Muziek / Concert

Sonic Youth

recensie:

Paradiso, de Amsterdamse muziektempel die oorspronkelijk onderdak bood aan religieuze behoeftigen, had voor het concert van Sonic Youth wel drie à vier keer uitverkocht kunnen raken. Mensen klampten je buiten aan met angstige oogjes, in het Engels vragend, bedelend, om een reservekaartje. Binnen, in de zaal met de balustrade en het glas in lood, is de sfeer vertrouwd aangenaam. Sonic Youth fans zijn vaak wat ouder, rustiger en ervarener. Kalende mannen met nog maar een randje van grijze plukjes, moeders die in het kader van een complete opvoeding hun in het zwart geklede gothic dochters laten zien wat echte muziek inhoudt.

~

Sonic Youth timmert inmiddels al zo’n zeventien jaar aan zijn eigen, onmiskenbaar eigenzinnige muzikale weg. Deze, voor een gitaarband ongekend lange, periode kenmerkt zich door een continue zucht naar verbreding, naar experiment en naar verdieping. Deze zoektocht leidde enkele weken geleden tot een nieuw album, Murray Street. Op dit nieuwe album wordt voor het eerst Jim O’Rourke als volwaardig bandlid genoemd: ook op het podium heeft hij, schuin achter Kim Gordon, zijn plaats ingenomen.

Noise-uitbarstingen

~

Het is nog steeds een verademing, zeker in deze tijden van muzikale eenheidsworst, om te zien hoe buitengewoon volwassen en ervaren de bandleden op elkaar ingespeeld zijn. Echter, ondanks de leeftijd van de bandleden, die gemiddeld rond de 40 jaar ligt, is er aan overtuigingskracht vrijwel niets ingeboet. Er is een andere invulling aan gegeven. Waar vijftien jaar geleden, bijvoorbeeld op het nog altijd actuele album Daydream Nation, betrokken teksten woedende gitaren begeleidden, worden tegenwoordig zorgvuldig spanningsvelden opgebouwd, afgewisseld door traditionele noise-uitbarstingen. Zo ook op het concert van donderdag 29 juni, overigens met een Thurston Moore die ouwehoerensoep gegeten had en zelden kon stoppen met gezellig keuvelen naar het publiek en de bandleden toe.

Natte dromen

Als te doen gebruikelijk speelde Sonic Youth zeer veel nieuwe nummers, in dit geval het totale laatste album. Nummers die direct opvielen waren de openingstrack van Murray Street, The Empty Page, die live iets harder gebracht werd dan op het album. Ook Rain On Tin, opnieuw een nummer van de onofficiële voorman Thurston Moore, was live zo mogelijk nog overtuigender dan op het album. Als luisteraar werd je meegesleept van subtiel naar luid en weer terug, met gitaarpartijen waar lullig aandoende gitaristen als die van Kane natte dromen van krijgen maar door de vier gitaristen van Sonic Youth met een kinderlijke eenvoud gespeeld werden. Op geen enkele wijze vloekten de nieuwe nummers met het oudere materiaal, waarvoor ook een plaats was ingeruimd.

Zo werd het zestien jaar oude nummer Shadow Of A Doubt van stal gehaald, redelijk zuiver gezongen door Kim Gordon. Eric’s Trip zorgde voor tumultueus publiek, maar vooral het slot deed smeken om meer. Gordon legde haar gitaar aan de kant, zette een ietwat minder chagrijnig gezicht op, en brulde/gierde/snoof een woest gierende versie van Drunken Butterfly de zaal in, waarna de band het podium verliet om naar België te reizen voor een optreden in de tent van het muziekfestival Werchter.

8WEEKLY

Een dagje op de Drentse hei

Artikel: Dutch TT Assen 2002

Het is een op het oog gewone zaterdagmorgen in het rustieke Drentse plaatsje Laaghalen nabij Assen. 51 weken per jaar gebeurt hier helemaal niks. Maar elk laatste weekend van juni wordt die rust verstoord door het geluid van gierende motoren, zingende en drinkende Duitsers, in leer gehulde bikers, enthousiaste fans en bovenal duizenden motoren. Het is weer tijd voor de Dutch TT.

~

Sinds 1989 ga ik met mijn vader en zijn vrienden mee naar de races op het beroemde circuit van Assen. Ik was nog maar een jaar of twaalf, en echt verstand van motoren had ik niet. Al onwetende luisterde ik gefascineerd naar de anekdotes en avonturen die de groep bij vorige edities hadden meegemaakt. Namen als Agostini, Middelbrug en Hartog vlogen me om de oren. TT was naast motoren vooral mensen kijken, want je zag de meest bizarre creaties voorbij lopen. Het is nu 2002, en mijn vriendin gaat voor het eerst mee. Ik ben inmiddels al zo vaak geweest dat ik mijn eigen anekdotes heb verzameld. Streuer, Spaan, De Vries, Zeelenberg en Molenaar hebben mij begin jaren negentig enkele spannende middagen bezorgd. Nederlandse overwinningen en podiumplaatsen zaten er de laatste drie jaar niet echt in, maar mijn enthousiasme voor een middagje Assen is er niet minder om geworden.

