Boeken / Fictie

Vol gebreken, taai en levenskrachtig

recensie: Frida Vogels - Dagboek 1977-1978

In het elfde deel van haar dagboeken zet Frida Vogels een punt achter de uitgave van dit gigantische, aanvankelijk niet voor publicatie bedoelde werk. Ze kijkt terug op haar autobiografisch oeuvre en haar dagelijks leven als migrant. Vogels komt tot een positieve waardering van de worsteling met haar werk en haar leven, en sluit een periode van schrijven en redigeren af.

Dit dagboek zal het laatste zijn dat Frida Vogels bij haar leven laat verschijnen. In de “met de linkerhand geschreven” afsluiting, maakt ze een sprong van december 1978 naar mei 1991. De cirkel, begonnen met de uitgave van het dagboek uit 1954, is rond. Haar driedelige roman De harde kern ligt dan bij de uitgever en haar leven lijkt voltooid.

Met haar romans en haar elfdelige dagboekserie heeft ze zich een levensweg gebaand. En toch is juist dat leven haar te vlug af, wanneer ze na een soort triomftocht in Amsterdam thuis in Bologna haar pols breekt. Het meest onhandige ongeluk dat iemand kan overkomen die ‘alles’ wil opschrijven alvorens het als werkelijkheid te erkennen. Maar Vogels is niet voor één gat te vangen en typt met de linkerhand koppig door. Aan haar schrijftafel verandert haar dagelijks leven in fictie. Het hele proces is transparant geworden omdat ze zich voor haar romans heeft gebaseerd op de dagboeken. Zo kan de lezer die geleidelijke fictionalisering van nabij volgen — een kijkje in de keuken van de schrijfster.

Onopgesmukt
Uit het dagelijks leven van een Nederlandse vrouw, getrouwd met een Italiaanse man, destilleert Vogels de diepere laag. Hier en daar analyseert ze haar belevenissen, maar eigenlijk is dat niet nodig. In een nuchtere, onopgesmukte stijl trekt ze lijnen naar vroeger. Het verleden laat haar niet los. De dood van haar moeder, voor wie ze als kind gezorgd heeft en de moeilijke relatie met haar inmiddels ook gestorven vader blijven centrale thema’s. Ook beschrijft ze nauwkeurig de stapsgewijze reparatie van de band met haar broer. Ooit, tijdens een vakantie, is er iets misgegaan en heeft hij zich teruggetrokken. Zelden zijn gevoelsmatige schommelingen tussen een zus en een broer zo genuanceerd opgeschreven. Boosheid, twijfel aan de liefde van de ander  — en hun behoedzame wederzijdse toenadering.

Geniale literaire zet
Met de minutieuze beschrijving van de liefde tussen Frida en haar broer komt ook diens rivaliserende rol ter sprake. Ze merkt op dat ze meer deelt met deze Michiel dan met haar man. Enzo is in veel opzichten het tegendeel van Frida en heeft geen belangstelling voor haar schrijverschap. Haar afwijzing van seks en moederschap bezorgen haar schuldgevoelens; schrijven wordt steeds meer noodzaak en toevlucht. Zo ontstaat een spiraal. Hoe meer hij zich fysiek afgewezen voelt, en zij zich realiseert dat ze hem ‘het belangrijkste’ onthoudt, des te minder bemoeit hij zich met haar boek. Ze vermoedt dat hij een minnares heeft. Ondanks  angsten en jaloerse fantasieën vraagt ze hem er niet naar. Het is een geniale literaire zet om dit mogelijk overspel in het midden te laten. Een scheiding is geen optie: “Ons leven samen is precair en vol gebreken, maar ook taai en levenskrachtiger dan het lijkt.”

Barensweeën en ijsjes

Zoals altijd moet ik een weerstand overwinnen … Is dat zoiets als barensweeën: de pijn van het moment waarop een grenzenloze potentie begrensde realiteit wordt?

Vogels slaagt niet helemaal in het begrenzen van die realiteit. Scrupuleuze overwegingen wat nu precies haar motieven zijn en de gevolgen van haar handelen voor anderen leiden soms tot oeverloos twijfelen. Soms lijkt ze een kind dat niet kan kiezen tussen verschillende smaken ijs. Ondertussen worden de ouders ongeduldig en nemen het over. Alsjeblieft, vanille-ijs. En het kind snikt dat het toch die andere smaak had moeten zijn.

Frida Vogels zinkt met haar scrupules regelmatig weg in zelfverachting. En toch komt ze tot aanvaarding van een werkelijkheid die ook goed kan zijn. Uiteindelijk slaagt ze erin boven haar negatieve zelfbespiegelingen uit te stijgen. Daarom is de scène aan het eind, wanneer Enzo thuis komt met bloemen en lekkers om “het boek te vieren” en de echtelieden samen feestelijk genieten, zo bevrijdend. Het onbehagen van Vogels over de desinteresse van haar man voor “mijn boek” is als door een wonder overgegaan in saamhorigheid. Het was echter geen wonder, maar haar eigen overwinning op de verleiding tot zelfdestructie.

Frauduleuze onsterfelijkheid?
Tegelijk heeft ze zich los kunnen maken van een zorgvuldig gekoesterd heimwee. Na een wandeling door het centrum van Amsterdam schrijft ze:

Niet alleen leef ik in een ander land. Ik héb er geleefd, een leven lang, een leven dat nu voorbij is en zich onherroepelijk elders heeft afgespeeld.Zo’n gevoel. Maar daarmee doe ik geen recht aan de scherpte van het genot, het gelijktijdige, frauduleuze gevoel van onsterfelijkheid en onoverwinnelijkheid. Het kon zo niet duren en het bestond niet eens, maar tegelijk was het er en ik genoot ervan.

