Film
special: Camera Japan Festival Rotterdam 21 t/m 24 september 2023

Een middag in Japan

Bij de woorden ‘Japanse cinema’ zal bij veel mensen het genre ‘anime’ als eerste te binnen schieten. Maar Japanse cinema is zoveel meer dan enkel dit genre. Het Camera Japan Festival bewijst dit en biedt de kans Japanse parels te ontdekken. Met een liefde voor Japanse cultuur presenteert de 18e editie van het festival een vol programma met voor ieder wat wils.

foto: Romy Struik

Een coming-of-age drama, een snoeiharde horrorfilm of een feelgood drag roadmovie; het filmprogramma is mooi uitgebalanceerd. Er zijn niet alleen shorts, documentaires, animes en Q&A’s maar ook specials, een filmbrunch en films met live muziek. Met zo’n enthousiaste programmering is een grote venue dan ook noodzakelijk. Bioscoop Lanterenvenster is al jaren de locatie voor het festival in Rotterdam en ook deze editie weer leuk aangekleed in Japanse stijl. Tickets koop je onder de torii, de karakteristieke rode boog. Er is ook een kleine Japanse woonkamer waar je plaats kan nemen voor een leuke foto, inclusief Studio Ghibli gimmicks. Dit alles zorgt voor een uiterst gezellige sfeer.

Een kleine greep uit de programmering

Polan (door Kota Nakamura) gaat over een ouderlijk stel dat tijdens de coronapandemie noodgedwongen hun fysieke antieke boekenwinkel moet sluiten. De film toont hiermee een verhaal dat zich niet alleen in deze boekenwinkel in Japan afspeelt maar wereldwijd de realiteit is voor heel veel kleine ondernemingen. Dit in combinatie met de zichtbare passie voor boeken en de wijze levenslessen van de integere eigenaar van de winkel, Kyosuke, maakt het tot een documentaire die de toeschouwer aangrijpt en niet onberoerd laat.

Suncream and Windchimes (door Eiichi Takahashi) is dan weer heel andere koek. Een surrealistische film over wantrouwen en paranoia waarin personage Hajime zo overtuigd raakt van het idee dat hij zijn vrouw in vreemde kleding op straat heeft gezien dat hij camera’s in heel zijn woning ophangt, met alle gevolgen van dien. Door het coole acteerwerk en de schaarste aan dialoog is het moeilijk te begrijpen wat Hajime voelt of denkt, waardoor zijn handelingen nogal arbitrair lijken. Zo achtervolgt hij de dame die hij aanziet voor zijn vrouw zonder echt de moeite te doen om te ontdekken of ze het nu wel of niet is. De personages lijken zo van elkaar vervreemd dat er twijfel ontstaat of ze überhaupt registreren wat de ander tegen ze zegt. Gestelde vragen worden niet beantwoord en conversaties lijken in het niets op te lossen of nergens naar toe te gaan. Dit maakt het een ambitieuze debuutfilm die net niet helemaal goed genoeg in elkaar steekt om het surrealisme op overtuigende wijze over te brengen.

De anime Macross Plus (door Shinichirō Watanabe) wint de harten van het publiek door de opmerkelijke up-beat soundtrack in combinatie met fantastisch geanimeerde sequenties. Hoewel de sci-fi klassieker al in 1995 uitkwam is hij door het thema AI (en de gevaren die hierin schuilen) nog altijd opmerkelijk modern. Het voor anime typerende overdreven stemacteerwerk en de soms wat afgezaagde one-liners brengen bijna 30 jaar na dato een zekere onbedoelde humor met zich mee.

Meer dan alleen film

Hoewel de focus van het cultuurfestival op de Japanse film ligt, is er niet alleen veel te zien maar zeker ook veel te doen. Kinderen kunnen meedoen aan de ‘kids day’ waar allerlei leuke knutselactiviteiten en spelletjes te doen zijn. Aansluitend zijn er voor het jongste publiek een aantal korte Japanse films geprogrammeerd. Op donderdagavond is er voor de volwassenen een origami workshop, op zaterdagavond een whiskey proeverij en op zondagochtend een workshop maki-e (een traditionele Japanse lakdecoratietechniek waarbij afbeeldingen en patronen op specifieke voorwerpen worden getekend). Samen met de uitgebreide filmprogrammering weet het festival op deze manier iedere doelgroep aan te spreken.

In de Taiyaki zit een vulling, traditioneel zoete rodebonen pasta maar tegenwoordig ook custardcrème, chocola of zelfs kaas

Wie na afloop van activiteit of film zijn of haar smaakpapillen op de proef wil stellen is aan het juiste adres: in Lantarenvenster is een erg leuke markt waar je authentiek Japans eten koopt, veelal ter plekke vers bereid. Sushi, Taiyaki (gevulde wafels in de vorm van een vis), Sake maar ook snoepgoed zijn volop beschikbaar. Tijdens het middaguur hangt er een heerlijke lucht in Lantarenvenster door de lunch, bestaande uit Japanse lekkernijen, die wordt geserveerd in het restaurant.

Het festival bevat door al deze activiteiten een educatief aspect. De twee fotoreeksen Becoming a Geisha door Paul van der Veer en Commute Rush door Aoyaga Mitsuhi dragen hier ook aan bij. Van der Veer kreeg namelijk toegang tot het geishahuis Hanafusa waar hij de kans kreeg om de afstudeerceremonie van trainee Kikuya te fotograferen, waarna zij een volwaardig geisha zal zijn. Dit wordt maar zelden vastgelegd door buitenstaanders en is daarom extra bijzonder. De foto’s worden vergezeld van teksten die meer uitleg bieden over de rituelen. Samen schetsen ze een beeld van een wonderlijk beroep dat bestaat uit dag in dag uit hard studeren en werken. Mitsuhi’s fotoreeks heeft het dagelijks reizen in de grote Japanse steden als uitgangspunt. De foto’s zijn energiek en dynamisch, exact zoals de grote Japanse steden.

In plaats van de focus op het populaire of stereotyperende te leggen is het duidelijk dat balans het uitgangspunt is op het cultuurfestival. Wie gefascineerd is door de Japanse cultuur moet dus zeker een volgend festival bezoeken. Maar ook wanneer het enkel een kleine nieuwsgierigheid naar het onbekende betreft, is het Camera Japan Festival een goed begin om meer te leren over deze bijzondere en veelzijdige cultuur.

