Theater / Achtergrond
special: Jonge Harten en Cameretten

Theaterfestivals 2003

Wordt deze maand de nieuwe Herman Finkers ontdekt in Rotterdam? En kunnen de jongeren zich vinden in de toneelstukken die speciaal geselecteerd zijn voor hen in Groningen? Deze maand vinden er maar liefst twee theaterfestivals plaats die de moeite waard zijn om te bezoeken vanwege hun diversiteit. Het Jonge Harten Festival en het Cameretten cabaretfestival.

~

Jonge Harten

Voor de zesde keer is er dit jaar het Jonge Harten Festival in Groningen. Op diverse locaties in Groningen zijn van 22 tot en met 29 november nieuwe, opvallende en aansprekende theater- en dansvoorstellingen te zien, die zich vooral richten op jongeren.

Het nu al veel besproken toneelstuk Norway.today (over zelfmoord) beleeft zaterdag 22 november zijn première op dit festival. En er is meer, zoals de dansvoorstelling Kick waarin zestien dansers op zoek gaan naar de ultieme kick. Verder leggen de Noorderlingen de waarheid op het toneelpodium tijdens hun voorstelling Campagne!

~

Zondag 23 november kan je van 16.00 tot 22.00 uur onder de pannen zijn in het theater, want dan is er een gevarieerd programma te zien onder de noemer Brandende Liefde. Dat begint met de voorstelling Kermis in de hel van DOX (over eerwraak), dan een performance van 15 minuten van Hanneke Paauwe getiteld Smeltende gedachten en een dansvoorstelling van de Kopergietery, waarin de poëzie een plek krijgt. Als afsluiting van deze dag presenteert Marcus Azzini Liefdeslounge, met teksten van Gerardjan Rijnders, Jeroen van den Berg en Oscar van Woensel.
Verder komt Growing Up In Public met twee toneelvoorstellingen naar het festival: Coming out (over het verkennen van grenzen) en On the road (portret van de sixpackgeneration). De winnaar van de CJP Podiumprijs van vorig jaar, Alles van het Syndicaat, ontbreekt ook niet tijdens dit festival.

Naast de vele voorstellingen is er een uitgebreid randprogramma, waarin jongeren cursussen of workshops kunnen volgen, nabesprekingen kunnen bijwonen of zich kunnen bekwamen in het vak van TV-verslaggever of journalist. Genoeg te zien en te doen dus.

Meer informatie:

www.jongeharten.nl

Cameretten

~

Dit jaar vindt alweer de 38e editie van het oudste cabaretfestival dat ons land kent plaats; Cameretten. Van 19 tot en met 22 november zullen deelnemers tegen elkaar strijden in het oude Luxor Theater in Rotterdam. Het Cameretten festival heeft in haar geschiedenis al heel wat keren aan het begin van de loopbaan van bekende cabaretiers gestaan: zoals Hans Teeuwen, Theo Maassen, Paul de Leeuw, Plien & Bianca en Herman Finkers. En de vraag is natuurlijk: wordt er dit jaar een nieuwe naam aan dat rijtje toegevoegd?

Het Cameretten cabaretfestival is opgebouwd uit drie voorronden en een finale. Tijdens de voorronden krijgen drie maal drie deelnemers de gelegenheid hun talent te showen voor het publiek en de jury. Elke avond wordt door een andere presentator aan elkaar gepraat en wordt afgesloten met een gastoptreden.

Het spits wordt op woensdag 19 november afgebeten door presentator Patrick Lodiers (Je zal het maar hebben). De deelnemers van die avond zijn Ilse Warringa, Dimitri Desmyter en Kristel Zweers. Het gastoptreden is van het duo Schudden, die met hun programma Puin de avond mogen afsluiten. Donderdag 20 november neemt Peter Heerschop de presentatie voor zijn rekening.
Anne-Aafke Sol, het vrouwenverband Femmage en Ronald Goedemondt zijn de deelnemers van de avond. Het gastoptreden wordt verzorgd door oud-persoonlijkheidsprijswinnaar Mark van de Veerdonk. De laatste voorronde op vrijdag 21 november wordt gepresenteerd door Beertje van Beers. De drie deelnemers zijn Sabine Balk, Menno Nicolai en Jochen Otten. Boom Chicago sluit de avond af. Op zaterdag 22 november zullen de beste drie deelnemers het tegen elkaar opnemen. Deze drie zullen dan gaan strijden om de publieksprijs, persoonlijkheidsprijs en de Douwe Egberts juryprijs van Cameretten 2003.

Meer informatie:

www.cameretten.nl

Film / Films

Kameleon heeft meer verf nodig

recensie: De schippers van de Kameleon

Het is, een jaar of vijftien nadat ik mijn laatste deeltje uitlas, moeilijk te zeggen wat me in mijn kindertijd zo aantrok in de Kameleon-boeken van H. de Roos. Waarschijnlijk was het dat licht-escapistische gevoel dat kleefde aan die ongecompliceerde verhalen over een plaats waar het altijd vakantie was. Ik was meer een lezer dan een buitenspeler: als ik niet las, dan speelde ik met Lego (ik meen me zelfs te herinneren dat ik ooit de Kameleon eens heb nagebouwd), en dankzij de avonturen van Hielke en Sietse Klinkhamer wist ik nu hoe het voelde een eigen boot te hebben en daarmee over het Lentermeer te scheuren.

