8WEEKLY

Pittig koekje

Artikel: Breath of Fire: Dragon Quarter

.

Dragon Quarter is alweer het vijfde deel uit de Breath of Fire-serie van Capcom. Op de PSX heb ik wel eens met een BOF-game gespeeld, en dat is me toen uitermate goed bevallen. In deze game ben jij de blauwharige Ryu, en werk je als een ranger in een ondergrondse wereld. Meestal bestaat je dagtaak uit het opsporen en verslaan van gevaarlijk ongedierte zodat jouw mensen veilig in hun ondergrondse wereldje kunnen wonen. Je collega’s zijn niet zo heel erg kapot van je, en behandelen je dan ook met weinig respect. Het blijkt echter dat Ryu (uiteraard) geheime krachten heeft, en natuurlijk komen die tijdens dit spel naar de oppervlakte.

Het verhaal

Al gauw bevindt Ryu zich in gezelschap van het meisje Nina (die natuurlijk de nodige bescherming nodig heeft) en de stoere Lin. Tussen de gamegedeeltes zitten scènes die je weer een stukje van het verhaal laten zien. Dit verhaal zit dermate vol met twists, subplotjes en verrassingen dat je toch steeds blijft spelen omdat je simpelweg wilt weten hoe het nu weer verder gaat met het avontuurlijke trio.

Knokken

Het combatsysteem in deze RPG is turn based, en de gevechten vinden gelukkig niet willekeurig plaats, zoals we in veel andere RPG’s wel zien. Je kunt je tegenstander tevoorschijn lokken door het zetten van vallen of door het droppen van aas. Verder kan Ryu bommetjes naar zijn tegenstanders gooien zodat ze al verzwakt aan het uiteindelijke gevecht beginnen. In BOF:DQ is het belangrijk wie als eerste het gevecht aangaat. Neem jij het initiatief, dan ben jij als eerste aan de beurt en kun je je tegenstander meteen een flinke slag toebrengen. Natuurlijk zijn er weer allerhande potions en voorwerpen die je gezond kunnen maken.

Halfdraak

Zoals gezegd heeft Ryu geheime krachten: drakenkracht om precies te zijn. Hierdoor verandert Ryu in een halfdraak, iets dat er niet alleen gaaf uitziet, maar tijdens gevechten ook nog eens ontzettend effectief is. Door het gebruik van deze krachten verliest Ryu echter zijn grip op zijn menselijkheid, en dat kan hem uiteindelijk doden. Daardoor geldt: geniet, maar gebruik met mate. Je moet dus voortdurend Ryu’s status in de gaten houden, de zogenaamde D-counter. Deze kruipt al spelende omhoog, en extra hard als je Ryu’s gave gebruikt. Kom je boven de 100, dan leg je het loodje.

Conclusie

BOF:DQ ziet er prima uit, en speelt ook vrij simpel. De beginnende RPG’er heeft in principe na een uurtje spelen wel door hoe alles werkt, en kan dan helemaal los. Toch is BOF:DQ niet voor iedereen geschikt. Het spel is namelijk zeer pittig. Echte beginners kunnen dan beter eerst even een andere titel oppakken. Voor de doorgewinterde RPG’er is BOF:DQ echter een heerlijk pittig koekje waar ze hun tanden weer vele uurtjes op stuk kunnen bijten.

Muziek / Album

Het eigene in de vele gezichten van Spencer P. Jones

recensie: Spencer P. Jones - Fait Accompli

Spencer P. Jones is al meer dan twintig jaar een bekend gezicht in de Australische muziekwereld. Hij vergaarde roem met bands als The Beast of Bourbon en The Johnnys. Over die laatste was Neil Young onlangs in een interview nog zeer lovend. De band heeft volgens hem ‘a guitar sound good enough to bottle’. Altijd prettig, zo’n compliment van de Godfather of grunge.

~

Dat Spencer P. Jones van goede gitaren houdt, blijkt ook op zijn alweer vierde soloplaat. Alle twaalf nummers klinken anders, roepen steeds weer nieuwe associaties op, maar passen door het eigen gitaargeluid prima bij elkaar. Het nummer Wherever/Whatever doet bijvoorbeeld sterk denken aan de oude up tempo Bob Dylan. Rappend als in Subterranean Homesick Blues vergast Jones de luisteraar op een verhaal over zijn leven als muzikant: nooit rust of tijd, maar altijd over de aardkloot trekken: ‘I’ve been around the world and back / like Cassidy and Kerouac’. Het nummer geeft een opwindend gevoel; het tempo ligt hoog en hoewel de tekst weinig positief is over het leven van een popster, besef je als luisteraar wel dat je op de bank voor de televisie toch maar erg weinig meemaakt. Na de opwinding van Wherever/Whatever volgen een aantal rustiger nummers. De trage en lome ritmes doen je dan weer terugzakken in de bank en voor je het weet ben je weer tevreden met je relaxte leventje. Waarom zou je eigenlijk reizen als hier in Nederland alles zo goed geregeld is?

