Theater / Voorstelling

Een muzikale ontmoeting

recensie: Esther Apituley's Locomotive - Bach en Bleekwater

RECTIFICATIE: in het onderstaande artikel wordt gemeld dat de violiste in de file stond en de voorstelling derhalve een half uur later begon. In werkelijkheid kon de violiste in kwestie niet tijdig in het theater zijn vanwege een miscommunicatie tussen het theater en de musici over de gewijzigde aanvangstijd. Onze oprechte excuses voor de foute berichtgeving.

In Bach en Bleekwater treffen twee uitersten elkaar midden op het toneel, de een met in de hand een altviool, de andere met een stofzuiger. “Ik geef hier een concert.” “Ja, en ik maak hier schoon!” Het probleem ligt daarmee direct op tafel, maar dat deert de pret niet. Onverstoorbaar gaan beide vrouwen door met hun fundamentele taak. Wat volgt is een toegankelijke voorstelling waarin theater en muziek elkaar op komische wijze ontmoeten. Tussen de tonen van altviool van Esther Apituley door worden filosofische gedachtes her en der opgeveegd. De tekst van Ko van den Bosch zit – zoals het een schoonmaakster betaamt- vol poëtische doch rake waarheden. “Nou, ik ga maar, want anders blijf ik.”

BenB_1481_JochemJurgens_web (1)Klassiek swingt!

Het kleurrijke achtkoppige toporkest van Apituley speelt klassiekers als de Chaconne van Bach, maar de composities van Bob Zimmerman hebben een moderner tintje. Versterkt met een elektrische bas, een drummer en zelfs een mondharmonicaspeelster wordt de muziek onverwacht swingend. De dweil van Breederveld zwiert en swingt rustig mee.

Terwijl de muziek tot op de nanoseconde perfect is getimed, is de sfeer van de voorstelling los en gemoedelijk. Als er iets misgaat zegt Apituley: “Tsja, dat kan gebeuren… toch?” Wat een vrouw! De sfeer wordt steeds losser, evenals de schoonmaakster die zich nu brutaler ontpopt als dirigente, gewapend met vochtige vaatdoekjes.

Tussen de maten in

Apituley richt zich tot het publiek en spreekt over de verbeeldingskracht van klassieke muziek. Het is in die verbeeldingskracht dat de schoonmaakster en de violist iets van zichzelf in elkaar terugzien. Op deze momenten, wanneer zij elkaar slechts aankijken, zijn de dames op hun sterkst: als de woorden tekort schieten. “In de onnadrukkelijkheid gebeuren de mooiste dingen.” Wellicht ook door de niet al te sterke tekstbehandeling van Apituley, maar wat kan ze toch goed altviool spelen.

In deze vriendelijke en toegankelijke voorstelling vliegt de tijd voorbij en was dweilen nog nooit zo leuk. Bach en Bleekwater toont dat klassieke muziek van en voor iedereen is. Of je je bij een nummer nou een porseleinen hertje in de kast verbeeld, een smeulende peuk in een glazen asbak of een potvis in verkeerd water: alles kan en alles mag.

Boeken / Non-fictie

Op reis met een geniale gek

recensie: Jelle Brandt Corstius - As in tas

Achter in het boekje As in tas is voor de lezer een aantal bladzijden gereserveerd om zijn eigen plannen te noteren voor het maken van een mooie reis ‘om je eigen trauma’s te verwerken’. Na het overlijden van zijn vader maakt Jelle Brandt Corstius zo’n reis. Wij leggen de 1620 kilometer samen met hem af.

Die vader is, niet onbelangrijk om te vermelden, Hugo Brandt Corstius. Een schrijver, columnist en taalwetenschapper die niets liever deed dan goochelen met de taal. Iemand die volkomen compromisloos leefde. De anekdoten die zijn zoon opdist zijn vermakelijk – tevens is het begrijpelijk dat de jonge Jelle zich soms voor zijn vader schaamde. Bijvoorbeeld wanneer deze de dikke kont van een serveerster net hoorbaar benoemt, in een volle kerk de toerist uithangt (‘Mooi kerkje, hè!’) of jan en alleman afkraakt in zijn columns. Zoals hij het zelf omschrijft: zijn vader was een geniale gek. Geniaal, maar wel een gek.