De frauduleuze onoverwinnelijkheid is verleden tijd, heeft plaats gemaakt voor een zich-gewonnen-geven. Uit de chaos van haar jeugd schiep ze een geschreven orde en uit de tegenstrijdigheden in haar huwelijk nieuwe harmonie.

Muziek / Achtergrond
special: Eurosonic Groningen

Europese staalkaart

Het derde weekend van januari staat in Groningen traditiegetrouw in het teken van Eurosonic/Noorderslag – twee festivals die al jaren in één adem worden genoemd. 8WEEKLY bezocht het internationale showcase-festival Eurosonic: de Europese staalkaart van jong muzikaal talent voor professionals in de muziekbusiness.

Dit jaar krijgt IJsland als focusland extra aandacht; een eiland dat al menig bijzonder muzikaal talent heeft voortgebracht. Denk aan Asgeir in het afgelopen jaar, of Björk die al wat meer jaren in het wereldje meedraait. Reden genoeg om de acts uit dit land wat meer prioriteit te geven bij het kiezen uit het programma dat uit honderden artiesten bestaat. Zoveel talent in zo’n korte tijd de aandacht geven die ze verdienen, is echter een onmogelijke opgave. Een selectie gebaseerd op persoonlijke voorkeuren, genrekennis en korte introducties op diverse media, levert nog altijd een lange lijst op. De tweede schifting is gebaseerd op tijdsindeling gecombineerd met loopafstanden. En dan nog is het soms keuzes maken!

Subprogramma’s
Naast het officiële programma van Eurosonic kent Groningen vele subprogramma’s zoals Altersonic, Grunsonic, Aftersonic en de oudste van alle   Platosonic. Dit laatste programma wordt georganiseerd door de bekendste platenzaak van de stad, Plato, in nauwe samenwerking met het ernaast gelegen koffiecafé The Coffee Company. Het programma dat hier speelt geeft van donderdag- tot en met zaterdagmiddag een voorproefje van wat je in de avonden in de stad in sessies van drie kwartier kan horen. Op de piepkleine podia in deze twee zaken worden drie tot vier liedjes gespeeld in een soms afwijkende bezetting en aangepaste uitvoering. Zo proeft 8WEEKLY op donderdagmiddag voor van acts als Aurora en Junius Meavalt en luisteren we naar acts die helaas geschrapt moesten worden uit het avondprogramma, omdat de avond te weinig uren bevat om alles van de wensenlijst te kunnen meemaken. We horen Fismoll, The Hearing en Mister and Mississippi; laatst genoemde omdat we van dat bandje uit ons eigen land maar geen genoeg kunnen krijgen, de anderen vooral op basis van een eerste kennismaking en de wens om zoveel mogelijk nieuw talent te ontdekken.

Mister and Mississippi
Mister and Mississippi

 

Verbazing, blijdschap en verrassing
De keuze voor de start van het officiële programma is gevallen op de achttienjarige Aurora (Aksnes) uit Noorwegen. Het volgepakte Grand Theatre is een verrassende plek voor een zangeres die bang was om voor een lege zaal te moeten spelen. De set die Aurora met haar band speelt, ademt een rijkere sfeer uit dan de akoestische versies die we ’s middags al mochten horen. De band speelt in een elektronische, poppy maar ook folky sfeer bij de eigen liedjes van deze zangeres. De kwaliteit straalt van het podium. Aurora zelf uit haar verbazing, blijdschap en verrassing, maar blijft professioneel klinken. Ze speelt zowel ingetogen, zoals bij ‘Murder Song’, als uitbundig, zoals bij ‘The Wolves Are Dancing’. Alleen raakt ze in de Bowie-cover ‘Life On Mars’ de tekst kwijt, maar dit lost ze charmant op en ze zingt daarna gewoon verder, waardoor zelfs dat liedje overeind blijft. Dit was meteen een gouden start voor een lange festivalavond en er bekruipt ons een gevoel dat het voor iedere volgende act lastig zal zijn om hier qua beleving nog bovenuit te komen.

Aurora
Aurora

Na een wandeling door de straten van Groningen, belanden we in de Stadsschouwburg die traditioneel zo is omgebouwd dat de acts tussen de prachtige balustrades spelen en het publiek het podium bevolkt.

We hebben ons naar het podium laten leiden omdat we Soak uit Ierland aan het werk wilden zien. Ook zij telt slechts achttien lentes in haar leven. Met haar ervaring met artiesten als George Ezra en Bombay City Bicycle Club waar ze in het voorprogramma mocht spelen snelt haar naam en roem haar vooruit. Gewapend met alleen een gitaar, speelt deze Soak (echte naam: Bridie Monds-Watson) een prima set voor een bijna volle zaal. Een dag eerder speelde ze ook in een volle zaal. Soak speelt makkelijk en laat geen sprankje zenuwen zien; de routine van het spelen zit er blijkbaar al vroeg in. De composities van Soak verhalen over haar eigen leven en beleving. Het gitaarspel is mooi, strak en van het fingerpicking-gehalte dat zich door ervaring nog verder zal ontwikkelen. ‘Blud’ is haar eerste single, die ook in haar live set niet ontbreekt. Het is een liedje dat zeker de aandacht opeist als een van de kernsongs van de setlist.

Soak
Soak

 

Ondanks de uitstekende performance van Soak, weet ze helaas niet in het hart te treffen of het kippenvel op te wekken, wat de eerste act van de avond eenvoudig wel was gelukt. Als we ze in het programma andersom hadden gekregen, was dat wellicht anders geweest.