Lief en gevoelig

Dat Jones en band ook lekker kunnen rocken, bewijzen ze op het pittige I Wanna Hand To Hold When I Go To Hell. De boodschap van het nummer is dat Spencer P. Jones geen liedjes wil schrijven over de mooie en lieflijke zaken in het leven, maar dat hij er wel behoefte aan heeft dat er een geliefde bij hem is als hij naar de hel gaat. Yeah! Rock ’n roll! Toegegeven, de tekst is weinig spannend, maar de muziek van het nummer is erg goed.
En dat meneer Jones diep in zijn hart ook gewoon een lieve en gevoelige man is, toont hij even later in het melancholische Whole Way Down:

It don’t matter what I do today
It don’t matter anyway
Doesn’t matter what I feel today
I’ve been missing all your kissing
The whole way down

En zo ontpopt de stoere rock ’n roll-held zich ineens tot een romantische troubadour. Het is symptomatisch voor Fait Accompli: zowel muzikaal als tekstueel tapt Spencer P. Jones uit vele vaatjes, maar de eenheid van het album komt nergens in het gedrang. De liedjes van Spencer P. Jones zijn geworteld in de donkere zelfkant van het bestaan in zijn geheel en van de rock ’n roll-wereld in het bijzonder. Hoezeer het hem ook gegund is, hij moet maar niet doorbreken bij het grote publiek. Romantiek als dit laat zich niet veinzen, daar moet voor worden gevoeld en geleden.

Muziek / Album

Melancholieke droompop van een hoog niveau

recensie: Mist - Dangerous Words

Met het begin 2003 verschenen album We Should Have Been Stars wist het Amsterdamse droompop-viertal Mist relatief eenvoudig een plaats te veroveren in zowel de nationale als de internationale popscene. Naar aanleiding van de veelal lovende recensies in de Nederlandse pers kreeg de broeierige, melancholieke popmuziek van Mist in ons toch o zo koude kikkerlandje veel airplay (Twee Meter Sessies, VPRO’s Club Lek, Radio 2). “Opposites attract,” hoor ik je zeggen, en je hebt gelijk! Dat ook Spanje zich niet onbetuigd liet, is af te leiden uit het aantal keren dat de Spaanse nationale radio aandacht besteedde aan We Should Have Been Stars, met twee optredens voor de Spaanse nationale televisie als voorlopig hoogtepunt. Het schetst dan ook weinig verbazing dat de groep onder contract staat van het Spaanse label Astro Records, een label dat zich lijkt te hebben gespecialiseerd in sfeervolle droompop.

~

Nu verschijnt plotseling het vervolg op We Should Have Been Stars in de vorm van de EP Dangerous Words, met hierop vijf prachtige ingetogen nummers, waaronder een remix van Noizlabs (voorman van het ter ziele gegane drum ‘n’ bass-gezelschap Grumpyhead) waarop gebruik wordt gemaakt van de gesamplede stem van de inmiddels naar Engeland geëmigreerde Nederlandse zangeres Bloem de Ligny. De Fade In Fade Out-remix komt van de hand van Freiband, alias Frans de Waard, die vooral bekendheid geniet van zijn experimentele projecten Beequeen, Kapotte Muziek en van zijn remixen voor de Super Furry Animals.

Maar het pronkstuk op Dangerous Words is ongetwijfeld het titelnummer. Een groeibriljant van de eerste orde, met dank aan het warme karakteristieke stemgeluid van zanger/gitarist Rick Treffers. Gezegend met een groot gevoel voor timing weet hij de spanning als geen ander vast te houden. Hitpotentie is in grote mate aanwezig. Doe er wat mee zou ik zo zeggen!

Energie te over

Met de Janis Ian-cover At Seventeen leverde Mist onlangs een bijdrage aan de verzamel cd More Than A Woman (My First Sonny Weismuller Recordings/Konkurrent). Ook heeft de band zijn medewerking verleend aan het eind april te verschijnen album Fabrica de Cemento van de Spaanse singer-songwriter Una. En alsof dat alles nog niet genoeg is, wordt het album We Should Have Been Stars in april uitgebracht in Duitsland en Noorwegen. Bezige baasjes, die jongens van Mist. De komende maanden tourt de inmiddels tot vijftal uitgebreide band samen met The Nits door Frankrijk, staat het samen met labelgenoot Lansbury geboekt voor een grote tournee door Spanje en zoekt het in mei op eigen kracht naar avontuur in Chili, Argentinië en Mexico. Energie te over, zo lijkt het. Maar voordat het zover is kun jij ze 19 maart gelukkig nog gaan bekijken in de Winston International in Amsterdam.

Muziek / Album

Hysterie met dialoog

recensie: The Von Bondies - Pawn Shoppe Heart

Eventjes leek de Europese release van Pawn Shoppe Heart volledig overschaduwd te worden door het vechtincident van 13 december. Jason Stollsteimer, zanger van The Von Bondies, raakte in het Majestic Theater Center in Detroit slaags met Jack White, zanger van The White Stripes. Beide heren hadden kennelijk nog wat ‘unfinished business’, want Stollsteimer eindigde het gevecht met een opgezwollen rechteroog en een bloederige neus. Jack White liep slechts wat sneetjes aan zijn linkerhand op. Een dag later stonden de foto’s op internet, en werd bekendgemaakt dat Jack White op 22 december werd aangeklaagd wegens ernstige mishandeling. De uitspraak volgt binnenkort, en White hangt mogelijk een celstraf van een jaar boven het hoofd. Waarschijnlijk zal hij er echter van afkomen met een voorwaardelijke straf, omdat hij nog geen strafblad heeft.