~

Net als bij elke andere boekverfilming, of het nu gaat om The Lord of the Rings of De ontdekking van de hemel, ziet ook de verfilming van de Kameleon er heel anders uit zoals je het je jaren lang hebt voorgesteld. De Klinkhamertjes zijn een stuk jonger in de film dan in mijn herinnering, terwijl Maarten Spanjer minstens twintig jaar ouder is dan de Gerben Zonderland die ik nog uit de boeken ken. Het enige personage dat sprekend lijkt, is de titelheld: de Kameleon ziet er prachtig ongestroomlijnd uit (een kenmerk dat veel slechteriken in de boeken op het verkeerde been zet, want lomp en lelijk hoeft niet altijd log en langzaam te betekenen) en heeft exact de goede kleuren.

Nozems

~

Met zulke stapels boeken als inspiratie is het onbegrijpelijk dat scenarist Jean Ummels en regisseur Steven de Jong zo’n dun verhaaltje hebben kunnen bedenken voor De schippers van de Kameleon. Twee stelende “nozems” uit de grote stad zijn de grote boosdoeners in de film, maar de intrige is bij lange na niet genoeg om de film te dragen. Daardoor hangen veel scènes als los zand in elkaar en worden personages geïntroduceerd zonder ook maar iets aan het verhaal bij te dragen. Maar naast de gebrekkige structuur van het script ligt de grootste zwakte van de film in de knullige dialogen. Peter Tuinman, over het algemeen toch gezien als een van Nederlands topacteurs, heeft zichtbaar moeite met zijn teksten en ook de jonge hoofdrolspelers, de tweeling Jos en Koen van der Donk, weten er geen raad mee. Houterige teksten zijn in de nostalgische boeken van H. de Roos een stuk minder storend dan in een moderne film.

Pittoresk

Gelukkig scoort de film stukken beter op het visuele vlak: het pittoreske Friese dorpje IJlst is een perfecte locatie voor de avonturen van de blonde tweeling, en de meeste speciale effecten zijn prima, waaronder een orkaanscène die met verrassend weinig middelen toch heel overtuigend is. Een mooi detail is verder dat de mannelijke Klinkhamers altijd onder het vet, de modder of ander vuil zitten: logisch voor een smid en zijn zoons.

Edwin Evers

Een blockbuster als De schippers van de Kameleon verdient natuurlijk een rijk gevulde dvd-uitgave, en op het eerste gezicht stelt deze ook niet teleur. Naast een complete cd met zestien liedjes en muziekjes uit en over de film bevat de set een prima audiocommentaar van regisseur Steven de Jong, die ook de rol van vader Klinkhamer speelt. De Jong is een vakman en vertelt verschillende interessante verhalen over het maken van de film, problemen bij de opnamen, het werken met de verschillende acteurs en enkele leuke weetjes (zo werd de stem van de nieuwslezer ingesproken door dj Edwin Evers). De “Making of” begint goed, met enkele leuke soundbites (in het Fries) van De Jong en zijn acteurs, maar na een paar minuten krijgen de beelden uit de film de overhand – erg irritant als je net de hele film hebt bekeken. Een videoclip en een trailer maken de boel compleet.

Sequel

De schippers van de Kameleon is een leuke film, laat dat duidelijk zijn. Maar met een beter uitgewerkt script was het misschien wel een goeie geworden. Nu blijft de film steken in goede bedoelingen die niet helemaal uit de verf komen. De film vormt hierdoor een prima opstapje naar een tweede deel. De personages en hun karakters zijn geïntroduceerd, de verhalen liggen klaar en ook een tweede deel zal weer een gegarandeerde hit worden. Normaal houd ik niet zo van sequels, maar De schippers van de Kameleon verdient er een.

Muziek / Album

Enerverende luistertrip

recensie: The American Adventure

De titel The American Adventure (vernoemd naar een Amerikaans themapark) is misschien wel een beetje misleidend. De muziek die door The Electric Soft Parade wordt voortgebracht is namelijk onmiskenbaar Brits. Deze twee jonge broers brachten enkele jaren geleden hun major debuut Holes In The Wall uit, een uitstekende eerst stap in de richting van succes, Brits succes welteverstaan. Nederland en de rest van Europa moeten nog volgen. Met The American Adventure doen zanger/gitarist Alex en drummer/jongere broer Tom White opnieuw een gooi naar een grote doorbraak. Aan de ene kant zou dit haalbaar moeten zijn, maar aan de andere kant…

~

Tja, The American Adventure is een album dat zich in de eerste instantie niet echt makkelijk laat beluisteren. Er staan een aantal echte singles op in de vorm van korte puntige beatlesachtige tracks, zoals opener Things I’ve Done Before, Lights Out en de huidige single Lose Yr Frown. Deze nummers klinken lekker en zijn over het algemeen beter dan wat we normaal gesproken voorgeschoteld krijgen van de meeste Britpopbandjes, die in de schaduw van de echte groten opereren. De andere tracks zijn echter eens stuk interessanter en lijken een extra dimensie te bezitten. Deze zijn over het algemeen wat gedurfder en staan hier en daar haaks op de singles, wat de coherentie niet ten goede lijkt te komen.