Met m’n Marie naar de TT

~

De dag begint om een uur of elf. Met z’n twintigen verlaten we mijn ouderlijk huis in Hijken (nog zo’n gehucht) en fietsen we via de heide en Laaghalen naar het circuit. Hoe dichter we bij het circuit komen, hoe gevaarlijker de tocht wordt. Auto’s, motoren, fietsen en voetgangers persen zich dwars door elkaar over kleine boerenlandweggetjes. De buurtbewoners zetten hun stoeltjes in de tuin en kijken naar de bonte stoet die elk jaar weer langs hun huizen trekt. Een open busje rijdt stapvoets door terwijl de inzittenden alvast een eigen feestje begonnen zijn. De zijdeuren staan wagenwijd open, en het bier vloeit rijkelijk. De klassieker Met m’n Marie naar de TT klinkt krakend uit een box in de hoek van het busje.

Urine en koude patat

Na het vastzetten van onze fietsen begeven we ons op het terrein. Donkere wolken boven het circuit, dus regen is zeker niet uitgesloten. De lucht van rubber en benzine vermengt zich met urine (hé, dat rijmt). Ook een vertrouwd beeld: rijen naast elkaar staande mannetjes die in een slootje pissen. Iedereen verdringt zich voor de hamburgerkraampjes waar men zonder problemen twee euro vijftig uitgeeft aan een half koude hamburger of worst. De patat is niet te eten, de bakjes worden steeds kleiner, en het vet is niet goed meer, perfect dus.

Leesvoer voor de fans

~

Toen ik in ’89 voor het eerst ging kregen we 5 gp’s voorgeschoteld: de 80cc, 125cc, 250c, 500cc en de zijspannen. Tegenwoordig zijn er nog maar drie races waar men voor komt. Zo’n BMW race is leuk voor de liefhebber, maar op de tribune vermaakt men zich met het programmaboekje, een biertje en de uitgebalanceerde inhoud van een prachtig knaapjesblad als FHM (voor de gelegenheid gratis bijgeleverd bij het programma boekje). Nadat ik hierin heb gelezen hoe ik nymfomanen kan neuken, wat de lekkerste wijven zijn en dat vreemdgaan iets is wat je beslist moet doen voor je dertigste is het tijd voor de eerste GP.

Weinig spektakel

De 125cc en 250cc zijn voor het publiek een tikje teleurstellend. De races zijn allesbehalve spannend te noemen, en bovendien geen Nederlander of Duitser die voorin meedoet. Dat Jarno Janssen uiteindelijk 17e in de 250cc wordt zal het publiek dan ook niet op de banken brengen. Een valpartij hier, een pitspoes daar en vooral veel dronken grappen lijken de voornaamste vormen van vermaak. Zodra de pitspoezen met de startbordjes het circuit oplopen worden diverse verrekijkers tevoorschijn gehaald. Even dreigt het dan toch te gaan regenen, maar het blijft bij een paar spettertjes. Al met al lijkt het een rustig middagje te worden, zo eentje waar God kijkt, en ziet dat het goed is.

Rossi di BOSSi

~

Dit alles verandert als de vroegere 500cc (tegenwoordig het dat MotoGP) begint. Publieksfavoriet Rossi komt bij de start niet goed weg, en ligt derde. Al snel steekt hij ex-kampioen Biaggi voorbij en om een direct duel om de eerste plek uit te vechten met Alex Barros uit Brazilië. Het publiek wordt steeds enthousiaster en vuurt de beide kemphanen aan. De kenners schudden echter wijs het hoofd. Rossi speelt een spelletje, zijn motor is duidelijk beter, en hij houdt zich in. Een ronde of twaalf houdt Rossi de schijn op, maar dan geeft hij vol gas en demonstreert hij waarom zijn team alle races dit jaar heeft gewonnen. In twee ronden is het gat met Barros zo groot dat de laatste ronden een formaliteit blijken. Het publiek blijft enthousiast toeteren en zwaaien, mede door een toch redelijke klassering van Nederlander Jurgen Van der Goorbergh die zijn Honda naar een keurige tiende plek weet te sturen.

Chaos alom

De finish van Rossi is voor het publiek een teken om over de hekken te klimmen en het circuit te betreden. Mannen rennen uitgelaten met opblaaspoppen rond, steppen dronken over het circuit of proberen een schouderklopje aan de winnaar uit te delen. Nog snel even een vlaggetje kopen, en dan op weg naar huis. Wederom proppen duizenden mensen zich op de omringende modderpaden en landweggetjes, voor de vaste TT ganger een welbekende chaos. Soms lijkt het ongelofelijk dat er relatief zo weinig ongelukken gebeuren als je de hoeveelheden bier koppelt aan de chaos bij het vertrek van het circuit. Eenmaal weer op de hei keert de rust terug. Het is zo ongeveer half zes, en moe maar voldaan fietsen we toch nog in het zonnetje naar huis. Dag TT-Assen, tot volgend jaar!

Film / Films

Bad Company

recensie: Bad Company

Het heeft niet veel zin om te zeggen dat een film als Bad Company helemaal nergens op slaat. Bij een Jerry Bruckheimer-productie hoef je geen logisch verhaal of intelligente dialogen te verwachten: de man staat garant voor niet meer dan actie, geweld, wat humor en nog meer actie. Helaas schiet deze film ook daarin nogal tekort.

