muziek van Kim. Vanaf het balkon is dit geheel een prachtig plaatje en is een laatste blik op Grasnapolsky 2014 gelegd.

Magisch concept
Radio Kootwijk blijkt een prima locatie te zijn voor een festival als Grasnapolsky. Zelden zijn er zoveel mensen verwonderd geweest over een festivallocatie in Nederland. Met veel indiefolk en singer-songwriters in de programmering is dit een magisch concept op een magische plek en ook nog eens in de juiste tijd van het jaar. Grasnapolsky voelde als een echt intiem winterfestival, ook al was het niet echt winters koud. Het festival voelde daarnaast ook echt als even weg te zijn van de echte wereld, een ontsnapping aan de realiteit voor twee dagen. We waanden ons allemaal even in een droomwereld.

Hoewel de rustgevende line-up juist past bij een festival als deze (want om compleet uit je dak te gaan zijn er tientallen andere festivals te bezoeken in ons land), wordt er voor een volgende editie hopelijk iets meer over de grenzen gekeken en wordt er nog iets meer spice toegevoegd aan de programmering. Het was goed te merken bij de show van de Afterpartees en bij dj st. Paul op de zaterdag dat het publiek na het genieten van gitaarmuziek ook behoefte heeft aan wat (voorzichtige) danspasjes. Logisch natuurlijk dat bij deze editie nog op safe werd gespeeld en dat het vooral aftasten was naar wat zou werken. Hopelijk wordt het Grasnapolsky concept volgend jaar helemaal compleet gemaakt. Op naar #gras15!

Muziek / Achtergrond
special: Flip Noorman - Bellse Parese

Met lef gemaakt

.

Het getuigt van moed om je muziek te laten inspireren door een lichamelijk ongemak. Noorman creëert met Bellse Parese – net als hijzelf ervaart met de aandoening die zijn gezicht soms in een grimas laat veranderen – een album met twee gezichten. Het ene moment klinkt Noorman gevoelig zodat een vrouwenhart kan breken en het andere moment laat hij, als schreeuwend straatpoëet, de haren uit het hoofd springen. Zo kan hij, zoals zijn biografie beschrijft, het ene moment klinken als de grauwende Tom Waits om vervolgens het gevoelige pad van Boudewijn de Groot te bewandelen. De nar met twee gezichten.

Het album opent met het striemende ‘Tijd te koop’. Als dat lied raakt zal de luisteraar vele uren luisterplezier beleven aan Bellse Parese. Met ‘Ik heb de macht’ kruipt Noorman wel heel erg in de huid van Waits. Het eerste lieflijke liedje is ‘Plafond’, maar allesbehalve lichtzinnig is de tekst, waar het venijn vanaf druipt en het liefdesverdriet vanaf spat. De teksten van Noorman zijn zonder uitzondering het luisteren waard. Een bijzonder talent dat lef toont.

Live in Nederland:
22-2-2014 Theater Achterom, Hilversum
26-2-2014 Theater Pepijn, Den Haag
27-2-2014 De Boerderij, Huizen
9-3-2014 Het Woord, Ruigoord
12-3-2014 De Tuin in Leusden, Leusden

Boeken / Fictie

Een geloofwaardig onbetrouwbare verteller

recensie: Merijn de Boer - De Nacht

In 2011 debuteerde Merijn de Boer met de goed ontvangen bundel Nestvlieders. Nu komt hij met een eerste roman, De nacht. Een volleerd schrijver, een meeslepende en spannende roman. Achter de eenvoud van de titel gaat een prachtig complex verhaal schuil.

Marcel en Lidia, een ideaal, goed op elkaar afgestemd stel, gaan voor hun tienjarige samenzijn naar een tropisch eiland. Daar aangekomen rijden ze met hun huurauto een flinke deuk in een andere auto. Na hun voertuig ergens ver weg geparkeerd te hebben, doen ze alsof er niks gebeurd is. Al snel raken ze bevriend met een wat ouder echtpaar, uiteraard landgenoten, en uiteraard de eigenaars van de auto. En dat is nog maar het begin van alle gekkigheid die in De nacht naar voren komt.

