Dit jaar speelden op donderdagavond al drie bands. Veel is er verder niet veranderd. In plaats van de Talent Truck, een klein model vrachtwagen dat vorig jaar nog dienst deed als podium, nu de ietwat bandvriendelijkere doch nogal protserige Spiegeltent. Een gerestaureerde Oudvlaamsche kermistent met (te)veel lampen, houtornamenten en spiegels.
Donderdagavond en vrijdag
~
De soms complexe rocksongs van de jongelingen van
Unisono uit Rees (een dorpje verder) werden met enthousiasme gebracht. Er werd veelvuldig van instrument gewisseld, wat de songs niet altijd ten goede kwam. Het eerste hoogtepunt was het kwartet
HAL uit Dublin. De band, met dezelfde naam als de computer uit
2001, A Space Odyssee brengt uiterst pakkende songs met een 60/70’s inslag. De nasale zangpartijen van Dave Allen in combinatie met de hogere stem van bassist Paul Allen klinken erg mooi. Beetje The Byrds, beetje Turin Brakes, maar bovenal erg sterk en
catchy songmateriaal. De eerste single van de band
Worry About The Wind (Rough Trade) is dan ook echt een pareltje. Daarna was het afwachten tot
Ghinzu (foto) opkwam. Deze vijfkoppige Brusselse band zorgde voor een kleine hype na hun dit jaar verschenen album
Blow. Na een wat
corny introductiemuziekje kwamen de heren gekleed in smoking op. Mensen die eerst nog de schaduw hadden gezocht haastten zich al snel naar het podium en lieten zich overdonderen door hyperenergieke R&R. De band brengt muziek variërend van synthesizertrash tot stomende rockriffs. De zanger, het grootste gedeelte van de set achter zijn synthesizer midden op het podium. Totdat hijzelf ook maar besloot, met wat hulp van een roadie op het klavier te gaan staan met gitaar. Om daarna maar meteen met drie gitaren dezelfde riff in te zetten. En dan ook nog grappige teksten hebben. Schandalig overtuigend dus. Eigenlijk wist ik het al, maar
I Am Kloot wordt na een hele set saai. De gitaarsongs gaan na een uur steeds meer op elkaar lijken. Maar door prachtsongs als
Twist en
To You vergeef je ze dat snel.
Vrijdagavond
~
Verreweg het grootste deel van het publiek was gekomen voor
dEUS. Na twee jaar zonder tournee, zijn de gODEN weer
on the road. Er komt een nieuwe plaat aan, en zanger/gitarist Tom Barman (foto) kan zich na zijn talrijke projecten weer concentreren op de eerste liefde. Hij wordt daarbij bijgestaan door Craig Ward op gitaar, Klaas Janszoon op viool, Stephane Misseghers op drum en zwartharig rockmonster Danny Mommens op bas. De organisatie had ze neergezet op het magische ‘Haldern-moment’, zo rond zonsondergang. Het werd een combinatie van oud en nieuw werk. De band speelde enthousiast en op enkele foutjes na, een behoorlijk sterke set. Niet al het nieuwe werk klonk even goed, maar als je dat dan kan afwisselen met
Fell Off The Floor, Man en (voor een extatisch publiek)
Suds & Soda kraait daar geen haan naar. Een blokje van drie briljante songs tegen het eind, gevolgd door een strakke riff waarbij alledrie op lijn voor hun microfoons staan in het volle licht maakte het af. En als
icing on the cake in de toegift nog eens
Theme from Turnpike. Een enthousiaste Barman wilde er nog wel één, maar de koek en tijd waren op. Erg veel mensen waren op komen draven voor de afsluitende show van Adam Green, de slome mannelijke helft van anti-folkhelden
The Moldy Peaches. Tegen mijn verwachting in kwam er een complete band het podium op. Green is verre van een podiumdier. Zijn onhandig huppelen en rare zangposes kwamen op zijn zachtst nogal gedwongen over. Het publiek wist ook niet helemaal wat ze met deze verlegen Amerikaan aanmoest en koos ervoor hem massaal te bejubelen. In de toegift sloeg de balans alsnog om naar de goede kant. Green kwam solo terug met gitaar en verziekte zijn leuke coverversie van The Libertines’
What a Waster zo onbeholpen en charmant dat je wel moest lachen.
Zaterdag
Geopend door onze jongens van Gem uit Utrecht. In een matig gevulde Spiegeltent gaven ze hem flink van jetje. Het publiek bleef grotendeels achterin op de grond zitten waardoor zanger Maurits de vele lege ruimte voor het podium kon gebruiken voor een microfoon-touwtrek-act. En zo verlost van alle opsmuk op het kleine podium vond ik het een goed optreden. Niet altijd even strak, maar dat kwam waarschijnlijk door brakheid van de avond ervoor. Gisli uit IJsland kwam, ondanks de grappige teksten, op het hoofdpodium niet goed uit de verf. Lufthansa was hun instrumenten vergeten. Patrick Wolf was wel heel erg klein op het grote podium, met alleen zijn twee violen, laptapbeats en orgel. Met zijn verlegen voorkomen en kwetsbare liedjes deed hij, voor zover de zon dat al niet deed, een deel van het publiek smelten. Beetje Bright Eyes, maar dan minder folky. The Zutons kwamen helaas niet, en Embrace kwam daarvoor in de plaats. Naar verluid was men al zo lang niet meer in Duitsland dat een greatest-hits-set afdoende was. Hits als My Weakness is None of Your Business en All You Good Good People werden gretig verorbert door het publiek. Later toch nog wat nieuw(ere) songs. Goed optreden.
