Film / Films

Vechten voor je idealen

recensie: The Edukators

Jongeren van tegenwoordig vechten niet meer voor hun idealen. Tenminste, dat is wat veel mensen beweren. Zeker zij die in hun jonge jaren met grote regelmaat meeliepen in demonstraties tegen, ja, waartegen eigenlijk? De consumptiemaatschappij, kernenergie, kinderarbeid en al het andere onrecht in de wereld. Vroeger… toen waren de tijden nog goed voor idealisten met zendingsdrang. Dat ook de huidige generatie jongeren zich nog bezighoudt met grootse idealen laat de film The Edukators zien.

~

Er komt tegenwoordig heel wat bij kijken wanneer je actief wilt strijden voor je idealen. Waar in de jaren zestig het dragen van lang haar en hippiegewaden al werd gezien als een daad van verzet, is het voor de jongeren van nu nog een heel gepuzzel. Een afwijkende kledingstijl bestaat nauwelijks nog; iedereen draagt toch waar hij of zij zich het prettigst in voelt, en ook grootst opgezette demonstraties zijn beslist niet meer aan de orde van de dag.

Geïmproviseerde galg

~

Jan en Peter, de hoofdrolspelers uit The Edukators, hebben zo hun eigen manieren om hun anti-kapitalismeboodschap uit te dragen. Samen vormen ze de ‘opvoeders’ uit de titel. ’s Nachts gaan de vrienden op onderzoek in dure villawijken om een geschikt pand te vinden om in te breken. Eénmaal binnen nemen ze niets weg, maar reorganiseren ze wel het één en ander. Zo verdwijnt een stereo in een koelkast, eindigt een buste aan een geïmproviseerde galg en wordt het meubilair in het midden van de kamer vakkundig opgestapeld.

Materialistisch leven

“We zijn geen ordinaire inbrekers. Het gaat ons niet om het geld,” zo verklaart Jan hun inbraken. Waar het wel om gaat is het bang maken van de bewoners. Door een briefje achter te laten met een tekst als ‘Die Fette Jahren sind vorbei’ (tevens de oorspronkelijke Duitse titel van de film) hopen ze dat mensen zich bewust worden van hun materialistische leven. Dat ze zich niet meer vanzelfsprekend veilig voelen in de gouden kooi die ze voor zichzelf hebben gecreëerd.

Enorme schuld

Maar met alleen twee jonge idealisten heb je natuurlijk nog geen verhaal. De persoon die de jongens echt met hun neus op de feiten drukt is Jule, de vriendin van Peter. Doordat ze met haar (onverzekerde) auto tegen een dure wagen is aangereden, moet ze de rest van haar leven elke maand een flink bedrag afbetalen aan de eigenaar van de geruïneerde dure wagen, de succesvolle zakenman Hardenberg. Omdat ze dankzij deze enorme schuld de huur van haar appartement niet meer kan betalen, trekt ze bij Jan en Peter in, onwetend van hun nachtelijke uitstapjes.

Wanneer Peter een paar dagen weg is wordt het contact tussen Jan en Jule steeds beter. Als Jan haar vertelt over de Edukators, besluiten de twee tot een spontane actie: ze breken in bij de man voor wie Jule haar hele leven zal moeten kromliggen, Hardenberg. Niet alleen gooien ze hier het hele interieur om in edukatorstijl, maar ze ontdekken ook dat ze meer voor elkaar voelen dan ze dachten.

Afgelegen berghut

Wanneer de volgende dag blijkt dat Jule haar mobieltje in de villa heeft laten liggen, moeten ze terug om ontmaskering te voorkomen. Helaas worden ze hierbij betrapt door Hardenberg. In paniek halen ze Jan erbij om hen uit de brand te helpen en samen beslissen ze overhaast de man te ontvoeren naar een afgelegen berghut. Hier is het waar het eigenlijke verhaal zich afspeelt. Want hoe ver ga je voor je idealen? En vanaf welk punt overstijgen je individuele wensen en verlangens je ideaal op wereldniveau?

