Muziek / Album

Veelzijdig in zijn eenvoud

recensie: Samantha Crain - Under Branch & Thorn & Tree

De folky verhalenvertelster Samantha Crain timmert al een aantal jaren aan de weg. Ondanks dat bands als First Aid Kit fan van haar zijn ze mocht zelfs met ze mee op tournee als voorprogramma blijft een echte doorbraak tot dusverre uit. Onterecht, want haar nieuwe album is niets minder dan een bescheiden juweeltje.

Ze mag dan geen grote bekendheid genieten, toch schrijft ze goeie folksongs met verrassendere thema’s dan je doorgaans op de radio hoort. Misschien dat daar het probleem juist ligt. Voor haar nieuwste album, Under Branch & Thorn & Tree, heeft ze de handen ineengeslagen met producer John Vanderslice, onder andere bekend van zijn samenwerking met St. Vincent en Sufjan Stevens. Het resultaat is een verrassend fris klinkende plaat die ondanks de vaak serieuze teksten nergens weemoedig klinkt.

Folkplaat pur sang

Samantha Crain weet wat ze wil en maakt op deze plaat dan ook duidelijke keuzes. Geheel in de traditie van folk kiest ze voor een akoestische basis. Met name haar fingerstyle guitar op nummers als ‘Elk City’ en ‘All In’ verraden haar voorliefde voor traditionele folk. Met haar geraffineerde gitaarmotiefjes roept ze herinneringen op aan Paul Simon en een jonge Bob Dylan. Op een klein uitstapje naar country in het nummer ‘Big Rock’ na is dit dus een folkplaat pur sang.

Naast het akoestische getokkel zijn de strijkers een van de pijlers op deze plaat. Of het nou zachtjes op de achtergrond is, zoals in ‘You Are the Mystery’, of meer naar voren geplaatst, zoals in ‘Outside the Pale’: het is altijd smaakvol en nergens overdadig. Ook andere details, zoals de subtiele glockenspiel in ‘Kathleen’, geven deze plaat net even de glans die het nodig heeft.

Op een oude leest geschoeid

Ook tekstueel gezien zijn de nummers op een oude leest geschoeid. Een nummer als ‘If I Had A Dollar’ had zo zestig jaar geleden geschreven kunnen worden. Strofen als ‘’fix my washing machine’’ en ‘’sitting on my ass’’, beide uit het prachtige ‘Elk City’, herinneren je eraan dat we toch wel degelijk met een songwriter van deze tijd van doen hebben. Al te clichématige zinnen worden op die manier handig door Craine omzeilt.

Een van de pareltjes van het album is ‘You or Mystery’, over een overleden buurman die een teruggetrokken leven leidde. Crain deinst niet terug voor moeilijke thematiek. Ook ‘Elk City’ gaat over iemand die moeite heeft met het leven en uiteindelijk de stad uitvlucht. Ondanks deze sombere personages valt er door de mooie melodielijnen en beeldschone zang toch veel troost uit Craines nummers te putten. Under Branch & Thorn & Tree is een plaat die in al zijn eenvoud toch best veelzijdig blijkt te zijn.

Muziek / Reportage
special: New Fall Festival 2015 in Düsseldorf (donderdag)

Eerste lustrum

Het New Fall Festival viert zijn vijfjarig bestaan in Düsseldorf. Dat is reden genoeg om de buitenlandse pers mee te laten proeven. Het is een festival dat zowel aandacht heeft voor de artiest als voor de bijzondere concertlocaties in de stad.

Hamed ShahiHamed Shahi, de festivalleider, opent de lustrumavond met een terugblik van de start van het festival tot waar het nu staat, zo’n vijf jaar later. Wat startte met acht bands op twee dagen in deze zaal, is nu uitgegroeid tot een festival met 27 bands, zeven zalen en 12.000 toeschouwers. Tevens worden de elf buitenlandse journalisten welkom geheten. Het contrast is deze keer zeer groot: zaterdag speelt de ruim 70-jarige Marianne Faithfull, terwijl vanavond Aurora met haar negentien jaar de jongste artieste is.

Beeld en geluid

De Robert-Schumann-Saal maakt onderdeel uit van het museum Kunstpalast. Deze zaal is oorspronkelijk gebouwd voor het beoefenen van kamermuziek. De akoestiek en de sfeer van de zaal is daarop aangepast, maar het New Fall Festival laat horen dat ook andere soorten muziek er prima klinken. Al vanaf de start van het festival worden hier optredens verzorgd. Donderdagavond is het aan jong talent om hun artistieke prestaties ten toon te stellen.

ChassolHet voorprogramma wordt verzorgd door (Christophe) Chassol, die zijn muziekstukken – geïnspireerd op zijn reis naar Martinique – laat horen, maar vooral ook laat zien. De magische ontdekkingsreis, zoals hij deze noemt, bestaat uit film- en geluidsbeelden, die hij gemonteerd en gesampled heeft op deze reis. Samen met zijn drummer speelt Chassol daarbij op synthesizers. Een bijzonder tafereel in beeld en geluid ontrolt zich zo aan de concertbezoeker.