~

Zelfs met je spreekwoordelijke verstand op nul is het aantal plotgaten en clichés moeilijk bij te houden. Maar waar dat normaal gesproken verdoezeld wordt door een snelle portie actie, laten Bruckheimer en regisseur Schumacher het hier afweten. Met zo weinig vaart en zulke lauwe actie, worden de twee uur waarin ze verder met minimale inspanning vooral pogingen tot humor en een langdradige ontwikkeling van de plot doen, nogal vermoeiend.

Oerdom

Het idee is als volgt: de CIA ronselt de verloren tweelingbroer van een vermoorde agent. Deze moet hen helpen om een atoombom te bemachtigen uit de handen van een stel Russen, voordat die in de handen van de Afghanen(!) valt. Het meest interessante aspect van dit verhaal is de terloops genoemde motivatie van de terroristen om New York op te blazen: Amerikanen zijn gierig, vraatzuchtig, militair agressief en oerdom. Het klinkt in het kader van de film zo aannemelijk, dat je je afvraagt waarom de Afghanen hier niet de helden zijn!

Clichés

~

Wat een respectabele acteur als Anthony Hopkins in deze film doet, is onduidelijk. Om onverklaarbare redenen steevast met een tandenstoker in zijn mondhoek en naarstig kauwgom kauwend acteert hij op de automatische piloot in zijn humorloze rol. De energieke brulboei Chris Rock is zoals gewoonlijk goed voor een handjevol grappige scènes, maar daar blijft het ook bij. De man is niet in staat om meer dan een passe-partout-grapjas neer te zetten. En het wandelende cliché Peter Stormare zou onderhand ook zelf wel eens kunnen gaan geloven dat hij echt een vlassige Russische onderwereldfiguur is in plaats van een ondergewaardeerde Zweedse acteur. Nee, de karikaturen, ongedefinieerde personages en clichés (Afghaanse terroristen, net op tijd ontmantelde bom, romance, happy end, enz. enz.) zijn niet van de lucht. De essentie van een dergelijke clichéfilm is helaas ook niet best vertegenwoordigd: de humor slaat meestal de plank volledig mis, en de actie is niet om over te spreken in een film die ook nog eens veel te lang duurt.

Gezichtsloos

Van Bruckheimers gangbare geweldsvuurwerk valt hier bar weinig te genieten, behalve in een heftige auto-achtervolging tegen het einde – met gemak de beste scène uit de hele film. Veteraan Joel Schumacher heeft altijd een uitgesproken voorkeur voor modieus publieksvermaak gehad (St. Elmo’s Fire, Flatliners, Falling Down), maar wat hij hier tentoonspreidt is een dermate gezichtsloze, rommelige en vage regie, dat er net zo goed een beginnende B-regisseur in zijn plaats had kunnen staan. Een Chris Rock-film is het ook niet, zelfs daarvoor heeft zijn rol te weinig inhoud.

Popcorn

Je vraagt je af waar de heer Bruckheimer met wat meer goede wil toe in staat zou zijn. Koppel zijn over-de-top actie-expertise aan een scenarioschrijver met enige intelligentie, maak er een met een capabele regisseur een op zijn minst coherent geheel van, en je zou in theorie een heel aardige film hebben. Bad Company is dat dus niet: deze film komt nog niet eens in de buurt van wat een poging tot een echte popcorn-geweldfilm op zijn minst had kunnen zijn. Overslaan!

8WEEKLY

Brinta en een nachtje doorhalen

Artikel: Een paptest

.

~

Tong langs je tanden

Allereerst werd de Wake Up! variant door het keelgat gegoten. Van vroeger konden we de typische geur van opgelost brood die samengaat met dit drinkontbijt herinneren. Vooral bij de soorten met een toegevoegde smaak is Brinta er redelijk in geslaagd deze muffe lucht weg te werken. De nieuwe fruitsmaken zijn goed te drinken, alhoewel je zo nu en dan wel even je tong langs de tanden moet halen om je mond helemaal leeg te krijgen. De chocoladevariant daarentegen had beter niet op de markt gebracht kunnen worden, aangezien de smaak slechts lafjes tegen chocolade aanhangt (en nee, een beetje cacao erdoor mixen helpt NIET!). Voor de bereiding is het handig om even te leren om 156 à 157 ml melk af te meten, want anders moet je ook iedere keer weer de litermaat afwassen. Het kopje zelf kost al tijd genoeg (en laat het niet een aantal uur staan, laat staan dagen).

Brinta met gedroogde appel

~

En laten we dan nu overgaan op het échte eten. Behalve de ouderwetse Brinta is tegenwoordig ook een nieuwe soort verkrijgbaar: Brinta Fruit Vit. Dit is de gewone Brinta vermengd met gedroogde appel en rozijnen en een beetje druivensuiker voor de koolhydraten. Vergeleken met de Wake Up!-jes hakt dit er flink in. Net als de gewone Brinta ligt Fruit Vit als een blok beton in de maag. Lekker voor een nachtje doortrekken dus.

Klassieke Brinta blijft de beste

Geconcludeerd kan worden dat Brinta best een goed ontbijt is. Toch blijft de klassieke versie de voorkeur genieten. Fruit Vit wint het wel qua smaak maar is een stuk duurder dan zijn voorganger. Desondanks ben je met een bord Brinta in ieder geval twee keer zo duur uit als met een boterham kaas. Wake Up! is net zo duur als Fruit Vit, het enige voordeel is dat het sneller is, maar wat smaak betreft moet dit drinkontbijt toch het onderspit delven.
Wat betreft de afwas is het verstandig om bij alle Brinta producten snel het servies uit te spoelen. Als je hier te lang mij wacht kan je namelijk wel eens zwaar in de problemen komen. Dat is samen met de prijs dus niet echt een pluspunt voor studenten.

