Theater

Stand-up comedians en een blauwe struisvogel

recensie: Arie & Silvester – Samengevat (Het slechtst of)

Arie Koomen en Silvester Zwaneveld zijn twee stand-up comedians die zich naast de vaste ingestudeerde grappen ook richten op improvisatie met het publiek. Arie is grafisch vormgever en Silvester studeerde aan de kunstacademie. Beiden speelden vroeger bij het stand-up comedygezelschap de Comedy Explosion. Als duo eindigden ze in 1996 als tweede op Cameretten. Met de dvd Samengevat hebben ze acht jaar later bijna hun hele carrière op een schijfje gezet.

~

Van Arie en Silvester hoef je geen diepgang te verwachten. De shows zijn met name grappig en je zult ook zeker niet met het gevoel de zaal verlaten dat je de wereld hebt verbeterd. Dit vinden beide heren ook niet noodzakelijk. Samengevat bevat drie hoofditems. Naast hun debuutshow Wegens ziekte uitgesteld! en de opvolger Kloten! staat op de dvd ook hun televisieavontuur bij BNN Oraal. Een waanzinnige hoeveelheid Arie en Silvester: kunnen we bijna drie en een half uur van deze twee grapjassen wel aan?

Explosief droomdebuut

De op RTL5 uitgezonden show Wegens ziekte uitgesteld! uit 1996 valt op door het spetterende begin. Met een humoristische DJ-act weet het duo het publiek in het Haagse Deligentia direct voor zich te winnen. De verbale humor met succesvolle fysieke en visuele uitstapjes spat van het enthousiasme en originaliteit. Bijvoorbeeld het volgende zielige verhaal: “Mijn vader heeft een heel nest met katjes verzopen. Dat vond ik zo gemeen: ik had het zelf willen doen.” Wat moet ik nog meer zeggen – een explosief droomdebuut. Het is wel jammer dat de show nog geen half uur duurt.

Publiek betrokken

~

De tweede show op de dvd is Kloten! uit 1998. Ook deze show is weer in Deligentia in Den Haag opgenomen, maar dit keer voor Bart de Graaffs BNN. Het tweetal heeft geleerd van haar vorige show en ook dit keer beginnen ze het spetterend met een Zuid-Afrikaanse savanne en een blauwe struisvogel. Deze show met pauze is met anderhalf uur een stuk langer dan het debuut en er is daarom ook meer plaats voor de noodzakelijke rustige momenten in de show. Zo neemt Silvester even de tijd om alleen op het podium te staan, “klassiek” te stand-uppen en het publiek uit de zaal te betrekken. Er worden ook langere grappen verteld dan in het vorige programma, wat de grappen minder flauw maakt. De afwisseling is aangenaam en geeft een volwassener Arie en Silvester weer.

Cabaret als televisieserie

Als laatste is de televisieserie Oraal uit 2001 op de schijf gezet. Van deze vier afleveringen haalde er één zelfs het beruchte Kopspijkers (natuurlijk staat dit fragment tussen de extra’s). Toch is deze serie minder spetterend dan de theatershows van de twee stand-uppers. Het lijkt moeilijker te zijn om het publiek op stoom te laten komen en houden in de show (die in één keer is opgenomen). Ook als kijker moet je telkens weer wennen aan de twee mannen en tegen de tijd dat je gewend bent is de aflevering reeds voorbij. In het theater komen de twee in ieder geval beter tot hun recht.

Menu is briljant

De beeldkwaliteit van de dvd is natuurlijk wisselend, maar de shows zijn in ieder geval allemaal van aardige kwaliteit. Zeker Kloten! is niet veel beter dan de kwaliteit op televisie, maar het is zeker wel goed aan te zien. De dvd staat ook barstensvol extra’s waarvan de video’s uit de tijd van de Comedy Explosion misschien wel het interessantst zijn. Ook is het menu van de dvd briljant. Dit meestal weggestopte detail van een dvd is hier perfect uitgewerkt. De humor wordt doorgewerkt in de diepste poriën van deze plaat, terwijl het ondertussen wel makkelijk navigeren door de menu’s is.

Afwisselend ervaring

Met deze dvd is een degelijke samenvatting gemaakt van alles wat buiten de show Vet! van de cabaretiers nog op de plank lag. Deze laatste show verscheen overigens in april reeds op dvd. Dit complete overzicht zorgt voor een afwisselende ervaring van de vooral verbale humor van het duo. De volwassen show Kloten! is het toppunt van Samengevat en de televisieserie Oraal vind ik minder geslaagd, maar ook dit is nog leuk genoeg om op dvd te hebben staan. Dit is een dvd zoals er meer zouden moeten zijn: een compleet pakket aan shows waarmee je bijna drieëneenhalf uur kijkplezier hebt.

Theater / Voorstelling

Python-humor

recensie: Productiehuis Brabant - Pass the Butler

De villa van de familie Prins. Vader Robert Prins is mediamagnaat in ruste (en minister in z’n vrije tijd), zozeer in ruste zelfs dat hij in leven wordt gehouden door een ‘levensprolongator’. De rest van de familie is eigenlijk een familie Flodder, maar dan rijk. Zoon Hugo kleedt zich goed, maar dat is het dan ook wel. Dochter Annabella, zijn tweelingzus, is het produkt van homeshopping en teveel plastische chirurgie. En jongste zoon Niels is de eeuwige student esoterische transcendente yoga. En dan zijn er nog de butler en het kindermeisje, en dat alles onder de hoede van moeder Prins, groot fan van sherry. Stereotypes zat dus.

