Theater / Voorstelling

Hans van Manen Live bouwt met kracht op naar ontroering

recensie: Het Nationale Ballet - Hans van Manen Live

Met 150 bekende en minder bekende balletten op zijn naam is Hans van Manen terecht een meester in moderne dans te noemen. Het Nationale Ballet koos vier pre-millenniumchoreografieën, stuk voor stuk krachtig maar slechts een fenomenaal.

Met de handen elegant achter de rug gevouwen betreedt de meesterchoreograaf het toneel om zijn applaus in ontvangst te nemen. Een wollen vest met heldere kleuren hangt vanavond gemoedelijk over zijn schouders. Het al luide geklap is plots oorverdovend. Het icoon, zo statig en trots op Erwin Olafs foto’s, is in het hier en nu fragiel en nederig. Maar achter het kleine ronde brilletje schuilt een mastermind met een innovatieve kijk op de academische dans. Het programma toont vier stukken die erg van elkaar verschillen, maar toch de lijn in Van Manens oeuvre goed weergeven.

Kalme start

Het Nationale Ballet - Metaforen - foto Angela Sterling 0139Van het donkere ballet Metaforen uit 1965, waar de avond mee opent, gaat mijn dansante hart helaas niet sneller kloppen. De choreografie staat als een huis, is abstract, kalm en gecalculeerd. De symmetrie met lange lijnen en choreografische spiegelingen zorgt voor een mathematische elegantie, waar je blik helemaal in opgaat. De hypnose laat tegelijkertijd je focus tegelijkertijd verdwalen in de donkerte. Het ensemble en de paren zelf voelen daarnaast instabiel en pril. Het mannenduet mist volwassenheid, waardoor de befaamde schouderlift – wat onbedoeld een statement van homo-emancipatie werd – ietwat klungelig uitpakt.

Chemie in duetten

Tijdens Twilight uit 1972 heeft Anna Tsygankova de broek aan, dat is zeker. Op haar pumps trekt en stoot ze de gewillige Artur Shesterikov aan en af. De off beat muziek van John Cage, gespeeld door de op het toneel geplaatste pianist Robert Greuter, geeft de choreografie een vervreemdende laag. Het klassieke achterdoek hint juist weer naar klassiek ballet. Hoewel de intentie van het temperamentvolle duet wel degelijk naar voren komt, maakt de scheve verhouding tussen de gereserveerde Shersterikov en overdreven Tsygankova te veel kapot.

Waar de chemie tussen deze twee mist, is het tussen Igone de Jongh en Jozef Varga in Two Gold Variations niet te missen. Fascinerend is het spel tussen hen wanneer De Jongh zich in hoekige lijnen vurig tussen de armen van Varga beweegt. Two Gold Variations ging in 1999 in première bij het Nederlands Dans Theater I, maar wordt nu voor het eerst gedanst door het Nationale Ballet. Het duet wordt afgewisseld met een groepschoreografie. Deze geeft een overkill aan kleurrijk geklede dansers en bombastische muziek, die allemaal tegelijkertijd de aandacht opeisen. Vanuit de makers kant bekeken is dit weer fantastisch in elkaar gezet, inclusief vele kenmerkende Van Manenfrases, maar in de uitvoering mist het ensemble eenheid. Spijtig dat ik de uitvoering van het NDT I niet heb ervaren: een vergelijking in uitvoering was interessant geweest.

Ontroerende close-up

Tijdens Live begeleidt Van Manen de blik van de toeschouwer op een geraffineerde manier via videoprojectie van het ‘hier en nu’ naar het ‘daar en nu’ en het ‘daar en toen’. Het Nationale Ballet - Live - foto Angela Sterling 0586Waar de prima ballerina doorgaans op afstand van het publiek de illusie van magische wereld binnen het raamwerk van het toneelbeeld hoog houdt, wordt ze hier onder de loep genomen en door de lens van de camera in realtime menselijk gemaakt. De originele versie uit 1979 met Coleen Davis en Henny Jurriens maakte tijdens mijn studie op video al indruk. Ik kon er alleen maar van dromen dit destijds baanbrekende dansstuk ooit in het theater te mogen aanschouwen. Igone de Jongh, gezien als een van de muzen van Van Manen, is veruit de meest geschikte danseres voor een karakteristieke rol als dit. Onder begeleiding van muziek van Franz Liszt toont de camera de spierspanning en het zweet, die haar prachtig geaccentueerde bewegingen nog intenser en ontroerender maken. Marijn Rademaker, als de hunk die haar tracht te verleiden, houdt zich goed staande. Tijdens hun emotionele duet in de foyer houdt de zaal haar adem in. Alle elementen kloppen. Live is ontroerend en gewoonweg fenomenaal. Maar laten we niet vergeten dat de aanwezigheid van Henk van Dijk, die sinds de première in 1979 de rol van de cameraman vervult, minstens even indrukwekkend is. Met hem op het toneel brengt Hans van Manen ons tijdens Live ook even naar ‘hier en toen’.

Kunst / Expo binnenland

Niemand hoorde de oorlogsverklaring

recensie: Art In The Age Of... Asymmetrical Warfare

In het laatste deel van de reeks Art In The Age Of… Asymmetrical Warfare van het Witte de With te Rotterdam, wordt de relatie tussen kunst en oorlogsvoering blootgelegd. Oorlog wordt echter niet meer gevoerd met geweren en zwaarden.