~
Helaas voor Embrace deed
The Soundtrack Of Our Lives (foto) hun optreden verbleken. In de brandende hitte stond frontman Ebbot Lundberg gekleed in een dik gewaad met sjaal (!) de menigte te bespelen. Terwijl de band lekkere psychedelische rockmuziek ten gehore bracht stond hij daar als een soort Messias te zingen. Tegen het eind van de show beval hij het aanwezige publiek te gaan zitten, liet enkele meters microfoonkabel aanrukken en liep doodleuk door het publiek. Om daarna met een simpel gebaar de massa synchroon op te laten staan. Fantastisch. Wat ik van de volgende band
Keane niet kan zeggen. Totaal oninteressante Coldplay/Saybia-achtige pop. De hitsingle
Somewhere Only We Know doet het aardig, maar live is deze band zo saai. Ik voel me echter een roepende in de woestijn, want het schijnt allemaal fantastisch te zijn.
Zaterdagavond
~
De vier broertjes van
Kings of Leon klonken aanvankelijk wat minder door een te schelle gitaarsound, maar dit trok later bij. De bandleden zijn minder bebaard dan voorheen, maar hun fijne bluesy rock ’n roll klonk er zeker niet minder om. De nog zo jonge bandleden rockten zelfverzekerd en het publiek lustte er wel pap van. De concerten van Weller en José González werden omgedraaid en daarom moest de arme González zijn ingetogen gitaarliedjes brengen voor een erg luidruchtig publiek dat wachtte op Weller. Het geluid stond aanmerkelijk zachter dan de rest van de avond en om hem heen werd brutaal op en afgebouwd. In plaats van weg te lopen speelde hij een halfuur de mooiste liedjes. Veteraan
Paul Weller (foto) kon daarna weinig verkeerd doen en deed dat ook niet. Een set met veel bekende nummers (
You Do Something To Me) in de warme Haldern nacht. Het juichende publiek werd in de toegift beloond met
A Town Called Malice. Lang duurde het voor
The Divine Comedy begon. Het werd namelijk een show met orkest erbij. Voordat de hondsbrutale orkestbegeleider op het podium het groene licht gaf waren we ruim een half uur verder. Het wachten werd beloond toen Neil Hannon het podium betrad. Met veel lampjes, orkestbombast en de mooie stem van Hannon werd het publiek overtuigd.
Sensatie
Ikzelf moest de cover van Now One Knows (QOTSA) echter horen vanuit de rij voor de Spiegeltent. Daar speelden namelijk The Dresden Dolls uit Boston, Massachusetts en die waren me getipt. Het duo Amanda Palmer op piano/ zang en Brian Viglione op drums brengt naar eigen zeggen ‘Brechtian Punk Cabaret’. Palmer, in zebrakleurige stockings met witte schmink op haar gezicht, bespeelt haar instrument afwisselend met zoveel geweld en dan weer met zoveel subtiliteit, dat je nauwelijks met je ogen durft te knipperen. Daaroverheen zingt, fluistert en (bij tijd en wijle) brult ze haar tragikomische teksten. Viglione, uitgedost als Alex uit A Clockwork Orange, trekt creepy grimassen terwijl hij zijn drumstel bestookt met some good old ultraviolence. Ook hij durft echter gas terug te nemen. De performance is origineel en overdonderend. Halverwege wordt gloedvolle covers gebracht van Black Sabbath (War Pigs) en Jacques Brel (Amsterdam). Voor de laatste wordt de piano verlaten en pakt Viglione een gitaar. Het publiek schreeuwt om meer, maar de tijd is op. Het hoogtepunt van het festival, punt. The Dresden Dolls dus. Zeg niet dat ik u niet gewaarschuwd heb.
De organisatie heeft het weer geflikt een programma neer te zetten met de perfecte mix van bekende namen en nieuw talent. De sfeer op het festival, de koelte van het aanliggende meertje en de vriendelijkheid van de dorpbewoners blijven uniek. Alhoewel het festival de laatste jaren steevast uitverkocht is me beloofd dat het niet meer zal groeien. Een jaarlijkse reis richting dit idyllische festivalplaatsje ligt dus in het vooruitzicht.
Voor meer foto’s, klik hier
De wondere wereld van seks, drugs en moord
Wat is dat toch met het menselijk ras? Hoe komt het dat we altijd zo geïnteresseerd zijn in verhalen over het overschrijden van de algemeen geaccepteerde normen en waarden? Hoeveel films gaan er niet of over seks of over drugs of over moord? En ze worden over het algemeen vrij goed bekeken. ‘Dan zoek ik gewoon een verhaal wat veel van alledrie in zich heeft en maak ik daar een film van,’ moet regisseur James Cox gedacht hebben toen hij het waargebeurde verhaal van de Wonderland-moorden verfilmde. Gegarandeerd succes bij een grote groep sensatiebeluste mensen. Maar in het geval van The Wonderland Murders blijft het daar niet bij, ook de echte filmliefhebber komt aan zijn trekken met deze film, mits je geen hele originele film verwacht.
~
In The Wonderland Murders (in Amerika uitgebracht als Wonderland) zijn we getuige van het politieonderzoek naar de wereldschokkende moorden in Los Angeles waar in het huis van een drugsdealer vier vermoorde en zwaar verminkte mannen en één zwaargewonde vrouw in een poel van bloed aangetroffen werden. John Holmes, junkie en grootste pornoster allertijden, (gespeeld door Val Kilmer) is één van de verdachten en wordt door de politie ingerekend om verhaal te doen maar hij is niet de enige die wat te vertellen heeft. Op een Rashomon-achtige manier krijg je als kijker verschillende alternatieven voorgeschoteld maar blijf je in het ongewisse over wat de juiste versie is. Dit wordt versterkt door de intelligente montage die op de juiste momenten dingen laat zien of juist knipt en zo de kijker informatie onthoudt.