Bijna een uur houdt Chassol het publiek in zijn greep. Pas aan het eind, als hij zijn publiek bedankt, krijgen we de artiesten zelf goed in beeld, omdat ze tijdens het optreden enkel als schimmen tegen het doek zijn geprojecteerd. De beelden zijn concertzaal-groot en eisen alle aandacht op. Wie de ogen sluit mist natuurlijk het visuele, maar krijgt tevens een indruk hoe de muziek ook dan nog behoorlijk indrukwekkend is. Chassol wordt niet voor niets door de organisatie een grote toekomst beloofd. Ze vonden het reden genoeg om hem meerdere keren op het festival een voorprogramma te laten verzorgen. Zo speelt deze Fransman morgen ook in het voorprogramma van Apparat.

Het talent is gelandAurora Onstage

Als jongste optredende artieste siert Aurora Aksnes ook de festivalgids met daarin alle wetenswaardigheden en het speelschema. Deze dame vormt het middelpunt van de band Aurora, die we als 8WEEKLY mochten spotten tijdens het EuroSonic festival afgelopen januari. Bij het optreden in Düsseldorf kunnen we haar vorderingen als opkomend artiest volgen. Ze werd al in Groningen bestempeld als dé ontdekking voor het komende festivalseizoen. Dat ze dat heeft waargemaakt, kunnen we nu – ruim een halfjaar later – alleen maar bevestigen. De band speelt hechter dan voorheen, maar de prachtige liedjes zijn gebleven. Soms vragen deze een vette bandbezetting, maar ook verlangt de breekbaarheid van de zangeres soms alleen een akoestische gitaar of een lichte toetsenbegeleiding. Alles komt aan bod in de ruim een uur durende show. De onschuld van Aurora Aksnes zelf is ook gebleven.

Het is heerlijk te zien hoe zij nog steeds verbaasd en overdonderd kan zijn door het applaus, dat haar heftig ten deel valt. De ontroering aan het eind van het optreden is geen toneel; het is nog steeds echt. Aurora brengt muziek dat zweeft tussen Ane Brun en Kate Bush, maar met een heel eigen interpretatie. Diverse composities hebben nu vaste vorm bereikt, zoals het door Vodafone omarmde ‘Running With the Wolves’, maar ook ‘Awakening’, ‘Little Boy In The Grass’ en het nog steeds griezelige ‘Murder Song’, waarin volgens de tekst de zangeres zelf het leven laat. Ze lijken allen rijp om toevertrouwd te worden aan de eeuwigheid door het opnemen van een debuutalbum. Dat is iets waar deze band nog steeds geen stappen voor gezet heeft, maar waar de liefhebbers wel naar snakken. Als toegift zingt Aurora een fragiele versie van David Bowie’s ‘Is There Life On Mars’. Dat deed ze in Groningen ook, maar nu is deze dame veel zelfverzekerder dan toen en dat straalt ze bij deze afsluiter dan ook helemaal uit! Het talent is geland.

Muziek / Album

Een droom van synths en samples

recensie: Tamaryn - Cranekiss

Cranekiss is een titel die open is voor eigen interpretatie. Volgens zangeres Tamaryn Brown zelf is de titel een omschrijving van het gevoel van de lucht in getild worden door een zoen. De muziek is misschien niet zo verheffend, maar dit derde album neemt je wel mee in een dromerige wereld.

Als er een term op de muziek van Tamaryn van toepassing is, moet het wel ‘dreampop’ zijn. Zang die gekenmerkt wordt door veel lucht en neigt naar fluisteren, gitaareffecten, en een muur van lawaai. Althans, zo luidt de definitie van de All Music Guide to Electronica. Deze ingrediënten zorgen ervoor dat de luisteraar ondergedompeld wordt in de muziek. Bij vergelijkbare groepen als Lush horen we een prominente leadgitaar, terwijl er bij bijvoorbeeld Pale Saints een aardig tempo in zit. Tamaryn is op een andere manier te typeren. De van oorsprong Nieuw-Zeelandse zangeres gebruikt haar stem veel in de hoogte, maar zorgt er tevens voor dat haar zang vaak in de muziek verdwijnt.

Dromerig

Doordat (zoals bij veel muziek wel het geval is) de zangstem niet op de voorgrond treedt, luister je onbewust al minder naar de tekst. Natuurlijk is dat ook het werk van de producer, in dit geval van Jorge Elbrecht (o.a. Ariel Pink, Lansing Dreiden). ‘Keep Calling’ is een traag nummer, waarin de ijle zang soms net boven de oppervlakte van de muziek uitkomt. Neem daarbij de vaak herhaalde patroontjes, en je zakt er zo in weg. Een snelle, lichte gitaarsample opent ‘Sugar Fix’. Mede door de galm over de zang doet deze soms denken aan Enya. Dat de zang ook gerust helemaal op de achtergrond mag blijven, laat ‘I Won’t Be Found’ horen. Na en tussen wat achtergrondgepraat en -gelach door, is er een zacht en haast onverstaanbaar regeltje te horen dat vervolgens enkele keren herhaald wordt.

