Kunst / Expo binnenland

Master Po en de grasshopper

recensie: Woody van Amen & Hidde van Schie - New Romantic Spirit

Als er in TENT al sprake is van een romantische geest dan is het vooral de geest van de tijd: popart-Rotterdammer Woody van Amen (1936) toont zijn werk samen met schilder/singer-songwriter Hidde van Schie (1978). Op een persoonlijke manier verzorgen de meester en de leerling een dynamische tijdreis door een smeltkroes van beelden.

Een feest van vorm en kleur straalt de bezoeker bij binnenkomst tegemoet. Er is neonlicht tussen vreemde gitaren, obscure objecten, oosterse tekens en huilende vogels. In de ruimtelijk gecomponeerde expositie lijkt de verbinding tussen de kunstwerken ver te zoeken, maar het is juist de oude en nieuwe romantiek die hier zorgt voor een intrigerend samenvallen van twee werelden.

Constellation with Southern Cross (1999) Woody van Amen

Constellation with Southern Cross (1999) Woody van Amen

Taxat

Ze kennen elkaar natuurlijk, Van Amen en Van Schie: als docent en student aan de Rotterdamse kunstacademie en als bevriende kunstenaars die elkaars werk zien en volgen. Woody van Amen heeft een indrukwekkende loopbaan, die teruggaat tot de jaren zestig van de vorige eeuw. Na een bezoek aan New York is hij de man die popart introduceert in Nederland. Zijn veelzijdige werk komt altijd neer op het herdefiniëren van de bestaande wereld door het gebruik van bekende logo’s en symbolen en alledaagse objecten. Het opnieuw ‘laden’ van deze beelden maakt zijn werk tot een doorlopende en persoonlijke ontdekkingsreis.

De schilderijen van Van Amen zijn meestal samengestelde beelden in een gemengde techniek. In het zinderende Cross Fire (2003) verwerkt hij een neonbuis die refereert aan zijn ook in driedimensionale vorm uitgevoerde symbool ’taxat’. Dit dubbele Zwitserse kruis, dat in een ruimtelijke constructie tevens verwijst naar het swastika-logo, legt een krachtige verbinding tussen veel van zijn werken en beheerst ook het sprookjesachtige Constellation with Southern Cross (1999). Het triviale wordt verheven tot symboliek en verleent een haast magische atmosfeer aan alle uitingen die door Van Amens handen zijn gegaan.

De Onbegrepen Regenboogvogel (2009) Hidde van Schie

De Onbegrepen Regenboogvogel (2009) Hidde van Schie

Huilende vogels

Groot en indringend staren de vogels van Hidde van Schie vanaf de witte wanden naar beneden. In de heftige schildertrant komen hun tranen nog dramatischer over en zorgen voor verwarring: een gevoel van monsterlijke intimiteit, logge maar gevaarlijke beesten met een jeugdtrauma. Van Schie is virtuoos met zijn kwast en zijn kleurenpalet. Dat weet hij zelf ook en je kunt nu eenmaal niet eeuwig met vogels op de proppen komen, dus verlegt hij zijn aandacht – nog wat zoekende – naar andere onderwerpen en technieken.

Het is de sprankelende dynamiek die het werk van Van Schie tekent; hij is volop bezig aan een zoektocht naar beelden die zijn honger naar verbeelding weten te stillen. Dat is goed te zien in zijn collages en tekeningen waar de inventieve en haarscherpe composities elkaar opvolgen. Dit werk hangt in een prachtige duopresentatie met de collages en tekeningen van Van Amen aan een grote langgerekte wand in de tentoonstelling.

We Are One But We Are Not The Same (2010) Hidde van Schie

We Are One But We Are Not The Same (2010) Hidde van Schie

Stratocaster

Hidde van Schie staat met een been in de beeldende kunst en met het andere in de muziek. In zijn uitingen probeert hij beide werelden naast elkaar te bespelen, of zelfs met elkaar te laten versmelten. Zijn installatie We Are One But We Are Not The Same (2010) is daar het meest aansprekende voorbeeld van: een groep gitaren met het kenmerkende Stratocaster-silhouet die als Siamese tweelingen zijn gemodelleerd. De ‘lichamen’ zijn versmolten tot een nieuwe vorm en de halzen zwaaien meerdere kanten uit. Tijdens de opening van de tentoonstelling bespeelt Van Schie met een aantal medegitaristen in een ‘wall of sound’ deze nieuwgevormde mutilaties.

De beeldende kracht van New Romantic Spirit voelt als het maken van een reis aan de hand van twee poëtische kunstenaars. Voor de beschouwer is dat de romantische insteek: een tocht die langs een groot aantal zeer eigen en indringende kunstwerken voert. Ook de beide kunstenaars zijn onderweg, waarbij Woody van Amen inmiddels terug kan kijken op een roemrijk traject en Hidde van Schie buitengewoon goed op koers ligt.

New Romantic Spirit gaat gepaard met een bijzondere catalogus waarin beide kunstenaars het tentoongestelde werk op een intuïtieve wijze hebben samengebracht en afgewisseld met beeldmateriaal, ter inspiratie en registratie van hun kunst.

Muziek / Concert

Met en zonder melodie grappig

recensie:

Dromerige melodieën, Rebergens kenmerkende meisjesstem en poëtische teksten vullen de kleine zaal van Doornroosje. Roosbeef is terug en de geboorte van de nieuwe plaat Kalf is reden voor een nieuwe toer.