Bezig blijven

De gek overlijdt een half jaar na de diagnose dementie. Al voor de dood van zijn vader, na de vaststelling van de ziekte, komt Brandt Corstius junior terecht in zijn ‘manische fase’. Hij probeert van alles om maar bezig te blijven. Gitaar spelen, een cursus Spaans, een woonboot kopen, tai chi, een bezoek aan een haptonoom, enzovoorts. Er is echter een project wat maar in zijn hoofd blijft zitten: fietsen naar de Middellandse Zee. Hij koopt een fiets, downloadt een route en op pad dan maar. Vroeger maakte hij geregeld fietstochtjes samen met zijn vader. Ook nu gaat deze weer mee. Alleen dan in een klein zakje, achter in de fietstas. Hij had het bespottelijk gevonden, potsierlijk. Maar laat Jelle dat nu juist, helemaal in de geest van de overleden taalkunstenaar, nu eens helemaal niet kunnen schelen.

Absurditeiten

Vanuit Amsterdam fietst de schrijver en journalist, bekend van programma’s als De bergen achter Sotsji en als oud-presentator van Zomergasten, in zestien dagen naar het zuiden van Frankrijk. Onderweg raakt hij in grappige situaties verzeild, ontmoet hij vreemde persoonlijkheden. In Maastricht overnacht hij bij een dame die hem vraagt het douchewater op te vangen om daarmee de wc door te spoelen. In het kleine stadje Charmes eet hij Chinees in een bordeel. Die absurditeiten, typisch iets voor Jelle Brandt Corstius, zegt de achterflap van As in tas. Ook hijzelf vraagt zich af waarom hij toch altijd in zulk soort situaties terechtkomt. Misschien heeft het ermee te maken dat de mens een absurd wezen is, waaronder meer gekken dan normale gevallen schuilgaan.

Requiem

Tijdens de tocht komen herinneren aan zijn vader regelmatig bij de eenzame fietser boven. In een heel fijne stijl schrijft hij deze gedachtenissen neer. Zijn vader is nooit ver weg. Vaak kun je je voorstellen hoe deze gereageerd zou hebben op een bepaalde situatie. Hier komt het verschil in karakter tussen vader en zoon aan het oppervlak. Bijvoorbeeld wanneer Jelle in een restaurant bediend wordt door een bijna-dwerg. Had zijn vader kunnen nalaten een net hoorbare opmerking daarover te maken?

Uiteindelijk komt een eind aan zijn reis op een misschien niet zo heel mooi plekje, maar toch wel aan de Middellandse Zee. Hier verstrooit Brandt Corstius de as van zijn vader en reflecteert hij op de relatie die hij met de begaafde dwaas had:

Vaak was ik op reis of woonde ik in het buitenland, maar ik heb hem vaak genoeg gezien. Precies genoeg om niet helemaal gek van hem te worden, en genoeg om zijn gekke universum te waarderen.

Hierna wil hij alleen nog maar naar huis. Om zijn vaders requiem te schrijven, dat zeer de moeite van het lezen waard is.

Theater / Voorstelling

De weeffout in de liefde

recensie: Toneelgroep Oostpool - Lulu

Lulu is de personificatie van destructieve liefde – even manipulatief als manipuleerbaar, even vrijgevochten als gebonden aan grijpgrage mannen. Met zijn bewerking van de tragedie van Frank Wedekind laat Marcus Azzini zien hoe het hart soms de mens breekt in plaats van omgekeerd.

‘Ik heb de weeffout in de romantische liefde gezien,’ verkondigt Lulu (Kirsten Mulder), misschien nog zonder te weten dat zij deel van die weeffout is. Zes minnaars op rij, die haar elk bij een andere naam noemen, staren haar hunkerend aan. Op haar zevende liep ze al zonder ondergoed de deuren langs om bloemen te bezorgen, dus dat ze inmiddels een volleerd verleidster is, verrast niemand. De lugubere projecties van bebloede houtsnipperaars boven haar hoofd geven een indicatie van hoe letterlijk je de term ‘femme fatale’ mag nemen in deze grimmige tragikomedie.

Meer dan een lustobject

LuluHet is niet de eerste keer dat Azzini de keuze maakt voor een beschadigd personage dat wanhopig zoekende is naar zichtbaarheid. ‘Kijk naar me zoals ik echt ben, kijk eerlijk naar me,’ zegt ook Lulu, stellig alsof ze een pamflet voorleest. Er is voor gekozen niet vast te houden aan de omstreden versie van haar die Wedekind destijds opvoerde. ‘Ik wil Lulu graag losweken van haar pornografische imago,’ zegt Azzini, en zodoende neemt Mulder niet de rol van een lustobject op zich, maar van een gelaagd personage met een geest die ergens op de grens tussen meisje en vrouw ronddoolt. Mulder maakt zich Lulu op haar beurt eigen en weet de overgang van gekte naar krankzinnigheid perfect uit te smeren over de vijf bedrijven.