Samples

In het nummer ‘Softcore’ — de naam verklapt het al — zitten diverse samples van vrouwelijke orgasmes, bij elkaar gezocht op pornosites. Het uptempo nummer is wat donker van karakter. Met de regel “And you will never be alone” heeft het een mooie paradox te pakken als je het vergelijkt met de titel.

Ook veel van de drums op het album zijn samples. Er is vaak gewerkt met MPC’s die zorgen voor het volle en gelaagde geluid wat gedurende het hele album te horen is. Met mede-bandlid Rex John Shelverton zorgt Tamaryn ervoor dat albumopener ‘Cranekiss’ het vermogen heeft om gelijk in je hoofd te blijven hangen, deels door het meezingbare refrein.

Niet genoeg

Het hoge synth-toontje bij ‘Hands All Over Me’ doet erg jaren 80 aan. Zelf zegt Tamaryn hierover dat het een vroege Madonna-song had kunnen zijn, geschreven door My Bloody Valentine. En inderdaad, Madonna valt er wel in te ontdekken, maar dan depressiever en trager. Over het algemeen bekruipt je de vraag of je naar tracks uit 2015 zit te luisteren. Lange intro’s en veel synthesizers nemen je mee terug in de tijd, maar het gebruik van MPC geeft het toch de invloed van nu. Dat is echter niet genoeg om je als luisteraar bij de strot te grijpen.

Sensueel, etherisch, dromerig; het zijn allemaal labels die je op dit album kunt plakken. Of het je smaak is, is een tweede. Op de achtergrond is de muziek met soms bedwelmende zang prima bij bepaalde stemmingen; om er echt voor te gaan zitten mist Cranekiss verrassingen en wat meer tempo.

jack hustinx, over yonder
Muziek / Album

Een nieuwe fase

recensie: Jack Hustinx & The Southern Aces – Over Yonder
jack hustinx, over yonder

Met de release van Over Yonder gaat de carrière van Jack Hustinx opnieuw een nieuwe fase in. Het is een soloalbum met medewerking van een hele rij oude bekenden. Hustinx schreef in twee jaar tijd de prachtige liedjes voor dit album.

Soms gaan ook succesvolle bands door omstandigheden voor een poosje in retraite. Zo ook de band Shiner Twins, waarvan de spil gevormd wordt door Hustinx, samen met Richard van Bergen. Met de wending die de carrière van Van Bergen neemt, is er even geen tijd voor deze band. Geen reden voor Hustinx om stil te blijven zitten. Met een leven in Austin/Texas en een leven in het Brabantse Eindhoven is er genoeg muziek rond deze muzikant te vinden.

Overdonderende kwaliteit

8WEEKLY kreeg al heel vroeg in het traject naar de release toe de beschikking over het album en kon zich dus goed inluisteren. Het album mocht heel wat draaiuurtjes maken alvorens de mening gedeeld zou worden met het lezerspubliek. Vlak voor dit schrijven lasten we zelfs een periode van niet-luisteren in. Als je dan het album opnieuw op je in laat werken is de kwaliteit van Over Yonder ineens overdonderend. Hustinx is er met zijn muzikale vrienden in geslaagd om muzikaal niet te veel af te wijken van wat we van hem verwachten, maar toch een fijne, frisse weg in te slaan. Dat laatste zit hem in de details, die zich pas na een tijdje ontvouwen. De prachtige productie die ruimte laat voor stiltes in een nummer waardoor details beter tot hun recht komen.

Dat Hustinx een beroep deed op zijn muzikale vrienden, mag geen verrassing zijn. Zo horen we zo’n vijftien gasten hun steentje bijdragen. Gasten, die zelfs op de front cover van het album een vermelding kregen. Dat Hustinx, omwille van het liedje, zelfs zijn centrale rol in sommige gevallen afstaat aan een van zijn gasten, siert hem. Deze muzikale vrienden zijn The Southern Aces die tijdens tournees afhankelijk van plek en beschikbaarheid van samenstelling zullen veranderen.

Tijdloos en hoogstaand

Als je het album opzet, word je direct gegrepen door het nummer ‘Life Will Humble You’, waarop de leadzang wordt verzorgd door Malford Milligan. Hustinx werkte in het begin van zijn muzikale carrière – zo’n dertien jaar geleden – ook al eens met hem samen. Millagan horen we vaker terug op dit album. Voor het fraaiste nummer van het album komen we uit op de gospel song ‘My Soul – My Inspiration’. Dit nummer is aan de ene kant een duidelijk liefdeslied voor een geliefde partner, maar draagt ook een religieus tintje in zich. Probeer het maar eens uit volle borst mee te zingen met Hustinx: “Is that you God? Or did you send an Angel?….” Je voelt de genegenheid opkomen als zomerse bries. Als een lied dat met je doet, neemt het langzaam maar zeker een bijzondere plaats in in je hart. Heel knap gedaan!