Paris Hilton
~
Geuren en kleuren
Met deze special Collector’s Edition wordt de kijker getrakteerd op redelijk wat extra’s. De interviews met de cast zijn leuk. Hierin is goed te zien hoe een grote ster als Kilmer en de mindere goden verschillend met de media omgaan (popiejopie versus veel te serieus op hun werk ingaand). Achter de schermen was klaarblijkelijk niet veel te zien, want dat stelt niet zo veel voor. Het absolute hoogtepunt van de extra’s is de documentaire over het ware leven van John Holmes. Hierin komen mensen aan het woord die de eerste echte pornoster persoonlijk gekend hebben, en met name geen onbekenden waren van zijn beroemde 30 centimeter. Opvallend is hoe (ex-)pornosterren in geuren en kleuren en zonder enige schaamte over het werk in de branche vertellen. Daar sta je als nuchtere Groningse jongeman soms wel van te kijken. Ach, zo leer je elke dag weer wat…
The Wonderland Murders
Regie: James CoxJaar: 2024
Distributeur: Dutch Filmworks
Misschien ook iets voor u
‘Ik wil niet schrijven wat me niet verbaast’
Geloof het of niet maar een half uurtje voordat de gemiddelde monnik zijn bed uit komt, was Paul Valéry (1871-1945) gewoonlijk reeds uit de veren om enkele uren lang ‘entre la lampe et le soleil’ in zijn cahiers te schrijven.
Dit strakke levensritme hield Valéry vol vanaf 1892 – het jaar waarin hij in een hevige crisis belandde vanwege een onbeantwoorde liefde – tot aan zijn dood in 1945. Met als resultaat een duizelingwekkende hoeveelheid aantekeningen die gezamenlijk maar liefst zo’n 30.000 pagina’s in beslag nemen. Een heel leven van denken en schrijven is erin uitgetekend in al zijn weerbarstige onvoltooidheid. Maarten van Buuren heeft nu uit deze Cahiers de rubrieken Kunst en esthetica, Poetica, en Geheugen op uitstekende wijze vertaald en ze van een verhelderende inleiding voorzien.
Geen gewoon dagboek
Wie Valérys Cahiers begint te lezen, begrijpt onmiddellijk waarom ze niet veel gelezen worden. Het is geen gewoon dagboek vol persoonlijke ontboezemingen, maar een verzameling complexe ideeën die ingewikkeld en fragmentarisch zijn en elk moment hoge eisen aan het bevattingsvermogen stellen. Het zou ook nogal naïef zijn om te denken dat ideeën – die gedurende tientallen jaren ontwikkeld zijn – in een paar dagen tijd doorgrond kunnen worden.
~
Het maken is het hoofddoel
Wie denkt dat de schrijver het vooral moet hebben van de goddelijk inspiratie die hem toevalt, vindt Valéry op zijn weg. “Geïnspireerden,” stelt hij, “willen een kanon afvuren zonder zich te bekommeren om het te richten.” Zo’n in het wilde weg afgevuurd schot sorteert wellicht de nodige opschudding, maar daar blijft het dan ook bij. Er wordt geen doel getroffen, en niemand raakt gewond. Een losse flodder.
Voor Valéry is schrijven vergelijkbaar met wiskunde. De creativiteit van de schrijver komt niet zozeer voort uit zijn eigen ideeën en originaliteit, maar is veeleer gelegen in de structuur die hem dwingt om tot zelfinzicht te komen. “De echte schrijver,” zo stelt Valéry, “is iemand die niet uit zijn woorden komt. En ze dus zoekt. En al zoekend betere vindt.” Valéry wil niets schrijven dat hem zelf niet verbaast en dat hem in zekere zin niet vreemd is.
De activiteit van het zoeken is daarom cruciaal. Het schrijven is een langdurig proces en niet de neerslag van een avondje naar de sterren staren. Voor hem is dit schrijfproces een doel op zichzelf, aangezien de schrijver op dat moment mogelijkheden in zichzelf ontdekt die hij nog niet verwerkelijkt heeft en die hij alsnog tot bloei kan laten komen. “Het maken is, wat mij betreft,” zegt Valéry, “het werk, het hoofddoel, want het afgeronde kunstwerk is niets anders dan andermans werk.” Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom Valéry er nooit in geslaagd is zijn Cahiers – dat gerust als zijn magnum opus beschouwd kan worden – te voltooien en uit te geven.
~
De macht van de afwezigheid
Valérys ideeën over het denken en het geheugen zijn nauw verbonden met zijn opvattingen over kunst. Zoals de kunstenaar tijdens het maken nieuwe gebieden in zichzelf ontdekt en zich dus wezenlijk over zichzelf buigt, zo kijkt ieder mens op zichzelf neer, treft daarin de resten van zijn voorbije leven aan en brengt daarmee zijn huidige denken tot stand. Zo vormt het niet-nieuwe, het niet aanwezige de bron voor het nieuwe, het net ontstane.
Het denken is volgens Valéry een wisselwerking tussen geheugen en bewustzijn. In het geheugen ligt de stof voor het denken opgeslagen, het bewustzijn brengt er vervolgens ordening in aan. De geest bestaat dus als opslagplaats (het geheugen) en als activiteit (het bewustzijn), deze twee zijn wezenlijk op elkaar betrokken en kunnen niet zonder elkaar. Het bewustzijn heeft het geheugen nodig om inhoud te verkrijgen, terwijl het geheugen het bewustzijn nodig heeft om structuur en betekenis te krijgen.
In een aantekening uit 1923 schrijft Valéry: “Beeld van de herinnering – een vuur of lamp die blijft branden nadat hout of olie is verteerd. Vlam die de brandstof overleeft.” In dit licht moet de, in eerste instantie wat raadselachtige titel van deze bundel – De macht van de afwezigheid – waarschijnlijk begrepen worden. Terwijl het verleden zelf afwezig is, oefent het – in de vorm van uit elkaar gehaalde eenheden – door middel van het geheugen een ongekende invloed uit op het heden.
De persoonlijkheid
In Valérys Cahiers wordt de lezer niet gespaard; wie desondanks stug doorleest zal ruimschoots beloond worden voor de vereiste inspanningen. In Valérys notities ontpopt zich namelijk een uiterst interessant idee over de menselijke persoonlijkheid als een dynamische ontwikkeling. De mens heeft geen statische identiteit maar brengt zichzelf voortdurend opnieuw tot stand. Of zoals Valéry het zegt: “waar identiteit optreedt is de geest afwezig.”