De resultaten

Kleur Geur Smaak Structuur Vulling Prijs per portie incl. melk Bereidingsgemak
Brinta gewoon 7 7 7,5 7,5 9 0,24 7
Brinta Fruitvit 6,5 6 8 7,5 9 0,39 7
Wake Up! Naturel 4 5 6 7,5 7 0,37 7
Wake Up! Perzik-Abrikoos 4 5,5 7,5 7,5 7 0,37 7
Wake Up! Banaan 4 5 7,5 7,5 7 0,37 7
Wake Up! Chocolade 7 5 4 7,5 7 0,37 7

Links

www.brinta.nl

8WEEKLY

Brinta en een nachtje doorhalen

Artikel: Een paptest

.

~

Tong langs je tanden

Allereerst werd de Wake Up! variant door het keelgat gegoten. Van vroeger konden we de typische geur van opgelost brood die samengaat met dit drinkontbijt herinneren. Vooral bij de soorten met een toegevoegde smaak is Brinta er redelijk in geslaagd deze muffe lucht weg te werken. De nieuwe fruitsmaken zijn goed te drinken, alhoewel je zo nu en dan wel even je tong langs de tanden moet halen om je mond helemaal leeg te krijgen. De chocoladevariant daarentegen had beter niet op de markt gebracht kunnen worden, aangezien de smaak slechts lafjes tegen chocolade aanhangt (en nee, een beetje cacao erdoor mixen helpt NIET!). Voor de bereiding is het handig om even te leren om 156 à 157 ml melk af te meten, want anders moet je ook iedere keer weer de litermaat afwassen. Het kopje zelf kost al tijd genoeg (en laat het niet een aantal uur staan, laat staan dagen).

Brinta met gedroogde appel

~

En laten we dan nu overgaan op het échte eten. Behalve de ouderwetse Brinta is tegenwoordig ook een nieuwe soort verkrijgbaar: Brinta Fruit Vit. Dit is de gewone Brinta vermengd met gedroogde appel en rozijnen en een beetje druivensuiker voor de koolhydraten. Vergeleken met de Wake Up!-jes hakt dit er flink in. Net als de gewone Brinta ligt Fruit Vit als een blok beton in de maag. Lekker voor een nachtje doortrekken dus.

Klassieke Brinta blijft de beste

Geconcludeerd kan worden dat Brinta best een goed ontbijt is. Toch blijft de klassieke versie de voorkeur genieten. Fruit Vit wint het wel qua smaak maar is een stuk duurder dan zijn voorganger. Desondanks ben je met een bord Brinta in ieder geval twee keer zo duur uit als met een boterham kaas. Wake Up! is net zo duur als Fruit Vit, het enige voordeel is dat het sneller is, maar wat smaak betreft moet dit drinkontbijt toch het onderspit delven.
Wat betreft de afwas is het verstandig om bij alle Brinta producten snel het servies uit te spoelen. Als je hier te lang mij wacht kan je namelijk wel eens zwaar in de problemen komen. Dat is samen met de prijs dus niet echt een pluspunt voor studenten.

De resultaten

Kleur Geur Smaak Structuur Vulling Prijs per portie incl. melk Bereidingsgemak
Brinta gewoon 7 7 7,5 7,5 9 0,24 7
Brinta Fruitvit 6,5 6 8 7,5 9 0,39 7
Wake Up! Naturel 4 5 6 7,5 7 0,37 7
Wake Up! Perzik-Abrikoos 4 5,5 7,5 7,5 7 0,37 7
Wake Up! Banaan 4 5 7,5 7,5 7 0,37 7
Wake Up! Chocolade 7 5 4 7,5 7 0,37 7

Links

www.brinta.nl

Muziek / Concert

dEUS live

recensie:

De eerste dat ik kennismaakte met dEUS was toen ik op Alternative Nation, waar is dit programma gebleven, de clip van Suds & Soda zag. Schreeuwende mannen hadden een plaatsje veroverd in de categorie “beste nieuwkomer”. Worst Case Scenario, dEUS’ debuutalbum, verscheen, optredens volgden, en uiteindelijk het succes. Dit succes beperkte zich niet alleen tot dEUS, maar strekte zich uit naar een reeks bandjes die België prominent op de muzikale kaart zette en de Nederlandse popscene deed verbleken. Nu enkele maanden terug al een verzamelalbum van dEUS is uitgebracht leek optreden de volgende logische stap. En zo geschiedde. Niet alleen is dEUS een belangrijke headliner op het festival van Werchter maar werd ook Nederland aangedaan voor een dubbelslag. De eerste avond werd het Amsterdamse Paradiso bezocht, Nighttown in Rotterdam volgde een dag later.
Hoge verwachtingen.