Vanaf het begin komt het oudere echtpaar er bekaaid vanaf. Hij, een ballerige rijke, zegt rare dingen en drinkt te veel en zij, een wat hoerige madam, heeft een ongekend aantal bijnamen – van Gera tot Trutje (ze heet Geertruida). Hun dochter is ook mee op vakantie, maar die sluit zich bij voorkeur op in haar kamer. Daardoor zijn het meestal de vier volwassenen die met elkaar eten, drinken en praten. Vooral drinken.

Verraderlijke humor

Marcel vertelt vlot en humorvol over de vakantie. Een incontinente man heeft, in zijn woorden, last van een ‘katoenlekkage’, een sigaret is een ‘nicotinestaafje’ en achter de bar van het hotel staat ‘een genderkind’: ‘een jongen met meisjeshaar of en meisje met een jongensgezicht’. Marcel verwijst met achtereenvolgens ‘ze’ en ‘hij’ naar dit kind. Zijn grapjes roepen een beeld van de situatie op, maar geven een nog veel beter beeld van zijn eigen geest.

Dat daar iets mis mee is, wordt steeds duidelijker. Een analyse zou kunnen luiden dat hij te veel in een fictionele wereld leeft – ongetwijfeld als gevolg van zijn eeuwige werkloos-zijn. Zo passeert een groot aantal boeken en films de revue, waarmee Marcel de wereld van betekenis probeert te voorzien. Deze ‘fictionele’ manier van kijken is tot ver in zijn bewustzijn doorgedrongen, zoals in deze zelfbewuste verwijzing:

‘Of misschien hadden we haar niet op cello moeten doen. Daar wordt een kind op die leeftijd veel te melancholisch van,’ zei Truda. Overbodig te schrijven dat ze, kakkineus als ze was, ‘chello’ zei. Het leek me een goed moment om weer op te stappen.

Wijdverbreide leugens

Zo blijkt langzaam maar zeker dat Marcel en Lidia niet de twee handen op één buik zijn die ze zeggen te zijn. Een beerput aan geheime verslavingen en affecties gaat open in deze roman. De schone schijn wordt doorgeprikt. Bij nader inzien wordt dit al op de eerste pagina voorspeld, wanneer Marcel zegt maar vijf minuten op Lidia gewacht te hebben, terwijl dat er eigenlijk vijfenveertig waren. De vervreemding zit dan al in de relatie, maar zal zich pas later openbaren.

Dat gaat heel geleidelijk, op een manier dat Marcel het niet doorheeft en met hem de lezer ook niet helemaal. Marcel is een klassieke onbetrouwbare maar o zo geloofwaardige verteller. Het is De Boers verdienste dat het tot ver in de roman duurt voordat pas duidelijk wordt wat precies zijn leugens zijn. Dan valt ook pas op hoe wijdverbreid die leugens zijn in het leven van Marcel en Lidia. Op de laatste paar pagina’s wordt voorzichtig een weg uit het gesponnen web gevonden. Een teder en bitterzoet einde van deze diepgravende roman.

Film / Films

Alleen in Afghanistan

recensie: Lone Survivor

.

Het leven van uitgezonden Amerikaanse soldaten bestaat in films grotendeels uit bevelen opvolgen en lanterfanten in de woestijn. In het echt wellicht ook. Jarhead verfilmde met name het lanterfanten, al gooien veel films het over een andere boeg. De verscheidene operaties die het Amerikaanse leger gedurende de afgelopen jaren heeft uitgevoerd, dienen als inspiratiebron voor de meer serieuze oorlogsfilms. Voorbeelden zijn Restrepo (documentaire tijdens een vuurgevecht), Zero Dark Thirty (eliminatie Bin Laden) en dus nu Lone Survivor, een film gebaseerd op de ervaringen van Marcus Lutrell (Mark Wahlberg).