Valéry slaagt erin – net zoals filosofen als Søren Kierkegaard – om aan te geven wat ervoor zorgt dat iemand op zijn tachtigste nog steeds als dezelfde persoon beschouwd wordt als degene die hij op zijn tiende was, terwijl hij toch een geheel ander mens is geworden.
Prijs: 24,95
Bladzijden: 275
Misschien ook iets voor u
Cirque Eloize betovert en verrast
.
~
Origineel
~
Slot
~
Nomade is nog tot en met 22 augustus 2004 te zien in het Nieuwe Luxor Theater in Rotterdam.
Nomade
Artiest: Cirque EloizeGezien op donderdag 12 augustus 2004 in Nieuwe Luxor Theater, Rotterdam
Misschien ook iets voor u
Déjà vu?
.
~
Bij binnenkomst in de enorme fabriekshal van de De Pont wordt je blik gelijk op scherp gezet: er lijkt een explosie stil te staan in de tijd, een explosie die slechts wordt tegengehouden door een enorme vierkante glazen kubus. Tegen de kubus zijn witte plasticine klodders geknald. Het geheel heeft een licht verontrustende werking. Even verderop zien we iets wat in eerste instantie lijkt op een stel transparante ballonnen die van het plafond af naar beneden hangen. Wanneer we dichterbij komen, blijken de ballonnen niet van rubber gemaakt te zijn maar van glas.
Gelaagdheid
~
Dit soort dubbelheid, of zoals in dit geval driedubbelheid zien we ook terug in veel van zijn gespiegelde foto’s en video’s. Meestal betreft dit foto’s van boomstructuren zoals bladeren of stukken bast, maar in z’n video déjà vu (foto) doet hij iets soortgelijks met een prop aluminiumfolie. Hij tovert de prop aluminiumfolie om tot de meest fantastische vormen, met een gemak alsof hij niet anders kan.
Participatie gewenst
~
Omdat er geen bordje hangt met de mededeling dat participatie is vereist, vraag ik mij af of het deelnamepeil erg hoog is. Aangezien de meeste dingen in musea toch enigszins heilig zijn verklaard, zijn bezoekers vaak erg huiverig om iets aan te raken. Ikzelf deed het ‘stiekem’ om er later alsnog achter te komen dat het toch wel echt de bedoeling was.
Bij het andere participatiewerk stones was wel aangegeven dat je mee mocht doen. Aan het eind van je bezoek mocht je een poster met daarop 2 foto’s van verschillende rotsblokken mee naar huis nemen. De tijdelijkheid van de expositie wordt uitgedrukt doordat de stapel van 5000 posters slinkt gedurende de expositie. De achterliggende gedachte achter de foto’s van de rotsblokken is dat iedereen er weer iets anders in kan ‘zien’. Voordat ik de expositie bezocht, leek het mij inderdaad een geweldig idee, maar nadat ik een paar weekjes thuis naar de posters heb lopen staren, vallen ze me toch behoorlijk tegen. De manier waarop de foto’s zijn genomen valt niks te verwijten, al zijn ze heel erg droog en sec. Zoals een wetenschapper dat zou doen voor een natuurcatalogus. Maar de rotsen die Michel Francois heeft uitgekozen, zijn behoorlijk saai en spreken niet heel erg tot de verbeelding, terwijl dat toch de bedoeling was.
Met gemengd succes
Sommige werken lijken niet heel erg uit de verf te komen, zo staat er in een van de wolhokken een enorme vetplant, terwijl in een uitgehakte nis een nepvlam van stof en licht (zo een die je in een gadgetshop koopt) de schijn moet wekken de hele expositie in vlammen te doen zetten. Hierdoor merk je dat wat Francois probeert te doen (namelijk op een subtiele manier onze blik op scherp stellen) soms ook wel eens mislukt. Maar dit wordt helemaal gecompenseerd door fantastische werken als déjà vu of Francois’ andere video Autoportait contrenature waarin we van bovenaf zien hoe (vermoedelijk) Francois zelf nonchalant een sjekkie rookt terwijl hij wordt gebombardeerd door wijnflessen.
Deze expo is een absolute must voor liefhebbers van conceptuele kunst. Daarbij is het zeker niet droog, saai of elitair. Als je nog nooit in De Pont bent geweest, is deze expositie daarom een goede aanleiding om een keer te gaan. De rest van de collectie is namelijk ook absoluut de moeite waard.
“Déjà vu”
Gezien in: De Pont, TilburgNog te zien tot: zondag 26 september 2004
Misschien ook iets voor u
Oud vrouwtje haalt doorgewinterde criminelen in huis
.
Het werk van de Coens dat volgde op het met prestigieuze prijzen beloonde Fargo uit 1996 (twee Oscars van de zeven nominaties en ‘beste regisseur’ in Cannes) is minder enthousiast ontvangen. Geheel onterecht, want ze weten steeds opnieuw te verrassen met hun originele en vreemde films. De herkenbare, eigenzinnige stijl en humor van de makers van The Big Lebowski, O Brother, Where Art Thou? en Intolerable Cruelty is ook in The Ladykillers volop aanwezig. Wie anders zouden kiezen voor een donker, naargeestig openingsshot van een vuilnisboot die door de Mississippi-rivier vaart en gospelmuziek op de achtergrond voor een slapstick komedie?
Kerkmuziek
~
Marva Munson, een gelovige zwarte vrouw, wiens grootste zorg de ‘hippity-hop’-teksten van A Tribe Called Quest zijn, krijgt op een dag bezoek aan huis van professor in dode talen Goldthwait Higginson Dorr. Hij wil een kamer huren en haar kelder gebruiken als repetitieruimte om kerkmuziek te spelen met zijn band. Het gezelschap is echter een groep criminelen die een gang graven naar het naastliggende casino om een onzichtbare overval te plegen. De beroving slaagt, na een aantal klunzige ongelukken, maar wanneer Marva thuis een hele hoop geld ontdekt moet ze uit de weg geruimd worden. Dit blijkt een groter probleem.