Beide heren zijn afkomstig uit Detroit, en White was co-producer van het debuutalbum van The Von Bondies Lack of Communication. Geruchten gaan dat de ontstane discussie en ruzie iets te maken had met kritiek die Stollsteimer leverde op de productie. Hoe het ook zij, er ontstonden smeuïge roddels, en de pers dook er bovenop. De release van de plaat is er niet om verschoven, en dus worden we nu geconfronteerd met het tweede album. Dat deze keer niet bij indie Sympathy for the Record verschijnt, maar bij major Warner.

Hysterische zang

Een van de zaken die als eerste opvallen bij het luisteren naar Pawn Shoppe Heart is de energie die uitgaat van de ritmesectie van de band. Bassiste Carrie Smith, drummer Don Blum en gitariste Marcie Bolen brengen een zeer vloeiende, rockende garagesound, die vanaf het eerste nummer No Regrets blijft doorrazen. Zanger Jason Stollsteimer zingt met luide, hysterische stem over de muziek heen, af en toe gesteund door de achtergrondzang van Marcie Bolen. Deze achtergrondzang krijgt de vorm van dialoog, en in de nummers C’mon C’mon en Tell me what you see is dat ontzettend aanstekelijk. Zo’n vraag-en antwoord spelletje tussen man en vrouw(en) geeft de tracks een soort punky sound.

Zelfde sound, betere songs

In vergelijking met het debuutalbum zijn The Von Bondies qua sound niet veel veranderd, wel denk ik dat Pawn Shoppe Heart een vollere sound heeft dan zijn voorganger. Deze bevatte namelijk al prijsnummers It came from Japan en Lack of Communication. Toch zijn over het geheel gezien de songs veel sterker, en rocken de Von Bondies simpelweg nog harder. Ook de zang klinkt zo mogelijk nog soulvoller; Stollsteimer heeft veel geluisterd naar grootheden als bijvoorbeeld Screamin’Jay Hawkins of Otis Redding, en galmt wanhopig zijn vocalen in The Fever. De volgende track Right of Way begint dan weer heel bluesy, met korte gitaarloopjes en een simpel tikkende drummer.

Eindlijstje

The Von Bondies verblijden ons andermaal met een heerlijke plaat, die ik gewoon op repeat kan zetten gedurende de ganse dag. Ik ben nu eenmaal een sucker voor vrouwelijke achtergrondzang, zeker wanneer deze afkomstig zijn van Marcie Bolen en Carrie Smith.
Een plaat met 12 songs vol garage, blues en wanhoop. Een plaat voor mijn eindlijstje van 2004, zoveel is zeker.

Boeken / Reportage
special:

Potje Triviant?

Kennis is macht. En daarnaast nog eens hartstikke populair. Tijdschriften zoals Zo zit dat en Kijk hebben al jaren een vaste schare aanhangers. En sinds kort is Quest daar nog eens bijgekomen. De populaire wetenschap is… populair. De mens is van nature nieuwsgierig en de media spelen daar handig op in.

~

Ook oudgediende Intermediair speelt met z’n vragenrubriek ‘knagende vragen’ op dit thema in. In ieder nummer worden door de lezers gestelde vragen over alledaagse zaken door andere lezers beantwoord. Vragen als: Waarom moet je vaak niezen als je in de zon kijkt? Waarom hebben de meeste trappen een even aantal treden? Waarom is macaroni hol en krom? De meest alledaagse zaken zijn vaak niet zo vanzelfsprekend als men zich gaat afvragen: Waarom?

Boekvorm

Deze rubriek is zo succesvol dat men besloten heeft een selectie van vragen én antwoorden te bundelen in het boekwerkje Vragen die knagen. Het is een klein handzaam boekwerk geworden met antwoorden op vele zinnige en onzinnige vragen. En daarmee is ook meteen aangegeven wat het probleem vormt van dit boekje: je moet wel héél nieuwsgierig zijn om alle vragen interessant te vinden. Niet elk onderwerp spreekt ieder lezer evenveel aan.
Daarnaast is niet elk antwoord even goed uitgewerkt of onderbouwd. Dit soort vragen zijn niet allemaal wetenschappelijk interessant, dus soms is het betere giswerk het enige antwoord op de vraagstelling.

Misvattingen

Door deze onzekerheid met betrekking tot de juistheid van sommige antwoorden zouden er misvattingen kunnen ontstaan. En dat kan dan mooi worden opgehelderd in de Encyclopedie van misvattingen. Als nieuwsgierig mens ben je op de hoogte van diverse feiten, die je te pas en te onpas in kunt zetten in je sociale leven. Feiten zoals dat de Rijn bij Lobith ons land binnenkomt, of dat eskimo’s twintig woorden voor sneeuw hebben, etc. Helaas zijn deze zogenaamde feiten onjuist. En wat is er leuker dan iemand die met dergelijke wijsheden de sier maakt tijdens feestjes en partijen te corrigeren en te wijzen op de werkelijke toedracht.

Hemels genieten voor de betweters!