~

Pass the Butler is gebasseerd op de bekende moordmysteries van onder andere Agatha Christie. Er is een villa, een lijk (nadat vader komt te overlijden omdat zijn machine uitvalt), een butler die de eerste verdachte is, een erfenis, en een buitenstaander: inspecteur Harrie de Vries, die de zaak komt oplossen. Productiehuis Brabant heeft zelfs een set gebouwd met vier verschillende deuren, waardoor continu mensen opkomen en afgaan. Dit werkt vooral leuk in een scène waarin de butler eigenlijk weg wil, maar steeds wordt tegengehouden door mensen die door verschillende deuren binnenkomen.

Herkenbaar

~

Het stuk is geschreven door Eric Idle, beroemd geworden door Monty Python, en eigenlijk de enige van dat gezelschap die nog steeds fanatiek tourt met dat soort humor. Dat Idle de schrijver is is erg goed te merken. Als fan van Monty Python herken ik veel terug in Pass the Butler; de absurde woordgrapjes, de vreemde situaties, en de over-the-top (of juist enorm onderkoelde) reacties van de karakters. Het nadeel van Idle, en van veel acteurs die voor zichzelf schrijven, is dat hij bepaalde rollen creëert met zichzelf in het achterhoofd. Ik weet niet wie Idle speelde toen het stuk in 1982 in première ging, maar het zou me niet verbazen als hij Hugo was, de sul, de droogkloot en luilak. Het gaat zelfs zo ver, dat ik bepaalde karakteristieken van andere Python-leden terugzie. De butler leek soms net John Cleese, en Niels zou gemakkelijk door Michael Palin neergezet kunnen zijn. In eerste instantie hoeft dat niet slecht te zijn. Idle heeft ongetwijfeld karakters geschreven die hij heeft gebaseerd op mensen die hij kende of had meegemaakt. Het enige nadeel is dat hij daar soms zo ver in is gegaan dat een andere acteur erg moeilijk die rollen kan spelen, omdat ze zo toegespitst zijn op bepaalde acteurs.

Moeite

De acteurs in deze produktie zijn allemaal oudgedienden van Productiehuis Brabant, maar hebben duidelijk moeite met dit stuk. De acteurs die de kinderen en de butler speelden hadden duidelijk wel plezier in hun rol en slaagden erin die overtuigend en grappig te brengen, maar dat succes werd weer opgeheven door met name de acteurs die Harrie de Vries en Jasmijn, de studente journalistiek die toch al geen duidelijke functie in het stuk heeft, speelden.

Moderniseren

Productiehuis Brabant heeft Pass the Butler hier en daar gemoderniseerd door verwijzingen naar commerciële televisie, de media, en (ja hoor, daar zijn ze weer) terroristen. Het origineel is geschreven in 1984, en afgezien van de commerciële TV, die toen in Groot-Brittanie net opkwam, vallen de toevoegingen gewoon ontzettend op. Wat is dat toch, dat toneelstukken zo gedwongen opgeleukt of gemoderniseerd moeten worden? Soms werkt het wel, zoals bij Richard III dat ik drie dagen eerder zag, maar meestal niet. Het is zo ontzettend gemakkelijk, en heeft geen functie.

Maaiveld

Pass the Butler, in deze uitvoering in ieder geval, is een moeilijk stuk om te recenseren, omdat er niks opviel als ontzettend goed of pijnlijk slecht. De acteurs doen hun ding, de grapjes lokken hier en daar wat gegrinnik op, maar worden al meteen weer verdrongen door de volgende zin tekst. Ik weet niet of het aan het stuk ligt (Eric Idle heeft zeker wel wat schuld) of aan de acteurs, maar Pass the Butler steekt bepaald niet boven het maaiveld uit.

Theater / Voorstelling

Het einde van de oorlog

recensie: De Theatercompagnie en KVS/Brussel - Lysistrata

Hoe beëindig je een oorlog? Het is een vraag waar eigenlijk niemand antwoord op heeft. De vraag inspireerde Aristophanes in 411 voor Christus tot het schrijven van het stuk Lysistrata. Het stuk werd op 03-03-’03 wereldwijd voorgelezen om te protesteren tegen de oorlog in Irak. Regisseur Theu Boermans van de Theatercompagnie vatte toen het plan op om het stuk opnieuw op de planken te brengen en hij vroeg de Oostenrijkse schrijver Gustav Ernst om het stuk te bewerken. Het eindresultaat is nu te zien in de coproductie van de Theatercompagnie en KVS/Brussel.

~

Zeven vrouwen bevinden zich al op het toneel als het publiek de zaal van het Compagnietheater binnenkomt. Twee kamermeisjes roken een sigaret op een hotelbed, een oosterse vrouw staat te koken en aan de linkerzijde hangen drie vrouwen verveeld in hun eigen tweepersoonsbed. Een westerse vrouw hangt voor een zuil met televisies, haar rug naar het publiek gekeerd. De mannen zijn aan het onderhandelen en de vrouwen wachten. Op hun mannen, op de vrede, op het einde van het geweld. Want het is de hoogste tijd dat oost en west vrede met elkaar sluiten. De vrouwen doden de tijd door met elkaar te praten, door een boek te lezen en door te klagen. De kokkin houdt een verhandeling over de kracht van goed eten, de hotelmanager moppert, de kamermeisjes filosoferen over het verschil tussen oosterse en westerse mannen.