Opsnuiven, ontdekken en beleven
De wensenlijst en de voortsnellende tijd doen ons een stevige wandeling maken naar het Groninger Forum, waar we uitkijken naar een optreden van de IJslander Junius Meyvant, waarvoor de verwachtingen hooggespannen zijn. Gelukkig maakt Meyvant de verwachtingen meer dan waar. Het voorproefje van de middag kan nog niet in de schaduw staan van het optreden dat hij met zijn band presenteert op het podium van het Groninger Forum. Op een ingehouden wijze begeleidt de band de breekbare stem van Meyvant, die de luisteraar steeds het gevoel geeft dat hij die stem elk moment kan verliezen. De liedjes zijn van folk/pop- en lichte indierock-signatuur. Dit is een talent om in de gaten te houden!

Junius Meyvant
Junius Meyvant

 

Als afsluiter van de avond en tevens als begin van de nacht gaat de wandeling helemaal terug naar het hartje van de stad. Daar speelt in club Vrijdag de Franse Talisco. De Fransen spelen een energieke show die veel publiek trekt. De rij buiten is én blijft lang, ook als de band allang speelt. Helaas weten de mannen, die in Frankrijk al een hit op hun naam hebben staan, niet te overtuigen. De rock/pop-liedjes zijn niet slecht, maar wel eenvormig. De band speelt wel geïnspireerd en zet alle energie in die het heeft, maar helaas is dat niet voldoende.

Terugkijkend op een fantastische middag en avond waarin de muziek het belangrijkste ingrediënt is geweest, aanvaarden we de terugreis en laten we de muziek in ons hoofd naklinken. De ontdekking van deze belevenis nemen we mee de nacht in als een trofee van het gevecht tegen de klok om zoveel mogelijk tot ons te nemen van het fantastische scala aan talent dat is neergestreken in Groningen. Gelukkig hebben we ons verlanglijstje voor de volgende avond al klaar en kijken we uit naar een tweede deel “talent opsnuiven, ontdekken en beleven”. Want als een ding duidelijk is, is dat het volgende: Eurosonic is opnieuw een belevenis van formaat!

Film / Films

Een welverdiende comeback

recensie: Birdman (or The Unexpected Virtue of Ignorance)

.

~

De vergelijking met Batman is snel gemaakt. Net als hoofdrolspeler Riggan is Keaton, na zojuist genoemde flop, enigszins in de vergetelheid geraakt. Dat Keaton toch de hoofdrol van superheld Birdman op zich neemt, getuigt van een grote dosis zelfspot en moed. Zijn comeback werd niet voor niets onlangs beloond met zijn eerste Golden Globe en nominaties voor negen Academy Awards.

Riggan Thomson is een Hollywoodacteur die in de jaren negentig hoogtij vierde in de rol van Birdman. Tegenwoordig herkent niemand Riggan meer en wordt hij gekweld door zijn eigen demonen, een mislukt huwelijk en een problematische vader-dochter relatie met Sam (Emma Stone). Hij probeert zijn comeback te maken op het toneel als acteur én regisseur met een adaptatie van een verhaal van Raymond Carver. Zo hoopt hij zijn relaties, zijn ego en carrière nieuw leven in te blazen. Wanneer de hoofdrolspeler op de vooravond van de voorpremière een tragisch ongeluk krijgt, neemt de egocentrische acteur Mike Shiner (hilarisch neergezet door Edward Norton), tevens vriend van actrice Lesley (Naomi Watts) diens rol over. De emoties lopen vanaf dat moment zowel ten als van tonele steeds hogerop.

Dansen met de camera


~

Het meest opvallende aan Birdman is de continuïteit. De film is één lange take die niet één keer wordt onderbroken. Tijd en ruimte vloeien moeiteloos in elkaar over en zijn niet van elkaar te scheiden. Iñárritu heeft op geniale wijze een realtime theaterfilm gemaakt waarin fouten niet zijn geoorloofd. De choreografie van acteurs, cameraman en crew is precisiewerk. Het gevoel dat je als kijker midden in het proces zit, wordt door Iñárritu nog meer opgevoerd door offscreen dialogen en half-afwezige acteurs. Daarnaast maakt hij van de immer onbereikbare acteurs menselijke wezens met gevoel, die moeite hebben met kritiek.

De maskers gaan af

~

De grootste confrontatie in Birdman is Riggan’s innerlijke worsteling en behoefte aan waardering van buitenaf. Wanneer het toneelstuk lijkt te mislukken, dreigt zijn alter-ego Birdman de overhand te nemen. De scheiding tussen realiteit en fictie vervaagt naarmate zijn ego in gevaar komt. Riggan lijkt letterlijk gevangen te zitten in zijn alter-ego, dat doet denken aan het eindeloze doolhof van nauwe gangetjes van het oude St. James Theater op Broadway waar Birdman zich afspeelt. Dat acteurs zichzelf te serieus nemen, wordt pijnlijk duidelijk in een zeer memorabele scène tussen Riggan en Sam waarin Sam Riggan’s zelfobsessie aan de kaak stelt en zegt dat hij er net zo min toe doet als ieder ander. De waardering waar hij zo erg naar snakt, is vluchtig en tegenwoordig alleen nog maar te vinden in de socal media.

Iñárritu haalt flink uit naar de hedendaagse honger naar faam. Mensen willen koste wat kost beroemd zijn, maar denken niet na over de gevolgen hiervan. Succes is een breed begrip en het zal binnenkort blijken of Birdman ook door de jury van de Academy Awards gewaardeerd wordt. 

Theater / Voorstelling

Pieter Derks is de grootmeester van relativering

recensie: Pieter Derks - Zo goed als nieuw

Met Pieter Derks (1984) is het Nederlandse cabaret een talentvolle verteller rijker. Het is fascinerend om te zien hoe hij snelheid koppelt aan inhoud, zonder dat het al te moralistisch wordt. Dat kan ook niet, aangezien de wereld te ingewikkeld en te verwarrend is om er verhelderende uitspraken over te doen. Althans, zo laat Derks de zaal geloven. Zo Goed Als Nieuw is daardoor een prettige, lichtvoetige voorstelling die blijk geeft van intellect en droogheid.