In dit boek is ook duidelijk gezocht naar een goede wetenschappelijke onderbouwing van de aangedragen misvattingen. Bij iedere misvatting wordt uitgelegd wat dan de ware toedracht is en deze verklaring is aan diverse deskundigen ter toetsing voorgelegd. Maar ook hier geldt uiteraard dat sommige onderwerpen misschien minder interessant zijn voor de lezer. Het voordeel is echter dat je met één schrijver te maken hebt. Dat maakt het geheel wat consistenter. Bij Vragen die knagen verschilt de auteur en dus de teneur per antwoord.

Simpel

~

Als dat allemaal net iets te ver gaat, maar je wil toch zo af en toe een gevatte opmerking maken, een leuk feitje tentoonspreiden, dan is het Groot lexicon van nutteloze feiten misschien meer iets voor je. Geen gedoe met vraag en antwoord, geen achtergrond informatie, maar gewoon 666 naakte feiten:

Een regenboog heeft geen achterkant;
Een mug heeft tanden;
Neusgaten werken in ploegendienst.

Geen gedoe, geen uitleg. Gewoon klinkklare feiten.

Combi

De supernerd zorgt natuurlijk dat hij al deze drie boeken in z’n bezit heeft. Ze overlappen hier en daar, maar soms vult de een de ander aan. Dus een nutteloos feitje uit de lexicon kun je dan met de encyclopedie ook nog eens onderbouwen. Als je dan nog niet de show steelt tijdens Triviant, dan weet ik het ook niet meer.

Bram Vermeer & Mark Mieras – Vragen die knagen • ISBN 9046150895 • 160 blz. • € 8,00
Hans van Maanen – Encyclopedie van misvattingen • ISBN 9053528342 • 304 blz. • € 24,50
Hein Meijers & Simon Rozendaal – Groot lexicon van nutteloze feiten • ISBN 9025422381 • 111 blz. • € 7,95

Boeken / Fictie

Omdat ik ’t ‘r levend heb afgebracht

recensie: Roland Dorgelès - Houten kruisen

.

Houten kruisen van Roland Dorgelès is tot op de dag van vandaag verplichte kost voor de schoolkinderen van Frankrijk. Het boek dat vlak na de Grote Oorlog verscheen (1919) en direct een groot verkoopsucces werd, is nu ook in het Nederlands taalgebied voorhanden, dankzij de uitgave van De Arbeiderspers in de uitstekende reeks Oorlogsdomein. Het is een boek naar aanleiding van een van de grootste conflicten in de menselijke geschiedenis, maar Dorgelès zoekt de thema’s dichter bij huis; het handelt over trouw, loyaliteit en persoonlijk leed.

Het is lang geleden, maar de Nederlandstaligen hebben het niet altijd zonder Houten kruisen hoeven stellen. Al in 1930 verscheen er een vertaling van de flamingant, decadent en francofiel André de Ridder die tijdens de Eerste Wereldoorlog nog even tot de redactie van een in Nederland uitgegeven en door de Duitsers gefinancierd tijdschrift behoorde, maar zich verder op de vlakte hield. Aan hem hebben we dus de eerste vertaling van het oorlogsboek van Dorgelès te danken – toen nog onder een titel met een ironische diminutief: Houten kruisjes – , die ook in Nederland verspreid werd. Tegenwoordig betaal je tweedehands nog flink voor het boek, maar dat zal meer te maken hebben met de illustraties van Henri van Straten dan met de roman. Alle lof voor de Arbeiderspers, derhalve, voor het ontstoffen van de vergeten tekst, die hopelijk in deze prachtige vertaling van Mechtild Claessens een lang tweede leven beschoren zal zijn.

De roman is namelijk het lezen meer dan waard. In vele opzichten is het een traditionele oorlogsroman, maar het relaas van Dorgelès wil meer. Wat traditioneel is, is de bouw van de roman. De schrijver schetst geen doorlopend verhaal, maar vertelt steeds korte (en langere) episodes, die wel chronologisch geordend zijn. Wat ook niet vreemd is aan het modale oorlogsverhaal is dat het leeuwendeel van de handelingen zich in tijden van rust afspeelt. De gesprekken en de vriendschap tussen de soldaten, de verveling, het verlangen naar huis, juist in die momenten kan de schrijver het ware leed van de soldaat beschrijven. Op dat vlak is er dus weinig opzienbarends te beleven en, zo laat Pierre Schoentjes in zijn nawoord zien, op bepaalde punten is de roman zelfs schatplichtig aan die andere grote Franse Eerste Wereldoorlogsroman, Het vuur van Henri Barbusse.

Maar Houten kruisen onderscheidt zich ook van veel oorlogsromans. Het is geen droog verslag van feiten die de schrijver heeft beleefd. Weliswaar vocht Dorgelès aan het front, maar zijn verhaal gaat grotendeels over zijn maten. En bovendien, zo schrijft hij ergens in het laatste hoofdstuk, zijn sommige dingen aan de fantasie van de schrijver ontsproten.

Dorgelès heeft duidelijk meer gewild met Houten kruisen dan het therapeutisch van zich afschrijven van oorlogservaringen. Dat blijkt ook uit de opzet van de roman. Als je goed kijkt dan zie je dat de op het eerste oog losse structuur alles behalve intuïtief tot stand is gekomen. De schrijver springt niet van het ene interessante feit naar het andere, maar laat langzaam en op een heel subtiele wijze het verval van l’esprit zien.