~

dEUS zou vrienden meenemen, stond te lezen op de websites van zowel Nighttown als Paradiso. Craig Ward, de Schotse gitarist die Tom Barmans rechterhand en jeugdvriend Stef Kamil Carlens heeft vervangen, zou weer meespelen, ondanks dat ook hij gezegd had niet meer te willen optreden met dEUS. De twee avonden vertoonden grote overeenkomsten, maar verschilden uiteindelijk als dag en nacht qua sfeer.

Alomvattende regie

dEUS combineert live al jaren zachtdwarse luistermuziek als Serpentine met decibelrijke gitaaruitbarstingen zoals die met name op de vroegere albums te horen waren. Experimenteel, grillig, vernieuwend, kernwoorden die altijd in het verlengde van dEUS genoemd werden. Voor beide avonden gold dat het experiment werd geduld, maar strikt in toom werd gehouden door een alomvattende regie die ervoor zorgde dat het experiment nergens een spontaan karakter kreeg. Ik zal in het midden laten of het dan nog gerechtvaardigd is het woord ‘experiment’ in de mond te nemen, feit is dat bijvoorbeeld de versie van Hotellounge briljant intiem gebracht werd en dat vooral in Nighttown het achtergrondkoortje, de Sissy Spacek Singers, een nummer als Sister Dew zuiver en waardevol aanvulden. Ook de versies van oerklassiekers als Suds & Soda en vooral Worst Case Scenario, het beste nummer van beide avonden, zullen bij een band als Kane nooit gehoord worden.
Toch.

Treedt er een band op?

~

Met name in Amsterdam, waar anders, bracht de kwetsbare formule van een strakke regie niet het beoogde effect teweeg. Ten eerste heeft het zelfbevlekkerige Amsterdamse publiek het zo druk met zichzelf dat er amper naar een band -een band, treedt er een band op?- geluisterd wordt. dEUS is een night out, en op een night out moet je gezien en gehoord worden.
Luidruchtigheid stond de band met het publiek in de weg, een band die zo belangrijk is omdat de combinatie tussen luid en zacht, experiment en kwetsbaarheid, valt en staat met een geïnteresseerd publiek. dEUS speelde vanaf een setlist en raffelde de nummers af, zich duidelijk ergerend aan de stemmen uit de zaal. Natuurlijk kan geopperd worden dat als dEUS overtuigend genoeg zou zijn geweest, het publiek vanzelf stil zou zijn geworden. Inderdaad, het getuigt van weinig vernieuwing om oude nummers te kopiëren, om klassiekers van stal te moeten halen om echt op gang te komen, en vooral om vanaf een setlist te spelen. Echter, de tweede avond bewees het tegendeel.

Meer ontspannen

In Nighttown speelde dEUS exact dezelfde nummers in exact dezelfde volgorde als de avond ervoor. Dit mag schandalig genoemd worden en is vooral bij dEUS, de band bij uitstek die de setlist verdoemde, onacceptabel. Toch, het effect was beduidend intenser. Ten eerste luisterde het publiek, waardoor zelfs het rustige, uitgebalanceerde nieuwe nummer Nothing Really Ends” overkwam. Ten tweede was het geluid in Nighttown veel beter. Hierdoor was het disco-intermezzo uit Fell of the Floor Man te volgen, en verloor Dream sequence no. 1 weinig van zijn schoonheid.
Tenslotte oogden de bandleden meer ontspannen. Ze zijn wat ouder, wat uitgebalanceerder, en wat dikker. Of de frituurpan heeft in huize Janszoons, de violist van dEUS, overuren gedraaid, of Klaas is een grootmoedig bierproever in zijn eigen café. Resultaat is een vadsig ogend marionetpoppetje dat koppig hetzelfde hempje als tien jaar geleden aan blijft trekken.
dEUS heeft een deel van de spontaniteit verloren, maar deze vervangen door bedachtzaam uitgedokterde volwassenheid. Niet alleen Klaas Janszoons is gegroeid, dEUS in zijn geheel.

De officiële dEUS site

8WEEKLY

Agassi Tennis Generation

Artikel: Agassi Tennis Generation

De laatste tijd zijn er aardig wat tennisspelletjes uitgekomen. Hoewel ik niet vaak één speel (Super Tennis op de SNES is het enige spelletje wat ik geregeld uit de kast trok,) leek het me eigenlijk best leuk om eens in de huid van een kampioen als Agassi te kruipen, en een bloedstollende tennismatch te spelen tegen bijvoorbeeld Pete of Richard.

~

Het spel heeft the usual opties. Het aantal sets en games is instelbaar, evenals de moeilijkheidsgraad en de snelheid. Verder kan je de diverse controls instellen. Er zijn enkele game modes: Quick match, Arcade en Agassi open (een soort ATP circuit). Tot zover niets nieuws onder de zon. De eerste teleurstelling volgt bij de Quick match. Er zijn behalve Agassi alleen maar nep-tennissers te kiezen. Er is zelfs geen editor om de namen aan te passen. Toch een beetje jammer, ik vond het juist bij tennisspelletjes altijd wel leuk om je eigen tennisser samen te stellen.