Geen seks tijdens de oorlog

~

Eén vrouw kan het niet meer aan. Lysistrata (Marisa van Eyle), de vrouw van de president van de christelijk-westerse coalitie (Harry van Rijthoven), heeft genoeg van het geweld dat iedere dag via de televisie over haar uitgestort wordt en neemt een besluit. Geen seks meer zolang het oorlog is. ‘Ik wil me door mijn man niet meer laten neuken. Ik wil zijn nabijheid niet meer in mij geperst krijgen, die nabijheid van oorlog. Ik zal hem het bed uit gooien. Of de oorlog of ik. Dat zal hij begrijpen. Het enige dat hem zal dwingen het te begrijpen. De mannen mogen hun misdaden niet meer in ons kunnen ontladen. Niet meer in ons op krachten kunnen komen voor hun nieuwe misdaden.’

Optimaal presteren

Dan stormen de mannen binnen en wordt alles anders. De mannen worden vertroeteld en bewonderd, ze mogen snel hun frustratie even wegneuken, kunnen lekker schelden op hun opponenten en hoeven heel even niet aan de onderhandelingen te denken. Die zitten namelijk muurvast, de heren kunnen het niet eens worden. Het grootste struikelblok is de olie die het oosten bezit en het westen wil. De vrouwen slikken hun geklaag in, de mannen moeten immers optimaal presteren? Als de mannen weer afgedaald zijn naar de conferentiezaal is ook voor de andere dames de maat vol. Alleen Siba, de vrouw van de voorzitter van de Arabische Unie (Nazmiye Oral) houdt nog vast aan haar oude standpunt, zij blijft vooralsnog pal achter haar man staan (een rol van Saabri Saad el Hamus).

In de fantasie van Gustav Ernst krijgen de vrouwen de macht en mogen zij bewijzen dat ze het beter kunnen. De strijd gaat dan niet om olie, maar om drinkwater. De vrouwen gedragen zich net als de mannen, hun eigen belang staat boven alles en compromissen zijn moeilijk te sluiten.

Balans

De cast is een goede mix van oost en west, jong en oud, Vlaams en Nederlands. De verschillende talen hebben een heel natuurlijke plek in het stuk gekregen, maar op de een of andere manier komt Lysistrata niet helemaal tot zijn recht. Misschien waren de acteurs van hun stuk omdat de zaal bijna leeg was, dat zou kunnen. Maar het stuk mist ook een bepaalde balans. De makers hebben gezocht naar een balans tussen ernst en lichtvoetigheid, tussen snelheid en mooie teksten. Die balans is er (nog) niet helemaal. De actualiteit van het eeuwenoude stuk maakt veel goed. Want wat zou er gebeuren als de vrouwen van de huidige wereldleiders het voorbeeld van de strijdbare Lysistrata zouden volgen? Zou er dan vrede zijn?

Lysistrata is nog te zien tot 5 juni.

Muziek / Album

Slap aftreksel

recensie: Drew – Songs from the Devil's Chimney

.

Uitgaande van de titel van de plaat lijkt het erop dat Drew Kennett je zwartgallige songs om je oren smijt en dat je elf songs later samen met deze songwriter de wanhoop nabij bent. Maar wanneer je de teksten tot je neemt valt het leven van Drew wel mee. Het is waarschijnlijk een jongen die is opgegroeid in een veilige omgeving en gelukkig voor hem nooit het leed van de wereld heeft meegemaakt, want je krijgt bij Drew een palet van lichtelijke onzekerheid, liefde, hoop en probleempjes met zijn vriendin. Het is best mogelijk dat deze onderwerpen een boeiende plaat kunnen opleveren, maar Drew is daar nauwelijks in geslaagd.

Nauwelijks avontuur

Drew heeft namelijk zijn inspiratie jammerlijk omgezet en gegoten in nietszeggende songs. Het ontbreekt bij de liedjes aan de nodige fluwelen weerhaken. Met een nasale stem vuurt Drew Kennett de boel op je af. Hij wordt bijna de gehele plaat bijgestaan door zijn muzikale kompaan Paul Butler. Terwijl ze op zoek zijn naar een kopie van Crosby, Stills en Nash, komen ze niet verder dan een slap aftreksel. De steeds irritanter wordende dubbele stem wordt zouteloos en flauw over de begeleiding heen gebracht. Zelfs in de gitaarpartijen zit geen avontuur. Zonder peper in zijn kont brengt Drew hetgeen je al vaker gehoord hebt, waardoor het zoeken is naar de nummers waarin Drew weet te overtuigen. Hierdoor rijst de vraag, waarom men op Drew moet gaan letten en wat het toevoegt aan hetgeen we al hebben.

Teleurstelling

Songs from the Devil’s Chimney kan qua artwork een mooie toevoeging aan een platenkast zijn, maar wordt op muzikaal gebied overklast door de rest van de collectie. Met de enige uitschieters in de vorm van Without Your Love, OK to Cry en Leave the Fear duurt de plaat een half uur te lang. Het album bevat voor de rest nauwelijks een nummer dat blijft steken in het hoofd. De twijfel is aanwezig of het kwartje nog moet gaan vallen en de overtuiging dat de pluggerman een andere smaak heeft wordt steeds sterker. Deze Brit kan niet de verwachting niet waarmaken en de plaat zal stoffig worden op de stapel cd’s.

Boeken / Fictie

Dichterlijke driften en dierlijke lusten

recensie: Rob Schouten - Apenlier

De kont plus staart van een aap siert de voorkant van de nieuwe bundel van criticus, schrijver en dichter Rob Schouten. Apenlier is een bundel die misschien wel gaat over waar het soms misging in de ontwikkeling van mens naar aap en dat driften niet te onderdrukken zijn, zelfs niet voor de dichter.