Aanvankelijk wordt er nog gelachen. Nieuwkomers worden in de maling genomen, domme officiers worden achter hun rug om bespot en hier en daar mag nog iemand trots zijn op een heldendaad. De strijd is in het begin ook nog overzichtelijk. De vijand zit aan de overkant. Maar gaandeweg wordt het verloop chaotischer en de heldendaden twijfelachtiger. Een afgevuurde glazen pot die bij toeval iemand raakt, wordt door de fortuinlijke schutter gevierd als een overwinning. Als er even verderop in het boek een echte overwinning wordt behaald, is de stemming echter veel minder opgewekt. De drie tot ruïnes verworden dorpjes die worden ingenomen, hebben het leven van een aanzienlijk deel van het regiment gekost. De overlevenden hebben uren onder vuur gelegen met slechts de beschutting van een krater en een muur van lijken. Op de terugtocht is de waanzin compleet als de uitgeputte soldaten even voor een dorpje achter het front worden gedropt en de laatste meters moeten lopen (strompelen) om voor een voor de gelegenheid aangetreden generaal te defileren.

Hier schuilt de kracht van Dorgelès. Hij gebruikt de gruwelen van de oorlog op zich niet om de lezer te laten zien dat de oorlog verschrikkelijk is. Hij gaat subtieler te werk. Het beeld van de oude soldaat die op een paaltje tussen de marcherende troepen staat en informeert naar het lot van zijn zoon en door de hoofdpersonen tegelijkertijd gespaard en in onzekerheid gelaten wordt, is immers honderd maal sterker dan het zoveelste verbrijzelde hoofd.

Houten kruisen geeft een gruwelijk en pijnlijk beeld van de oorlog. Maar dat de oorlog zinloos was, dat kan en wil Dorgelès niet beamen. Niet vanwege de hoop dat er na het drama van de wereldoorlog een nieuwe wereldorde zal worden gesticht, zoals bij Barbusse, maar ‘omdat ik ’t ‘r levend heb afgebracht’. Het is een aangrijpend literair hoogstandje, ontdaan van alle idealisme.

Film / Films

Sauers zet cliché rollenpatronen op scherp

recensie: Eric van Sauers is Eric van Sauers

Eric van Sauers is Eric van Sauers is de eerste show van cabaratier Eric van Sauers uit 1998. Met deze dvd is dit programma dan (na twee keer bij de Vara op televisie te zijn geweest) eindelijk op dvd uitgekomen. Rijkelijk laat als je bedenkt dat hij inmiddels al zijn vierde show aan het ontwikkelen is. Maar in de theater is Van Sauers inmiddels al een begrip en ik hoop dit ook terug te zien op zijn debuutdvd. Hopelijk kan de beeldregie van Theo van Gogh de humor van het scherm af laten spatten.

Na een studie aan de toneelschool in Amsterdam sluit Eric van Sauers zich, net als de illustere collega’s Theo Maassen en Hans Teeuwen aan bij ComedyTrain. In dit gezelschap doet hij een flinke dosis ervaring op. Maar naast het theater maakt Van Sauers ook furore op televisie in onder andere Bureau Kruislaan en Sam Sam. Tevens is hij sinds 1996 eindredacteur van het populaire programma Dit was het nieuws. Daarbij won hij in 1997 het cabaretfestival Cameretten en speelde hij een tijd de hoofdrol in Othello van het Noord Nederlands Toneel. Deze heel breed geïnteresseerde cabaretier en acteur toert inmiddels met zijn derde programma De ware liefde door Nederland. Deze carrière lijkt reden genoeg om goed te kijken naar zijn debuut uit 1998. Ik vraag me specifiek af of toen al te voorspellen was geweest dat dit een hele grote zou worden binnen het Nederlandse cabaret?

Rollenpatronen op scherp

De humor van Eric van Sauers is scherp en daardoor soms behoorlijk hard. Toch is hij niet een cabaretier die, in de stijl van Youp van ’t Hek, minuten lang alleen maar loopt af te zeiken. In het interview met Theo van Gogh dat op de dvd staat zegt hij zelf dat hij vroeger, toen hij als stand-up comedian op het podium stond, regelmatig iemand uit het publiek volledig met de grond gelijk maakte. Maar, los van dat de tand des tijds Van Sauers milder heeft gemaakt, vindt hij het te makkelijk om slechts hakkend en zagend te scoren. Tijdens zijn show nuanceert hij dan meestal ook na een onredelijke batterij aan harde grappen zijn opmerkingen. In tegenstelling van wat je in eerste instantie zou verwachten ontkracht dit niet zijn verhaallijn, maar maakt het zijn betoog alleen maar sterker. Hij maakt het leven niet simpeler met tegenstellingen, maar zet de cliché-rollenpatronen op scherp. Dat is waanzinnig grappig.