G de singer songwriter opent de avond. G haalt een kartonnen gitaardoos van een gitaar van maximaal 75 euro uit zijn gitaartas en plugt de doos in. Een beat wordt opgezet, G krast wat over de gitaardoos en zingt. Nou ja, zingt: Muzikaal is het weinig indrukwekkend, maar deze kale Rotterdammer (‘ik ga zo Feyenoord kijken’) creëert een dusdanige absurde situatie die gek genoeg intrigeert. Nog een voordeel: Roosbeef hoeft niet bang te zijn dat het voorprogramma de hoofdact overtreft.

Koeien
Dan is het tijd voor Roosbeef. Frontvrouw Roos Rebergen is volledig in het zwart, bekijkt wat ongemakkelijk het publiek en zet ‘Amerika’ in, tevens de eerste track van het album. ‘Controleer Mij’ volgt en tijdens ‘Ik Wil Je Dragen’ verschijnt de eerste lach op haar gezicht. Het publiek komt los, de band ook. Tom Pintens die de eerste vier nummers op gitaar speelt, lijkt minder op zijn gemak en maakt een aantal hoorbare foutjes.

Vervolgens worden de rollen omgedraaid. Pintens gaat bassen, Tijs Delbeke neemt de gitaar over en Roosbeef maakt het eerste uitstapje naar het oude werk: ‘Pulpo’. Toepasselijk: dat lied gaat ook over koeien. Oude platen als ‘Twijfelaar’, ‘Nachtauto’ en het briljante ‘Iets Te Veel Wij(n)’ komen voorbij en worden zichtbaar door het publiek gewaardeerd. Met volle aandacht wordt er geluisterd naar de prachtige, komische teksten en dromerige, catchy melodieën.

Vreemde eend in de bijt
Tussen de liedjes door vermaakt Rebergen het publiek met wat anekdotes. Over haar oma bijvoorbeeld, die niet thuis was na een optreden in Groningen (‘Kutwijf’) of over G de singer songwriter. De vreemde gedachtekronkels van de frontvrouw blijken ook zonder melodie erg grappig. De Duitstalige vreemde eend in de bijt op Kalf blijkt het live verrassend goed te doen. ‘Und Man Liebt So Viel’ wordt met volle overtuiging gebracht en zou niet misstaan op een festivalset. Een speciale vermelding verdient de uitvoering van ‘Raak Mij Aan’, speciaal geschreven voor 5 mei. Op de cd bombastisch vormgegeven, met koor en orkest, maar hier klein en met minimale begeleiding gespeeld. Een van de vele hoogtepunten.

Tijdens de toegift vindt er een reünie plaats tussen Roos Rebergen en Reinier van de Haak, zanger van Krach en voormalig gitarist van Roosbeef. Roos haalt Reinier uit de zaal. Echt gepland lijkt het allemaal niet te zijn. Met het nummer ‘Sirene’ (‘we wilden eerst ‘Nachtauto’ doen, maar die kon hij nooit goed spelen’) gaan voor de laatste maal alle registers open. Roosbeef kan terugkijken op een geslaagde avond. En G.? ‘Zijn’ cluppie werd helaas uitgeschakeld in de Europa League.

Muziek

De moeilijke vierde

recensie: Vierde Symfonie, opus 85 (Tanzman Episodes)

De Poolse componist Henryk Górecki (1933-2010) is in Nederland vooral bekend door zijn derde’Symfonie der Klaagliederen’ die hij in 1977 schreef. Dertien jaar na de Poolse première werd hetzelfde stuk door London Sinfonietta in de Britse hoofdstad uitgevoerd. In een klap was Górecki razend populair en zijn cd ging al snel meer dan een miljoen keer over de toonbank.

De meningen onder componisten en musicologen blijven verdeeld. Hoe droevig en aangrijpend de muziektaal van Górecki in dit werk ook was, hij werd al gauw door de modernisten – met name door muziekpaus Pierre Boulez – als eindeloos, goedkoop en sentimenteel bestempeld. ‘Misschien vinden mensen iets in dit stuk wat ze nodig hebben,’ zegt Górecki zelf.

Impact
Zijn wonderbaarlijke muziekinstinct vertaalde hij in een pastorale eenvoud van herhalende motieven, wat het publiek in een diepzinnige extase bracht. En hoewel hij beweerde uit innerlijke behoefte, en nooit ‘voor het publiek’, geschreven te hebben, heeft zijn derde symfonie zo’n impact op de luisteraars gehad, dat platenmaatschappij Nonesuch in 1992 de symfonie als een van haar vier kerstcadeautjes heeft uitgegeven. De andere drie waren Erotica van Madonna, Automatic for People van R.E.M. en heruitgave van Tubular Bells van Mike Oldfield.

De onvoltooide
Górecki vond zijn plotselinge succes vooral lastig. Hij kreeg zelfs het gevoel dat hij’op het verkeerde pad’ was geraakt. De enorme belangstelling kostte hem te veel tijd. Hij zou liever componeren dan erover te spreken. Hij bewees dat hij geen spijtoptant was alleen om media-aandacht te trekken toen hij zich daadwerkelijk terugtrok in een klein huisje te Beskidy in de Poolse bergen. Helaas werd hij ziek. Hij stopte ook met zijn experimentele kamermuziek om in zijn verinnerlijkte smart naar nieuwe klankideeën te zoeken.

De vierde symfonie werd soms reflectie en soms natuurgeweld. De duidelijk intieme fragmenten, door een kamermuziekachtige piano en fluit gespeeld, staan tegenover extraverte, dansante orkestuitbarstingen. Het werk verwijst naar de Poolse componist Alexander Tansman (Tansman Episodes), maar Górecki citeert zijn collega alleen in de eerste vijf noten die in fortissimo herhalingen in verschillende dissonantcombinaties te horen zijn. Hij liet de symfonie bij zijn dood in 2010 na. Zijn zoon Mikolaj, eveneens componist, werkte de partituurfragmenten van zijn vader uit.

