Theater / Voorstelling

Godot komt niet!

recensie: Nationale Toneel - Wachten op Godot

Je kan wachten totdat je een ons weegt, maar Godot komt nooit. Ook niet in deze bewerking met Mini (Karel de Rooij) en Maxi (Peter de Jong) in de hoofdrollen. Een landweg, een boom en twee zwervers (met bolhoed) die wachten op een zekere meneer Godot. En maar wachten, praten en hopen. Gelukkig krijgen ze nog bezoek van Pozzo (Peter Tuinman) en diens huppende knecht Lucky (Stefan de Walle) die er een eigenaardige manier van leven op na houden.

~

Dat de keuze op Mini en Maxi is gevallen is niet zo gek als je weet dat de schrijver van het script, Samuel Beckett, zijn tekst onder meer heeft geïnspireerd op het werk van variété-komieken uit de eerste helft van de vorige eeuw en de helden van de stomme film zoals Buster Keaton, Charlie Chaplin en de Marx Brothers. En als de regie dan ook nog eens in handen komt van Jos Thie, de man die jaren lang nauw heeft samengewerkt met dit olijke duo, dan is een optelsommetje snel gemaakt. Het maakt dit toneelstuk met De Rooij en De Jong in ieder geval iets toegankelijker, want al met al blijft Wachten op Godot redelijk zware kost.

Stoppen en doorgaan

~

De zwervers blijven dag in dag uit hopen op hun verlosser uit de dagelijkse sleur, Godot. Het hele stuk draait om hoop en leven. En hier en daar laat het stuk genoeg vragen open om je eigen gedachten te laten gaan. Het mooie van deze bewerking is eigenlijk nog dat je het gevoel hebt dat er een dubbel verhaal in zit. Zo nu en dan lijkt het ook over De Rooij en De Jong zelf te gaan; over het niet zonder elkaar te kunnen, stoppen en doorgaan. Het is natuurlijk je eigen interpretatie die je aan dit stuk geeft, maar dit voegt zeker wel iets toe aan deze langdradige voorstelling.

Spreektaal

Klassieker of niet, regisseur Jos Thie besloot wel dit stuk eens flink onder handen te nemen en teksten opnieuw tegen het licht te houden. En hoor daar een nieuwe vertaling (van Jacoba van de Velde): “Kom, we gaan.” Waarop de andere zwerver antwoordt: “Aaaah.” De passage die je op een gegeven moment de neus uitkomt, maar die toch perfect in dit stuk past. Het geeft het wachten aan, het anders willen doen, maar het is niet actief genoeg om de woorden kracht bij te zetten en weg te gaan. Want wat moet je anders? Opvallend is dat er vooral gekozen is voor heel veel simpele spreektaal met veel herhalingen. Een geluk voor Mini en Maxi, want dit is hun eerste echte toneelstuk met tekst. Een hele uitdaging en dat gaat hen redelijk af.

Bij de les

Sterker nog: ze zijn een perfect team! Zo goed als zij elkaar aanvullen en aanvoelen is een lust om naar te kijken. Ze hebben er duidelijk plezier in om weer in de spotlight te staan en het is ze gegund. Gelukkig hebben ze ook een goede balans gevonden tussen het serieuze spel en het rollen met de ogen en grappige bewegingen. Tevens veel lof voor Peter Tuinman en Stefan de Walle (Cyrano) die ook een geweldig stel neerzetten, waarbij je als kijker weer even bij de les wordt gehouden.

De koek is op

Want hoe mooi en goed ze ook allemaal spelen, het is een lange zit. Een paar geeuwen in het publiek kunnen op den duur maar moeilijk onderdrukt worden. Het is steeds een herhaling van zetten en niet al je vragen zullen beantwoord worden. Bij deze moderne bewerking had Thie er misschien nog meer uit kunnen halen dan erin zat, al heeft hij De Jong en De Rooij prima onder controle. Maar misschien is de koek ook wel gewoon op voor deze klassieker. Veel andere toneelgroepen gingen het Nationaal Toneel voor met hun eigen bewerkingen, maar nu moet het maar eens stoppen. Hoe je het ook wendt of keert: Godot komt niet en zal nooit komen!

Wachten op Godot is nog tot en met 26 juli te zien in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag.

Muziek / Album

Terugblik naar de britpop

recensie: Graham Coxon - Happiness In Magazines

Graham Coxon is de ex-gitarist van britpopband Blur. Inderdaad ex-gitarist, want in oktober 2002 besloot Coxon tijdens de opnames van het album Think Tank de groep na de zoveelste ruzie met zanger Damon Albarn hals over kop te verlaten. Het geduld was op, de grens was bereikt. Helaas was dat dan ook wel ongeveer het laatste wat we van zowel Blur als Coxon hebben gehoord. Voor alle duidelijkheid: tijdens de hoogtijdagen van de britpop-periode (jaren 90) was je of fan van Blur of van aartsrivaal Oasis. Een middenweg bestond niet en bands als Pulp en Suede waren eigenlijk niet meer dan figuranten (niet iedereen zal het daar echter mee eens zijn).

~

But that was then and this is now, om maar met Roxette te spreken. Waar Albarn met de van oorsprong Nigeriaanse Franse zanger Rachid Taha en niemand minder dan Brian Eno schijnt samen te werken aan een Olympisch lied (releasedatum: ergens in juni), is Coxon druk in de weer geweest met de opnames van zijn vijfde solo album Happiness in Magazines. In vergelijking met vorige albums klinkt Coxon dit keer iets minder garage en iets poppier.

Retro

Het twaalf nummers tellende album is geproduceerd door Stephen Street, die eerder verantwoordelijk was voor de eerste vijf Blur-albums. En dat is in dit geval veelzeggend, want dat is dus ook precies zoals de nieuwe schijf van Graham Coxon klinkt, als de oude Blur. Dat is op zich niet erg natuurlijk, want die oude Blur (van Leisure, 1991, tot en met The Great Escape, 1995) was best okee. Een beetje braaf misschien, maar zeker niet slecht. Anno 2004 een beetje gedateerd misschien, maar who cares; we leven toch niet voor niets in het retro-tijdperk?

