Muziek / Album

Gelukkig niet getormenteerd

recensie: Joseph Haydn - Heiligmesse, Paukenmesse, Insanae et vanae curae

Componist zijn is niet eenvoudig. Getormenteerde, miskende zielen die eenzaam op een onverwarmd zolderkamertje pianostukjes in elkaar schroeven, een schraal bestaan dat slechts lijkt te worden afgewisseld met het oplopen van cholera en syfilis en het in het stof kruipen voor lokale hotemetoten. Ze worden dan meestal ook niet oud. Mozart had het met dik dertig wel bekeken, Mendelssohn haalde de veertig niet en van Beethoven was op zijn vijftigste ook al niet zoveel meer over. En dat Rossini zo’n hoge leeftijd haalde had er misschien ook iets mee te maken dat hij na zijn dertigste bijna geen noot meer op papier zette.

~

Kilometervergoeding

Maar er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen. Zo’n geval was Joseph Haydn (1732-1809), wiens vijfenzeventig jaren bij overlijden generaties van muziekcritici wantrouwig hebben gemaakt. Nog erger: er is eigenlijk niet zoveel bewijs dat Haydn ooit lange tijd ongelukkig is geweest – het zat vanaf het begin nogal mee. In plaats van voor zichzelf te gaan pennen trad hij al vroeg in zijn carrière in dienst van de stuitend rijke Hongaarse vorst Nikolaus Eszterházy om stukken voor diens hof te schrijven. Zelfs de dood van Nikolaus kon daar geen verandering in brengen, want zoon en kleinzoon hadden ook muziek nodig, die Haydn gewillig leverde. De secundaire arbeidsvoorwaarden waren ook niet beroerd: een eigen orkest, geen misselijk inkomen en een buitengewoon ruime declaratieregeling en dito kilometervergoeding. Hij ontkracht in zijn eentje zo’n beetje de theorie dat je een gemarteld bestaan moet lijden om iets creatiefs neer te zetten, want heel veel Haydn is heel erg goed.

Fransen

Zelfs in moeilijke tijden ligt er een zorgeloosheid over zijn muziek die maar moeilijk weg te poetsen is. En het jaar 1796 was geen gemakkelijke tijd voor het Habsburgse Rijk waar Haydn werkte. Links en rechts werden Oostenrijkers in de pan gehakt door Napoleons Fransen, er was ruzie met de Russen en de Italianen hadden hun kans weer eens schoon gezien door in opstand te komen. Temidden van al die ellende componeerde Haydn in dat jaar twee missen: de ‘Heiligmesse’ (officieel ‘Missi Sancti Bernardi von Offida) en de ‘Paukenmesse’ (of Missa in tempore belli’). Die laatste, de ‘mis in tijden van oorlog’ is vrij bekend geworden, de eerste een stuk minder. Beide zijn voor Haydn onkarakteristiek uitbundig en de Paukenmesse is zelfs genoemd naar het gebruik van dat instrument in het Agnus Dei (‘lam gods’). De Heiligmesse is van de twee het meest ingehouden stuk, het meest majestueus, terwijl Haydn in de Paukenmesse meer gaat voor het ‘effect’.

Subtekst

Dit zijn natuurlijk geen politieke statements, en van iemand in Haydns positie zijn die eigenlijk ook niet te verwachten. Een mis is in eerste instantie een ode aan God, maar omdat de formele structuur van zo’n mis wel min of meer vaststaat kun je uit de ‘subtekst’ toch heel veel aflezen. Bijvoorbeeld dat Haydn ondanks de ’tijden van oorlog’ de toekomst nog niet
zo somber inzag.
… want Joseph was een goedgemutst mens.

Wat meer is dan je kunt zeggen van de gemiddelde dirigent. Waar componisten jong sterven en gebrekkig leven worden dirigenten vaker oud in weelde. Maar ook dat lijkt weinig vreugde op te leveren. Als dirigent krijg je een groot, glimmend stuk speelgoed in de vorm van een orkest tot
je beschikking, maar het is het lot van elke dirigent dat dat speelgoed nooit precies doet wat jij wilt.

Historicus

~

Het gevolg is dat dirigenten nogal eens de neiging hebben om, in plaats van door veel gepruts wel dat utopische ideaal te bereiken, alles over een heel andere boeg te gooien. Bijvoorbeeld door zich ineens te vermommen als historicus. Zo halverwege de jaren tachtig kwam de ‘originele
instrumenten’-hype op. Het idee erachter was, dat moderne orkesten niet meer in de buurt kwamen bij het geluid zoals dat door componisten als Beethoven en Mozart was bedoeld. Bepaalde dirigenten probeerden orkesten te groeperen die speelden op instrumenten uit de tijd van de componist. Voorstanders van die richting zijn mensen als Roger Norrington, Frans Brüggen en de hier besproken John Eliot Gardiner.

Grapevine

Het hele verhaal mag aanvankelijk logisch klinken, maar je hoeft niet zoveel te doen om de eerste gaten erin te schieten. Het eerste probleem is natuurlijk dat we vaak geen flauw benul hebben van de klank die klassieke componisten wilden horen. Het schijnt zo te zijn dat de basistoon van het orkest sinds 1800 ongeveer een halve toon omhoog is gegaan en van de muziek van Bach is bekend dat die in diens tijd op grofweg driekwart van de huidige snelheid werd afgespeeld. Met dat in het achterhoofd maakt het niet zoveel uit of je die muziek dan speelt op een hobo uit 1800 of 1950.

Daarbij: muziek is niet alleen de partituur en de wil van de componist, maar ook een eeuw of wat aan traditie en ontwikkeling. I heard it through the grapevine werd geschreven voor Gladys Knight maar de meeste mensen kennen het in de versie van Marvin Gaye of John Fogerty. Maar volgens de gedachtengang van de ‘oorspronkelijke’ school is Knights versie de Enige Ware en zouden die van Gaye en Fogerty niet eens meer gehoord mogen worden.

