Boeken / Kunstboek / Non-fictie

De rechtlegger

recensie: Wim Crouwel–Modernist

Wim Crouwel is een legende in de ontwerpwereld. In de zestiger jaren van de vorige eeuw zette hij de toon en zijn invloed als grafisch ontwerper is, juist in de tegenwoordige tijd, opnieuw voelbaar. Alle reden voor een uitgebreide monografie als eerbetoon.

Deze rijk geïllustreerde en vuistdikke uitgave is door de makers Frederike Huygen (tekst) en Lex Reitsma (ontwerp) in een thematische volgorde gezet. Geen chronologie, maar een zeer leesbare opeenvolging van hoogtepunten uit een oeuvre die het fenomeen Crouwel op de kaart hebben gezet. Zijn loopbaan volgt een golvende lijn, met veel waardering en ook afwijzing, waarbij hij zelf de meest constante factor blijkt te zijn.

Wim Crouwel

Total Design – huisstijl Randstad (1966)

Dogmatisch stramien

Wim Crouwel maakt in de late jaren vijftig furore met zijn opvallende ontwerpen en wordt de personificatie van een nieuwe beroepsgroep: de grafisch ontwerpers. In een wereld waar het vakgebied tot dan toe wordt ingevuld door drukkers, typografen, reclamemakers en kunstenaars is hij een ambitieuze wegbereider. Met zijn uitgesproken opinie en consequent doorgevoerde, glasheldere stijl plaveit hij de weg voor een moderne en doeltreffende vormgeving. Dit hangt nauw samen met zijn onbetwistbare managementkwaliteit, waarmee hij zijn ontwerpbureau Total Design in de jaren zeventig tot grote hoogte laat stijgen.

Het werk van Total Design is vandaag nog steeds zichtbaar in de grafische identiteit van uitzendgroep Randstad. Het heldere logo en de consequent doorgevoerde kwaliteit maakt dat dit krachtige beeldmerk na vele jaren nog steeds van grote waarde is. Voor het Stedelijk Museum Amsterdam is Crouwel jaren achtereen beeldbepalend geweest als huisontwerper. Zijn manier van werken kenmerkt zich – geheel volgens het heersende ‘New Formalism’ – door een dogmatisch gebruik van een vooraf vastgelegd stramien, waarop alle vormelementen hun plaats krijgen. Grafisch ontwerpen is een zaak van structurele ordening en evenwichtige compositie. In combinatie met een strakke, schreefloze typografie vormt deze werkwijze de grondslag voor een ontwerpstijl die binnen en buiten het vakgebied voor veel beroering zorgt.

Wim Crouwel

Wim Crouwel – affiche Etienne Martin (1964) Stedelijk Museum Amsterdam

Nieuwe Lelijkheid

Wim Crouwel – Modernist brengt op een grondige en indringende wijze die opwinding in beeld. Crouwel wordt in zijn begintijd op handen gedragen, enerzijds omdat hij een revolutionaire – en welbespraakte – eenling is, anderzijds omdat zijn vernieuwende werk voor een aardverschuiving binnen het communicatielandschap zorgt. Maar gaandeweg wordt zijn invloed te overheersend geacht: de logo’s en huisstijlprogramma’s voor grote ondernemingen gaan op elkaar lijken en komen zichtbaar uit één en dezelfde, gestructureerde stal. De onbetwiste meester dreigt langzamerhand ten onder te gaan aan zijn zelfbevochten succes.

Wim Crouwel: ‘Ik ben een rechtlegger. Ik heb de neiging om alle dingen die voor me op tafel liggen recht te leggen’.

Vanaf de tweede helft van de jaren zeventig begint de ontwerpwereld volledig te kantelen. Onder invloed van vrijheid, emancipatie, anarchisme en nieuwe muziek zijn er opeens vele wegen die naar verschillende ontwerpoplossingen leiden. Crouwels modernisme wordt gezien als een achterhaalde opvatting die een kille, zakelijke vormgeving vertegenwoordigt. Er is behoefte aan engagement, emotie en experiment: een veelvormigheid die onder de naam post-modernisme het culturele discours zal gaan bepalen. Wim Crouwel wordt ongewild tot een anachronisme, zijn werk wordt ouderwets en zielloos gevonden en wordt door de nieuwe generatie ontwerpers tot ‘Nieuwe Lelijkheid’ bestempeld.

Wim Crouwel

Wim Crouwel – tentoonstelling De verboden stad (1990) Museum Boijmans van Beuningen Rotterdam

Neo-modernisme

Ondertussen is Crouwel professor aan de Technische Universiteit Delft en ook directeur van Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam. Zijn deskundigheid en ervaring hebben hem op die positie gebracht, terwijl zijn ontwerpwerk met een respectvolle maar ook meewarige glimlach wordt bijgezet in de geschiedenis. Het momentum in de jaren tachtig van de vorige eeuw is voorgoed geannexeerd door nieuwe ontwerpers als Jan van Toorn, Anthon Beeke, Gert Dumbar en collectieven als Hard Werken en Wild Plakken.

Maar dan krijgen we te maken met de ironie van de geschiedenis, zoals in deze prachtuitgave op uitvoerige wijze uit de doeken wordt gedaan. Vanaf de eeuwwisseling is er een generatie grafisch ontwerpers opgestaan die zich, als reactie op het modernisme en post-modernisme, met recht neo-modernisten zouden kunnen noemen. Grafisch werk in de tegenwoordige praktijk – in combinatie met de vele digitale mogelijkheden – heeft een onmiskenbare connectie met het baanbrekende werk van Wim Crouwel, zo’n vijftig jaar terug. De soberheid in compositie, de eenvoud in typografische vormen, het minimale kleurgebruik: alles verwijst naar de handtekening van de man die aan de wieg stond van de hedendaagse grafische vormgeving. Zo is Wim Crouwel – Modernist niet alleen een terugblik op een groots ontwerpersleven, maar tegelijkertijd een verrassend accurate beschrijving van de artistieke en maatschappelijke ontwikkeling van dit enerverende vakgebied.

 

Boeken / Non-fictie

Francien laat het achterste van haar tong zien

recensie: Francien laat je tieten nog eens zien. Hoe sexting een leven kan breken - en maken

Francien Regelink was 15 jaar toen zij een naaktfoto stuurde naar een klasgenoot. Bijna 15 jaar later schrijft ze een boek over de enorme impact die deze actie op haar leven heeft gehad.

