8WEEKLY

Knight Rider

Artikel: Knight Rider

Zoals bijna iedereen volgde ik in de jaren 80 de avonturen van Michael Knight en zijn praatzieke auto Kitt. Bijna al mijn klasgenoten konden het geluidje dat Kitt voortbracht (ghoewww whoewww) perfect nadoen. Tegenwoordig is de serie al een paar keer herhaald, is er een mislukte spin-off serie verschenen en komt er binnenkort een verfilming. Dat er ook een spel zou verschijnen was natuurlijk niet direct verrassend. De firma die voor dit spel verantwoordelijk is, is dat wel.

~

In de verwende spelletjeswereld geniet het Nederlandse Davilex onder de gamers een discutabele naam. A2 Racer en EK ’96 waren nou niet direct toppers van de bovenste plank. De meeste gamers klagen vooral over de matige gameplay en eenvoud van de uit de Nederklei getrokken spelletjes. En afgezet tegen de concurrentie zijn de Davilex-games niet direct top te noemen. Wel top zijn de verkopen. A2 Racer en al haar opvolgers verkopen door een handige marketingstrategie toch erg goed. Relatief goedkope en herkenbare spelletjes voor een breed publiek. En met de verkoopcijfers in de hand heeft Davilex voorlopig het gelijk aan zijn kant.

Prestige

Toch is het opmerkelijk dat een Nederlands bedrijf als Davilex een licentie als Knight Rider weet binnen te halen. Hoewel A2 Racer ook al in het buitenland verscheen (Autobahn Racer, London Racer en A2 Racer Goes USA) kan Knight Rider een internationale doorbraak betekenen voor Davilex. Het spel zal zowel op PC als PS2 verschijnen en is daarmee Davilex’ meest prestigieuze titel tot nu toe. In het voorjaar had ik het genoegen om bij Davilex in Houten een vroege preview te aanschouwen, en wat ik zag had zeker potentieel.

Beta

~

Eindelijk ligt dan een betaversie voor de PC op mijn bureau. Geen intro, geen demo (die later wel op mijn cd-tje blijken te staan), maar een soort optiemenu waardoor ik alvast wat missies vooruit kan spelen. Kijk, dat zijn nu handige dingen voor een recensent. Nu kan ik rustig alle levels testen voor een gedegen onderzoek, zonder het hele spel uit te hoeven spelen. Toch begin ik netjes in het Training level. De eerste beelden vallen toch een beetje tegen. Niet dat ze zo slecht zijn, maar is het genoeg om met de concurrentie van tegenwoordig mee te kunnen? Ook de stemmen van de karakters vallen een beetje tegen. Die van Kitt lijkt niet echt, en dat is toch wel jammer. Maar goed, het gaat natuurlijk om de gameplay.

Doorgaan of stoppen

Mijn eerste missies behelzen het in- en uitrijden van een vrachtwagen (yup, diezelfde uit de serie) en het rondrijden op een racecircuit. Nadat ik dit met goed gevolg heb gedaan moet ik naar een soort hindernis parcours om… ja wat? Geen idee eigenlijk. Ik sta voor een smalle balk, en het is de bedoeling dat ik Kitt daar op twee wieltjes over heen weet te sturen. Ik heb geen handleiding van het spel (dat krijg je met betaversies). Ik zet het spel op pauze omdat ik (zoals bij de meeste spelletjes) even in het control menu wil kijken wat de instellingen zijn. Het pauzemenu waar ik in terecht kom biedt slechts twee opties: doorgaan of stoppen. Slordig.

Onduidelijk zonder handleiding

Het grote manco van het spel ligt ‘m in het feit dat ik de helft van de tijd geen idee heb wat ik moet doen. Noem me een zeurpiet, maar ik vind dat je voor dit type spelletjes nou niet direct in de handleiding hoeft te neuzen. Aangezien ik die überhaupt niet heb, is dat toch al geen optie. Toch krijg ik wel een redelijk beeld van het spel. De missies zijn redelijk gevarieerd, en men heeft toch een verhaal in het spel aangebracht. Ondanks het feit dat de stemmen niet altijd even goed gekozen zijn, komt de sfeer uit de series toch zeer redelijk naar voren. Wel jammer dat de besturing niet helemaal lekker is: het even aantippen van de cursortoetsen lijkt de baan van de wagen amper te beïnvloeden. Het echt indrukken van diezelfde toets doet Kitt vervaarlijk uitzwenken. Dit kan in kritieke situaties funest zijn. Daarom is het aan te raden eerst even goed te oefenen op de besturing.

Conclusie

En dan de eindconclusie. Er valt het nodige aan te merken op deze productie. Het spel is qua graphics niet te vergelijken met een GTA3, Mafia of Colin McRae Rally 3. Toch is het spel in vergelijk met A2 Racer Goes USA wel weer een goede stap vooruit. Op zich zijn er in het genre betere titels te bedenken, maar voor fans van de serie kan het toch wel leuk zijn om even met Kitt rond te scheuren. Rest me nog te zeggen dat het toch wel erg melig is om de intro’s van Knight Rider in het Duits en Frans te bekijken, en wellicht zullen enkele van de problemen in de winkelversie (met handleiding) tot het verleden behoren. Bovendien zat het ghoewww whoewwwwwww wel in het spel.

Muziek / Concert

Iceland Airwaves 2002

recensie: Iceland Airwaves

Dit jaar werd Iceland Airwaves, het muziekfestival van Reykjavík, voor de vierde keer gehouden. Het festival is inmiddels uitgegroeid tot een uiterst populair internationaal media-evenement: je komt hier meer Amerikanen en Europeanen tegen dan IJslanders. Hoewel het festival ook wordt gebruikt om internationale acts naar het afgelegen eiland te trekken, is het voornamelijk een showcase voor de lokale bands alhier. Een paar jaar geleden werd Sigur Rós op Airwaves ontdekt, en je kunt je voorstellen dat er een groeiende interesse is voor exotisch talent. Er gebeurt hier op IJsland een hoop interessants, en dat heeft het buitenland inmiddels wel in de gaten: op een gemiddeld concert sta je tussen Nederlandse journalisten, Amerikaanse muziektoeristen en bijvoorbeeld scouts van het Amerikaanse emo-core-label Deep Elm.