Onzuiver

Enige probleem is dat Coxons stem (die erg veel lijkt op die van Damon Albarn) op Happiness in Magazines niet altijd even zuiver is. Sterker nog, in de twee laatste nummers, Don’t Be A Stranger en Ribbons And Leaves, zingt-ie gewoon ontzettend vals. Wat opvalt, is dat dit ook precies de nummers zijn waarbij de gitaar minder direct aanwezig is. Wordt er vanaf het begin gerockt, zoals in Spectacular, Freakin Out en People Of The Earth, dan klinkt het allemaal een stuk beter. Freakin Out zou het als clubnummer best goed kunnen doen. Het heeft een lekker opzwepend tempo, een catchy melodie en klinkt een beetje dissonant. Een ander sterk nummer is het akoestische Bittersweet Bundle Of Misery, terwijl No Good Time heel erg doet denken aan Tom Petty. Coxon heeft dit keer tien weken in de studio gezeten om het album vooral niet te lo-fi te laten klinken. Op zich mag dat dan zijn gelukt, volgende keer hoop ik toch echt dat hij de moed heeft om eens iets kritischer naar zijn songs te kijken.

Muziek / Album

Na de bijnadoodervaring

recensie: Seafood - As The Cry Flows

Deze Groningse boer moet normaalgesproken niets hebben van alles wat uit de zee komt. Voor mij dus geen mosselen, kreeft en kabeljauw. Alleen al van de gedachte dat ik dat glibberige spul naar binnen zou moeten werken, word ik misselijk. Captain Iglo’s vissticks gaan echt nog net. En toch maak ik in dit geval graag een uitzondering. Sinds het verschijnen van Seafoods debuutplaat Surviving The Quiet (2000) ben ik namelijk ‘hooked’. Godverdomme, wat was dat een lekker schijfje zeg. Heerlijke rustige intro’s gevolgd door een bijna maniakale geluidsexplosie, een beetje zoals The Pixies maar dan extremer. De gitaren leken eindeloos om elkaar heen te vlechten en net als je ging denken dat de muziek nergens heen zou gaan… BLAM!… right in your face! Een bijna ongeëvenaarde kruising van indie noise/pop en emo.

~

Surviving the Quiet stond aan het eind van 2000 in veel polls op nummer 1. Het was onbetwist de plaat van 2000. Opvolger When Do We Start Fighting verscheen een jaar later en leek iets rauwer en toegankelijker, maar was jammer genoeg ook iets minder spannend. En daarna werd het een tijdje stil. Er vond een bezettingswisseling plaats, gitarist Charles Macleod verliet wegens, zoals dat zo mooi heet, muzikale meningsverschillen de band en werd vervangen door Kevin Penney. In 2003 startten de opnames van het derde album, tot het noodlot toesloeg: David werd getroffen door een hartaanval en balanceerde op het randje van leven en dood. Na diverse operaties, veel morfine en zes weken ziekenhuis mocht hij eindelijk weer naar huis. Het is dus begrijpelijk dat we eventjes hebben moeten wachten op een nieuwe Seafood.

Hypnotiserend en subtiel

Maar nu is er As The Cry Flows. Wat opvalt is dat het twaalf nummers tellende album een stuk ingetogener klinkt dan zijn twee voorgangers. Het ligt misschien iets te voor de hand om alles op Davids bijnadoodervaring te gooien, maar impact zal het zeker hebben gehad. Natuurlijk ontbreken de scheurende gitaren ook dit keer niet, zoals in het refrein van Heat Walks Against Me, in het ijzersterke Sleepover en in Good Reason, maar toch is het eerder uitzondering dan regel. Op vorige twee albums werd de melodie vaak ondergedompeld in een flinke hoeveelheid distortion, terwijl op As The Cry Flows de nadruk meer ligt op het liedje. Gelijk hebben ze ook, want de nummers zijn werkelijk prachtig. Waarom nog langer verbloemen waar je goed in bent?

Veelbelovend

Een typisch Seafood-nummer had tot voor kort een rustig intro voorzien van een vrij strakke drum- en baspartij, een heldere hypnotiserende gitaarsound en een rockrefrein waarbij de distortion helemaal los ging. As The Cry Flows heeft dit ook, maar gaat verder. De ziel wordt blootgelegd, de akoestische gitaar en piano worden daarbij niet langer geschuwd (luister bijvoorbeeld naar Broken Promises, 1324 en Orange Rise). De twee laatste nummers, Broken Promises en Willows Song zijn misschien wel het beste voorbeeld van Seafood anno 2004. Zoals ze zelf al zeggen: “This is what the future holds” (in Sleepover). Als je het mij vraagt een van de meest veelbelovende pop/rockbands van dit moment.

Muziek / Achtergrond
special:

Festivaloverzicht juni 2004

Het zonnetje scheen de afgelopen paar dagen al weer heerlijk en roodverbrand verheugen wij ons al nu op al de festivals van deze zomer. En als ook jij deze vakantie niet alleen maar witbiertjes en rosé wilt drinken, houd 8WEEKLY dan in de gaten. Want wij presenteren iedere maand een mooi overzicht met de beste festivals van komende weken. Laat het glas dus even staan en pak pen en agenda erbij.