Leuke remake
The Ladykillers is een remake van de gelijknamige klassieker uit 1955 met Alec Guinness en Peter Sellers. De Coens hebben het oude script van William Rose (Guess Who’s Coming to Dinner) aangepast en het verhaal naar hun eigen merkwaardige denkwereld verplaatst. De personages hebben niet alleen een andere (etnische) achtergrond en maar ook typische Coen Brothers-namen zoals Lump Hudson voor de simpele spierbundel, en de mislukte filmtechnicus Clark Pancake heeft een voor hem veel te groot vriendinnetje genaamd Mountain Girl gekregen.
De goed gecaste acteurs zijn geplaatst in een nieuwgekozen setting, het zuidelijke Mississippi, die goed is voor absurde situaties. Het acteerwerk van Tom Hanks als de Edgar Allan Poe-reciterende professor Goldthwait is indrukwekkend (stomverbaasd vraag ik me af: kan dit echt dezelfde man zijn als van Turner & Hooch en Splash?) en Irma P. Halls briljante interpretatie van de rol van Marva Munson heeft haar nog een juryprijs in Cannes opgeleverd dit jaar. The Ladykillers is daarom niet alleen een originele, maar ook een slimme en leuke film, die je moet zien; al was het alleen maar om je lachspieren een plezier te doen.
The Ladykillers
Regie: Joel en Ethan CoenJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Roze zoetigheid
“Laat mij maar naar Ella Enchanted gaan. Ik heb wel eens zin om een film genadeloos af te kraken.” Of dit precies mijn woorden waren weet ik niet, maar iets van die strekking was het zeker. Een film met als slogan ‘Laat je betoveren’ die gaat over een tienermeisje dat leeft in een sprookjesachtige en magische wereld moet wel haast wanstaltig zijn. En onbeperkte kansen bieden om mooie synoniemen te bedenken voor romantische tienerpulp en Harry Potterklonen.
Anne Hathaway, de actrice die eerder al te zien was in haar hoofdrol in tienerkomedie The Princess Diaries, speelt Ella, een meisje dat als baby een gave, of liever gezegd vloek, heeft meegekregen waardoor ze alles moet doen wat iemand van haar vraagt. Gelukkig heeft ze het altijd goed verborgen weten te houden. Zelfs voor haar beste vriendin. Alleen haar kindermeisje, de onhandige, maar buitengewoon toegewijde Mandy (Minnie Driver) weet van de vloek. Tenminste, tot Ella’s vader trouwt met een op geld beluste vrouw met twee zeer onsympathieke dochters. Juist! Net als in het sprookje van Assepoester krijgt Ella er twee vervelende stiefzusters bij. En, zoals te verwachten valt, is het één van hen die Ella’s volgzaamheid opmerkt en er flink misbruik van besluit te maken.
Spannende zoektocht
Wanneer Ella in opdracht van haar stiefzusters iets moet stelen en vervolgens haar beste (en enige) vriendin hiervoor als schuldige moet aanwijzen, is het wat haar betreft genoeg geweest. Ze moet van de vloek af. Maar dat gaat natuurlijk niet zomaar. Om dit voor elkaar te krijgen moet ze Lucinda vinden, het elfje dat haar als baby met de gift van gehoorzaamheid ‘zegende’. Het wordt een spannende zoektocht waarbij Ella niet alleen de kracht in zichzelf ontdekt, maar ook haar grote liefde leert kennen: prins Charmont.
Roze suikerspin
Wanneer je het verhaal zo naleest, kun je inderdaad niet anders dan concluderen dat het weinig toevoegt aan de vele Amerikaanse comming-of-age films: pubermeisje ontdekt wat volwassen worden inhoudt en beseft dat ware liefde alles overwint. Toch heeft Ella Enchanted iets extra’s waardoor je na het kijken van de film toch met een vrolijk gevoel de bioscoop uitloopt in plaats van met een hoofd dat gevuld lijkt met roze suikerspin. Namelijk Joanna Lumley (Absolutely Fabulous) in de rol van de op geld beluste stiefmoeder en Monty Python-ster Eric Idle als verteller.
Dankzij hen maakt het niet meer uit dat de overheersende kleur in de film roze is en dat vrijwel alle decorstukken en kleding zoetig aandoen. Sterker nog, het lijkt of regisseur Tommy O’Haver er bewust voor heeft gekozen de film niet al te serieus te nemen; de enige manier om een film met een verhaal als dit boven de middelmaat uit te laten stijgen. Hoewel het dan wel weer jammer is dat de personages verder zo leeg zijn als een verlepte, oude ballon. Zo zijn de stiefzusters enkel gemeen en ijdel, heeft de beste vriendin van Ella een donkere huidskleur en is dus (?) een buitenbeentje en is de oom van Ella’s love-interest een Ogre-onderdrukkende, op macht beluste gemenerik. Ella zelf is natuurlijk een pro-Ogre activiste en de goedheid zelve.
Ben je niet vies van wat vrolijke zoetigheid op zijn tijd, dan is een bezoekje aan Ella enchanted beslist de moeite waard. Binnen het genre beoordeeld is het een prima film. Ga je toch liever voor een film met minder moraal en meer inhoud, dan is het beter om deze film te mijden.
Ella Enchanted
Regie: Tommy O'HaverJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Festivalidylle in Haldern
/ 0 Reactiesdoor: Koen ter Heegde / beeld: Richard S. 0 SterrenIets meer dan een halfuurtje reizen vanaf Arnhem/Nijmegen vinden we een nogal kneuterig plaatsje met twee supermarkten, een Imbiß, een konditorei annex stehkaffee en een jaarlijkse terugkerend festival, Haldern Pop. Een festival met een traditie van ruim 20 jaar. Een klein festival waar slechts 5000 kaartjes voor zijn. Ook dit jaar reisden muziekliefhebbers uit heel Duitsland naar het kleine plaatsje Haldern. Een groeiend percentage van de bezoekers komt uit Nederland en België.