Linkse extremist

Regisseur Weingartner heeft met The Edukators een film gemaakt die veel mensen zal aanspreken. De drie hoofdrolspelers zijn sympathiek en ontroerend in hun allesoverheersende idealisme. De dialogen zijn vrijwel zonder uitzondering boeiend. Zeker vanaf het moment dat de drie vrienden in gesprek gaan met Hardenberg, de personificatie van alles waar ze tegen zijn, en erachter komen dat hij in zijn jeugd een linkse extremist was. Dat Weingartner daarbij ook het visuele aspect niet uit het oog is verloren is een uitzonderlijke verdienste. Een verdienste die niet ongemerkt is gebleven: zowel op het filmfestival van Cannes als tijdens het Filmfestival in Rotterdam werd de film met veel enthousiasme onthaald.

Theater / Voorstelling

De catwalk van Nausica

recensie: Catwalk (Cosmic Theater)

“Er was eens een meisje. Op een dag stond ze in een ijssalon en werd ontdekt door de fashion tycoon Ares. Hij wilde het meisje als bruid voor zijn nieuwste show.” Catwalk begint en eindigt als een verhaal uit een sprookjesboek. Voorspelbaar, vol clichés en zonder verrassende wendingen. Alle vooroordelen over de modewereld zijn erin verwekt. De modellen zijn cokesnuivende jongens en meisjes die het de klanten op feestjes wel erg letterlijk naar hun zin moeten maken. De jongeren doen er alles voor om de top te bereiken.

~

Waarom zou een voorstelling die zich in de modewereld afspeelt, juist geen gebruik maken van alle vooroordelen over haat, nijd, geilheid en snuivende modellen? Is het niet zo dat het publiek bij veel stukken ook eigenlijk wel weet hoe het eindigt, omdat ze zo voorspelbaar zijn? En is het niet zo dat veel voorstellingen op clichés gebaseerd zijn? De clichés zijn in dit stuk niet misplaatst – al hadden ze op sommige momenten nog meer aangedikt kunnen worden voor nog meer schwung. De makers hebben misschien voor de makkelijkste weg gekozen, maar aan de andere kant zit waarschijnlijk niemand te wachten op een hoogintellectueel stuk over de modewereld.

Teksten

~

Aan de oppervlakkigheid van het wereldje probeert schrijfster Paulette Smit met bijna poëtische teksten nog enige diepgang te geven. Een op het eerste gezicht vreemde combinatie met de laagdrempeligheid van het wereldje. Toch vormen de schoonheid van de poëzie, de haute couture en de modellen een geheel. Alles draait in de modewereld immers om schoonheid. De teksten versterken deze gedachte en voegen net iets extra’s toe om te voorkomen dat het stuk wel heel plat wordt. Ineens blijkt onder het laagje oppervlakkigheid nog veel meer te zitten. Door de teksten wordt het publiek uitgedaagd om verder te kijken dan de mooie waas die over dit wereldje heen hangt.

Begeren

Alles draait in het stuk om een droomwereld en om verlangen. Het verlangen om begeerd te worden, weten dat er van je gehouden wordt. Chanella Hodge speelt de wees Nausica als een Alice in Modeland. Naïef en onbevangen treedt ze de oppervlakkige wereld binnen. Ze speelt een meisje dat met iedereen vrienden wil zijn en in korte tijd de catwalk tot haar domein weet te maken. Hodge weet deze naïviteit en onbevangenheid tot het einde vol te houden. Waar Hodge het publiek overtuigd dat zij Nausica is, komt Jules Croiset als modetycoon Ares niet verder dan een knorrige oude man. Geen enkel moment voel je zijn bewondering voor zijn ontdekking Nausica; de belichaming van puurheid en schoonheid. In tegenstelling tot Hodge blijft hij op de oppervlakte in zijn spel.

Gehyped

Nog voor er waarschijnlijk maar één letter op papier stond, werd Catwalk twee jaar geleden al gehyped. Vers van de modeacademie werd modeontwerper Hamid Ed-Dakhissi, winnaar van de Robijn Fashion Award 2002, gevraagd om de kleding voor het stuk te ontwerpen. De schoonheid van de modewereld komt terug in de ontwerpen van Ed-Dakhissi. In de kleding die hij ontwierp, zie je zijn Marokkaanse achtergrond terug. De gewaden zijn theatraal en romantisch. Soms een beetje over de top.