4 t/m 27 juni: Holland Festival in Amsterdam

~

Bij het Holland Festival kun je van alles verwachten: van klassiek tot modern tot experimenteel. Sinds de oprichting in 1947 streeft de organisatie van het festival naar het presenteren van actuele en vernieuwende topprestaties in de podiumkunsten (muziek, opera, toneel, dans) zowel in de meer klassieke zin als experimenteel. Veel jonge en nog onbekende theatermakers krijgen een kans. Je hebt keuze genoeg, want tijdens dit festival zijn 30 producties in 80 voorstellingen te zien.
Een paar tips: Mis in ieder geval de openingsvoorstelling over vluchtelingen en vluchten niet! De avondvullende productie The Children of Herakles van de Amerikaanse regisseur Peter Sellars belooft je kippenvel te geven. Voor en na de voorstelling zal er gesproken worden met de regisseur en vluchtelingen zelf. Andere voorstellingen die de moeite waard zijn: De kruistochten (theater), Guerre (theater), Wolf (danstheater) en Insideout (dans). Link: Holland Festival.nl

11 en 12 juni: The Music In My Head in Den Haag

Ook deze derde editie van The Music In My Head lijkt een zeer interessante te worden. Dit jaar telt het festival geen drie maar twee festivalavonden, maar het is wel weer in het vertrouwde en prachtig intieme Theater aan het Spui. Vrijdag 11 juni is al uitverkocht en dat is niet vreemd, want wanneer krijg je nog de kans op een topartiest als PJ Harvey in zo’n kleine zaal te zien? Harvey heeft net haar nieuwe plaat Uh Huh Her uitgebracht en op 10 juni staat zo nog in de HMH. Denk echter niet dat de rest van de avond alleen maar voorprogramma is voor deze grote vrouw. Zoals altijd veel singer/songwriters in Den Haag, waaronder op de vrijdag Jim White, Ane Brun en Adem die hoge ogen gooide met zijn onlangs verschenen Homesongs. Ook aan te raden is de retropop van The Stands, die hoorbaar beïnvloed zijn door The Byrds. En zo komen we met een bruggetje bij de hoofdact van zaterdag 11 juni: de legendarische Byrds-voorman Roger McGuinn. Ook die avond een unieke reünie van punkvoorlopers Television in de originele bezetting! En verder Sarah Bettens (binnenkort een soloplaat), Simple Kid, Obi, Belasco en nog veel meer. Link: The Music In My Head.nl

11 en 12 juni: Festival Theaternacht in Naaldwijk

Proef, voel, beleef en geniet! Daar draait de 17e editie van Festival Theaternacht om. Twee Nachten vol muziek, cabaret, stand-up comedy en straattheater. Dat belooft heel vermakelijk te worden. Dit jaar zijn er drie cabaret/muziek podia en één stand-up comedy podium. Dat betekent dus keuzes maken, want de optredens in alle zalen vinden gelijktijdig plaats. Veel (jong) talent, die je waarschijnlijk wel kent als je de cabaretfestivals een beetje volgt, zal optreden onder wie de Dames voor na Vieren, Arnoud Kaldeway, Paul Smit, Jochem Otten en Karin Bruers. De vrijdagavond is al uitverkocht, maar voor zaterdagavond zijn er nog plaatsen beschikbaar. Link: Theaternacht.nl

11 t/m 20 juni: Oerol op Terschelling

Kees Roorda, Vis à Vis, Yaël Artsi, Guy & Roni, Manon Ossevoort, Jean Paul Lefeuvre & Didier André, Dogtroep, Remi Polack, Odd Enjinears, Royal de Luxe, het Hans Hof Ensemble, de Spullenmannen, Cirque, Das Letzte Kleinod: het is een kleine greep uit de lange lijst van theatermakers, beeldend kunstenaars en dansers die dit jaar op Oerol van de partij zijn.
Bij de opening op vrijdag 11 juni moet je in ieder geval aanwezig zijn. De 23e editie van het Terschellings Oerol Festival wordt namelijk geopend met een bijzonder muziekspektakel van de Franse theatergroep Décor Sonore. Deze groep beleeft op Oerol met hun voorstelling Instrument/Monument hun wereldpremière. De Franse theatermakers zoeken monumenten uit waar ze unieke muziekinstrumenten van kunnen maken. Voor de opening van Oerol zullen ze de monumentale sleepboot De Holland ombouwen tot het grootste drijvende muziekinstrument ter wereld. Link: Oerol.nl

12 en 13 juni: Wantijpop en Rainbow Park in Dordrecht

Het Wantijpark in Dordrecht staat voor de zevende keer in het teken van het dubbelfestival Wantijpop/Rainbow Park. Wantijpop biedt op zaterdag 12 juni een redelijk standaard programma van Nederlandse bands als Peter Pan Speedrock, Intwine, The Sheer, Extince en Tasha’s World, maar de zondag belooft een stuk spannender te worden. Rainbow Park staat geheel in het teken van wereldmuziek en culturele crossovers. Bands die zullen optreden zijn La Caz (Surinaams/Ned.), het Bulgaarse koor Cubrica, Tradison (Cuba), Modena City Ramblers (Italië) en Manou Gallo (Ivoorkust). Rainbow Park heeft ook een afterparty: in de Pontonnier speelt vanaf 21:00 uur dj Edu en de crossoverband Electro Coco. Het mooiste aan het Wantijweekend is de prijs: beide dagen zijn namelijk gratis! De twee festivals beginnen om 13:00 uur. Links: www.wantijpop.nl of www.rainbowpark.nl.

16 juni t/m 15 augustus: De Parade in Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Amsterdam

~

Als een kermis en een circus trekt de Parade al 14 jaar door Nederland. Het is het enige reizende theaterfestival ter wereld en is opgezet als een binnenstebuiten gekeerd circus, met het publiek in het midden en de artiesten er omheen. Een onweerstaanbaar levend panorama vol theater, dans, muziek, kunst, vertier, magie, rariteiten, attracties en spektakels. De voorstellingen variëren in lengte van drie tot zestig minuten. Alle voorstellingen worden meerdere keren per avond gespeeld. Laat je verrassen dus! Tips? De Paardenkathedraal, Growing Up in Public, Lantaarn/Venster productie, The Ashton Brothers, Theatergroep Stuip, Jules Deelder en Kamagurka, Sanne Vogel en Alex d’Electrique.
Van 16 t/m 27 juni begint de Parade in het Museumpark in Rotterdam. Daarna staat het van 2 t/m 11 juli in het Haagse Westbroekpark. In Utrecht staat de Parade van 16 t/m 25 juli in Park Nieuweroord, waarna het van 30 juli t/m 15 augustus in het Martin Luther Kingpark in Amsterdam eindigt. Link: De Parade.nl

18 en 19 juni: Peacedog Festival in Ede

Liefhebbers van melodieuze gitaarrock kunnen op 18 en 19 juni hun hart ophalen in Ede, waar dan alweer de vijfde editie plaatsvindt van het Peacedog Festival. Op het programma staan veel grote namen uit de emo-hoek uit landen als de Verenigde Staten, Denemarken, Noorwegen en natuurlijk Nederland. Denk aan This Beautiful Mess, We vs Death, Lawn, Wealthy Beggar, Face Tomorrow en JR Ewing en nog veel meer. Je hoeft niet bang te zijn om het WK voetbal te missen, want de wedstrijd van zaterdagavond heeft een eigen plekje op het rijk gevulde programma. Meer informatie vind je op festival.peacedog.nl.