Verschillende stempels

Lulu 04 © Sanne PeperDe overeenkomst tussen Lulu’s minnaars, die elk hun eigen bedrijf toebedeeld krijgen, is hun behoefte zich te hechten aan iets dat je maar beter los kan laten. Ze vinden desondanks verschillende manieren om aan die behoefte gehoor te geven, en laten daarmee ieder hun eigen stempel op het stuk achter. Benja Bruijning als de springerige Schwartz zorgt voor de nodige humor (Lulu: ‘Ik trouwde met hem omdat ik nog nooit zo’n blije eikel gezien heb’). Marisa van Eyle maakt als transgendergravin Martha Von Geschwitz de wanhoop bijna tastbaar terwijl ze zich vastklampt aan Lulu’s knieën. In combinatie met het beeld ontstaat een sterke wisselwerking, die een beklemmende sfeer creëert zonder van het geheel te veel show te maken.

Het krot dat liefde heet

Lulu is een uitvergrote weergave van het menselijk handelen en niet geschreven met de intentie de werkelijkheid na te bootsen, maar daardoor is de voorstelling juist zo confronterend. Azzini gooit de deur van het vervallen krot dat liefde soms kan zijn wagenwijd open en dwingt je er van binnenuit naar te kijken. Dat het er niet naar bloemetjes ruikt weten we allemaal. Met Lulu zorgt Azzini er desondanks voor dat je er van de vloer wil eten.

Theater / Voorstelling

Binge-watchen in de Schouwburg

recensie: Noord Nederlands Toneel - Borgen

Het Noord Nederlands Toneel heeft onder regie van Ola Mafaalani de politieke Deense hitserie Borgen bewerkt tot één negen uur durende toneelvoorstelling. Daarmee is het fenomeen binge-watchen in het theater geïntroduceerd.

Persfoto3-Borgen---Reyer-BoxemIn Borgen volgen we het leven van Birgitte Nyborg (Malou Gorter) vanaf het moment dat zij is aangesteld als eerste vrouwelijke minister-president. Laat alle Deense namen je niet verwarren, Borgen is een afschildering van de Nederlandse politiek, met Nyborg als Nederlandse premier. Als minister-president moet zij handelen over zaken die op dit moment actueel zijn: de aanschaf van een nieuw gevechtsvliegtuig, een vrouwenquotum voor het bedrijfsleven en – uiteraard – de vluchtelingencrisis. Borgen geeft een realistische weergave van het huidige politieke bedrijf. Juist door deze realistische benadering valt het echter wel op wanneer Borgen de tijdsgeest minder te pakken heeft. Zo zijn de plagerijtjes waar de rechts-populistische Svend Saltum (Harry Piekema) mee te kampen heeft wel erg onschuldig vergeleken met de situatie van zijn niet-fictieve en zwaarbeveiligde evenknie Geert Wilders en kun je je afvragen of de geheime homoseksuele escapades van een Nederlandse minister  anno 2016 wel werkelijk de drastische gevolgen hebben die erin Borgen aan worden verbonden.

Politiek versus privé

We volgen in Borgen, naast haar politieke carrière, ook het verloop van het gezinsleven van Birgitte Nyborg. Hoe succesvoller in de politiek, hoe verder haar gezin uit elkaar valt. Met name de ontwikkeling van Birgittes dochter Laura (Julia Akkermans) is interessant. Evenredig aan haar moeders carrière takelt Laura’s geestelijke gezondheid steeds verder af. Wat weer tot politieke problemen leidt: Birgitte wil Laura laten opnemen in een elitaire privékliniek maar is als sociaal politica tegenstander van dure particuliere gezondheidszorg. Laura wordt daarmee een gewild onderwerp van de kranten en zo is de klok weer rond. De continue spagaat tussen publiek en privé waar Birgitte Nyborg zich in bevindt komt in Borgen overtuigend naar voren.

Persfoto-Borgen---Reyer-BoxemTheater in televisieformat

Borgen volgt, zover dat kan, het concept van de televisieserie. Het stuk is opgedeeld in afleveringen en na elke aflevering volgt een korte pauze. Iedere aflevering start met een korte recap van de belangrijkste gebeurtenissen uit de vorige aflevering. Het idee is dat het publiek hierdoor de mogelijkheid heeft om, als het wil, een aflevering over te slaan om bijvoorbeeld een luchtje te scheppen. Dat is overigens niet aan te raden, want je mist veel en zo verhelderend zijn die recaps nu ook weer niet.