Vierkante millimeter

Het tweede probleem is dat er een heel zelfingenomen, conservatieve houding schuilgaat achter het hele idee. Op deze manier werpen de Gardiners en Norringtonnen zich op als de enig juiste vertegenwoordiger van de muziek van Bach, Mozart, etcetera. Norrington heeft zelfs Berlioz
te grazen genomen, een componist die erom bekend stond dat hij de laatste snufjes op het gebied van instrumentarium uitzocht en waarschijnlijk dolblij zou zijn geweest met een groot twintigste-eeuws orkest. Gardiner vergrijpt zich elders aan Verdi’s Requiem terwijl de verschillen tussen een orkest uit Verdi’s tijd en één van tegenwoordig zo miniem zijn dat dat gegeven op zich nauwelijks een afzonderlijke uitvoering rechtvaardigt. Een hoorn klinkt dus een beetje anders. Wauw. Maar wederom wordt het idee versterkt dat zo’n uitvoering een grotere autoriteit uitstraalt dan andere uitvoeringen. Een sympathiek idee is het allemaal dus ook niet. Tenslotte wordt ‘oorspronkelijkheid’ wat al te vaak verward met kwaliteit.
Onder het mom van authenticiteit is heel wat rommel de markt opgegooid.

Verminkingen

John Eliot Gardiner heeft zich als weinig anderen opgeworpen als secretaris-generaal van de ‘authentieken’. Het gekloot met zeventiende-eeuwse harpen kan wat mij betreft weinig kwaad, zolang het maar niet meer opeist dan een rol in de marge. Het probleem is soms dat met name de volgelingen van Gardiner (en nog nadrukkelijker Norrington) anderen het licht in de ogen niet schijnen te gunnen en dat mag je gerust een fundamentele karakterfout noemen. Toch is het alleen doffe ellende. Op initiatief van Gardiner en de zijnen is opnieuw gekeken naar oorspronkelijke composities en werden veel verminkingen opgespoord en verwijderd. Het is alleen jammer dat dat op zo’n politburo-achtige manier moet gebeuren.

Geen teleurstellingen

Is dit dan geen goede plaat? Jawel, want achter al het ideologische gezanik gaat nog steeds een vrolijke Oostenrijker schuil en een orkest met een paar dozijn uitzonderlijke musici. Daar kunnen zelfs Gardiners vreemde opvattingen heel weinig aan verpesten. Daarbij moet het gezegd worden dat Gardiner een zeer competent dirigent is zolang-ie z’n mond houdt. Dit is een heel welkome koppeling van twee van Joseph Haydns beste missen en zowel de English Baroque Soloists als John Eliot Gardiner stellen nergens teleur. Met name sopraan Joanne Lunn en de Finse tenor Topi Lehtipuu zijn in topvorm en in beide missen opmerkelijk consistent. De ‘spin’ neem ik daarbij graag voor lief.

Stoelen

~

Overigens vraag ik me wel af waar de stoelenfetisj vandaan komt die de ontwerper van het boekje en de hoes blijkbaar teisterde en die ook op de overige uitgaven in Gardiners Haydn-reeks terug te vinden is. Er is bijna geen foto te zien waarop Gardiner niet iets met een zitmeubel uithaalt. Ik heb geprobeerd een verband met Haydn te vinden, maar eenvoudig is dat niet. De omslag doet erg denken aan een verpakking voor kattenvoer waarin poes naar een bak brokjes kijkt en de metafoor, als er al één is, ontgaat me volkomen.

Ach, als je niet naar het boekje kijkt en je gewoon door de muziek laat leiden valt er veel te genieten.

Muziek / Album

Gordon Downie – Battle Of The Nudes

recensie: Battle Of The Nudes

Eind vorig jaar stond Gordon Downie maar liefst zes keer op de Nederlandse podia. Vijf keer met zijn band The Tragically Hip en een keer solo in de vorm van een spoken word optreden. Waar Downie met The Tragically Hip elke keer weer garant staat voor een weergaloze show, stond hij er op het podium van de bijna lege Amsterdamse stadschouwburg maar een beetje verloren bij. Jammer, want dat deze man ook solo heel wat in zijn mars heeft is goed te horen op Battle Of The Nudes.

~

In 2001 bracht de Canadees Gordon Downie zijn eerste solo-album uit, genaamd Coke Machine Glow. Een album waarmee hij het geluid van The Tragically Hip toch behoorlijk achter zich wist te laten. The Hip maakt al sinds 1987 briljante poprock. Eerlijk is eerlijk, de sound van de band is in de jaren weinig veranderd. Wel weet de Hip elke keer weer terug te komen met een puntig, geïnspireerd gitaaralbum, zoals het vorig jaar verschenen In Violet Light. Op Coke Machine Glow ging Downie veel meer de folkkant op.

Battle Of The Nudes is meer een synthese tussen Coke Machine Glow en het werk van The Tragically Hip. Het album telt een aantal typische krachtige Hip-songs, met opzwepende gitaarpartijen en een Downie die zichzelf compleet verliest in zijn eigen woorden. Wie ooit een Tragically Hip show heeft bezocht zal zich de pure waanzin herinneren die zich in het hoofd van Downie lijkt te manifesteren.

~

Ook de rustige, ietwat meer poëtische kant van Coke Machine Glow is in beperkte mate terug te vinden op Battle Of The Nudes in de vorm van hier en daar wat spoken word en een aantal rustige folkachtige liedjes. Opvallend is de flinke dosis humor die de doorgaans behoorlijk serieuze Downie op dit album op dit album naar voren brengt in nummers als We’re Hardcore en Chrismastime in Toronto:

You’d like to buy the drink a bar, take us all to the show
You’re so full of cash tonight, you could buy the pope.