19 en 20 juni: Rotterdam Import in Rotterdam

Dit jaar vindt de eerste editie plaats van Rotterdam Import. Een festival voor de liefhebber van urban, omdat die eigenlijk voorheen niet zo aan zijn trekken kwam in het Nederlandse festivallandschap. Een mooi initiatief en natuurlijk uitermate geschikt voor een stad als Rotterdam, waar de hoeveelheid aan stijlen die wij urban noemen hoogtijdagen viert. Rotterdam Import begint meteen erg voortvarend met een belachelijk mooi programma. Twee dagen vol funk, soul, hiphop, R&B, dance, nu jazz, dancehall enz. met namen als The Roots, The Black Eyed Peas, Amy Winehouse, Lamb, Zero 7, Timbaland & Magoo, Dilated Peoples, Dizzee Rascal, Zuco 103, Oi Va Voi en ga nog maar even door. Ach, een festival met een dergelijke programmering verkoopt zichzelf wel. Link: Rotterdam Import.nl

26 juni: Paleisrevolutie in Utrecht

~

En ook de eerste editie van de Paleisrevolutie kent veel mooie namen. Het festival dat plaatsvindt op 26 juni in Vredenburg in samenwerking met Tivoli richt zich vooral op aanstormend talent, maar heeft ook oog voor reeds gevestigde namen. Vandaar dat de Noorse jongens van Motorpsycho bovenaan het lijstje staan. En terecht, want dit is toch wel een van de beste live-acts in het circuit. Verder is België flink vertegenwoordigd met de oudgedienden van DAAU (nieuwe plaat Tub Gurnard Goodness is net uit), Vive La Fete en Mintzkov Luna. Ook de superpopulaire band Phoenix – nieuwe plaat Alphabetical viel tegen, maar debuut United was fantastisch – is van de partij. Eveneens present: Under Byen, Electric Eel Shock, Alfie, Mission of Burma, Le Peuple de l’Herbe, Stijn, Pink Grease en de nog mysterieuze Utrecht Allstars. Link: Paleisrevolutie.nl

8, 9 en 10 juli: Bospop in Weert

Het jaarlijkse rockfestival Bospop heeft dit jaar een keur aan grote namen uit het verleden staan. Nou, ja uit het verleden, veel van deze artiesten doen het anno 2004 nog erg goed. Neem nou punklegende Patti Smith, die onlangs nog de prachtige plaat Trampin’ uitbracht of Solomon Burke wiens comeback een van de grote verrassingen van vorig jaar was. Verder vooral op vrijdag 9 juli erg veel blues en classic rock met Deep Purple, Status Quo, Cheap Trick, Living Colours en nog veel en veel meer. Festivallieveling Echo & the Bunnyman staat geprogrammeerd op de zaterdag samen met onder meer Wilco. Die laatste is een wat vreemde eend in de bijt. Jeff Tweedy (Wilco) bracht twee jaar geleden de prachtige liedjesplaat Yankee Hotel Foxtrot uit (in juni volgt een nieuw album getiteld A Ghost Is Born) en staat een beetje raar geprogrammeerd tussen de hardrock en de new wave. Dat mag de pret echter zeker niet drukken, want Wilco is een absolute aanrader en een schaarse verschijning. Op Bospop staat verder nog een hele schare Nederlandse festivalkrakers: de opzwepende rock ‘n’ roll van Di-rect en het superhippe The Sheer, nederreggae van Beef en natuurlijk de prachtige popsongs van Bløf. Zucchero sluit de zaak af in Weert. Zeker niet gek allemaal, dachten wij zo. Link: Bospop.nl

Film / Achtergrond
special: Een interview met Robert Jan Westdijk

Meteen een nieuwe film

Het is dat zijn naam met grote letters op de hoezen staat vermeld, maar anders zou je niet zeggen dat Zusje (1995) en Phileine zegt sorry (2003) beiden door Robert Jan Westdijk werden gemaakt. De twee films kunnen wat stijl en vorm betreft niet verder uit elkaar liggen, maar desondanks werden ze onlangs door A-Film op dvd uitgebracht in uitgebreide special editions waar de regisseur zelf flink de hand in heeft gehad. We spraken met hem over het medium dvd.

Robert Jan Westdijk tijdens de repetities van Zusje

Zusje werd bijna tien jaar geleden voor een habbekrats op video opgenomen door een toen nog volstrekt onbekend team van filmmakers en acteurs, terwijl Phileine een big-budget verfilming is van Ronald Gipharts populaire roman die deels werd opgenomen in New York en een aantal uitgebreide special effects bevat. De dvd-uitgaven zijn perfecte afspiegelingen van de respectievelijke films, en dat was volgens Westdijk ook precies de bedoeling: “Net zoals ik in 1994 negen maanden in de weer ben geweest met videotapes tijdens de montage van Zusje, zo heb ik nu zes weken lang oude bandjes afgekeken voor bruikbare extra’s.” Het was de moeite waard: op de dvd zijn unieke beelden te zien, zoals Kim van Kootens eerste screentest, repetities en Hi8-opnamen van buurman Henk. “Op een paar van onze bandjes stond de buurman die ons met zijn camera opnam. Ik heb hem gebeld en gevraagd of hij die opnamen nog steeds had. Gelukkig was dat zo.”