Toen de schrijfster voor het eerst op haar blog liet doorschemeren dat ze aan een boek werkte, deden de meeste lezers automatisch de aanname dat het over hardlopen zou gaan. Maar de bekende hardloopster en blogger, bewonderd om haar tomeloze energie en onbevangen bereidheid om altijd tot het uiterste te gaan, maakte al snel de verrassende titel bekend: Francien laat je tieten nog eens zien.

Een boek rondom een momentopname: als Francien 15 jaar is maakt ze op verzoek met de webcam een foto van haar borsten en stuurt deze naar een jongen die ze leuk vindt. Een ‘cadeautje’ dat ze een paar tellen later alweer is vergeten als een vriendin online verschijnt en ze daarmee begint te kletsen.

Een moment van onbevangenheid dat haar nauwelijks bezighoudt, totdat ze enige tijd later opeens wordt geconfronteerd met de actie, als jongens in de fietsenkelder naar haar roepen: ‘Francien laat je tieten nog eens zien!’ Dat is het moment dat de paniek bij Francien toeslaat. Het is meteen het meest indringende deel van het boek: de lange fietstocht van de middelbare school naar huis, de angstige gedachten, het totale verlies van controle. Ook hoe ze de volgende ochtend dapper weer op school verschijnt, eenzaam en verward, is ontroerend opgeschreven. De nasleep blijkt lang.

Actueel thema

Dit alles vond ongeveer 15 jaar geleden plaats, nog voor de tijd van smartphones, Facebook, Instagram en Snapchat. Deze communicatiemiddelen zorgen ervoor dat ‘sexting’ juist de laatste jaren regelmatig in het nieuws komt. Voor Francien vormde deze tendens ook de aanleiding voor het schrijven van haar boek over de allesbepalende gebeurtenis in haar puberteit:

De rel rond Dave Roelvink, ontstaan door beelden op internet, waarin hij seks heeft in een bubbelbad. Vol afschuw volg ik het nieuws rondom deze zaak. Niet vanwege Dave, maar vanwege het meisje dat ook te zien is. Hoe had zij kunnen weten dat dit gefilmd werd? Hoe? […] Ik wil niets liever dan met haar in contact komen om haar te vertellen dat het goed komt.

En daarmee spreekt ze de boodschap uit van dit boek: zorg dat dit je niet overkomt, maar als het dan toch gebeurt: vecht je er een weg doorheen. Daar word je alleen maar sterker van. Dit boek is bewonderenswaardig alleen al vanwege de openheid en durf. Bovendien neemt ze de controle terug: het hele verhaal, open en bloot, maar deze keer op haar voorwaarden. Over de gesprekken met de uitgever schrijft ze zelfs: ‘Ik had graag gezien dat de foto de cover van het boek was geworden, maar daarmee streef ik mijn doel voorbij.’

Opzet vs. uitvoering

Tot zover de opzet, dan nu de uitvoering. Die laat helaas wel wat te wensen over. Het verhaal is onsamenhangend en vliegt met name in de beschrijving van jeugdherinneringen allerlei kanten op waarvan de toegevoegde waarde moeilijk te ontdekken is. Daarbij zijn de dialogen soms tenenkrommend. De schrijfstijl van het boek sluit naadloos aan bij het karakter dat de schrijfster van zichzelf schetst: chaotisch, enthousiast en impulsief. Voor het boek was meer focus of een strengere redacteur echter beter geweest. Want als het doel van dit boek daadwerkelijk educatief is, dan had er zoveel meer in kunnen zitten. De ontwikkeling van kwetsbaarheid naar kracht, van onbevangen meisje naar teruggetrokken type en uiteindelijk succesvolle zakenvrouw, is nu te slordig uitgewerkt. Dat is een gemiste kans.

Het is prettig dat een belerende toon volledig afwezig is, maar het ontbreekt de lezer aan echte handvatten. Aan tips, geruststelling en alleen al: het aanspreken van de doelgroep. Want: uit wie bestaat die doelgroep? Pubermeisjes? Ouders van pubermeisjes? Puberjongens? En als dat zo is, zouden zij de jaren ’90 setting, met msn, webcams en uitgeprinte foto’s niet als hopeloos ouderwets ervaren? Ligt het niet al veel te ver af van de huidige werkelijkheid, waarin in vertrouwen verstuurde foto’s zelfs op pornosites belanden? En zijn alle hoofdstukken ter opvulling rondom het beslissende moment, sterk en interessant genoeg om te blijven lezen? Waarschijnlijk niet, helaas.

 

Gavin James
Muziek / Concert

Zwijmelen, meezingen en lachen

recensie: Gavin James @ Paradiso
Gavin James

De Ierse singer-songwriter Gavin James is bekend geworden met het lieflijke, gevoelige ‘The Book of Love’, een cover van het gelijknamige nummer van The Magnetic Fields uit 1999. De rest van zijn repertoire is in diezelfde stijl. De grote zaal van Paradiso staat vanavond dan ook voornamelijk vol met jonge stelletjes, gekomen om lekker samen te zwijmelen. De sfeer is daar echter niet helemaal naar. Er wordt vooral veel gelachen.

Gavin James timmert al even aan de weg. In 2012, toen pas 19, bracht hij zijn eerste single uit. Daarna volgden enkele EP’s en een livealbum. Sinds maart dit jaar heeft hij ook een eigen studioalbum: Bitter Pill. Vanavond speelt hij zowel oudere singles als nummers van zijn nieuwe plaat.

Craig Gallagher

Craig Gallagher

Gevoelige gitaarliedjes

Het voorprogramma van vanavond is Craig Gallagher. Hij doet een dappere maar helaas vergeefse poging om de aandacht van het publiek te krijgen. Alleen de eerste paar rijen voor het podium lijken te genieten van zijn mooie, warme stem. De rest van de aanwezigen heeft te druk met praten. Misschien komt dit omdat Gallagher meer tijd besteedt aan het vertellen van lange anekdotes en het stemmen van zijn gitaar tussen de nummers door, dan aan muziek spelen.

Het optreden van Gallagher gaat naadloos over in dat van Gavin James. De overeenkomsten tussen de mannen zijn groot: beiden zijn Iers en spelen gevoelige gitaarliedjes, en zelfs qua postuur lijken ze op elkaar. Waar James voorheen meestal alleen met een gitaar op het podium stond, wordt hij nu tijdens sommige nummers bijgestaan door een pianist. Dit is zeker een mooie toevoeging, minpuntje is alleen dat de gitaar vrij hard staat afgesteld, en zo de zang en piano soms overstemt.