Navy SEALs

~

Marcus Lutrell is een Navy SEAL en dat word je niet zomaar, zo blijkt uit de openingsscène waarbij beelden van de training worden vertoond. Fysiek en mentaal worden de mannen volledig uitgeput om zo in de meest barre omstandigheden te kunnen overleven. Dat komt goed uit, want in Afghanistan – waar Lutrell is gestationeerd – zijn de omstandigheden verre van ideaal. Overdag is het zinderend heet, fraai in beeld gebracht met lens flares en de verblindende zon, ’s nachts vriest het. 

Vier Navy SEALs, Lutrell, Murphy (Taylor Kitsch), Axelson (Ben Foster) en Dietz (Emile Hirsch), voeren ‘Operation Red Wings uit. Het doel: Taliban kopstuk Ahmed Shah (Yousuf Azami) uitschakelen, die zich in een nabij gelegen valleidorp bevindt. De intel blijkt echter niet correct, een goede positie voor sluipschutter Lutrell ontbreekt, de bergen belemmeren communicatie met het base camp en de soldaten worden ontdekt door lokale geitenhoeders.

Lone Survivor introduceert een dilemma: gaan de soldaten de rules of engagement volgen – geen ongewapende mensen vermoorden – of nemen ze het zekere voor het onzekere en elimineren ze de geitenhoeders ter plekke? Dan lopen de mannen niet het risico dat de halve vallei met AK-47’s en raketwerpers achter hen aan komt, zoals enige momenten later wel het geval is. Er volgt een breed uitgemeten vuurgevecht, waarbij het doorzettingsvermogen van de Amerikaanse soldaten op mooie wijze wordt verbeeld. Op deze momenten is de film niet geheel verstoken van propaganda, maar de film biedt genoeg inhoud om je hieraan niet te storen.

Geloofwaardig portret

~

Regisseur Peter Berg plaatst de kijker aan de zijde van de vier soldaten, waardoor je het vuurgevecht van dichtbij beleeft en in de film wordt gezogen. Dit keer geen schokkerige camera, maar overzichtelijke beelden boordevol weergaloze stunts. ‘Fall back!’ wordt meer dan eens letterlijk bedoeld en uitgevoerd. Lutrell en zijn maten kunnen bizar veel hebben, maar toch blijft de film over het algemeen geloofwaardig, afgezien van de momenten dat de soldaten door open veld lopen en de Taliban ze van bovenaf alsnog niet weten te raken. Het is maar goed dat de Taliban niet zo zijn getraind als de Navy SEALs, anders was deze film een stuk korter geweest.

Berg ging langs bij de families van de gesneuvelde soldaten. Hij sprak met nabestaanden en kreeg inzage in autopsierapporten. Lone Survivor is vooral een eerbetoon aan de soldaten, net zoals Band of Brothers. Dit wordt tijdens de aftiteling nogmaals benadrukt, waarbij minutenlang foto’s worden getoond van de gesneuvelde soldaten tijdens ‘Operation Red Wings’.

Boeken / Fictie

Poëzie van het kleine geluk

recensie: Toyo Shibata - Geef de moed niet op / Honderd jaar

Geef de moed niet op / Honderd jaar is het verzamelde werk van de Japanse dichteres Toyo Shibata. De titel van haar eerste bundel is een mooi levensmotto: geef de moed niet op.

Het laatste gedicht van Shibata’s eerste bundel (waarmee ze in 2010 op 99-jarige leeftijd debuteerde), ‘Geheim’, geeft een goed voorbeeld van de sfeer die al haar poëzie kenmerkt. Er gebeuren fijne en er gebeuren nare dingen, maar blijf optimistisch over wat er nog komen kan en zal:

Weet je, tal van keren
dacht ik
ik wil sterven
Maar nu
schrijf ik gedichten
word aangemoedigd door zovelen
en klaag niet meer

Ook op mijn achtennegentigste
ben ik verliefd
heb ik nog dromen
wil ik rijden op de wolken