~

Donderdag 17 oktober

Acht uur ’s avonds in Austurstræti, midden in het centrum van Reykjavík. De straat wordt geteisterd door een enorm kabaal, de toeristen die uit de supermarkt en McDonalds komen, vragen zich af waar het vandaan komt. De bron van dit geweld is Hitt Húsið (“dat huis”), een alternatief cultuurcentrum voor jongeren, waar geregeld hardcore- (harðkjarni) en metal-avonden worden gehouden. De zolder van het gebouw is de concertzaal, en bevindt zich recht boven het postkantoor van Reykjavík. In Hitt Húsið doet men niet aan isolatie. Het lawaai op straat is oorverdovend, en binnen natuurlijk nog vele malen erger. De band die op dat moment speelt is Changer, een brute, vijfkoppige metalband die het publiek op handen draagt. Volgens hun bio zijn de heren “set to break the barriers of Icelandic heavy metal”. We geloven het graag. Het verbazingwekkend jeugdige publiek brult mee, stampt, springt en crowdsurft om het leven. Metal leeft in IJsland.

~

In café Grand Rokk wordt ondertussen een verjaardagsfeestje gehouden: het label Smekkleysa (“smakeloos”) bestaat 15 jaar. Smekkleysa brengt de internationaal meest bekende IJslandse muziek uit: The Sugarcubes, Sigur Rós, Múm, Leaves en Mínus. Helaas spelen geen van deze bands deze avond, maar we krijgen wel Desedia, een piepjonge, vuige garage-noiseband. De vier knapen zijn nog geen 16, maar spelen heftiger en intenser dan menig metalband die twee keer zo oud is. Voor Desedia geen gitaareffecten of stemvervormers, dit is recht-voor-zijn-raap-rock, verfrissend, enthousiast en erg cool. Later speelt Ske, een exotische, multi-instrumentale en vrolijke feestmuziekband. Hun laatste CD Life, Death, Happiness and Stuff is net een maand uit en aan de reactie van het publiek te beoordelen erg populair. Vooral wanneer een mysterieuze Japanse dame de microfoon hanteert en haar teksten (in het Japans) in een prettige, kinderlijk klinkende stem ten gehore brengt.

In Nasa, een ruime maar sfeerloze concertzaal, speelt Hera, een babe met een akoestische gitaar en een stem als Heather Nova, voor de gelegenheid begeleid door een mannenband. Fijne folkliedjes, mooie stem. Vervolgens wordt het publiek, zo’n 50 man, getrakteerd op de spijkerbroekenrock van Dead Sea Apple. De muziek is over het algemeen enigszins mat, maar de band heeft en zelfverzekerde zanger en genoeg memorabele melodieën om het concert interessant te maken. De meeste nummers komen op de binnenkort te verschijnen nieuwe CD, een sterk geproduceerde verzameling lichte rockliedjes.
Daysleeper is bijzonder populair in IJsland, ook al bestaat de band nog maar een jaar. Hun akoestische pop ligt prettig in het gehoor, en hun nummers zijn melodieus en herkenbaar, maar helaas ook voorspelbaar, vaak te lang, en voorzien van een begaafde maar nogal pathetische zanger. Later speelt Land og Synir, wier lauwe softrock al te saai is om aan te horen.

~

Over naar Vídalín, een sfeervol bistro/café aan de oudste straat van Reykjavík, waar spannende alternatieve gitaarmuziek gespeeld wordt door bands als Úlpa, Pornopop en The Funerals. Maar helaas: de tent is tot de nok vol en er worden pas mensen binnengelaten als er iemand vertrekt. Om de hoek is het oude theater Iðnó, dat die avond ook propvol is. Een heuse IJslandse funkgroep, Jágúar, trekt nogal wat publiek. Hun muziek is vrolijk, de zeven leden zijn begaafde instrumentalisten en hun concerten zijn altijd een feest. Verder is er weinig meer te doen, want doordeweeks gaat alles om 1.00 ’s nachts dicht.

Vrijdag 18 oktober

In Nasa speelt vanavond Smack, weinig boeiende softrock. Er is nauwelijks publiek, net als bij Ensimi, een rockband die in het voorprogramma van Jon Spencer Blues Explosion gespeeld heeft en wiens vorige plaat deels door Steve Albini geproduceerd werd. Live klinken ze net als op hun nieuwe, titelloze CD: strak, bijna steriel, nogal hoekig en helaas ook eentonig.
Een groter en enthousiaster publiek valt Singapore Sling ten dele. De bandleden zien er met hun spijkerbroeken, leren jacks en bakkebaarden bespottelijk uit, maar spelen een stevig een concert met desolaat klinkende, heftige, monotone rock. Vinyl (oftewel Vínyll) doet daar nog een schepje bovenop en doet vaak Gluecifer denken. Vinyl bestaat pas sinds mei en is in IJsland behoorlijk populair dankzij hun radiosingle Nobody’s Fool. Energieke macho-rock ‘n’ roll, het publiek vindt het prachtig en de persfotografen hangen aan zanger Kiddi’s lippen.

In het Iðnó-theater speelt Daniel Ágúst, die vorig jaar bij Gus Gus vertrok. Hij werkt tegenwoordig aan een uniek project waarin hij vocale popmelodieën en -teksten koppelt aan orkestrale symfonieën. Hij heeft een geweldige stem, en brengt zijn mooie popliedjes gehuld in een soort elfenpak ten gehore, begeleid door een strijkkwartet en later slechts door een sampler. Een fascinerend gebeuren.

~

In het propvolle Gaukur á Stöng, een alternatieve kroeg met podium en populaire concertzaal, speelt Maus. Aan de bandnaam en hun uiterlijk te oordelen zou je het niet zeggen, maar de band speelt spannende, intense en melodieuze gitaarpop. Maus is ook, naast bijvoorbeeld Ensimi en Silt, één van de vele bands die overgestapt zijn van IJslandse naar Engelse teksten. Het publiek blijft binnenstromen en begint behoorlijk dronken te worden. Tegen de tijd dat Silt begint te spelen, is de tent echt vol. Je krijgt een straal bier over je heen, wordt je heen en weer geslingerd en geduwd, het is bloedheet en vergeven van sigarettenrook, maar Silt kan het niet deren. De band betreedt het podium in koeienkostuums(!) en speelt snoeiharde, energieke en gedreven emo-core. De nationale hardcoresensatie Minus trekt nog meer publiek, dus even tot rust komen is er hier niet bij.

Een paar honderd meter verderop kan dat wel, want daar speelt Ampop in Vídalín. Rustgevende, sfeervolle electronica met zang: prettige muziek. Na afloop is de rock-avond in Grand Rokk in volle gang: hier speelt 200.000 Naglbítar, een populaire band uit Akureyri, in het noorden van het land. Punkpop in het IJslands? Opwekkend en vrolijk, maar net even te gelikt en zelfbewust om serieus te nemen.

Rond middernacht is Leaves aan de beurt in Nasa. De band wordt gehyped in Engeland, en speelt dan ook akoestische britpop, met herkenbare melodieën en een sterke zanger. Het is alleen, net als op hun debuut Breathe, wel veel van hetzelfde, en het concert blijkt voorspelbaar en eigenlijk ronduit saai.