Battle Of The Nudes is een verfrissend en zeer afwisselend album. Coke Machine Glow was eigenlijk vooral geschikt voor de echte fan, vandaar dat deze plaat ook niet in Europa is uitgebracht. Battle Of The Nudes heeft een veel groter potentieel publiek, dat zeker niet alleen hoeft te bestaan uit Tragically Hip fans. Nu maar hopen op een optreden op Nederlandse bodem.

Link:

www.wienerart.net

8WEEKLY

Zinnige dingen op televisie

Artikel: Die Manns

De zomer op televisie: je haat het of je houdt ervan: eindeloze herhalingen van herhalingen, onbenullige Amerikaanse sitcoms die zonder aankondiging plaatsmaken voor nog onbenulliger Amerikaanse sitcoms waarvan nog twee afleveringen op zolder lagen en niet alleen slechte films, maar heel slechte films.

~

Gelukkig is de zomer bijna voorbij, verzucht je dan als intellectuele televisiekijker. We komen langzaam maar zeker weer bij de betere programma’s. Twee afleveringen Zomergasten hebben we al achter de kiezen (dat was wel afzien met die hitte) en dat blijven toch prachtige staaltjes televisie. Dat een programma in Nederland tegenwoordig nog drie uur weet te boeien, zonder reclame en – met een enkel televisiefragment daargelaten – alleen maar pratende hoofden, is een ongelofelijke prestatie op zich. Zomergasten is, met de geweldige Joost Zwagerman als nieuwe presentator, elke keer weer een prachtig document.

Eigenaardige kruising

En via Zomergasten kom je nog eens op andere programma’s. In de eerste aflevering liet Britta Böhler een fragment zien uit de Duitse serie Die Manns, een eigenaardige kruising tussen historische beelden, recente interviews en fictief drama. Mijn interesse was gewekt. De onbenullige Amerikaanse sitcom Jesse, waar ik voor deze rubriek eigenlijk naar had moeten kijken, was toch allang spoorloos van de buis verdwenen.

Ik heb het eerste stukje van de film gemist en viel er middenin. Een oude vrouw met grijs haar en een puntige kin, maar met flikkerende ogen, vertelde iets over ‘papa’: Elisabeth Mann- Borgese, de lievelingsdochter van de Duitse schrijver en Nobelprijswinnaar Thomas Mann. Vervolgens gingen we terug in de tijd en zagen we een acteur met bril en snor die Thomas Mann speelde, met in diezelfde scène ook zijn dochter Elisabeth: een jongedame met een puntige kin en flikkerende ogen.

Kunstenaars

Die Manns is in alle opzichten een vreemde gewaarwording. De serie – er volgen nog twee delen – gaat niet over de boeken van Mann maar over het leven van de familie in die tijd. Een troep kunstenaars (zowel Thomas alsook zijn broer Heinrich en zijn zoon Klaus werden schrijver) aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Hoewel zijn kinderen het gevaar van het oprukkende fascisme zien, houdt Mann zijn ogen stijf gesloten: hij houdt van zijn volk. Dit kan natuurlijk niets anders dan problemen opleveren.

Die Manns is een documentaire, maar ook fictie. Er zit ook nog archiefmateriaal door gemengd: toespraken van Hitler en beelden van de uitreiking van de Nobelprijs. En Manns dochter Elisabeth vertelt alles aan elkaar.
In de gids staat Die Manns als docudrama aangemerkt, maar die wonderlijke samensmelting van beelden uit verschillende tijden, verschillende werelden, doet geen recht aan die dorre titel. Die Manns is een feest voor de zintuigen, ook als je nog nooit iets van Thomas Mann gelezen hebt. Probeer het eens. Slechter zul je er niet van worden.

Die Manns

Woensdag, Ned 3, 20.25-22.00u

Links:

Die-Manns.de
Biografie Thomas Mann

Boeken / Fictie

De Bridget Jones van zestig jaar geleden

recensie: Nancy Mitford - Op jacht naar de liefde

Het is wat met boeken die geschreven worden voor vrouwen tussen de twintig en vijfendertig: oppervlakkigheid troef en het gaat allemaal over hetzelfde: liefde, de lompheid van mannen en het keurslijf van de maatschappij. Het lijkt wel alsof je als vrouw (meisje) pas na je veertigste meetelt in letterenland. Pas dan ben je klaar voor het grotere werk en word je aarzelend tot de doelgroep van de Rosenboomen en Van der Heijdens gerekend. Maar zolang je nog jong, snel en wild bent, moet je je behelpen met inhoudsloze zomerromannetjes die vaak het woord literatuur niet waardig zijn.

~

Op jacht naar de liefde van Nancy Mitford is in ieder geval een zomerroman: het boek verscheen eind juni. De promotieslogan doet ook al niet veel goeds vemoeden: “Forget Bridget Jones… Nancy was here first“. Hebben we hier met een standaard strand- en terrasboekje te maken?

Zestig jaar

In zekere zin wel. Maar met dien verstande dat het boek ook in 1945 al eens uitgegeven werd. Deze editie van Archipel is niet meer dan een herdruk. Toch leuk dat ze een dergelijk boek opnieuw onder de aandacht brengen. 1945 is tenslotte al bijna zestig jaar geleden, en waarom zou een oud boek niet in een nieuw jasje gestoken mogen worden?

~

Op jacht naar de liefde wordt verteld door Fanny en gaat over haar nichtje Linda, dochter van een Engelse Lord. Linda groeit op als een schoonheid, maar na twee mislukte huwelijken en een affaire met een losbandige fransoos staat ze bekend als ‘De Uitbreekster’. Fanny beschrijft de wederwaardigheden van Linda: ze krijgt een kind bij haar oersaaie eerste man, een conservatieve bankier, die ze vervolgens verlaat voor een jonge, straatarme communist. Ze helpt hem met de goede zaak en raakt verzeild in Zuid-Frankrijk, waar de communist haar verlaat voor een andere vrouw, een echte communiste, en niet een die zoals zij aan haar aristocratische genoegentjes blijft hangen. Ontredderd wordt Linda op het station van Parijs opgepikt door bonvivant Fabrice.