Bekijk hier de aftermovie van de 18e editie.

 

Theater / Voorstelling

Het recht om zelf te bepalen wie je bent

recensie: Orlando – Toneelschuur Producties

De verwachtingen van anderen: die maken het leven moeilijk. ‘Ik ben Orlando, en ik bepaal zelf wie ik ben.’ Daarmee definieert Orlando de kern van diens personage: afhankelijk van hoe die zich ‘voelt’, is Orlando man, dan weer vrouw. Orlando laat zich niet in een hokje stoppen.

Het personage is echter ook zoekende en vindt tijdens die zoektocht eigenlijk noch geluk, noch liefde, noch rust. Daarmee is Orlando van Toneelschuur Producties een verwarrende voorstelling die de toeschouwer aan het denken zet: is het nu bevredigend of juist onbevredigend om je niet te voegen naar conventies?

Het beroemde en controversiële boek Orlando, een biografie (1928) van de Britse schrijver Virginia Woolf is ettelijke keren bewerkt voor theater, voor film. Woolfs fictieve personage leeft vanaf de zeventiende eeuw, de tijd van koning Elizabeth I van Engeland, tot het begin van de twintigste eeuw. Orlando is edelman, man, vrouw, dichter, soldaat, geliefde, rivaal: het personage laat zich uitdrukkelijk niet vastpinnen op één identiteit.

Genderfluïditeit

In onze tijd, waarin meer en meer mensen merkbaar worstelen met gender, identiteit en seksuele voorkeur is de keuze van de makers van Toneelschuur Producties voor Orlando actueel. Woolf was haar tijd ver vooruit: genderfluïditeit was toen niet bepaald een issue; haar vertelling was eerder vervreemdend dan dat mensen er hun eigen problematiek in herkenden.

Regisseur Loek de Bakker zet zijn Orlando tussen hoge transparante schermen. Die kunnen open en draaien en wisselende ruimtes vormen (scenografie: Studio Dennis Vanderbroeck). De acteurs kunnen daar doorheen, er omheen. Daardoor kan Orlando suggereren dat die zich verplaatst naar een volgend tijdperk, een andere locatie, met andere personages. Per slot leeft Orlando drie eeuwen. De schermen kunnen open en dicht. Het zijn barrières, maar ze bieden ook veiligheid.

Bovenlip

Milou van Duijnhoven speelt Orlando. Gekleed in jas over jas, broek over broek; nu en dan door andere personages voorzien van weer een volgend kostuum. Zo wordt Orlando steeds een volgend personage (kostuumontwerp: Rebekka Wörman). In de interpretatie van Toneelschuur Producties heet dat personage weliswaar steeds hetzelfde, maar in feite is het steeds iemand anders. Constante is dat Orlando in elke gedaante met de tong langs de bovenlip likt, een gebaar dat evengoed triomf als wellust kan uitdrukken.

Van Duijnhoven speelt Orlando goeddeels met een nogal strak en onbewogen gezicht. Binnen die beperking speelt ze trots, hooghartigheid, cynisme en nu dan onzekerheid. Opvallend is dat ze eigenlijk nooit lacht. Alsof Orlando ondanks diens onafhankelijkheid en ongrijpbaarheid het geluk niet vindt. Intrigerend aan Van Duijnhoven is dat ze behalve acteur ook danser is, haar bewegingen raken de grenzen tussen spel en dans.

Rembrandtkraag

foto: Gergely Ofner

Alicia Boedhoe, Michael Muller en Thom Vendrik nemen met zijn drieën alle rollen op zich van de personages die Orlando in drie eeuwen ontmoet. Sterk is Michael Muller in de rol van koningin Elizabeth I van Engeland. Het hoofd vastgeprikt op een stijve witte Rembrandtkraag, brengt Muller haar nukkig, autoritair, verwend, maar ook geestig. Alicia Boedhoe wisselt probleemloos en overtuigend van man naar vrouw en terug. Thom Vendrik maakt brede gebaren met handen en armen, waardoor zijn spel doet denken aan de standaardfiguren uit de Italiaanse commedia dell’arte.

Een aantal scèneovergangen wordt begeleid door muziek en liedjes die Muller, Boedhoe en Vendrik goeddeels live brengen (muziek: Reinier van Harten). De voorstelling krijgt daardoor een bijzondere muzikaliteit mee.

Gevecht, dans of vrijpartij

Jammer is dat regisseur De Bakker ervoor kiest Orlando zo weinig blij, vrolijk of zelfs gelukkig te laten zijn. Daardoor ontstaat het gevoel dat deze manier van leven niet echt tot aanbeveling strekt. Orlando gaat weliswaar nooit een verbintenis aan, maar wordt daar ook niet zichtbaar blijer van. Eigenlijk maakt deze Orlando nauwelijks echt contact met diens omgeving, behalve tijdens de laatste ontmoeting, een zeer fysieke, die het midden houdt tussen een gevecht, een dans, en een vrijpartij.

Sterk aan Orlando is dat het een fraai kijkspel is dat de toeschouwer aan het denken zet: is zo’n ‘eeuwig leven’, met al zijn mogelijkheden en beperkingen, prettig? Word je gelukkig van het verwerpen van conventies, van het weigeren van verbintenissen, van je nooit echt overgeven aan een beminde? Van het steeds veranderen van identiteit? Echte antwoorden geeft deze Orlando niet.

 

Geïnspireerd op ‘Orlando, een biografie’ van Virginia Woolf
Vertaling en bewerking: Geraldine Franken, Loek de Bakker, Tjeerd Posthuma

Regie: Loek de Bakker
Spel: Alicia Boedhoe, Milou van Duijnhoven, Michael Muller, Thom Vendrik
Scenografie: Studio Dennis Vanderbroeck
Kostuumontwerp: Rebekka Wörmann
Lichtontwerp: Casper Leemhuis
Muziek: Reinier van Harten
Choreografie: Xiomara Virdó
Fotografie: Gergely Ofner

Muziek / Concert

Protestpunk van Hang Youth verhit de gemoederen

recensie: Hang Youth – Patronaat

De neopunksensatie Hang Youth schopt met puntlaarzen tegen de maatschappelijke schenen. Met hun linkse teksten zijn ze een vaste gast bij demonstraties en een absolute firestarter, in de woorden van The Prodigy. De punkmuziek is weer helemaal terug, en daarmee eveneens de protestliederen. Hang Youth is de stem van de hedendaagse onlust.