~

Zijn geheim? Zijn imago van ‘de ideale schoonzoon van het cabaretgilde’ niet langer bestrijden, maar een gezonde dosis zelfrelativering. Zo luidt dan ook het begin van de voorstelling: ‘Als je alles serieus neemt, word je gek’. Dat doet Derks dan ook zelden, al komen welhaast alle maatschappelijke thema’s voorbij in alweer zijn zesde avondvullende programma, van IS tot drones en van privacy tot klimaatverandering. Niet iedere cabaretier is in staat om daar iets zinnigs over te zeggen, maar Derks bezit genoeg kennis om geloofwaardig over te komen. Het prettige is dat hij daarbij eindelijk de juiste toon te pakken heeft. Waar hij in zijn vorige show Van Nature nog wel eens betweterig kon overkomen, is hij nu opener en minder uit op zijn gelijk. Dat maakt hem direct sympathieker.

Geen tijd voor rust
De invloeden van zijn idool Herman Finkers zijn zeker te merken – de milde droogheid spat er vanaf – terwijl hij ook moeiteloos met Diederik van Vleuten zou kunnen samenwerken. Beiden zijn immers intelligente denkers, die een passie hebben voor de geschiedenis en niet uit zijn op de vette lach. Toch blijft het programma van Derks nog iets meer comedy dan cabaret, gezien de ietwat ‘kale’ artistieke waarde van het programma. Het enorm hoge tempo zou met rustpunten als liedjes of andere intermezzo’s aan kracht winnen, zonder dat het daarmee een clichématig programma wordt. Desondanks is het knap dat hij vanaf de eerste seconde, met een sketch over een snoepautomaat, het publiek weet te boeien door hen te laten inzien dat de realiteit op zichzelf al lachwekkend is. IJzersterk is bijvoorbeeld de scène over RyanAir, ongetwijfeld het hoogtepunt van de avond. Wellicht doordat de algemene, abstracte thema’s worden doorbroken door een concreet, herkenbaar voorbeeld, waardoor de lachmomenten elkaar in hoog tempo opvolgen. Helaas gebeurt dit pas op driekwart van de avond en zou er eerder in het programma een soortgelijke sketch ingebouwd kunnen worden om de balans te bewaken.

~

Pragmatisch en slim
Pieter Derks is bovenal slim, scherp en misschien wat braaf, maar de kersverse vader is gelukkig niet in de valkuil getrapt om zijn persoonlijke belevenissen uit te melken aan de hand van zijn dochter. Sterker nog, hij verbindt zijn ervaringen juist met ridiculisering van religie. Ook is hij exemplarisch voor het Nederlandse cabaret van de 21ste eeuw; waar Freek de Jonge nog het politieke spectrum aftast op basis van idealen, beseft Derks dat pragmatisme beter aansluit op de belevingswereld van de huidige Nederlander. De opmerking van zijn oude aardrijkskundeleraar – ‘Jij kan toch heel goed leren?’ – heeft Derks dan ook ter harte genomen. Hij heeft geleerd zijn toon te vinden. Nu nog iets meer literaire en muzikale esthetiek inbouwen en het avondje intiem en intelligent cabaret is compleet.

 

Theater / Voorstelling

“Als je niet weet waar je vandaan komt, hoe weet je dan waar je heen gaat?”

recensie: Karim El Guennouni - Voor Aap

De personages en gebeurtenissen wisselen elkaar in rap tempo af, in de nieuwe solovoorstelling Voor Aap van Karim El Guennouni, tevens de eerste productie van theatergroep De Artiestenfabriek. Hij neemt je mee in een ware trip waarin fictie, realiteit, komedie en drama elkaar voortdurend afwisselen. Dinsdag 13 januari speelde hij zijn tweede try-out in theater Odeon de Spiegel in Zwolle, zaterdag 17 januari was de première te zien in Podium Mozaïek te Amsterdam.

zaterdag 17 januari was de première te zien in Podium Mozaïek te Amsterdam.

De voorstelling draait om het personage Adil, een acteur van Nederlands-Marokkaanse komaf. Hij vindt zichzelf nogal getalenteerd en dat laat hij blijken door regelmatig te refereren aan beroemde filmsterren. Toch zit hij werkloos thuis, want voor Nederlandse rollen is Adil te donker en voor Marokkaanse rollen is hij te blank. Adil ‘wacht op de rol van zijn leven’, maar weet niet zo goed wie hij is. Wanneer Adil erachter komt dat hij Zweedse roots heeft, verandert hij zijn naam in Basmus Ollafson. Hij wordt gecast om de rol van Jezus Christus te spelen in een Amerikaanse productie, die uitgerekend opgenomen wordt in Marokko. Hierop groeien Adils hysterie en twijfel tot ongekende hoogte – onherroepelijk leidend tot zijn Waterloo.

De gewetensnood van Adil
Er wordt continu gewisseld tussen personages, perspectief, dromen en realiteit. El Guennouni speelt de gehele voorstelling Adil, maar Adil speelt vele karakters, zoals acteurs Brando en De Niro, advocaat Moskowicz en regisseur Bolanski. Adils twijfel groeit enkel naarmate hij de rol van Jezus krijgt toebedeeld. Waarom zijn ze in Marokko, net nu hij Zweeds is geworden? Wie zegt dat Jezus blank was en een baard had, terwijl hij uit het Midden-Oosten komt? Op een gegeven moment gaat Adil echt denken dat hij Jezus is en besluit in diens eenvoud te leven. Geen luxe auto’s meer voor hem, voortaan gaat hij lopen. In zijn dromen is hij een jeugdige Jezus, in de realiteit volgt hij duivelse gedachten op.