Zaterdag 19 oktober

~

De grote dag is aangebroken: vanavond spelen de hoofdacts van het festival in de reusachtige sportzaal Laugardshöll, een kwartier lopen vanuit het centrum van Reykjavík. Met het gigantische publiek, het kolossale podium, de spectaculaire lichtshow en de electronisch camera-arm staat het concert in schril contrast met de kleine podia in de stad. De muziek is helaas ook minder boeiend. Het Apparat Organ Quartet (in feite een kwintet), heeft net een debuut-CD uit en is op dit concert nog het meest interessant. Dit vage gezelschap speelt bombastische, overdonderende elektro-pop met een assortiment aan antieke electronische instrumenten. Ook Blackalicous is goed op dreef en heeft het gewillige publiek, vandaag vooral bezopen IJslandse tieners, op handen. Vooral de geïmproviseerde freestyle raps van hun corpulente frontman zijn hilarisch. Het oorverdovende Gus Gus biedt tegenwoordig house met avontuurlijke zang, dans en videoprojecties, maar is uiteindelijk nogal een saaie en eentonige bedoening.

~

The Hives zijn voor het eerst in IJsland. Hun muziek is heftig, simpel energiek, en het concert is net zo, zei het wat rommelig. Je vraagt je aleen af waarom deze band eigenlijk zo populair is, als je bedenkt dat je de afgelopen twee dagen al gauw vijf IJslandse bands hebt gezien die hetzelfde gegeven op een tien keer boeiendere manier verpakken! Afsluiter Fatboy Slim heeft er duidelijk zin in, maar zijn DJ-performance is weinig enerverend. De helft van het publiek is inmiddels dronken en staat vrolijk te stampen, de andere helft ligt uitgeteld op de tribune, of staat verveeld te SMS-en. Rond 3 uur ’s nachts is deze lange avond afgelopen. Was er de avond tevoren nog een uitgebreid DJ-programma in de cafés en clubs in de stad, op zaterdag valt er weinig meer te beleven. Eerder die avond is er een huis uitgebrand in Laugavegur, de grootste winkelstraat in Reykjavík. Het centrum is vergeven van rook, politie en brandweerd. Een enigszins teleurstellende afsluiting van een geweldig festival.

Links

Iceland Airwaves
Bandinformatie en MP3’s
Smekkleysa Records (met MP3’s)

8WEEKLY

De Leugendetector

Artikel: De Leugendetector

Truth or dare, wie heeft het niet gespeeld? Meestal resulteren dit soort spelletjes in vooral Truth, en vertellen mensen de meestal intieme geheimen aan elkaar. Kinderen, studenten, vrienden, dertigers, in de juiste samenstelling kunnen groepen veel lol hebben aan dit onschuldige spelletje. Hoewel onschuldig? Vele versiertrucjes en romances worden geniepig via Truth or Dare voorbereid.

~

T.O.D. gaat uit van de eerlijkheid van de mens. Er is niet echt een manier om te controleren of iemand de waarheid spreekt, daar moet je maar gewoon vanuit gaan. Eigenlijk is dat ook de charme van het spel, de basis van vertrouwen creëert de intieme sfeer die rond het spelletje hangt. Hasbro doorbreekt dit patroon en komt met Leugendetector. Het spel bevat een hoop “intieme” vragen. Mochten de spelers een antwoord van een medespeler betwijfelen, dan is er een ingenieus apparaatje beschikbaar om te testen of hij/zij de waarheid spreekt.

Wilde Rebel

Het spel kan twee kanten op. Je kunt engelen- en duivelsfiches verdienen. De antwoorden en de leugendetector bepalen of je een brave borst of een wilde rebel bent. Maar wilde rebel, dat is een ruim begrip. Op de doos staat bijvoorbeeld de vraag: “Heb jij wel eens naakt gezwommen?” Misschien is naaktwemmen voor onze Demissionair Minister President een rebelse daad, maar in mijn vriendenkring ligt men daar nou niet echt wakker van.

Niet echt schokkend

De doos vermeldt dat het spel geschikt is voor personen van 16 jaar en ouder. Dit doet over de inhoud van de vragen het één en ander vermoeden. In de praktijk valt het echter allemaal wel mee. Echt schokkend of pikant wordt het eigenlijk nooit. Tijdens de perspresentatie van het spel kwam dit probleem ook een beetje naar voren. Klaas Wilting stelde een paar vragen aan een vrijwilliger. Elke vraag is een beetje “ondeugend”, maar eerlijk gezegd is het nooit echt een big deal om te antwoorden: “ja ik heb wel eens gegluurd” of “Ik heb wel eens iemand tegen de billen geslagen”. Na pas vijf vragen kwam Klaas met een geschikte vraag. De vrijwilligster verklaarde desgevraagd niet aan bondageseks te hebben gedaan, en dus besloot men (eindelijk) de leugendetector op haar los te laten.

Bondage

Het apparaatje meet je temperatuur, hartslag en stemgeluid. Mocht iets hem niet bevallen, dan klinkt er een hoge toon, en is het zeer waarschijnlijk dat we met een leugenaar te maken hebben. De vrijwilligster herhaalde nogmaals met het de leugendetector in de hand dat ze nog nooit aan bondage had gedaan. Het apparaatje gaf een redelijk constante toon, wat dus betekende dat ze de waarheid sprak. Een zucht van verlichting ging door de zaal.

Conclusie

Toch is Leugendetector best een leuk spel. Net als bij T.O.D. kun je het spel het beste spelen in een kleine groep vrienden. De daaropvolgende ontboezemingen, waarheden en leugens zorgen voor de nodige hilariteit en sfeer. Het blijft toch een apart gevoel als men het apparaatje op je loslaat. Stel je voor dat ik net die ene toch wat lastige vraag krijg? Verder is de detector sowieso een leuke gadget om te hebben. Het bekentenissen- en dilemmaniveau van T.O.D. wordt niet gehaald, maar als de vragen niet pikant genoeg zijn, dan bedenk je er toch zelf een paar bij?

Film / Films

Red Dragon

recensie: Red Dragon

Wie na het zien van de slotscène uit Hannibal wil weten hoe het verder is gegaan met dr. Hannibal Lecter hoeft niet naar Red Dragon te gaan. We hebben hier namelijk te maken met een prequel: een film die na het voorgaande deel gemaakt is, maar zich daar chronologisch gezien voor afspeelt.