Snotverkouden

De dvd van Zusje bevat niet alleen oud materiaal. Er zijn twee audiocommentaren: de eerste van Westdijk solo, de tweede samen met hoofdrolspelers Kim van Kooten en Roeland Fernhout. “We hebben eerst mijn track opgenomen. Het was op een dinsdag en ik was snotverkouden. De zondag daarop namen we de acteurstrack op en dat ging geweldig. Tijdens de opnamen met Kim en Roeland bedacht ik zoveel dingen die ik nog had willen zeggen dat ik mijn commentaar daarna opnieuw heb opgenomen, ook omdat mijn stem die dag heel anders klonk dan eerder die week, toen ik verkouden was.” De audiocommentaren werden opgenomen terwijl Westdijk nog druk bezig was met het uitzoeken van de extra’s. Deze vertonen daardoor een zeker samenhang, maar het komt ook voor dat hij verwijst naar outtakes die helemaal niet op de dvd zijn terechtgekomen. “Roeland Fernhout deed op een gegeven moment bijvoorbeeld een heel grappig dansje. Maar we kregen geen toestemming om de muziek te gebruiken, en zonder muziek sloeg het nergens op. Achteraf gezien had ik het er gewoon op moeten zetten.”

Irritant

Westdijk na de opnamen van Phileine zegt sorry

Film en dvd van Zusje zijn bijna het toppunt van huisvlijt, maar bij Phileine zegt sorry ligt dat heel anders. “Tijdens het maken van de film werd al rekening gehouden met de dvd. We zetten bloopers nu tijdens de montage al apart voor op de dvd, en ook werden we bijna continu gevolgd door de jongens van de making-of, en dat was verschrikkelijk. Kim en ik vonden het heel irritant dat ze er waren. Je voelt je bekeken en begluurd en dat is heel onprettig, zeker als je intensief bezig bent met een scène. Ik kan maar één ding tegelijk doen, en tijdens het draaien moet je voor 110% met de film bezig zijn en met niets anders. Ik ben wel tevreden met het eindresultaat, maar tijdens de opnamen was het erg vervelend. We hebben ze het leven daarom soms ook behoorlijk zuur gemaakt.”

Afdankertjes

Grote films met dito budgetten zijn dus ook niet alles, hoewel het budget van Phileine zegt sorry voor Amerikaanse begrippen natuurlijk weinig voorstelde. “Toen we in New York filmden, waren alle professionals bezig met Spider-Man 2. Wij kregen de afdankertjes.” Dat was goed te zien bij het instellen van sommige shots: “Voor een simpele opname in een taxi waren ze drie uur bezig! En toen we filmden hoe Phileine een straat oversteekt, leek het wel of we op zee zaten: de technici waren vergeten de rails van de camera te egaliseren.” Ook de visuele effecten kunnen Westdijk gestolen worden: “Kim heeft twee dagen lang aan een kabel gehangen voor een paar shots. Die tijd besteed ik liever aan scènes waarbij echt moet worden geacteerd.” Maar gelukkig leverde Phileine ook een paar waardevolle ervaringen op. “Het belangrijkste was dat ik meteen weer een nieuwe film wilde maken, terwijl ik dat na mijn laatste film Siberia juist helemaal niet had. Ik merkte gewoon hoe leuk ik filmmaken vond.”

Muziek / Album

Uitstekend af zonder gitaar

recensie: Keane - Hopes and Fears

Heel af en toe kom je als recensent een band tegen waarbij alles op zijn plaats lijkt te vallen. Keane is er zo eentje. Gelukkig voor ondergetekende bleek een collega-scribent het deze week te druk te hebben om de cd te recenseren. Met alle plezier schiet ik hem in dit geval te hulp. Bekend van de hit Somewhere Only We Know tovert Keane op Hopes and Fears de ene na de andere wonderschone melodie uit de hoge hoed. Met zanger Tom Chaplin, pianist/basgitarist Tim Rice-Oxly en Richard Hughes op drums bewijst de band dat popmuziek uitstekend zonder gitaar kan.

~

De nummers op Hopes and Fears doen afwisselend denken aan Saybia (Bedshaped) en Manic Street Preachers (Everybody’s Changing, Bend and Break) terwijl ook de namen Coldplay, Travis, Radiohead en Starsailor door mijn hoofd schieten. En het allermooiste is nog wel dat Keane voor geen van allen onderdoet. Het is bovendien verfrissend om te merken dat niet alles tegenwoordig hoeft te rammelen om indruk te maken. Veelzeggend is in dat opzicht ook dat de band is vernoemd naar een oude dame die vroeger op Tom paste wanneer zijn ouders er niet waren.

Niet zwelgen maar genieten

Zanger Tom Chaplin heeft een heerlijke warme stem waarmee hij zich elf nummers lang voornamelijk afvraagt hoe het zou zijn om herenigd te worden met zijn grote liefde (“Will I ever see you again and lie in your heart of hearts?”, Untitled 1). Wat vooral opvalt, is de overtuiging waarmee hij dat doet. Als het in dit leven niet zo mag zijn, dan toch hopelijk wel in het hiernamaals. Pathetisch? Valt reuze mee. Als je naar de teksten kijkt, is het best raar dat het album niet melancholisch klinkt. Eerder wordt er bij het aanbreken van de lente nog eenmaal omgekeken naar de voorbijgeraasde winter. Nog eenmaal neemt Chaplin je mee naar die heerlijke jeugdherinnering. Het is niet zwelgen in verdriet, maar genieten van de dag.
Maar laten we niet vergeten dat Keane ook Tim Rice-Oxley en Richard Hughes is. Laatstgenoemde speelt over het algemeen ingetogen en altijd in dienst van het nummer. Rice-Oxley is de man van de krachtige popmelodieën en weet als geen ander hoe de stem van Chaplin het beste tot zijn recht komt. De drie muzikanten lijken elkaar feilloos aan te voelen.