El Guennouni lijkt onverstoorbaar
Het verhaal is op zijn tijd psychologisch, maar tegelijkertijd ook humorvol. Deze afwisseling van komedie en drama noemt El Guennouni ‘vervreemding’. Het ene moment lacht hij, om een seconde later alweer in tranen uit te barsten, om de complexiteit van Adil maar weer te geven. De theatermaker verspreekt zich zo nu en dan, wat niet gek is in een try-out, om de draad vervolgens –ogenschijnlijk – moeiteloos weer op te pakken. Wanneer een vrouw begint te kuchen of twee pubers hard praten blijft hij knap in zijn rol, om vanuit die rol vervolgens toch even een opmerking te maken. Die opmerkingen worden met een lach ontvangen.

Een hysterisch verhaal
In zijn eerste solovoorstelling Jan Janszoon, de blonde Arabier viel theatermaker annex acteur Karim El Guennouni al op door gelaagde verhalen en ook in deze voorstelling maakt hij dat waar. Lange tijd wordt het verhaal steeds hysterischer en gekker, om te eindigen met een absolute climax – waarna alle lagen in elkaar vallen. Adil wist niet waar hij vandaan komt, en ook niet waar hij heen gaat.

Boeken / Fictie

Puberboosheid met een twist

recensie: Solomonica de Winter - Achter de regenboog

Debuteren op je zeventiende, binnengehaald worden door Nederlandse, Duitse en Franse uitgevers, volop in de spotlights staan, Solomonica de Winter (1997) laat het stoïcijns over zich heenkomen. Het boek ligt er, dat is waar het om gaat. En dat boek mag er wezen.

Dat de aandacht voor een groot deel uitgaat naar haar afkomst is niet verwonderlijk: Solomonica is de dochter van schrijversechtpaar Jessica Durlacher en Leon de Winter. Vragen daarover worden door de jonge schrijfster direct geneutraliseerd met antwoorden als: nee, mijn ouders hebben niets met mijn schrijven van doen; en nee, ik heb geen enkel boek van mijn ouders gelezen. Ze is zich bewust van de nieuwswaarde maar vindt het niet van belang om er uitvoerig op in te gaan. Dus over naar het boek.

Leeg glas
Achter de regenboog is een goed gecomponeerde roman die vooral opvalt door de gedrevenheid in taal en ritme. Het verhaal van de dertienjarige Blue begint als blijkt dat haar vader bij een bankoverval is doodgeschoten. Door schulden tot wanhoop gedreven, heeft hij naar een extreem middel gegrepen om aan geld te komen. Bij zijn laatste ontmoeting met Blue geeft hij haar het boek The Wizard of Oz.

Blue praat niet meer sinds de dood van haar vader. Haar zwijgen zorgt voor een doorlopende gedachtestroom die in het boek weergegeven wordt als een geschreven antwoord aan haar therapeut. Deze Nabokoviaanse constructie zorgt voor een interessant perspectief waardoor de in het verhaal aanwezige beklemming versterkt wordt.

Zwijgen. Ik vond het fijn om te zwijgen. Ik was het steeds fijner gaan vinden, geloof ik. Ik was er een soort van verslaafd aan. Het gevoel een leeg glas te zijn, stil en puur. Die zin heb ik een keer opgeschreven op een stuk papier en aan u laten zien, dokter, weet u nog?

Mierzoet
Blue woont samen met haar drugsverslaafde moeder en probeert op school zo onzichtbaar mogelijk de dagen door te komen. Op een dag loopt ze haar vaders grootste schuldeiser – voor het gemak aangeduid als zijn moordenaar – tegen het lijf en besluit ze een plan te maken om deze doorgewinterde crimineel te vermoorden. De opgekropte woede van Blue vormt een prima uitlaatklep voor De Winter om haar taalgevoel en schrijftalent te exposeren in een steeds heviger wordend wraakgevoel.

Toch is het voor de lezer een beetje wringen in het puberhoofd van Blue, waar de mierzoete passages uit haar lijfboek The Wizard nogal potsierlijk klinken naast de volwassen toon van iemand die de wijsheid in pacht meent te hebben. (‘Maar op een dag besef je dat de menselijke geest hol is en leeg. En dan komt de angst. En dringt het tot je door dat je enige redding bestaat uit het koesteren van iets moois’). Het verlangen naar een paradijselijke wereld ‘achter de regenboog’ in combinatie met een oprispende moordneiging is niet voldoende om het personage van Blue wat verder uit te diepen.

Explosief
Daar waar de dood rondwaart, is de liefde natuurlijk niet ver: Blue wordt verliefd op Charlie, de beheerder van de plaatselijke supermarkt. Die bevlieging zorgt ervoor dat de aandacht door de schrijfster wordt verlegd van de moordplannen naar een voorzichtige romance die begint te lijken op de wereld uit het door Blue gekoesterde boek. Maar dan dendert het verhaal naar een explosief einde toe en blijkt er nog een verborgen konijn uit de hoed te springen. Het is jammer dat vanaf dat moment alle losse eindjes tot een verklaarbaar geheel worden geknoopt; daar had de lezer wat meer in verwarring achtergelaten mogen worden.

Solomonica de Winter schrijft een puik debuut in een stijl die talentvol en bezield genoeg is om de gemiddelde Young Adult literatuur te ontstijgen. Of is het zoals bij een fles excellente wijn: te vroeg geopend kan funest zijn voor het bouquet? Het is afwachten wat we geschonken krijgen als deze auteur tien jaar verder is, maar de vooruitzichten zijn alleszins goed.