In zijn nieuwe bundel stelt Schouten zich veel existentiële vragen, maar tegelijk zwakt hij deze ook af, want ach, het stelt misschien niet zoveel voor. De toon van de gedichten is luchtig, zoals bijvoorbeeld in het gedicht Testament, waarin de ik-figuur zegt: ‘ik heb geen zin te overlijden / maar wie geen zin heeft moet maar zin maken,’ en waarna hij ironisch een scenario voor na zijn dood schept.

Onder de oppervlakte

Die ironie is in meer gedichten terug te vinden, vooral omdat het gewone leven in veel gedichten een rol speelt. Het zijn niet zozeer de huis-tuin-en keukendingen die Schouten tot onderwerp neemt, maar eerder de gedragingen onder de oppervlakte. Het zijn de lusten en dierlijke neigingen die hem interesseren. Het eerste gedicht van de bundel, Anvers sous la pluie, lijkt daarvoor een aanwijzing te zijn. In de laatste strofe komt het ‘ongeregisseerde’ voor, dat duidt op iets dat niet geregeld is, dat aan impulsen wordt overgelaten. Ook geeft hij een lichte kritiek op mogelijk overinterpreteren:

Gij zegt het: heel het ongeregisseerde
oplettend gadeslaan en onderdrukken
wat meer verwacht laat staan hier zoekt.

Deze strofe lijkt iets te zeggen over de manier waarop de dichter werkt (is hij de ‘gij’ die zichzelf iets oplegt, of ziet hij deze dingen zich door anderen opgelegd?). Is voor hem poëzie ook een ongeordend proces of zijn de driften ironisch gebruikt, omdat voor hem schrijven nu juist strak bepaald wordt door ordening? De bundel zelf is namelijk vrij strak gecomponeerd. De bundel bestaat uit vier gedeelten, die titels hebben die dicht bij huis blijven: Vijf vervelingen, Familie en vrienden, Uit & thuis en Goede tekorten. De versvorm is vaak het sonnet.

Rozen kijken

Het impulsieve is vooral te vinden in de manier waarop de dichter onderwerpen als liefde behandelt. Het zijn geen zoetgevooisde rijmsels, maar bijvoorbeeld de ervaring van een man die naar de hoeren wil, maar uiteindelijk onverrichter zake thuis belandt. Of wat te doen met een liefde voor een buitenlandse vrouw. Het zijn instincten die hem leiden, lusten die hem doen afvragen ‘of ik je wil platnaaien / of samen uit een venster / naar de rozen kijken.’ De woorden die de dichter gebruikt soms zijn weinig dichterlijk te noemen.

Cognac

Het expliciete seksmotief dat in de bundel zit, werd niet erg gewaardeerd door de uitgever. Hij weigerde de bundel vanwege ‘godlasterlijkheid en obsceniteiten’. Een gedicht als Ex Machina behoort waarschijnlijk tot de afgewezen gedichten. In dit gedicht wordt er een Hij-figuur voorgesteld, die echter weinig overeenkomsten heeft met een beeld van God. Door een paar zinnen wordt duidelijk dat het toch om de ‘deus’ (ex machina) gaat die opnieuw opduikt: ‘Zo nu en dan heeft-Ie een zetje nodig / maar levensvragen en Hij is stand-by!’ Uit het gedicht spreekt een weinig respectvol idee over God, die wordt vergeleken met Donald Duck, en die ‘een glas cognac / niet afsloeg, neukte’.

Tepels

Toch bestaat niet de hele bundel uit grof taalgebruik. De observaties en kleine anekdotes van Schouten zijn soms vermakelijk opgeschreven. Hij heeft een goed gevoel voor taal, haalt taalspelletjes uit, zoals in het gedicht opgedragen aan Tonnus Oosterhoff, Leer lezen in een wip. In In Paradisum schrijft hij een bijzondere uitgewerkte vergelijking over het ‘hoofd’ en ook vaak spelen herinneringen een rol. Hij bedient zich soms plotseling van mooie woordcombinaties of neologismen, die de lezer meer verrassen dan ‘seks’ of ’tepels’.

Boeken / Fictie

Hopeloos langdradig

recensie: Philip Ardagh - De Eddie Dickens trilogie, boek twee: Hopeloze daden

In het voorwoord van Hopeloze daden stelt schrijver Philip Ardagh over zijn boek: “Als je er niets aanvindt, hou dan je slappe mening voor je.” In deze recensie zal ik toch mijn “slappe” mening over dit kinderboek verkondigen. Want als er iets slap is, dan is het wel het gekeuvel van Ardagh zelf.

Het verhaal van dit tweede boek over de jongeman Eddie Dickens speelt zich af in negentiende-eeuws Engeland. De hoofdpersoon woont met zijn ouders bij zijn Gekke oom Gerrit en Nog gekkere tante Gerda, Markus de net niet echte nerts en nog wat geassorteerd personeel. Het is een huishouden dat wordt gedomineerd door chaos en wereldvreemdheid. De avonturen beginnen op het moment dat, nadat het halve huis is ontploft, uit een lijkkoets in de tuin een doodskist valt met daarin de nog springlevende boeienkoning De Grote Crustini. Door allerlei verwikkelingen raakt Eddie dankzij deze Crustini en zijn assistente eerst verzeild in een politiecel en vervolgens op de heidevelden waar hij gevangen wordt genomen door ontsnapte bajesklanten, die hem inzetten bij hun zoektocht naar hun buit. Wat er vervolgens gebeurt… nou ja, het is een kinderboek, dus bedenk zelf maar.