Gavin James

Gavin James

Veel sympathie vanuit publiek

Regelmatig vraagt James het publiek mee te zingen met de vele oh’s, oeh’s en ah’s in zijn nummers. De zaal doet dit gewillig en enthousiast, en James krijgt na elk nummer een oorverdovend applaus. De bezoekers hebben hem duidelijk in hun harten gesloten. James oogt sympathiek en bescheiden en lijkt, ondanks zijn op jonge leeftijd behaalde succes, nog erg normaal gebleven te zijn.

De waardering is wederzijds: halverwege de set verlaat James het podium om midden tussen het publiek onversterkt het nummer ‘You Don’t Know Me’ te spelen. Iets wat niet veel artiesten hem na zullen doen, met minstens tien flitsende mobieltjes op nog geen halve meter afstand. Een ander bijzonder moment op de avond is als zijn zus, van wie hij vertelt te hebben leren zingen, het podium op komt om samen met hem Frank Sinatra’s ‘Moon River’ te zingen.

Gavin en Craig

Gavin en Craig

Geen gepaste sfeer

Ondanks de gevoelige liedjes van James, hangt er in de zaal geen intieme sfeer die je hierbij wel zou verwachten. Dit komt voornamelijk door de praatjes van James tussen de nummers door. Hij blijkt een bijzonder opgewekt persoon te zijn met veel humor. In bijna elke zin maakt hij een grap. Hierdoor creëert hij meer een sfeer alsof hij in een pub staat te spelen en op deze manier het publiek voor zich moet winnen. Dit contrast tussen zijn liedjes en zijn gedrag is wat vreemd, en de fans die dachten een avondje weg te kunnen dromen en wellicht zelfs een traantje weg te kunnen pinken bij hun favoriete nummer komen hiermee een beetje bedrogen uit. Dit is jammer, want als James de nadruk had gelegd op het overbrengen van gevoel hadden de nummers veel meer indruk kunnen maken.

Na nog geen uur verlaat James al het podium, om binnen tien seconden terug te keren voor een toegift van ruim een kwartier. Hij maakt de avond mooi rond door het allerlaatste nummer samen met Gallagher te spelen: een cover van ‘Dancing In The Dark’. James kleurt vanavond overal netjes binnen de lijntjes, laat geen valse noot horen en weet het publiek prima te vermaken. Toch keert waarschijnlijk een deel van het publiek licht teleurgesteld weer huiswaarts, omdat ze niet de emotie gevoeld hebben waar ze vooraf op hoopten.

Boeken / Fictie

Heimwee naar Harry Hole

recensie: Jo Nesbø - Middernachtzon

Midden in de nacht stapt Jon de bus uit. Hij knijpt zijn ogen dicht tegen de zon. De Noorse hoogvlakte Finnmarksvidda is zijn bestemming, het gebied van de Samen. Jon komt er niet om van de lange zomernachten te genieten, maar wil ontkomen aan zijn belager. In Jo Nesbø’s Middernachtzon lees je of hem dat lukt.

Nesbø is vooral bekend van de rauwe reeks over politieman Harry Hole. Ook de opzichzelfstaande werken Headhunters en De zoon zijn behoorlijk grimmig van toon. Met het vorig jaar verschenen Bloed op sneeuw sloeg de Noor een enigszins andere weg in. Minder pagina’s, minder spanning en meer humor. Middernachtzon is in dezelfde categorie te plaatsen.

Onsuccesvolle carrièremove

Hasjdealer Jon Hansen heeft per ongeluk criminele promotie gemaakt en mag aan de slag als huurmoordenaar. Dat komt goed uit, want hij heeft dringend geld nodig. Zijn carrièremove blijkt echter geen spectaculair succes. In plaats van doelwit Gustavo – in verbloemend misdadigersvocabulaire – te expediëren neemt Jon zijn smeergeld aan en spaart hij diens leven. Opdrachtgever de Visser komt erachter en stuurt expediteur Johnny Moe op hem af. Jon weet te ontkomen en gaat ervandoor. Vanuit Oslo neemt hij de bus en reist naar het noordelijke Kåsund. Hij stelt zich voor als Ulf die komt jagen en neemt zijn intrek in de jachthut buiten het dorp. Hij maakt kennis met de inwoners, die elk zo hun eigen problemen hebben. Ondertussen is Jon voortdurend op zijn hoede. Het is hem immers zonneklaar dat Johnny Moe op hem jaagt en vroeg of laat zal langskomen…

Poëtische bespiegelingen

Middernachtzon is nauw verweven met Bloed op sneeuw. De werken spelen zich in 1977 af, met personages uit hetzelfde milieu. Opdrachtgever de Visser maakt bijvoorbeeld in beide boeken zijn opwachting. Daarnaast hebben de hoofdpersonen van de twee titels veel van elkaar weg. Zowel Olav in Bloed op sneeuw als Jon in Middernachtzon is crimineel, maar niet van het onsympathieke soort. De twee mannen blijken ook hun poëtische bespiegelingen niet voor zich te houden, al grijpt Jon daarbij regelmatig naar een cliché; bijvoorbeeld wanneer hij de lach van zijn ex (‘een snelstromende beek’) met die van Lea, klokkenluider en koster van de Kåsundse kerk, vergelijkt (‘een trage, kabbelende rivier’).

Als Middernachtzon een thriller wordt genoemd – zoals de voorkant vermeldt – doet dat niet volledig recht aan het boek. De vlucht van en de achtervolging op Jon vormen weliswaar het raamwerk, maar daarnaast spelen andere thema’s een minstens zo belangrijke rol. Om leren gaan met je verleden en met gemaakte keuzes. De invloed van de natuur, die zowel je vijand als vriend is. Cultuurverschillen overbruggen. Het etiket ‘literaire thriller’ wordt te pas en te onpas op boekomslagen gedrukt. In dit geval staat er slechts ’thriller’ op de voorkant, maar juist nu zou de toevoeging ‘literair’ terecht zijn geweest. Wie namelijk een thriller verwacht, wordt uiteindelijk vermoedelijk teleurgesteld. Je wordt daarentegen op je wenken bediend als je hoopt op een boek met een literaire twist.

Heimwee naar Harry Hole

Middernachtzon is een prima boek, dat beter is dan de meeste werken in het (literaire) thrillergenre. Bij een specialist als Nesbø zijn de verwachtingen echter altijd dusdanig hooggespannen, dat het al met al toch een beetje tegenvalt. Het doet verlangen naar de avonturen van Harry Hole. Naar scènes die je je nagels en nachtrust kosten en waarover geen grappen worden gemaakt. Die wens wordt werkelijkheid: Nesbø vertelde onlangs met een nieuw deel over Hole bezig te zijn. Gelukkig maar. Na deze trage, kabbelende rivier is het hoog tijd voor een snelstromende beek.