Nederlandse Première
Górecki schreef zijn laatste werk in opdracht van NTR ZaterdagMatinee, London Philharmonic Orchestra, Southbank Centre en Los Nageles Philharmonic geschreven. De Nederlandse première die vandaag door het Radio Filharmonisch Orkest (RFO) onder leiding van Reinbert de Leeuw gespeeld werd, was de tweede – dit keer gelukte – poging om het stuk in het Amsterdamse Concertgebouw uit te voeren. De première zou op vijf juni 2010 plaatsvinden, maar ziekte van de componist en het afzeggen van Jaap van Zweden hebben die verhinderd. Misschien is daarom de belangstelling voor het stuk heden bijzonder groot.

De veertig minuten durende symfonie houdt het publiek in de zaal ademloos vast. De agressieve, niet altijd gelijkgespeelde klappen op drie grote trommen tegen een herhaald dissonantenmotief op het orgel zijn een perfecte tegenstelling tot het tweede deel, waar de lagere strijkers en de klarinetten lang en zacht Szymanowski’s Stabat Mater citeren. Helaas laten de fantasieloze koperfanfares de opgeroepen sfeer snel verdwijnen. Toch weet het RFO samen met Reinbert de Leeuw als dirigent tijdens de zeer tedere kloppende-hart-piano-solo de aandacht bij het publiek terug te winnen. Ook wanneer de brute en harde muziek in het laatste deel terugkeert, lijkt iedereen in de ban op het randje van zijn stoel te zitten luisteren.

Boeken / Fictie

Een onvervalste tragedie

recensie: Yves Petry - Liefde bij wijze van spreken

Yves Petry geldt al jaren als een van de boeiendste auteurs uit het Nederlandse taalgebied. Zijn nieuwe roman Liefde bij wijze van spreken bevestigt en versterkt nogmaals zijn toenemende importantie.

Een schrijver van een zoetsappige roman, een na het verlies van hun ouders zwaar getraumatiseerde broer en zus, een noodlottige driehoeksverhouding; bij het lezen van de achterflap kruipt een onbedwingbare drang tot lezen niet acuut door de aderen. Het verhaal is, zoals Flaubert zou zeggen, nogal smal. Maar de schrijver heet Yves Petry (1967) en heeft al een aantal uitstekende romans afgeleverd, zoals De achterblijver en het met de Libris Literatuurprijs bekroonde werk De maagd Marino. En ja, na twintig pagina’s is duidelijk dat ook diens jongste schepping moeiteloos aanhaakt bij zijn constante niveau van de afgelopen jaren.

Een levenslange strijd
Over deze driehoeksverhouding verhaalt Alex Jaspers, een schrijver die na een succesroman hevig twijfelt aan zijn geloofwaardigheid. Op zoek naar zijn eigen stem laveert hij tussen het schrijven van onverkoopbare, maar oprechte boekjes (verhalend over zijn leven als homoseksueel) of bleke, halfzachte  romans die gretig aftrek vinden bij vrouwen van middelbare leeftijd. Uiteindelijk begint hij aan het manuscript waar geen ontkomen aan is. De geschiedenis die zijn leven beheerst moet worden verteld. Schrijven zonder concessies. Of zijn partner én uitgever Henk het nu wil publiceren of niet. Zoals Alex Henk uitlegt: ‘Ik wil mijn boodschap niet afstemmen op de ontvangstfrequentie van jouw dames. Sterker, ik heb geen boodschap.’

Deze geschiedenis begint op de laatste zaterdag van juni 1986. Jasper en Kristien Fielinckx maken zich op voor de jaarlijks terugkerende vakantie met hun ouders. Om de verveling de baas te blijven neemt de zeventienjarige en hevig verliefde Jasper een tas vol boeken mee. Bij vertrek leest hij Kafka’s Liefdesbrieven. Een half uur later zijn zijn ouders dood en begint voor broer en zus een levenslange strijd. Een strijd die beiden op hun eigen wijze voeren. Na het auto-ongeluk is Jasper als een lege huls, literatuur interesseert hem niet meer; eigenlijk interesseert niets hem meer. Zus Kristien komt er wonderbaarlijk goed vanaf en lijkt enkel last te hebben van de gebruikelijke symptomen na zo’n traumatische ervaring. Is het vreemd dat ze een kind wil? Is het vreemd dat ze de homoseksuele Alex vraagt of hij de vader wilt zijn? Kristien weet Jasper te overtuigen: ‘De band van vlees en bloed met het verleden is gebroken. Er blijven alleen herinneringen over. (…) Ik heb een band van vlees en bloed met de toekomst nodig.’

Uitbarsting
Petry weet de individuele worsteling van al zijn personages invoelbaar te maken door het beschrijven van hun daden, gesprekken, gedachten. Het verhaal speelt zich tussen de regels af. Grote emoties ontbreken, een traan valt als manipulatiemiddel, achter een vriendelijk woord schuilt een donker plan. En onder deze geharde laag cement borrelt het, is het wachten op een uitbarsting. Niet of, maar wanneer deze plaatsvindt is de vraag. Dat we hier met een onvervalste tragedie te maken hebben en dat er in een tragedie tenminste een dode moet vallen, doet niets af aan de spanning van het verhaal. Petry weet deze tot het einde toe vast te houden. Liefde bij wijze van spreken is te lezen op meerdere niveaus. Lees het als een tragische, jammerlijke geschiedenis. Probeer het point of no return te vinden; is dat het ongeluk of was er nadien wellicht nog een moment om aan de noodrem te trekken? Lees het ook als een commentaar op de hedendaagse literatuur. Een wereld waarin succes en verkoopcijfers een carrière maken of breken. Maar bovenal: lees het.