Klein en levenskrachtig


Shibata was dan al hoogbejaard toen ze dit en andere gedichten schreef, de frisse en optimistische geest spat van de pagina’s. Opgewekt, nog een woord waarmee haar poëzie beschreven kan worden. In de kleine wereld van de oude vrouw is nog genoeg te vinden waar ze zich over kan verbazen en waar ze woorden aan wil geven. Soms zijn dat herinneringen, maar ook is er in de bundel een eerbetoon aan de slachtoffers van Fukushima te vinden. Ze schrijft onder meer: ‘Alsjeblieft / laat tenminste je hart / niet wegspoelen / Laat je niet kleinkrijgen / door die onzalige tsunami.’ Wees veerkrachtig! Het leven gaat door, dichtte ze hiervoor al, en daar is het weer: geef de moed niet op.

Op latere leeftijd heeft Shibata de poëzie ontdekt en zo een nieuw hoofdstuk in haar leven geopend. Haar poëzie is klein en eenvoudig, vaak melancholisch, altijd levenskrachtig. Het zijn gedichten waar je blij van wordt en Shibata’s lessen neem je dankbaar met je mee. Poëzie van het kleine geluk.

Uit ervaring


De gedichten uit de twee bundels worden omlijst door korte prozastukjes van Shibata, waaruit eens te meer blijkt hoe autobiografisch haar poëzie is. De verhalen die zij in deze teksten optekent leggen niet alleen een bepaalde leesstrategie vast, ze versterken ook de boodschap die bij die lezing naar voren komt. Shibata’s poëzie wordt er sterker en doorleefder van. Een levenskrachtig gedicht wint aan vitaliteit wanneer blijkt dat hij voortkomt uit ervaring, uit een geleefd leven. Dit zijn geen mentale exercities, geen oefeningen. Achter deze ingetogen en gestileerde gedichten gaat een hele eeuw aan leven schuil.

Shibata is voorzichtig met haar woorden. Ze probeert gestalte te geven aan een gebeurtenis, een gedachte of een herinnering zonder met woorden te strooien. Het is wat goede poëzie moet doen. Neem ‘Herinneringen (2)’, haar eigen favoriet, over de gelukkige jaren na de geboorte van haar zoon, waarin de emoties door de regels heen naar voren komen:

Hand in hand met onze zoon
wacht ik bij het station
op jouw terugkeer
In de mensenmenigte
krijg ik je in het oog
en zwaai

Met z’n drieën lopen we terug
Zoete geur van osmanthus op het paadje
Van ergens uit een huis weerklinkt
een liedje op de radio

Dat station, dat paadje
zouden ze het nog altijd
goed maken?

Misschien is het wel allemaal in die ‘zoete geur’ samengebald: de euforie van het weerzien, het geluk van de rust na de mensenmenigte op het station, de gemoedelijke tocht terug naar huis. Dat was toen. En in het nu, de dichteres aan huis gekluisterd, al jaren is ze niet meer op het station geweest: hoe zou het station het maken? Een klein, meesterlijk vormgegeven verhaaltje. Zie daar de aantrekkingskracht van Toyo Shibata’s poëzie.

 

Boeken / Fictie

Geilbekken en zweven

recensie: Judith Eiselin - Het feest van de eeuw

Als kinderboekenschrijfster heeft Judith Eiselin inmiddels al naam gemaakt. Het feest van de eeuw is haar debuutroman, waarbij ze helaas nog iets te veel blijft hangen in de voor haar zo vertrouwde kinderlijke eenvoud.

Waarom zou een succesvol schrijver van kinderboeken de gewaagde stap zetten naar literatuur? In het geval van Eiselin is de motivatie simpel en helder: ‘Omdat het kinderboek eigenlijk best een preuts genre is en ik nu gewoon over seks kan schrijven’, zegt ze in een interview in Vrij Nederland. En dat doet ze in Het feest van de eeuw dan ook naar hartenlust; seks is een van de belangrijkste thema’s van het boek.