Rewire
Muziek / Muziek / Muziek / Reportage
recensie: Rewire festival @ Den Haag
Rewire

Rewire 2016: Wat doet dit knopje?

Het Rewire festival, waarvan dit alweer de zesde editie was, beschrijft zichzelf als het festival voor avontuurlijke muziek. Een brede omschrijving die ruimte laat voor een heel scala aan stijlen en soorten. Op het festival zijn voornamelijk elektronisch georiënteerde acts te vinden.

Rewire presenteert niet alleen optredens, maar verzorgt ook workshops, (een soort van) lezingen en masterclasses. Deze worden overdag gegeven en zijn gratis te bezoeken. Onder de noemer The Sound of Story geven verschillende acts (Roly Porter & MFO, Chris Watson, Gazelle Twin, Nicholas Becker en Xiu Xiu) een inzicht in hun werkproces. Xiu Xiu, afsluiters van het festival, vertellen bijvoorbeeld over hun liefde voor Twin Peaks en waarom ze de soundtrack daarvan opnieuw wilden vormgeven (ze werden gevraagd voor een tentoonstelling in Australië). Gazelle Twin geeft uitleg over de achtergrond van hun 37-minuten durende show, die beter omschreven kan worden als performance-art.

Workshops
De masterclass van Kaitlyn Aurelia Smith demonstreert de verrassende en eigen sound van de Buchla Music Eazel, en ook die van Smith, die zoals ze vertelt een achtergrond in orkestratie en compositie heeft. De werken die ze ten gehore brengt verraden een grote affiniteit met koraal en harmonieus klassiek werk. Op de vraag of ze de synthesizer meer als een middel of als een doel op zich ziet, antwoordt Sith dat ze in eerste instantie de synthesizer als compositie-hulpmiddel zag, maar dat gaandeweg ook het experiment en de toevallige ontdekkingen die de synthesizer met zich meebrengt een rol in haar werk zijn gaan spelen.

Smith is een ingetogen maar innemende persoonlijkheid, die zich duidelijk het beste op haar gemak voelt zodra ze haar instrument bespeelt. Ze geeft aan dat ze zichzelf graag veel te doen geeft omdat ze er van houdt om live te spelen en dit is duidelijk te zien wanneer ze speelt. Met één hand speelt ze een melodielijn, terwijl de andere op furieus tempo knoppen draait, toetsen indrukt, iets bijstelt aan haar effectapparatuur, en zelf op één moment een nieuw instrument uit haar tas te voorschijn haalt en aansluit tijdens het spelen.

Nicolas Beck neemt het publiek tijdens zijn masterclass mee in de trefzekere en toch buitengewoon experimentele wijze waarop hij sound-design benadert. Van relatief eenvoudige omgevingsgeluiden als blaffende honden en ruisende maïsvelden verschuift gaandeweg de focus naar meer bizarre en extreme geluiden, zoals walvissen, het zingen van de wind langs installaties met snaren en afzet-tape, het bespelen van in het water hangende gongs met strijkstokken. Het interessante van deze experimentele sounds is de functionele wijze waarop Beck deze toepast als foley-artiest in de filmindustrie.

Naast enkele anekdotische inkijkjes in het soms frustrerende leven van de sound-designer in de filmwereld, toont Beck zich een gepassioneerde creatieve geest, die ook de conceptuele kant van sound-design opzoekt door bijvoorbeeld “het getij van de aarde” te berekenen en om te zetten in audio. Ondanks zijn grote expertise wordt het zelden te technisch voor het enigszins geïnformeerde publiek van Rewire en is er ook veel ruimte voor vraag en antwoord.

Optredens
Rewire brengt een breed spectrum aan stijlen en muzikale vormen. De hang naar ‘avontuurlijke muziek’ laat zich gelukkig niet beperken door stromingen, genres of stijlen. Dat heeft tot gevolg dat er nogal wat keuze is voor de bezoekers. Van drone-muziek en soundscapes tot (experimentele) jazz, avant-gardistische rock en dansbare beats tot melodieuze pianomuziek, alles is wel te vinden op de verschillende locaties.

Anna Meredith speelt in het Paard met haar band een zeer kakofonische set, die bij momenten nogal te lijden heeft onder het slechte zaalgeluid. Niettemin weet ze het publiek zeker te boeien, met een originele mix van instrumenten en stijlen. Jammer is dat veel van haar nummers vrij vol zijn, en er dus weinig ruimte voor spanningsopbouw of dynamische variatie overblijft. Daardoor is het, zeker voor de mensen in de zaal die voor het eerst met haar muziek kennismaken, wel lastig de aandacht vast te houden.

Drone-sounds en soundscapes hebben over het algemeen een wat kunstzinniger inslag: het al eerder genoemde Gazelle Twin presenteert CCTV-beelden, begeleid door industrieel aandoende beats met veel noise waar twee zangers overheen spreken, zingen en kreunen. Door de setting – op zaterdagavond in Het Paard van Troje, wanneer in de andere zaal Animal Collective bezig is – komt het werk van Gazelle Twin niet goed over. Het heeft waarschijnlijk wat meer reflectie en aandacht nodig.

Het vierkoppige Animal Collective kreeg de grote zaal van Het Paard van Troje behoorlijk aan het dansen. Dat was niet vreemd. De mannen hadden een kleurrijk podium dat paste bij hun speelse en losse beats. De latin-achtige sfeer in hun muziek werd door dat drukke podium benadrukt, en de catchy refreinen doen bijna college-rock achtig aan. Tussen alle experimentele en verstilde muziek op het festival vormt Animal Collective een interessant contrast met meer ruimte voor dansbaarheid en vrolijkheid. Het is misschien niet de meest experimentele act van het festival, maar zeker een van de meest plezierige.

Geluid en klank
Het begin van de set van Battles wordt geteisterd door de nodige technische problemen, waardoor de band elkaar niet goed kan horen. Ondanks deze onvolkomenheden, die voor een festival onvermijdelijk zijn, weet Battles het publiek op te zwepen met de drijvende ritmes en scherpe grooves waar de band in excelleert. Singles als ‘Atlas’ en ‘Icecream’ gaan naadloos over in minder bekend werk. De ongebruikelijke set up van de band met de gekantelde keyboards van Ian Williams, het hoog boven drummer John Stanier uittorenende crash-cymbaal, en de zee van voetpedalen en randapparatuur van bassist/gitarist Dave Konopka, maken de shows van Battles een uniek en indrukwekkend schouwspel van muzikaal vakmanschap dat geen moment verveelt.