Boeken / Non-fictie

De muzikale verzetsvrouw

recensie: Toni Boumans - Een schitterend vergeten leven

‘Vraag me maar niks, want ik vertel je toch niks,’ vertelde Frieda Belinfante haar moeder. Gelukkig sprak ze wel met anderen, anders had Toni Boumans nooit Een schitterend vergeten leven kunnen schrijven en hadden wij niks over deze ten onrechte vergeten verzetsvrouw geweten.

Op 10 mei 1904 kwam het derde kind van Ary Belinfante en Georgine Hesse in Amsterdam ter wereld. Ze noemen het dochtertje Frieda. Ruim negentig jaar later, in maart 1995, sterft zij aan de Amerikaanse westkust. In de jaren daartussen speelt zich een leven af, vol met muziek en liefde, maar overschaduwd door tegenwerking en de Tweede Wereldoorlog.

Frieda Belinfante zou zelf zeggen dat ze vijftig jaar te vroeg geboren was: niet in het midden van de eeuw, maar aan het begin. Daardoor kon ze naar buiten niet zijn wie ze van binnen was. Ze wist al vroeg dat ze op vrouwen viel, maar voor de buitenwacht zijn zij en haar partner vriendinnen. Dit gegeven komt vaak terug in Boumans wat brave biografie. Vooral in Californië, waar Belinfante vanaf eind jaren veertig vooral in het conservatieve Orange County woonde, leidde dit tot geroddel, speculaties en problemen. De brave, behoudende moraal stond in schel contrast met het vooroorlogse Amsterdam, en al helemaal met Frieda’s jeugd- en adolescentenjaren:

Frieda leefde in een wereld die op buitenstaanders vreemd moet zijn overgekomen. Een toegewijde relatie met iemand die er ook andere relaties op na hield, een moeder en een halfbroer die elkaars geliefden waren, het gesteggel met de moeder van Jettie [Bosmans, één van Frieda’s geliefden], het zwalken tussen ambulante muziekklussen om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen – zelf beschouwde ze het allemaal als vanzelfsprekend.

Leven voor de muziek

Toni Boumans maakte eerder voor de NPS een documentaire (uitgezonden in 1998) over Frieda Belinfante. Zij was haar op het spoor gekomen tijdens haar onderzoek naar Willem Arondéus, een van de verzetsmensen die in 1943 een aanslag pleegden op het Bevolkingsregister in Amsterdam. Boumans ontdekte dat Belinfante hier ook bij betrokken was, én dat bijna niemand in Nederland meer wist wie zij was. Ze sprak Belinfante twee maal, in 1989 en 1994. Die gesprekken vormen ook de basis voor de nu verschenen biografie.

In Een schitterend vergeten leven. De eeuw van Frieda Belinfante reconstrueert Boumans het leven van deze vrouw die voor de muziek leefde, maar daarin continu gehinderd werd. Het begint al vroeg: Belinfante krijgt op naar negende een cello, maar het duurt jaren voordat een leraar de houding van haar vingers corrigeert. Al die jaren had zij, zonder het te weten, verkeerd gespeeld.

Later ontdekt Belinfante dat ze liever een orkest dirigeert dan er in speelt. Maar als het al lastig is voor vrouwelijke musici om een plaats in een symfonieorkest te verwerven, zijn vrouwen die dirigeren al helemaal uit den boze. Het duurt tot de jaren vijftig voor Belinfante, in de VS, een eigen orkest leidt. Van iedereen krijgt ze lof toegezwaaid, tot en met Eugene Ormandy aan toe, maar van een leien dakje gaat het toch niet: zo duurt het niet lang of ze botst met het bestuur, dat met het orkest een andere richting inslaat dan Belinfante prettig vindt.

Verzetsvrouw

De Tweede Wereldoorlog heeft Frieda Belinfantes leven overhoop gegooid, stelt Boumans en dat toont ze overtuigend aan. Daags na de Duitse inval pleegt Frieda’s broer zelfmoord. Bijna de gehele familie van haar vaders kant, Amsterdamse joden, is in de concentratiekampen vergast. Zijzelf, half joods, probeert zo actief mogelijk te zijn in het verzet. Ze vervalst persoonsbewijzen, waar ze goed in is, en helpt mensen onder te duiken.

Maar, weten zij en haar verzetsvrienden, dat is niet genoeg: het bevolkingsregister, waar kopieën van alle persoonsbewijzen bewaard liggen, moet in vlammen opgaan. Boumans vertelt dit redelijk rechttoe rechtaan, een toon die zij in Een schitterend vergeten leven consequent hanteert, waardoor de betekenis van deze actie niet helemaal overkomt. Na een aantal mislukte pogingen, lukt het de groep uiteindelijk op 27 maart 1943. De aanslagplegers worden al snel opgepakt. Belinfante, die niet mee op pad was gegaan, verliest veel van haar vrienden. Wanneer ze – terecht – het gevoel krijgt dat de Duitsers van haar medewerking op de hoogte zijn, breekt een periode van onderduiken en onzekerheid aan. Toch laat zij zich niet geheel uit het veld slaan: zo slaapt ze onder meer in het huis van Arondéus – wat wel de laatste plaats moet zijn waar de Duitsers haar verwachten, redeneert ze. Uiteindelijk vlucht ze naar Zwitserland.