Hustinx is met Over Yonder erin geslaagd een tijdloos en hoogstaand album toe te voegen aan zijn toch al indrukwekkende discografie. Dat hij dat nu onder eigen naam doet, laat zien dat de goedlachse Eindhovenaar – zoals hij ons aankijkt op de hoes van het album – nog lang niet al zijn troeven heeft uitgespeeld.

Live in Nederland:
5 nov Middelburg – Concertzaal De Spot
6 nov Leiden – Muziekhuis Q-bus
7 nov Hoorn – Pop & Cultuurcentrum Manifesto
8 nov De Meern – Muziekpodium Azotod
9 nov Eindhoven – Muziekgebouw / Meneer Frits (uitverkocht)
11 nov Oldenzaal – Cobblestone Club
12 nov – Eindhoven – Wilhelmina
13 nov Oss – Cultuurpodium De Groene Engel
14 nov Amsterdam – North Sea Jazz Club
15 nov Horst – Muziekpodium Cambrinus

Theater / Voorstelling

Springen zonder vleugels

recensie: Toneelgroep Oostpool - Fresh Young Gods

Een handjevol strijders aan het internationale financiële front ontwaakt na een uit de hand gelopen drugsfestijn met een opgedoken afgehakte hand. Hun wereld staat op instorten. Het resultaat: een golf van blinde paniek die het publiek van Fresh Young Gods overspoelt en die het publiek snakkend naar meer diepgang en spanningsopbouw achterlaat.

Fresh Young Gods - © Sanne Peper

Fresh Young Gods – © Sanne Peper

Diep, zelfgegraven gat

Beelden van een docudrama van negen jaar later, waarin de hoofdrolspelers van toen de gebeurtenissen in Dubai proberen te reconstrueren en te rechtvaardigen, wisselen het spel van de acteurs op het podium af. De vooruitblikken laten al zien hoe de benauwde crisissituatie van de personages zal gaan verlopen. Hierdoor wordt helaas de ontwikkeling van het verhaal dat zich op het podium afspeelt voorspelbaar, wat een hoop spanning wegneemt.

De afwisseling met de docubeelden vormt wel een speels contrast tussen heden en verleden. Het is echter ook een grote breuk tussen formele, correcte taal en doodsbang gestamel en geschreeuw. De voorstelling vraagt om meer opbouw, aangezien het beginpunt van het verhaal ook meteen het hoogtepunt is, dat vervolgens anderhalf uur lang gerekt wordt in een angstig roepen en huilen.

Fresh Young Gods - © Sanne Peper

Fresh Young Gods – © Sanne Peper

Drang naar samenhang

Met Fresh Young Gods als de opvolger van De Onrendabelen in het drieluik Goede Bedoelingen, toont schrijver Joeri Vos hoe groepen mensen uit verschillende milieus in probleemsituaties alle een catastrofale afloop tegemoet gaan, dankzij de invloeden van dezelfde maatschappij. De gefilmde interviews uit de docubeelden weerspiegelen de menselijke behoefte om van alles een verhaal te maken, en ook de voorspelbare manier waarop de verschillende milieus en systemen in onze samenleving werken.

Vos verweeft het straatarme gezin uit De Onrendabelen met het decadente gezelschap uit Fresh Young Gods door onder andere in beide voorstellingen droombeelden als motief terug te laten komen. De dromen houden ook verband met de thematiek van Vos, aangezien dromen, in tegenstelling tot de natuurlijke menselijke drang naar orde, uit onsamenhangende verhalen bestaan. Dit is een aardige verweving van de schrijver. Helaas kan het toch niet opboksen tegen de teleurstellende manier van acteren. De te lang aanhoudende paniek en het soms te direct benoemen van overduidelijke angstgevoelens wordt op den duur namelijk vermoeiend.

Daarbij wordt het storende, zwakke acteerwerk extra benadrukt doordat het spel van het beeldmateriaal in de documentaire van een hoger niveau is. Bovendien blijven de personages uit Fresh Young Gods vrij stereotiep en hun persoonlijkheden ontwikkelen zich te weinig in het verhaal, net als bij de familieleden in De Onrendabelen.

Winnaars en verliezers

In de voorstelling wordt de droom genoemd waarin je van een gebouw afspringt en vervolgens weg kunt vliegen. Het laat zien hoe Fresh Young Gods probeert de chaotische realiteit tussen winnaars en verliezers weer te geven en de drang naar het creëren van controle over het bestaan. Helaas mist het stuk hierbij beter uitgewerkte en gespeelde personages en een betere spanningsboog, en krijgt het hierdoor, over het geheel gezien, geen vleugels.

Theater / Voorstelling

Premières in NDT’s Shearing the Wolves stellen teleur

recensie: NDT II - Shearing the Wolves

Met het programma Shearing the Wolves presenteert het Nederlands Dans Theater II werken van vier choreografen voor wie de tijd bij het gezelschap een belangrijke rol heeft gespeeld in hun carrière. Helaas zijn de wereldpremières van Johan Inger’s One on One en Medhi Walerski’s Aureum matig, zowel in choreografie als vormgeving.