Bohemian Rhapsody

Met name het bijna zeven minuten durende titelnummer The American Adventure, dat eigenlijk uit twee totaal verschillende delen bestaat, is wat gewaagder. Het nummer vormt de spil van het album, en klinkt bij wijze van spreken als de Bohemian Rhapsody van The Electric Soft Parade, inclusief zuiver vocale momenten en plotselinge wendingen. Alles wat erna komt is sfeervoller en spannender dan hetgene dat ervoor komt. Wel moet nog even melding worden gemaakt van het prachtige Bruxellisation, deze tweede track op de plaat is een schitterend, dromerig liedje naar verluidt vernoemd naar het proces van homogenisering van de Brusselse architectuur?

Schijn bedriegt

~

Na een aantal luisterbeurten gaat het in eerste instantie erg vlakke album toch voor je leven. De nummers vallen veel beter op hun plaats. Waar eerst, zoals eerder gezegd, de coherentie zoek was is er bij mij nu begrip gekomen voor de schoonheid die The American Adventure welzeker bij zich draagt, wat dit tweede album van The Electric Soft Parade tot een enerverende luistertrip maakt. Laat je nooit door de schijn bedriegen. Wel moet gezegd worden dat hier en daar misschien wel iets teveel naar het experiment gezocht wordt. Sommige passages klinken net iets te bedacht. Dit is echter ook het enige punt van kritiek op dit over het geheel genomen uitstekende album.

Link:

http://www.theelectricsoftparade.com

Boeken / Fictie

Kilo’s en de oorlog

recensie: Doorzakken bij Jamin

Gaat het nou alleen maar over eten en afvallen? Nee, het gaat ook over een jeugd in de oorlog, over het feminisme, over mannen, kinderen, kleinkinderen en zwangerschap. In Doorzakken bij Jamin schrijft Hanneke Groenteman, onder meer bekend van haar abonnement op de zondagmiddagtelevisie, openhartig over verschillende facetten en stadia van haar leven. Soms ontroerend, soms grappig en hier en daar wat vervelend.

~

Over het geheel genomen gaat het boek echter inderdaad over haar gewichtsproblemen en de manieren waarop zij geprobeerd heeft die problemen een hoofd te bieden. Tevergeefs overigens, want Hanneke weegt nu naar eigen zeggen meer dan honderd kilo en zit nog steeds heel erg met haar uiterlijk.

Zelfspot

Doorzakken bij Jamin is een boek dat zich zeer makkelijk laat lezen. Het werk telt 23 korte verhalen met titels als Oprah, Etende Rug en Buffet, waarvan enkele reeds in Elegance verschenen. Deze verhalen hebben gemeen dat ze bol staan van de zelfspot. Spot niet zozeer altijd gericht op haar omvang maar misschien wel net zo vaak op de manier waarop zij met zichzelf omgaat. In het verhaal Feest geeft Hanneke een beeld van de hel die zij doorstaat voordat zij op een hip feestje verschijnt. Natuurlijk zijn de kleren in de kast niet goed: zwart is saai, er zit een vlek in dat hemd en blauw is te opvallend. Bijna besluit ze om helemaal niet te gaan, maar een behoorlijke dosis wilskracht weet dit te voorkomen. “Het feest wou een feest worden. En ik wou dansen. En zo is het gegaan.”

Het hart op de goede plaats

~

Natuurlijk wisten we allemaal al dat Hanneke Groenteman problemen heeft met haar gewicht. Zij kwam hier al geregeld openlijk voor uit op de televisie. Het getuigt echter van lef om deze zeer persoonlijke en vaak pijnlijke problematiek aan het papier toe te vertrouwen, zodat iedereen een kijkje kan nemen in de wereld van een dik iemand. Of liever gezegd iemand die zichzelf dik vindt en denkt dat de buitenwereld daar enorm over valt. Natuurlijk weet zij zelf ook wel dat niets minder waar is en dat wij als buitenwereld helemaal niets geven om de omvang van deze televisiepersoonlijkheid. Met nadruk op het woord persoonlijkheid, want in mijn weliswaar beperkte optiek is Hanneke Groenteman een erg vriendelijke vrouw met het hart op de goede plaats.