Ook artiesten als Bas van Huizen en James Wellburn hadden last van geluidstechnische problemen. De definitieve afstelling van het geluid gebeurde pas na aanvang van het optreden, waardoor het steeds even duurde voordat de muziek goed begon te klinken. Waar vooral elektronische acts last hadden van de vertraging in de afstelling, hadden andere bands daar weinig last van. Poppy Ackroyd, pianiste en violiste, klonk vanaf de start mooi en melodieus. Ook het Norberto Lobo & João Lobo Sextet had geen problemen met de afstellingen. Hun swingende en speelse jazz kwam goed tot z’n recht.

Grote Kerk
De afsluitende acts van het festival, Blixa Bargeld & Teho Teardo en Xiu Xiu Plays Twin Peaks, hadden waarschijnlijk de beste locatie voor hun optreden: de Grote Kerk. Niet alleen akoestisch een mooie zaal, maar ook visueel erg aantrekkelijk. Vooral Bargeld en Teardo kwamen goed tot hun recht, met hun filmische muziek die evenzeer rond het gitaarspel van Teardo is opgebouwd als rond de zang van Bargeld (die niet schuwt om extremen op te zoeken met zijn stem). De omgeving en sfeer van de Grote Kerk hadden absoluut een toegevoegde waarde voor hun optreden.

Voor Xiu Xiu, een experimentele postpunkband, was dit minder het geval, mede doordat er een groot scherm op het altaar werd gezet waarop beelden uit Twin Peaks te zien waren. Het sloot een deel van de kerk af, waardoor het visueel een veel minder interessante omgeving werd. Ook de muziek van Xiu Xiu had weinig baat bij de locatie. Hun versies van de Twin Peaks nummers waren weinig interessante covers, waarbij vooral distortion en dissonantie werden gebruikt om de nummers eigen te maken. Heel avontuurlijk klonk het niet, eerder makkelijk, alsof er een stramien over de nummers heen was gelegd waardoor het Xiu Xiu-nummers werden.

Wellicht was het beter geweest als er een andere afsluiter was geweest, maar de opzet van het festival was zeker geslaagd. Niet alleen presenteerde het een groot aantal kleinere en onbekende acts in combinatie met een paar grotere namen, maar het is er ook in geslaagd om een breed spectrum aan stijlen te presenteren. Rewire liet zien dat avontuurlijke muziek geen genre behelst, maar dat het een insteek is. Het is een bepaalde manier van kijken en luisteren naar muziek die niet gebonden is door stijl en instrumentarium, maar een manier van omgaan met muziek. Natuurlijk spreekt niet iedere vorm iedereen aan – dat is een probleem waar een festival als Rewire waarschijnlijk steeds mee geconfronteerd wordt.

Door de variëteit aan stijlen en benaderingen zet Rewire het publiek aan tot een ontdekkingstocht door een wereld van nieuwe geluiden en benaderingswijzen. Het programma van workshops, masterclasses, lezingen en concerten lijkt een nadrukkelijke uitnodiging om niet alleen te ontdekken, maar ook geïnspireerd te raken om zelf te creëren. Met een hoofd vol nieuwe ideeën keert de bezoeker aan het eind van een rijk gevuld weekend opgeladen terug naar huis.
Rewiring geslaagd.

Boeken / Non-fictie

Pleidooi voor het geheim

recensie: Paul Frissen - Het geheim van de laatste staat: kritiek van de transparantie


Transparantie, openheid, openbaarheid: wie kan daar nou tegen zijn? Alleen mensen die iets te verbergen hebben, zo luidt de dominante opvatting. Paul Frissen wijst in zijn nieuwe boek op de gevaren van de almaar toenemende roep om transparantie.

Wat hebben Julian Assange en Edward Snowden gemeen met totalitaire dictators? Allemaal verlangen ze naar volledige openheid. Assange en Snowden van overheidsfunctionarissen en dictators van burgers. Dat er van vrijheid weinig overblijft wanneer totalitaire dictators de macht grijpen, spreekt voor zich. Hoogleraar bestuurskunde Paul Frissen oppert in zijn boek Het geheim van de laatste staat een minder gangbare opvatting: ook de door Assange en Snowden nagestreefde openheid vormt een grote bedreiging voor de vrijheid.

Het boek is een kritiek op de dominante opvatting dat tolerantie en openheid altijd leidt tot meer democratie. Tot op zekere hoogte is dat natuurlijk ook zo. Maar, zo betoogt Frissen, zonder geheimen – van burger én staat – geen vrijheid en geen democratie.

Dystopie

Aan de hand van dystopische romans als De Cirkel van Dave Eggers laat Frissen de gevaren zien van een samenleving waarin privacy en geheimen volledig zijn verdwenen. Maar hij pleit ook voor het belang van staatsgeheimen.

“Dat vergt – soms – geheimhouding en geheime operaties, en daarom kan geen staat zonder geheime diensten: om democratie en rechtsstaat – en dus de vrijheid van burgers – te beschermen.”

Figuren als Assange en Snowden worden gezien als vechters voor internetvrijheid en een daarmee meer democratische wereld. Want internet heeft het vermogen de politieke arena te democratiseren waardoor machthebbers en machtelozen op één niveau worden geplaatst. Frissen vindt dit een naïef én gevaarlijk ideaal:

“Hier zijn weinig dilemma’s te lezen, laat staan die van het minste kwaad. Wel valt een grenzeloze naïviteit te beluisteren als het gaat om de illusie van een wereld zonder machtsverschillen – een naïviteit die echter gevaarlijk wordt als deze de onthulling van geheimen en geheime bronnen legitimeert.”

De imperfecte wereld

En dan komen we aan bij één van de centrale punten van Frissens gehele oeuvre: het ideaal van Snowden en co is volledige gelijkheid. De paradox is nou juist dat in een democratie altijd een zekere mate van ongelijkheid nodig is. Dat komt omdat we verschillende idealen koesteren (vrijheid, gelijkheid, veiligheid) die met elkaar op gespannen voet staan. Dat is de rode lijn die door het werk van Frissen loopt en soortgelijke thema’s behandelde hij ook in eerdere boeken. Volledige gelijkheid of veiligheid gaat niet samen met vrijheid (onderwerp in De staat van verschil en Gevaar verplicht). Die imperfectie, de tragiek, daar kunnen we maar moeilijk mee omgaan (De fatale staat). Terwijl die onvolkomenheid juist het gevolg is van onze vrijheid – en die moeten we koesteren. De grootste vijand van het goede, zo waarschuwt Frissen in al zijn boeken, is het betere.