Diepe Dahlen

Afgaand op de portettekening van auteur Philip Ardagh zelf die, zo zegt ook het persbericht, zo uit De Griezels van Roald Dahl lijkt gestapt en de goede aanbevelingen uit de Engelse pers, verwacht je een verhaal dat toch zeker enigszins vergelijkbaar is met het werk van deze grootste kinderboekenschrijver allertijden. Bepaalde elementen van de boeken van Dahl komen ook wel terug. Eddie Dickens is een vrij normale jongen tussen allemaal geheel geflipte, gemene of corrupte volwassenen, maar het geheel wordt minder sterk uitgewerkt dan bij Dahl. Het verhaal is in wezen vrij rechtlijnig en het loopt ook goed af, terwijl dat in een boek als Dahls De Heksen niet gebeurt. Ook mist een zekere grofheid die de boeken van Roald Dahl kenmerkt, hoewel Hopeloze daden geen typisch good-guy/bad-guy verhaal is: de politie blijkt corrupt en dom en de boeven slim en misschien zelfs wel een beetje vriendelijk.

(heel vervelend)

Het bijzondere, maar ook het storende van Hopeloze daden zit in de vermeende humor van het boek. Er wordt veel gespeeld met taal, maar de woordgrapjes zijn waarschijnlijk in de originele Engelse versie een stuk leuker. Het voortdurende gebruik van het woord “kip” voor politieagenten is bijvoorbeeld heel vervelend (maar als je bedenkt dat het in het Engels “pig” is, wordt het al een stuk leuker). Daarnaast is het verhaal doorspekt met zogenaamd lollig commentaar van de schrijver, om de lezer duidelijk te maken wat hij met bepaalde woorden of termen bedoelt of om hem te herinneren aan wat eerder in het verhaal is gebeurt (zoals ik hiervoor tussen haakjes al deed. Oh nee, nu doe ik het weer. Nou zoiets doet Ardagh dus ook) (en dat wordt op een gegeven moment echt heel vervelend).

Raar, raarder, complete chaos

Veel absurdistische zaken in Hopeloze daden, die het boek leuk zouden moeten maken en dat soms ook wel doen, hebben niet echt nut voor het verhaal en zorgen vooral voor onnodige afleiding en verwarring bij de lezer. Een voorbeeld daarvan is dat De Grote Crustini door iedereen wordt aangezien voor de ijzerwarenhandelaar Oudekerk. Een echt verband met de rest van het verhaal is er niet, maar je wordt er als lezer wel de hele tijd mee lastig gevallen. Samen met het commentaar van Ardagh zorgen deze absurditeiten er voor dat de vaart uit het verhaal verdwijnt en het geheel nogal chaotisch aandoet. Doordat het boek niet lekker doorleest wordt het wat langdradig. Er wordt geen suspense opgebouwd die je als het ware dwingt om het boek uit te lezen, iets wat bij een kinderboek naar mijn mening wel belangrijk is om bij de jonge lezer de interesse voor lezen van andere boeken op te wekken. Iets wat schrijvers als de eerder genoemde Roald Dahl en J.K. Rowling wel lukt.

Theater / Voorstelling

Zuur nasmaakje

recensie: Zuur (Theatergroep Carver)

Theatergroep Carver staat bekend om een eigen, unieke stijl van theater maken waarin humor en visualiteit centraal staan. Het gezelschap maakt voorstellingen vanuit een persoonlijke betrokkenheid samen met wisselende gastspelers en regisseurs. Improvisatie staat voorop. Op dit moment spelen Beppie Melissen, Leny Breederveld, René van ’t Hof en gastspeler Joop Admiraal de nieuwe Carver-voorstelling Zuur.

~

De jassen worden aangetrokken, de mensen in het café maken aanstalten om weg te gaan en het licht gaat uit. Einde voorstelling. Wat is er in de afgelopen 100 minuten gebeurd? Vrij weinig eigenlijk. Vier mensen zitten in een café en staren voor zich uit, roddelen, delen hun fantasieën en hersenspinsels en zitten bovenal met zichzelf in de knoop. Ze lijken niet te krijgen wat ze graag willen en zijn zoekend naar wie ze zijn en waar ze naartoe moeten. Tijdens de voorstelling blijf je nieuwsgierig naar wat komen gaat, maar het leidt niet tot een hoogtepunt.

Leuk geprobeerd

~

De voorstelling kabbelt een beetje voort. Sommige scènes duren zelfs iets te lang. Regisseur Gerardjan Rijnders heeft niet de intentie om er power in te stoppen. In dat geval moet je wel bijzonder goede teksten en sterke acteurs hebben. Daar ontbreekt het niet aan. De acteurs zijn prima en meesterlijk in hun mime-spel, hebben een goede timing en ze draaien hun hand niet om voor de meest uiteenlopende typetjes. Aangenaam is het om Joop Admiraal (vorig jaar te zien in Sonic Boom) weer op het podium te zien staan. Hij heeft geen overheersende rol, maar je ogen worden iedere keer weer naar hem toe getrokken. Over de teksten kun je twisten. Er zitten een paar briljante teksten tussen, maar de grappen zijn minder origineel (al kan het publiek dat weinig schelen: zij zijn gekomen om te lachen, dus dat doen ze dan ook). Het is het allemaal net niet, hoe leuk ook geprobeerd. De voorstelling raakt je gevoel niet.

Wrang en absurd

Rijnders had veel meer met deze voorstelling kunnen doen. De aanpak is aardig om het geploeter van mensen te tonen en in te zoomen op kleine details die de werkelijkheid bloot moeten leggen. Het levert wrange, absurde situaties op, waar Carver om bekend staat. Maar aan de uitwerking van dit stuk schort het nog. Enigszins teleurgesteld loop je ’s avonds het theater uit met een zure nasmaak in je mond, omdat het stuk niet genoeg is doorgedrongen tot de kern.