In zijn neusgaten

Van Sauers heeft volgens Theo van Gogh een mooie mimiek en met de weergave van de show heeft de regisseur duidelijk geprobeerd deze mimiek goed in beeld te krijgen. Dit levert erg mooie close-ups van zijn karaktervolle gezicht op, maar zorgt er ook vaak voor dat beelden onscherp zijn, of dat Van Sauers kort buiten beeld springt. Toch werkt de manier waarop Van Gogh de show in beeld brengt erg goed uit. Doordat je al kijkend bijna in de neusgaten van de cabaretier kunt kruipen wordt je er erg goed in meegesleept.

~

Wat echter wel storend is, is dat halverwege de show duidelijk een niet verbloemde knip is gemaakt. Dit maakt dat je er even helemaal uit raakt en de show kort als een serie grappen ziet in plaats van een aan elkaar gebonden verhaal. Ik snap dat je die knip maakt om het op televisie tot een uitzendbaar geheel te maken, maar op de dvd had ik toch graag de integrale show gezien. Zeker omdat er duidelijk een opbouw in het programma zit die nu wordt onderbroken. Er staan dan nog wel goed veel bonussen op de CD en een interview van een dik half uur, maar het echte cabaret duurt slechts een uur. Dat lijkt me een gemiste kans als de show normaliter anderhalf uur duurt.

Geboeid

Van Sauers is een genot om naar te kijken. Zijn gezicht klopt perfect met zijn humor en hij weet je als kijker geboeid mee te slepen in zijn show. Hij weet niet alleen met woorden een grap neer te zetten, maar ondersteunt dit met zijn gezicht en vaak ook zijn hele lichaam. Dit maakt dat de show die eigenlijk vrij simpel van opzet is (een cabaretier, een microfoon, geen muziek of decor) toch boeiend blijft van begin tot eind.

Goed


Van Sauers debuut levert een mooi programma op. We zitten de cabaretier letterlijk op de huid en worden moeiteloos door het programma gesleept door de charismatische artiest. Het is echter wel een nadeel dat de show niet integraal op de dvd staat, waardoor je halverwege even opnieuw in het programma moet komen. Toch heb ik erg genoten van het debuut van deze klasse-cabaretier en zie al naar de twee andere shows van Van Sauers uit. Laten we hopen dat die ook snel op dvd worden vastgelegd en dan ook in zijn geheel voor het nageslacht worden bewaard.

Theater / Voorstelling

Van film naar toneelstuk

recensie: Met grote blijdschap

.

~

En daar staan ze dan als kemphanen tegenover elkaar op het podium, ergens in de bush-bush (al kun je dat aan het toneel niet echt zien) met een paar afgetrapte meubelen om hen heen. Het zijn de broers Luc (Dries Smits) en Ad (Tom Jansen) die elkaar uit het oog zijn verloren, omdat Ad de benen heeft genomen en niets neer van zich liet horen. Waarom? is de grote vraag waar het hier om draait. In de Belgische Ardennen leidt Ad samen met Els (Renée Fokker) een kluizenaarsbestaan. Wat hebben zij te verbergen? Luc probeert daar, met zijn hoogzwangere vriendin Mieke (Oda Spelbos) in zijn kielzog, achter te komen als hij zijn broer op het spoor is gekomen.

Een mooi geheim

Het hele stuk werkt toe naar het ‘familiegeheim’. En ook als je de film niet hebt gezien, is het vrij voorspelbaar. Desalniettemin is het een heel mooi geheim, wat best meer uitgewerkt had mogen worden op het toneel. Misschien zelfs juist op het toneel. Dit stuk leent zich er uitstekend voor om nog dieper uitgewerkt te worden.

Emoties

En daarmee komen we bij het dilemma van Kim van Kooten. Zij heeft zich de wetten van het toneel eigen moeten maken, en dat was niet makkelijk. Ze heeft steeds weer moeten schaven om de filmmanier los te laten. Een belangrijke verandering is dat er is gekozen voor twee locaties waar het verhaal zich afspeelt: het huis van Luc en Mieke in Nederland, en het erf van Ad en Els in de Ardennen. Verder heeft ze de spelers meer ruimte gegeven om een eigen invulling van hun rol te geven. En dat heeft goed uitgepakt met deze sterke, goed gekozen spelers. De karakters laten veel zien van zichzelf, waardoor het je raakt. De emoties lopen regelmatig hoog op in dit stuk over schaamte en angst.

Schuiven met de schuur

Het lijkt nu alsof het Van Kooten prima is gelukt om haar filmversie te bewerken, maar dat is niet helemaal waar. Zo nu en dan lijkt het alsof je toch vanuit je rode pluche stoel naar een beeldbuis zit te kijken. Elke scène werkt toe naar een climax, of beter gezegd een cliffhanger. Om kromme tenen van te krijgen, want zo krijg je het gevoel naar een slechte soap te kijken. Het is echt niet moeilijk om bij dit stuk negentig minuten je aandacht vast te houden; daar heb je dit soort ‘hulpmiddelen’ dus niet bij nodig. Dan zit er nog een filmisch element in: het in- en uitzoomen op de schuur. Op zich kun je dat ook op het toneel doen, maar soms is het geschuif met de schuur overbodig en zelfs storend. Regisseur Porgy heeft hier niet kritisch genoeg naar gekeken.