Zuurkool

Dat laatste blijkt uit het mooiste verhaal uit Doorzakken bij Jamin, getiteld Zuurkool (een klein drama in bedrijven), waarin Hanneke probeert haar gezin nog een keer bij elkaar te halen. Het gaat slecht met de gezondheid van vader en zijzelf is zwanger, over een aantal weken wordt de baby verwacht. Broer snapt niet waarvoor nu ineens de familiebanden weer moeten worden aangehaald en moeder doet er alles aan moeilijke onderwerpen te ontwijken. Hanneke wil het echter nog een keer hebben over haar broer Ruud, die na de oorlog werd geboren en geen oorlogsverhalen kan vertellen en over haar grootouders die in de oorlog werden opgepakt. Als diner eet het herenigde gezin zuurkool, omdat Hanneke daar zelf bijzondere herinneringen aan heeft. Groenteman ontpopt zich hier voor het eerst echt als een groot schrijver.

Een prachtig ontroerend verhaal als Zuurkool doet enkele saaie passages in Doorzakken bij Jamin vergeten. Op een gegeven moment heb je het namelijk wel even gehad met de diëten, de eetproblemen en de kilo’s die er steeds weer aankomen. Met name haar overzicht van gevolgde afslankprocedures en momentopnames van haar lichaamsgewicht wordt een beetje zeurderig. Vooral wanneer je erbij stilstaat dat Hanneke Groenteman in 1939 werd geboren en dus al dik in de zestig is. Dan ziet ze er toch nog heel goed uit voor haar leeftijd, ondanks haar omvang. Een compliment voor haarzelf en een compliment voor een leuk boek.

Muziek / Concert

Even jong voor ouderen

recensie:

Blondie begint over dertig minuten. De zaal is half gevuld, drie mannen van eind dertig halen herinneringen op aan hun jeugd. Eén heeft het sterkste verhaal: hij fietste eens helemaal van Groningen naar het Overijsselse Steenwijk om een band te zien. Nu is hij de Bob en drinkt hij een maltbiertje. Niets is meer zoals het was, maar iedereen hoopt dat het voor even weer wordt als vroeger, in de jonge dagen.

~

Het is al weer het derde leven van de band die zijn hoogtepunt eind jaren zeventig en begin jaren tachtig beleefde. In 1999 kwamen ze terug het catchy Maria en nu tourt Blondie om weer een nieuw album te promoten. Benieuwd waartoe Deborah Harry en haar band nog in staat zijn, togen vooral dertigers en veertigers naar de Oosterpoort. Niet bij iedereen waren de verwachtingen hoog: “Het zal me niks verbazen als het optreden na een uur al voorbij is. Veel langer zal ze het niet kunnen volhouden”, klinkt het pessimistisch. Het merendeel van de bezoekers was echter vol goede moed; waar betaal je anders die dertig euro voor?
De gewillige, maar half lege zaal werd opgewarmd door de plaatselijke Firebirds. Gekleed in strakke zwarte spijkerbroeken met zwarte riem, waar een flets bloemetjesoverhemd in verdween, speelden de vier hun mengeling van surf en rock. Het geluid was niet al te goed, maar het optreden stond als een huis.

In de tijd tussen het voorprogramma en de hoofdact loopt de zaal langzaam voller; uiteindelijk is het voor ongeveer driekwart gevuld. Dan is het moment daar: de lichten dimmen, de band (grotendeels vernieuwd) stapt het podium op. Debbie blijft achter de coulissen staan, als ware ze nog altijd een grote ster. De band speelt Atomic, en het klinkt goed. Dan verschijnt ook zij onder luid applaus op de bühne. Ze draagt sierlijk twee zonnebloemen bij zich. Haar geblondeerde haren en de kleurvolle slierten aan haar jas wapperen door een ventilator bij de microfoon; ze ziet er boven verwachting goed uit en het publiek aanbidt haar bijna. Debbies uiterlijke schoonheid en het goede spel van de band kunnen echter niet verhullen dat de zenuwen haar naar de keel grijpen: de zang klinkt nergens naar, maar iedereen is dolenthousiast.

~

Na de eerste paar nummers krijgt ze meer grip op haar stem, maar ze blijft de mindere van de vijfkoppige band. Dat deert het publiek echter niet: alle aandacht gaat uit naar Debbie. Zelfs de drummer legt het met zijn gegoochel met de drumstokjes af tegen de voorvrouw. Volwassen mannen en vrouwen schreeuwen als tieners naar haar, het publiek vooraan bij het podium wil haar constant aanraken en zodra ze haar fleurige jas uitdoet, waaronder ze een evenzo kleurrijk shirt draagt, juicht men extra luid; alle hormonen krijgen weer de vrije loop.

Vernieuwend, goed of spannend was het optreden zeker niet. Debbie zingt niet meer zoals vroeger en het waren vooral de bekende oude nummers die de revue passeerden. Alleen Denis, de allergrootste hit, werd niet gespeeld. Maar is het erg dat het optreden zich beperkte tot een best of-show? Strikt genomen zijn er alleen maar winnaars. Blondie houdt er een mooie zak met geld aan over en het publiek kreeg waar het voor kwam: een avondje weer doen alsof je jong bent. Deze tour kan een mooi einde van een succesvolle carrière zijn. Nu kunnen Debbie en vrienden in stijl afscheid nemen. Als Blondie echter op nóg een leven gokt, liggen waarschijnlijk trieste lege zalen in het verschiet. Dat zou het verleden van de band geen recht doen.