Een tapijt van kleine stukken grijs schuim bedekt een groot deel van het speelvlak. Het schuim reikt tot de enkels van de danser die vanavond het ijs breekt. Met de ene hand op het hoofd en de andere eronder trekt hij zijn mond open naar het publiek. Rechts achterin zien we hoe Pianist Sepp Grotenhuis in zijn bubbel zijn eigen weg gaat met Schuberts ‘Impromptus’ en de ‘Sonata No.21’.

One on One – © Joris-Jan Bos

Verloren in grijs

Ingers choreografie is licht, speels en staccato, met hier en daar wat kleine theatrale momenten. Zo speelt hij met gebaren en gezichtsexpressie. Binnen enkele lichtchangementen zien we verschillende relationele fases voorbij komen, maar echte diepgang krijgen de relaties niet. De dans blijft net zo grijs en onduidelijk als het toneelbeeld zelf. Het heeft ook te maken met de relatie tot de muziek. De pianoklanken en choreografie bewegen compleet los van elkaar. De muziek werkt hierdoor niet versterkend of ondersteunend. Een abrupte black-out en sferisch lichtchangementen voorkomen dat de aandacht verslapt.

Sleight of Hand – © Rahi Rezvani

Reprise als lichtpunt

De reprise van Sleight of Hand (2007), een theatraal dansstuk van hét NDT-duo Sol León en Paul Lightfoot, vormt het lichtpunt dat de twee premières verbindt. Het spel tussen zwart en wit doet, mede door de muziek van Philip Glass, filmisch aan. Mannen in lange zwarte jassen lijken direct uit The Matrix te zijn gestapt. Een man en een vrouw torenen in metershoge zwarte gewaden hoog boven de rest uit, als bewakers van de onderwereld die zich in de orkestbak bevindt. Sierlijk en zwierig, geaccentueerd met grimassen en vele pirouetten, Sleight of Hand is oogstrelend en heerlijk mysterieus. Knap hoe een stuk dat al zoveel karakters en sterke theatraliteit heeft toch genoeg ruimte aan het publiek laat voor interpretatie. Lightfoot en Leóns liefde voor symmetrie en synchronie is erg bepalend voor het stuk en zorgt voor een bevredigende harmonie.

Geen goud voor Walerski

Na al dat zwart, wit en grijs lijkt Aureum als gouden verschijning een warm welkom. De dansers zijn niet alleen goud geverfd maar zijn figuurlijk gesproken ook goud, want aan de uitvoering is niets op te merken. In het ensemble van zestien ijzersterke dansers toont het viertal mannen een indrukwekkende vaardigheid en aanwezigheid. Helaas blijkt naarmate het dansstuk vordert dat de potentie van de dansers te veel verborgen blijft en de reikwijdte aan ervaring, waar de directie Paul Lightfoot en Janine Dijkmeijer naar verwijzen in de flyer, niet onder die gouden verf vandaan komt.

Het gevoel dat wordt opgeroepen in Aureum doet teveel denken aan Chamber, een succesvol werk van Walerski uit 2012. Denk aan het warme voetlicht, de huidkleurige kostuums en de conventionele groepsformaties gebaseerd op de natuur. Tijdens Aureum wordt een gouden doek, dat voor driekwart het speelvlak omlijst, op en neer gelaten. In combinatie met het licht vormt het een indrukwekkende aanblik, maar de keuze voor dit enige decorstuk getuigt opnieuw van gebrek aan creativiteit. Nog geen half uur daarvoor was immers eenzelfde constructie te zien in Sleight of Hand. Aureum is als choreografie monumentaal, warm en groots, maar daarin juist zo teleurstellend en alles behalve vernieuwend, eerder gedateerd.

Eivør – Slør
Muziek / Album

Zuster-album

recensie: Eivør – Slør
Eivør – Slør

Met haar tiende album Slør gaat Eivør terug naar haar moedertaal: het Faeröers. Een taal met Keltische invloeden, die we ook terughoren in haar muziek. Eivør presenteert dit werk als het zuster-album van het eerder dit jaar verschenen Bridges.

In de release sheet verklaart de artieste heel blij te zijn met de release van dit nieuwe album, omdat ze sinds het uikomen van Bridges al het gevoel had wat te missen. Slør is gelijktijdig met Bridges geschreven en beide albums horen side-by-side beluisterd te worden..

Creatieve fase

De twee albums die Eivør dit jaar uitgebracht heeft, vormen het bewijs voor de creatieve fase waarin dit talent zich momenteel bevindt. De albums hebben beide een centraal thema: Bridges verhaalt over het verlangen naar huis, terwijl Slør juist gaat over het uitslaan van de vleugels, het avontuur aangaan en je laten meedrijven, waarheen het leven maar wil.

Het album kent tien liedjes, waarvan de afsluiter ‘Trøllabundin’ een bewerking is van een nummer uit 2004, dat Eivør nog steeds live speelt en dat daardoor geëvolueerd is tot deze nieuwe versie. Drie liedjes, ‘Salt’, ‘Verd’ en het titelnummer ‘Slør’, zijn geïnspireerd op gedichten van Marjun Syderbø Kjælnes, die tevens de volledige tekst schreef voor het nummer ‘Swing’.