Meer diepgang

Verder niets dan lof voor de acteurs; zij hebben eruit gehaald wat erin zat. Maar dat het niet zo makkelijk is om een film te bewerken naar een toneelstuk, blijkt wel. Op zich leent het verhaal zich prima voor een theaterstuk, maar de film had nog meer los gelaten mogen worden. Dit had voor nog meer (ja, nog meer) psychologische diepgang gezorgd en had eerder het grote geheim onthuld. Ik zou Van Kooten best nog een kans willen geven in het theater, maar dan moet ze niet nog een keer een film willen bewerken.

Met grote blijdschap toert nog tot en met 8 mei 2004 door Nederland.

Boeken / Fictie

Snotterpulp

recensie: Cecelia Ahern - PS: Ik hou van je

Recensenten zijn soms gemankeerde schrijvers. Ik ook. De roman PS: Ik hou van je is geschreven door een meisje dat een jaar jonger is dan ik. Jaloezie begint dan al snel te knagen: waarom zij wel een debuut en ik (nog) niet? Een korte blik op de achterflap geeft al een mogelijke verklaring. Cecelia Ahern is de dochter van de Ierse minister-president. Nog zonder een letter van de inhoud te hebben gelezen denk ik dan: dit riekt naar vriendjespolitiek.

~

Ahern heeft een verhaal geschreven over een jonggetrouwd stel, Holly en Gerry. Wanneer Gerry na een kort ziekbed overlijdt, is de jonge Holly ontroostbaar. Totdat ze een pakje in handen krijgt dat van Gerry afkomstig is: hij heeft opdrachten in enveloppen gedaan en ze moet er elke maand een uitvoeren. De eerste opdracht luidt: “koop een lamp voor op het nachtkastje.” Holly en Gerry hadden namelijk toen ze samen waren geen bedlampje en dat leverde veel pijnlijke scheenbenen op.

Grote woorden

Het gaat verder, want niet elke opdracht is van een dergelijke ontstellende simpelheid. Hoewel, ook voor de tweede en derde opdracht is weinig verbeeldingskracht nodig: “koop een dure avondjurk” en “doe mee aan een karaokewedstrijd”. Dit alles om Holly op te vrolijken en haar te helpen haar angsten te overwinnen: ze heeft namelijk ooit eerder meegedaan aan een karaokeshow en toen is ze geweldig afgegaan. Een fobie voor karaoke, zo heet dat bij Ahern, die ook andere grote woorden niet schuwt.

Goedkoop

Ahern doet haar best, maar het is moeilijk om boeiend en niet al te oppervlakkig te schrijven. Dat levert flink wat uitglijders op:

Holly was zo tevreden over haar nieuwe look dat ze de kapsalon uit huppelde. Nu Gerry niet naast haar liep keken enkele mannen naar haar, iets wat ze niet gewend was. Dat bezorgde haar een ongemakkelijk gevoel, dus rende ze naar haar auto en reed naar het huis van haar ouders.

Dit is zo oppervlakkig als een spiegelgladde ijsbaan. Voor het gemak worden zowel de situatie, het gevoel daarbij als de reactie daarop in een enkele zin beschreven. Kunnen we namelijk snel verder naar de volgende situatie waarin clichés schaamteloos vermengd worden met stuitende goedkoopheid.

Richard was vanaf zijn geboorte behept met de ernstige ziekte dat hij zich altijd en eeuwig als een oude man gedroeg. Zijn leven draaide om regels en voorschriften en gehoorzaamheid. Toen hij nog jong was, had hij één vriend met wie hij ruzie kreeg toen hij tien jaar was en Holly kon zich niet herinneren dat hij daarna ooit nog iemand mee naar huis had genomen, noch dat hij vriendinnetjes had of ooit uitging.

Platitudes

Een karakterbeschrijving die zo eendimensionaal is dat het verbazingwekkend is dat hij op papier blijft staan. Je ziet meteen waar de sympathieën van Ahern liggen: duidelijk niet bij deze Richard. Zo staat het boek vol van tenenkrommende passages waarin schaamteloze gemeenplaatsen vermengd worden met gigantische platitudes. Eendimensionaal is een juist woord voor het verhaal van Ahern. Het is misschien leuk voor mensen die nog nooit een boek gelezen hebben, maar iedereen die vaker dan een keer per decennium een roman ter hand neemt moet de cliché’s herkennen. En is het niet uit een ander boek, dan herken je ze wel uit een of andere romantische film.

Nu is literatuur en romankunst vaak een herhaling van thema’s waarbij de motieven niet zozeer nieuw zijn (hoeveel verhalen over jonggestorven echtgenoten en rouwprocessen ken je?), en dus is het moeilijk om alle clichés te omzeilen. Dat hoeft in principe ook niet. Maar wat wel moet, bij zowel literatuur als lectuur, is dat je het mooi opschrijft. En ook daar gaat Ahern de Ierse mist in. In misselijkmakende dialogen worden tussenwoordjes als “werkelijk” en “beslist” gebruikt en als mensen grof worden zeggen ze: “het kan me geen biet schelen.” Dit is toneeltaal en van vijftig jaar geleden bovendien. Ahern is ook al geen meester in de kunst van het niet-zeggen, want na elke zin wordt precies vermeld wat de bedoeling is:

“Als je zuster is het altijd fijn dat te weten,” antwoordde Holly sarcastisch.

“O, nee, dat is het niet,” zei hij verdedigend.