Het nieuws bericht regelmatig van nieuwe oorlogen en conflicten. Naast het fysieke geweld wordt de verspreiding van informatie over de oorlog als essentieel element in de strijd gezien. De partij die de meeste mensen via de media kan overtuigen van zijn gelijk en die de meest effectieve propaganda kan produceren, wint een oorlog zonder een geweer in de hand te nemen. De kunstenaars die deelnemen aan Art In The Age Of… Asymmetrical Warfare beseffen goed dat kunst ook (visuele) informatie is.

Trevor Paglen, Autonomy Cube, 2014

Trevor Paglen, Autonomy Cube, 2014

Data sneller dan kogels

In A Short Film About War (2009-2010, Thomson & Craighead) zijn teksten te horen uit de blogs van mensen in oorlogsgebied. De aangrijpende teksten worden ondersteund door een wereldkaart die de herkomst van de teksten volgt. De kaart wordt bij elk nieuw bericht afgewisseld met foto’s die in dezelfde periode op dezelfde locatie zijn gemaakt. Rechts van het scherm speelt een tweede film, die de informatie over de herkomst, tijd en locatie van de teksten en foto’s weergeeft. Hoewel de verhalen verontrustend zijn, is het beangstigender te zien hoe snel de informatie erover beschikbaar is.
De angst voor informatie wordt bevestigd door het werk Autonomy Cube (2014) van Trevor Paglen en Jacob Appelbaum. Het apparaat dient als hotspot voor het anonieme netwerk Tor. Het netwerk is zowel een autonoom alternatief voor het gebruikelijke internet, om privacy gevoelige gegevens te beschermen, als een medium waarlangs illegale onderhandelingen plaatsvinden en cyberaanvallen afgesproken worden. Het verspreiden van dit netwerk als kunstwerk lijkt onpartijdig, maar blijkt de dreiging ervan te onderstrepen door de intimiderende verschijning van de hotspot als fysiek object.

Broomberg & Chanarin, The Day Nobody Died IV, june 10, 2008. Lisson Gallery, London

Broomberg & Chanarin, The Day Nobody Died IV, june 10, 2008. Lisson Gallery, London

Voorbij de linie

In het werk The Day Nobody Died IV, june 10 (2008) van Broomberg & Chanarin wordt de rol van informatie op een directere manier zichtbaar gemaakt. Het bestaat uit een ingelijste filmrol en een video die de reis van de filmrol naar de gevaarlijke kern van een oorlogsgebied documenteert. De rol stuit onderweg op veel saaie bureaucratische en militaire procedures, maar geen heftig geschiet of huilende moeders en kinderen. Het is oorlogsjournalistiek die niet in scene is gezet.
In Art In The Age Of… Asymmetrical Warfare is het niet alleen de subjectiviteit van het kunstwerk waar de betekenis in schuilt, ook de informatie is subjectief. De tentoonstelling kijkt kritisch naar alle clichés van kunst over oorlog en neemt een stap terug om met een koele blik naar de processen te kijken die oorlogen bepalen. Juist vanwege deze zeldzame scherpheid is het jammer dat de tentoonstelling aanzienlijk minder groot is dan haar voorgangers.

Boeken / Reportage
special: 33ste Nacht van de Poëzie

Met een lach en een traan de Nacht in

Het was te verwachten: de 33ste Nacht van de Poëzie in TivoliVredenburg wordt deels een dodenherdenking. Niet zo vreemd dat de programmering juist ook uit een stevige delegatie light verse-dichters bestaat. Een afgewogen mix van ernst en kolder, zo komen we de Nacht wel door.

Na een gedegen aftrap van Maarten van der Graaff, de debutant die de Nacht vorig jaar afsloot, arriveren we via de immer met-de-lach-aan-de-broek optredende Ivo de Wijs bij de eerste dode: cabaretier/muzikant Mike Boddé zingt als eerbetoon een aantal liedjes van de dit jaar overleden troubadour Drs. P. Dat doet hij goed, met veel respect voor de tekstkwaliteit van de oude doctorandus, maar niet zonder enig effectbejag – de dictie, het timbre – waardoor het geheel al snel op een koefnoense persiflage begint te lijken.

K. Schippers brengt ons weer bij de levende realiteit met zijn kleine readymades die het gewone ongewoon maken. In Zwart reduceert hij zijn eigen woorden: ‘Zie van deze letters,/ die u hier leest,/ heel even alleen maar/ het zwart of elke/ betekenis is weggeglipt./ Staketsels en rondingen,/ meer niet’. Na deze weerslag van nuchtere essentie neemt hij afscheid met zijn armen triomfantelijk in de lucht gestoken: ‘Zoek je de leegte? Je arm ging er net doorheen!’

De namen

K. Schippers (foto: Annemarie Sint Jago)

K. Schippers (foto: Annemarie Sint Jago)

Dichter en columnist Johanna Geels is de eerste die de namen noemt: haar gedicht Woelgeest draagt ze op aan Rogi Wieg en Joost Zwagerman (‘mijn vader stond in de tuin/ te schreeuwen naar de wolken/ ik tikte op het raam en riep/ dat god verdomme niet thuis was). Spreekstalmeester Ester Naomi Perquin pakt die draad op en deelt mee dat zowel Zwagerman als Wieg genodigden voor deze Nacht waren. Joost Zwagerman wilde liever volgend jaar meedoen, als zijn nieuwe bundel zou verschijnen. Inmiddels weten we dat hij die afspraak niet zal nakomen.