Kunst / Expo binnenland

Een recept voor intuïtie

recensie: Gijs Assmann, Martha Colburn, Rik Meijers e.a. - Order & Chaos

Order & Chaos toont het werk van vijf kunstenaars, kriskras verspreid door de open industriële ruimte die Garage Rotterdam is. De titel in combinatie met de oude Grieken, die al in de eerste alinea van de tentoonstellingstekst genoemd worden, appelleert aan de tegenstelling tussen Apollo en Dionysos. Een veelgebruikte metafoor als het gaat om de kunsten en de totstandkoming daarvan.

Het is deze tegenstelling, ratio enerzijds en intuïtie anderzijds, respectievelijk Apollo versus Dionysos, die centraal staat in deze tentoonstelling. Garage Rotterdam lijkt zichzelf de vraag te stellen uit welke ingrediënten het maakproces van de hedendaagse kunstenaar bestaat. Als aanleiding daarvoor wordt een tweetal zaken genoemd. In de eerste plaats de eeuwenoude aanname dat kunst een moment van orde is in de chaos van alledag. In de tweede plaats de rol die wetmatigheden spelen in de kunsten en de daaruit voortvloeiende vraag in hoeverre deze de verhouding tussen intuïtie en ratio beïnvloeden. Als voorbeelden van dit soort wetten worden de gulden snede, het perspectief en Newtons kleurenleer genoemd.

<span>Gijs Assman, <em>Wraakveulen</em>, 2012.</span>

Gijs Assman, Wraakveulen, 2012.

Reizen door ruimte en tijd
Bonno van Doorns Naked in Space (2014) is een levensgrote open maquette met daarin een verzameling voorwerpen die doen denken aan reeds in de kunstgeschiedenis opgenomen meesterwerken. Zo is er een geel stuk schuimrubber, omwonden met wit gaas dat gepresenteerd wordt op een houten kist waar museumstukken doorgaans in vervoerd worden. Banaal genoeg doet het denken aan een frietje met. De op de kist gestencilde woorden ‘do not touch’ laten het publiek weten dat het er niet aan mag komen: een roep om de beteugeling van het instinct?

Verschillende typen sculpturen versterken het idee dat dit een mini-museum is. Of, en dit wordt ingegeven door de titel, een visualisatie of afspiegeling van de Voyager Golden Record. Deze gouden plaat, met daarop beelden en geluidsopnames van onze aardse kunstschatten, werd gelijktijdig met de twee Voyager raketten in 1977 de ruimte in gelanceerd.

Het vervreemdende dat van Doorns Naked in Space oproept klinkt door in Rik Meijers’ oeuvre. Zowel zijn filmpjes als doeken, polaroids en tekeningen gunnen de bezoeker een blik in een wereld die aaneengeregen lijkt te zijn door occulte en mystieke praktijken. In de serie tekeningen lijken klassieke beeldprincipes, wiskundige motieven en totale chaos elkaar te omhelzen. Stijlcitaten zijn niet van de lucht. Zo staat de bezoeker oog in oog met een aapje aan een ketting dat doet denken aan Koons’ vereeuwiging van Michael Jackson met zijn aap Bubbles. En dient in het woord ‘Metz’ op de flessendopjes, een van de onconventionele materialen waarmee Meijers werkt, alleen de letter ’t’ vervangen te worden door een ‘r’ om de verwijzing naar Kurt Schwitters’ Merzbau letterlijk te maken.

Eerst zien, dan geloven
Met het tentoonstellingsconcept is iets paradoxaals aan de hand: op een steeds dwingender manier wordt betoogd dat Order & Chaos onderzoekt in hoeverre een onderliggende logica, bijvoorbeeld dus de gulden snede, aanwezig is in het maakproces van de hedendaagse kunstenaar. ‘Wanneer ‘klopt’ iets en waarom?’ Het is over en uit met dit onderzoek wanneer enkele regels later de conclusie wordt getrokken. De getoonde kunstenaars varen op hun intuïtie en laten beelden ontstaan zonder vooropgezet plan.

Gijs Assman, <em>Twin Peaks</em>, 1999.

Gijs Assman, Twin Peaks, 1999.

Dat een dermate dwingend tentoonstellingsconcept ten koste gaat van de beleving is evident. Hoewel de tentoonstellingstekst een paar iets te korte bochten neemt, toont Garage Rotterdam met deze groepstentoonstelling een aantal interessante werken die in zichzelf wél een dualiteit lijken te herbergen. Gijs Assman, een kunstenaar met een divers oeuvre, wat ook blijkt uit het werk dat hier getoond wordt: keramiek, werk op papier, textiel en ruimtelijke sculpturen, zijn Wraakveulen (2012) is daar een voorbeeld van. Een wit stoffen paard met de tong uit de mond, gestalte gegeven door een kruk. Ook hier komen de Grieken weer terug. Het werk doet onmiskenbaar, de titel is slechts een extra knipoog, denken aan het paard van Troje. Weliswaar als een diapositieve versie, want zacht en aaibaar, maar het gehalte niets-is-wat-het-lijkt wordt er niet minder van.

Assmans keramieken sculptuur Twin Peaks (1999) toont twee roze dennensparren, of zijn het buttplugs? De analogie met Paul McCarthy’s Santa Claus aka Kabouter Buttplug is, we zijn nota bene in Rotterdam, niet te missen. Nader onderzoek wijst uit dat Assmans Twin Peaks eerder het levenslicht zag dan McCarthy’s variant. Stijlcitaten verwijzen dus soms ook de andere kant op.