Muziek / Album

Sterrenstatus in het verschiet?

recensie: Ordinary Miracles

Post Stardom Depression. Aardige naam voor een groep losers die nog nooit wat gepresteerd heeft. Niet in de muziek, en nog minder er buiten. Dat is althans het verhaal dat de groep graag de wereld instuurt: rockmuzikanten zonder talenten. Hun eerste langspeler bewijst dat de groep tot meer in staat is dan ze wil laten geloven, maar op een sterrenstatus hoeft de band nog niet te rekenen. Laat staan een postbekendheids-depressie.

~

Toen Jefferson Angell en Kyong Kim tijdens één van de vele momenten dat ze op de bank hingen besloten dat de amusementsindustrie wel wat voor hun was, was de keuze voor rock ’n roll snel gemaakt: daar hoef je immers niks voor te kunnen, was de motivatie . Die invalshoek blijkt ook op Ordinary Miracles. De nummers zijn lekker vuig opgenomen, waardoor PSD klinkt als iedere andere stamprockende band, maar tegelijkertijd drijft PSD de spot met rockers die zichzelf en hun muziek serieus nemen. Dat uit zich vooral in rare geluidjes die over de gitaren heen zijn gemixt (When It Comes To Cars) en teksten die tè duidelijk over auto’s (When It Comes To Cars), geweld (Honeymoon Killer) en meisjes, heel veel meisjes (Monster, Let’s Destroy, boom boom boom etc.) gaan.

Het kan erg leuk zijn; een lekkere rockband mét gevoel voor humor, maar PSD is níet leuk. Daarvoor is de muziek, ondanks ontegenzeggelijk talent van de bandleden, te matig en is de spot niet leuk genoeg. Dat de muziek niet aanspreekt, komt vooral doordat duizenden platgetreden wegen nogmaals worden bewandeld. Daar is geen spoor van sarcasme van in te vinden; het komt voort uit een puur gebrek aan lef. Dat de spot niet aanslaat, is evengoed te wijten aan te weinig durf. Om succesvol te parodiëren of bespotten, moet je in de muziek niet al te subtiel zijn. Een band als Das Pop toont dat ironie en sarcasme in dikke lagen op de muziek moeten liggen; de Belgen slaagden er daardoor in lekkere muziek te combineren met parodie en ironie.

~

Er is trouwens nog wel hoop voor PSD; Ordinary Miracles is immers de debuutplaat van band. Afgeschreven zijn ze dus nog zeker niet, maar komende tijd moet de groep wel hard nadenken over hun toekomst in de muziek. En als ze dan besluiten door te gaan, zal een andere, nieuwe weg moeten worden ingeslagen. Want om muziek te maken hoef je inderdaad niks te kunnen, maar om goede muziek te maken is zeker meer nodig dan PSD momenteel te bieden heeft.

Link:

www.poststardomdepression.com

Boeken / Fictie

Acrobatische balans

recensie: Het bijna ware verhaal van Cedar B. Hartley (die van plan was een ongewoon leven te leiden)

.

~

In Murray’s jeugdboek ontbreekt het Cedar bepaald niet aan verbeelding, zowel in haar hoofd als op papier. Tussen de geschreven teksten door krijgen we een indruk van haar omgeving door de vele tekeningen die het boek rijk is. Cedar is de belichaming van individualisme, een meisje dat niet bang is buiten de grote groep te vallen. Samen met haar vrienden probeert ze iets unieks te creeëren door een acrobatische uitvoering. Cedar is een tiener in een Australische multiculturele samenleving, waarin de italiaanse Caramella Zito haar beste vriendin is, waarin de vijftig jaar oude Oost-Europese Ricci bij haar sociale groepje hoort. Samen met haar hond Stinky struint Cedar B. Hartley graag de buurt af. Ze “vermijdt de hoofdstroom van de straatactiviteiten en wordt naar de kliekjes toegedreven.”

Alles gaat zijn gangetje tot Stinky vermist raakt. Na het verspreiden van posters staat ineens Kite bij haar op de stoep, een jongen die haar haar hond terugbezorgt. De twee hebben veel gemeen, en dan ontdekken ze ook nog dat ze allebei een liefde hebben voor acrobatiek. Cedar woont bij haar moeder. Haar vader is dood en haar broer is weggelopen. Kite’s ouders zaten vroeger bij het circus, maar zijn nu gescheiden. Zijn moeder zit nog steeds bij het circus. Kite kan zwaaien in bomen, en dat wil Cedar ook wel kunnen. Kite geeft Cedar les in acrobatiek, wat hij weer van zijn vader en moeder geleerd heeft. Plotseling wordt Ricci’s hond ernstig ziek en heeft hij een operatie nodig. Kite en Cedar besluiten om een acrobatische uitvoering te doen om geld in te zamelen voor de operatie.