Rogi Wieg is aanwezig met een opgenomen video waarop hij, vanaf de huiselijke bank, een aantal gedichten voordraagt. We kijken en luisteren in stilte naar een man die dood gaat en tegelijkertijd dood is. Wieg declameert ingetogen zijn Roll it waarin hij min of meer zijn afscheid toelicht: ‘Ik schreef en dacht vaak: dit zijn/ laatste regels van de ik die/ in mijn sterrenstof woonachtig is’. Hij schiet vol bij de laatste woorden van het vers dat gericht is aan zijn geliefde die achtergelaten zal worden: ‘Niets dan jij’.

Opluchting

Jules Deelder (foto: Annemarie Sint Jago)

Jules Deelder (foto: Annemarie Sint Jago)

Om het momentum wat kracht bij te zetten, kiezen de programmeurs ervoor om nu de 88-jarige chansonnière Juliette Grèco op te laten komen. De wereldberoemde diva heeft nog een stem als een scheepshoorn maar gebruikt beide handen om zich tussen de liedjes door aan de microfoonstandaard staande te houden. Terwijl het voornamelijk oudere publiek in katzwijm valt bij zoveel nostalgie, trekken de jonge poëzieliefhebbers na twee nummers naar de bar. La Grèco is een icoon, dat is zeker, maar haar breekbare verschijning kan inmiddels niet anders gezien worden dan met weemoed en compassie.

Opgelucht lacht het publiek de beklemming van zich af als Jules Deelder zijn gedichten de zaal in spuwt. Met zijn vampierachtige voorkomen mitrailleert hij De hardnekkige Samaritaan – geheel uit het hoofd – tegen de ademloze tribunes. Bedoeld of niet, de nijpende actualiteit van vluchtelingenstromen in Europa wordt zonder terughoudendheid weergegeven door Deelders grove overrompeling: ‘Ik zeg pleurt op met je halleve jas’. Deelder is een fenomeen, onder geen enkele noemer te vangen: een luchtige wervelwind en snoeiharde mokerslag tegelijk.

Wisselende emoties

Hanneke van Eijken (foto: Michael Kooren)

Hanneke van Eijken (foto: Michael Kooren)

Via de koning van de light verse Lévi Weemoedt, die ook beschouwd kan worden als lichtzinnige entr’acte, belanden we bij Pieter Boskma die zijn Zelfportret als vieze oude man op een haast reviaanse wijze ten gehore brengt. Weer een glimp van dood en verlies, verborgen in een van cynisme druipende voorstelling van de dichter die een jong meisje observeert in de supermarkt. Ook Vrouwkje Tuinman weet van wanten als het om de ironie van ziekte en dood gaat. Haar tragikomische bundel Sanatorium is vergeven van de sterfelijkheid van het lichaam, gecombineerd met de scherpzinnigheid van haar geest.

Dan volgt een rijtje dichters die de Nacht in een laatste versnelling brengen. Sasja Janssen weet de zinnelijkheid van haar dichtregels een voelbaar lijf te geven (‘kleine kleinere aanminnigste allerbinnenste’) met een intiem fragment uit de cyclus Ik ben mijn geslacht. Direct daarna dendert Ilja Leonard Pfeijffer zijn rondborstige alexandrijnen de zaal in. Pfeijffer is een dichter van de zelfvernieuwing, zijn verzen lijken telkens opnieuw geschreven te worden als hij ze op zijn indrukwekkende wijze voordraagt.

We schuifelen met nog een halfvolle zaal naar het einde van de Nacht waar ter afsluiting een optreden van Typhoon gepland staat. Maar eerst nog een welkome verrassing: Hanneke van Eijken weet met haar subtiele eenvoud de wisselende emoties van deze Nacht terug te brengen tot een nuchtere vaststelling:

(…) in alle mensen schuilen tralies, huist een dier
niet alleen de apen, maar vossen en antilopen
bergen zich hier achter steen

de stad hult zich in zwijgende daken
ik ben wakker en beesten ontwaken

forest law, BAK Utrecht
Kunst / Expo binnenland

Voorbije aanmerkingen

recensie: Usula Biemann & Paulo Tavares – Forest Law
forest law, BAK Utrecht

Met Forest Law onderzoekt het Utrechtse BAK (Basis voor Actuele Kunst) voor de serie Future Vocabularies een nieuwe mogelijke toekomst voor de mensheid. In de serie laten ze antwoorden zien op de vragen of er later nog wel mensen zijn, en zo ja, hoe ze leven. Dit keer echter lijkt het onderzoek zich eerder op oude overtuigingen te richten dan op nieuwe theorieën.

De gehele benedenverdieping van BAK is gewijd aan het videoproject Forest Law van Ursula Biemann en Paulo Tavares. Om de achtergrond van de uit twee schermen samengestelde documentaire te begrijpen, is er informatie beschikbaar gesteld over de Sarayahu-zaak. In dit juridische conflict in Ecuador verdedigden inheemse stammen hun woongebied, evenals de bossen eromheen, tegen de grote oliemaatschappijen. In Forest Law horen we verschillende deskundigen uit de inheemse stammen vertellen waarom het bos belangrijk is, niet alleen in Ecuador maar overal ter wereld.

De documentaire zet in met een Philip Glass-achtige muziek. De toon wordt daarmee direct gezet: deze tentoonstelling betreft ernst. Hoewel beide schermen beelden van dezelfde interviews met de stamhoofden laten zien, doen ze dat beide vanuit een andere hoek. De interviews worden regelmatig onderbroken door tekst tegen een zwarte achtergrond. De tekst verklaard met krachtig taalgebruik dat de wereld gerespecteerd en verzorgd moet worden, dat de mens de wereld dreigt te vernietigen.

forest law, BAK Utrecht

Ursula Biemann, Subatlantic, 2015 (still).