Vierluik

Catwalk is de eerste productie in een vierluik van grote-zaalproducties die zich afspeelt in de arena’s van mode, sport, muziek en transit. Arena’s die sterk cultureel divers zijn en als metafoor gezien kunnen worden van onze maatschappij. Met dit soort producties proberen de makers opnieuw een jong publiek naar de theaters te krijgen. Gezien het onderwerp, mode en mooie mensen, moet dit gaan lukken. Het sluit aan bij hun belevingswereld. Jongeren zien de nieuwste merken tenslotte als statussymbolen. Het is alleen te hopen dat de schrijvers voor de producties over sport, muziek en transit niet opnieuw de gemakkelijkste weg kiezen van de clichés en de vooroordelen, maar met een origineel verhaal komen. De rest van het vierluik leent zich veel beter dan mode voor een verhaal met meer diepgang.

Catwalk is nog tot en met 21 juni 2005 door het hele land te zien.

Theater / Voorstelling

Diepvriesversie van gepassioneerd verhaal

recensie: Bedrog (Toneelgroep Amsterdam)

Vreemdgaan, overspel, buitenechtelijke liefde: het is van alle tijden. Waarom hangt Toneelgroep Amsterdam dan toch uitdrukkelijk bij elke scène het jaartal waarin die speelt naast het podium? Want daarmee maken ze van Bedrog van Harold Pinter ten onrechte een gedateerd stuk. Alsof je in 1977 je geliefde wel kwetste door hem te belazeren, terwijl wij zulke kleingeestige gevoelens heden ten dage groothartig ontgroeid zijn. Als je die tekst woord voor woord beluistert, is die namelijk nog even sterk als toen Pinter hem in 1978 schreef. Maar Toneelgroep Amsterdam haalt de angel eruit door er een te klinische, koele, ongepassioneerde voorstelling van te maken.

~

Bedrog werd mede beroemd omdat de tijd van achter naar voor loopt. Het verhaal begint als de buitenechtelijke relatie al is afgelopen, en het eindigt negen jaar eerder, bij de eerste liefdesverklaring. Die omgekeerde volgorde geeft ruimte voor een sterke dramatische opbouw: de ex-geliefden staan aanvankelijk met bekoelde passie tegenover elkaar, al is er nog wel een weemoedige zindering voelbaar. In de loop van de stuk wakkert het vuurtje onontkoombaar aan. Bij Toneelgroep Amsterdam proosten Emma en Jerry, de vroegere geliefden, in de eerste scène over een tafel heen die bijna te groot is om elkaars glas te kunnen aanraken. De afstand tussen hen is niet te overbruggen.

Waarheid

~

Emma meldt dat ze zojuist aan haar man Robert heeft bekend dat zijn beste vriend Jerry en zij zeven jaar lang een verhouding hebben gehad. Vervolgens spreekt Jerry Robert, en komt de ex-minnaar er achter dat Robert al jarenlang wist van die relatie. Emma heeft dus tegen hem gelogen. Deze mensen belazeren elkaar over en weer, is zo al snel duidelijk. Het onverwachte slachtoffer in deze plot is aldoor Jerry. Terwijl de buitenechtelijk minnaar wordt geacht degene te zijn die liegt en bedriegt, krijgt hij in werkelijkheid de ene pijnlijke waarheid na de andere om de oren van de beide andere spelers. Iedereen liegt, behalve hij. Eenzaam en hulpeloos staat hij op het podium.

Onflatteus

Regisseur Peter van Kraaij laat zijn acteurs feitelijk nauwelijks contact maken. Van warmte is geen sprake, laat staan van gepassioneerde liefde. Iedereen wacht secondenlang tot de ander is uitgesproken, en mag dan eindelijk iets terugzeggen. Het decor is een onpersoonlijk strak ingericht speelveld met kale transparante schermen als begrenzing, beschenen door onflatteus wit, witter, witst licht. Op dat podium staan niemand minder dan acteergrootheden Han Kerckhoffs (Robert), Marieke Heebink (Emma) en Barry Atsma (minnaar Jerry). Maar regie, vormgeving en belichting geven hen geen kans te schitteren. Het is een raadsel waarom regisseur Van Kraaij deze keuze maakt, waarom die mensen persé niks met elkaar te maken mogen hebben. Ze staan daar maar en zeggen hun tekst. Terwijl het geheel volgens het programmaboekje vijf kwartier duurt, is dit een langdradige voorstelling.