~

In Red Dragon, de tweede roman van Thomas Harris, speelde Lecter (toen nog als Lecktor) een kleine maar belangrijke bijrol. Het boek werd in 1986 als Manhunter verfilmd door Michael Mann. De psychopaat werd dankzij The Silence of the Lambs (1991) wereldberoemd en een icoon in de filmgeschiedenis. Na het gemengde succes van Hannibal besloten de producenten dat het tijd werd voor een remake van het inmiddels zwaar gedateerde (en Hopkins-loze) Manhunter.

Creepy

~

Een groot blik steracteurs werd opengetrokken voor de definitieve verfilming die Red Dragon moest worden. Edward Norton speelt agent Will Graham, die Lecter ooit achter de tralies heeft gekregen en nu gevraagd wordt een nieuwe seriemoordenaar te vangen. Deze zogenaamde Tooth Fairy wordt heerlijk creepy gespeeld door Ralph Fiennes, en is daarmee meteen het hoogtepunt van de film. Want ondanks de grote namen op de aftiteling heeft het grootste gedeelte van de cast weinig te doen. Norton speelt op de automatische piloot en dient eigenlijk alleen maar om het plot op gang te houden, terwijl Hopkins duidelijk de smaak te pakken heeft en zijn bizarre rol nog eens extra dik aanzet.

Geen extra laag

Regisseur Brett Ratner is vooral bekend van de twee delen Rush Hour en misschien ligt daarin het probleem. Ratner is geen Jonathan Demme of Ridley Scott (regisseurs van resp. Silence en Hannibal); hij weet hoe je een goede actiescène in elkaar zet en is goed in het opbouwen van spanning, maar Red Dragon mist de extra laag die de twee voorgaande delen wel hadden.

Prima intro

Dat betekent niet dat de film slecht is. Zeker als je drie dilms in chronologische volgorde zou bekijken, is Red Dragon dankzij het prima verhaal en de paar spannende scènes een perfecte introductie tot de wereld van Hannibal Lecter.

Boeken / Strip

Hallo, hier is Eefje Wentelteefje

recensie: Hallo, hier is Eefje Wentelteefje

.

Eefje Wentelteefje, een creatie van Jeroen de Leijer, hoeft echter geen enkele moeite te doen om de lezer aan zich te verplichten. Ze hoeft je maar aan te kijken met haar grote ogen en je bent al verkocht. Haar jurkje is net zo rood als de blosjes op haar wangen. Twee dunne vlechtjes, bijeengehouden door een rode strik maken het geheel af. Ziehier het nieuwe kindsterretje van de stripwereld. Suske en Wiske in één personage verenigd.

Autohealer

Het is geen groot licht, onze Eefje. Haar peervormige hoofdje ten spijt. Met veel gebeurtenissen weet ze zich geen raad. Nu zijn het ook niet de meest alledaagse situaties waar ze in verzeild raakt. Jeroen de Leijer heeft de gave om, op het eerste gezicht, normale

~

situaties absurdistisch te maken. Zo bezorgt een verkoper van wasmachines al pratende over zijn producten een vrouwelijke klant spontaan een orgasme. In een ander verhaal maken we kennis met Johnny Enigma, autohealer. Dit medium, dat zich in het bewuste verhaal buigt over een defecte Mercedes, gaat niet over één nacht ijs. Tijdens de sessie worden de pendel, de aurabril en de Tibetaanse klankschalen niet geschuwd. Zelfs aan rebirthing wordt gedacht.

Dit is enkel een greep uit de vele krankzinnige vondsten. Het boek staat er vol mee. Er lijkt geen eind aan te komen. We maken echter niet alleen kennis met Eefje zelf. Ook haar broer en haar moeder komen aan bod. Na de kennismaking met deze personages, verbaast het de lezer des te meer dat Eefje zo gewoon is gebleven. Zij is dan ook het baken waar de lezer zich op kan richten tijdens zijn reis door de surrealistische wereld van Jeroen de Leijer.

Absurdistisch universum

De tekeningstijl die in het album geëtaleerd wordt, past perfect bij de hilarische verhalen. Door het bij tijd en wijle niet zo nauw te nemen met het perspectief en de onderlinge verhoudingen creëert Jeroen de Leijer zijn eigen absurdistische universum. In dit universum wemelt het van de intrigerende personages. Treffend weergegeven in een heldere, strakke tekenstijl. Ieder personage is met zorg vormgegeven. De ene nog gekker dan de ander. Het duizelt de lezer, maar toch gaat hij verder. Er is geen ontkomen aan. En na lezing van dit album zal hij de wereld om zich heen met heel andere ogen gaan beschouwen.

~

Toch is het niet alleen maar absurde humor. Met een kroontjesscalpel legt de auteur tevens de gekte van onze eigen samenleving bloot. De beste voorbeelden hiervan zijn de behandeling van kwesties als borstvergroting, anorexia en ontwrichte gezinnen. Door dit op een speelse manier te doen, krijgen deze onderwerpen nog meer betekenis en diepte. Het is tevens een compliment waard dat deze onderwerpen niet geforceerd aandoen. Ze vormen op een natuurlijke wijze een geheel met de andere verhalen.

Diva

Samengevat, Jeroen de Leijer is er in geslaagd om met zijn rondreizend rariteitenkabinet een verpletterende indruk achter te laten. Zijn creaties verdienen stuk voor stuk een speciaal plekje in het hart van de lezer. En Eefje Wentelteefje verdient nu al de status van diva.
Kortom, een heerlijk album voor de liefhebber!

Film / Achtergrond
special:

Filmfestival Gent 2002

Een weekje Filmfestival Gent betekent veel motregen, snelle happen en gemiddeld vijf films per dag kijken. Editie 2002 was nog beter georganiseerd dan het jaar daarvoor, met gratis openbaar vervoer voor iedereen met een festivalkaartje en een uitgekiend programma dat je elke dag liet kiezen uit publiekstrekkers als Goldmember of Red Dragon, obscure films uit alle delen van de wereld en oude klassiekers.
Hieronder mijn gevolgde route door het programma, plus aantekeningen en een handig cijfersysteem.