Een groter geheel

Zoals een van de geïnterviewde deskundigen van de inheemse stammen verklaart, ziet de westerse beschaving van oorsprong de mens als dier. De stammen in Ecuador beschouwen juist alle organismes als van oorsprong menselijk. Daarom mag er geen natuur vernietigd worden. De westerse beschaving moet een stap vooruit zetten en leren dat natuur behouden moet blijven.

Het is algemeen bekend dat er grote problemen ontstaan met het verder opwarmen en ontbossen van de aarde. De waarschuwing die de stamleden ons geven is daarmee niet geheel onterecht. Toch staan de meeste discussies omtrent ecologie in het teken van de efficiëntie waarmee de snel tekortkomende productie van eten en leefruimte voor een alsmaar groeiende wereldbevolking kan worden opgelost. De standpunten van de sprekers uit de documentaire lijken voorbij te gaan aan het feit dat de wereldbevolking té groot is en té veel grondstoffen nodig heeft om alle natuur te kunnen behouden.

forest law, BAK Utrecht

Ursula Biemann, Deep Weather, 2013 (still).

Een klein gebaar

Met het negeren van al deze omgevingsfactoren komt het project wat naïef over. Dit gevoel wordt versterkt door oudere videowerken van Biemann op de bovenverdieping. Ze laten de oorzaken en gevolgen van het smelten van de ijskappen zien in een poëtisch narratief, dat niet terugkomt in het werk op de benedenverdieping.

De stamleden uit de gebieden in Ecuador hebben hun eigen kijk op de wereld. Het zou kunnen dat die kijk later de overheersende wordt, al is de kans klein. Wat wellicht een belangrijkere boodschap is van dit project, is dat diezelfde stamleden hun gelijk hebben gekregen in de rechtszaal en de media. Het is mogelijk dat stukken natuurgebied worden beschermd door de ideeën van kleine bevolkingsgroepen, en daar mogen de ecologische discussies in de toekomst zeker rekening mee houden.

Kunst / Kunstboek / Non-fictie

Publiek is bijzaak

recensie: Mitch Nemmers – Suppoosten van het dagelijks leven

De Drempelprijs die de Willem de Kooning Academie ieder jaar uitreikt aan veelbelovende kunstprojecten is dit jaar gewonnen door een werk dat niet beeldend is. Suppoosten van het dagelijks leven is een boek over de kunststudent.

In zijn autobiografische werk Suppoosten van het dagelijks leven omschrijft Mitch Nemmers het leven aan de academie en de manieren en denkwijzen die daarbij komen kijken. Vanuit het kunstonderwijs leerde Nemmers de situaties in zijn omgeving te meten aan verfijnde institutionele kritiek. Dit zorgt op veel momenten in het boek voor verbazing over de algemene normen in de museum- en galeriewereld.

Tegen het object

Een van de voornaamste problemen waar de hoofdpersoon mee te maken krijgt zijn de vernieuwde criteria waaraan kunst moet voldoen. Beeldende werken mogen niet meer het narratief van het conceptuele dragen, maar ook mogen ze niet zuiver esthetisch zijn. In de tentoonstellingsruimtes staat kunst die de toeschouwer enkel visueel lijkt te amuseren. Kunst lijkt geen zin te hebben – buiten het verkopen en bekritiseren ervan om.

Om de botsing met de museale wereld te beantwoorden is al het beeldende werk dat de hoofdpersoon maakt vluchtig. Het zijn kleine interventies op straat of gesprekken met personen. De lezer kan ze niet te zien krijgen en omstanders hebben de werken niet als zodanig kunnen herkennen. Zo is de lezer enkel getuige van een houding tegenover de kunst, een persoonlijke legende.

Voor jonge kunstenaars

Het gevoel dat de lezer onderdeel had kunnen zijn van de kunstwerken uit het boek komt in alle gebeurtenissen die de hoofdpersoon veroorzaakt terug. Illustratief hiervoor is de marktplaatsadvertentie die de hoofdpersoon in het begin van het boek online zet om zijn kunstenaarschap te verkopen. Naast de categorie, specialisaties en een aanhef, omschrijft hij zijn bezigheden met de woorden: ‘MULTI INZETBAAR EN MEEDENKEND EN BOVEN ALLES RUIMTEVULLEND.‘

Suppoosten van het dagelijks leven documenteert geen beeldende projecten maar een artistiek leven. De kunstzinnige uitingen die in het boek ter sprake komen worden vernield of tegengesproken. Het laat een mogelijke uitweg zien voor jonge kunstenaars die het niet eens zijn met de kunst: wees alles dat niet het kunstwerk is.

 

Suppoosten van het dagelijks leven is te bestellen (lenen of kopen) via de site.

Film / Films

Prooi én jager

recensie: La prochaine fois je viserai le coeur

La prochaine fois je viserai le coeur is een serial killer film, maar wel een bijzondere.  Het perspectief van politie en dader vallen in deze grimmige Franse film samen.

De Oise, een streek in Noord-Frankrijk, 1978. Een moordenaar heeft het voorzien op jonge vrouwen. Ogenschijnlijk willekeurig slaat hij toe. Om de politie te tergen, stuurt hij hen brieven. Een achtergelaten vluchtauto blijkt een bom te bevatten die een gendarme ernstig verwondt.

De dader kijkt daarbij onbewogen toe. Want al snel leren we als kijker dat de moordenaar in kwestie een gendarme uit eigen gelederen is. Hij is betrokken bij het onderzoek. Lastige collega’s worden door hem uitgeschakeld door middel van explosieven of door opzettelijk het onderzoek te saboteren.