Wanneer ze terugkeert naar Nederland, probeert Frieda de draad weer op te pakken. Maar dat Nederland na de oorlog verder gaat alsof er niks is gebeurd, kan ze niet begrijpen. Zij ziet ‘een verontrustende leegheid’: overal zijn sporen van wat er was en wat verdwenen is – van wie er verdwenen is. Ze kan niet wennen en besluit te emigreren. Ze gaat naar Amerika, en laat haar benauwde Hollandse leven achter zich.

De biograaf op de achtergrond

Het grote geluk van Toni Boumans is geweest dat zij tweemaal met Frieda Belinfante heeft kunnen spreken, zelfs toen zij het jaar voor haar dood hevig ziek was. Een aantal van haar uitspraken staat, samen met die van haar vrienden en kennissen, in de tekst. Meestal wordt dit aangegeven door een kort zinnetje als ‘zegt zij hierover’ – vreemde, a-temporale zinnen die nooit helemaal in de in de verleden tijd geschreven tekst passen.

Dit zouden we een mislukt experiment kunnen noemen. Schadelijker voor Een schitterend verdwenen leven is de positie die Boumans zelf inneemt: zij blijft op de achtergrond. Ze beschrijft het leven van Frieda Belinfante zonder haar acties te duiden, haar te verklaren, betekenis te zoeken. De biografe zou best meer duidend op de voorgrond mogen treden en verbanden mogen trekken tussen de verschillende facetten van Frieda’s leven. Zodoende kleurt Toni Boumans netjes binnen de lijntjes, maar het maakt Een schitterend verdwenen leven net iets te schools.

Muziek / Concert

Warm en zelfverzekerd eerbetoon

recensie: Margriet Sjoerdsma

Vorig jaar was de eerste A Tribute to Eva Cassidy-tournee van Margriet Sjoerdsma. Dit jaar toert ze onder dezelfde noemer, maar dan de reprise-show. Sjoerdsma treedt opnieuw op met Dan Cassidy, de broer van Eva.

Een nieuw jaar met een nieuwe tournee betekent in dit geval ook een nieuwe selectie liedjes, aangevuld met een paar die gewoon niet mochten ontbreken. Van sommige liedjes krijgt zelfs een terugkerende luisteraar immers geen genoeg als ze goed worden uitgevoerd. Dat we hier te maken hebben met kwaliteit wordt andermaal onderstreept door de medewerking van Dan Cassidy, een van de schatbewaarders van het postume repertoire van Eva Cassidy.

~

Goed kan beter


Het verhaal mag bekend zijn, maar een resume kan toch geen kwaad. Margriet Sjoerdsma pakte het idee op een eerbetoon te geven aan de veel te vroeg overleden zangeres Eva Cassidy. Ze bestudeerde haar interpretaties van liedjes van anderen, want Cassidy schreef zelf geen liedjes; ze bewerkte en interpreteerde composities van anderen en wist die vaak naar veel grotere hoogtes te brengen dan het origineel. Sjoerdsma wilde de liedjes daarom exact zo zingen als Cassidy dat deed. Ze kroop als het ware in diens huid waardoor ze de sympathie voor het project won van Dan Cassidy – die zelfs zijn medewerking verleende aan het in eigen beheer opgenomen album.

De eerste tournee met dit werk en met Dan werd in 2014 gehouden en leverde lovende kritieken op. Maar wat goed is kan soms toch nog beter, moet Sjoerdsma gedacht hebben en ze vatte het plan op om in 2015 een reprise aan het concert toe te voegen. Opnieuw beloofde Dan Cassidy zijn medewerking. Hij is overgekomen uit IJsland, zijn huidige woonomgeving.  

Daar waar vorig jaar nog het voorzichtige gevoel ontstond dat er bijna heiligschennis gepleegd werd op het erfgoed van Eva Cassidy, is die schroom nu volledig weggevallen. Margriet Sjoerdsma vertolkt als een herboren Cassidy zelfverzekerd de liedjes met veel eerbetoon, terwijl Dan Cassidy zijn viool uitbundig laat klinken.

~

Zelfverzekerde waardigheid


Ingeklemd tussen twee uitvoeringen van het prachtige ‘What A Wonderful World’ speelt Sjoerdsma met haar band een dik uur liedjes die Eva Cassidy in haar korte leven opnam. De band, bestaande uit Arie Storm (gitaar, drum, zang), Cord Heineking (bas, piano, zang) en Dan Cassidy (viool, zang), begeleidt Sjoerdsma (zang, piano, banjo) op uitmuntende wijze, terwijl ze genieten van het onderlinge spelplezier.

Hoogtepunten zijn er genoeg te melden, zoals het Curtis Mayfield-nummer ‘People Get Ready’, of het direct na de pauze op de kruk zittend gezongen ‘Autumn Leaves’. Wat te denken van het a-capella gezongen ‘Tennesse Waltz’, dat de goede stemmen van de heren ook even onderstreept. ‘Say Goodbye’ is de persoonlijke favoriet van Sjoerdsma en gaat aan de publiekslieveling – het door Sting geschreven  ‘Fields of Gold’ – vooraf.

Maar na de afsluiter ‘What A Wonderful World’, dat Eva Cassidy ooit als laatste lied bij leven in het openbaar zong, is de koek nog niet op. Als echte afsluiter, na een instrumentaal intermezzo van Django Reinhart, is er nog het overbekende, maar o zo mooie ‘Songbird’, dat Sjoerdsma met veel overtuiging en klasse ten gehore brengt.