Al op de eerste pagina besluit het 43-jarige hoofdpersonage Elise dat er iets in haar leven moet veranderen. Haar oplossing: stoppen met seks, voorgoed. Hoe dit haar verder moet helpen in haar leven wordt niet duidelijk en na een aantal pagina’s ‘geilbekken’, ziet Elise alweer af van haar besluit en duikt ze het bed in (of eigenlijk, de trap op) met haar jongere collega.

Toeval bestaat niet
In het tweede deel van het boek is Elise 23 jaar en geniet ze volop van het studentenleven, waar seks wederom een grote rol speelt. Alleen ditmaal wordt een suggestie opgeroepen waar Elise haar latere voorgenomen onthouding vandaan zou kunnen komen: ze lijkt te geloven dat de onenightstand met haar beste vriend Jacob de oorzaak zou kunnen zijn van zijn plotselinge overlijden. Een nogal naïeve gedachte, die niet veel bijdraagt aan de geloofwaardigheid van het personage.

Niet alleen Elise, maar ook de vele toevalligheden in het boek maken het verhaal op sommige momenten ongeloofwaardig. Bijvoorbeeld wanneer Elise twintig jaar na de dood van Jacob buiten op een bankje aan hem terugdenkt en haar blik valt op een besmeurde krant in een afvalbak. Ja hoor, daar staat Raaf in de krant: de beste vriend van Jacob en haar toenmalige vriendje. Dit krantenbericht is voor Elise aanleiding om een reünie te organiseren voor de vrienden uit haar studententijd, ter nagedachtenis aan Jacob. Op deze reünie blijkt haar oud-huisgenoot Froukje een en dezelfde persoon te zijn als Amrashi, de new-agegoeroe waarvan Elises beste vriendin Joke (ook aanwezig) vlak voor aanvang van de reünie nog te kennen heeft gegeven haar als een groot voorbeeld te zien. Een van de belangrijkste overtuigingen van deze Amrashi: toeval bestaat niet.

In de zweefmolen
De alternatieve opvattingen van Amrashi en Joke geven het verhaal een komische draai. Elise, te nuchter om iets te geloven van hun ‘zweefgezwets’, wordt voortdurend door Joke meegesleurd naar allerlei spirituele workshops, waar ze in gedachten de spot drijft met deze mensen:

Daar gingen we al, hopla de zweefmolen in met z’n allen. […] Het hele land was intussen vergeven van druppelaars en stenenaanbidders, tenenlezers en theedrinkers, mandalahaaksters en geestenverstaanders. Ik zei niets.

Maar het zijn niet alleen de gedachten van Elise die de lezer doen grinniken om de overtuigingen van deze ‘stenenaanbidders’. Eiselin parodieert spirituele overtuigingen in de vorm van personages als Joke, die onder andere het volgende zegt over edelsteengenezing: ‘Nu weet ik weer hoe het heet! Lithotherapie. Nou, dat is dus echt wetenschappelijk verantwoord, dat hoor je toch meteen?’

Eenvoud en herhaling
Het deel van het verhaal dat zich in de huidige tijd afspeelt, werkt toe naar de reünie, dat ‘het feest van de eeuw’ moet worden. Dit wordt eenmaal onderbroken door een terugblik op het leven van Elise als student, dat op een vergelijkbare manier verloopt. In beide gevallen krijgt Elise een relatie die voornamelijk op seks gebaseerd is en in beide gevallen eindigt het met ‘het feest van de eeuw’, een feest dat tweemaal op een anticlimax uitloopt.

Een eenvoudige compositie dus, met af en toe behoorlijk voorspelbare situaties. Om het de lezer nog gemakkelijker te maken, zet Eiselin na de flashback een aantal feiten van de huidige situatie nog eens op een rij, voor het geval de lezer ze vergeten was. Blijkbaar schat Eiselin haar lezer niet hoog in. Gelukkig zorgt de naïviteit van de personages voor vermakelijke passages, maar wil Eiselin een roman schrijven die meer  dan vermakelijk is, dan mag ze de volgende keer hogere verwachtingen hebben  van haar lezers.