Memorabel geval

La prochaine fois je viserai le coeurDe volgende keer mik ik op het hart – is losjes gebaseerd op een waargebeurde zaak waarbij een gendarme tien maanden lang er lustig op los moordde. De dader heet hier Franck en wordt gespeeld door de Franse filmster Guillaume Canet. Die maakt er een memorabel psychopatisch geval van. Ogenschijnlijk emotieloos pleegt hij zijn daden. Wanneer hij als politieman jacht moet maken op zichzelf gaat hij onderkoeld langs de deuren en toont mogelijke getuigen onbewogen een compositietekening van zijn eigen gezicht.

Wat de moordenaar precies drijft, laat regisseur Cédric Anger in het midden. Wel geeft hij ons diverse hints die we denken te kennen uit andere serial killer-films. We zien een David Hamilton-poster met een dromerig halfnaakt kindvrouwtje in het appartement van Franck hangen. Na een moord doet hij zichzelf opzettelijk pijn door zich te geselen of een bad te nemen in ijskoud water. Wanneer hij een relatie krijgt met zijn jonge huishoudster vernedert hij haar.  Ook gluurt hij vanuit zijn auto bij homo-ontmoetingsplaatsen.

Taxi driver

Auto wordt er sowieso veel gereden in deze film. Canet vertoont in uiterlijk en gedrag opvallende overeenkomsten met een andere beroemde filmgek: Travis Bickle uit Taxi Driver. Regisseur Anger was voordat hij actief films ging maken jarenlang een vooraanstaand filmcriticus en speelt graag spelletjes met de verwachtingspatronen van de kijker en verwijzingen naar de filmgeschiedenis.

Dat we uiteindelijk geen bevredigende verklaring voor de misdaden krijgen opgediend geeft La prochaine fois je viserai le coeur juist een beklemmende spanning. Regisseur Anger toont gortdroog de moorden tot in de kleinste details. Canet maakt van de onderkoelde Franck, wiens gezicht slechts een uitdrukking kent, een angstaanjagend raadsel. Alleen de volstrekt incompetente agenten zorgen af en toe voor enige komische ontspanning in deze verder zo grimmige film.

amy smiling documentary 2015
Film / Documentaire

Beroemd tegen wil en dank

recensie: Amy
amy smiling documentary 2015

Kijken naar de documentaire over het leven van Amy Winehouse, doet ergens denken aan films als Apollo 13 en Titanic — je weet al hoe het af zal lopen. Amy komt alleen heel wat harder aan: de ijsberg is duidelijk zichtbaar, en de betrokkenen stevenen er met volle koers vooruit op af.

“Het leven leert je hoe het geleefd moet worden, als je lang genoeg leeft,” zegt Tony Bennett aan het einde van de documentaire. Het zijn wijze en rake woorden. Muziekgenie Winehouse stierf helaas lang voordat ze voldaan terug kon kijken op een geslaagde carrière, maar tegelijkertijd suggereren de teksten die ze naliet een levenservaring en gevoelsleven die haar 27 jaar ver ontstijgen. Behalve een chronologische vertelling over haar leven biedt Amy met veel beeldmateriaal en weinig commentaar vooral een vrij neutrale, maar toch indringende, kijk op de complexiteit van roem, verslaving en het eigenlijk gewoon liedjes willen schrijven.

Identiteit en de massa

Niet ieder creatief talent is een podiumbeest. Beroemdheden als Heath Ledger, River Phoenix, Kurt Cobain en Michael Jackson hadden allemaal moeite met de keerzijde van bekend zijn: de rioolpers, gillende fans en andere poespas die je er ongevraagd bij krijgt. In een recent interview zei Julia Roberts dat ze blij is dat ze in de jaren ’90 beroemd werd en niet nu. Ze suggereert, net als Bennett met zijn uitspraak, dat je beter eerst je jeugdige onzekerheid van je af kunt schudden en een ‘zelf’ moet hebben opgebouwd voordat een anonieme massa je die opdringt. En dan nog kan het altijd in de publieke belangstelling staan erg confronterend zijn — vooral in Groot-Brittannië, waar de roddelpers gehakt maakt van iedere stapje dat je volgens hen verkeerd zet.

Voordat het bij Winehouse zover was, kon ze haar talent en stem gelukkig in

relatieve rust ontwikkelen. De eerste helft van Amy bevat veel beelden uit die tijd, vanaf haar 14e tot het verschijnen van Frank, haar eerste album, toen ze net 20 was. Regisseur Asif Kapadia heeft veel bekenden van de zangeres uit die tijd geïnterviewd en daarmee veel materiaal verkregen dat nog niet eerder te zien was. Optredens voor een klein publiek en geginnegap met vrienden geven een totaal ander beeld van haar dan de pers. We zien een goedlachse, gezellige meid met een sterk Londens accent die zich prima vermaakt en graag haar stem gebruikt, maar zich totaal niet lijkt te realiseren dat die heel bijzonder is.

Eigen invulling

normale Amy 2015 docu wij kijken netflix

En eigenlijk blijft vooral dat beeld hangen. Anderen — haar managers, vader, geliefde(n) — zien haar graag op grote podia staan en beroemd zijn, terwijl het duidelijk is dat zij vooral graag schrijft en de studio in wil. Toch laat ze zich meeslepen, maar lijkt zichzelf gaandeweg steeds meer te verliezen in de publieke poppenkast. Het blijft allemaal interpretatie uiteraard, maar juist daarom is Amy heel sterk: regisseur Asif Kapadia ervoor heeft gekozen de beelden voor zichzelf te laten spreken, waardoor iedere kijker een eigen invulling kan geven aan het verhaal. Hij deed dat ook in de voortreffelijke documentaire Senna (2010) en deze aanpak maakt dat je ‘het’ voor je ogen ziet gebeuren, zonder toegevoegde mening of dramatisering.