Wie Eva Cassidy een warm hart toedraagt, kan absoluut niet om een bezoekje aan een van de shows van deze tournee heen. Sjoerdsma wekt haar bijna weer tot leven met veel gevoel, eerbetoon en dus waardigheid. 

Live in Nederland:

6 maart Kennemertheater, Beverwijk
7 maart North Sea Jazz Club, Amsterdam

Film / Films

Gewond dier

recensie: Zurich

.

Als een gewond dier strompelt Nina (Wende Snijders) door de truckerswereld. Onverzorgd, ogenschijnlijk verward en vol van verdriet en pijn leeft ze het leven op de weg, meereizend met vrachtwagenchauffeurs. Langzamerhand wordt duidelijk dat de dood van haar geliefde reden is voor haar vlucht, maar dat blijkt niet het enige te zijn.

Ambitie

~

Getergde vrouwen liggen Polak erg goed (zie ook haar indrukwekkende debuut Hemel) en de ambitie straalt van deze film af. Zurich is heel slim opgesplitst in twee delen, die vernuftig naar elkaar verwijzen. Het tweede deel focust op de aanleiding van Nina’s huidige situatie, het eerste deel geeft de ruimte aan haar verdriet en verwarring. Dit komt de spanningsopbouw van de film ten goede, maar vooral geeft het de eerste helft van de film veel meer impact.

De film voelt soms wel lang aan door de nadruk op het gevoelsleven van Nina. De film drijft op haar ervaringen, het verhaal is secundair. Desondanks kom je nooit echt dichtbij Nina, ze blijft ongrijpbaar. Maar Zurich maakt, net als Hemel dat deed, nieuwsgierig naar het volgende project van Polak.

 

Kunst / Expo binnenland

Vrouwelijk naakt op haar best

recensie:

In de tentoonstelling Ontbloot staat het vrouwelijk naakt centraal. Dit is een onderwerp van alle tijden, maar hoe er met dit thema wordt omgegaan is verschillend. In het Haags Gemeentemuseum is nu te zien hoe dit binnen de eigentijdse kunst wordt gedaan.

Zaal overzicht, grote werk is van Martin Eder, Les Nus #0067, 2008, Gemeentemuseum Den Haag

Zaal overzicht, grote werk is van Martin Eder, Les Nus #0067, 2008, Gemeentemuseum Den Haag

In ‘The Vincent Award Room’ worden stukken afkomstig uit The Monique Zajfen Collection gecombineerd met werken van het Gemeentemuseum. De bezoeker wacht een niet al te subtiele ontvangst en wordt gelijk geconfronteerd met: naakt. Een aantal werken lijken op het eerste gezicht zelfs pornografisch, maar wanneer je langer kijkt wordt duidelijk waar de essentie ligt. Het gaat niet om de blote lijven van de vrouwen, maar om hun gemoedstoestand. Zo wordt de bezoeker meegevoerd naar dromerige, kwetsbare, maar ook haast angstvallige stemmingen. De treurige modellen van Martin Eder zijn een goed voorbeeld van deze kwetsbaarheid. Dat de vrouwen naakt zijn verdwijnt naar de achtergrond, de zielstoestand is het belangrijkst.

De vrouwen in de werken van Lisa Yuskavage zijn realistisch en surreëel tegelijk. De dames worden getoond met flinke rondingen en lijken in eerste instantie onschuldig. Niets is wat het lijkt, de poses zijn namelijk uitdagend en erotisch. De onschuldigheid valt echter te wijten aan de cartooneske manier van afbeelden die gepaard gaat met pastelkleuren, hierdoor wordt een andere verwachting gewekt.

Lisa Yuskayage, One girl holding another girl's leg, 1999, The Monique Zajfen Collection

Lisa Yuskayage, One girl holding another girl’s leg, 1999, The Monique Zajfen Collection

Idealistisch wordt kritisch
In de zestiende eeuw werd de vrouw getoond in de perfectie van die tijd: volle heupen, kleine borsten en een parelkleurige huid. In tegenstelling tot het weergeven van een ideaalbeeld lijkt het tonen van de werkelijkheid in deze tentoonstelling toch belangrijker. Hoewel de stijlen van de werken niet natuurgetrouw zijn, is toch een duidelijk beeld van een meer realistische vrouw te zien. Vaak juist verre van perfect. Deze kleine tentoonstelling vormt zo een reflectie op de maatschappij, waarin de ‘perfectie’ van modellen een grote rol speelt. De bezoeker wordt door deze expositie aan het denken gezet: bestaat deze perfectie wel?

Deze zeer kleine, maar mooie en zelfs moraliserende tentoonstelling is het bezoeken zeker waard.
Gezien de omvang van de expositie is het raadzaam dit wel te doen in combinatie met één van de andere prachtige tentoonstellingen in het Gemeentemuseum. Helaas, zou ik bijna willen zeggen, want als bezoeker verlang je toch naar meer..

Film / Achtergrond
special: Internationaal Filmfestival Rotterdam - deel 3

Internationaal Filmfestival Rotterdam – deel 3

In dit laatste deel aandacht voor vier films die deel uitmaakten van het IFFR programma: een Oostenrijkse horror waarin pijngrenzen worden overschreden, een Deense film waarin een bejaarde vrouw opnieuw verliefd wordt, onverklaarbare zelfmoorden onder tieners in de film Bridgend en tot slot een film over oplopende haat in de voormalige DDR.