Film / Achtergrond
special: Le Passé (The Past)

De meest intieme details

Na A Separation en About Elly overtuigt de Iraanse regisseur Asghar Farhadi opnieuw met een subtiel en indringend familieportret, waarin het verleden een grote rol speelt en geheimen geleidelijk aan het licht komen.

~

De openingsscène toont het weerzien van een man en een vrouw op een luchthaven. Dat er emoties spelen, wordt subtiel duidelijk aan de uitdrukkingen op hun gezichten. Verraden hun blikken dat ze iets voor elkaar voelen? Ahmad (Ali Mosaffa) en Marie (Bérénice Bejo, The Artist) hebben inderdaad een verleden met elkaar. Hij is vanuit Iran naar Parijs gekomen om de echtscheidingspapieren te tekenen.

Totdat die papieren getekend zijn, verblijft Ahmad bij Marie, die in een Parijse buitenwijk woont samen met haar twee dochters. In de jaren dat Ahmad en zij uit elkaar zijn, is er veel veranderd. Marie heeft een nieuwe vriend, Samir (Tahar Rahim, Un Prophète), wiens vrouw na een zelfmoordpoging in een coma is beland. Met de komst van Samir en zijn zoontje worden de sporen van Ahmad in Maries woning langzaamaan uitgewist. Letterlijk, doordat de muren en deuren door Samir voorzien worden van een nieuwe verflaag.

Onuitwisbaar verleden


~

Dat het verleden alom aanwezig en niet uit te wissen is, wordt door Farhadi op een genuanceerde wijze getoond. Zoals een vlek in een jurk die Samirs stomerij er niet uit krijgt- een klein detail dat later een grotere lading en betekenis krijgt. Het verleden leeft echter het meest voort in de personages, die naarmate de film vordert, meer diepgang krijgen. Ieder heeft zijn eigen manier van het ervaren van liefde en het omgaan met verdriet, teleurstellingen en boosheid. Op spanningsvolle wijze brengt Farhadi de geheimen aan het licht.

Farhadi houdt zijn film klein door voornamelijk op één locatie te filmen, de woning van Marie. Als kijker voel je dat de personages weinig bewegingsruimte hebben, waardoor de complexiteit van dingen die in het verleden gebeurd zijn extra zeggingskracht krijgt. Le Passé oogt als een toneelstuk, waar alle aandacht uitgaat naar het spel van de acteurs. In ‘The making of’ van de dvd leggen de acteurs uit dat zij veel om de karakters heen moesten improviseren. Farhadi vroeg hen een verleden te creëren van hun personage, om zo beter op te kunnen gaan in hun rol. Zo moesten Bejo en Mosaffa spelen hoe zij hun relatie uitmaakten, een scène die niet voorkomt in de film.

Opgaan in complexe familiegeschiedenis


Deze keuze blijkt effectief, want als kijker heb je het gevoel dat de personages inderdaad een verleden met elkaar hebben. Zo word je deelgenoot van hun intieme, pijnlijke maar ook liefdevolle ervaringen. Op uiterst beheerste en gelaagde wijze legt Farhadi de ervaringen en gebeurtenissen bloot, wat maakt dat je langzaamaan meegezogen wordt in een complexe familiegeschiedenis. De regisseur geeft overigens geen sluitende antwoorden, er blijft nog genoeg in het ongewisse, zoals ook in het echte leven.

The Making of’ van de dvd is een mooie extra. Het laat zien hoe precies de regisseur, die trouwens ook decorbouwer is, te werk gaat. Zo is de woning van Marie nagebouwd en werd er uiteindelijk gekozen voor een nieuwe visuele aanpak: in plaats van handheld, draaide de camera vanaf het statief, om de personages op een rustige manier te volgen. Het Parijs in Le Passé is geen toeristische attractie, de stad is nauwelijks herkenbaar. Een stad waar anonieme zielen dolen en ieder zijn eigen, verborgen geschiedenis heeft.  