Zoals je van een stuk, dat gebaseerd is op een televisieserie en handelt over de politieke realiteit, wellicht kunt verwachten, wordt er in Borgen veel gepraat. Heel veel gepraat. En het tempo ligt bij tijd en wijle extreem hoog. Dit leidt er iets te vaak toe dat je wel erg lang achter elkaar naar enkel pratende mensen zit te kijken. Dit is op televisie geen probleem, maar minder geschikt voor het theater. Indrukwekkend zijn vrijwel alle scènes waarin wel voor een meer theatrale benadering is gekozen, zoals de slow-motionpresentatie van Nyborgs kabinet, wanneer Nyborg vredesonderhandelingen voert met strijdende Afrikaanse presidenten en, absoluut hoogtepunt van de voorstelling, wanneer Brigitte in alle rust ontbijt met haar kinderen. Birgitte neemt de tijd om de tafel klaar te maken, Laura schenkt haar broertje en moeder thee in. De politieke dialogen zijn ver weg en even is alles vredig. In deze scènes transformeert Borgen van televisie op toneel naar indrukwekkend theater.

Tim Dawn-Up
Muziek / Concert

Tim Dawn mag vaker huiswerk geven

recensie: Live @ Ekko, Utrecht.
Tim Dawn-Up

Als een jongen in het publiek zegt: “Ik heb mijn baard laten staan om op de zanger te lijken” doe je iets goed. Hoewel Tim Dawn het vanavond niet moet hebben van prikkelende praatjes, speelt hij, met zijn strakke band en zijn liedjes vol hitpotentie, Ekko tot zwetens warm. Dawn flirt met vergeten bandjes uit de vroege 00’s, zoals Saybia, Silkstone en Lifehouse, maar klinkt zeker van nu.

Ekko is gevuld met vrienden, vrienden van vrienden en familie die allen opvallend fris en levendig zijn voor een doorsnee woensdagavond. Tim zelf wekt een coole indruk. Trots en zelfverzekerd begint hij meteen met het huiswerk: het aansporen tot het kopen en luisteren van zijn EP Up. Immers, de presentatie daarvan staat vanavond op het programma.

Wanneer de eerste breekbare basnoten de oren van de luisteraar bereiken, zijn de gezichten van de bandleden nog erg gespannen. Deze maken in het eerste refrein gelukkig snel ruimte voor genietende, blije hoofden, die stante pede overslaan op het publiek.

Songs volgens recept
Tim Dawn lijkt een studie te hebben gedaan naar het recept voor nummers met hitpotentie. Zo kent ieder nummer een goed-in-het-gehoor-liggend meezing ‘oeh-tje’ of
catchy ‘aah-tje’, wordt ieder refrein ingeleid middels een four-on-the-floor en zorgen de nodige breaks voor een extra dimensie. Toch weet hij in ieder nummer een flow te creëren die van het begin tot het eind blijft boeien, door interessante maatwisselingen, afwisselende halftime refreintjes en toffe bridges.

Opvallend is de gedetailleerde zorg die is besteed aan alle nummers, die ook live vol energie en aandacht worden gebracht. Hoewel de ingrediënten qua vorm en opbouw behoorlijk vast lijken te liggen volgens Dawns recept, wordt iedere gitaarsolo genaild en lijkt over ieder ingenieus basloopje nagedacht. Dawns vocalen blijven in de laagte een beetje achter, maar dat maakt hij meer dan goed met zijn krachtige middenvocalen en knappe uithalen.

Publiekslievelingen
Wanneer de ballad ‘All She Wants’ wordt ingezet, luistert het publiek met volle aandacht en worden de melodieuze lijntjes voorzichtig meegeneuriet. De geboeide muurbloempjes nemen, met de ogen dicht, de muziek tot zich als de eerste lentezon, gerepresenteerd door een enkele aansteker.

Van het nummer ‘Fuel to the Fire’ wordt het publiek wel heel heet en daarmee is het lied een duidelijke publieksfavoriet die, tot teleurstelling van velen, niet op de EP staat. Maar het nummer vraagt daardoor wel om een snelle opvolging in de vorm van een compleet album.

Dawns liedjes schreeuwen om meerstemmigheid, die eigenlijk alleen op de plaat goed uit de verf komt. Ook mag hij nog wat aandacht besteden aan het introduceren van zijn liedjes, zodat je als luisteraar extra getriggerd wordt naar de teksten te luisteren, die zeker de moeite waard zijn.

Ondanks deze kanttekeningen en de trucjes die Dawn toepast, mag deze trotse man nog veel schrijven en componeren. Zijn nummers zijn een genot voor vele oren en de urgentie waarmee hij zingt voel je in je hart. Uiteraard bevat ook de toegift weer veel ‘oooh’ meezingmomenten, die – eerlijk toegegeven – ook wel erg lekker zijn.

Boeken / Fictie

Blijven dwalen in liefde

recensie: Haruki Murakami - Mannen zonder vrouw

Zeven nieuwe korte verhalen bewijzen dat de wereld waarin de verhalen van Haruki Murakami zich afspelen nog niet is uitgeput. Murakami neemt je telkens een paar pagina’s bij de hand, om je vervolgens rond te laten dolen in zijn universum van het alledaagse Japanse leven en Europese cultuuruitingen.