~

Spirited Away (Sen to Chihiro no kamikakushi)
(Hayao Miyazaki, 2001)
Bij lange na niet het meesterwerk dat de rest van de wereld je wil doen geloven, dit quasi-mystieke staaltje psychedelica uit Japan. Miyazaki´s zoveelste stream-of-consciousnesssprookje bevat deze keer rivier- en stinkgoden, pratende varkens en kikkers, reuzenbaby´s, heksen en – hou je vast – piepende roetdeeltjes met grote ogen.
Heb je genoeg van de vervelende bijwerkingen van je favoriete drug, dan is Spirited Away een veel gezonder en goedkoper alternatief. 6.6

Focus
(Neal Slavin, 2001)
Deze competitiefilm laat op een gemoedelijke manier zien hoe in de Tweede Wereldoorlog Joden ook in de Verenigde Staten werden gedemo- en -discrimineerd, iets wat niet veel mensen zullen weten.
Hoofdrolspeler William H. Macy speelt zoals gewoonlijk een naieveling die liever vanaf de zijkant toekijkt dan zelf actie onderneemt. Hij is de hardwerkende Lawrence Newman die van zijn baas iets aan zijn slechte ogen moet doen en na de aanschaf van een nieuwe bril wordt aangezien voor Jood en te maken krijgt met steeds verdergaand antisemitisme. Barokke rocker Meat Loaf laat na Fight Club nogmaals zien dat hij voortaan beter uit de geluidsstudio kan blijven en vaker moet gaan acteren, want zijn rol als racistische buurman verdient een prijs. 7.3

~

Amadeus: The Director’s Cut
(Milos Forman, 1984/2002)
Zelfs met twintig minuten extra materiaal vliegt Formans muzikale monument nog steeds over het scherm als een postkoets op topsnelheid. De toegevoegde scènes gaan moeiteloos samen met de reeds bestaande, alhoewel het alweer een tijd geleden is dat ik het origineel zag. Het is sowieso al een belevenis om dit meesterwerk op een groot scherm te zien. 8.5

Tom & Thomas
(Esmé Lammers, 2002)
Alsof wij ons nog moeten bewijzen als het gaat om het maken van kinderfilms! Lammers’ tweede film (na Lang Leve de Koningin) is Engelstalig en zit zo vol elementen die met name jonge jongens aan moeten spreken dat het script wel geschreven lijkt aan de hand van een boodschappenlijstje: neem een imaginair vriendje, ruimtevaart, achtervolgingen, een leuk meisje, vliegtuigen, ontvoeringen en SWAT-teams met echte schietgeweren en er rolt vanzelf een leuke film uit.
Gek genoeg is het Lammers nog gelukt ook, met steun van producenten Laurens Geels en Dick Maas, die de actiescènes voor zijn rekening nam. Hoofdrolspeler Sean Bean accepteerde de rol zonder veel problemen, zo vertelde Lammers voor de voorstelling, omdat hij wel eens een good guy wilde spelen. 7.1

Bowling For Columbine
(Michael Moore, 2002)

~

Op de manier die we inmiddels van hem gewend zijn, voelt Moore ongeveer iedereen aan de tand die iets te maken heeft met het wapenprobleem in Amerika. (Of, zoals Chris Rock in de film zegt, geen wapen-, maar een kogelprobleem.) Moore komt met oplossingen en verklaringen, boekt successen en wordt afgebekt. Dit resulteert in 120 fascinerende en bij tijden verbijsterende minuten die je op zijn minst de ogen doen openen over het monster dat de Verenigde Staten geworden is na 250 jaar. 8.6

Bungalow
(Ulrich Köhler, 2002)
Een typische festivalfilm: een paar personages, weinig dialogen en een verhaaltje van niks. Deze Duitse film gaat over een slackende deserteur (of deserterende slacker) die verliefd wordt op de vriendin van zijn broer. Aardig zolang het duurt, maar daarna meteen vergeten. 6.0

The Invisible (Den Osynlige)
(Joel Bergvall & Simon Sandquist, 2002)
Wij mogen dan goed zijn in het maken van kinderfilms, laat het segment 15-25 jaar maar over aan de Zweden. Fucking Åmål meets The Sixth Sense in dit zeer onderhoudende minimeesterwerk. Een jongen is na een fikse aframmeling opeens niet meer zo populair. Sterker nog: niemand merkt hem meer op. Sommige personages neigen naar stereotypen, maar het perfecte einde en de subtiele “onzichtbaarheids”-effecten maken veel goed. Laat dit maar eens zien aan de makers van Volle Maan7.9

~

Bloody Sunday
(Paul Greengrass, 2002)
Gefilmd als een TV-reportage bevinden we ons bijna twee uur lang in het Ierland van 1972, om precies te zijn 30 januari 1972, de dag van de beruchte rellen uit de titel. Op hyperrealistische wijze zien we hoe de Ierse burgers in de val worden gelokt door het schietgrage Britse leger en even later genadeloos worden afgeslacht. Een monument voor het Ierse volk. 8.3

Warnung vor einer heiligen Nutte
(Rainer Werner Fassbinder, 1971)
Een onbeschrijflijk slechte film, alleen gemaakt voor de ego’s van de makers – en zelfs die lijken er geen lol aan beleefd te hebben. De film bevat niet één memorabel beeld, scène of personage en het “verhaal” van moeilijkheden op de set bij het maken van een film is al vaker verteld – en veel beter. Als dit prul representatief is voor de rest van Fassbinders oeuvre, heb ik het wel gezien. 1.0

~

Lost in La Mancha
(2002, Keith Fulton & Louis Pepe)
Gemaakt door dezelfde mensen die ook verantwoordelijk waren voor de briljante documentaire The Hamster Factor over het maken van Terry Gilliams Twelve Monkeys, en dit keer volgen ze de regisseur op de lijdensweg die het maken van zijn nieuwste film, The Man Who Killed Don Quichote, uiteindelijk bleek te zijn. Ik kon vanwege verplichtingen elders alleen het laatste halfuur zien, dus ik kon de hele productie nog net uiteen zien vallen. Wanneer ziet Hollywood nu eens in dat ze Gilliam gewoon een bak geld moeten geven zodat hij kan doen wat hij zelf wil? 8.0

Russian Ark (Russkij kovcheg)
(Aleksandr Sokurov, 2002)
In feite een hele dure reclamefilm voor de Hermitage, het wereldberoemde museum in St. Petersburg. De verdient meer aandacht voor de gebruikte techniek dan voor de inhoud, want hij werd niet alleen gedraaid op het nieuwe HD-videoformaat, maar ook nog eens in één lang, ononderbroken shot van meer dan anderhalf uur. Het “verhaal” heeft weinig om het lijf, want we volgen een “mysterieuze” vreemdeling die door de zalen van het museum, langs verschillende tableaus uit de geschiedenis van het gebouw. Meer dan 800 figuranten waren nodig voor de verschillende massascènes en we zien beroemde figuren als Catharina en Peter de Grote, Anastasia en tsaar Nicolaas voorbijkomen. Helaas is Rasputin nergens te zien. 6.7