Slør werd geproduceerd door Eivørs levenspartner Tróndur Bogason. De opnames vonden zoals gewoonlijk plaats op de Faeröer eilanden, vanwege de sfeer. Dat is overigens ook de plek waar Eivør nog steeds haar liedjes schrijft. Wie er ooit geweest is, kan zich bij het beluisteren van haar muziek de speciale sfeer van de eilanden zo weer voor de geest halen en begrijpt waarom het daar anders is dan waar dan ook. Een bezoek aan deze eilanden neemt een bijzondere plaats in je herinneringen in.

Tweetaligheid

Met Slør krijgt het album Mannabarn/Human Child, ook een tweeluik, een vervolg. Dat album verscheen in 2007 zowel in het Engels als in de Faeröerse taal. Sinds die tijd had Eivør nooit meer een album volledig in haar moedertaal opgenomen. Live bleef ze wel steeds haar tweetaligheid ten gehore brengen. Slør is anders dan dit eerdere tweeluik, omdat het geen vertaling is van Bridges, maar nieuwe liedjes bevat. Voor wie de Faeröerse taal niet machtig is, zullen de liedjes geheimen blijven bevatten. In het bijgeleverde tekstboekje zijn de titels voorzien van Engelse ondertitels, wat een indicatie geeft van de inhoud van het onderhavige liedje. Zo horen we in het Engels de volgende tien liedjes achter elkaar: ‘Calm’, ‘Broken’, ‘Salt’, ‘Fog Banks’, ‘Piece by Piece’, ‘The Right Shoes’, ‘In The Mist’, ‘Be mine / My World’, ‘Veil’ en ‘Spellbound’.

De sfeer van het album Slør is wellicht door de taal wat minder vrolijk en licht dan we kennen van Bridges. We horen echter wel dezelfde muzikanten aan het werk: naast de vocalen zijn dat gitaar, piano, synthesizer, bas, vocoder, viool en viola. Maar laten we ook de handdrum niet vergeten, die een belangrijke rol speelt in ‘Trøllabundin’. Het album is een mooi coherent geheel, waardoor het lastig kiezen is welk liedje er nu bovenuit steekt. Dat zou een mooie vraag zijn aan Eivør zelf: om haar een single te laten kiezen van dit album. Op één van de drie concerten, die ze de komende tijd in Nederland geeft in oude kerken en kapellen, is deze artieste toegankelijk om haar fans te woord te staan en een dergelijk vraag te beantwoorden. Voorlopig kiezen we voor beide albums, zoals ze dat zelf graag ziet.

Film / Films

James Bond: alive & kicking

recensie: Spectre

In Spectre komen vrijwel alle oorspronkelijke James Bond-elementen op een eigentijdse manier samen in een spectaculair doch overzichtelijk verhaal. Oude bekenden zorgen voor het vertrouwde gevoel waar moderne elementen vernieuwen. Het team van regisseur Sam Mendes levert samen met Daniel Craig een mooie film af.

Deze 24ste Bond is very, very Bond. Alle ingrediënten zijn aanwezig; van ingewikkelde intriges en prachtige dames tot exotische bestemmingen, snelle speeltjes op wielen en de typische droge humor. Maar dat is voor Mendes  niet genoeg. In Quantum of Solace en Skyfall werd al een aantal klassieke elementen — zoals Miss Moneypenny en Q’s handige snufjes — in ere hersteld, maar nu is ook de ultieme aartsvijand Ernst Stavro Blofeld (Christoph Waltz) terug. Het team van Mendes is er wonderwel in geslaagd dit alles tot een samenhangend geheel te smeden.

Mysterieuze boodschap

Spectre begint op een toonaangevende plek: Mexico-City, op de Dag van de Doden. De typische Bond-opening — een 37689-3spectaculaire actiesequentie nog voor de titel om daarna pas uit te leggen waar het eigenlijk over gaat — komt dit keer betrekkelijk rustig op gang, wat de spanning ten goede komt. Dit tempo wordt de hele film volgehouden en dat kijkt lekker weg. Uiteraard laat 007 ook in Mexico weer een ravage achter.
Hoewel we hopen een streng-kijkende Judi Dench als M aan te treffen, weten we wel beter: ze is er écht niet meer bij. Of toch nog een beetje? Bond’s Mexico avontuur blijkt namelijk een clandestiene missie te zijn, in opdracht van een geheimzinnige, eerder opgenomen boodschap van M, from beyond the grave. In eerste instantie weet James zelf niet precies waar hij naar op zoek is, maar komt er gaande weg achter dat de overleden M hem wilde waarschuwen voor SPECTRE, een geheime organisatie met aan het hoofd een goede bekende: Blofeld.