Het oeuvre van Haruki Murakami heeft in de afgelopen decennia over de hele wereld aan liefhebbers gewonnen. Norwegian Wood was de grote doorbraak in 1987, later volgden onder andere Kafka op het strand en de imposante trilogie IQ84. Zeven korte verhalen, die Murakami al in 2013 en 2014 schreef, zijn nu voortreffelijk in het Nederlands vertaald door Jacques Westerhoven.

Weerloze schelpen

De verhalen in Mannen zonder vrouw gaan over liefde, eenzaamheid, verwondering en moedeloosheid. De hoofdpersonages van Murakami zijn denkers, geen doeners. Het leven overkomt ze, anderen hebben de regie. Karakters die een innige band met elkaar hebben opgebouwd, zien elkaar soms van de ene op de andere dag niet meer. De personages van Murakami zijn als schelpen op een strand, die door de golven van het leven bijeen worden gebracht en van elkaar worden verwijderd.

De meeste van de nieuwe verhalen spelen zich af in de vertrouwde microkosmos van Murakami. Zelfmoorden zijn aan de orde van de dag, dieren vertolken een belangrijke symbolische functie en de referenties naar The Beatles zijn ook weer overduidelijk. De Japanse setting van veel van de verhalen geeft je het gevoel dat je als antropoloog een andere wereld bestudeert, maar de universele waarden in de literatuur van Murakami doen je telkens weer beseffen dat ieder karakter dichter bij je staat dan je aanvankelijk had aangenomen.

Alles is liefde

In deze nieuwe bundel behandelt Murakami nieuwe en oude liefdes, eerste en laatste liefdes en vooral ook liefdesverdriet, of juist het gebrek eraan. In Een onafhankelijk orgaan raakt de hoofdpersoon bevriend met cosmetisch chirurg Tokai, voor wie het vanzelfsprekend is om twee of drie vriendinnen tegelijk te hebben. Tokai heeft eindeloos veel affaires zonder ooit zijn hart te verliezen, totdat het onvermijdelijke gebeurt. Hij verliest zich in een onbereikbare vrouw en haar afwijzing is het begin van zijn einde.

In Kino draait het om een man die heeft verzuimd om te rouwen om een stukgelopen relatie, terwijl het in Sheherazade gaat om een onschuldige jeugdliefde en een mysterieuze affaire tegelijk. In Drive My Car confronteert Murakami ons met een platonisch samenzijn. Duidelijk is dat Murakami één van zijn meest voorname thema’s op de voor hem kenmerkende manier opnieuw onder het licht heeft gebracht.

Voor wie nog nooit Murakami heeft gelezen, zijn deze korte verhalen ideaal om daarmee te beginnen. Voor wie alles van de Japanner tot op heden heeft verslonden, is ook deze bundel onmisbaar. Het enige dat Murakami kan worden verweten, is dat hij met deze publicatie zichzelf weinig heeft vernieuwd en vooral op dezelfde wijze als voorheen is verdergegaan. Maar maakt dat uit, als de verhalen van zulke uitzonderlijke kwaliteit zijn? De stijl en inhoud van Murakami’s werken is uniek en hij zal zijn eigen universum blijven uitdiepen.

Kunst / Expo binnenland

Circus Boijmans

recensie: Ugo Rondinone - Vocabulary of Solitude

“Kunst doet de tijd vertragen, het remt de beschouwer af waardoor er ruimte ontstaat voor bezinning”, verklaart Ugo Rondinone bij zijn installatie Vocabulary of Solitude in Museum Boijmans van Beuningen. Heeft een zaal met bontgekleurde, egocentrische clowns dat effect?

De grote Bodonzaal in het Boijmans is omgetoverd tot een verstilde ruimte waarin, op enige afstand van elkaar, 45 levensgrote clownsfiguren zijn geplaatst. Met gesloten ogen – ieder verzonken in eigen gedachten – zitten, hangen, liggen en staan ze als eenzame deelnemers aan een circusworkshop, waarvan het programma nog opgestart moet worden. Een vervreemdende atmosfeer, vooral voelbaar als de zaal zonder publiek is en de leegte extra benadrukt wordt door deze kleurrijke, zwijgende figuren.

Kleurexplosies

ugo rondinone boijmans van beuningen

Kinderopening Ugo Rondinone. Foto: Fred Ernst.