The Tracker
(Rolf de Heer, 2002)
Een film zo kalm en indrukwekkend als het Australische landschap waarin hij zich afspeelt. Drie blanke mannen en een Aboriginal tracker (spoorzoeker) zijn op zoek naar een zwarte man die van moord wordt verdacht. Door de moeilijke en gevaarlijke tocht lopen niet alleen de spanningen binnen de groep snel op, maar ontstaat er gaandeweg ook begrip voor de oorspronkelijke Australische bevolking en haar gewoonten. Een prachtige film doospekt met liedjes waarvoor regisseur De Heer zelf de teksten schreef. Eén van de hoogtepunten van het festival. 8.7

~

Red Dragon
(Brett Ratner, 2002)
Een degelijke introductie van de Hannibal-Lectersaga. Niet zo spannend als Silence en niet zo stijlvol als Hannibal, wel een getrouwe maar weinig opzienbarende verfilming van Harris’ boek. Anthony Hopkins zet zijn spel zo dik aan dat het wel een parodie lijkt en Edward Norton stelt teleur omdat hij zo weinig omhanden heeft. De twee rollen die wel overeind blijven, zijn die van creepy killer Ralph Fiennes en zijn blinde liefje Emily Watson. 7.1

Ja zuster, nee zuster
(Pieter Kramer, 2002)
Pieter Kramers campy update van de inmiddels legendarische tv-serie hangt tussen parodie en hommage in. De film zelf heeft weinig om het lijf, maar het is duidelijk te zien hoeveel plezier iedereen heeft gehad bij het maken ervan. Dit is ook goed te zien aan de aankleding: overal liggen en staan spullen uit de late jaren 60: tijdschriften, blikjes en sigaretten, terwijl de sfeer duidelijk op de jaren 50 is gebaseerd.
Loes Luca en Paul de Leeuw zijn de overduidelijke sterren: ze hebben de beste teksten en overacteren er op los. Eén rol had beter wat ingeperkt kunnen worden, want de stem van Buurman Boordevol (Paul R. Kooij) gaat al na de eerste scènes op de zenuwen werken. 7.2

Weekend Plot (Mi yu shi ki xiao shi)
(Ming Zhang, 2001)
Een volstrekt overbodige film over een stel vrienden dat een weekendje doorbrengt in een huisje aan een rivieroever ergens op het Chinese platteland. Er is sprake van een verloren liefde en er wordt geheimzinnig en moeilijk gedaan over een “mysterieus” briefje dat uiteindelijk nergens op slaat. Geen slechte film, gewoon een nutteloze. 5.7

~

Insomnia
(Christopher Nolan, 2002)
Nolans Hollywooddebuut na Following en – natuurlijk – Memento is een strakke politiethriller met Al Pacino in de rol van agent die het moeilijk krijgt als hij per ongeluk zijn partner doodschiet en Robin Williams als – verrassing! – een sluwe moordenaar die de touwtjes in handen heeft. De stijlvolle film is het sterkst aan het begin, als de personages nog fris en de mogelijkheden nog open zijn. Insomnia is nergens zo origineel als Memento, maar Nolan weet zelfs tijdens de standaardontknoping clichés te vermijden. 7.7

24 Hour Party People
(Michael Winterbottom, 2002)
Wat mij betreft de grote hit van Gent 2002. Regisseur Michael Winterbottom heeft met deze hypnotiserende duik in de muziekgeschiedenis een postmodern meesterwerk gemaakt: zo blikken de hoofdpersonen niet alleen geregeld terug, maar ook vooruit in het verhaal. Ook wordt er commentaar op de film zelf geleverd: thema’s worden uitgelegd en één keer wordt er zelfs naar een verwijderde scène verwezen die “vast wel op de DVD te vinden zal zijn”.
Aan de hand van journalist/platenbaas Tony Wilson uit Manchester wordt het verhaal van het fameuze Factory-label en de bands die er het meest verwant mee waren verteld: Joy Division, New Order en The Happy Mondays. Zo wordt in één klap de opkomst van één genre gevolgd (punk) en de opkomst van een andere (dance). 8.8

Stones (Piedras)
(Ramón Salazar, 2002)
Winnaar van de publieksprijs op het festival, dit warme portret van een aantal Spaanse vrouwen. Alle geijkte probleemgevallen komen voorbij (drugs, prostitutie, overspel en zelfs kleptomanie), maar dankzij de lichtvoetige toon vervalt de film nergens in clichés. Een speciale rol is er voor voeten en schoenen: elke hoofdpersoon wordt aan het begin geïntroduceerd met de schoenen die zij draagt en bijna iedereen in de film heeft iets te maken met voeten, of het nu de verkoopster in de schoenenwinkel is of de podoloog. 7.9

Hotel
(Mike Figgis, 2001)
Een unieke film, die op een fantastische manier de mogelijkheden van digitale cinema aftast.
Een kleine crew werkt in Venetië aan de verfilming van een oud toneelstuk en Hotel vermengt scènes uit die film met de vreemde gebeurtenissen op de set en in het hotel waar iedereen logeert.
Hotel bevat tenminste twee sequenties die ik mijn leven lang niet zal vergeten vanwege hun intensiteit en je zult niet geloven hoe mooi mini-DV kan zijn als je deze film niet hebt gezien. 8.9

Daughter From Yan’an (Enan no musume)
(Kaoru Ikeya, 2001)
De Japanse Kaoru Ikeya spendeerde drie jaar aan deze indringende Spoorloos-aflevering.
Aan de hand van de zoektocht van de volwassen He Haixia naar haar biologische ouders schetst Kaoru de geschiedenis van het moderne China, waar Mao Zedong met zijn Culturele Revolutie miljoenen jonge levens vernietigde door ze uit te zenden naar arme plattelandsgebieden. Mooi, maar aan de lange kant. 7.4

~

Divine Secrets of the Ya-Ya Sisterhood
(Callie Khouri, 2002)
Deze film bevat alle ingrediënten voor een verschrikkelijk zoetsappig en melodramatisch avondje, maar gek genoeg heb ik me prima vermaakt bij dit verhaal over een jonge vrouw (Sandra Bullock) die door de vriendinnen van haar moeder (Ellen Burstyn) aan de hand van een oud plakboek en talloze flashbacks te zien en te horen krijgt waarom haar moeder toch zo’n kreng is.
Het regiedebuut van Khouri (die ook het scenario schreef van Thelma & Louise, nog zo’n sterke-vrouwenfilm) valt op door de indrukwekkende rolbezetting, want naast Bullock (die voor het eerst in jaren weer eens heel behoorlijk speelt) en Burstyn vallen ook Ashley Judd, James Garner en vooral Maggie Smith op, de laatste door haar zwaar aangezette Amerikaanse (!) accent en haar cynische dialogen. 7.2

The Four Feathers
(Shekhar Kapur, 2002)
De grootste vraag die na het zien van dit historische avontuur bij me opkwam, was: wie zit tegenwoordig nog op zo’n film te wachten? Kapur bewees met zijn vorige film, Elizabeth dat hij wel degelijk een relevante historische film kan maken, maar met The Four Feathers slaat hij de plank volledig mis. 6.2

Film / Films

The Rock (Deluxe Edition)

recensie: The Rock (Deluxe Edition)

~

Tien jaar na Top Gun perfectioneerden Jerry Bruckheimer en zijn legendarische partner Don Simpson hun uiterst commerciële formule van snelle actiefilms gecombineerd met goede acteurs en een strakke vormgeving met The Rock, onder regie van Michael “Pearl Harbor” Bay.