Allemaal singles

Het knappe van Keane is dat zowel de alternatieve popliefhebber als de Radio 3FM-luisteraar lijkt te zwichten voor hun dromerige pop. Er is op de een of andere manier een brug geslagen tussen verschillende bevolkingsgroepen. Allemaal op eigen kracht bereikt. Deze jongens hebben geen hype nodig, dit zijn echte muzikanten. Eigenlijk zouden bijna alle nummers op Hopes and Fears voor single kunnen doorgaan. Stilletjes hoop ik dat er straks gekozen wordt voor Bedshaped, vooral door het heerlijke synthesizermelodietje in het refrein. Hopes and Fears zit al meer dan een week steevast in mijn stereo en daar zal hij ook nog wel een tijdje blijven.

Film / Films

Intrigerende sfeerschets

recensie: Blow-Up

Michelangelo Antonioni’s Blow-Up wordt meestal omschreven als de film waarin een fotograaf per ongeluk een moord vastlegt. Nu is dat ook wel zo, maar toch is Blow-Up geen zinderende thriller vol spannende achtervolgingen en duistere complotten. De kracht van Blow-Up zit hem in de details, en de spanning is vooral van het onderhuidse karakter.

~

In de jaren zestig van de twintigste eeuw, vlak voordat de Amerikaanse jonge honden het roer weer overnamen en vervolgens nooit meer loslieten, waren de Europeanen de koningen van het witte doek. Regisseurs als Godard, Truffaut, Fellini en Antonioni werden wereldwijd op handen gedragen om hun vernieuwende films. Maar Hollywood lonkte, en veel van de Europese filmers maakten in die tijd een uitstapje naar meer commerciële (lees: Engelstalige) films. Zo maakte Truffaut in 1966 Fahrenheit 451 naar het boek van Ray Bradbury, en debuteerde Antonioni datzelfde jaar in het Engels met de bijzondere sfeerschets Blow-Up.

Betrapt

~

Hoofdpersoon van de film is de naamloze fotograaf die wordt gespeeld door David Hemmings. Hij is een volstrekt opppervlakkige man die zijn dagen vult met modereportages schieten, modellen afsnauwen en in zijn Rolls Royce door Londen scheuren. Op een dag ziet hij in een parkje een stelletje en besluit ze te volgen. Zonder schaamte fotografeert hij erop los, tot de vrouwelijke helft van het stel hem betrapt en eist dat hij haar het filmpje geeft. Natuurlijk weigert hij, maar eenmaal thuis ontdekt hij dat er meer op de foto’s staat dan alleen een verliefd paartje.

Schandaal

Zoals gezegd is Blow-Up geen standaard misdaadverhaal. De plot komt pas halverwege de film op gang, en van een echte ontknoping is geen sprake. Veel gebeurtenissen blijven onverklaard en je blijft aan het einde zitten met meer vragen dan antwoorden. Maar dat is ook niet wat Antonioni heeft willen bewerkstelligen: veel belangrijker dan het verhaal zijn de sfeer en de wereld waarin de film zich afspeelt. Nooit eerder was de hippe Londense scene zo uitgebreid, dus met veel wiet en bloot, in beeld gebracht, en dat gaf meteen aanleiding tot een schandaal. Veertig jaar later kijken we inmiddels nergens meer van op, maar de film zelf heeft nog niets aan kracht ingeboet.

Extra’s

De vele details in de film stellen critici nu nog steeds voor een raadsel, zo blijkt wel uit het audiocommentaar dat filmhistoricus en Antonioni-kenner Peter Brunette insprak voor deze dvd-release van Blow-Up. Bij veel scènes geeft hij toe dat hij ook geen idee heeft waar het allemaal op slaat. Brunette laat veel stiltes vallen en stelt daarom nogal teleur, zeker voor iemand die het werk van Antonioni goed schijnt te kennen. Als tweede extra audiospoor is nog de spaarzame filmmuziek van Herbie Hancock toegevoegd. De score is gesynchroniseerd met de beelden, wat betekent dat het soms wel een half uur kan duren voor de volgende jazzriedel langskomt. Niet erg netjes dus, en ook weinig verhelderend. Een uitgebreide analyse van Blow-Up zul je op deze dvd niet aantreffen (daarvoor kun je beter naar de bibliotheek gaan), wèl een filmklassieker van topkwaliteit.

Muziek / Album

Franz Schubert afgemaakt

recensie: Franz Schubert - The Symphonies

Sinds het horen van Schuberts Kwintet voor Strijkers D.956 is me duidelijk dat je twee soorten klassieke muziek hebt: Schubert en gerommel in de marge. Dat wil niet zeggen dat ik een enorme fan van alles ben dat Der Franzl ooit heeft gecomponeerd. Je kunt het vergelijken met de verhouding tussen een gewone auto en een Rolls-Royce. Niet per definitie mooier, maar gewoon van een heel andere orde.

Franz Schubert: The ten symphonies. The Academy of St-Martin-in-the-Fields o.l.v. Neville Marriner. Philips 470886 (6 CD’s). € 41.

Franz Schubert: Symphony No. 10 and other unfinished symphonies. Scottish Chamber Orchestra o.l.v. Charles Mackerras. Hyperion CDA67000. € 21.

~

Schuberts muziek is volslagen individueel. Hier en daar hoor je wel een echo van Beethoven, Mozart of Haydn, maar je hoor vooral veel Franz. Met Schubert is wel iets merkwaardigs aan de hand, net zoals met Beethoven. Waar Beethoven radicaal verandert na zijn tweede symfonie is er ook bij Schubert zo’n omslagpunt. Bij hem ligt dat ergens tussen de zesde en zevende symfonie. De zesde kabbelt vrolijk een eind voort, maar in de zevende hoor je iets heel nieuws. Typische ritmes, lyrische passages, kortom een heel nieuwe en volslagen eigen muzikale taal die veel introverter en melancholieker is dan de muziek uit de periode daarvoor. Vergelijk de achtste symfonie met de vijfde, of het tweede met het eerste kwintet.

Onvoltooid?