Het enige commentaar is van geïnterviewde vrienden (nooit in beeld) en van Winehouse zelf, soms met woorden maar vaak vooral met lichaamstaal. Dit alles maakt een nabespreking met anderen ook des te interessanter, want medekijkers zien weer andere aspecten van het verhaal en samen kom je tot een completer plaatje. Wel is het uiteraard zo dat Kapadia een keuze heeft gemaakt uit beeldmateriaal en sommige aspecten daardoor meer aandacht krijgen dan anderen. Het valt bijvoorbeeld op dat de mannen in haar leven — vooral haar vader en haar (ex)man Blake Fielder-Civil — erg veel invloed op haar hadden, vooral in negatieve zin.

De drugs en alcohol komen ook uitgebreid aan bod en het is prettig dat Kapadia ook hier het materiaal, begeleidt door Winehouse’s muziek, voor zichzelf laat spreken. Het beeld dat ondanks haar zichtbare teloorgang blijft beklijven, is dat van een verlegen jonge meid met twee talenten die groter werden dan zijzelf, waardoor haar identiteit, haar ‘ik’, vergeten werd. Wat overblijft is een wondermooie erfenis van muziek en deze voor zichzelf sprekende documentaire.

Theater / Voorstelling

In een Donker Woud

recensie: Wunderbaum - Helpdesk

Er zijn momenten waarop je vermoedt dat de moderne stad een reservoir is voor zoveel gestoorden dat het misschien wel makkelijker zou zijn om gewoon de hele stad in een gekkenhuis te veranderen.

Dat lijkt precies wat Wunderbaum gedaan heeft: hier, snap je al snel, is niemand normaal. En niemand is normaal, omdat iedereen is verdwaald – verdwaald in zijn leven. “Op ’t midden van ons levenspad gekomen/,” zo luiden de openingswoorden van Dantes Goddelijke Komedie, “kwam ik bij zinnen in een donker woud/ want ik had niet de rechte weg genomen.”

Nee, de rechte weg (wat misschien een mooie metafoor kan zijn voor het leven zoals we het verwachten als we nog jong zijn) is niet waar deze voorstelling over gaat.

Headset

De opzet is als volgt: op de vrijwel lege 31ste kantoorverdieping van Rem Koolhaas’ hoekige constructie “De Rotterdam” spreekt een vrouw via een headset en een onzichtbaar touchscreen met een arsenaal aan hulpbehoevenden. Mannen, vrouwen, Duitsers, Amerikanen, yuppen, asocialen, moeders, bejaarden – allemaal bellen ze naar “Caren’s Company”, op zoek naar hulp, begrip, zelfs erotisch vermaak. Ook het publiek heeft een headset op en luistert daarmee (stiekem?) de gesprekken af. Op het toneel staat de actrice die Karen speelt (Wine Dierickx); de andere stemmen worden gespeeld door acteurs die je niet ziet. Al luisterend, al adviserend, al organiserend, lost ze de problemen op. Maar het goede aan de voorstelling is dat je geen moment het idee krijgt dat er daarmee ook iets overwonnen is. De problemen zijn als de geluiden van het verkeer, beneden, in een drukke straat: een constante opborreling van nieuwe geluiden. Stil wordt het nooit. Er komt altijd meer.

Een vertrouwd thema

Daarmee heeft Wunderbaum een thema (vervreemding, vereenzaming, techniek) in handen dat zo vertrouwd voelt dat je eigenlijk de hele tijd exact weet waar ze het over hebben, ook al is de uitwerking zo realistisch als een vliegend varken in een tutu. Dit stuk gaat over de eenzame moeder met de twee lieve kindjes, de stille volksjongen, de hippe yup zonder thuisbasis. Het zijn archetypes die we allemaal herkennen. Net als in het echt zie je ze niet, je krijgt alleen flarden van ze mee. Maar waar de flarden in de werkelijke wereld niet meer voorstellen dan een vernislaag waarmee we onze diepste angsten afschermen van de buitenwereld – de vriendelijke knikjes in de supermarkt, een beleefd gesprek langs het hockeyveld – zie je in dit toneelstuk juist de flarden van de schaduwzijde: de neuroses, de perversies, de hopeloosheid.

(Zou je bij zo’n omschrijving nog denken dat het grappig is? Dat is het wel.)

Miss Lonelyhearts

Een paar keer tijdens deze voorstelling gleden mijn gedachten langs het duizelingwekkende uitzicht over nachtelijk Rotterdam en moest ik denken aan Nathanael Wests Miss Lonelyhearts, een schrijnende, superieure novelle over een cynische (mannelijke) dagbladjournalist die vermomt als nette juffrouw de eindeloze stroom brieven beantwoordt die wanhopige, gestoorde lezers afvuren op de zelfhulpcolumn van een louche tabloid. Even later moest ik juist weer denken aan het korte verhaal “The Depressed Person” van David Foster Wallace, over het zompige, zeurderige effect van klagende mensen op hun omgeving.