Nostalgie

Het is altijd een grote opgave om als volwassene een boek te schrijven vanuit het perspectief van een jonge tiener. Er zijn van die tienerboekenvalkuilen die bijna onvermijdelijk zijn en veel schrijvers trappen daar dan ook in. Omdat kinderen het boek moeten kunnen lezen, proberen schrijvers een simpele stijl aan te houden, die er dan meteen voor zorgt dat je het boek in nog geen twee uur uitleest. Daarnaast willen nostalgische herinneringen aan een tijd lang vervlogen nog wel eens in de weg staan als de schrijver zich een voorstelling wil maken van een jonge tiener. Helaas heeft ook Murray zich laten beïnvloeden door haar volwassen kijk op de wereld, waardoor het verhaal van Cedar een volwassen karakter krijgt. Er zijn geen grote onvolkomenheden, maar Cedar is toch duidelijk een product van een volwassen schrijver, die terugkijkt op haar jeugd. Vandaar dat Murray het boek ook Het bijna ware verhaal… heeft genoemd. Het is overduidelijk dat Murray een deel van haar eigen jeugd probeert te beschrijven in haar debuutroman, waarbij ze als volwassene haar jeugd aan het romantiseren is.

Balans

Cedar’s leven bestaat uit vragen, zoals het iedere tiener betaamt. Aan het eind van het boek komt haar broer weer opdagen en krijgt ze eindelijk antwoord op de prangende vragen die Cedar al jaren in haar hoofd heeft zitten over de dood van haar vader. Eind goed, al goed, zoals het een jeugdboek betaamt. Een jeugdboek heeft nu eenmaal als nadeel dat het voorspelbaar is, zeker als je het als volwassene leest. Maar ondanks het nostalgische en cliché-matige defect dat het kinderboek vertoont, is er duidelijk veel warmte in het verhaal, een gevoel van goede jeugdherinneringen.
Het is een verhaal over het vinden van balans in je leven, een verhaal over volwassen worden temidden van een multiculturele samenleving en het verstevigen van de band tussen familieleden. ä is een luchtig kinderboek waar vooral niet te zwaar aan getild moet worden. Cedar mag dan soms een beetje te volwassen overkomen en soms met haar hoofd in de wolken lopen, maar het is toch vertederend om de dagdromende Cedar á la Lana Monroe opkomt als Shirley Bassey waarbij ze volledig zelfverzekerd Walk on By begint te zingen, hoe dat ook mag klinken.

Boeken / Fictie

Als een voorhamer

recensie: In duizend stukjes

Wanneer James Frey de ontwenningskliniek binnenkomt, is hij verslaafd aan cocaïne, crack, pillen, acid, paddo’s, speed, benzine, lijm en alcohol. Hij gebruikt zo veel hij kan, zo vaak hij kan. Vlak voor zijn opname is hij van een brandtrap gevallen en zijn voortanden zijn afgebroken, zijn wangen gescheurd en zijn neus gebroken. James Frey is van de binnen- en buitenkant een wrak, op sterven na dood. Maar hij moet afkicken en leven.

~

Zo begint In duizend stukjes (A Million Little Pieces), het boek van de Amerikaan James Frey. Frey is 33 wordt in Amerika gezien als een van de meest succesvolle auteurs van dit moment (samen met bijvoorbeeld Dave Eggers). Dit boek, In duizend stukjes, wordt over een tijdje verfilmd door Gus van Sant, met in de hoofdrollen wellicht Brad Pitt en Jennifer Aniston. Is dit boek, dat je een beschrijving van een ontwenningskuur kunt noemen, ware het niet dat je dan een aantal punten miste, alle ophef waard?

Zenuwen

Op ruim een derde van het boek is daar nog niets definitiefs over te zeggen, maar er zijn al wel wat voorzichtige aannames te maken. In duizend stukjes kenmerkt zich door een opvallende schrijfstijl: Frey schrijft korte zinnen die hij vaak herhaalt, alsof het mantra’s zijn. Verder schrijft hij in elke zin woorden met hoofdletters, waardoor je in het begin het idee hebt dat de ik-figuur alles om hem heen groot en belangrijk vindt. Dit begint op een gegeven moment op je zenuwen te werken, maar het idee erachter is goed. Frey schetst de dwanggedachten van een verslaafde niet alleen in het verhaal, maar ook in de stijl.

Ik heb het boek nog niet uit, maar uiteindelijk zal James afkicken, daar ben ik nu, op bladzijde 132, van overtuigd. Hoe hij dat zal doen en hoe lang dat zal duren is nog onduidelijk, maar vast staat dat de ik-figuur vooral lijdzaam afwacht en intussen zijn vrienden en mede-afkickers observeert. Zijn eigen gedachten lijken hem niet zoveel te interesseren, zijn verslaving is het enige belangrijke deel aan zichzelf. Nu hij geen verdovende middelen krijgt zoekt hij andere manieren om te ‘scoren’, en hij doet pogingen met chocolade, koffie, sigaretten en vooral heel veel eten.