Al hun nummers hebben titels met kapitalen en zijn vaak een klare samenvatting van de inhoud. Met GECENTRIFUGEERDE MEMEPUNK duidt Hang Youth zichzelf als band, maar het is net zo goed als scherts te lezen. Toch duren hun nummers vaak niet langer dan een minuut en soms zelfs maar tien seconden – alsof je door een X-stream heen scrolt. Alles bondig en vaak humoristisch. Ook gericht op de steeds korter wordende spanningsboog van nu. Hun nieuwste EP duurt bij elkaar niet meer dan zeven minuten, het album ervoor zestien.

Haat tegen kapitalisme?

De frontman blikt tijdens het concert op de playlist: ‘Oké, dit was nummer 21. We gaan er 50 voor jullie spelen.’ Verderop: ‘Dit was nummer 29.’ Maar hé, wacht eens even, lopen ze hiermee niet zelf in de kapitalistische val waar ze op afgeven in het nummer JE HAAT GEEN MAANDAG, MAAR HET KAPITALISME? Waarin de vrije wil onder druk staat door verplichtingen die je hebt bij een betalende begunstiger – hier het poppodium. Dat ze niet meer dan hun lijstje aflopen om er maar van af te zijn? Je weet het soms niet bij de band, ook gezien het hoge kunstgehalte. Sowieso sijpelt overal de ironie tussen door. Zelfs in het decor met allerlei cynisch opgehangen vlaggen: je ziet het logo van Shell, van McDonalds, maar ook de VVD en de PVV.

Generationele onvrede

‘Ik snap wel dat het bestaat, maar het is gewoon kankerkrom geregeld! Belastingdienst! Belastingdienst!’

Hang Youth haakt overduidelijk in op de maatschappelijke onvrede. Oké, misschien zijn hun eisen soms wat gechargeerd en toornig, maar dat mag als je ontevreden bent; in woede schuilt ook hoop. Het neoliberalisme begint steeds meer te wankelen op zijn voetstuk, het zou zo maar kunnen dat het een keer tegen de grond dondert. Velen zullen dansen op het lijk. Net zo energiek als het publiek van het concert, dat alle songteksten mee weet te brullen.

‘Wie heeft 9/11 meegemaakt?’ of ‘Wie heeft zijn rijbewijs?’ vraagt de band bij intermissies. De helft van de mensen stemt maar in. De concertbezoekers zijn inderdaad veelal jong, en overduidelijk links – als je daar al uiterlijke karakteristieken aan kunt hangen. Het is de generatie van het protest. Die net als Greta Thunberg al van kinds af aan meedoet met de klimaatdemonstraties en haar stem laat horen in de debatten over klimaat, gender en ongelijkheid. De generatie die verbetering wil, maar die niet gehoord wordt, die het systeem veranderd wil zien worden, maar nul op rekest krijgt. De generatie die zich laat horen in het soepsmijten en Extinction Rebellion. Die zelfs contempleert over het opblazen van een oliepijpleiding omdat het water ons aan de lippen staat. STEEK DE MONA LISA IN DE FIK. Juist, die generatie.

Protestliederen in de tijdgeest

De energie van Hang Youth werkt als een dynamo voor een elektrisch geladen ruimte. Alleen waar eindigt deze hoogspanning? Heeft het een leven verder dan de oproer? En stoppen ze pas als het kapitalisme echt is gevallen? De droom van elke gefnuikte anarchist. De frontman Abel van Gilswijk is sowieso een bezig baasje. Hij is al in het theater beland met een show geïnspireerd op de filosofen Slavoj Žižek en Mark Fisher, heeft op hip-hop gebied eveneens een naam gecreëerd en is zelfs als acteur en presentator bezig. Zit dat wellicht het voortbestaan van de band in de weg? Of kunnen we nog meer verwachten?

Wat we sowieso weten is dat protestzangers altijd gewaardeerd zijn en dat altijd zullen blijven, kijk maar naar Bob Dylan, Nina Simone of in ons land Boudewijn de Groot. Als we dus over een paar decennia terugkijken op de huidige turbulentie zullen zij als een stem van een tijdperk gezien worden. Hang Youth is dus overduidelijk geschiedenis aan het schrijven. Daarom is er maar een advies: ga ze zien en aanschouw dit fascinerende stukje tijdgeest.

 

Hang Youth is op 5 november 2023 nog te zien in Podium Victorie, Alkmaar

Theater / Voorstelling

Suzan Seegers maakt indruk als Piaf

recensie: Piaf de musical

Aan de bekende Franse zangeres Edith Piaf, de vrouw die van niets spijt heeft, is opnieuw een Nederlandse musical gewijd. Op 13 oktober ging Piaf de musical in première met Susan Seegers in de hoofdrol.

‘Non je ne regrette rien’ is een Frans chanson dat iedereen wel kent, maar wat is het verhaal achter chansonnière Edith Piaf?

Tussen leven en dood

Piaf wil sterven in Parijs, maar dat gebeurt niet. Ze sterft in een gehucht ver van Parijs, beseft nog niet helemaal dat ze dood is en staat oog in oog met de figuren van haar tarotkaarten: de dood, de dwaas, de engel en de duivel. Ze is letterlijk en figuurlijk ‘onderweg’, want haar man transporteert haar in een ambulance naar Parijs, zodat ze daar dood gevonden kan worden.

Piaf kijkt dan terug op haar leven, dat zeker niet over rozen is gegaan. Ze zingt op straat, om geld te verdienen en haar lichaam niet te hoeven verkopen. Hier vindt ze haar beste vriendin en uiteindelijk wordt ze ontdekt als zangeres. Dan wordt ze wereldberoemd, desondanks zit het leven haar niet mee. Haar reuma wordt steeds erger en haar leven staat in het teken van verlies, iets waar ze niet goed mee om kan gaan.

Een mooie vertolking

foto: Annemieke van der Togt

Suzan Seegers weet de reis van Piafs leven geloofwaardig neer te zetten als zowel jonge als oude Piaf. Het verval zet langzaam in en Suzan weet dit mooi gestalte te geven.