Nicolas Cage, een tot dan toe nog vrij onbekende acteur, werd gestrikt in de hoofdrol van de chemicus Stanley Goodspeed, die samen met een dertig jaar oudere ex-CIA-agent (Sean Connery) en een team van commando’s een gifaanval op Amerika probeert te voorkomen op het gevangeniseiland Alcatraz. Dankzij de talenten van regisseur Bay, die een briljant visueel instinct koppelt aan het vermogen om goede actiescènes te regisseren, en zijn acteurs Cage, Connery en schurk Ed Harris hoort The Rock thuis in het rijtje Die Hard en Terminator 2, en is daarmee één van de beste actiefilms aller tijden.

Marionetten

~

Deze Deluxe Edition (in Amerika uitgegeven op het Criterion-label) is dan ook alleszins terecht. De beide schijfjes van deze set staan vol met documentaires die de film ondersteunen en in een goede context plaatsen. Zo zijn er twee programma’s waarin technisch adviseur Harry Humphries vertelt welke fouten er vaak in Hollywoodfilms gemaakt worden als het gaat over vuurwapens en militaire acties en krijgen we te zien hoe bepaalde shots nog met een soort marionetten zijn gemaakt, in de tijd voordat elke scheet in een film digitaal werd gecreëerd.

Superdegelijk

Maar het hoogtepunt van deze prachtig verpakte special edition is het commentaarspoor tijdens de film. In tegenstelling tot wat er op de hoes staat vermeld werd dit commentaar niet alleen door Jerry Bruckheimer ingesproken, maar zijn ook Michael Bay, Nicolas Cage, Ed Harris en de eerder genoemde Humphries te horen. De track is op de welbekende en superdegelijke Criterion-manier gemonteerd, wat betekent dat er geen stiltes vallen en dat de gegeven informatie ook werkelijk informatief is.

Flipper

Mensen die de eerste DVD-versie van The Rock (die je in het midden van de film moet omdraaien) nog in de kast hebben staan, kunnen deze met een gerust hart verkopen of wegdoen, want deze Deluxe Edition is een verbetering op alle fronten.

Film / Films

Beauty and the Beast

recensie: Special Edition

.

~

En nu is die hele mooie film veranderd. Waarom? De verteller van de making of zegt het zelf: Op een dag kregen de mensen in de Disney-studio het idee dat wat Star Wars kon met de Special Edition, zij ook konden. Het was een big idea, aldus de verteller, om de film opnieuw uit te brengen. Creatief zijn ze wel bij Disney, maar geldwolven zijn het ook. Ik denk dat deze Special Edition niet in de laatste plaats is gerealiseerd vanwege de centen. Verzorg is het schijfje zeker, maar wat zonde van de film.

~

Op het eerste gezicht heeft Beauty and the Beast SE alle kenmerken van een goed verzorgde DVD vol extra’s. Er is een making of, een onderdeel genaamd ‘het verhaal achter het verhaal’, twee muziekvideo’s en twee groots opgezette spellen. En dan is er nog het belangrijkste: een nieuw lied in de film. Het gaat om To Be Human Again (Een mens weer te zijn). Het is er bij de bioscooprelease op het laatste moment uitgeknipt omdat, zo leert de making of, er frictie in de voortgang van het verhaal ontstond. Toch zit het lied er nu in, ook omdat het in de Broadway-musical van Beauty and the Beast wel paste.

Wie de film koestert als een bijzonder aangename jeugdherinnering, ziet het toegevoegde liedje meteen als een inbreuk op het verhaal. Waar is Gaston, de slechterik, tijdens het lied? Hoe gaat het met de malende vader? En, nog los van het verhaal: hoe kan het dat het enge en donkere kasteel ineens een beelderige tuin vol fonteinen blijkt te hebben? Met het liedje op zich is niets mis, behalve dan misschien de wat overdonderend jubelende koren. De animatie is ook prima, en de stemmen zijn ingezongen door de originele acteurs. Maar het klopt niet, het loopt niet.

Het was geen enkel probleem geweest om het liedje erin te plakken. Als je het er ook naar believen weer uit kon halen. En dat kan niet. Wie deze Beauty and the Beast heeft, zit vast aan een film waar mee geknoeid is. Heel erg jammer.

~

Maar behalve dan deze enorme teleurstelling is deze DVD heel aardig verzorgd. Het is leuk om tijdens de film te skippen tussen de verschillende audiosporen. De Amerikaanse Belle is een boerendochter tot in haar accent en Mrs. Potts (Mevrouw Tuit) een Australische matrone. De Nederlandse stemmen zijn ook uitstekend (soms zelfs beter dan het origineel): zanger Henk Poort als de arrogante Gaston, een zeurderige Luc Lutz als de huismeester en klok Pendule.

De spelletjes zijn leuk voor kinderen, met wat houterige 3D-animaties, maar het spel ‘Verbreek de betovering’ is zo moeilijk dat deze tester het laatste level zelfs na drie keer niet uitspeelde. Twee muziekvideo’s, een van Celine Dion en Peabo Bryson en een van de springerige Amerikaanse tienersterretjes Jump 5, die het liedje Beauty and the Beast vrolijk verkrachten tot Britney-rap.
Het deel ‘het verhaal achter het verhaal’ stelt niet zo heel veel voor. Celine Dion glimlacht je vrolijk toe en houdt bij de belangrijkste Disney-animaties steeds een kort praatje over hoe het verhaal erachter zich ontwikkelde. Razend interessant, maar de brokjes informatie die ze aanbiedt zijn te klein om de honger naar kennis te stillen.

Beauty and the Beast is een bijzonder mooie film. Koop of huur de video of DVD, maar dan wel de originele bioscoopversie. Wie de film nog nooit gezien heeft zal het liedje best kunnen verteren, maar de fundamentalisten op Disney-gebied zijn met deze DVD behoorlijk genegeerd.

8WEEKLY

Nationale Braakbal Pluisweek

Artikel:

.