Boeken / Fictie

Wanneer privacy diefstal wordt

recensie: Dave Eggers (vert. Gerda Baardman, Lidwien Biekmann, Brenda Mudde & Elles Tukker) - De Cirkel

Dave Eggers heeft zijn sporen al dubbel en dwars verdiend met geëngageerde romans als Wat is de wat en Zeitown. Met zijn nieuwe roman De Cirkel levert de Amerikaan onvervalste kritiek op internetbedrijven die het niet zo nauw nemen met de privacy van gebruikers.

Wanneer Mae wordt aangenomen bij de Cirkel gaat er een wereld voor haar open. Het bedrijf, dat Google, Facebook, Twitter en alle andere grote internetbedrijven heeft opgeslokt, biedt een goed salaris en een oneindige hoeveelheid faciliteiten en diensten. Mae’s ziektekosten worden vergoed, evenals die van haar aan MS lijdende vader. Ook na werktijd is er genoeg te doen op de campus; iedere dag is er wel reden voor een feest. Deze evenementen blijken echter niet vrijblijvend. Ook in haar vrije tijd wordt Mae geacht deel te nemen aan activiteiten op de campus, en daar door middel van foto’s verslag van te doen.

Alles openbaar


De Cirkel
is een geëngageerde roman die begint als een groteske persiflage op de internetbedrijven in Silicon Valley. Zo doet de campus van de Cirkel met haar oneindige faciliteiten denken aan die van Google. De maandelijkse toespraken waarin nieuwe producten en ideëen worden onthuld hebben veel weg van de geroemde toespraken van Steve Jobs en het eeuwige streven om alles met elkaar te delen is een regelrechte verwijzing naar social media als Facebook en Twitter. De hele dag zijn de werknemers bezig met het uitdelen van smiles en frowns, ondubbelzinnige afgeleiden van onze likes.

Maar Eggers’ roman doet meer dan enkel deze bedrijven op de hak nemen. Hij laat zien wat de mogelijkheden zijn wanneer één bedrijf een absoluut monopolie op alle internetdiensten heeft. Gaandeweg ontvouwt het verhaal zich als een dystopie. Met de plannen van de Cirkel om alles en iedereen transparant te maken door middel van camera’s wordt privacy steeds meer verbannen. Immers, zo redeneren de zogeheten wijzen van de Cirkel, halen we niet het beste uit onszelf wanneer we sociale controle hebben?

Enigszins ongeloofwaardig is het gebrek aan skepsis dat de meeste personages hebben ten opzichte van de totalitaire plannen van de Cirkel. Mae zelf vertoont weinig tot geen argwaan wanneer ze wordt aangemoedigd alle details uit haar privéleven te delen. Eggers’ kritiek moet daarom verwoord worden door Mae’s ex-vriend Mercer, die op weinig begrip van zijn medemens kan rekenen wanneer hij besluit in een niet door de Cirkel gecontroleerd natuurgebied te gaan wonen.

Schrijnend toekomstscenario

De vergelijking van De Cirkel met Orwells 1984 is onontkoombaar. Ook De Cirkel houdt de maatschappij een spiegel voor en schetst een dystopisch beeld van de toekomst. Maar waar 1984 een hiërarchische samenleving toont waar Big Brother macht uitoefent op het volk, is het in De Cirkel de bevolking zelf die macht uitoefent. Totaal geobsedeerd door social media houdt iedereen elkaar in de gaten. Iedereen kan alles zien. Dit maakt De Cirkel zo mogelijk nog enger.

Eggers’ missie – het geven van een wake-up-call – is geslaagd. Menig Facebook- en Twittergebruiker zal zich schuldbewust achter de oren krabben wanneer Mae zich weer eens druk maakt om de hoeveelheid volgers en ‘smiles’ die ze heeft. Dan rest de vraag nog of een roman als deze ook werkelijk een verschil kan maken. Eggers is zich maar al te pijnlijk bewust van het feit dat het uiteindelijke probleem niet aan het bedrijf ligt, maar aan haar gebruikers. Hiermee is De Cirkel een confronterende roman over een toekomst die niet eens zo vergezocht lijkt.