Piaf (Suzan Seegers) kijkt terug op haar leven aan de hand van de tarotkaarten die ze telkens legt: de dood (Cystine Carreon) , de dwaas (Hein Gerrits) , de engel (Thomas Cammaert) en de duivel (Job Bovenlander). Het is een kleine musical, dus dit zijn ook meteen alle acteurs. Naast deze figuren spelen de andere acteurs ook alle andere ondersteunende rollen die er zijn: van de verschillende echtgenoten van Piaf tot haar beste vriendin en haar managers. Er wordt goed geschakeld tussen de rollen en ze staan als een huis. Dat komt echt door het spel van de acteurs, want bij een rolwisseling wordt niet een ander kostuum gebruikt.

Cammaert en Carreon steken er, naast Seegers, met kop en schouders bovenuit. Hun Frans is overtuigend, het acteerwerk ook en zeker hun zangkunsten vallen op. Zij tillen met z’n drieën de musical naar een hoger niveau.

Weer Piaf

De musical van De Theater BV is een nieuwe Nederlandse productie, maar niet over een nieuw onderwerp. In 1999 bracht V&V entertainment namelijk al een musical over Piaf met Liesbeth List in de hoofdrol. Voor die rol won List de (eerste) Musical Award voor beste vrouwelijke hoofdrol. In 2009 ging de voorstelling in reprise. Deze musical van De Theater BV is echter een totaal nieuwe,  geregisseerd door Martin Michel met teksten van Allard Blom. Of het leven van Piaf wéér een nieuwe musical waard is, kan deze recensent niet inschatten, want hij heeft de voorgaande musicals niet gezien.

Hoe dan ook, het levensverhaal van Edith Piaf heeft stof genoeg voor een mooie en indrukwekkende musical. De voorstelling staat als een huis door de vertolking van Piaf door Susan Seegers. Piaf de musical is creatief neergezet en spreekt ook een publiek aan dat Piaf niet of nauwelijks kent.

Theater / Voorstelling

De slaafgemaakte die niet breekt

recensie: De smeekbede – Kobra Theaterproducties

Vanuit het comfortabele achttiende-eeuwse Nederland bezien vormen slaafgemaakten in Suriname een anonieme massa. Met de aangrijpende en oogstrelende productie De smeekbede geeft Kobra Theaterproducties een zwarte vrouw en haar verwanten namen en gezichten. Deze voorstelling over het slavernijverleden is in één moeite door een noodkreet: zie ons, luister naar ons, erken ons.

Danser Rohiet Tjon Poen Gie is gehuld in rode kleren, laag over laag over laag. Zijn hijgende adem wordt versterkt, terwijl hij op de zware beat van de muziek een combinatie brengt van breakdance, streetdance, hiphop en modern ballet. Daarbij ontwijkt de danser grote, met bloed besmeurde rotsblokken die aan lange touwen boven de speelvloer hangen.

Die bloedrode rotsblokken staan symbool voor de ondraaglijk zware last die de slavenarbeid vormde in het Suriname van voorbije eeuwen. Onontkoombaar. En die last hing de slaafgemaakten altijd als een zwaard van Damocles boven het hoofd. Tussen, onder, langs die rotsblokken brengen vier spelers het verhaal van de zwarte Dédé, door de Nederlanders ‘Willemijn’ genoemd, en haar leven op een koffieplantage. Dédé heeft echt bestaan, ze leefde in de achttiende en negentiende eeuw. Lianne Damen heeft haar verhaal bewerkt tot de roman De smeekbede (2020).

Vrijkopen

Met achterlating van haar zoon moet Dédé in het kielzog van een Nederlandse vrouw mee naar Nederland. Dankzij de heersende wetgeving wordt ze daar uiteindelijk vrij. Ze kan terug naar Paramaribo. In 1795 schrijft de vrijgemaakte Dédé vanuit Suriname een brief aan haar voormalige meester die inmiddels is teruggekeerd naar Nederland. Ze smeekt hem haar zoon vrij te laten. Ze zal hem vrijkopen, voor hem betalen; ze is een en al vriendelijkheid en hoffelijkheid, als haar zoon maar wordt vrijgelaten.

Haar brief, haar smeekbede, komt echter nooit aan, want Engelse kapers maken het schip buit waarmee hij wordt vervoerd. Deze brief is een van de 38.000 Nederlandse brieven die via deze onwaarschijnlijke omweg terechtkomen in The National Archives in Londen. Pas in 1980 krijgen onderzoekers toegang tot deze brieven.

Het boek dat Damen schreef over Dédé en haar brief vormt de basis voor de toneelbewerking van De Smeekbede. Het is een van de vijf nieuwe voorstellingen over het slavernijverleden die dit najaar in première gaan; het is 150 jaar geleden dat Nederland de slavernij afschafte.

Overdonderend

foto: Annemieke van der Togt

Vooral het eerste gedeelte van De smeekbede is overdonderend. Qua spel, qua toneelbeeld, qua muziek, maar vooral ook: voor wat betreft de vertelling. De vier acteurs spelen alle rollen, ook danser Tjon Poen Gie neemt nu en dan een personage voor zijn rekening.

We kijken mee met de Utrechtse jurist Engelbert Kelderman (Krisjan Schellingenhout), die min of meer toevallig de baas wordt van koffieplantage Portorico, met de bedoeling er snel geld te maken voor zijn gezin in Nederland. Op de plantage doen slaafgemaakten het werk. Dédé (een ijzersterke Dionne Verwey) blijkt uitmuntend te kunnen koken, waardoor ze een speciaal plekje verovert als ‘huisslaaf’. Dédé heeft een relatie met ‘veldslaaf’ Quassi, met wie ze een zoon krijgt. Maar Quassi verongelukt, waardoor Dédé’s positie er niet sterker op wordt.

De smeekbede wordt goeddeels gebracht als een vertelling waarvan fragmenten worden uitgespeeld. Sterke ondersteuning van het spel wordt geleverd door de prachtige zang van Francesca Pichel.