Wij willen onze moeder terug!
Ich Seh, Ich Seh
Veronika Franz, Severin Fiala (Oostenrijk, 2014)
****

Ich Seh, Ich Seh is een horrorfilm van Oostenrijkse bodem. Een effectieve, zo blijkt: de film hanteert een smaakvolle mengeling van mysterieus, gruwelijk en sfeervol. Het verhaal draait om de tweeling Lukas en Elias, die samen met hun moeder in een modern ingericht huis aan de rand van het bos wonen. Wanneer de moeder na een operatie met haar gezicht in het verband thuiskomt, vragen de jongens zich af of ze wel daadwerkelijk hun moeder is. Ze gedraagt zich namelijk vreemd: zo praat ze alleen maar tegen Elias en kunnen de jongens niets goed doen. Om die reden besluiten ze haar op de proef te stellen, door ongehoorzaam te zijn en te kijken hoe ze daarop reageert.

Ich Seh, Ich Seh is een geslaagde samenwerking tussen Veronika Franz (vaste scenarioschrijfster van Ulrich Seidl) en Severin Fiala, die eerder de handen ineen sloegen voor de documentaire over acteur en regisseur Peter Kern. De film is prachtig geschoten, met veel aandacht voor de stijlvolle inrichting van het huis en de surreële natuurbeelden.  De regisseurs spelen met thema’s als dromen en werkelijkheid, verlangen en behoefte, het bewuste en onbewuste. De zoektocht van de jongens naar hun moeder- is zij wel wie zij zegt dat zij is?- leidt tot een duistere catharsis, waarin de grenzen van pijn overschreden worden. Een wreed en surreëel aandoenend sprookje, maar tegelijkertijd prachtig in zijn zoektocht naar verbinding en hereniging.   

                                         
Aandoenlijke liefde op bejaarde leeftijd
Key House Mirror
Michael Noer (Denemarken, 2015)
****

De Deense regisseur Michael Noer komt met een ander soort film dan dat we van hem gewend zijn: na de realistische drama’s over de onderkant van de maatschappij (R., Northwest) komt hij nu met een emotioneel drama over een bejaarde dame die weer verliefd wordt.

De 76-jarige Lily oogt als een sterke, nog volop in het leven staande bejaarde vrouw. Samen met haar bedlegerige man Max woont ze in een verzorgingstehuis, maar enkel om bij hem te zijn en voor hem te zorgen. Ondertussen worstelt ze met haar eigen behoeften, want zoals ze zelf aangeeft is Lily eigenlijk nog te vitaal voor het verzorgingstehuis. Dan komt er onverwachts hoop in de vorm van de liefde, want haar 80-jarige Zweedse buurman weet iets in Lily los te maken.

Key House Mirror is een mooie film over ouder worden, gezondheid en je leven een nieuwe draai geven. Acteurs  Ghita Nørby en Sven Wollter zetten het verliefde stel overtuigend en warm neer, waarbij een komische noot maar ook de nodige tragiek niet ontbreekt. Noer weet hiermee zijn film een goede balans mee te geven en bewijst ook met dit genre uit de voeten te kunnen.


Onverklaarbare tienerzelfmoorden
Bridgend
Jeppe Rønde (Denemarken, 2015)
***

Bridgend is gebaseerd op waargebeurde gebeurtenissen in het gelijknamige Welshe plaatsje.  Nieuwkomer Sara wordt geconfronteerd met een reeks mysterieuze tienerzelfmoorden.Wanneer ze met haar nieuwe vrienden in het bos afspreekt, blijkt dat een goede vriend daar zelfmoord heeft gepleegd. De vrienden brullen zijn naam en springen vervolgens in het meer. Een vreemde bedoening.

De film volgt de tieners op hun zelfdestructieve pad: meer zelfmoorden volgen. De Deense regisseur Jeppe Rønde heeft jaren onderzoek gedaan naar wat er zich in het stadje afspeelde (de situatie van de zelfmoorden is nog steeds actueel) en geeft met Bridgend een sfeerbeeld. Er wordt niets verklaard en veel aan de verbeelding overgelaten. De troosteloosheid van het stadje,waarin tieners een verveeld leven leiden en de enige spanning het ageren tegen je ouders is wordt goed gevangen. Het mysterie rondom de zelfmoorden krijgt een extra dimensie door een chatprogramma, waarvoor je een uitnodiging moet krijgen om mee te doen. Door de gebeurtenissen komt ook het leven van Sara op zijn kop te staan. In hoeverre is zij bestand tegen de negatieve, grimmige sfeerdie heerst in Bridgend?

Bridgend slaagt er in een grimmige duisternis over te brengen. Het rauwe realisme wordt afgewisseld met magische beelden van het bos, waar de tieners hun dode vrienden aanroepen en naakt in het meer drijven. Toch werkt de film niet helemaal bevredigend: we zien slechts wat er zich aan de oppervlakte afspeelt. Sfeer overheerst boven inhoud, waarmee de film vooral een mooi visueel plaatje is waarin de grimmige gebeurtenissen snel weer vervliegen.

 

Opeenstapeling van haat
Wir sind jung. Wir sind stark.
Burhan Qurbani (Duitsland, 2014)
****

In zwart-wit geschoten volgen we een groepje jonge neo-nazi’s op hun tocht naar destructie. Hoofdpersoon Stefan is er één van hen. Met zijn politieke voorkeur lijkt hij zich vooral af te willen zetten tegen zijn vader, die als lokaal politicus voor de democraten werkt. Gebaseerd op de waargebeurde rellen tegen migranten in Rostock, Duitsland in 1992, laat regisseur Burhan Qurbani de aanleiding tot de rellen zien vanuit drie perspectieven: die van het groepje neo-nazi’s, Stefans vader en de Vietnamese Lien. Zijn film bouwt subtiel op naar het moment dat de rellen van start gaan, waarbij de sfeer steeds grimmiger en verwoestender wordt. De povere huizenblokken waar Lien woont worden troosteloos en dreigend in beeld gebracht, als voorbode van wat komen gaat. In de zinderende finale- waarbij tegelijkertijd met de actie het beeld overschakelt op kleur- komen alle personages samen in een tijdperk gevoed door haat.

