Boeken / Fictie

Snotterpulp

recensie: Cecelia Ahern - PS: Ik hou van je

Recensenten zijn soms gemankeerde schrijvers. Ik ook. De roman PS: Ik hou van je is geschreven door een meisje dat een jaar jonger is dan ik. Jaloezie begint dan al snel te knagen: waarom zij wel een debuut en ik (nog) niet? Een korte blik op de achterflap geeft al een mogelijke verklaring. Cecelia Ahern is de dochter van de Ierse minister-president. Nog zonder een letter van de inhoud te hebben gelezen denk ik dan: dit riekt naar vriendjespolitiek.

~

Ahern heeft een verhaal geschreven over een jonggetrouwd stel, Holly en Gerry. Wanneer Gerry na een kort ziekbed overlijdt, is de jonge Holly ontroostbaar. Totdat ze een pakje in handen krijgt dat van Gerry afkomstig is: hij heeft opdrachten in enveloppen gedaan en ze moet er elke maand een uitvoeren. De eerste opdracht luidt: “koop een lamp voor op het nachtkastje.” Holly en Gerry hadden namelijk toen ze samen waren geen bedlampje en dat leverde veel pijnlijke scheenbenen op.

Grote woorden

Het gaat verder, want niet elke opdracht is van een dergelijke ontstellende simpelheid. Hoewel, ook voor de tweede en derde opdracht is weinig verbeeldingskracht nodig: “koop een dure avondjurk” en “doe mee aan een karaokewedstrijd”. Dit alles om Holly op te vrolijken en haar te helpen haar angsten te overwinnen: ze heeft namelijk ooit eerder meegedaan aan een karaokeshow en toen is ze geweldig afgegaan. Een fobie voor karaoke, zo heet dat bij Ahern, die ook andere grote woorden niet schuwt.

Goedkoop

Ahern doet haar best, maar het is moeilijk om boeiend en niet al te oppervlakkig te schrijven. Dat levert flink wat uitglijders op:

Holly was zo tevreden over haar nieuwe look dat ze de kapsalon uit huppelde. Nu Gerry niet naast haar liep keken enkele mannen naar haar, iets wat ze niet gewend was. Dat bezorgde haar een ongemakkelijk gevoel, dus rende ze naar haar auto en reed naar het huis van haar ouders.

Dit is zo oppervlakkig als een spiegelgladde ijsbaan. Voor het gemak worden zowel de situatie, het gevoel daarbij als de reactie daarop in een enkele zin beschreven. Kunnen we namelijk snel verder naar de volgende situatie waarin clichés schaamteloos vermengd worden met stuitende goedkoopheid.

Richard was vanaf zijn geboorte behept met de ernstige ziekte dat hij zich altijd en eeuwig als een oude man gedroeg. Zijn leven draaide om regels en voorschriften en gehoorzaamheid. Toen hij nog jong was, had hij één vriend met wie hij ruzie kreeg toen hij tien jaar was en Holly kon zich niet herinneren dat hij daarna ooit nog iemand mee naar huis had genomen, noch dat hij vriendinnetjes had of ooit uitging.

Platitudes

Een karakterbeschrijving die zo eendimensionaal is dat het verbazingwekkend is dat hij op papier blijft staan. Je ziet meteen waar de sympathieën van Ahern liggen: duidelijk niet bij deze Richard. Zo staat het boek vol van tenenkrommende passages waarin schaamteloze gemeenplaatsen vermengd worden met gigantische platitudes. Eendimensionaal is een juist woord voor het verhaal van Ahern. Het is misschien leuk voor mensen die nog nooit een boek gelezen hebben, maar iedereen die vaker dan een keer per decennium een roman ter hand neemt moet de cliché’s herkennen. En is het niet uit een ander boek, dan herken je ze wel uit een of andere romantische film.

Nu is literatuur en romankunst vaak een herhaling van thema’s waarbij de motieven niet zozeer nieuw zijn (hoeveel verhalen over jonggestorven echtgenoten en rouwprocessen ken je?), en dus is het moeilijk om alle clichés te omzeilen. Dat hoeft in principe ook niet. Maar wat wel moet, bij zowel literatuur als lectuur, is dat je het mooi opschrijft. En ook daar gaat Ahern de Ierse mist in. In misselijkmakende dialogen worden tussenwoordjes als “werkelijk” en “beslist” gebruikt en als mensen grof worden zeggen ze: “het kan me geen biet schelen.” Dit is toneeltaal en van vijftig jaar geleden bovendien. Ahern is ook al geen meester in de kunst van het niet-zeggen, want na elke zin wordt precies vermeld wat de bedoeling is:

“Als je zuster is het altijd fijn dat te weten,” antwoordde Holly sarcastisch.

“O, nee, dat is het niet,” zei hij verdedigend.

“Nou moet je niet je best doen om al te enthousiast te klinken, Holly,” zei ze sarcastisch.

Slapstick

Enige subtiliteit is Ahern vreemd. Elke mogelijk dubbelzinnige interpretatie wordt meteen teniet gedaan door vermelding van de toon: sarcastisch, verdedigend, verdrietig, opgetogen, ga zo maar door. De personages in PS: Ik hou van je gedragen zich als wandelende poppen in een slecht geschreven toneelstuk. Dit boek is onoprecht en gekunsteld sentimenteel. Emoties zijn altijd eenduidig en niemand voelt zich twee dingen tegelijk, zelfs de rouwende Holly niet: ze is of blij, of verdrietig, maar niet allebei en zeker niet tegelijk. Het zijn valse krokodillentranen die hier geplengd worden, alleen voor de show en met de bedoeling de lezer te ontroeren er driedubbeldik bovenop. Het werkt averechts. PS: Ik hou van je is slapstick van de bovenste plank als je er eens echt voor gaat zitten.
Maar nu negeer ik de mensen die niet zoveel boeken lezen en al helemaal geen literatuur. Voor die mensen, vooral als ze een beetje sentimenteel aangelegd zijn, zal PS: Ik hou van je een schot in de roos zijn.

Snotterpulp

“Cecelia Ahern heeft een krachtig drama neergezet, dat niemand leest zonder te huilen,” zegt de achterflap bij monde van een tijdschrift dat ik niet ken. Huilen van spierpijn aan kromme tenen wellicht, maar geen tranen van ontroering. Ook Schaduwkind van P. F. Thomése wordt aangeprezen als tranentrekker en laat ik dat boek nou net cadeau gekregen hebben. Daarnaast ligt bovendien de dichtbundel van Anna Enquist te wachten, die ze volschreef met gedichten over haar verongelukte dochter. Ik weet niet of ik door beide boeken ontroerd zal raken, maar het is in ieder geval een oprechter sentiment en meer literatuur dan de snotterpulp van Ahern.