Zuur is nog tot en met 4 september te zien.

Muziek / Album

De prairie in mineur

recensie: Timesbold - Eye Eye

.

Timesbold is, voor degene die het nog niet weet, Americana uit Brooklyn. Dat klinkt niet echt logisch: als je Americana zegt, denk je immers aan uitgestrekte velden, lange zandwegen en de rust van het land. In de muziek van Timesbold komt de drukte van New York nergens naar voren, maar toch resideren deze muzikale cowboys in de hoofdstad van de wereld. Nergens hoor je de vermeende champagne uit de New Yorkse lucht terug in de muziek van Timesbold. Ook niet op hun tweede plaat. Nee, op Eye Eye zijn het weer de snik en de traan van Jason Merritt die de boventoon voeren.

Stokpaardjes

Eye Eye begint sterk, net zoals zijn titelloze voorganger. Opener Bone Song snoert meteen elke criticus de mond. Het nummer is zo adembenemend opgebouwd dat je niet kunt gaan mekkeren over originaliteit, vernieuwing of andere stokpaardjes van de muziekpers. Het is ook niet van toepassing op het werk van Timesbold. Want na de EP-tjes, de plaat Timesbold en het solowerk van Merritt weet de band nog steeds te overtuigen met een breed scala aan instrumenten en verrassende wendingen in de spannende composities, waarvan Bone Song een uitermate goed voorbeeld is.

Tranen en hartzeer

Maar er staan meer nummers op Eye Eye. Het voor Timesbold enigszins up-tempo-nummer Call to Arms, het nummer Wings on a Girl of het desolate All Blues zijn uitermate geschikt om van te genieten. Dit komt mede door de overtuigende manier van zingen. Whip, ofwel Jason Merritt, zuigt de tranen uit je ogen en laat je zijn hartzeer voelen. Toch is deze tweede van Timesbold ietwat toegankelijker dan zijn voorganger. Het album besteedt meer aandacht aan het probleem dat de luisteraar zijn aandacht kan verliezen. De muziek, teksten en de sfeer van het album zijn zo, dat elke luisterbeurt de moeite waard blijft.

Een beetje herfst in de lente

Timesbold maakt op Eye Eye opnieuw, met de eenvoudigste akkoordwisselingen, klassieke countryinstrumenten en dezelfde snik als de vorige van Timesbold, de mooiste americana, country harvest of bluegrass die je je maar kunt voorstellen en zaagt daarmee aan de poten van de troon van Will Oldham. De connectie met Godspeed kan alleen in schoonheid worden gevonden. Verder is het jammer dat het lente is en de zomer op de deur klopt, want daardoor is er nauwelijks ruimte voor triestigheid. Maar dat is dan ook het enige.

Theater / Achtergrond
special: Een interview met Carolina Dijkhuizen

“Nala zit in mijn systeem”

Vorig jaar speelde ze nog de rol van slavin Aïda (als alternate) en nu is ze in de huid gekropen van leeuwin Nala, het vriendinnetje van hoofdrolspeler Simba. Voor deze Disney-fan is een droom uitgekomen nu ze in The Lion King mag spelen. Carolina Dijkhuizen (24 jaar) voelt zich helemaal thuis in het Circustheater in Scheveningen. Ze is trots dat ze in deze productie mag spelen en is van mening dat zo’n grote show met gemak hier in Nederland kan staan gezien de goedlopende kaartverkoop. In Engeland heeft ze The Lion King ook een paar keer bekeken, maar die kan toch niet op tegen de Nederlandse versie. Tussen Aïda en The Lion King zat een half jaar, maar dat is voor haar gevoel echt voorbij gevlogen. Carolina was veel bezig met repeteren.

~

Flink doorzetten zeker?
“Het was echt zwaar, vooral in fysiek opzicht. Ik ben geen geboren danseres. En ik moet dansen, zingen spelen, springen en vechten. Aan die combinatie moest ik wel wennen. In Aïda zong ik dertien nummers en dat was ook uitputtend. Maar als ik me nu niet lekker voel, is het moeilijker om me daarover heen te zetten.”

Hoe vind je het om als dier op het toneel te staan?
“In het begin was het raar, omdat je dierlijke aspecten in je rol moet verwerken. Nu gaat het eigenlijk vanzelf, want het is een mix tussen menselijkheid en dierlijkheid. En als je dat elke dag herhaalt, dan gaat het heel erg in je systeem zitten. Als ik van het podium afloop, loop ik gewoon af. Op het moment dat ik oploop, dan schakel ik naar Nala.”

Heb je veel van jezelf in je rol kunnen leggen?

~

“Ja heel veel. Ik denk dat mijn Nala anders is dan andere Nala’s. Ik heb heel erg mezelf erin gelegd. De regisseur zocht ook iemand die eigen raakvlakken heeft met de rol. We hebben aparte sessies gehad met de regisseur. Toen hebben we over de eigen nummers gepraat en eraan gewerkt. Ik ben er heel erg mee bezig geweest.”

Je bent zelfs naar Zuid-Afrika gereisd!
“Ja, ik heb daar Afrika een beetje leren kennen. En ik vond het vooral leuk om te zien hoe Afrika is verwerkt in deze productie. Alle stoffen, kleuren en planten zijn geïnspireerd op dingen in Afrika en dat is heel goed gedaan. Wat mensen bijvoorbeeld niet zien van een afstand is dat mijn korset bestaat uit duizenden echte kralen en schelpjes die er met de hand zijn opgezet. Het zijn allemaal kleine details die de voorstelling zo speciaal maken. Het valt je misschien niet op in de zaal, maar er is wel aan gedacht. En daaruit blijkt dat mensen dit met liefde hebben gemaakt.”