Film / Films

Humor waar je op kan bouwen

recensie: The Lego Movie

Films die gebaseerd zijn op oud kinderspeelgoed zijn vaak geen formule voor kwaliteit. Kijk maar naar Battleship of de Transformers-reeks. Vaak blijkt het probleem dat het speelgoed slechts een beginpunt is, en de film een volwaardige genrefilm probeert te worden. The Lego Movie heeft echter geen pretenties: het wil niets meer zijn dan een film over lekker met Lego spelen. Daardoor is het een heerlijke film geworden met sterke humor en talrijke geslaagde verwijzingen.

Emmett (Chris Pratt) is een normaal legopoppetje waarvan iedereen er wel een dozijn onder in zijn kast heeft liggen. Hij leeft in een wereld waar alles een vaste orde heeft; elk onderdeel van het leven is vastgelegd in een instructieblaadje. Wanneer hij op een mysterieus voorwerp stuit wordt zijn wereld overhoop gegooid. Hij blijkt de uitverkorene te zijn die de kwade president Business (Will Ferrell) moet verslaan. Maar hij komt ook vreemde personen tegen die de handleidingen compleet negeren en hun eigen gang gaan met de beschikbare Legoblokjes om zo compleet nieuwe bouwsels te maken.

Kinderspel

~

De boodschap van de film is de boodschap van het speelgoed: JIJ bent de meesterbouwer. Net zoals kinderen worden aangespoord om Legosets te combineren om nieuwe bouwwerken te maken, zo kunnen hier alle helden naar eigen inzicht dingen bouwen en samenvoegen en zien de slechteriken het liefste alles op een vaste plek. Dat deze boodschap er soms wel erg dik bovenop ligt is de regisseurs vergeven. Alleen op het einde loopt het toch echt uit de hand en wordt de film wel erg moralistisch en prekerig over het belang van kinderlijke speelzucht en fantasie. De boodschap begint uiteindelijk het verhaal in de weg te zitten.

Dat verhaal ademt overigens ook het speelse thema van de film. Doordat veel verschillende Legosets langskomen (naast de stad wordt bijvoorbeeld ook het wilde westen en een wolkenwereld gebruikt) krijg je echt het idee dat je kijkt naar een kind dat een verhaal improviseert na zijn Legodoos ondersteboven te hebben gegooid en her en der verschillende poppetjes samenzet. Dat het verhaal simplistisch en soms wat onwaarschijnlijk is, is dan ook geen probleem – zo zitten kinderfantasieën ook in elkaar.

Creatief

~

Wat ook opvalt zijn de vele verwijzingen en de humor die daarin op meerdere lagen werkt. Zo zijn er bekende personages als Batman, Gandalf of Han Solo in het script verwerkt, maar zijn er ook subtielere verwijzingen naar Starbucks of The Matrix. Maar het leukste is nog wel hoe ze erin geslaagd zijn om al die werelden (inclusief de onze) naar Lego te vertalen. Het getuigt enerzijds van een goede bestudering van de Legostijl en al bestaande onderdelen, maar anderzijds ook van een geweldige creativiteit. En alles wat van Lego is gemaakt kan natuurlijk ook weer uit elkaar. Er worden dan ook genoeg dingen tot Legosteentjes vernield, of ze gaan verloren in stofwolken of vuurzeeën (die uiteraard ook allemaal van Lego zijn).

The Lego Movie weigert zichzelf serieus te nemen. Het rent van de ene grap naar de andere en blijft je eraan herinneren dat je in de eerste plaats naar een leuk spelletje Lego kijkt in plaats van een hoogstaand verhaal. Toch is ook het filmgedeelte goed gemaakt. De actie is spannend, de personages vermakelijk en de grappen grotendeels geslaagd. Het is alleen jammer van het einde, dat de boodschap veel te ver doortrekt. Al met al is het een ontzettend leuke film voor de hele familie, en waarschijnlijk zullen na het zien ervan de verstofte Legodozen weer uit de kast worden gehaald.