Hiermee staat Frissen duidelijk in een lijn van denkers als Isaiah Berin en John Gray die een soort pessimistisch liberalisme aanhangen. Dat liberalisme is sterk doordrongen van tragiek of, in de woorden van Frissen, van de ‘fundamentele gebrokenheid van de wereld’. Daarom moet de vrijheid volgens Frissen soms worden beteugeld om hem te beschermen: “Het transparantieverlangen wil daarvan juist weinig weten, omdat het naar eenduidigheid van informatie streeft. Contradicties, laat staan ambiguïteit, komen in het transparantiediscours niet voor.”

Langdradig

Het centrale idee dat Frissen in Het geheim van de laatste staat uitwerkt is interessant. Het minpunt is dat je dit idee na het lezen van de proloog al doorhebt – en erdoor bent overtuigd. En mocht je niet overtuigd zijn, dan raak je dat na het lezen van de rest van het boek waarschijnlijk ook niet. De onderbouwing van zijn these is zo helder dat het niet veel argumentatie behoeft. De rest van het boek bestaat min of meer uit herhalingen van de proloog en het eerste hoofdstuk.

Het grootste deel van het boek is, gezien de vele herhalingen, moeilijk om doorheen te komen. Een voorbeeld: “Daarom is het ook zo belangrijk dat politiek wordt aanvaard dat transparantie weliswaar een waarde van democratie kan zijn en de controleerbaarheid van machthebbers dient, maar dat geheimhouding onafwendbaar is in de taakvervulling van een geheime dienst.” Zinnen met soortgelijke strekking kom je, net iets anders geformuleerd, om de paar pagina’s tegen. Je krijgt soms het idee te maken te hebben met een student die wanhopige pogingen doet om het minimum aantal woorden voor zijn scriptie te halen. Niet omdat er iets mis is met zijn these of onderbouwing of omdat hij een slechte student is, maar omdat die these en onderbouwing te licht zijn voor een scriptie en beter tot hun recht zouden zijn gekomen in een essay. Hetzelfde geldt voor dit werk van Frissen.

Muziek / Concert

Paastraditie sluitstuk

recensie: Festivalverslag Paaspop, zondag 27 maart 2016

Zondag Eerste Paasdag is traditioneel de afsluiting van Paaspop. Zo houden de festivalbezoekers nog een vrije dag over om weer op adem te komen van drie dagen inspanning en ontspanning.

Na twee al inspannende dagen volgt de dag die de slagroom op de cake moet zetten. Al vele jaren staat in de herinnering dat de middelste dag van het festival het goud bevat. Zo is het ook dit jaar, al moeten we constateren dat er ook op deze Paaszondag een paar fraaie pareltjes langskomen, die in de top10 van Paaspop 2016 blijken te staan die collega’s van 3VOOR12 hebben opgesteld na de afsluiting.

Zondagafsluiting

De Paasgedachte vullen we in met gospelmuziek van Michelle David & The Gospel Sessions. Er is zelfs ruimte voor een nummer over de opstanding van Jezus dat wel heel toepasselijk is op deze dag. Nee, het is geen stichtelijk optreden van Michelle David, maar een swingend en dansend soul-feestje. Want iedere zwarte gospelbijeenkomst is een moment om het leven te vieren. Het geeft een waanzinnige start van de laatste dag van Paaspop. David speelt met leden van Beans & Fatback een bloemlezing uit de twee albums die haar oeuvre onder deze naam reeds groot is. Het is onderhoudend en bovenal uitstekend. “Beter zal het vandaag niet worden,” zeggen we tegen elkaar als we de Phoenix verlaten.
Nog vol van de gospelmuziek sluiten we aan in de grote Apollo-tent, waar Typhoon de menigte volledig op zijn hand weet te krijgen. Muzikaal hoef je niet voor rappers in de wieg gelegd te zijn om te zien dat hiervan door een groot publiek enorm genoten wordt. We snuiven even de sfeer op om erover mee te kunnen praten. Typhoon is duidelijk een ster op zijn gebied, die het vak meer dan verstaat. Zijn plezier straalt af op het publiek dat met volle teugen genietend aan zijn lippen hangt en zich laat meebewegen op zijn aangeven.

Brit- en Belgenpop

In de Jack Daniel’s Stage wagen we ons aan The Jacques, die in de traditie van zoveel Britpop bandjes genoemd wordt in de hoek van The Libertines en The Vaccines; zo staat te lezen in de aankondiging. Praktisch blijkt dat veel te veel eer te zijn voor deze nu al te verwende straatjochies, die het bijna te veel moeite vinden om het publiek te vermaken en vooral zichtbaar ontevreden zijn over de voor hen klaargezette drankjes. We houden er geen goede smaak aan over. Die proberen we weer op te doen bij het optreden van de Belgische formatie Balthazar. Deze band slaagt er nipt in door het volume flink op te schroeven en alle langzame tempo’s te mijden om hun luistermuziek in de flink gevulde Apollo te vertolken. De met smaak ten gehore gebrachte tracks krijgen voldoende detail mee om te overtuigen. Natuurlijk is de beweging in de tent een stuk kleiner dan bij de vorige act, maar daar is de muziek dan ook naar. Balthazar weet vooral de sfeer van de muziek voldoende te pakken met belletjes en vioolklanken. De zang is mooi divers en de afwisseling in de songs voldoende om het repertoire van de band eer aan te doen. De wat verstildere composities worden vakkundig en begrijpelijk gemeden.

Kiezen en kiezen

Na een hapje eten bij een paar van de onafhankelijke ondernemers die in grote getale het veld bedienen met hun etenswaar, is het lastig kiezen: in twee uur tijd hebben we vier acts die we eigenlijk willen zien, waarna voor ons een grote leegte ontstaat. We moeten derhalve Band of Glory en Monster Magnet laten schieten en kiezen voor Chef’Special in de Apollo, die een uitstekende show weten te maken. Ze brengen muziek die een voorbeeld vormt van rap die voldoende wordt gelardeerd met zang om het voor een niet rapliefhebber draaglijk te maken. De band speelt buiten kijf verschrikkelijk goed met veel details in o.a. het toetsenwerk, maar ook het gitaarwerk is samen met de ritmesectie uit een fijn hout gesneden. De band speelt een aantal nieuwe composities die vertrouwen geven voor de nieuwe plaat waaraan ze momenteel werken.