Schubert schreef krankzinnig veel – zijn snelheid was ook legendarisch. Hij leefde maar 31 jaar en de oogst bedroeg bij zijn dood bijna duizend werken. Maar op één of andere manier slaagde hij er nooit in om in de laatste zeven jaar van zijn leven meer dan één symfonie af te maken. Maar dat is me dan ook nogal een ding: de negende, ‘Grote’, die hij in de winter van 1825 en 1826 in Gmunden en Gastein schreef. De achtste wordt weliswaar opgevoerd, maar de titel ‘Unvollendete’ zegt genoeg. Het is nog altijd onduidelijk of Schubert het ding ooit afmaakte. Hoe dan ook, hij gaf het manuscript aan iemand mee die het kwijtraakte; pas rond 1840 vond Robert Schumann de stukken terug die we nu als de ‘onvoltooide’ kennen. De zevende bleef bij een paar schetsen en de tiende, begonnen en geëindigd op Schuberts sterfbed, kwam niet veel verder.

Betweter

~

En toen was daar weer een musicoloog die het beter wist. In dit geval maakte de Brit Brian Newbould de zevende af, husselde een beetje met de achtste en voltooide het grootste deel van de tiende. Daarbij instrumentaliseerde en bewerkte hij nog wat losse stukjes die Schubert had nagelaten – je houdt je hart vast. Maar het blijkt allemaal reuze mee te vallen. Niet alleen had professor Newbould enig benul van orkestratie, hij bleek bovendien een redelijk gevoel te hebben ontwikkeld voor Schuberts manier van componeren. Nergens in de Newbould-versies word je overvallen door het gevoel dat het ineens heel erg onschubertiaans aan het worden is en dat is, geloof me, bij dit soort reconstructies een zeldzaamheid.

Tam

Ik ben altijd blij als iemand dit soort projecten aandurft. Als het ook nog wordt opgenomen is dat prachtig en als, zoals onlangs gebeurde met Friedrich Gernsheims vier onterecht vergeten symfonieën, ook nog een heel goede opname wordt gemaakt van onbekend werk zal ik echt alleen maar juichen. Maar hier komen we bij een dilemma. Want hoewel ik Marriner en de St-Martin-in-the-Fielders prijs voor hun ondernemingszin, moet me wel van het hart dat sommige van de uitvoeringen wat aan de tamme kant zijn. De negende symfonie, met zijn pulserende, nooit aflatende ritmes, komt bij Marriner veel minder goed uit de verf dan in bijvoorbeeld de adrenalinejagende uitvoering van Roy Goodman en de Hanover Band (Nimbus – tegenwoordig voor een habbekrats bij het Kruidvat). Waar Goodman er niet voor terugdeinst de grootsheid van de negende nog eens extra aan te zetten, klinkt het orkest van SMitF bijna vermoeid. De vroege symfonieën met hun klaterende opgewektheid klinken een stuk beter, maar dat is repertoire waarin dit orkest ook meer affiniteit mee zal hebben.

Vondst

De zevende en achtste varen wat beter, maar anderzijds is er ook erg weinig vergelijkingsmateriaal voor deze versies. Newbould besloot het laatste deel van Rosamunde te gebruiken als laatste deel van de achtste symfonie en dat pakt verrassend goed uit, zeker na het door Newbould voltooide scherzo – echt dé vondst van deze set. Het enige dat ik de professor en misschien nog meer de uitvoerenden kan verwijten is een wat al te groot enthousiasme. Dat je de zevende en achtste symfonie afmaakt, akkoord, maar waarom al die kleine stukjes orkestreren die zelfs Schubert zelf het nooit waard vond om er een einde bij te verzinnen?

Waarom?

Dat maakt bijvoorbeeld ook de Mackerras-CD zo bizar. Ineens, halverwege een deel of zelfs een melodie, houdt alles op. Waarom een stuk orkestreren en er geen einde voor verzinnen? Als iemand dat kan is het Newbould wel. Dat brengt me op de tiende. Die bestaat nu uit drie delen, waar duidelijk vier zijn bedoeld. Het boekje bij de Philips-set trakteert ons op de vreemde redenering dat het derde deel ‘steeds meer op een finale gaat lijken’ maar dat is echt onzin. Het overgebleven torso doet je verlangen naar meer, dat uiteindelijk niet komt. Temeer omdat Mackerras en zijn orkest nogal wat meer geestdrift in hun spel stoppen dan Marriner. Daar staat tegenover dat je op de omslag ook aan alle kanten wordt gewaarschuwd dat het om onafgemaakte fragmenten gaat – maar spijtig blijft het.

Beide titels laten me met een wat verloren gevoel achter. Bij Marriner verlang je ernaar om deze bewerkingen eens uit de handen van een meer bezielde Schubertiaan te horen en Mackerras doet je gewoon hunkeren naar meer Schubert; of soms ook domweg naar het einde van het stuk. Toch is de Marriner-set de aanrader van de twee – alle stukken van Mackerras worden door Marriner en de zijnen ook gespeeld met daarbij nog de heel behoorlijke reconstructies van de zevende en achtste. Daarbij is de set zeker niet duur: 40 euro voor zes schijven. Voor echt grootse Schubert kun je echter beter eens gaan shoppen bij het Kruidvat.

Muziek / Album

Even wennen

recensie: Alanis Morissette – So-Called Chaos

“It’s meeting the man of my dreams, and then meeting his beautiful husband,” zong Alanis Morissette ironisch tijdens een awarduitreiking. Ze neemt hiermee duidelijk stelling in de discussie over het homohuwelijk en is inmiddels zelf in opleiding om dergelijke huwelijken te mogen inzegenen. Dit soort acties maakt duidelijk dat Morissette meer is dan gewoon een vrouw met een eigen sound. Haar cynische en soms opstandige kijk op het leven (zeker in de VS, waar het homohuwelijk bijvoorbeeld nog niet vanzelfsprekend is), waarbij ze zelden vervalt in clichés, is verfrissend. Inmiddels leven we bijna tien jaar na het legendarische debuut Jagged Little Pill en is haar vierde volwaardige studioalbum uit. Het laatste wat wij van haar konden horen was de bonus-cd Feast On Scraps uit 2002 en het album Under Rug Swept van eerder dat jaar.