Ker-st

Het is een aangrijpend noch spannend verhaal, maar de wederwaardigheden van Linda worden met de nodige vaart en humor beschreven, waardoor het een opgewekt en vlot boekje is. Jammer alleen van de massa’s spelfouten en verkeerde afbrekingen. In het woord ‘kerst’ hoort geen afbreekstreepje en ‘ontrokken’ betekent iets heel anders dan ‘onttrokken’. Ondanks deze en vele andere grove slordigheden komen de personages tot leven in dialogen en beschrijvingen die met veel oog voor detail zijn neergeschreven:

Ze moest, hoe dan ook, nog twee eindeloos lange jaren zien door te komen, voor ze in het uitgaande leven geïntroduceerd zou worden – en hoe langzaam kropen de dagen voorbij! Ze hing maar wat rond in de zitkamer, begon telkens een nieuw spelletje patience en hield middenin op. […]
‘Hoe laat is het, liefje?’
‘Raad es?’
‘Kwart voor zes?’
‘Veel beter.’
‘Zes uur!’
‘Slechter.’
‘Vijf voor zes?’
‘Precies.’
‘Als deze patience uitkomt, zal ik trouwen met de man, die ik liefheb.’
En later: ‘Als déze patience uitkomt, zal ik trouwen als ik achttien ben.’

Beau monde

Je raadt het al: ook in Op jacht naar de liefde gaat het om ware liefde en trouwen. Het boek verschilt ook qua decor niet zo gek veel van Bridget Jones: de beau monde van Londen en Parijs aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog lijkt verdacht veel op de stedelijke yuppen-scene van de jaren negentig. Op jacht naar de liefde is een vlot boekje. Veel meer dan dit soort lichte kost kun je in een hete zomer toch niet verdragen.

8WEEKLY

White trash en foute matjes

Artikel: Def Jam Vendetta

Rappen en worstelen. In Amerika behoren deze werelden tot uitersten. Terwijl in diverse achterbuurten of op MTV de rappers hun teksten uitblaffen, kijken white trash Amerikanen onder het genot van veel bier naar domme worstelaars in slechte pakjes en met foute matjes in hun nek. Toch zijn er ook overeenkomsten: in beide werelden is attitude onmisbaar.

~

EA Big en Def Jam Records produceerden een worstelgame met rappers, en daarmee was deze onwaarschijnlijke cross-over een feit. DMX, Ludacris, Method Man, Redman, NORE, Scarface, Ghostface Killah, Capone, Keith Murray en WC zijn fysiek aanwezig in het spel. Naast hun gespierde lichamen lenen ze ook hun stem aan de game: het spel beschikt over een flinke soundtrack met veel attitude. De sfeer is een beetje zoals in films als The Fast and the Furious en 8 Mile: veel grote bekken, harde uitspraken en cynische oneliners.

Multiplayer geweld

~

Def Jam Vendetta ziet er prima uit. De undergroundsfeer van het spel wordt prima neergezet, en zal zowel de worstel- als rapfans makkelijk voor zich winnen. Mensen die nieuw zijn in het genre kunnen rustig wat trainen voor ze aan het echte werk beginnen, want er zijn genoeg tutorials beschikbaar. Verder zijn er diverse gamemodes waarin je kunt vechten, een storymode waarin je in verhaalvorm je tegenstanders alle hoeken van de ring moet laten zien, een survival mode en diverse multi-player spelletjes. Met name dit gedeelte van het spel is erg leuk. In je eentje gaat de game namelijk wel vervelen na een uurtje, maar elkaar met z’n vieren tegelijk tot moes meppen is wel lachen. Er is zelfs een optie om met z’n drieën één enkele ongelukkige vriend af te rossen, iets wat op feestjes direct voor een hoop lol en hilariteit zorgt.

Besturing

De besturing verloopt zoals wel vaker in dit genre niet lekker. Het gebeurde meer dan eens dat ik een tegenstander helemaal had suf gebeukt, maar dat mijn mannetje weigerde om de beslissende houdgreep toe te passen. In plaats daarvan maakt mijn mannetje een onnodig ontwijkende beweging. Iemand pinnen of juist ontwijken gebeurt namelijk met dezelfde knop. In one-on-one battles is dat geen probleem, maar in multi battles vergist de computer zich vaak in wat de speler nu eigenlijk wil. Hierdoor kan de ander zich herstellen waarna een lange slijtageslag volgt. Dit is zeer frustrerend, met name in de zeer leuke multiplayer.

Conclusie

Def Jam Vendetta is als worstelgame één van de betere titels, maar er zijn toch een paar storende slordigheidjes. Persoonlijk vond ik deze worstelgame in eerste instantie qua gameplay toch weer wat teleurstellend. De gangsta attitude van het spel, de sfeer en de soundtrack maken echter een hoop goed. Tel daar de toch wel hilarische multi-player bij op, en je hebt met deze game toch waar voor je geld. Fan van worstelen, rappen of allebei? Dan is dit een titel voor jou.

Muziek / Album

Vrolijke zomerrock

recensie: Train - My Private Nation

Train is vooral bekend van hun hit Drops of Jupiter van een paar jaar geleden. Dit enigszins sullige liedje deed het in Nederland erg goed en was eigenlijk de enige hit tot nog toe voor de band. Met hun inmiddels al derde album My Private Nation wil de band definitief doorbreken op het Europese vasteland.