Afsluiter in pure vorm

Onze afsluiter vinden we in Birth of Joy, dat een wat heftige vorm speelt van de muziek van DeWolff, waarmee we het festival begonnen. Het is een soort heavy rock met een flinke scheut psychedelica en blues. De bezetting komt met deze muziekstijlen overeen. Stevig gitaarwerk, zang, drums en de jammerende klanken van retrotoetsen als een Hammond. Birth of Joy weet enorm te boeien zodat bijna alle aanwezigen tot het laatst blijven hangen. Er komen meer mensen bij in Jack Daniel’s Stage dan er vertrekken. Een podium dat je overigens moet weten te zitten, want zo aan het einde van het festival begint de Paasstorm al aardig aan te trekken, waardoor het doek met de naam van de voorgevel is gewaaid. Een voorteken voor wat er nog moet gaan komen aan slecht weer op the-day-after.
De Jeugd van Tegenwoordig laat zich horen aan de mensen waaraan de band haar naam heeft opgedragen. Daardoor moeten we ook de festivalafsluiter Underworld laten schieten: een band die net weer in de belangstelling staat door het uitbrengen van een comeback-album. De op techno, trans en elektronica gebaseerde muziek valt ook net niet in het stijlenpakket dat we een warm hart toedragen. We kunnen ons echter wel voorstellen dat de band een prima afsluiter vormt voor de liefhebbers op een dergelijk laat uur op de avond.
De conclusie is wel dat de grote Nederlandse namen als gebruikelijke afsluiters voor Paaspop alleen op vrijdag hun opwachting maakten met de Golden Earring. Het festival wist voldoende muzikaal te vermaken met pareltjes tussen de paaseieren. Ondanks commentaar dat het programma iets minder aantrekkelijk leek dan andere jaren, kunnen de 65.000 bezoekers terugkijken op een gezellig en wederom geslaagd festival.

Muziek / Concert

Schitterende Pasen

recensie: Festivalverslag Paaspop, zaterdag 26 maart 2016

Pasen kan niet mooier als de zon schijnt en de temperatuur aangenaam is – zoals op de Paaszaterdag – gecombineerd met vertier in de buitenlucht. De zaterdag van Paaspop kan daarmee al niet meer stuk: een mooi programma dat wordt aangevuld met het moois dat de dag biedt.

Zaterdag is de drukste dag van het driedaagse festival en trekt, zowel door het programma als door het prachtige weer, het maximum aantal bezoekers. Het festival trekt niet alleen veel jeugd uit de lokale omtrek aan, maar biedt ook van verre komende liefhebbers een veilige plek op zowel het festivalterrein als de eraan grenzende camping.

Zaterdag schittert

Het is niet alleen door het weer dat de zaterdag als middelste dag van het festival schittert. De uitverkochte dag van het festival kent een heel aantrekkelijk programma dat de muziekliefhebbers nauwelijks ruimte laat voor een pauze met een drankje of iets te eten. Daar moet dan een optreden voor opgeofferd worden. Gelukkig kunnen we al vroeg op het veld zijn en zijn we prima op tijd voor de jonge band Causes, die ons het meest verrassende optreden van de dag weet te bezorgen. Hoewel de band pas anderhalf jaar met elkaar musiceert weten ze een zeer boeiend concert te geven. Het is maar goed dat Anouk deze band ontdekte, toen ze als straatmuzikanten hun brood verdienden.
We haasten ons om snel te kunnen aansluiten bij Lucas Hamming, die een paar tenten verderop op de Jack Daniel’s Stage zijn acte de présence geeft. Hamming speelt een stevige doch duidelijk geïnspireerde set. We moeten ons daarna alweer snel begeven naar Apollo voor Jess Glynne. De behoorlijk afgeladen volle, grootste tent van het festival trekt jong en oud naar het optreden. Deze soul/pop-ster laat zich begeleiden door een prima band met zangeressen die soms meer soul ten gehore brengen dan de ster zelf. Glynne lijkt af en toe minder geïnspireerd dan de diepe soulstem van haar achtergrondzangeres. Het publiek is duidelijk erg blij met het optreden van deze Jess Glynne.

Phoenix-voorafje Apollo

Voordat de Apollo in gereedheid is gebracht voor Douwe Bob is er tijd om in de Phoenix te gaan luisteren naar de verrichtingen van My Baby. Dit is een band die niet toe is aan een groot podium als Apollo, maar het kleinere podium toch voor de helft gevuld krijgt om naar hun redelijk strakke rock te komen luisteren. Aangenaam, maar niet erg opvallend kan het spel genoemd worden. Net boeiend genoeg om ons niet vroeg genoeg richting Douwe Bob te sturen, want als we daar aankomen is de winnaar van een van de beste singer-songwriter shows al een minuut of tien bezig. Gelukkig is de koek nog lang niet op om deze topper nog uitgebreid aan het werk te zien. Ook nu hij in een grote tent staat blijkt hij even moeiteloos het publiek te bespelen als een paar weken geleden in de beslotenheid van de kapel in Roepaen. Bob laat zich helemaal gaan door in een van de pijlers van de tent te klimmen om vervolgens de toetsen van zijn toetsenist te ‘stelen’, terwijl de toetsenist het overhemd van Bob losknoopt.

Vroege hoofdschotel

We moeten De Staat zonder ons laten optreden om snel wat te eten alvorens ons tijdig present te melden bij Saybia. Deze dromerige rock-, pop-en symfonische muziek vraagt veel aandacht om de finesses van de muziek te ervaren. De hoogtijdagen van de band liggen al weer een paar jaartjes achter ons. Toch heeft de band onlangs nog een uitstekend album uitgebracht waaruit duidelijk wordt geciteerd. De momenten van herkenning met o.a. ‘Surrender’ spreken natuurlijk het meest tot de verbeelding. De verfijndheid van de muziek van Saybia neemt langzaam bezit van je en kruipt onder je huid.
Drive Like Maria is voor ons de laatste stop. Deze klinkt na een band als Saybia als platte rock in de oren en bevestigt daarmee nogmaals de kwaliteit van voorgenoemde band.
Ondanks de drang om slechts een half uur mee te kunnen pikken van de energie van The Prodigy, want langer verwacht ik een dergelijke act niet te kunnen verdragen, doorstaan we deze helemaal, omdat we anders de Duitse-bier-feest-achtige rock zouden moeten ondergaan van Korpiklaani. Later vernemen we dat de slotact geplaagd werd door een stroomstoring, die volgde op slecht geluid en dat soort ongemakken.
Zoals vooraf verwacht met de gemaakte programmakeuze is de Paaspopzaterdag muzikaal een uitstekende dag geworden. Dat het weer ook nog meewerkte was een extra toefje slagroom op de belevenis.