~

De zoogdierenvereniging VZZ bestaat vijftig jaar en dat moet natuurlijk passend gevierd worden. Met een karrevracht aan braakballen. Zegt het iets over de feestelijke stemming binnen de vereniging?
Een ludiek idee is het wel. We geven een feestje en elke genodigde krijgt een braakbal om die uit te pluizen. Weer eens wat anders dan koffie en gebak. Naast ludiek is het natuurlijk ook educatief. Geen natuurvereniging of er wordt wel aan educatie gedacht.

Maar wat is precies het educatieve doel van de Nationale Braakbal Pluisweek? Welnu, vermeldt het persbericht, schoolklassen gaan aan de slag met het ontleden van braakballen. “Braakballen bestaan uit resten van haren, veren en botjes die uilen binnen krijgen als ze hun prooi met huid en haar verslinden. De restanten spugen ze in de vorm van een braakbal uit. Het pluizen bestaat uit het voorzichtig uit elkaar peuteren van een braakbal, op zoek naar kaken en schedels van muizen”.
Nu komt de educatie: “De leerlingen ontdekken dat er verschillende muizensoorten in Nederland
zijn. Het gaat dan om ware muizen, woelmuizen en spitsmuizen, zoals de huismuis, de rosse woelmuis en de bosspitsmuis.”

Maar dat is niet het enige educatieve aan het pluizen van een braakbal. Aan de minuscule tandjes en kiesjes van de armzalig gestorven muizen is te zien waar de diertjes zich mee voedden: planten, insecten of een combinatie. Heel educatief. Het persbericht vermeldt enthousiast: kinderen leren “als het ware met uilenogen naar de muizen te kijken.” Betekent dat dan wellicht dat de patat mèt volgende keer vervangen wordt door een smakelijk spitsmuisje? Educatief hoor.

~

In het bericht staat niet of de VZZ de braakballen levert of dat meester en juf zelf het bos in worden gestuurd. Ik hoop van ganser harte dat er bij het lesmateriaal ook een doos braakballen zit. Die dingen zijn in het bos namelijk vreselijk moeilijk te vinden. Het is net paaseieren zoeken, alleen dan met kerst. Stel je voor dat juf de klas meeneemt naar het plaatselijke bosje om daar “gezellig met z’n allen te gaan zoeken.” Educatief? Jahoor. Slim? Nee.
Elk kind wil een eigen braakbal (vooropgesteld dat ze er een willen) en zoveel vindt juf er natuurlijk nooit. Teleurstelling en irritatie alom, plus ook nog eens het halve bos vernield, takken van de bomen gerukt, zeldzame paddestoelen vertrapt en de complete muizenpopulatie zodanig de stress ingejaagd dat er de weken daarna al helemaal geen braakballen met hun resten meer te vinden zijn. De VZZ snijdt zichzelf bijna in de vingers.

Kant en klare braakballen verstrekken is echter ook niet de oplossing. Voeling met de natuur kweken, is de onderliggende gedachte van degene die de braakballenpluisweek heeft bedacht. Voeling met de natuur krijg je natuurlijk niet als je lekker binnen blijft zitten.

~

Maar het ergste is nog wel dat educatie gestimuleerd moet worden door het uitreiken van een prijs. Wanneer de braakbal ontleed is weten de leerlingen wat de uil gegeten heeft en “ontvangen ze een fraai pluisdiploma”. En dat is nog niet alles. Iedere klas dingt bovendien mee naar de hoofdprijs, wanneer ze uit alle geplozen ballen een volledig skelet van een muis bij elkaar weten te vinden. En wat is die hoofdprijs? Een complete pluisuitrusting. Heb je die nodig, nu a) de braakballenpluisweek is afgelopen en b) je ook al een skelet bij elkaar vond zonder die uitrusting?

Die hele braakballenpluisweek is een ludiek, maar onzinnig idee. Heeft de natuur de aandacht van onzekere, balorige, chagrijnige, onverschillige pubers nodig? Natuurlijk niet. Die aandacht komt vanzelf wanneer je de dertig gepasseerd bent. Pas dan ga je wandelen, sta je stil bij een paddestoel en speur je naar sporen van de spitsmuis. Die leeftijdskloof is niet te overbruggen met een simpel braakballetje. Dwingen is niet nodig. Laat de natuur nou maar gewoon z’n gang gaan.

Voor de geïnteresseerde braakballenpluizer die de school reeds verlaten heeft:

De opening van de Nationale Braakbal Pluisweek: maandag 4 november, Natuurmuseum Rotterdam.
Pluizen is ook mogelijk in het weekend van 9 en 10 november in:
Natuurmuseum Nijmegen (alleen zondag 10 nov)
Natuurmuseum Brabant
Natuurmuseum Groningen
Natuurmuseum Enschede
Zeeuws Biologisch Museum
Eco Drome
Natuurmuseum Texel

Boeken / Strip

Waanklanken

recensie: Waanklanken

Het album Waanklanken bevat twee korte verhalen die ontegenzeggelijk het vakmanschap van auteur Erik Wielaert verraden. De tekenstijl is om van te smullen. Het eerste verhaal ‘Met de muziek mee…‘ heeft reeds eerder in het Groningse stripblad GR’NN gestaan. Speciaal voor deze gelegenheid heeft Erik Wielaert dit verhaal opnieuw bewerkt.

~

Het is een ingetogen verhaal waar de gruwel zich ophoudt in benauwde, morsige steegjes. Het is al eerder gezegd, in de wereld van Erik Wielaert is niets wat het lijkt. Laat je dus niet misleiden door zwijmelende vioolmuziek en serene kindergezichtjes.

Muziekindustrie

Het tweede verhaal ‘De tol van de roem‘ is explicieter van toon. Een middelmatig hobbybandje krijgt van een plotseling opduikende geest de gelegenheid drie wensen te doen. Het vervolg laat zich raden. Maar zoals zo vaak is het ook hier wachten op die ene onvermijdelijke misstap. In veel verhalen van Erik Wielaert is het geluk slechts kortstondig.
Het is als het leven zelf: ongrijpbaar en ondoorgrondelijk. Tevens wordt in dit verhaal de huidige muziekindustrie met een fileermes ontleed. Want dat het tegenwoordig allang niet meer om de muziek gaat, is een understatement. Al snel speelt de commercie een deuntje mee. In het

~

begin nauwelijks hoorbaar, maar allengs steeds luider. Tot het de muziek volledig overstemt. Al deze schrijnende aspecten worden met veel humor gebracht. Waarmee dan ook meteen één van de sterke punten is genoemd van Erik Wielaert. De hemelse lach en de satanische grijns gaan bij hem hand in hand.

Met deze verhalen heeft Erik Wielaert weer eens bewezen dat hij het korte werk in de vingers heeft. Nu is het wachten op de eerste avondvullende voorstelling.