Dit jaar speelden op donderdagavond al drie bands. Veel is er verder niet veranderd. In plaats van de Talent Truck, een klein model vrachtwagen dat vorig jaar nog dienst deed als podium, nu de ietwat bandvriendelijkere doch nogal protserige Spiegeltent. Een gerestaureerde Oudvlaamsche kermistent met (te)veel lampen, houtornamenten en spiegels.
Donderdagavond en vrijdag
~
Vrijdagavond
~
Zaterdag
Geopend door onze jongens van Gem uit Utrecht. In een matig gevulde Spiegeltent gaven ze hem flink van jetje. Het publiek bleef grotendeels achterin op de grond zitten waardoor zanger Maurits de vele lege ruimte voor het podium kon gebruiken voor een microfoon-touwtrek-act. En zo verlost van alle opsmuk op het kleine podium vond ik het een goed optreden. Niet altijd even strak, maar dat kwam waarschijnlijk door brakheid van de avond ervoor. Gisli uit IJsland kwam, ondanks de grappige teksten, op het hoofdpodium niet goed uit de verf. Lufthansa was hun instrumenten vergeten. Patrick Wolf was wel heel erg klein op het grote podium, met alleen zijn twee violen, laptapbeats en orgel. Met zijn verlegen voorkomen en kwetsbare liedjes deed hij, voor zover de zon dat al niet deed, een deel van het publiek smelten. Beetje Bright Eyes, maar dan minder folky. The Zutons kwamen helaas niet, en Embrace kwam daarvoor in de plaats. Naar verluid was men al zo lang niet meer in Duitsland dat een greatest-hits-set afdoende was. Hits als My Weakness is None of Your Business en All You Good Good People werden gretig verorbert door het publiek. Later toch nog wat nieuw(ere) songs. Goed optreden.
~
Zaterdagavond
~
Sensatie
Ikzelf moest de cover van Now One Knows (QOTSA) echter horen vanuit de rij voor de Spiegeltent. Daar speelden namelijk The Dresden Dolls uit Boston, Massachusetts en die waren me getipt. Het duo Amanda Palmer op piano/ zang en Brian Viglione op drums brengt naar eigen zeggen ‘Brechtian Punk Cabaret’. Palmer, in zebrakleurige stockings met witte schmink op haar gezicht, bespeelt haar instrument afwisselend met zoveel geweld en dan weer met zoveel subtiliteit, dat je nauwelijks met je ogen durft te knipperen. Daaroverheen zingt, fluistert en (bij tijd en wijle) brult ze haar tragikomische teksten. Viglione, uitgedost als Alex uit A Clockwork Orange, trekt creepy grimassen terwijl hij zijn drumstel bestookt met some good old ultraviolence. Ook hij durft echter gas terug te nemen. De performance is origineel en overdonderend. Halverwege wordt gloedvolle covers gebracht van Black Sabbath (War Pigs) en Jacques Brel (Amsterdam). Voor de laatste wordt de piano verlaten en pakt Viglione een gitaar. Het publiek schreeuwt om meer, maar de tijd is op. Het hoogtepunt van het festival, punt. The Dresden Dolls dus. Zeg niet dat ik u niet gewaarschuwd heb.
De organisatie heeft het weer geflikt een programma neer te zetten met de perfecte mix van bekende namen en nieuw talent. De sfeer op het festival, de koelte van het aanliggende meertje en de vriendelijkheid van de dorpbewoners blijven uniek. Alhoewel het festival de laatste jaren steevast uitverkocht is me beloofd dat het niet meer zal groeien. Een jaarlijkse reis richting dit idyllische festivalplaatsje ligt dus in het vooruitzicht.
Voor meer foto’s, klik hier
Misschien ook iets voor u
Erop slaan met acrobaatje Adriaan
.
Al in 2001 schreef Frans scenarist Luc Besson Yamakasi: les samouraï des temps modernes, die vooral gemaakt leek om het spectaculaire aspect van parkour te etaleren. The Great Challenge (originele titel: Les fils du vent), van Yamakasi-regisseur Julien Seri, is van hetzelfde laken een pak, al ligt de nadruk nu wat meer op de martial-arts dan op het turnen.
Broeierig zwoele blikken
~
Er gebeurt veel in The Great Challenge: zes van de pakweg negen personages beoefenen parkour, verhuizen naar Bangkok, krijgen het aan de stok met de drie andere figuren, rennen over daken, organiseren een ‘show-down’, waarbij niemand met meer dan drie regels tekst sterft, waarna iedereen naar huis gaat. Verder ontwikkelt zich een romance, iemand zoekt en vindt zichzelf en er is een familie-intrige. – Het is niet aardig van uw recensent dat hij het verhaal verklapt, maar het verhaal doet er eigenlijk niet echt toe in dit genre. Hier ga je niet naartoe, omdat je zo kan genieten van realistisch spel of doortimmerde plotwendingen. Broeierige, zwoele blikken flitsen heen en weer, iemand claimt de moord op een familielid van een ander, en karakters meten krachten. En zo is het ook bij The Great Challenge: het spel is vet en bombastisch, net als de geluidseffecten, de plot is opzettelijk obscuur en de sportscènes doen hier en daar een tikkeltje homo-erotisch aan, hetgeen vast niet de bedoeling geweest is.