Ugo Rondinone wil met zijn clownsbeelden een dag uit het leven van een individu beschrijven. Hij heeft ze stuk voor stuk korte namen gegeven als be, walk, cook of curse, om zo dicht mogelijk bij de menselijke realiteit te blijven. Het geheel straalt een vanzelfsprekendheid uit die de toeschouwer op een of andere manier tot bezinning moet brengen. Een mooie gedachte, ware het niet dat dit effect onbereikbaar blijft in een vrije museale opstelling met doorlopend luidruchtige publieksstromen.

Het sterke contrast tussen de uitgebeelde verstilling en de kleurexplosies van de ‘objecten’ is een element waar Rondinone patent op lijkt te hebben. Zijn werk laat, door de jaren heen, een wisselwerking van soberheid en uitbundigheid zien. De kracht van zijn beelden wordt niet door rust en regelmaat bewerkstelligd, maar juist door de enorme tegenstellingen waarmee de kunstenaar zijn publiek overrompelt.

Verweesde onderdelen

Ugo Rondinone, Vocabulary of Solitude, 2015. Foto: André van Dijk.

Ugo Rondinone, Vocabulary of Solitude, 2015. Foto: André van Dijk.

Die tegenstelling is ook in zijn clowns te vinden. Het kolderieke van de geheel uit vrolijkheid en beweeglijkheid bestaande figuren wordt direct weerlegd door de duistere en angstaanjagende kant die ook in deze karikatuur verzonken ligt. Daarbij is het uitbeelden van een menselijke cyclus door een verborgen en gekostumeerde maskerade geen keuze die automatisch tot meer helderheid leidt. Het effect waar Rondinone naar streeft, wordt op allerlei vlakken gedwarsboomd en gekenmerkt door een grote afstandelijkheid. Of juist daardoor geprikkeld?

De tentoonstelling wordt aangevuld met een aantal objecten aan de buitenranden van de ruimte die de opstelling proberen te ondersteunen. Clownsschoenen in een aantal kleurschakeringen, afgebrande kaarsstompen in dezelfde tinten, een aantal klokken in glas-in-lood, vensterramen zonder doorkijkmogelijkheid en een enorme hangende gloeilamp. Het zijn verweesde onderdelen in de zaal, die weinig verbinding met de personages op de vloer hebben en wat moeilijk te plaatsen zijn in de context van bezinning en verstilling. De grote, kleurrijke regenbogen, die ook deel uitmaken van de opstelling, brengen juist weer een mooie connectie tot stand met de in zichzelf gekeerde clowns.

Geruststellende deken

Ugo Rondinone, ‘breathe walk die’, 2014. Foto: Aad Hoogendoorn.

Ugo Rondinone, ‘breathe walk die’, 2014. Foto: Aad Hoogendoorn.

Die kleurige regenboogvormen zijn voor Rondinone een telkens opnieuw verschijnend symbool in zijn oeuvre. Ze worden gepresenteerd als mandala, een meditatieve vorm die compleetheid en tijdloosheid vertegenwoordigt en die het vermogen tot bezinning in zich lijkt te dragen. Bij de ingang van de tentoonstelling heeft de kunstenaar een grote wand bekleed met honderden regenboogtekeningen, op zijn verzoek gemaakt door kinderen uit Rotterdam en omgeving.

De regenboog komt ook terug in het sterkste beeld van deze installatie. Ironisch genoeg bevindt dit werk zich buiten het museum, op het dak van het gebouw, als een lichtgevende regenboog die vanaf grote afstand te zien is. In bonte kleuren wordt een eenvoudige mantra getoond: breathe–walk–die. ’s Nachts helder afstekend tegen de donkere lucht en neerdalend op de stad als een geruststellende deken. De intimiteit van deze uitgeschreeuwde woorden is een werkelijkheid die iedereen met zich meedraagt, een krachtige levensdroom die geen twijfel in zich heeft. Daar kan geen zwijgende clown tegenop.

Theater / Voorstelling

Een collage van plastic

recensie: Club Guy & Roni - The Jungle is our House

Een vrouw tekent gefocust een perfect vierkant op de vloer uit. De man naast haar vertelt zacht een leuke anekdote. Het publiek hangt aan zijn lippen. Waar gaat dit heen? Als de acteurs daarna rustig de tijd nemen om hun kleren uit te trekken en op te vouwen grinnikt het publiek… Dat kwam onverwacht.

Tijdens het Weekend Break Festival was het Grand Theater in Groningen een weekend lang de speeltuin van Club Guy & Roni. Dat betekent dans, muziek en natuurlijk theater. Zo ging ook de voorstelling The Jungle is our House in première. Geïnspireerd door een leus op een spandoek verkreeg de voorstelling zijn titel. “The Jungle is our house plz don’t destroy it, if you do so then where is the place to go?” luidt een van de spandoeken tijdens het protest tegen de sluiting van het illegale kamp in Calais.