Advies voor zij die de tentoonstelling willen gaan bezoeken is om de dwingendheid van de opstelling die deze tentoonstelling is, de tentoonstellingsteksten en werkbeschrijvingen, die vaak heel letterlijk beschrijven wat je ziet, incluis, te laten voor wat ze zijn en zelf op onderzoek uit te gaan. In de chaos van hetgeen dat kapot- of uiteenvalt kan een nieuwe orde ontdekt worden. In dat kader zei Nietzsche, nota bene de filosoof met de hamer, dat de ware tragedie geboren wordt in de samenkomst van het Apollinische en Dionysische. De oude Grieken en de mythe van het kunstenaarschap: ze zijn nooit echt ver weg.

Boeken / Non-fictie

Een nimmer eindigende zoektocht

recensie: Barend Schuurman - Bachs cantates toen en nu

.

De opvatting dat enkel gelovigen werkelijk tot de essentie van Bachs composities door kunnen dringen is er een die gelukkig voor een groot deel achter ons ligt. Waarom zou iemand die van God noch gebod weet niet van Bachs muziek kunnen genieten? Vele luisteraars worden ontroerd tijdens het luisteren naar de eeuwenoude muziek. Zie alleen al het aantal mensen dat jaarlijks door Bachs Passies wordt gegrepen en nooit meer losgelaten. Echter, wie enkel de cantateteksten bestudeert zal vermoedelijk niet tot tranen toe geroerd worden. Is het dan alleen de muziek die beklijft of bestaat er wel degelijk de mogelijkheid iets uit deze teksten te destilleren?

Worsteling
Wie de vraag stelt moet hem beantwoorden en wie zou dit beter kunnen dan de man die veertig jaar lang de Bachcantatediensten in de Rotterdamse Laurenskerk leidde: Barend Schuurman. Ook Schuurman worstelde met de teksten. Zoals hij het zelf omschrijft bewogen deze zich voor hem tussen ‘vrome onzin’ en ‘dit kan niemand meer serieus nemen’. Enkel de muziek het werk laten doen was geen alternatief en dus begon dit project om de libretto’s te duiden. Dat resulteerde in dit prachtig vormgegeven boek. ‘Deels om de teksten vanuit de traditie te kunnen begrijpen, maar ook om van daaruit lijnen te trekken naar de huidige tijd.’

Schuurman beantwoordt de vraag wat toch aan te vangen met deze religieus doorspekte teksten door gebruik te maken van een zeer gestructureerde opbouw. In het eerste deel behandelt hij een aantal cantates voor alle zondagen van het jaar en die voor speciale gelegenheden. Was Bach een groot pedagoog, ook Schuurman weet met zijn heldere schrijfstijl, intelligente uitleg en verrassende verbanden de taal die ons soms zo onbegrijpelijk in de oren klinkt inzichtelijk te maken. Mooi is hoe hij latere literatuur bij zijn toelichtingen gebruikt. Zoals bij de cantate Meine Seufzer, meine Tränen, waarin hij betoogt dat de ‘bittere drank’, genoemd in het vierde recitatief, beeldspraak is voor het uitblijven van de bruidegom. Van de bruiloft. Om vervolgens een gedicht van Gerard Reve te citeren: ‘Dat Koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?’

Lijnen trekken
Om een lijn naar het heden te trekken moet er een verleden zijn. Schuurman schetst een uitgebreid beeld van de achttiende-eeuwse mens en maatschappij. Bach woonde en werkte in twee strikt gescheiden en onverzoenbare werelden, de wereld van God en die van de mensen. Het leven op aarde dat slechts  grond had als voorbereiding op het eeuwige. Een pessimistisch mens- en wereldbeeld dat ook in de libretto’s tot uiting komt. Langzaamaan verbrokkelt dit wereldbeeld en belanden we in de geseculariseerde tijd. Al vroeg in de twintigste eeuw formuleert Albert Schweitzer (theoloog, filosoof) een visie op het vraagstuk hoe om te gaan met de teksten:

Bach is zo groot, dat hij de zwakke positie die de tekst ten opzichte van de muziek inneemt ophief. Bach inspireert de teksten en niet andersom. (…) De teksten blijven steken in het onvermogen, maar Bach en zijn muziek brengen ze op een hoger plan.

Zoektocht
Aan de hand van vier thema’s (God, mens en wereld, leven en dood, Jezus) die de basis voor iedere geestelijke cantate vormen, beschrijft Schuurman de traditionele geloofsvoorstellingen, maar dan vanuit een ander perspectief. Hij haalt schrijvers, dichters en filosofen aan om tot dit andere perspectief te komen. Bij het thema Jezus voert hij een gedicht van J.W. Schulte Nordholt op, Een joodse man uit het jaar nul. Jezus als mens, een rebel. Daarnaast gebruikt hij de Duitse filosoof Karl Jaspers om duidelijk te maken dat er ook in deze tijd twee werelden zijn: enerzijds de feiten (Jezus als historisch figuur) en anderzijds ‘hoe iets voor mij is’. Bij die individuele zoektocht naar hoe iets voor mij is, kunnen we ons laten inspireren door de werkelijkheid van kunstenaars waaruit dan een andere Jezus opstaat. Schuurman roept ons op ook zelf op zoek te gaan en Bachs teksten van hun dogmatische obsessie te ontdoen. Te zoeken naar een nieuwe betekenis, langs de weg van schrijven, denken en discussie. Op verdieping en verrijking van het leven!

Theater / Voorstelling

Een ritmisch samenspel van figuren in dans

recensie: Batsheva Dance Company - Sadeh21

.