Speciaal zijn ook de maskers die jullie op hebben. Is het niet lastig om daarmee te spelen?
“In het begin vond ik het echt een lastig ding op m’n hoofd, maar op een gegeven moment vergat ik gewoon dat ik het op had. Ik merk en voel het nu niet eens meer, want het is zo licht. Ik heb geen mechanisch masker, zoals Mufasa of Scar. Dit masker hoort bij mijn karakter. Zonder dat masker is Nala geen Nala, ook al zit ik erin. Het masker is mijn hoofd, mijn uitstraling. Veel aspecten zijn ook qua licht gericht op het masker. Dat vond ik best moeilijk om dat samen te krijgen met mijn spel, maar het is gewoon één geheel. Het masker is wat Nala maakt.”

Je mag pas in de tweede akte – na de pauze – op. Vind je dat niet moeilijk?
“Ik zit niet al die tijd te wachten hoor! Ik zit een uur in de make-up, dus als de voorstelling een kwartier begonnen is, ga ik naar de make-up en als we pauze hebben, ben ik pas klaar. Het is wel moeilijk in de zin dat iedereen z’n stempel al heeft gezet. Ik kom echt pas als laatste van de principal cast op, dat vind ik soms wel moeilijk. Maar ik merk wel dat mensen denken ‘Hee, dat is Nala’ en dat is leuk, dat mensen weten dat ik nog moet komen. Ik ben er nu wel aan gewend, maar in het begin vond ik het heel eng. Dan stond ik achter en dacht “O god, daar gaan we weer”. Dan was ik heel zenuwachtig, maar ik vind het nu juist wel leuk.”

Jullie spelen de musical al een paar weken voor volle zalen; zit je nu beter in je rol dan in het begin?

~

“Ja, dat sowieso. Tijdens de try-outs waren we nog niet helemaal klaar. Nu is het ook nog niet helemaal af, maar tijdens de try-outs was het nog heel vers. Nu merk ik al dat het lekkerder loopt en dat ik dingen kan uitproberen. In het begin probeerde ik nog heel erg te volgen en me bezig te houden met de techniek, maar nu zit het zo in mijn systeem dat ik aan m’n karakter kan werken. Die technische dingen weet ik nu allemaal wel en dus kan ik gaan werken aan de ontwikkeling van de rol.”

Nog geen automatisme?
“Nee absoluut niet, want elke dag is weer anders. Er hoeft maar iets te gebeuren met de techniek en de scène is gelijk anders.”

Je zegt het zelf al: veel techniek. Is dat anders dan bij Aïda?
“Ja, omdat we hier draaischrijven hebben; de rots die omhoog komt. En we zijn met z’n zestigen. Maar moeilijker? Ik ben eraan gewend.”

Een cast van zestig personen, is dat niet heel onpersoonlijk?
“Nee, want op de een of andere manier lijkt het alsof we met z’n twintigen zijn. Je kletst op de gang met die en met die. Wel is het soms lastig om de hele groep bij elkaar te krijgen, maar niet qua contact met mensen. Ik heb met iedereen evenveel contact, dat is gewoon zo gegroeid.”

Hoe is het met de kinderen erbij?
“Ja, heel leuk. We hebben elke dag twee nieuwe kindjes en twee kinderen die stand-by staan. Ze horen er helemaal bij. Het zijn ‘onze’ kids. Het wordt wel raar, want ze gaan nu weg en worden vervangen door een nieuwe groep. Die heb ik al gezien en dat is een vreemd gevoel, want de kinderen die nu spelen horen vanaf het begin al bij ons. Zij zijn dé kleine Simba en Nala. Maar als we straks met de nieuwe kinderen gaan spelen, dan nemen zij hun plaats in en went het vanzelf. Dat gaat allemaal heel snel. Maar ik vind het wel jammer dat deze kinderen gaan!”

Jij als Disney-fan, heb je nu nog wel eens zin om thuis The Lion King op dvd te kijken?
“Natuurlijk heb ik ‘em wel meteen op dvd gekocht toen die uitkwam en ook Hakuna Matata 3. Maar ik kijk er nu minder naar, omdat het toch anders is dan wat wij doen. Wat wij doen is echt de theaterversie. Het is wel gebaseerd op de film en het verhaal blijft hetzelfde, maar er zijn dialogen aangepast of weggelaten en er zijn liedjes bijgekomen. Ook heeft Nala bijvoorbeeld een grotere rol en wordt Rafiki gespeeld door een vrouw in plaats van een man, zoals in de film. In Zuid-Afrika speelt de vrouw een centrale rol in de cultuur en daarom zijn de vrouwen nu op het toneel wat meer aanwezig.”

Wie zou je willen spelen als je geen Nala had kunnen zijn?
“Dat is een moeilijke vraag. Rafiki is wel een hele leuke rol, maar Timon en Pumbaa zijn ook grappig. Dat zijn ook echt mijn favorieten. Of Scar natuurlijk, want ik hou er ook van een slechterik te spelen, maar op de een of andere manier speel ik altijd de goede. Maar Nala past wel perfect bij mij.”

Wat is de mooiste scène?
“Mijn scène, ha ha! Nee, ik denk de scène waar iedereen kippenvel van krijgt: het begin. En wat ik ook heel mooi vind is het hele ritueel als Mufasa overlijdt. Rafiki gaat dan zingen en dat gaat echt door merg en been. Zij stopt al haar ziel en zaligheid erin. Ik krijg er elke avond weer kippenvel van, want dat is zo mooi.”