Slappe backhand

~

Ik besluit om gewoon met Agassi te spelen, en start het spel. Dat ziet er goed uit! Het beeld toont een prachtig vormgegeven court. Het serveren gaat – zoals wel vaker – met een powerbalkje (zoiets als je ook wel vaak in golfgames ziet), et voila: daar suist mijn eerste service naar mijn tegenstander. Een flauwe return volgt, en ik besluit de bal keihard in de verre hoek te rammen. Maar wat is dat nou? Agassi lijkt meer over het scherm te glijden dan te lopen, en nogal knullig mis ik de bal. De animatie van de mannetjes is werkelijk om te huilen. Als het hier nu nog om een betaversie ging dan kun je nog hopen dat de heren programmeurs er nog wat aan gaan doen. Maar ik heb hier de winkelversie tot mijn beschikking, dus die vlieger gaat niet op.

Ik kan er niks van

Het wordt helemaal armoedig als ik na een half uur spelen nog steeds geen punt heb gemaakt. Nu kan dat misschien gebrek aan ervaring zijn, maar naar mijn mening moeten sportspelletjes op level easy speelbaar zijn voor zelfs de kleinste kleuter van de klas. Soms kan ik een rally wel een minuut of 3 á 4 volhouden, maar aangezien mijn tegenstander alles haalt, delf ik vroeg of laat het onderspit. Het is me verder volslagen onduidelijk hoe ik de ballen echt lekker kan raken: Agassi levert voortdurend de meest lullige balletjes af. Je hebt vier mogelijkheden (slice, lob, top spin en normal) om de bal te meppen, maar allemaal lijken ze vrij zinloos. Met name de normal shot geeft de speler, zonder dat hij er iets aan lijkt te kunnen doen, de meest bedroevende ballen. Pas na een uur win ik een keer een game, met meer geluk dan wijsheid.

Conclusie

Het is echt zonde dat Cryo zo’n mooie licentie als Agassi in huis haalt, en vervolgens zo’n product aflevert. Soms vraag ik me wel eens af of mensen als Agassi de games die naar ze vernoemd worden zelf überhaupt ooit bekijken. Zou de vette cheque op de bankrekening echt genoeg voor Agassi zijn? Ik ben bang van wel. Als Cryo wat meer aan de gameplay had gesleuteld, dan had het best aardig kunnen worden. Nu wordt het spel kansloos van de baan gemept.

Film / Films

Birthday Girl

recensie: Birthday Girl

Je zit naast een mooie Russin in de auto, die je net van het vliegveld hebt opgehaald, en je stelt haar een aantal vragen die ze steeds met een volmondig ja beantwoordt, inclusief de vraag “ben jij een giraf?”. Wat doe je in zo’n geval en wat zijn de gevolgen van het binnenhalen van deze met postorder bestelde vrouw? De Britse schrijver-regisseur Jez Butterworth maakte met Birthday Girl een aardige thriller-komedie met Nicole Kidman.

~

John (gespeeld door Ben Chaplin) woont op het Engelse platteland, waar hij al tien jaar in trouwe dienst is bij een bank. John is de stereotype nerd die een erg middelmatig leven leidt. Om zijn burgerlijke bestaan in traditionele zin te vervolmaken heeft hij nog een vrouw nodig. En waarom zou je de liefde van je leven tegenkomen in de supermarkt?

Niet goed, geld terug

~

Op het world wide web stuit hij op de website From Russia With Love, een hypermarché voor postorderbruidjes. John bestelt een mooie intelligente Russin, Nadia (gespeeld door Nicole Kidman), en snelt naar het vliegveld om zijn “bestelling” op te halen. Zodoende stapt er in John’s leven een in het zwart gehulde, zwaar opgemaakte en sigaretten aan de lopende band rokende vrouw die niet met hem kan communiceren via de Britse taal. John beroept zich de op de niet-goed-geld-terug-garantie maar krijgt nul op zijn rekest. Via non-verbale communicatie komen Nadia en John dichter bij elkaar: ze kennen elkaar eigenlijk niet maar toch beginnen ze iets te voelen voor elkaar. Wanneer het ineens de verjaardag is van Nadia en er twee Russen (het duo Vincent Cassel en Mathieu Kassovitz) het leven van John binnenstormen volgt een tumultueus vervolg met vele verrassende plotwendingen.

Niet-Russische acteurs

Datgene wat je bijblijft van de film is de enigszins duistere en mysterieuze Nicole Kidman (Nadia) binnen een klassieke setting die met haar sensualiteit en breekbaarheid de film overeind houdt. Ben Chaplin (John) blijft gedurende de hele film nogal een oppervlakkig typetje waar je je nauwelijks mee identificeert. Daarvoor is zijn “transformatie” te onduidelijk. Het Russische duo Vincent Cassel (Yuri) en Mathieu Kassovitz (Alexei) is goed op elkaar ingespeeld en je merkt dat ze elkaar buiten de film om ook kennen. Opmerkelijk is dat er geen echt Russische acteurs in de film meespelen: regisseur Butterworth heeft nog geprobeerd Russische acteurs te vinden, maar Engels zijn de goede acteurs vreemd genoeg niet machtig. Waarschijnlijk heeft Butterworth niet erg hard gezocht en wilde hij liever bekende namen.

Genre-cocktail

Birthday Girl is een redelijk geslaagde mix van verschillende genres: komedie wordt aangevuld met thriller-elementen. Het gevaar van het samenvoegen van deze genres binnen één film is dat de toeschouwer niet altijd weet hoe te reageren op de verwikkelingen. John kan bijvoorbeeld in Birthday Girl uiteindelijk ineens nogal gewelddadig uit de hoek komen. Echter in het leven is het ook vrij onvoorspelbaar wat er kan gebeuren: vaak zijn de dingen niet zoals ze lijken te zijn en zul je je steeds weer moeten heroriënteren. Het leven is niet te vermaken tot één grote dolle dwaze komedie noch tot een eindeloze reeks tegenslagen. Derhalve zouden meer films moeten durven verschillende genres binnen één film te gebruiken in een poging te komen tot een meer realistische en afwisselende cinema.