~

Het album werd geproduceerd door de succesvolle producent Brendan O’Brien, die eerder platen van onder andere Pearl Jam, Soundgarden, Korn, Stone Temple Pilots en the Black Crowes tot een goed einde wist te brengen. De plaat ligt dan ook lekker fris in het gehoor. Het is prettige rock, maar niet dusdanig hard dat je het niet aan je schoonmoeder cadeau zou kunnen doen.

Meer diepgang

My Private Nation begint stevig met de eerste twee songs, waarbij het vrolijke All American Girl direct opvalt. Een lekker rocknummer om deze zomer mee door te komen zullen we maar zeggen. Verder springt het naar Brian May klinkende Lincoln Avenue direct in het oor. Als je dit nummer naast het oudere werk van de band legt, hoor je hoe de band is gegroeid en hoe volwassen hun geluid tegenwoordig klinkt. De muziek heeft meer variatie en diepgang en is daardoor, ook nadat je de cd een paar keer hebt gehoord, nog interessant.

Braaf

~

De teksten zijn net als de muziek van het album degelijk, maar tegelijk ook wel erg braaf. Zware emoties als frustratie en onmacht komen er niet in naar boven. Maar je kunt Train moeilijk kwalijk nemen dat het gewoon een viertal aardige jongens zijn die zich goed weten uit te drukken. Beschaafd en netjes.

Op naar Zuid-Frankrijk!

My Private Nation is dus een lekkere plaat om tijdens het cruisen naar een Zuid-Europese bestemming in je CD-speler te hebben liggen. Lekkere soepele rock, en verrassend veel beter dan wat we toch nog toe van de band hadden gehoord. Het is allemaal een beetje braaf, maar een band moet ook de Verenigde Staten zijn platen van de hand kunnen doen moet je maar denken. Wat mij betreft de CD in de speler en op naar Zuid-Frankrijk!

Links

Officiële website

Boeken / Achtergrond
special: Batman Returns in Nederland!

Batman Returns in Nederland!

Weinig logo’s zijn zo bekend dat ze over de hele wereld herkenning zullen oproepen. Het christelijk kruis behoeft voor de meeste mensen geen introductie. De hamer en sikkel doen iedereen denken aan het communisme. De logo’s van McDonalds en Coca Cola zijn over de hele wereld bekend en staan symbool voor de westerse cultuur. In dit rijtje kunnen naar mijn mening de logo’s van Superman en Batman gerust aansluiten. Hun avonturen worden overal, van Argentinië tot Zambia, gelezen. Overal? Nee, één klein landje blijft recalcitrant weerstand bieden tegen de avonturen van de Superman en de Vleermuisman.

Bijna iedereen kent het verhaal. De jonge miljonairszoon Bruce Wayne is getuige van de brute moord op zijn ouders. De moordenaar laat de jongen leven, en dat heeft grote gevolgen. Bruce zweert dat hij de rest van zijn leven zal wijden aan de het uitroeien van misdaad. Doordat Bruce een enorm fortuin erft, heeft hij de mogelijkheden zich te voorzien van de laatste high tech snufjes, en te trainen bij vechtkunstenaars over de hele wereld. Omdat hij angst wil inboezemen vermomt Bruce zich als een wezen van de nacht: een vleermuis.

Vrienden en vijanden


Door de jaren heen maakt Batman veel vijanden. Net als Batman zelf zijn de meeste van deze vijanden inmiddels wereldberoemd. The Joker, Catwoman, Pinguïn, The Riddler, Poison Ivy en Two Face zijn klassieke tegenstanders die nooit zullen opgeven, hoe vaak Batman ze ook verslaat en laat opsluiten in Arkham Asylum, het gesticht voor gestoorde misdadigers. Batman heeft echter ook vrienden. Samen met zijn trouwe vriend Robin vormt hij vaak het ‘dynamische duo’. Verder kan Bruce altijd een beroep doen op Nightwing, Oracle en zijn butler Alfred. Ook heeft hij door de jaren heen een soort vriendschap ontwikkeld met Commissaris Gordon.

Tegenpolen

In de jaren 30 van de vorige eeuw bleken de avonturen van Superman een enorm succes. Superman was de perfecte man. Sterk, snel, slim en knap. Superman had echter één grote achilleshiel in de ogen van de lezers: hij was een padvinder. Tekenaar Bob Kane kwam met een absolute tegenpool: Batman. Superman was niet van deze planeet, had onbegrensde mogelijkheden en was altijd aardig en rustig. Batman is een mens, verbitterd en wraaklustig. Dit gaf de superheldverhalen een stukje realisme mee. Superman bevocht schurken in het zonnige, schone en futuristische Metropolis, een stad die staat voor het ideale Amerika. Batman heeft als thuishaven Gotham City: een duistere poel des verderfs, een stad die de betere tijden al lang achter de rug heeft.

Drama

Batman heeft nogal wat drama’s doorgemaakt. Zijn ouders zijn voor zijn ogen vermoord. De eerste Robin (Dick Grayson) en hij gingen uit onvrede over de samenwerking uit elkaar (Grayson is tegenwoordig de superheld NightWing). De tweede Robin (Jason Todd) was eigenwijs en luisterde slecht. Dit moest Jason met de dood bekopen: de Joker blies hem op. Batman kwam net te laat om Jason te redden. De door drugs waanzinnig geworden schurk Bane teisterde zowel het leven van Batman als dat van Bruce Wayne. Bane versloeg uiteindelijk Batman in een onderling duel, en brak diens rug. Wayne wees een vervanger aan als Batman, maar deze bleek niet opgewassen tegen de enorme fysieke en psychologische druk, en draaide door. Bruce keerde terug als Batman en moest zijn vervanger in een onderling duel verslaan. Ook werd Wayne nog verdacht van moord en kreeg hij de politie achter zich aan. Met het oog op al deze gebeurtenissen is het niet bijzonder dat Batman een vrij stugge en grimmige man is.