Tandarts

Het verhaal is niet echt spannend te noemen, maar het is wel een aangrijpend relaas. Wat je ook van verslaafden vindt, wanneer James een wortelkanaalbehandeling moet ondergaan bij de tandarts leef je met hem mee. Vooral omdat hij, als afkickende verslaafde, geen enkele vorm van verdoving krijgt.

De boor is weer aan en hij boort door het stukje voortand links. Hij gaat door een dunner, kwetsbaarder stuk bot, dus hij gaat snel. Hij slingert het gruis weg. Zodra hij binnendringt, schiet er een stroomstoot door me heen die iets anders, iets heel anders, iets oneindig veel ergers is dan pijn. Alles wordt wit en ik krijg geen adem. Ik pers mijn ogen dicht en ik pers de tanden die ik nog heb op elkaar en ik denk dat mijn kaken breken en ik knijp mijn handen dicht en ik druk mijn vingernagels door het harde rubber van de tennisballen en mijn nagels scheuren en mijn nagels breken en bij mijn vingernagels bloedt het al en ik krom mijn tenen dat doet godvergeten zeer en ik span mijn beenspieren dat doet godvergeten zeer en mijn bovenlijf spant zich en het voelt of mijn buikspieren het gaan begeven […].

Ik zal dit boek nog uit lezen, maar op dinsdagavond 9 december is auteur James Frey in Nederland voor een lezing. Ik zou hem al wel een paar vragen willen stellen.
Los van de vraag of het een autobiografisch verhaal is, zou ik graag willen weten wat hij met zijn boek wil bereiken. Wil hij een afschrikwekkend voorbeeld geven van een verslaving? Denkt hij dat dit de beste manier is?

Moraal

Wat mij zo tegen de borst stuit bij maatschappelijk verantwoorde literatuur is de overduidelijke moraal die er in dit soort boeken ligt. Begin er niet aan, is de boodschap, al wordt die gelukkig nergens expliciet vermeld. Subtiel is zijn boek allerminst, en ik vraag me af of de inhoud voor Frey niet veel belangrijker is dan de literaire vorm waar hij zijn verhaal in heeft gegoten. Natuurlijk heeft hij een bijzondere schrijfstijl die inderdaad overeenkomt met de idee van zijn verhaal, maar echt literair kan ik het vooralsnog niet noemen. De korte zinnen bieden weinig ruimte voor echt rake observaties en het fragmentarische lijkt me iets te bestudeerd. De personages van In duizend stukjes zijn prachtige karakters, maar wel behoorlijk stereotiepe vaderfiguren, nurkse zusters en pesterige mede-verslaafden.

Frey’s verhaal komt aan als een voorhamer, maar is dat wel de juiste manier om de boodschap tot de lezer door te laten dringen? Is wat meer subtiliteit niet veel beter, ook voor de kwaliteit van verhaal en vorm?
Deze, en andere vragen, leveren waarschijnlijk een interessante discussie met Frey op. Zijn lezing vindt plaats op 9 december om 20u in De Rode Hoed, Keizersgracht 102 in Amsterdam. Kaarten voor studenten kosten € 7,50, andere bezoekers betalen € 12,50.

Muziek / Album

Even Fishtanken

recensie: In the Fishtank 10

~

Het heeft lang geduurd, maar eindelijk is het er gekomen. Na succesvolle sessies van onder andere bands als Tortoise, Low, en Sonic Youth was het de beurt aan Motorpsycho om een zogeheten Fishtank-sessie op te nemen voor ’s Neerlands grootste platenmaatschappij De Konkurrent. Voor deze speciale sessie verleenden de mensen van Jaga Jazzist Horns hun assistentie. Of was het nou andersom? Het resultaat mag er in ieder geval zijn, vijfenveertig minuten muziek verdeelt over vijf nummers die de luisteraar doen smullen.

Wie vorig jaar Motorpsycho op de festivals van de lage landen zag spelen, zag ook dat de band zich regelmatig liet bijstaan door Jaga Jazzist, die andere geweldige formatie uit Noorwegen. Er waren vaak veel mensen op het podium en samen jamden ze er op los alsof het een lieve lust was. Na een aantal goed bevallen optredens werden de jamsessies aan het einde van het vorige festivalseizoen nog eens in een studio overgedaan.

What came out is a stunning cocktail of Stax Soul, John Coltrane and obviously, Pharaoh Sanders.

Wie op een rustige zondagmiddag alle platen van Motorpsycho naast elkaar zou leggen heeft de muziekgeschiedenis van de twintigste eeuw in één oogopslag op een rij. De leden van Motorpsycho zijn meesters in het afleggen van een parcours dat alle hoeken van de muziekwereld beslaat, maar ze weten daar steevast een eigen interpretatie aan te geven. Per plaat weet Motorpsycho volledig anders te klinken. In het jaar dat het schitterende countrygetinte album The Tussler opnieuw werd uitgebracht, verschijnt Motorpsycho wederom anders dan voorheen.