Kwetsbaar

Aan Cristoph Waltz de eer om Blofeld gestalte te geven, hij doet dat op uitermate onderkoelde wijze. Hij lijkt zich wat in te houden en komt als karakter niet helemaal uit de verf. Dat geldt ook voor zijn handlangers, waarvan er één een snelle knipoog lijkt te zijn naar de slechteriken van weleer, zoals Jaws.
Daniel Craig, daarentegen, lijkt beter in zijn rol te passen dan ooit. Van hem kregen we negen jaar geleden een Bond met gevoel. Nog voor Casino Royale uitkwam lieten de puristen geen spaan van hem heel, maar hij trok zich er gelukkig weinig van aan. Nu kunnen we ons niet voorstellen dat hij er misschien alweer mee gaat stoppen. Doordat hij de kwetsbare, menselijke kant van James toont, weet hij in Spectre precies de juiste snaar te raken.

The ladies

Vrouwen zijn altijd belangrijk geweest in de verhalen, maar sinds we in Casino Royale (2006) kennismaakten met Vesper Lynd, James’ ware liefde, hebben ze een 37689-4prominentere en meer diepgaande rol gekregen. M (Judi Dench), bijvoorbeeld, moest bij haar aantreden in Goldeneye (1995) niets van 007 hebben en noemde hem zelfs een vrouwenhatende dinosauriër, maar sinds hij in Casino Royale bij haar inbrak, verwerd ze tot een soort moederfiguur. In Skyfall werd dat zelfs bijna het hoofdthema.
Miss Moneypenny, die een paar films oversloeg en in Skyfall een nieuw gezicht kreeg (met dank aan Naomi Harris) is in Spectre een belangrijke schakel en in eerste instantie de enige die Bond vertrouwt. Daarnaast ontbreken de Bond-girls natuurlijk niet. Eén daarvan kan zelfs een statement genoemd worden: Monica Belucci, 51 jaar oud alweer, laat zien dat je bepaald geen jong blaadje hoeft te zijn om even het stralende middelpunt te zijn in een Bond-film.

Spectre is de duurste (300 miljoen euro) en de langste (148 minuten) Bond-film ooit, maar is deze investering gelukkig meer dan waard. Deze Bond-film legt de lat hoog en maakt vooral nieuwsgierig naar wat komen gaat. Want dat James Bond springlevend is, moge duidelijk zijn.

wij kijken netflix the overnight
Film / Films

Ontsporend slaapfeestje

recensie: The Overnight (dvd)
wij kijken netflix the overnight

Ongemakkelijke humor over vastgelopen relaties. The Overnight lijkt op het eerste gezicht op een platte sekskomedie, maar graaft verrassend diep.

Hoe maak je nieuwe vrienden terwijl de rest van de wereld al gesettled is? Alex en Emily verhuizen met hun zoontje naar Los Angeles. Daar proberen ze een nieuwe vriendenkring op te bouwen. Het bestaan is eenzaam, totdat ze in de speeltuin de flamboyante Curt tegenkomen. Zijn zoon lijkt goed op te kunnen schieten met de zoon van Alex en Emily en voor ze het weten wordt het echtpaar uitgenodigd voor een slaapfeestje bij Curt en zijn vrouw Charlotte.

De twee echtparen lijken het aanvankelijk heel goed met elkaar te kunnen vinden. Een nieuwe vriendschap gloort. Maar wanneer er wat drank en drugs op tafel komen, lopen de seksuele spanningen op. Curt blijkt er een nogal bizarre hobby op na te houden en Charlotte acteert in borstvoedingsdemonstratievideos, een scrabble-woord om te onthouden.

Tolerantiegrens

wij kijken netflix the overnight 2Alex en Emily reageren steeds verrast op de ontwikkelingen en stellen zich open-minded op, maar steeds verschuift hun tolerantiegrens. Een blote duik in het zwembad is even eng, even later volgt een bezoek aan een Thaise massagesalon en moeten ze weer even slikken.

Regisseur Alex Brice gebruikt ongemakkelijke humor en plaatsvervangende schaamte om een paar serieuze zaken over echtelijke trouw en vastgelopen relaties aan de orde te stellen. Steeds wanneer het slaapfeestje iets te beklemmend dreigt te worden, pakt hij uit met een bizarre ontsporing.

Kleffe griezel

The Overnight speelt zich grotendeels af gedurende een etmaal op een locatie. Veel druk ligt bij een dergelijk kamerspel op de schouders van de acteurs en die leveren hier uitstekend ensemblewerk. Vooral Jason Schwartzman speelt een geweldige rol als de kleffe griezel Curt.