Frank Miller

Door de vele strips en de leuke TV-serie heeft Batman altijd een grote fanbase gehad. Eind jaren 80 leken nieuwe helden hem te vervangen. Spiderman, Hulk, X-Men en the Avengers leken meer van deze tijd, en spraken een nieuw publiek aan. En toen was daar Frank Miller. Zijn duistere Return of the Dark Knight slaat in als een bom, en zet een nieuwe standaard voor comics. Mensen die schimpen op comics zouden de moeite moeten nemen om dit verhaal te lezen, het zal hun beeld van comics voor altijd veranderen. We zien hier een oudere Bruce Wayne, grijs, stram en flink aan de drank. Terwijl de wereld in de greep is van de koude oorlog en de angst voor de bom keert Bruce terug als Batman. In een ultieme poging om orde te scheppen in de chaos van Gotham City ontmoet hij uiteindelijk zijn echte tegenpool: het establishment, vertegenwoordigd door Superman. En dat is precies de essentie van de twee. Superman staat voor wet en orde, Batman voor wraak en rechtvaardigheid. En rechtvaardigheid wordt volgens Batman niet altijd bereikt door je aan de wet te houden.

Killing Joke

Sindsdien is er in de Batman-serie veel zeer hoogwaardig materiaal geschreven. Alan Moore schreef het prachtige Killing Joke, waarin de Joker probeert te bewijzen dat het waanzinnige in iedere mens zit. Hij ontvoert Gordon en probeert hem tot waanzin te drijven. Hij faalt, maar weet met een grap uiteindelijk wel een lach te ontlokken van de anders zo grimmige Bruce. Hiermee toont de Joker toch de feilbaarheid van Batman aan: beiden zijn door alles wat hen is overkomen volledig veranderd. De grap en de lach aan het eind staat symbool voor wat had kunnen zijn. Maar zoals de Joker opmerkt: Sorry, maar daarvoor is het nu te laat. Miller schreef het prachtige Batman: Year One, en de geruchten gaan dat deze comic verfilmd gaat worden.

Batman in Nederland

Een jaar of zeven geleden leek de Nederlandse comic markt voorgoed in te storten. Terwijl de Batman-films overal ter wereld massaal bekeken werden, bleef het in onze bioscopen redelijk rustig. De comics kregen in Nederland dus geen enorme ‘boost’ qua verkopen. Geleidelijk verdwenen steeds meer titels uit de schappen. Ook Superman en Batman ontkwamen niet aan dit droeve lot. In Nederland worden comics hardnekkig als kinderachtig, infantiel en simpel gezien. Niet alleen door het grote publiek, ook de distributie doet hier vrolijk aan mee. Het gevolg is een kleine selectie aan comics in de Nederlandse schappen.

Batman Returns

Deze maand is er echter groot nieuws te melden. Junior Press heeft besloten een miniserie van Batman uit te geven. Het in America succesvolle verhaal Hush zal ook hier in zes delen uitkomen! Het team dat aan deze comic heeft gewerkt is niet de minste: Jim Lee (X-Men, Wildcats, Gen13 en Divine Right) en Jeph Loeb (schreef al eerder succesvolle Batmanverhalen zoals The Long Halloween). Laat Junior Press merken dat er plaats is voor Batman in Nederland. Ren nu snel naar de winkel en koop het eerste deel van de Miniserie. Voor meer info en reacties kan je echter ook naar deze site.

Film / Films

‘Infinite life-cheat’ nodig

recensie: Lara Croft Tomb Raider: The Cradle of Life

Vanaf de bodem van de Egeïsche Zee naar boven zwemmen zonder zuurstofflessen. Vervolgens drie dagen – met bloedende wond! – in het door haaien bevolkte water dobberen tot iemand je komt ophalen. Op je rug neerkomen als je vanaf een helikopter in een vrachtwagen valt. Waar het computerspel Tomb Raider na drie van deze incidenten onverbiddelijk ‘game over’ zal melden, gaat de tweede film over schattenjager Lara Croft (Angelina Jolie) een stapje verder. In The Cradle of Life doet Croft dingen waar de gemiddelde gamer eerst een ‘infinite life’-cheat voor moet invoeren.

~

Kritisch vermogen kan de bezoeker dus maar beter thuis laten. Niet alleen de actie is soms wat overdreven, ook het verhaal is een bizar mengelmoesje van geschiedenis en mythologie. Alexander de Grote heeft ooit de door een farao verstopte doos van Pandora gevonden en opnieuw verstopt. Nu moet Lara deze zoeken, voordat een stel boze mannen het ding vindt en de halve wereldbevolking uitmoordt door de doos te openen.

Terracotta

~

Gelukkig is het de Nederlandse regisseur Jan de Bont (Speed, Twister) die dit keer los mocht met de godin van de gamers. Om Tomb Raider 1 te overtreffen, fabriceerde hij zo’n snelle actiefilm dat nadenken over het verhaal er niet echt in zit. Als Lara met een motor over de Chinese muur racet, knaagt het grote ‘waarom in hemelsnaam?’-gevoel wel even, maar dan is het moment al weer voorbij. En hoe komt zo’n Chinese boef toch aan een deel van het beroemde terracottaleger?

Spongebob

Maar een kniesoor die daar in alle opwinding op let, natuurlijk. Bovendien zijn de locaties waarop gefilmd werd soms adembenemend. Lara maakt een wereldreis waar James Bond qua bezienswaardigheden nog jaloers op zou zijn: de Chinese muur, een Griekse tempel die wonderbaarlijk genoeg onder water twee zware aardbevingen heeft overleefd en de populaire tekenfilm Spongebob Squarepants in het Chinees. Je zou zelfs bijna vergeten dat die doos van Pandora net zo fantasie is als de Ark des Verbonds in Indiana Jones. Tot het bizarre einde, tenminste.