Een perfecte combinatie

~

Zogezegd worden er vijf nummers gespeeld en één van die nummers is een jazzy bewerking van het nummer Pills, Powders and Passion Plays dat ook terug te vinden is op het geroemde album Angels and Deamons at Play. De rest van de plaat is allemaal nieuw en is deels geschreven door de blazerssectie van Jaga Jazzist en deels door de mensen van Motorpsycho. In een paar nummers wordt er gezongen, maar over het algemeen zijn de nummers instrumentaal.

~

Nummer één zet de toon van de plaat en voor je er erg in hebt ben je alweer bij het laatste nummer, nummer vijf. Dit nummer, met de titel Tristano, vergt veel geduld van de luisteraar, maar als het eenmaal op gang is, dan is het ook het wachten waard geweest. In het ruim twintig minuten durende Tristano doen de muzikanten op plaat wat je anders tijdens optredens van ze gewend bent. De inventiviteit van beide bands zorgt voor een briljante combinatie van veel trompetten en lekkere, fijne jazzy grooves. De luisteraar laat zich vrijwillig blinddoeken om zich met volle overgave langs landschappen van geluid te laten leiden. Ik zou zeggen: never change a winning team.

Links:

www.jagajazzist.com
http://motorpsycho.fix.no/
www.konkurrent.nl

Film / Films

Uit als een nachtkaars

recensie: Revolutions is iets beter dan deel 2, maar dat kon ook gauw

Een jaar of twee geleden dook er op internet opeens een alternatieve versie op van The Phantom Menace, de eerste episode in de Star Wars-sage. Een handige jongen was zo ontevreden over de beruchte prequel dat hij met behulp van een dvd en wat montagesoftware een nieuwe versie maakte, waarin het politieke geneuzel tot een minimum werd gereduceerd en het grootste deel van de scènes met de irritante Jar Jar werden geschrapt. Het resultaat was een verbluffend coherente film, die wereldwijd de nodige opschudding veroorzaakte. Het wachten is nu op een snelle jongen die de schaar zet in de laatste twee Matrix-films.

~

The Matrix Revolutions begint enige uren na het einde van voorganger Reloaded, zonder enige samenvatting van die film. Neo (Keanu Reeves) lijkt in coma te liggen, maar bevindt zich ondertussen in een klinisch wit metrostation dat een verbinding vormt tussen de Matrix en de echte wereld. Als hij weer bijkomt, hoort hij dat het nog maar een paar uur zal duren voor Zion, het laatste bolwerk van de mensen, vernietigd zal worden door de meedogenloze Machines. Zal Neo de mensen redden? Zal Zion standhouden? Is Revolutions een even saaie en pretentieuze draak als Reloaded?

Stoplappen

~

Voor het eerst sinds de originele film kun je je tijdens het zien van Revolutions andere dingen afvragen dan “Wanneer is dit gezeik eindelijk afgelopen?”, zoals bij deel twee het geval was. De actiescènes doen er weer toe, en fungeren niet meer alleen als peperdure stoplappen. De aanval van de Machines op Zion is bij tijden zelfs echt spannend en bevat enkele prachtige beelden. Desalniettemin duurt het wel minstens een uur vol nodeloos pseudo-filosofische dialogen voor het eindelijk zo ver is. In hun debuut Bound en de originele Matrix lieten de Wachowski’s zien dat ze meesters waren in het visueel vertellen van een verhaal. In de twee vervolgdelen geven ze de voorkeur aan het woord, en dat is bij deze films een doodzonde.

Karige ontwikkelingen

Gelukkig kun je tijdens de spannende stukken in Revolutions weer meeleven met de personages, al is het maar een beetje. Je voelt je als bioscoopbezoeker echter goed op je tenen getrapt als je merkt dat veel van de karige ontwikkelingen uit Reloaded (er zijn meerdere versies van de Matrix geweest, en ook verlossers als Neo hebben eerder geprobeerd de mensen te redden van de ondergang), in Revolutions niet meer ter zake lijken te doen. Natuurlijk redt Neo de mensheid, maar was daarvoor echt dat vreselijke tweede deel nodig geweest?

Remastered

Het grootste raadsel uit de hele Matrix-sage is dan ook hoe de Wachowski’s de studio hebben overtuigd van het feit dat ze voor hun magere vervolgverhaal twee films nodig hadden in plaats van één. Twee films betekent meer werk, maar ook een dubbel salaris. De makers van deze films zijn daarom de enige winnaars van deze ronde. Maar dat kan veranderen: ik daag hierbij alle Matrix-fans met Adobe Premiere of Final Cut Pro uit een coherent verhaal te smeden van de beide laatste Matrix-films. Sloop alle overbodige dialogen eruit en kort de actiescènes in met veertig procent. The Matrix Remastered is het enige echte vervolg op het klassieke eerste deel. Wie durft?