Er is weer een droom van je uitgekomen: je hebt spelen in een musical kunnen combineren met een grootse Disneyfilm, The Lion King. Heb je nu nog wel een idee waar je in de toekomst nog in zou willen spelen?
“Dat is misschien stom, maar dan kom ik weer uit bij Disney. Ik heb in New York Beauty en the Beast op het toneel gezien en ik vond dat zo grappig! Ik heb alleen maar gelachen. De film vond ik ook al leuk en dit heeft ook iets. Vooral veel stunts, goocheltrucs en magie van David Copperfield. Dus dat vind ik ook erg leuk. Maar voorlopig ben ik nog niet klaar met The Lion King hoor! Ik zit wel goed!”

Lees ook onze recensie van The Lion King!

Theater

Verbinding tussen tegenovergestelde begrippen

recensie: Guido Weijers - Oxymoron

De charme van Hans Teeuwen, de grote bek van Youp van ’t Hek en het oorsuizende tempo van Lebbis en Jansen. Er is al veel gezegd over Oxymoron, het debuut van Guido Weijers toen hij deze show in de theaters opvoerde. Sinds oktober 2003 is hij echter al met zijn tweede show Myosotis in het land te zien. Logisch dus dat Oxymoron nu op dvd wordt uitgebracht. Voor hen die geen kaartje hebben kunnen bemachtigen, is dit de kans om toch met dit aanstormend Brabants talent kennis te maken.

~

“Hij stond vier keer in een uitverkocht Ahoy’. Tot hij genoeg kreeg van André Hazes, en André Hazes van hem.” Zo begint de show en wordt het publiek een show toegezegd die zal spetteren van scherpte en turbotaal. Mijn verwachtingen zijn hoog bij de man die de halve finale haalde bij het Leids Cabaret Festival in 2000, vrij snel gevolgd door de publieksprijs op Cameretten. Allemaal duidelijke tekenen van een snelle erkenning. Houdt dit echter ook in dat wij de registratie van de show in De Kleine Komedie zo spetterend en indrukwekkend vinden als deze introductie ons belooft?

Tegenovergestelde begrippen

~

“Als je nu in bed ligt met een schizofreen, ga je dan vreemd of doe je dan aan groepsseks?” vraagt Weijers zich openlijk af. En dat is precies zijn probleem: hij bedenkt de verkeerde dingen op de verkeerde momenten. Dit is de basis van de show. Met een vliegende vaart worden wij door een batterij voorbeelden van die verkeerde dingen geleid. Er wordt gespeeld met woorden in een tempo dat soms bijna niet te volgen is. Weijers is een taalkunstenaar die invulling geeft aan het begrip oxymoron (ofwel een stijlfiguur die een verbinding legt tussen tegenovergestelde begrippen). Hij slaagt daarin overtuigend.

Hengeloooo

De show begint dan wel tekstueel virtuoos, in het begin van het programma is de humor niet op zijn sterkst. Een dieptepunt raakt hij met een te eenvoudige grap over Twente. Na wat vaag gebrabbel dat ergens tussen Twents, Gronings en Zweeds inzit eindigt hij met een lang uitgehaald cooola. En om het nog erger te maken, komt nog even de grap van de plaats met 20 klinkers (jawel hengelooooo) om te hoek kijken. Grappen over dialecten zijn alleen grappig als je er goed in bent en zeker niet als je de moppen van het schoolplein herhaalt.

LOL

~

Maar Weijers revancheert zich ijzersterk in het tweede deel van de show. Het tempo wordt weer flink opgejaagd en afgezaagdheid slaat om in herkenning. Gaby van RTL4 moet er aangeloven, waarbij opvalt dat Weijers weinig hoeft toe te voegen: de presentatrice zelf is al heel grappig. Dan gaan we verder met The A-team, Nils Holgersson, Rick Astley en als klap op de vuurpijl LOL+LOL=hihi (Casio rekenmachine humor). Het fraaie is dat Weijers van al deze herkenbare onderwerpen een voortdenderende trein aan grappen weet te maken. De spontaniteit waarmee de grappen gebracht worden doet je vermoeden dat hij ze ter plekke bedenkt. Hij flirt met zijn publiek en de zaal gaat er volledig op in. Op dit punt weet hij zijn virtuoos taalgebruik perfect te koppelen aan inhoud die herkenbaar is.

Doven

De kwaliteit van de opnames van Oxymogon is niet veel beter dan die van een televisie-uitzending. Wel is het camerawerk afwisselend, maar toch rustig genoeg om de uitstraling die Weijers van zichzelf heeft niet te verstoren. Opvallend bij de extra’s is dat er een mogelijkheid is ingebouwd waarmee je een audio-cd van het programma kan branden. Met een beetje moeite heb je dus wel Guido Weijers voor in de auto of trein: dat is pas modern. Verder zit er nog een trailer van het programma bij en een oude video van Guido die een feesttent met meezingers vermaakt. Ik vind het eigenlijk wel jammer dat er niet iets als een interview met Weijers is toegevoegd. Er is ruimte genoeg voor en het is misschien wel interessant om te horen hoe hij op zijn eerste programma terugkijkt. Wat overigens wel erg goed is, is dat er ook ondertitels voor doven en slechthorenden opgenomen zijn op de dvd. Hij durft het dus blijkbaar aan om ook die paar scherpe grappen over doven aan hen te laten lezen.

Minpuntjes snel vergeten

Af en toe slaat Guido Weijers de plank finaal mis, maar als je zo’n goede debutant bent, worden dit soort minpuntjes snel vergeten. Het is mooi dat dit soort optredens snel op dvd worden vastgelegd, zodat ook mensen buiten het theater zich een beeld kunnen vormen van Guido Weijers.