Qurbani laat subtiel zien hoe verveling, onvrede en massa-oproer tot extreme situaties leiden. En levert een schokkend portret van racisme met de individuele keuzes die daarin gemaakt worden. De Duitse La Haine en This Is England is geboren!


Boeken / Fictie

Een klein theater van verbroken beloftes

recensie: Jenny Offill (vert. Roos van de Wardt) - Verbroken beloftes

De protagonist van Verbroken beloftes had zich voorgenomen nooit te trouwen maar is nu toch echtgenote en zelfs moeder. Met moeite past ze zich aan aan de nieuwe omstandigheden. Al snel wordt duidelijk dat ze nog steeds de wens heeft een ‘kunstmonster’ te worden: iemand die zich alleen met kunst bezig houdt, niet met alledaagse dingen.

In Verbroken beloftes probeert de protagonist (niemand wordt bij naam genoemd in deze roman) een balans te vinden tussen haar neiging zich te storten op het ‘kunstmonsterbestaan’ en haar gezinsleven. Ze stort in als blijkt dat haar schijnbaar perfecte echtgenoot een affaire heeft. Offill laat zien hoe de ‘ik’ afstand neemt door haar plotseling buiten haar eigen verhaal te plaatsen: ‘ik’ wordt ‘zij’, of ‘echtgenote’. Eerder deed ze dit al bij de echtgenoot:  ‘jij’ werd ‘mijn echtgenoot’. Offill toont hiermee op subtiele wijze hoe de onderlinge verhoudingen veranderen.

Minuscule deeltjes

De protagonist analyseert haar leven door haar herinneringen onder een microscoop te leggen. Het boek is in fragmenten geschreven en ieder fragment leeft los van de rest: iedere pagina bevat gemiddeld vier witregels. Offill geeft in een interview met Hobart aan dat ze bewust voor het fragmentarische karakter gekozen heeft, en dat ze zich voornamelijk heeft laten inspireren door een essay (Modern Fiction) van Virginia Woolf. Hierin oppert Woolf dat de kleinste dingen het leven maken, evengoed als dat wat normaal ‘groot’ genoemd wordt.

De fragmenten in Verbroken beloftes zijn een mix van herinneringen, anekdotes, wetenschappelijke feiten, ideeën uit het werk van filosofen en zinnen uit gedichten en romans. Het zijn de atomen zoals genoemd in Woolfs essay, minuscule deeltjes die de hoofdpersoon verzamelde om haar verhaal beter te begrijpen. De weetjes passen in de context van haar leven: ze controleerde ooit feiten voor een wetenschappelijk tijdschrift en is later in haar leven ghostwriter voor een ‘bijna-astronaut’. Doordat de fragmenten zeer variëren in karakter blijft het boek constant verwonderen. Na een opmerking over haar niet erg lieve baby volgt bijvoorbeeld een passage waarin de echtgenote vertelt over een lok haar op het kleine hoofdje dat ze al duizend keer gefotografeerd heeft. Door deze grote afwisselingen is het boek soms pijnlijk, soms grappig en zelfs poëtisch:

Als ze mensen vertelt dat ze misschien naar het platteland gaat verhuizen, zeggen ze: ‘Maar ben je niet bang dat je dan eenzaam wordt?’
        Wordt?

Onderzoeken met MRI-beelden hebben aangetoond dat de pijn die gepaard gaat met relaties die verbroken worden niet alleen emotioneel is. In de hersens van mensen van wie het hart onlangs was gebroken lichtten dezelfde gebieden op als die bij hen die lichamelijke mishandeling te boven komen.

Wat John Berryman heeft gezegd: Ik ben te alleen. Er komt geen einde aan. Konden we maar vluchten, zelfs dat zou beter zijn.

’s Nachts in bed houden ze elkaars hand vast. Als de echtgenote heel voorzichtig is, lukt het haar dit te doen en tegelijkertijd stiekem haar middelvinger naar haar echtgenoot op te steken.

Mozaïek

Er staat werkelijk geen woord te veel in Verbroken beloftes. Dat klinkt wellicht net zo cliché als het onderwerp van dit boek (het huwelijk, overspel), maar Offill heeft simpelweg niet veel woorden nodig om onderwerpen als eenzaamheid, liefde, het gezin, vrijheid en bedrog op een vernieuwende wijze aan te kaarten. Haar zinnen zijn krachtig en afgemeten, en zelfs haar witregels zijn veelbetekenend. De woorden die ze van andere schrijvers leent passen zonder uitzondering perfect in het mozaïek dat dit boek is.

Offill bewijst tevens dat een meesterwerk geen dik werk hoeft te zijn of een origineel onderwerp nodig heeft. Alledaagse momenten kunnen van even groot belang zijn als eenmalige gebeurtenissen, het is aan de schrijver om de moleculen op te merken, de lijnen te volgen, de patronen te ontdekken. En dat is Jenny Offill gelukt: zij heeft woorden gevonden die de lezer ervan overtuigen dat zowel kleine als grote momenten van belang zijn in een plotloos bestaan.