Fragmentarisch

Een voorstelling over de droom van een beter bestaan en de kille realiteit, “dit is niet hoe ik het me had voorgesteld.” De toneeltekst is poëtisch, vol herhalingen en van de hak op de tak. Fragmentarisch wordt het verhaal niet alleen in tekst verteld, maar ook in beweging en muziek, want “de man met de gitaar kan het zoveel beter vertellen.” De muziek van Bert Dockx zet constant de sfeer in de voorstelling, van een bottleneckbluesriff tot duistere scheurende effecten en een eindsoundtrack die je kippenvel bezorgt.

The Jungle is our House is een collage van monologen, muziek en dans. Deze drie elementen bestaan keurig naast elkaar, de dans breekt nooit uit het wit getekende vierkant, de gitarist staat in de linkerhoek en actrice Veerle van Overloop vertelt zittend in een spot rechts. Ze versterken elkaar niet altijd: als de gitarist met zijn effectbakjes speelt terwijl actrice Veerle Overloop haar monoloog doet, werkt dat visueel verstorend.

Verbeeldend

De choreografie is prachtig en spreekt tot de verbeelding wanneer Veerle van Overloop door een grijs kleed wordt bedekt. Igor Podsiadly danst vervolgens met haar lichaam balancerend in het grijze doek. Het decor is simpel abstract, maar effectief. Plastic omlijst het toneel en dient als doek voor de projecties die soms abstract en dan weer erg letterlijk zijn. De eindtekst is geheel in een Slavisch klinkende taal, op het doek wordt de Nederlandse vertaling van de tekst als autocue meegerold. Hoewel de onverstaanbare woorden melodieus en emotioneel klinken, helpt de vertaling niet mee. De gigantische lappen tekst werken eerder afleidend. Het wordt een spelletje; bij welke zin is de acteur nu?

The Jungle is our House spreekt vanuit verschillende kunstvormen over verschillende werelden, die elkaar door de fragmentarische aard van de voorstelling niet altijd ontmoeten. Een interdisciplinaire collage die tot de verbeelding spreekt, over hemel en hel, gevangen in een paar vierkante meter, een klein wit getekend vierkant.

Happy Bachdag
Muziek / Achtergrond / Interview
special: Inspirerend initiatief van 24Classics
Happy Bachdag

Happy Bachdag!

21 maart zou de Duitse componist Johann Sebastian Bach 331 jaar geworden zijn. Je kunt nog altijd stellen dat hij springlevend is, zeker in Nederland. Zijn werken worden met de jaren steeds vaker uitgevoerd, zonder daarbij aan kracht in te leveren.

Een groep van 24 klassieke muziekfanaten en -kenners, kwam met het idee om een music discovery service opzetten, waarmee ze het ouderwetse gevoel van zelf in elkaar gezette cassettebandjes met je favoriete muziek wilden nabootsen. Onder de naam 24Classics wilden zij drie jaar geleden op een ludieke manier aandacht vragen voor klassieke muziek. Een van de manieren waarop zij dit deden, was door op de eerste dag van de lente, toevallig ook de geboortedag van de wereldbekende componist, een Happy Bachdag te organiseren.

Bach klonk in vele winkels, hotels, bars, restaurants, parkeergarages en zelfs in sportscholen. Ondernemers in Amsterdam omarmden het idee met veel enthousiasme en na twee succesvolle edities, volgt de Happy Bachdag nu ook in Utrecht, Nijmegen, Dordrecht en Groningen. Overal in deze steden zal de muziek van Bach te horen zijn tijdens speciale concerten en evenementen. Wie wil er nou niet fietsen op zijn magistrale klanken of lunchen onder het genot van prachtig door hem gecomponeerd vioolspel? Muziekwetenschapstudente Kayleigh Hagen is de coördinator van het evenement in Utrecht.

Bloemen

Bloemen met Bach

Vrolijkheid in de stad

‘Happy’ is zonder meer het sleutelwoord voor deze dag. “Het gaat om een ludieke dag waarop op lichte wijze de geboortedag van Bach en de eerste dag van de lente worden gevierd. Luchtig en ludiek zijn hierbij van belang. Het is niet een standaard “klassiek” feest, maar juist een gekke dag waarbij we iedereen proberen kennis te laten maken met klassieke muziek, specifiek Bachs werken. Dat willen we op een gekke manier, tijd en plaats zodat alle conventies en drempels die er doorgaans zijn bij klassieke muziek totaal verdwijnen en het alleen nog maar een happy dag is.”