Choreografieën

Regisseur Olivier Diepenhorst heeft zich al vaker gestort op het slavernijverleden. Effectief en geestig is de lichaamstaal die Diepenhorst zijn spelers in De smeekbede oplegt. Hij maakt in zijn spelregie ruimte voor langdurige en afwisselende choreografieën (choreografie: Rohiet Tjon Poen Gie). Werken, koken, liefhebben: het zijn allemaal een soort dansen. Het spel wordt begeleid door muziek, soms ook door geluiden die de spelers zelf maken met stem en lichaam. Grappig, origineel en boeiend.

Een nadeel aan deze voorstelling is dat er wel erg veel personages de revue passeren. En die worden dus allemaal gespeeld door vier mensen. Dat leidt nu en dan tot verwarring; het is soms moeilijk de draad van het verhaal te blijven volgen. Komt bij dat tekstbewerker Maarten van Hinte erg veel uitwijdingen in de voorstelling heeft willen behouden, waardoor het geheel te lang is. Met name de laatste dertig minuten van de twee uur durende voorstelling missen daardoor focus. Dat is jammer, want tot die tijd is deze in alle opzichten aangrijpend en ijzersterk.

Niettemin. De smeekbede vertelt de geschiedenis van een moedige vrouw die onder extreem zware omstandigheden overeind, zichzelf en integer blijft. Dédé/Willemijn breekt niet onder de tirannie van de verschillende blanken die haar ‘bezitten’. Veel van haar wensen gaan in rook op, maar ze wordt geen slachtoffer. Erg bijzonder.

 

Naar het boek van Lianne Damen
Tekstbewerking: Maarten van Hinte
Regie: Olivier Diepenhorst
Spel: Dionne Verwey, Krisjan Schellingerhout, Francesca Pichel, Rohiet Tjon Poen Gie
Muziek: Carista
Choreografie: Rohiet Tjon Poen Gie
Decor: Lidwien van kempen
Kostuums: Sandro Lima
Fotografie: Annemieke van der Togt

Muziek / Concert

Wonderschoon optreden van PJ Harvey

recensie: PJ Harvey in Paradiso

Het optreden van PJ Harvey in Paradiso is van een ongekende schoonheid. Alles klopt vanavond: de zang, de intensiteit, de sfeer en de melodische pracht van haar liedjes.

Het verwachtingsvolle geroezemoes zwelt aan tot een donderend applaus als PJ Harvey om stipt acht uur het podium van Paradiso betreedt dat tot de nok gevuld is. Haar Nederlandse fans hebben ruim zeven jaar moeten wachten voordat ze weer eens in het land te bewonderen is. Dertig jaar geleden stond ze voor het eerst in Paradiso, als bozige 23-jarige rockartiest. Vanavond is het heel anders.

Feeërieke glimlach

Vorig jaar stond de Britse muzikante nog op Crossing Border, maar niet als muzikante. In Den Haag droeg ze voor uit haar roman Orlam. De teksten van haar laatste album I Inside the old year dying zijn gebaseerd op deze roman in dichtvorm en gaan over haar jeugdjaren op een boerderij in het Engelse graafschap Dorset. Veel liedteksten zijn geschreven in het plaatselijk dialect.

foto Machiel Coehorst

Gekleed in een wit gewaad en met een feeërieke, enigmatische glimlach die het hele optreden niet van haar gezicht zal wijken, vangt PJ Harvey aan met het eerste nummer van haar laatste album, het broeierige ‘Prayer at the Gate’. Als enige van de band wordt ze omgeven door een krans van licht. Met een loepzuivere kopstem en begeleid door bedaarde drums en zachte synths zingt ze die wondermooie openingstrack van I Inside the old year dying.

De twaalf liedjes van het ingetogen, folky en donkere album worden door de zangeres en haar vierkoppige band (met vaste kompaan John Parish op gitaar) integraal uitgevoerd. PJ Harvey zingt prachtig vanavond, gloedvol en intens. De lichte vervorming van haar stem in ‘The Nether-edge’ is bijna storend. Schitterend van duisternis zijn liedjes als ‘See an I’, ‘All Souls’ en ‘I Inside The Old I Dying’.

Kerkklokken

‘A Child’s Question’ gaat door merg en been, zeker als je weet dat het gaat over een 9-jarig meisje dat getuige is van (veelvuldig) seksueel geweld. Het titelnummer en slotnummer ‘A Noiseless Noise’ neigen iets meer naar de bozige PJ Harvey van weleer, maar de mystiek en de duisternis overheersen vanavond, zeker in het eerste deel van het optreden.

In haar lange witte jurk beweegt de zangeres zich sierlijk over het podium. De serene gelaatsuitdrukking blijft onveranderd aanwezig. Lange tijd richt ze geen woord tot het publiek. Ook als er iets vanuit de zaal geroepen wordt, blijft ze stoïcijns in de verte kijken. Af en toe neemt ze plaats op een van de houten kerkbanken of op het spreekgestoelte, die op het podium staan. Het geluid van kerklokken, spelende kinderen en vogels dragen bij aan de gewijde sfeer.

Nadat alle nummers van I Inside The Old Year Dying zijn gespeeld, trekt PJ Harvey zich voor even terug in de coulissen. De korte pauze wordt ingevuld door haar bandleden, die pontificaal vooraan naast elkaar op het podium gaan staan, en een uitgebeende versie spelen van ‘The Colour of the Earth’, compleet met handgeklap en gestamp met de voeten.

Reusachtige schaduw

Als de frêle zangeres terugkeert, vraag je je af of het vanavond nog mooier kan. Er volgen nog bezielde uitvoeringen van een tiental oudere nummers, zoals ‘The Glorious Land’, ‘Send His love To Me’ en ‘Down by the Water’. Mooi is het moment als tijdens ‘The Garden’ haar schaduw reusachtig groot op de muur van Paradiso te zien is. De belichting van de glas-in-lood ramen op de achtergrond tijdens het concert is sowieso bijzonder sfeervol.

Prachtig is ook de uitvoering van ‘Desperate Kingdom of Love’. Meer stevige nummers uit PJ Harvey’s repertoire, zoals ‘Man-size’ en ‘Dress’, krijgen een betrekkelijk kalme uitvoering en dat past wel op deze avond. Ze sluit de reguliere set af met het slepende ‘To Bring You my love’. In de toegift zingt ze nog haar bekende ‘C’mon Billy’ en een  passend ingetogen slotstuk, ‘White Chalk’. Met meerdere buigingen neemt ze samen met haar band afscheid van de razend enthousiaste zaal. Die getoonde dankbaarheid is mooi en oprecht. Wij zijn PJ Harvey dankbaar voor een wonderschoon optreden.