“Nou moet je niet je best doen om al te enthousiast te klinken, Holly,” zei ze sarcastisch.

Slapstick

Enige subtiliteit is Ahern vreemd. Elke mogelijk dubbelzinnige interpretatie wordt meteen teniet gedaan door vermelding van de toon: sarcastisch, verdedigend, verdrietig, opgetogen, ga zo maar door. De personages in PS: Ik hou van je gedragen zich als wandelende poppen in een slecht geschreven toneelstuk. Dit boek is onoprecht en gekunsteld sentimenteel. Emoties zijn altijd eenduidig en niemand voelt zich twee dingen tegelijk, zelfs de rouwende Holly niet: ze is of blij, of verdrietig, maar niet allebei en zeker niet tegelijk. Het zijn valse krokodillentranen die hier geplengd worden, alleen voor de show en met de bedoeling de lezer te ontroeren er driedubbeldik bovenop. Het werkt averechts. PS: Ik hou van je is slapstick van de bovenste plank als je er eens echt voor gaat zitten.
Maar nu negeer ik de mensen die niet zoveel boeken lezen en al helemaal geen literatuur. Voor die mensen, vooral als ze een beetje sentimenteel aangelegd zijn, zal PS: Ik hou van je een schot in de roos zijn.

Snotterpulp

“Cecelia Ahern heeft een krachtig drama neergezet, dat niemand leest zonder te huilen,” zegt de achterflap bij monde van een tijdschrift dat ik niet ken. Huilen van spierpijn aan kromme tenen wellicht, maar geen tranen van ontroering. Ook Schaduwkind van P. F. Thomése wordt aangeprezen als tranentrekker en laat ik dat boek nou net cadeau gekregen hebben. Daarnaast ligt bovendien de dichtbundel van Anna Enquist te wachten, die ze volschreef met gedichten over haar verongelukte dochter. Ik weet niet of ik door beide boeken ontroerd zal raken, maar het is in ieder geval een oprechter sentiment en meer literatuur dan de snotterpulp van Ahern.

Muziek / Album

Believe the hype

recensie: Franz Ferdinand - Franz Ferdinand

Een nieuw jaar, een nieuwe Britse hype. Sinds enkele maanden staat de naam Franz Ferdinand in Nederland voor meer dan een vermoorde aartshertog. De verzamelaar Worlds of Possibility van Domino Records gaf al een voorproefje op wat dit jaar de eerste release zou worden om naar uit te kijken. En jawel, Franz Ferdinand maakt alles waar met haar gelijknamig debuut, en natuurlijk het briljante optreden op Eurosonic. Dat optreden was voor mij het absolute hoogtepunt van het festival. Een volle Vera aanschouwde het nieuwste wereldwonder. Ondertussen was de band in het thuisland Engeland al uitgeroepen als redding van de hedendaagse popmuziek. De drie shows in maart zijn ondertussen al uitverkocht.

~

De debuutsingle Darts Of Pleasure is dan ook een perfecte binnenkomer geweest in de wereld van Franz Ferdinand. Dit nummer geeft in 2’58” weer waarom Franz Ferdinand een meer dan leuke band is. Het nummer is op zich al sterk, maar als dan tegen het eind van het nummer ook nog het basisriedeltje opnieuw ingezet op een orgeltje, vergezeld van een euforisch gezongen “Ich heisse Superfantastisch!, Ich trinke Schampus und Lachsfisch!” kun je mij helemaal wegdragen.

Catchy

De tweede single, met ondertussen al een meesterlijke video, Take Me Out is op dit moment slechts een bevestiging van de status van Franz Ferdinand. En weet u wat helemaal mooi is? De hele plaat staat namelijk vol met dit soort catchy nummers. Inderdaad, terwijl het buiten sneeuwt, de wind langs je handen snijdt, je fietsslot bevroren is, en de zon verraderlijk schijnt, heb jij de hele dag Franz Ferdinand in je hoofd. Daar kun je op rekenen. Luister de plaat maar eens een paar keer. Want hij begint nog bedrieglijk rustig met het á cappela intro van Jacqueline, en daarna barst het nummer los in een vrolijke melodie die het hele album aanhoudt. De twee singles zijn daarbij wel de hoogtepunten, maar dat maakt helemaal niet uit. De totaalervaring is dusdanig geweldig dat je zeer veel moeite moet doen om de plaat weer uit te zetten. Daar hebben Alex Kapranos (zang / guitaar), Nick McCarthy (zang / guitaar), Bob Hardy (bas) & Paul Thomson (drums) dus prima werk afgeleverd.

De muziek

Rest nog een korte stijlomschrijving van de muziek van Franz Ferdinand. We horen vooral hoekige popliedjes, met meeslepende melodieën. De Schotten hebben een lekker dansbare plaat gemaakt, waarop de songs met enige nonchalance zijn gebracht. Live komt deze muziek het beste uit de verf, zeker wanneer de gebrachte songs vergezeld worden van de gimmicks van de heren. Op Eurosonic viel het mij op dat de bandleden vele kenmerkende bewegingen hebben overgenomen van prominenten uit de Engelse popgeschiedenis. Deze band zal het dan ook erg goed kunnen doen op de Europese festivals. Ga ze live zien, geloof in de hype!