De Happy Bachdag kent verschillende facetten, maar het hoofddoel blijft om de steden onder te dompelen in Bach. In Utrecht wordt de dag zelfs ingeluid met een countdown: “In cafe ’t Pandje zal er onder het genot van een drankje worden afgeteld tot middernacht en zal de dag worden ingeleid met een prachtig stukje Bachmuziek. Op de dag zelf zijn er verschillende activiteiten zoals Spinning op Bach en Zwemmen op Bach, maar er is ook een lezing van Govert Jan Bach gevolgd door een concert van het duo Wolfs/KleinJan. Ook hebben sommige winkels Bach-specials, of -aanbiedingen en kun je bijvoorbeeld een Broodje Bach bestellen.”

Fietsen

Spinning op Bach

Participeren

Meedoen wordt uiteraard aangemoedigd, want de Bachdag is voor iedereen, van jong tot oud. “Veel activiteiten zoals de lezing en het concert in het muzieklokaal en het spinnen zijn al te bezoeken door je alleen aan te melden via reserveer@happybachdag.nl; voor andere activiteiten zoals het zwemmen kan op locatie een kaartje worden gekocht voor de reguliere prijzen. Heb je zelf een winkel, bedrijf of andere onderneming dan nodigen we je van harte uit om mee te doen aan de Happy Bachdag. Dit kan heel simpel door Bachmuziek te draaien (wij bieden een playlist aan) of door een actie te verzinnen omtrent Bach.”

 

Meer informatie via Kayleigh Hagen, mail kayleigh@happybachdag.nl

illustratie Eyckerman
Boeken / Poezie

Poëzie voor iedereen in het bijzonder

recensie: Jaap Robben & Merel Eyckerman (illustraties) - 's Nachts verdwijnt de wereld
illustratie Eyckerman

Na zijn veelgeprezen debuutroman Birk is Jaap Robben niet meer weg te denken uit het Nederlandse literaire landschap. Zijn veelzijdigheid als schrijver wordt nog maar eens bevestigd met de onlangs verschenen dichtbundel ’s Nachts verdwijnt de wereld.

In ’s Nachts verdwijnt de wereld is werk opgenomen uit eerdere dichtbundels van Robben, evenals gedichten die hij schreef als stadsdichter van Nijmegen en niet eerder gepubliceerd werk. Zijn gedichten worden vergezeld door tekeningen van Merel Eyckerman, delicate tekeningen die losjes gebaseerd zijn op de teksten die ze begeleiden. Een mooie wisselwerking, die het geheel tot een onweerstaanbare bundel maakt die je enerzijds in één klap wil uitlezen en anderzijds wil koesteren en aandachtig tot je wil nemen.

Leeftijdloos

Bijzonder aan Robbens gedichten is dat ze niet voor een specifieke leeftijdsgroep geschreven zijn. Robben vertelt op een wijze die toegankelijk is voor jong en oud. Nu is schrijven voor kinderen deze auteur niet vreemd. Zo bracht hij in 2010 De zuurtjes uit, een combinatie tussen een jeugdroman en een prentenboek. Dit boek is ook vermakelijk voor volwassenen (vergelijk het met de boeken van Roald Dahl en David Walliams die ook gewaardeerd worden door de voorlezers). Maar de gedichten in ’s Nachts verdwijnt de wereld zijn werkelijk voor een breed publiek bestemd. Neem bijvoorbeeld het gedicht ‘Vergeten gezichten’, voor in de bundel, dat slechts één enkele zin beslaat:

Waar zijn de gezichten gebleven
die niemand heeft onthouden
van middeleeuwse mensen
die niet op schilderijen staan?

Het universele karakter, het vermogen om tot de verbeelding van lezers van alle leeftijden te spreken, is bewijs voor Robbens kunde.

Ontroerend

Robbens gedichten bezitten een zeldzame tederheid. Ze lijken op het eerste gezicht luchtig, doordat hij met een haast kinderlijke onbevangenheid zijn onderwerpen benadert, maar ze resoneren nog lang door. In het treffende ‘Vier vingers en een duim’ spreekt Robben over ‘[k]leine dikke broer en zijn vier pianozussen’. Ook als volwassene leef je mee met de duim, die nog het meest alleen is in de winter: ‘Alle dagen in z’n eentje in een want.’ Het mag duidelijk zijn dat Robben weinig woorden nodig heeft om zijn lezers in te palmen.

Als er dan toch een minpunt moet zijn, dan is het dat de bundel voor een groot deel uit eerder gepubliceerd werk bestaat. De liefhebber heeft dat natuurlijk allang gelezen. De verschijning van ’s Nachts verdwijnt de wereld lijkt niet geheel toevallig vlak voor de Poëzieweek te zijn geweest. Natuurlijk zijn de tekeningen van Eyckerman een mooie toevoeging en wie nog geen bundels van Robben in de kast heeft staan zou zichzelf tekortdoen dit boekje niet aan te schaffen.