~

Alanis lijkt een beetje met hetzelfde probleem te worstelen als de schrijfster Donna Tartt. Als je debuut zo legendarisch succesvol is, is het eigenlijk onmogelijk om op een zelfde manier indruk te maken, hoe goed je muziek ook kan zijn. Desondanks zet Morissette telkens weer erg goede albums neer. Op So-Called Chaos is het geluid van Alanis Morissette echter veranderd. De muziek is niet alleen strakker en ritmisch nauwkeuriger door enkele nieuwe muzikanten in haar band (tot voor kort speelde ze zowel in de studio als live met dezelfde musici), maar ook het geluid is veranderd. Het hele album is een stuk steviger dan we gewend zijn. Opvallend is daarbij dat dit volle geluid, waarbij vaak gebruik wordt gemaakt van drie gitaarpartijen, er ook nog ruimte genomen wordt voor bijvoorbeeld een sitar in Knees Of My Bees. Helaas dreigt dit instrument echter in deze volle bezetting te verdwijnen. Dit geldt in mindere mate ook voor de stem van Morissette: de stevige begeleiding laat vaak te weinig ruimte voor haar rijke stem. Het nummer The Grudge vormt hier gelukkig een positieve uitzondering op.

Zure teksten

Het accent van het werk van Alanis Morissette lijkt vaak op haar teksten te liggen. Ze vormen al haar hele carrière een belangrijk element en er zullen weinig mensen zijn die de teksten van haar debuutalbum niet woordelijk mee kunnen zingen. Haar tekstuele kracht blijkt ook nu weer door haar briljant getover met woorden. Haar cynische en soms sarcastische toon komt het best tot recht in de leuke vergelijkingen die ze maakt. Direct aan het begin van de plaat is dit duidelijk. In Eight Easy Steps zingt ze: “How to hate women when you’re supposed to be a feminist.” Tekstueel is de plaat echter pas echt goed aan het einde met bijvoorbeeld het bittere Spineless over een relatie waarin ze zichzelf wegcijfert: “I’ll be low maintenance and agreeable / I will not talk about my dreams so much / I’ll listen to you for hours, won’t need for anything.” Mooie zure teksten over dingen die precies niet gaan zoals ze het zou willen. Dit is de manier waarop ik de dichteres Alanis Morissette het liefst hoor.

Eentonig

Goede muziek is eigenlijk als goede wijn. Het duurt even voor je het op waarde kan schatten. Dit geldt helemaal voor grootheden als Alanis Morissette, waarvan nieuwe muziek vaak enkel tegen lijkt te kunnen vallen. Na enig doorluisteren komt de waarde van So-Called Chaos echter naar boven en begint haar veranderde geluid me te bevallen. Het is mooi om te zien dat Morissette als popicoon toch in staat is om te vernieuwen en veranderen en niet simpelweg haar ’trucje’ blijft doen. Haar scherpe blik op het leven is nog helemaal aanwezig en ze zal dit laten horen ook.

Film / Films

Schandalen en echte liefde hand in hand

recensie: Bright Young Things

Bright Young Things speelt zich af in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw. De roddelpers volgt de High Society (‘bright young people’) in Engeland met grote belangstelling. Fotografen en journalisten leggen de schokkende levensstijl en de vele party’s in beeld en woord vast. De verkoopcijfers van de dagbladen stijgen per schandaal.

~

De jonge Adam Symes, een rol van debutant Stephen Cambell Moore, reist naar huis na in Frankrijk een roman te hebben geschreven. De Engelse douaniers nemen zijn boek in beslag, omdat ze denken dat Bright Young Things, geschreven onder het pseudoniem van Sue de Nimes, een vulgair en aanstootgevend boek is. In Londen sluit Symes zich opnieuw aan bij de groep excentriekelingen waar hij eerder deel van uitmaakte. Hij wint en verliest geld, besluit te trouwen, maar moet het huwelijk uitstellen en wordt roddeljournalist voor een dagblad. Hij zuigt verhalen uit zijn duim en houdt zo Londen in de greep. Dagelijks presenteert hij nieuwe en grotere schandalen. De Tweede Wereldoorlog doorbreekt alle sensatie en avonturen en vraagt creativiteit om te overleven.

Problemen

Acteur Stephen Fry debuteert met deze film als regisseur. Eerder speelde hij in films als Wilde en The Discovery Of Heaven. Hij regisseerde niet alleen dit debuut, maar schreef ook het script. De film is gebaseerd op de roman Vile Bodies van Evelyn Waugh uit 1930. Fry opent de film wervelend en laat in levendige scènes de high society in al haar grillen en nukken zien. Hij heeft met Bright Young Things een satire en een komedie gemaakt, terwijl hij tegelijkertijd op een knappe manier een liefdesverhaal vertelt. Alle perikelen met relaties en de geldproblemen kunnen niet voorkomen dat Adam als soldaat de oorlog in moet en dat zijn liefde voor de verwende en egocentrische Nina echt blijkt te zijn.

Cheques

Bright Young Things is een snel gesneden film, waarin de karakters niet al te diepgravend worden neergezet. De toeschouwer krijgt echter steeds meer sympathie voor de schandalen veroorzakende jongelingen. Ze teren op de zak van vader of vreten en zuipen zich vol op feesten van politici. Fry weeft prachtige kleine rollen door de film. Peter O’Toole, de aanstaande wat seniele schoonvader van Symes, ondertekent in al zijn vrijgevigheid zijn cheques met Charlie Chaplin. Dan Aykroyd speelt de hoofdredacteur als een Rupert Murdoch in de vorige eeuw. Hij rookt dikke sigaren en stelt veel eisen aan zijn voetvolk. Het doorlopende verhaal van de jonge excentrieke losbollen en de kleine imponerende bijrollen geven Bright Young Things een mooi rond karakter. Naast de grote verhaallijn heeft Fry oog voor kleine zaken en lardeert hij zijn droge gevoel voor humor door de scènes.

Winst

Bright Young Things is een leuke, goed gemaakte film die de teloorgang van een generatie en de afschrikkingen van een oorlog op een spottende en opgewekte manier in beeld brengt. Ondanks al het verlies wint de kijker. En dat is een groot compliment voor dit debuut van Stephen Fry.