Boeken / Fictie

Geluk zoeken is van alle tijden

recensie: Ton Brand – Zoektocht naar geluk

Geluk zoeken lijkt iets van alle tijden en ook in onze drukke moderne tijd houdt het onderwerp velen bezig. Ton Brand pretendeert hiervoor nu een gids te schrijven. Brand laat een heel eigen licht schijnen op wat werkelijk geluk voor hem inhoudt en neemt je als lezer mee op een inspirerende leesreis met een boodschap.

Het boek Zoektocht naar geluk is het eerste boek van de Eindhovenaar Ton Brand die in het dagelijks leven werkt als projectleider en adviseur van on site dienstverlening van kleine tot grote en complexe bouwprojecten. Bij Brand kroop het bloed waar het niet gaan kan en hij greep naar de pen om zijn visie op geluk zoeken en vinden op te schrijven.

Leesboek en geen leerboek

Het boek verscheen inmiddels een jaar geleden in het Nederlands – bij zijn eigen uitgeverij – en Brand laat het nu ook in het Engels vertalen. Een goede aanleiding om er alsnog aandacht aan te besteden.

Het boek wil vooral een leesboek zijn en geen leerboek. Toch staat het boek vol met levenslessen. De schrijver gebruikt – zonder referentie – ideeën uit de psychologie en filosofie om zijn verhaal te schrijven. Een verhaal waarmee hij het groeiende aantal mensen met psychische klachten wil inspireren om het geluk niet in het grote, maar juist in het kleine in het leven te zoeken. Wie met psychische klachten kampt zou in het boek een handvat kunnen vinden om eruit te raken en/of eruit te blijven. Een verhaal met een les dus.

Een ander leven

De schrijver signeert – foto: Joost Festen

Brand is gezegend met een fijne verhaalstijl die je direct grijpt en die je door het boek heen sleurt omdat je geboeid blijft lezen. Het centrale verhaal van het boek speelt zich af in de Gobiwoestijn in Mongolië. We krijgen hier een inkijk in het leven van de nomaden die daar leven in de prachtige natuur. Ze leven op een manier die ze al eeuwen doen en doorgeven van generatie op generatie. Dit verhaal is, zo hoorden we van de schrijver, puur fictief, maar wel gebaseerd op het echte leven van de nomaden.

Hoofdpersoon Ben vindt de stam in de woestijn na een gedroomde overlevingstocht en wordt zeer warm welkom geheten door de nomaden. Omdat hij sterk verzwakt en vervuild is door zijn barre tocht in de hitte, krijgt hij te eten en drinken en wordt hem schone kleding aangeboden. Daarmee is een begin gemaakt met zijn opname in het leven van de stam.

Ben valt van de ene nieuwe ervaring in de andere en laat zich de gastvrijheid en vrijgevigheid van mensen die hem omringen welgevallen. Mensen die hem zorg schenken zonder vragen te stellen en die hem onderwijzen in de leer van hun eigen leven. Weliswaar gaan ze soms ook even voorraden halen en handelen in de moderne wereld, maar altijd keren ze dan weer snel terug naar hun eigen leven en oase van rust. Een leven dat zich vooral focust op wat echt belangrijk is in het leven: verbinding en zorg voor elkaar. Alles daarbuiten is vaak niet nodig voor een gelukkig leven. Deze stam wil niet veranderen, niet verrijken, niet moderniseren.

Toch keert Ben terug naar zijn vrouw en kinderen nadat hij in een visioen tijdens een meditatie zijn gezin ziet opduiken. Het verlangen om terug te keren naar zijn gezin groeit waardoor hij zich voorbereidt op een afscheid en een weerzien. Op een bijzondere manier keert hij terug in zijn eigen gezin en neemt een ervaring mee terug die zijn leven voor altijd zal veranderen.

Film / Serie

Wonderlijk piratenavontuur in nieuw jasje

recensie: ONE PIECE (seizoen 1, 2023)

De populaire Japanse stripserie over piraten heeft de transitie van zwart-witte pagina’s naar een kleurrijke Amerikaanse live-actionproductie gemaakt. De reis van de zachtaardige piratenbende is duidelijk met veel liefde voor het originele werk gemaakt. De vermakelijke karakterdynamieken, ongekende worldbuilding en een hoop humor zorgen voor een sterke adaptatie.

Het epische verhaal van manga-artiest Oda Eiichiro begint wanneer de meest beruchte piraat van de wereld vlak voor zijn executie meldt dat al zijn rijkdommen en bezittingen op één plek opgeborgen zijn. Een nieuwe golf aan ontdekkingsreizigers raakt geïnspireerd om de schat, genaamd de one piece, te claimen. Geremd door een corrupte overheid, gevaarlijke zeeën en rivaliserende piratenbendes, lijkt er in jaren niemand een stap dichter bij de al dan niet bestaande prijs te komen. De jonge Monkey D. Luffy (Iñaki Godoy) beweert dat hij de one piece zal vinden. Alles wat hij nodig heeft is een schip, de juiste bemanning en een kaart die hem de weg wijst.

Een hartstochtelijke vaart

De bestverkochte mangaserie One Piece, die vanaf 1997 tot na de publicatie van deze recensie wekelijks wordt uitgebreid met een nieuw hoofdstuk, zou té langdradig en té absurdistisch zijn voor een ‘realistische’ televisieserie. De lust naar avontuur sijpelt echter succesvol door in elk van de acht afleveringen. Piraat zijn gaat volgens Luffy over ultieme vrijheid, wat betekent dat als iemand in de weg staat van jouw dromen, het uitgevochten zal moeten worden. De passie van Luffy is aanstekelijk en in zijn kinderlijk enthousiasme weet hij anderen te overtuigen om mee te gaan in zijn Odyssee, een sentiment dat ook de kijker raakt.