Het is knap dat Wunderbaum iets heeft gemaakt dat dezelfde urbane leegte vormgeeft zonder dat het predikt of politiseert. Ja, soms gaat het gepruttel te lang door, meanderen de gesprekken wat doelloos rond, verliest het zich in het vage – dat moet je als toeschouwer maar voor lief nemen. Er zitten talloze slimme vondsten in deze voorstellingen (bijvoorbeeld een fuga van verschillende telefoongesprekken). Ik sluit af met deze: omdat Karen eerder in het stuk op internet heeft gezocht naar een crème tegen puisten wordt ze een tijd later opeens door een vrouwenstem gebeld die haar een crème probeert te verkopen. Nadat het gesprek al een tijdje bezig is vraagt ze aan de stem waarmee ze praat of het een mens of een robot is. Geen antwoord. Ze vraagt het nog een keer. Geen antwoord. Verontrust hangt ze op. Is een verkopende computer theatrale fantasie? Misschien niet; we kennen allemaal wel die chatboxen bij telefoonbedrijven waarin je een vraag kan stellen en dan antwoord krijgt alsof de computer een echte persoon is. (“Goedemiddag, waarmee kan ik u van dienst zijn?” Maar wie is dan die “ik”?) Het geeft een inkijkje in een treurige toekomst waarin kleuters naast aap-noot-mies straks ook de turingtest aangeleerd moeten krijgen.

Sufjan Stevens
Muziek / Concert

Magische show van Sufjan Stevens

recensie: Sufjan Stevens @ Theater Carré, Amsterdam
Sufjan Stevens

Een gewaardeerd artiest op een gewaardeerde plek: Een prima combinatie. Op 23 en 24 september staat Sufjan Stevens met band in het prachtige Carré in Amsterdam, het ideale podium voor de luistermuziek van de Amerikaan. Na de duistere release Carrie & Lowell is het maar afwachten wat de normaal vaak uitbundige Stevens in petto heeft tijdens het eerste concert van de twee.

Wat volgt is een gevarieerde set van hoog niveau. Het publiek wordt meegenomen in de magische wereld van Stevens: langs zijn jeugd met tracks van de laatste plaat zoals ‘Should Have Known Better’ en ‘Carrie & Lowell’ en visuals van beelden uit het verleden, naar galmende vocals die bijna kerks aan doen, inclusief dito gekleurde lichten bij het meeslepende ‘Fourth of July’. Daarnaast blijkt Stevens niet vies te zijn van ietwat kitscherige jaren 80 synths en speelt hij enkele nummers erg ingetogen. Kortom, een bijzondere set met veel variatie.

Volle aandacht

Het is bizar hoe een dergelijke diverse show tegelijkertijd erg sterk kan zijn. Waar andere artiesten live vaak in de knoop komen te zitten wanneer ze nummers verschillend ten gehore willen laten brengen, gaat het Sufjan en zijn muzikanten prima af. Ook wanneer de vocals van Stevens lang niet altijd zuiver zijn. Bij de eerste tracks, het intrigrerende ‘Redford (for Yia-Yia and Pappou)’ en het dromerige ‘Death With Dignity’, lijkt hij er nog even in te moeten komen. Ook ‘Drawn To The Blood’ is net niet zo zuiver als op de plaat. Toch heeft dit wel iets breekbaars en tegelijkertijd menselijks. Het is niet erg vals, maar net even anders dan op Carrie & Lowell. De aanwezigen maakt dit niets uit, zij zijn vanaf de eerste tot de laatste noot compleet stil.

Het eerste deel van de set bestaat voornamelijk uit nieuwe songs. ‘Eugene’ is op de plaat al een ‘klein’ nummer, maar live weten de muzikanten uit Detroit het nog minimaler te brengen. De vertrouwde fragiele stem van Stevens komt hier voor het eerst echt goed naar voren en de lyrics komen keihard binnen: “Now I’m drunk and afraid, wishing the world would go away”. ‘Eugene’ is een mega intense track, waar je wel kippenvel van móet krijgen. Ook wordt het prachtige ‘No Shade In The Shadow Of The Cross’ nog mooier en intiemer gebracht dan via de boxen thuis. Alle ogen en oren (in hoeverre dat kan) zijn gericht op het podium en dat is meer dan logisch en verdiend.

Gedurfde stap

Naast magische, intieme tracks is er ook ruimte voor nieuwe nummers die wat experimenteler worden gebracht. Zo is ‘All Of Me Wants All Of You’ behoorlijk dweperig op de release, live gooit Stevens er een exotisch sausje over met een lekkere eighties outro. Moet je van houden, maar eerlijk is eerlijk: het past wel bij de interessante persoon Sufjan Stevens. Dat hij een typetje is, zien we ook wanneer hij bij het oudere ‘Versuvius’ allerlei handgebaren maakt om diverse lyrics uit te beelden. In combinatie met de spacey visuals op de achtergrond wordt dit een nogal hypnotiserend geheel. Dit geldt ook voor het bombastische einde van het meeslepende ‘Fourth of July’, dat veel magischer wordt uitgevoerd dan het origineel. De echo en de effectjes, de samenzang en de opzwepende outro is bijzonder en ontzettend mooi.

Vanavond is ‘Blue Bucket Of Gold’ het laatste nummer, althans voor de toegift. De uitgebreide en vooral lange instrumentale outro doet wenkbrauwen fronsen. Aan de ene kant omdat het muzikale geweld gewaardeerd wordt en aan de andere kant omdat de chaos van geluid wellicht rommelig overkomt. Één ding is in ieder geval zeker: omdat het niet zo toegankelijk is, is het zeker gedurfd om dit tijdens een concert te doen. Het duurt echter net iets te lang om de interesse en aandacht volledig vast te houden.

