Film / Films

James Bond: alive & kicking

recensie: Spectre

In Spectre komen vrijwel alle oorspronkelijke James Bond-elementen op een eigentijdse manier samen in een spectaculair doch overzichtelijk verhaal. Oude bekenden zorgen voor het vertrouwde gevoel waar moderne elementen vernieuwen. Het team van regisseur Sam Mendes levert samen met Daniel Craig een mooie film af.

Deze 24ste Bond is very, very Bond. Alle ingrediënten zijn aanwezig; van ingewikkelde intriges en prachtige dames tot exotische bestemmingen, snelle speeltjes op wielen en de typische droge humor. Maar dat is voor Mendes  niet genoeg. In Quantum of Solace en Skyfall werd al een aantal klassieke elementen — zoals Miss Moneypenny en Q’s handige snufjes — in ere hersteld, maar nu is ook de ultieme aartsvijand Ernst Stavro Blofeld (Christoph Waltz) terug. Het team van Mendes is er wonderwel in geslaagd dit alles tot een samenhangend geheel te smeden.

Mysterieuze boodschap

Spectre begint op een toonaangevende plek: Mexico-City, op de Dag van de Doden. De typische Bond-opening — een 37689-3spectaculaire actiesequentie nog voor de titel om daarna pas uit te leggen waar het eigenlijk over gaat — komt dit keer betrekkelijk rustig op gang, wat de spanning ten goede komt. Dit tempo wordt de hele film volgehouden en dat kijkt lekker weg. Uiteraard laat 007 ook in Mexico weer een ravage achter.
Hoewel we hopen een streng-kijkende Judi Dench als M aan te treffen, weten we wel beter: ze is er écht niet meer bij. Of toch nog een beetje? Bond’s Mexico avontuur blijkt namelijk een clandestiene missie te zijn, in opdracht van een geheimzinnige, eerder opgenomen boodschap van M, from beyond the grave. In eerste instantie weet James zelf niet precies waar hij naar op zoek is, maar komt er gaande weg achter dat de overleden M hem wilde waarschuwen voor SPECTRE, een geheime organisatie met aan het hoofd een goede bekende: Blofeld.

Kwetsbaar

Aan Cristoph Waltz de eer om Blofeld gestalte te geven, hij doet dat op uitermate onderkoelde wijze. Hij lijkt zich wat in te houden en komt als karakter niet helemaal uit de verf. Dat geldt ook voor zijn handlangers, waarvan er één een snelle knipoog lijkt te zijn naar de slechteriken van weleer, zoals Jaws.
Daniel Craig, daarentegen, lijkt beter in zijn rol te passen dan ooit. Van hem kregen we negen jaar geleden een Bond met gevoel. Nog voor Casino Royale uitkwam lieten de puristen geen spaan van hem heel, maar hij trok zich er gelukkig weinig van aan. Nu kunnen we ons niet voorstellen dat hij er misschien alweer mee gaat stoppen. Doordat hij de kwetsbare, menselijke kant van James toont, weet hij in Spectre precies de juiste snaar te raken.

The ladies

Vrouwen zijn altijd belangrijk geweest in de verhalen, maar sinds we in Casino Royale (2006) kennismaakten met Vesper Lynd, James’ ware liefde, hebben ze een 37689-4prominentere en meer diepgaande rol gekregen. M (Judi Dench), bijvoorbeeld, moest bij haar aantreden in Goldeneye (1995) niets van 007 hebben en noemde hem zelfs een vrouwenhatende dinosauriër, maar sinds hij in Casino Royale bij haar inbrak, verwerd ze tot een soort moederfiguur. In Skyfall werd dat zelfs bijna het hoofdthema.
Miss Moneypenny, die een paar films oversloeg en in Skyfall een nieuw gezicht kreeg (met dank aan Naomi Harris) is in Spectre een belangrijke schakel en in eerste instantie de enige die Bond vertrouwt. Daarnaast ontbreken de Bond-girls natuurlijk niet. Eén daarvan kan zelfs een statement genoemd worden: Monica Belucci, 51 jaar oud alweer, laat zien dat je bepaald geen jong blaadje hoeft te zijn om even het stralende middelpunt te zijn in een Bond-film.

Spectre is de duurste (300 miljoen euro) en de langste (148 minuten) Bond-film ooit, maar is deze investering gelukkig meer dan waard. Deze Bond-film legt de lat hoog en maakt vooral nieuwsgierig naar wat komen gaat. Want dat James Bond springlevend is, moge duidelijk zijn.