Hoewel de serie het kind in de televisiekijker probeert aan te spreken, is de onderliggende thematiek van tijd tot tijd vrij zwaar. Onderdrukking en racisme zijn terugkerende motieven, hoewel deze niet direct opvallen vanwege de fantasy setting. De serie weet het over het algemeen luchtig te brengen, maar is niet bang om sterk op de gevoelens van de kijker in te spelen. Veel personages verbergen wrok, leed en trauma achter hun glimlach. De momenten waarop Luffy hier doorheen weet te prikken zijn de sterkste en meest memorabele momenten in deze serie.

Originele casting

De 25 jaar oude (en groeiende) stripserie wordt gedragen door de expressieve en interessante personages. De Straw Hat Pirates – Luffy en zijn bemanning – zijn figuren waar kenners van de serie al jaren fan van zijn. Het is dus een zware taak voor acteurs om in de schoenen van deze geliefde personages te stappen. De vier eerste leden die in dit seizoen worden verzameld, Roronoa Zoro (Mackenyu Arata), Nami (Emily Rudd), Usopp (Jacob Romero Gibson) en Sanji (Taz Skylar), worden vertolkt door vrij onbekende acteurs. Zij lijken echter te zijn geboren om deze rollen te vervullen. Van indrukwekkende stunt-choreografie naar gezellig gekibbel, van ontroerende evenementen tot inspirerende monologen, de vijf jonge acteurs weten keer op keer de spijker op de kop te slaan. Ook de vele bijrollen, met name Mihawk (Steven Ward) en Buggy the Clown (Jeff Ward), spatten van het scherm.

Het gevoel van een wereldwijd avontuur wordt versterkt door de diverse cast. Ook de voertaal, Engels, is uiteenlopend door de afkomst en bijbehorende accenten van de acteurs. Schots, Zuid-Afrikaans, Mexicaans en Amerikaans zijn deel van de myriade aan klanken die de fictieve vier zeeën te bieden hebben.

Adembenemende sets

Een andere klus die showrunners Matt Owens en Steven Maeda te doen stond om de live-action serie levendig te maken, is het nabouwen van de vele uiteenlopende sets waarin het verhaal zich afspeelt. Elke set is tot in de details uitgedacht en aangekleed met verborgen referenties uit de serie. Van de enorme schepen, een functionerende circustent tot het landhuis van een miljonair, het lijkt alsof je door verschillende attracties van Disneyland of de Efteling loopt. Combineer dit met de magische soundtrack door Giona Ostinelli en Sonya Belousova en het plaatje is compleet.

Duivels fruit

In de wereld van ONE PIECE groeien zeldzame stukken fruit, devil fruit, die voor een hoge prijs op de zwarte markt verkocht kunnen worden. Op jonge leeftijd eet Luffy de Gum-Gum fruit, die ervoor zorgt dat hij zijn ledematen tot komische lengtes kan strekken. Je kan je voorstellen dat zulke vervormingen van het lichaam het goed zouden doen in een cartoon, maar iets lastiger te realiseren zijn met échte armen en benen. De met computer bewerkte beelden ogen meermaals niet fraai in combinatie met de rijkelijk aangeklede sets. Ook zijn de Fishmen (half vis, half mens), die een groot deel van de tweede helft van het seizoen bevolken, een doorn in het oog. De vreemde kostuums van deze meermannen kunnen bijdragen aan hun imago als bad guys, maar ook afbreuk doen aan het kijkplezier.

Het onbegonnen werk wordt vervolgd

Het eerste seizoen raast met een topsnelheid door het verhaal dat ongeveer de eerste honderd hoofdstukken van de bijna elfhonderd hoofdstukken lange manga omspant. Ook al moet er her en der wat van het originele materiaal overgeslagen of ingekort worden, ONE PIECE doet eer aan het gelijknamige bronmateriaal. Binnen een maand na de releasedatum maakte Oda bekend dat Netflix een tweede seizoen zal produceren. Zoals vele andere producties kan er echter pas aan gewerkt worden wanneer de tv-, theater- en streamingstakingen af zijn gelopen.

Behalve dat het publiek geduld moet hebben voor een tweede seizoen, is het duidelijk dat het volledige verhaal van One Piece nog lang niet verteld kan worden. Zelfs al heeft het eerste seizoen met haar wereldwijde première meer kijkers bereikt dan kijkcijferkanonnen Stranger Things en Wednesday, niemand kan voorspellen of ONE PIECE deze kijkers kan blijven boeien in seizoen twee, laat staan in de hypothetische vervolgseizoenen. Kijk zelf op Netflix of je wel of niet aan boord gaat voor het avontuur van Luffy en de Straw Hat Pirates.

Theater / Voorstelling

Alex Klaasen, het enige paradepaard van stal

recensie: No Ponies - Alex Klaasen

Na zijn succesvolle reeks van Showponies staat Alex Klaasen nu solo op het toneel in No Ponies. Hij wil even wat tijd voor zichzelf nemen, zonder het gehinnik en de druk van de andere paarden. Weet deze eenmansrevue nu ook te boeien?

In No ponies gooit Alex Klaasen het dus over een andere boeg door alleen op het podium te staan. Hij loopt rustig het podium op en laat ons ook meteen weten dat de avond anders gaat zijn dan wij tot nu toe van hem gewend waren.

Het einde aan het begin en het begin aan het einde

In het kader van verwachtingsmanagement wil Klaasen aan het begin het eindapplaus horen, zo komt hij niet voor verrassingen te staan. Het publiek klapt er meteen op los. Dit zet meteen de toon van de show, waarin hij op zoek is naar wat hij écht wil. Het publiek mag vaker even meedoen met de gedachtekronkels van Klaasen en dat doet het met enthousiasme.

De rode draad van de show is de zoektocht naar zichzelf, die voor Klaasen begon in New York vorig jaar. Hij wilde daar rustig een paar maanden wonen om een musical te schrijven, maar dit liep allemaal toch anders dan verwacht en mondde uit in die zoektocht naar zichzelf. Ook in de korte sketches is dit een belangrijk en terugkerend thema voor de personages, van de treinconducteur tot de pierrot en van de zanger tot de spoken word artist.

No ponies is een vlotte voorstelling met cabaret, zang en dans, zoals we van alleskunner Klaasen gewend zijn. Met kostuums en decor pakt hij ook redelijk uit, want elke sketch heeft weer wat anders nodig. Na zeer snelle quick changes zet Klaasen feilloos allerlei typetjes neer en word je als publiek weer gegrepen door een nieuw verhaaltje.