Birthday Girl is kortom een beetje onconventioneel maar wel vermakelijk met een verleidelijke Nicole Kidman.

Muziek / Concert

Lustrum GSMG Bragi

recensie: Lustrumconcert

~

Wie ooit op een muziekschool heeft gezeten kent het waarschijnlijk wel. Van die zenuwavonden waarbij kinderen hun met veel pijn en moeite in het hoofd gestampte stukken met zichtbare pijn aan onwillige ouders en onverschillige docenten voorspelen. Het is een beeld dat menig kind ervan heeft weerhouden zijn moeizaam ontwikkelde blokfluitkunsten verder te ontwikkelen. De kinderen die het wél volhielden, gingen uiteindelijk studeren en meldden zich aan bij de studenten-muziekvereniging. Het is dan ook niet zo opmerkelijk dat een uitvoering van zo’n vereniging wel iets weg heeft van een voorspeelavond.

met werken van Poulenc, Desprez, Gardner en Prokofjev • A-capellakoor, orkest en grootkoor van Bragi • o.l.v. Pieter van der Wulp en Rein de Vries • m.m.v. Josefien Stoppelenburg (sopraan)

Spandoeken

Dit klinkt waarschijnlijk een beetje badinerend, maar het punt dat ik wil maken is dit: een uitvoering als deze hinkt noodzakelijkerwijze op twee gedachten: enerzijds moeten de leden van de vereniging allemaal aan de beurt komen, maar dat dient bij voorkeur plaats te vinden in de vorm van een kwalitatief behooflijk concert. Een uitvoering van de Groninger studentenmuziekverenigingen (Scrabblewoord!) Bragi of Mira zijn waarschijnlijk het eerst geschikt en bedoeld voor ‘aanhang’. Wie verwacht naar een goed doorwrochte uitvoering van een ingespeeld orkest te gaan komt meestal bedrogen uit. Toen ik ooit een voorstelling van het Nederlands Studenten Orkest bezocht in de nogal naïeve veronderstelling dat ik er vooral voor de muziek heenging, werd ik geconfronteerd met een tot de nok toe met familieleden gevulde zaal, spandoeken en al.
Dat was bij deze Bragi-uitvoering gelukkig anders; aan de ernst van de uitvoerders heeft het niet gelegen. Wél werd de samenhang een beetje uit de voorstelling weggenomen door de behoefte om iedereen een beurt te geven. Wederom: logisch vanuit de vereniging gedacht, maar niet altijd even voor de hand liggend bij het organiseren van een concert dat voor buitenstaanders is bedoeld.

Hordes pianisten

~

Een compliment moet zeker gemaakt worden voor de tamelijk onorthodoxe repertoire-keuze – Poulenc en Prokofjev zijn zeker niet de gemakkelijkste componisten om onder de knie te krijgen, en dat wreekte zich dan ook een beetje bij de keuze uit de Romeo en Julia-suites van de laatste. De traditionele obstakels – waarbij met name veel van de koperblazers wordt gevraagd – werden zonder al te veel moeilijkheden genomen, maar met het leggen van de juiste nuance had het Bragi-orkest beduidend meer moeite – hard en zacht waren wel ongeveer de twee varianten. Pieter van der Wulp, die pas zijn vijfde concert dirigeerde, kon daar ook weinig aan veranderen maar hield er wel goed het tempo in, zodat het niet erg dikwijls stoorde.
Overigens openbaarde zich in de samenstelling van het orkest een typisch probleem van dit soort verenigingen. Bij de aanmeldingen zitten elk jaar een hele horde pianisten (waar je weinig mee kunt tijdens uitvoeringen) en meestal geen enkele fagottist of altviolist (die je voor een symfonie-orkest echt nodig hebt). Dat verklaart ook de aanwezigheid van bijvoorbeeld niet-Bragianen zoals Cees Dekkers (NNO) en Sanne Bruins bij de altviolisten.

Grunnens Laid

Poulencs Gloria, dat na de pauze werd uitgevoerd door het Bragi-orkest en het grootkoor, is een relatief kort stuk (klein halfuurtje) en van een heel ander karakter dan het bij tijden nogal explosieve werk van Prokofjev. De relatief piepjonge sopraan Josefien Stoppelenburg weerde zich kranig en het orkest speelde behoorlijk onder leiding van Rein de Vries, die ook de eerdere voorstelling van het a-capellakoor leidde. Hier was het met name het grootkoor dat niet zo goed uit de verf kwam; met name de uitspraak had iets meer aandacht kunnen gebruiken. Het concert mondde uit in het ‘Grunnens Laid‘, waar ondergetekende Fries het nut niet zo van kon inzien maar dat door de rest van de zaal blijkbaar meer werd gewaardeerd.