Kunst / Expo binnenland

Een eenzame heilige

recensie: Franciscus, met het verhaal van Henk van Os

Zoals de bezoeker in Museum Gouda Erasmus ziet door de ogen van Herman Pleij, zo ziet hij in het Utrechtse Catharijneconvent Franciscus van Assisi (Assisi 1181/1182-Assisi 1226) door de ogen van Henk van Os. De bezoeker krijgt veel te zien, maar niet alles.

Van Os onderscheidt in zijn opzet twee basisthema’s: de naar God opgerichte Franciscus met zijn stigmata, en Franciscus als mens van de natuur. De tentoonstelling begint nagenoeg meteen met een prachtige combinatie van beide thema’s: een plaquette, gemaakt voor de achterzijde van een reliekhouder, met de stigmatisatie van Franciscus, die wordt omgeven door allerlei elementen uit de natuur (Limoges, 1230-1240).

Franciscus catharijneconvent utrecht

Op de voorgrond: het Franciscusbeeld van Mari Andriessen. Foto: KRO-NCRV.

Eco-heilige

Er zijn afbeeldingen waarop Franciscus de stigmata (bloedende wonden in handen en voeten in navolging van Jezus van Nazareth) rechtstreeks van Jezus krijgt. En je moet ook niet raar opkijken als Franciscus, samen met Clara, zijn eerste vrouwelijke navolger, onder het kruis staat. Zoals de schilders uit het vijftiende-eeuwse Noord-Nederland de actualiteit naar hun tijd doortrokken, zo wordt de bezoeker opgeroepen dit ook naar onze tijd te doen.

Met een thema als de natuur lukt dit goed. Soms te goed, zoals Van Os in een film op de tentoonstelling uitlegt. Bijvoorbeeld over de manier waarop het ook op de expositie aanwezige beeld van Franciscus, dat Mari Andriessen in 1942 voor de Amsterdamse Obrechtkerk maakte, een ‘eco-heilige’ is geworden door de natuurschildering die Piet Worm er later achter aanbracht.

Franciscus catharijneconvent utrecht

Franciscus voor de sultan, Fra Angelico, 1428-1429, Lindenau-Museum, Altenburg, Duitsland. Foto: Bernd Sinterhauf.

Eenzaam

Het lukt ook met een schilderij van Fra Angelico (1428/1429) waarop de ontmoeting van Franciscus met een sultan wordt weergegeven. Niet zozeer een ‘botsing tussen twee godsdiensten’, zoals Van Os wat kort door de bocht op de audiotour tot de bezoeker zegt, maar eerder een dialoog waarbij de gesprekspartners alle geweld achter zich lieten. Zoals Franciscus – net zo actueel – volgens een zaalbanner meende: ‘Wie er ook bij je komt, vriend of vijand, ontvang hem of haar welwillend.’

Franciscus was ook een eenzaam mens, zo laat het schilderij van Francesco Coppola Castaldo (1878), dat ook op het affiche wordt afgebeeld, zien. Hij staat daarop klein en alleen te midden van de natuur afgebeeld.

Franciscus catharijneconvent utrecht

Zonnelied, Roger Bissière, 1953, Van Abbemuseum, Eindhoven. Foto: Peter Cox.

Franciscus als hervormer

De twee lijnen van Van Os worden op een mooie manier door de tentoonstelling getrokken. Naar het heden, naar devotionalia en naar afbeeldingen van het Zonnelied door Roger Bissière (1953/1954). Maar wat mist is wat een Franciscaan in een video-interview op de tentoonstelling diens ‘subversiviteit’ noemt. Na het eind van de dertiende eeuw zijn afbeeldingen van Franciscus als hervormer met een lantaarntje te vinden. Machtelt Brüggen Israëls gaat hierop door in een mooi essay in de gebonden, omvangrijke en rijk geïllustreerde catalogus bij de tentoonstelling. Misschien zie je nog het meeste van dit thema in dat ene beeldje uit Spanje, vermoedelijk uit de achttiende eeuw, dat staat in de traditie van Zubarán. Een dode Franciscus, één die ‘het meest onherroepelijk aanspraak’ op ons doet, om Maurice Blanchot (in: De onuitsprekelijke gemeenschap) te citeren. Een meer protestantse Franciscus? Het zou zomaar kunnen.

Roepaen Ottersum
Kunst / Achtergrond
special: Vooraankondiging: Hidden Treasures 17 april 2016
Roepaen Ottersum

Bijzonderheid: alleen vrouwen

Het kloosterkamerfestival Hidden Treasures wordt al meerdere jaren georganiseerd in het oude klooster van Maria Roepaen te Ottersum. Nog nooit was er een bijzondere focus, maar dit jaar zijn het alleen vrouwelijke kunstenaars.

Soms ontstaat een thema als je ergens mee bezig bent vanzelf. Bij toeval ontstond het beeld dat op een kritische punt in de voorbereidingen alleen nog maar vrouwelijke kunstenaars en muzikanten gecontracteerd waren. Die focus werd vanaf dat moment vastgehouden waardoor deze editie dan ook onder dit thema bekend mag worden.

Traditiegetrouw onbekende namen

Traditiegetrouw wordt er dwars door het klooster in de verschillende kloosterkamers een festival gepresenteerd in beeldende-, schilder- en moderne kunstvormen gekoppeld aan een attractief muzikaal festival. Gedurende de middag en een groot deel van de avond kan de liefhebber zowel de ogen als de oren laten prikkelen door nieuw, jong en onontdekt talent. Zo zijn ook deze keer de deuren vanaf half drie geopend.

Het muzikale talent komt deze keer uit Nederland en België. Vaak zijn het nog onbekende namen. Wie hoorde er eerder van Jane Who, Kristie DiAlegeria, Marle Thomson, Eva van Pelt of Lili Grace? Alleen de festivalafsluiter zal voor sommigen als een bekende in de oren klinken: Lea Kliphuis bracht vorig jaar haar tweede album The World Owes Me Nothing uit en wist daar behoorlijk de aandacht voor te krijgen. Het album bevat dan ook een prachtige set aan liedjes, die ergens landt tussen bijvoorbeeld wat Robert Plant en Alison Krauss in 2007 samen maakten met Raising Sand. Dat is op zich geen misselijke vergelijking, maar we horen ook invloeden van Beck terug in de muziek van Kliphuis. Haar liedjes klinken open in de productie met een soms ingetogen karakter, een warme benadering en ook het woord ‘lief’ past bij haar muziek. Maar begrijp deze fraaie woorden niet verkeerd; Lea Kliphuis heeft voldoende in huis om te gaan boeien als afsluitende act van dit vrouwelijke Hidden Treasures. Een echte aanrader voor iedere muziekliefhebber, ongeacht de sekse.