Schizofreen

Ook zitten er kleine verwijzingen naar het spel in de film. Af en toe springt of koprolt Croft op de Lara-manier terwijl een normaal mens zou lopen. Helaas heeft Jan de Bont ook geprobeerd Lady Croft zachter en meer menselijk te maken dan in deel 1, zodat de bezoeker zich eerder kan identificeren met de heldin van de computer. De stroom actiemomenten wordt daarom af en toe onderbroken door een romantisch moment met haar ex-vriend Terry Sheridan (Gerard Butler). Daardoor het lijkt eerder dat Croft een tikje schizofreen is. Zo’n ex-vriend – al was duurde de relatie maar een paar maanden – klopt gewoon niet. Zie je ze al samen verliefd ronddartelen in de Croft Mansion? Ik denk dat een stevig portie cynisme het karakter van Lara Croft meer zou uitdiepen, en belangrijker: het past meer bij zowel Croft als Jolie. De grapjes die Lara nu sporadisch maakt, komen niet helemaal uit de verf.

Gezemel

“Wij zijn twee zijden van de zelfde munt, jij en ik”, zegt Terry seconden voor de actie weer losbarst. Dat soort romantisch gezemel komt gelukkig niet vaak voor, maar wel té vaak. En het heeft nog een nadeel: voor de mannelijke doelgroep moet Lara in de eerste plaats prachtig zijn in een wetsuit, kreunen als ze zich ophijst, een oneindig aantal levens hebben en vooral: onbereikbaar zijn voor elke man ter wereld.

Film / Films

The Last House on the Left

recensie: The Last House on the Left

The Last House on the Left, de debuutfilm van horrorveteraan Wes Craven, is één van de meest beruchte films uit de geschiedenis van de Amerikaanse horror. De film was tot voor kort verboden in Engeland en heeft een lange, ingewikkelde geschiedenis van censuur. Nu is de film bij Worldwide Cinema in een uitputtende special edition te koop, met een schat aan extra materiaal. Oordeel: uitstekend verzorgd, fascinerend, maar wellicht te veel eer voor een film die zijn reputatie allerminst waarmaakt.

Voor wie het verhaal niet kent: twee meisjes worden ontvoerd, gemarteld, en vermoord door een gezelschap van gestoorde criminelen, die vervolgens zelf worden afgemaakt door de ouders van één van de meisjes. Als je iets over The Last House on the Left leest, is dat doorgaans iets in de trant van “de meest gruwelijke film ooit gemaakt”, misselijkmakend, schokkend, en zelfs dertig jaar na dato nog altijd “de impact van een mokerslag”. Dat laatste aldus de verpakking. Ja, ongetwijfeld was de film toentertijd indrukwekkend en grensoverschrijdend, maar voor een hedendaags horrorpubliek is het een knullig, amateuristisch en hopeloos gedateerd prul.

Goedkoop

~

Subtiliteit is een principe dat horrorveteraan Craven zich nooit ter harte heeft genomen, maar in Last House is alles zo dik aangelegd dat je er hooguit om kunt lachen. De acteurs lopen onzeker rond (misschien met uitzondering van David Hess, die hard zijn best doet zo sleazy mogelijk te zijn), en de uitvoering van het verhaal is te knullig voor woorden. Wat schokkend moet zijn wordt tenietgedaan door ongepaste muziek, een constante afwisseling met slapstick(!), beroerd acteerwerk en een fataal gebrek aan stijl. De cameravoering mag dan een documentaire-sfeer uitademen, maar beklemmend wordt het daarmee bepaald niet. De film is in feite zo goedkoop en gemakkelijk mogelijk opgenomen, want de makers hadden geen enkele ervaring in het maken van een film. Dat geven ze gelukkig ook zelf toe in het lijvige bonusmateriaal, dat feitelijk veel interessanter is dan de film zelf.

Er bestaan (ook in Nederland) verschillende dvd-versies van de film, maar de nieuwe Worldwide Cinema-uitgave is voor de liefhebber wellicht de beste. Alleen de Engelse dvd bevat een grote verzameling materiaal dat niet op deze versie staat, maar in die uitvoering van de film zelf is weer geknipt door de censuur. Het is moeilijk te zeggen of de Nederlandse Last House ongecensureerd is, maar het is wel de meest complete versie die in omloop is. De dubbel-dvd van Worldwide Cinema heeft in elk geval extra materiaal in overvloed. Op de eerste schijf is de film voorzien van een audio-commentaar door regisseur Craven en producent Sean S. Cunningham. De heren, die de film naar eigen zeggen voor het eerst sinds twintig jaar zien, leveren commentaar dat informatief en gedetailleerd is. Voor filmfreaks wel te verstaan. De beeldkwaliteit van de film laat nogal wat te wensen over, maar als je bedenkt dat het origineel alweer dertig jaar oud is, is hij prettig constant. Als je bovendien het beeld van de film vergelijkt met dat van de outtakes, wordt wel duidelijk dat hij keurig netjes digitaal opgepoetst is, en dat dat een aanzienlijke verbetering is geweest.

Schokkend

Op de tweede schijf staan een aantal documentaires, en bovendien interviews met bijna alle betrokkenen, die een interessante blik leveren op de totstandkoming van de film. Craven en Cunningham en enkele acteurs geven zoals gezegd toe dat ze destijds geen idee hadden waar ze mee bezig waren, en als complete amateurs te werk zijn gegaan. Ze geven ook aan welke impact de film destijds had, en hoe baanbrekend hij is geweest voor het horrorgenre, waardoor je toch wel weer enige bewondering kunt opbrengen voor een film die op zich bar slecht is. Ook wordt onthuld dat Sandra Cassel (die één van de slachtoffers speelt) bij de opnames echt doodsbang was en bovendien door twee van de acteurs geterroriseerd werd. Dat haar vernedering niet geheel gespeeld is, en trots waarmee vooral David Hess (in de film haar verkrachter) en bovendien Craven zelf hierover vertellen, is nog wel het meest schokkende aan The Last House on the Left.