Fluitend tussen 176 zwaarden
Uiteindelijk draait het om de gevechten, en als dat je ding is, moet je naar The Great Challenge. Want de matpartijen zijn zeer kunstig en knap gechoreografeerd en gaan heel rap; ze zijn zoveel energieker dan in The Matrix, die nooit echt bevredigden, en die op een of andere wijze toch de nieuwe norm geworden zijn… En de stunts lezer, ach de stunts. Niks geen opzichtige special effects, gewoon degelijk vakmanschap. Wat dat aangaat zal Seri aardig gesteund hebben op stunt-coördinator Marc Cass, die ook meehielp aan Sleepy Hollow en The Phantom Menace, en op de atletische schouders van zijn spelers.
The Great Challenge voldoet in z’n genre ruim- en ruimschoots. Jammer van dat overbodige en onoverzichtelijk in beeld gebrachte eindgevecht. Hadden alle personages (of tenminste sommige) juichend de dood gevonden – wat in de lijn der verwachtingen ligt wanneer acht mensen zich een weg moeten banen door honderdzesenzeventig met zwaarden bewapende criminelen (al is sinds Kill Bill niets meer zeker) – dan was de kijker naar huis gegaan met een gevoel van respect voor de helden. Nu fluiten ze veel te gemakkelijk door het krijgsgewoel heen. Dat is geen kunst; volgend jaar kan mijn kleine broertje dat ook.
The Great Challenge
Regie: Julien SeriJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Manet en de zee
/ 0 Reactiesdoor: Gerben Willers0 Sterren.
~
Overtuigd rebel
Het onderwerp van het schilderij is bijzonder.Weinig andere schilders hielden zich bezig met contemporaine politieke gebeurtenissen (al waren Courbet en Millet reeds bekend met hun schilderijen van boeren en arbeiders). Het zal aan de politieke interesse van de schilder hebben gelegen dat hij voor dit onderwerp koos, Manet was naast schilder namelijk ook overtuigd socialist en rebel.
Zo schilderde hij in 1867, drie jaar na de slag tussen de twee Amerikaanse schepen, De terechtstelling van Keizer Maximiliaan. Met de hulp van de troepen van Napoleon III werd Maximiliaan, de Aartshertog van Oostenrijk, uitgeroepen tot keizer van Mexico in de hoop een vazalstaat te stichten in de Nieuwe Wereld. Maar zodra de Franse troepen zich terugtrokken werd de nieuwe keizer gevangengenomen en geëxecuteerd door Mexicaanse nationalisten.
~
Het verleden
Ondanks zijn interesse in de moderne geschiedenis baseerde Manet zijn schilderij op grote voorbeelden uit het verleden. In de zaal waar ook De slag tussen de USS Kearsarge en de CSS Alabamahangt, zijn schilderijen te zien van onder andere Ludolf Backhuysen, Willem van de Velde de Jongere en Lois-Gabriel-Eugène Isabey. Werken uit de zeventiende tot en met halverwege de negentiende eeuw van schilders die zich bezighielden met het schilderen van zeegezichten en visserstaferelen.
Manet heeft de kunst van voor zijn tijd zichtbaar goed bestudeerd, hij bezocht het Louvre en zag daar de zeegezichten van de zeventiende-eeuwse Hollanders. In Frankrijk stond het zeegezicht in het begin van de negentiende eeuw in grote belangstelling. De invloed van het verleden is dan ook goed te zien in Manets eerste schilderij met een nautisch onderwerp, al gebruikte hij in tegenstelling tot zijn voorbeelden veel helderder kleuren en hanteerde hij een lossere penseelstreek.
Parijs Manets vriendin Berthe Morisot kon zich niet voorstellen dat Manet ooit ergens anders zou wonen dan in Parijs. Hij had namelijk een hekel aan het platteland en hij had tot dan toe nauwelijks landschappen geschilderd.
Dat hij zijn eerste zeeschilderij had gemaakt lag niet aan zijn liefde voor de natuur; het kwam voort uit zijn politieke interesse. Het schilderij is dan ook geen ooggetuigenverslag, maar een reconstructie op basis van afbeeldingen in de krant. Manet zou toen hij de Kearsarge in het echt zag hebben opgemerkt dat hij verbaasd was dat hij het schip in zijn schilderij zo dicht had benaderd.
Ondanks zijn liefde voor de stad, maakte Manet toch zo’n dertig schilderijen van de zee. En niet allemaal met een politiek onderwerp. Hoe is dit mogelijk?
nieuwe tijden
~
Vlak nadat Manet De slag tussen de USS Kearsarge en de CSS Alabamavoltooid had, ging hij op vakantie naar Boulogne-sur-Mer, een badplaats die hij kende vanuit zijn jeugd. Hij maakte er schetsen van het mondaine badleven en werkte deze schetsen uit in zijn atelier in Parijs.
In 1865 leerde Manet de schilder Monet kennen, toen laatstgenoemde zijn werk voor het eerst in Parijs tentoonstelde. De twee raakten bevriend en stimuleerden elkaar. Manet inspireerde de jonge kunstenaar om met helderder kleuren te werken, terwijl die Manet op zijn beurt aan het schilderen in de buitenlucht probeerde te krijgen. In de tentoonstelling hangen daarom ook zeetaferelen van Monet die zijn geïnspireerd op het kleurgebruik van zijn oudere vriend. Maar in de tentoonstelling wordt niet duidelijk waarom Manet tot het schilderen van zeegezichten kwam. In de jaren nadat de twee kunstenaars elkaar ontmoetten heeft Manet enkel nog de slag tussen de Kearsarge en de Alabama een paar keer geschilderd en één keer een scheepsdek.
In de jaren zeventig kwam het impressionisme op, kunstenaars als Renoir, Monet en Berthe Morisot gingen over op een lossere schilderstijl, helderdere kleuren en het werken in de buitenlucht. Ook Manet ging in deze periode langzaam over op het werken en plein air en schilderde zijn eerste zeegezichten direct naar de natuur. Bij technisch onderzoek van sommige schilderijen uit deze periode zijn zandkorrels gevonden in het verfoppervlak. Al had hij eind jaren zestig ook al enkele schetsen gemaakt die hij later in zijn atelier zou uitwerken.