Hoewel The Overnight toewerkt naar een paar zorgvuldig opgebouwde en ijzersterke grappen, verliest regisseur Brice nooit de karakterontwikkeling uit het oog. Zelfs de verleidelijk Charlotte is uiteindelijk een veel complexer persoon dan de oversekste Française waar we haar eerst voor hielden. Waarschuwing: om ongemakkelijke situaties te voorkomen, bekijk je deze uitstekende ‘dramady’ nooit tijdens een gezellige avond met vrienden. Voor je het weet trekt iemand zijn broek uit.

hellen van meene, fotomuseum den haag, the years shall run like rabbits
Kunst / Expo binnenland

Een wereld van mooie plaatjes

recensie: Hellen van Meene - The Years Shall Run Like Rabbits
hellen van meene, fotomuseum den haag, the years shall run like rabbits

De Nederlandse fotografe Hellen van Meene (Alkmaar, 1972) fotografeert in hoofdzaak jonge meisjes in de leeftijd tussen 10 en 13 jaar. Daarbij laat ze niets aan het toeval over. Het Fotomuseum in Den Haag presenteert momenteel het eerste grote oeuvreoverzicht van Van Meene. Het overzicht, dat uit meer dan 90 foto’s bestaat, laat haar werk zien vanaf 1994 tot aan haar nieuwste werk dat nog niet eerder in Nederland te zien is geweest.

Hellen van Meene, Fotomuseum Den Haag

Hellen van Meene, Zonder Titel, 2009. Foto: Marianne Vermeer

Ontluikende volwassenheid

Van Meene vindt dat jonge meisjes meer mogelijkheden bieden om te fotograferen. Ze hebben lang of kort haar en kunnen zich meer divers kleden als jongens. Zij portretteert haar modellen op het moment van hun prille ontwikkeling naar volwassenheid. Het gaat om een momentopname; een moment dat nooit meer terug komt.

In het begin van haar carrière vond Van Meene haar modellen in haar omgeving en hield ze ook een modellenboekje bij. Als ze een idee had, zocht ze daar het geschikte meisje bij. Tegenwoordig gaat dat anders. Ze reist veel en overal waar ze komt plukt ze meisjes van allerlei culturen van de straat. Daarbij gebruikt ze haar intuïtie. Ze weet wat ze wil bereiken. Soms heeft ze ter plekke maar tien minuten om een beslissing te nemen; de foto te schieten die zij wil. Het is niet zo moeilijk om een jong kwetsbaar meisje te fotograferen, maar Van Meene wil iets extra’s. Ze laat ook het krachtige, autoritaire zien in haar portretten. Deze emoties, kwetsbaarheid en trots, hebben volgens van Meene iets met elkaar gemeen.

Ze zoekt geen ‘ach wat schattig’- gevoel. “Ik wil met mijn foto’s ook mensen zonder kinderen of die een hekel aan kinderen hebben aanspreken. Dat is het moment waar ik naar zoek”, vertelt ze in een interview voor de Noorse televisie in 2010.

Hellen van Meene, Fotomuseum Den Haag

Hellen Van Meene, Zonder Titel, 2000. Foto: Marianne Vermeer

Voor altijd jong

Jong betekent volgens Van Meene openheid, spontaniteit, gezondheid, kracht en toekomstdromen. “Jong trekt aan en het duurt niet zo lang. Op een of andere manier willen we liever niet oud worden”, vertelde ze in het bovenvermelde interview.

Alles wat van Meene fotografeert is zorgvuldig geregisseerd en geënsceneerd. Ze heeft een eigen signatuur ontwikkeld. Je herkent haar werk direct. Ze houdt van tijdloze oubolligheid. Dat zie je terug in de kleding van de meisjes en in de keuze van de attributen. Ze maakt consequent gebruik van natuurlijk licht en fotografeert graag buiten. Ze houdt van de herfst, want dan is het licht het mooist. Ook is het een moeilijke periode om te fotograferen omdat het licht dan heel veranderlijk is. Haar manier van fotograferen geeft de toeschouwer een onbestemd en bevreemdend gevoel en roept vragen op. Wat denkt en voelt dit meisje?

Hellen van Meene, Fotomuseum Den Haag

Hellen van Meene, Zonder Titel, 2013. Foto: Marianne Vermeer

Niet uniek

Al heeft van Meene een eigen signatuur, toch is zij niet uniek in het fotograferen van jonge meisjes. Denk aan Rineke Dijkstra (Nederland, 1959), Loretta Lux (Duitsland, 1969), Lisa Carletta (België, 1982). Allemaal maken zij gebruik van een ‘maniertje’; het afbeelden van meisjes op weg naar volwassenheid in een wel of niet lijkende geënsceneerde werkelijkheid.

De tentoonstellingsruimte waar het werk van Van Meene hangt is groot. Fotomuseum Den Haag heeft dat opgevangen door de ruimte op te delen in een soort kleine kamertjes met een intieme sfeerverlichting. Deze keuze past goed bij haar werk, dat klein van formaat is. Reden om als bezoeker dichterbij te komen.

Hoewel het een schitterende tentoonstelling is, voelt het gepresenteerde werk niet aan als echt ‘nieuw’. Van Meenes vroege werk onderscheidt zich nauwelijks van haar latere werk, behalve qua onderwerpkeuze. Je ziet nu soms ook jongetjes in haar werk en de laatste tijd veel honden. Haar foto’s hebben geen titels. Ze wil dat de geportretteerden anoniem en tijdloos zijn. Dat verklaart misschien ook dat Van Meene ook niet echt op zoek is naar ‘nieuw’.