Gewelddadig intens: Sadeh21 is een mooi uitgevoerd samenspel waarin vierkante, ronde en rechte vormen lichamelijk gevisualiseerd worden. Al spelende creëren de dansers van Batsheva Dance Company een gevoel van affect door zowel aanraking als het spel met de zwaartekracht . Het podium is strak en eenduidig, wat past bij de lijnen die de dansers met hun lichamen vormen. Het creëren van rondingen met het geheel of delen van het lichaam brengen, naast het ludieke gebruik van spraak, het speelse karakter van de voorstelling naar boven. De voorstelling is visueel krachtig en mooi met een vleugje luchtigheid.Van rond naar vierkant, van hoog naar midden naar laag, van op elkaar naar onder elkaar, naast elkaar, aan elkaar: het zag ernaar uit dat de dansers geen enkele denkbare pose waren vergeten. Elk spiertje, elk stukje grond, elk stukje lucht werd gebruikt. ‘Traditionele’ pliés met daaropvolgend strakke hoekige lijnen, ofwel het losdraaien van de heupen, waren enkelen van de heldere bewegingen die in één individuele danser in elkaar over liepen. Ook in het samenspel liepen de bewegingen op ritmische wijze over van danser op danser, alsof zij samen één waren. Eén stroom in één beweging, met of zonder muziek: de dansers van Batsheva Dance Company dansten synchroon op het ritme dat zij met elkaar deelden.

Aan elk verhaal komt een eind
Sadeh21 kan niet getypeerd worden als een voorstelling met een verhaallijn. Desalniettemin was het eerste wat na afloop van de voorstelling bij mij naar boven kwam: aan elk verhaal komt een eind. Waarom ik dit gevoel had, is mij nog steeds niet geheel duidelijk. Ik geloof wel dat elke individuele danser een verhaal heeft verteld: een verhaal van kracht, gevoel en in zekere zin ook toewijding. De eerste minuten van de voorstelling was gewijd aan solo’s, vervolgens kwamen er duetten en uiteindelijk stond het podium vol met dansers. Elke danser leek een verhaal over intensiteit te willen uitten. Alleen, met een tegenspeler of met meerdere anderen: dat er een verhaal gaande was, was duidelijk.
Aan het einde van de voorstelling sprongen de dansers stuk voor stuk van een hoge muur en klommen vervolgens de muur opnieuw op, om daarna wederom van de muur af te springen. Dat was het einde van hun verhaal.

Boeken / Fictie

Onderzoek de werelden die niet de jouwe zijn

recensie: Rens van der Knoop - Twee mannen spreken elkaar onopgemerkt aan

Hoe vormen onze observaties en de woorden die we uitspreken de wereld en de mensen om ons heen? Hoe beïnvloeden deze twee op hun beurt weer onze eigen identiteit? Het poëziedebuut van Rens van der Knoop, Twee mannen spreken elkaar onopgemerkt aan, is te lezen als een onderzoek naar het proces van beeldvorming.

Uit de bundel komt een sterk verlangen naar verbinding en eenheid naar voren. Gedreven door nieuwsgierigheid, en met de verbeelding als instrument, wil alles gekend en onderzocht worden. Uiteindelijk blijkt de grens tussen een individu en de buitenwereld die hem omringt flinterdun te zijn. Thema’s die in de bundel aan bod komen zijn de tijdelijkheid van de eigen identiteit, volheid en leegte, het tot stand brengen van eenheid, en de rol die taal daarbij speelt.

De kracht van woorden
Van der Knoop lijkt op zoek te zijn naar het almaar vergroten van het persoonlijke referentiekader dat je wereldbeeld altijd inperkt. Via de taal, observaties en de verbeelding verplaatst hij zich in anderen en probeert via een onbevooroordeelde, lege staat van zijn opnieuw gevuld te worden met ervaringen en plaatsen die niet per se de zijne zijn. Ook stelt hij vragen die een verlangen naar eenheid suggereren.

Als ik me leeg zou maken
door alles uit te ademen dat ik tot nog toe heb gedaan
zou ik de stad dan kunnen ontvangen?

Taal is in deze bundel een instrument om afstand te overbruggen. Woorden kunnen een wereld scheppen als je ze uitspreekt. Tegelijkertijd zit de verraderlijkheid van taal in de meerduidigheid ervan en is het maar de vraag of we steeds precies kunnen zeggen wat we bedoelen.

Ik heb veel gezegd met steeds hetzelfde woord
dat met zijn zachte uitlopers naar beide kanten uitgestrekt
in de ruimte tussen verliefdheid en verdriet leeft
en dat ongetwijfeld meer vormen heeft dan ik heb kunnen vinden

De kracht van verbeelding
Het is mooi aan deze bundel dat scherpe observaties en gebruik van de verbeelding als instrument als heel waardevolle methoden worden neergezet om de werkelijkheid te leren kennen en te onderzoeken. In het gedicht ‘Schrijver’ probeert een schrijver de ervaring van vrijheid te onderzoeken door zich in te leven in twee jongens die naakt gaan zwemmen in een meer. Het gedicht eindigt met:

en in het water in hun navel
dat trilt bij elke beweging
en verdampt als de adem van die schrijver
die zucht
op zijn warm geworden handen

De vrijheid is via de verbeelding in de realiteit voelbaar geworden in de ontspannen, warme handen van de schrijver. Zoveel kracht heeft fantasie.

De bundel is een krachtig pleidooi om nooit genoegen te nemen met je ideeën over de wereld en mensen om je heen. Van der Knoop nodigt de lezers uit een houding aan te nemen waarin steeds wordt gezocht naar nieuwe, onbekende facetten en deze te omarmen. Ook al vindt dat onderzoek plaats in de verbeelding, ook daar kan – zie de briljante, prikkelende titel van de bundel – ongemerkt een dialoog ontstaan tussen jou en hetgeen je onderzoekt. En dat maakt je uiteindelijk completer, ook al zal je nooit het eindpunt bereiken waarin alles te kennen is.