Tussenpozen
~
Het zou na deze periode (eind jaren zestig, begin jaren zeventig) bijna tien jaar duren voordat Manet weer zeeschilderijen zou maken, het waren De ontsnapping van Rochefort, de grote studie uit 1880-´81 en De ontsnapping van Rochefort uit 1881-´82.
Rochefort was een radicaal politicus en journalist die in 1871 deel uit had gemaakt van de Franse Commune. Het schilderij van Manet gaat over de ontsnapping van Rochefort uit een Franse strafkolonie. Het is dus weer een politiek schilderij dat Manet schilderde en is niet direct naar de werkelijkheid gemaakt.
Alleen begin jaren zeventig maakte Manet in de buitenlucht schilderijen met de zee als hoofdonderwerp. Op eerder en later geschilderde werken is de zee slechts decor voor politieke gebeurtenissen. Zo zijn er drie periodes te onderscheiden (met grote tussenpozen van enkele jaren) waarin Manet zeeschilderijen maakte. In de tentoonstelling wordt echter gesuggereerd dat Manet naast al zijn andere schilderijen een klein maar gedegen oeuvre van zeeschilderijen opbouwde. En dit is niet correct.
Toegegeven, er zijn mooie schilderijen van Manet te bewonderen op deze tentoonstelling. Maar hoe de schilder zich ontwikkelde binnen het genre wordt niet getoond.
De makers van de tentoonstelling lijken zich bewust van de hiaten binnen de expositie. Die gaten proberen ze te dichten door er werk van vele andere kunstenaars bij te betrekken. Voorbeelden vóór, en navolgers ván Manet, die uiteindelijk enkel dienen als de stopverf van een binnenhuisschilder.
Misschien ook iets voor u
De leugen en de zoekmachine
.
Stephen Glass (Hayden Christensen) is in de film Shattered Glass een jonge journalist, die voor het bekende opinieblad The New Republic werkt. Daar wedijvert de overwegend jonge redactie om de beste primeurs en artikelen. Glass schreef na zijn studie onder meer voor Rolling Stone en een aantal andere in Amerika gezaghebbende bladen. Hij was succesvol en werd op handen gedragen, een jong journalistiek talent op weg naar de top.
Zoekmachine
Debuterend regisseur Billy Ray heeft voor Shattered Glass zelf het script geschreven. Hij wilde een nauwkeurig verslag willen doen van de carrière van Stephen Glass. De 25-jarige Glass bleek na onderzoek 27 van zijn 41 artikelen volledig te hebben verzonnen, hij gebruikte valse e-mail adressen en maakte zelf websites om zijn collega’s om de tuin te leiden. Voorbeelden? Hij schreef over republikeinse partijconventies en verzon de drank en de hoeren, bezocht converenties in de informaticawereld en creëerde computernerds. Hij leek al zijn artikelen te kunnen staven met voice mails, websites en door hem gesproken personen. Stephen Glass bleek een duim te hebben, die meer dan de waarheid manipuleerde! Hij ging aan zijn eigen gesponnen web van leugens ten onder. Een medewerker van een webmagazine typte wat namen uit een artikel in een zoekmachine en ontdekte de waarheid over de leugens van Glass.
308.000 hits vs €8,-
Nu ligt er de vraag om een recensie te schrijven over Shattered Glass, een film over een journalist die minimaal de helft van zijn artikelen uit de duim zoog. Is het noodzakelijk om de film te zien voor het schrijven van een recensie of zal ik me beperken tot het overschrijven van regels uit eerder geschreven recensies? Bespaart €8,- en die film zie ik later nog wel eens op DVD. Shattered Glass levert 308.000 hits op in de zoekmachine van Google!
Obsessie
Shattered Glass is een portret van een geobsedeerde leugenaar, die snel verslaafd raakt aan het succes dat zijn leugens hem oplevert. Niet de sympathieke Glass blijkt ten slotte de echte held van de film; dat is de aanvankelijk door de redactie gehate, maar doortastende hoofdredacteur Chuck Lane – misschien niet geheel toevallig de man die het scenario fiatteerde.
In Shattered Glass wordt iedereen bij naam en toenaam genoemd. Elk detail over dit verhaal is gecheckt en nogmaals door de zoekmachines gehaald. Regisseur Billy Ray wilde geen enkele leugen in zijn film. Hij wilde de waarheid, terwijl hij beter wist. De waarheid, elke waarheid kan in de journalistiek een leugen zijn
Shattered Glass laat zien dat de leugen verslavend is, dat de leugen kan regeren. Niet alleen om het fantastische spel van de acteurs en actrices is het een belangrijke film, maar vooral omdat er eindelijk een film uit Amerika komt, die laat zien dat de leugen eindig is.
Bioscoopbezoek
~
Voor deze recensie beweer ik de film te hebben bezocht, heb ik gebruik gemaakt van artikelen uit kranten en tijdschriften. Of ik volledige zinnen heb overgetikt, geplagieerd, lijkt me niet verstandig om hier te vermelden.
8Weekly resideert in Groningen en Pathé Amsterdam, mijn woonplaats, werkt niet met gastenlijsten. Heb ik bijna €10,- neergelegd voor een film, waar ik later een recensie van ruim 500 woorden over ga schrijven? Is het niet meer dan voldoende om wat recensies te lezen, zinnen te kopiëren, een zoekmachine te gebruiken en dan te besluiten met een lovende zin. €10,- afgezet tegen het gemak. Scheelt met dit mooie weer twee uur in de bioscoop, die recensie schrijf ik op mijn balkon in de zon!
(Of er een deel 2 in de maak is. Ik zou er graag een door mij zelf verzonnen bericht over schrijven. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen, dat ik het niet weet. Die nieuwe Soulwax heb ik in huis, dat spel van mijn zoon en die krant verschijnen later dit jaar. Denk ik!)
Shattered Glass
Regie: Billy RayJaar: 2024
Misschien ook iets voor u