Adembenemende toegift

Dit weet Sufjan Stevens met oudere nummers in de encore meer dan goed te maken. ‘To Be Alone With You’ is een pareltje dat niet mag ontbreken aan deze diverse maar bijzondere setlist. De uitvoering ervan is nog beter dan gehoopt: het is intiem, er zit emotie in en belangrijker nog: het komt over tot boven in de zaal. Ook ‘John Wayne Gacy Jr.’ is adembenemend. De songteksten zijn steengoed en van de live-uitvoering word je stil. De avond wordt afgesloten met een langzamere versie van het bekende ‘Chicago’, de perfecte song om deze hele gevarieerde maar onvergetelijke avond in Carré te beëindigen.

Margaret Thatcher
Kunst / Expo binnenland

Foto’s die raken

recensie: Recensie: Magnum Contact Sheets
Margaret Thatcher

Het is het ‘beslissende moment’ dat een foto tot een iconisch beeld en symbool voor een bepaalde gebeurtenis in de geschiedenis maakt. Een tentoonstelling in Foam laat zien hoe dit in zijn werk gaat.

Prague Invasion

Prague Invasion, Czeschoslovakia, August 1968. Contact Sheet. C Josef Koudelka / Magnum Photo’s

Welke stappen zetten journalistieke fotografen van het beroemde agentschap Magnum Photos, wanneer ze juist die ene foto uit een reeks van opnamen kiezen? Volgens Stuart Franklin, één van de Magnumfotografen die ook een World Press Photo Award won (1989, 1991), en in Beijing de iconische foto van de eenzame demonstrant voor een reeks tanks maakte (1989), gaat het om de context van ruimte en tijd, samengebald in dat ene moment.

De circa honderd contactvellen die in chronologische volgorde worden getoond, van de jaren dertig uit de vorige eeuw tot 2010, laten ook nog een andere context zien: die van vóór en ná die ene iconische foto. Op die manier wordt de bezoeker geleid naar ‘het’ moment en weer terug. Op de contactvellen zijn markeringen van de fotograaf aangebracht, die zijn keuze of afkeuring aangeven. De uiteindelijke keuze is soms in een scharnierlijst opgehangen, zodat aantekeningen op de achterkant van de afdruk, die je anders nooit ziet, nu ook vallen te bekijken.
Op uitvoerige bijschriften wordt de visie van de fotograaf uiteen gezet. Bij andere exposities zou je ze als bezoeker misschien te lang vinden, maar hier voldoen ze, omdat ze de visie van de fotograaf in het algemeen en zijn keuze in het bijzonder duidelijk verwoorden.

Soorten foto’s

Er zijn foto’s te zien die op ons netvlies staan, zoals Henri Cartier-Bresson ze bijvoorbeeld maakte in de jaren dertig van de vorige eeuw in het Spanje van de burgeroorlog. Of van Robert Capa die D-day vastlegde, en Philip Jones Griffiths die het door napalm getroffen Vietnamese meisje dat wegrent fotografeerde. Deze laatste foto beïnvloedde de politiek, zoals recent de foto van het Syrische jongetje Aylan Kurdi dat dood was aangespoeld op het strand van Turkije.

Che Guevarra

Ernesto ‘Che’ Guevara . Havana, Cuba, 1963. C Rene Burri / Magnum Photo’s

Ook de kwaliteit van veel portretfoto’s valt op. Al dan niet geënsceneerd, zoals Philippe Halsman in 1948 Dali fotografeerde. Soms gemanipuleerd, zoals Malcolm X ‘speelde’ met fotografe Eve Arnold. Of ongemerkt, zoals bij Che Guevara, die de aanwezigheid van René Burri niet meer in de gaten leek te hebben.
Op verschillende manieren, maar allemaal raak getroffen op een wijze die ook de toeschouwer wat doet, zoals Guy Le Querrec over zijn foto van Miles Davis (Parijs, 1969) zei: ‘De diepte van zijn blik is van dezelfde kwaliteit die ook zijn muziek kenmerkt’.

Artistieke status

Margaret Thatcher

Margaret Thatcher. Blackpool, England. 1981 Contact Sheet C Peter Parlow / Magnum Photos

Naast oorlogsfoto’s, reportages en portretten is er nog een ander punt dat in de loop der jaren steeds meer aandacht lijkt te krijgen: de artistieke status van het materiaal. Werner Bischof hecht eraan te vermelden dat zijn foto in een tempel in Tokio refereert aan het werk van de Japanse schilder Hasewaga Tōhaku. Paolo Pellegrin verwijst ernaar dat zijn opname in Kosovo herinnert aan Bruegel. Hiermee boren zij een extra, intertekstuele laag aan, waarmee journalistieke foto’s meer de richting van kunstfotografie uitgaan.

Al met al is het een indrukwekkende, veel publiek trekkende tentoonstelling geworden van materiaal dat eigenlijk helemaal niet is bedoeld om tentoon te stellen; voor Jim Goldberg waren de vellen bijvoorbeeld slechts letterlijk een geheugensteuntje om mensen met wie hij contact heeft gehad te kunnen onthouden.
Af en toe roept een foto een glimlach op, zoals de lama in auto op Times Square van Inge Morath. Een spaarzaam moment dat tussen alle ernst mooi is meegenomen. Ernst van foto’s die er in zowel de wereldgeschiedenis als de geschiedenis van Magnum toe doen: iconische beelden van ‘een’ uitgelicht moment dat door de contactsheets van foto’s die er even voor en pal erna zijn gemaakt en de ook neergelegde boeken of tijdschriften waarin ze uiteindelijk terecht kwamen in een context worden geplaatst.