De conclusie is wat tweeslachtig: hoewel er het nodige op de technische aspecten viel af te dingen, bood dit concert een welkome gelegenheid om een paar weinig uitgevoerde werken te horen te krijgen. Ik denk dat deze organisaties hun meerwaarde ook moeten proberen daar uit te halen: durf iets eigenzinnigs te doen, met Mahler of Beethoven leg je het altijd af tegen een professioneel orkest.

GSMG Bragi online

Muziek / Concert

Lustrum GSMG Bragi

recensie: Lustrumconcert

~

Wie ooit op een muziekschool heeft gezeten kent het waarschijnlijk wel. Van die zenuwavonden waarbij kinderen hun met veel pijn en moeite in het hoofd gestampte stukken met zichtbare pijn aan onwillige ouders en onverschillige docenten voorspelen. Het is een beeld dat menig kind ervan heeft weerhouden zijn moeizaam ontwikkelde blokfluitkunsten verder te ontwikkelen. De kinderen die het wél volhielden, gingen uiteindelijk studeren en meldden zich aan bij de studenten-muziekvereniging. Het is dan ook niet zo opmerkelijk dat een uitvoering van zo’n vereniging wel iets weg heeft van een voorspeelavond.

met werken van Poulenc, Desprez, Gardner en Prokofjev • A-capellakoor, orkest en grootkoor van Bragi • o.l.v. Pieter van der Wulp en Rein de Vries • m.m.v. Josefien Stoppelenburg (sopraan)

Spandoeken

Dit klinkt waarschijnlijk een beetje badinerend, maar het punt dat ik wil maken is dit: een uitvoering als deze hinkt noodzakelijkerwijze op twee gedachten: enerzijds moeten de leden van de vereniging allemaal aan de beurt komen, maar dat dient bij voorkeur plaats te vinden in de vorm van een kwalitatief behooflijk concert. Een uitvoering van de Groninger studentenmuziekverenigingen (Scrabblewoord!) Bragi of Mira zijn waarschijnlijk het eerst geschikt en bedoeld voor ‘aanhang’. Wie verwacht naar een goed doorwrochte uitvoering van een ingespeeld orkest te gaan komt meestal bedrogen uit. Toen ik ooit een voorstelling van het Nederlands Studenten Orkest bezocht in de nogal naïeve veronderstelling dat ik er vooral voor de muziek heenging, werd ik geconfronteerd met een tot de nok toe met familieleden gevulde zaal, spandoeken en al.
Dat was bij deze Bragi-uitvoering gelukkig anders; aan de ernst van de uitvoerders heeft het niet gelegen. Wél werd de samenhang een beetje uit de voorstelling weggenomen door de behoefte om iedereen een beurt te geven. Wederom: logisch vanuit de vereniging gedacht, maar niet altijd even voor de hand liggend bij het organiseren van een concert dat voor buitenstaanders is bedoeld.

Hordes pianisten

~

Een compliment moet zeker gemaakt worden voor de tamelijk onorthodoxe repertoire-keuze – Poulenc en Prokofjev zijn zeker niet de gemakkelijkste componisten om onder de knie te krijgen, en dat wreekte zich dan ook een beetje bij de keuze uit de Romeo en Julia-suites van de laatste. De traditionele obstakels – waarbij met name veel van de koperblazers wordt gevraagd – werden zonder al te veel moeilijkheden genomen, maar met het leggen van de juiste nuance had het Bragi-orkest beduidend meer moeite – hard en zacht waren wel ongeveer de twee varianten. Pieter van der Wulp, die pas zijn vijfde concert dirigeerde, kon daar ook weinig aan veranderen maar hield er wel goed het tempo in, zodat het niet erg dikwijls stoorde.
Overigens openbaarde zich in de samenstelling van het orkest een typisch probleem van dit soort verenigingen. Bij de aanmeldingen zitten elk jaar een hele horde pianisten (waar je weinig mee kunt tijdens uitvoeringen) en meestal geen enkele fagottist of altviolist (die je voor een symfonie-orkest echt nodig hebt). Dat verklaart ook de aanwezigheid van bijvoorbeeld niet-Bragianen zoals Cees Dekkers (NNO) en Sanne Bruins bij de altviolisten.

Grunnens Laid

Poulencs Gloria, dat na de pauze werd uitgevoerd door het Bragi-orkest en het grootkoor, is een relatief kort stuk (klein halfuurtje) en van een heel ander karakter dan het bij tijden nogal explosieve werk van Prokofjev. De relatief piepjonge sopraan Josefien Stoppelenburg weerde zich kranig en het orkest speelde behoorlijk onder leiding van Rein de Vries, die ook de eerdere voorstelling van het a-capellakoor leidde. Hier was het met name het grootkoor dat niet zo goed uit de verf kwam; met name de uitspraak had iets meer aandacht kunnen gebruiken. Het concert mondde uit in het ‘Grunnens Laid‘, waar ondergetekende Fries het nut niet zo van kon inzien maar dat door de rest van de zaal blijkbaar meer werd gewaardeerd.

De conclusie is wat tweeslachtig: hoewel er het nodige op de technische aspecten viel af te dingen, bood dit concert een welkome gelegenheid om een paar weinig uitgevoerde werken te horen te krijgen. Ik denk dat deze organisaties hun meerwaarde ook moeten proberen daar uit te halen: durf iets eigenzinnigs te doen, met Mahler of Beethoven leg je het altijd af tegen een professioneel orkest.

GSMG Bragi online