Er is ook een mini-documentaire over de soundtrack die David Hess zelf gemaakt heeft, waarin hij bepaald niet zonder trots uitlegt over hoe hij de muziek geschreven heeft en hoe die muziek in de film past. Bizar genoeg zijn zijn bijdrages aan de soundtrack vrolijke country-deuntjes en ballades, die weliswaar hilarisch zijn, maar nog een reden vormen waarom het onmogelijk is de film serieus te nemen. Tenslotte tref je een verzameling outtakes aan, voornamelijk mislukte of niet gebruikte scènes, waaronder een pijnlijk lange versie van de onsmakelijke scène waarin met darmen gerommeld wordt. Het feit dat het bepaald geen onthulling is om in de interviews te horen dat die met een hoop geklieder van gevulde condooms gemaakt zijn, zegt genoeg over deze dvd. Een overgewaardeerd, verouderd en onbedoeld lachwekkend werkje, maar dan wel uitstekend gepresenteerd.

Boeken / Fictie

Een wreed sprookje

recensie: Paul Claes - Lily

Paul Claes is de schrijver van een inmiddels vrij omvangrijk en lastig oeuvre. Hij is in het Nederlandse taalgebied de eenzame beoefenaar van het genre van de pastiche en is auteur van een aantal verraderlijke historische romans. Verraderlijk omdat het geen historische romans zijn in de gebruikelijke zin van het woord. Claes speelt met tijd en met 3000 jaar literatuur. Dit spel levert soms vermakelijke, maar altijd zeer ingewikkelde boeken op. Lily, Claes’ nieuwe roman, lijkt hierop een uitzondering. Het is een op het eerste gezicht eenvoudig verhaal, maar onder de oppervlakte woedt de Oudtestamentische wereld.

~

Lily is een ietwat verlegen meisje, dat naar voorbeeld van haar zelfbewuste nichtje Alice langzaam tot ontwikkeling komt. Vol bewondering, maar ook vol jaloezie ziet Lily hoe Alice tijdens een schoolreis aanpapt met de Oostenrijkse gids Max, waarop ze beide een oogje hebben. Ze ziet ook hoe snel Alice vriendjes verslijt. Voorlopig is dit niet aan Lily besteed. Zij speelt nog met haar pop en verdwijnt in een fantasiewereld om haar eenzaamheid te verdrijven: Alice brengt een lange zomer aan zee door en met haar twee zussen, een tweeling, heeft Lily niet veel contact.

Ongeluk

Dan beginnen de rampen zich op te stapelen. Een van haar zussen wordt ongewenst zwanger, maar krijgt een miskraam (evenals haar moeder een aantal jaar daarvoor). Als Lily de stoute schoenen aantrekt en zich in een disco laat versieren (uitgerekend door de jongen die haar zus zwanger maakte), verschijnt ze te laat bij haar vader die haar naar huis zou brengen. Na een kleine ruzie eindigt de autorit in een ongeluk, waarbij vader omkomt en Lily een blijvende gezichtsverminking oploopt. Ook na het ongeluk vlot het niet met haar leven. Alice vertrekt, Lily wordt ontslagen en trouwt zeer ongelukkig. Tot overmaat van ramp sterft het dochtertje van Alice als Lily een aantal weken op haar past.

Lilith

‘Heb ik het boze oog?’ vraagt Lily zich ergens in het boek af. Ze leeft na het ongeluk met een enorm schuldgevoel. In haar beleving is zij verantwoordelijk voor de dood van haar vader. Als zij niet te laat was gekomen, dan… Het bijgeloof dat zij sinds haar vroege jeugd cultiveerde, verandert in christelijke richting. Ze bidt nu soms tot Maria, die haar gebeden af en toe verhoort, denkt Lily. Het zijn slechts kleine momenten van geluk, Lily blijft geconfronteerd met rampen. Als ze halverwege de roman zelf het verband legt met Lilith weten we dat de ongelukken niet berusten op toeval.

Lilith was de eerste vrouw van Adam die zich niet tot de seksueel ondergeschikte partij liet dwingen. Zij sprak de naam van de schepper uit in het paradijs en veranderde op slag in een demon. Vanaf dat moment hebben mannen en pasgeborenen veel te vrezen van Lilith. Het is de Lilith in Lily die alle rampen veroorzaakt. De dood van haar vader, haar mislukte huwelijk (en dat van Alice), de twee miskramen en de dood van het dochtertje van Alice, in al deze ongelukken zien we de hand van Lilith. Maar Lilith is een complexe figuur. Hoe demonisch zij ook te voorschijn komt uit de verhalen, zij heeft ook iets heldhaftigs. Zij is de zelfstandige vrouw, de eerste feministe. Ook deze eigenschappen zitten in Lily. Zij is, zoals het aan het Hooglied ontleende motto van het boek suggereert, ‘een lelie onder de doornen’; het begeerde meisje dus, het meisje dat zich echter, zoals in het Hooglied, niet laat verleiden door mannen met macht.
Deze zweem naar heiligheid wordt nog eens versterkt door de vele verwijzingen naar Maria. Ook Lily blijft ondanks een huwelijk maagd en ontvangt haar kind (de dochter van Alice) onbevlekt. Het is deze combinatie die van Lily een wreedaardige schoonheid maakt.

Soft-erotisch

Zonder achtergrondkennis blijft het wrede sprookje een wat mat verhaal dat je ondanks de vaak schokkende gebeurtenissen nooit echt aangrijpt. Dat het boek toch tot de laatste pagina blijft boeien, is een groot raadsel en wellicht het resultaat van de compacte en vlotte stijl van Claes. De lezer die het boek op basis van de flaptekst koopt en een soft-erotische roman verwacht, komt in ieder geval bedrogen uit. Lily is, net als de hoofdpersoon, niet wat ze lijkt.