Aan het einde van de show haalt hij een vergelijkbare truc uit als in het begin en dan vallen de stukjes van zijn show en zoektocht op zijn plek. Het is hierdoor een humoristische show, die hier en daar even tot nadenken aanzet.

Zonder ponies

De dynamiek is zonder andere ponies natuurlijk anders, maar het blijft een vlotte voorstelling. Met meer mensen zet je sneller meer grappen of grappige situaties neer. De komische sketches worden nu zorgvuldig en wat langzamer opgebouwd, maar de humor is er niet minder om.

Ook zonder ponies, solo, blijkt Alex Klaasen sterk en weet het publiek te boeien en aan het lachen te krijgen. Zoals Klaasen aan het begin van de show al aangaf, het is iets anders dan wat we van hem gewend zijn. Ook met één paradepaard is de show van Klaasen de moeite waard.

Kunst
special: Een selectie uit zijn werk

Ode aan Erwin Olaf (2 juli 1959 – 20 september 2023)

De veel te jong overleden fotograaf Erwin Olaf is misschien wel de beste fotograaf die Nederland gekend heeft. Zijn veelzijdigheid, durf en het zoeken naar totale perfectie hebben hem tot grote hoogte doen stijgen. Olaf werd vooral bekend door zijn geënsceneerde, bijna schilderachtige settings waarbij geen detail onbelicht bleef. De beeldredactie van 8WEEKLY selecteerde enkele foto’s die de ontwikkeling die hij als fotograaf en als mens heeft doorgemaakt prachtig weergeven.

Erwin Olaf, Squares- Joy, 1985. Copyright Erwin Olaf. Courtesy Galerie Ron Mandos, Amsterdam.

De eerste twee foto’s behoren tot de bekendste werken uit zijn beginperiode, een tijd waarin de jonge fotograaf wilde choqueren. De naakte man met de spuitende champagnefles (1986) is zeer esthetisch in beeld gebracht. De tweede foto toont een model met parels in de mond (1986). Het was Olafs aanklacht tegen de overdaad aan luxe en weelde, het altijd maar meer willen.

Erwin Olaf, Squares- Pearls, 1986. Copyright Erwin Olaf. Courtesy Galerie Ron Mandos, Amsterdam.

 

Vanaf de jaren 2000 gaat Olaf verder de kant op van de geënsceneerde fotografie. Dit zie je mooi in foto’s drie en vier. Hij maakt de serie Berlin (2012) die teruggaat naar de periode van het interbellum. Zijn werk gaat over de relatie tussen kind en volwassene. Wat als kinderen de baas zouden zijn over volwassenen? De foto’s lijken net schilderijen. Hij heeft daarna nog vervolgseries gemaakt met Shanghai (2017) en Palm Springs (2018).

Erwin Olaf, Berlin – Freimaurer Loge Dahlem – 22nd of April, 2012. Copyright Erwin Olaf. Courtesy Galerie Ron Mandos, Amsterdam.

Erwin Olaf, Berlin – Stadtbad Neukölln – 23rd of April, 2012. Copyright Erwin Olaf. Courtesy Galerie Ron Mandos, Amsterdam.

Erwin Olaf, Im Wald – Der Schwan, 2020. Copyright Erwin Olaf. Courtesy Galerie Ron Mandos, Amsterdam.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ook de zwartwit serie van Im Wald (2020) waarbij je in een soort surrealistische donkere omgeving terechtkomt, is werkelijk prachtig. Het laat zien hoe veelzijdig hij als kunstenaar is. De foto’s zijn genomen in de Duitse Alpen. Dit is uniek voor Olaf die eigenlijk vooral in de studio werkt.

 

Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima en hun kinderen de Prinses van Oranje, Prinses Alexia en Prinses Ariane, 2018. Beeld: ©RVD – Erwin Olaf

Olaf maakte ook schitterende portretten. Meest bekend zijn die misschien wel die van het koningshuis. Deze reportage laat de koninklijke familie op een hele andere manier zien. Geen statische foto’s maar een lachende koning en koningin en wapperende haren bij de prinsessen (2018). Olaf kreeg er internationaal veel lof voor en de serie ging de hele wereld over.

 

 

 

 

 

 

 

Erwin Olaf, April Fool 2020 – 11.05am, 2020. Copyright Erwin Olaf, Courtesy Galerie Ron Mandos, Amsterdam.

Tenslotte een blik op zijn bijzondere zelfportretten. Olaf, die aan een longziekte leed, heeft zijn achteruitgang op indrukwekkende wijze vastgelegd (2009), zie de uitgelichte afbeelding bovenaan. Zo kun je zien dat hij op de eerste foto nog vitaal is en op de laatste foto zuurstof krijgt toegediend. Ook hiernaast geeft de fotograaf treffend weer wat hij doormaakt tijdens de corona-pandemie. De serie April Fool (2020) verbeeldt de angst en situatie waarin hij en wij gevangen zaten. De zelfportretten van Olaf als een neerslachtige clown met puntmuts die triest de camera inkijkt geven op geniale wijze uitdrukking aan het gevoel van veel mensen in deze periode.

We sluiten af met de foto uit de Berlin fotocollectie (2012). Je ziet hoe Erwin Olaf met de camera in zijn hand de trappen oploopt naar het licht. Hij wilde dat dit zijn afscheidsfoto zou worden. Een foto die alles samenvat in één beeld: bedankt voor alles, het is mooi geweest. Een betere foto had Olaf niet kunnen kiezen.

 

Erwin Olaf, Berlin – Olympia Stadion Westend, Selbstporträt – 25th of April, 2012. Copyright Erwin Olaf. Courtesy Galerie Ron Mandos, Amsterdam.

 

 

Meer weten over Erwin Olaf en zijn werk? Ontdek onderstaand enkele recensies die in ons 25-jarig bestaan over de kunstenaar werden geschreven:

https://8weekly.nl/special/overdonderende-dubbeltentoonstelling/

https://8weekly.nl/recensie/kunst/erwin-olaf-regressive-heden-en-verleden/

https://8weekly.nl/recensie/film/michiel-van-erp-erwin-olaf-on-beauty-and-fall-angst-om-de-regie-kwijt-te-raken/