Erotisch

Een enkele scène geeft een indruk van hoe de sfeer ook had kunnen zijn. Dat is wanneer Robert en Emma samen in Venetië zijn, en Robert het bedrog doorziet van zijn echtgenote. Hij zet haar onder druk om te bekennen in een soort sm-achtige erotische paardans, terwijl hijzelf zichtbaar lijdt. Een soortgelijke spanning hier en daar door de voorstelling gestrooid, en dit was een zinderende Bedrog geweest. Maar zoals het er nu aan toegaat tussen deze drie geliefden, hebben ze allemaal volop reden om hun vertier buiten de deur te gaan zoeken.

Bedrog is tot en met 23 april 2005 te zien.

Theater / Voorstelling

Kinderlijke speelsheid

recensie: Klam (Schudden)

Een wasserette. Een muur van acht gestapelde wasmachines en een droger. Dit vormt het decor van theaterprogramma Klam. Het wordt door het duo Schudden, ofwel Noël van Santen en Emiel de Jong, inventief gebruikt bij het visualiseren van hun amusante verhaaltjes. Klam bestaat uit meerdere korte scènes die elkaar in een rap tempo opvolgen. Schudden maakt geen stand-up comedy of maatschappijkritisch en op actualiteiten gebaseerd cabaret. De mannen vertellen daarentegen leuke, komische en soms ontroerende beeldende verhalen. Het is meer theater dan cabaret.

~

In oktober 1994 won Schudden de jury- en publieksprijs op het Groninger Studenten Cabaret Festival en behaalde de tweede plaats op het Camerettenfestival. Nu tien jaar en vijf shows verder is het duo, ondanks hun succesvolle programma’s, nog redelijk onbekend. Ze zijn dan ook niet zo mediageil als een hoop andere cabaretiers en dus niet in ieder televisieprogramma te zien. Het is jammer dat veel mensen niet bekend zijn met dit duo, want Schudden zorgt voor een leuke en aparte theateravond. De twee mannen blinken uit in leuke en knappe vondsten met behulp van allerhande attributen, decor en rijke expressieve lichaamstaal. Het minimale gebruik van teksten wordt gecompenseerd door een verscheidenheid aan fysieke uitbeeldingen. De verbeeldingskracht van Schudden is zo groot dat je dankzij hun inlevingsvermogen direct in hun fantasiewereld gelooft.

Lullo en het baasje

De twee mannen verschillen qua karakters duidelijk van elkaar. De één, Emiel, is duidelijk de lullo, de zwakkere van de twee, de loser die steeds aan het kortste eind trekt. Noël is sluwer en beter gebekt, de meest overheersende van de twee. Emiel delft dan ook steeds het onderspit. Zo wordt hij als hond flink aangepakt door baasje Noël en al bij de eerste scène krijgt hij er hard met een mattenklopper van langs. Qua spel en timing gaan de twee samen op. Het is een hecht duo. De mannen zijn uitstekend op elkaar ingespeeld. Alhoewel dit wel allemaal van te voren ingestudeerd is, want improvisatie komt er niet bij kijken. Sterker nog, als er aan het eind van de show een oortje zoek is en Noël alleen op het podium achterblijft, staat hij zoals hij zelf zegt “met een bek vol tanden”.

Niet klam van het lachen

Hoe amusant of grappig en bovenal knap het ook allemaal gevonden is, ik was nooit echt klam van het schudden van het lachen zeg maar. Een aantal mensen in het publiek lachte wel uitbundig, maar zo erg kreeg ik het niet te pakken. Wel heb ik mij ontzettend vermaakt en ben erg onder de indruk van alle vondsten. Want lachen of ontroeren, wat ze brengen is altijd bijzonder clever. De voorstelling heeft ook een flinke vaart met veel decor- en kostuumwisselingen. De show vliegt echt voorbij.

Geniale ideeën

Ik vraag me soms echt af hoe ze op de vaak geniale ideeën komen. Met behulp van het simpele decor en wat attributen bevind ik mij steeds op een andere plek met steeds een andere sfeer. Een wasmand wordt bijvoorbeeld een vogelnest of hondenmand, een droogrek wordt een spinnenweb, de wasmachines worden een onderzeeër of een peepshowcabine waarin een paaldansshow afspeelt. Een strakgespannen laken wordt het decor voor een spookspel met gezichtsafdrukken. In wastobbes wordt aan wakvissen gedaan en ga zo maar door.

Schudden is niet pretentieus en komt prettig en ontwapend over. Je wilt dit avontuur met ze delen en meegaan in hun kinderlijke speelsheid. De mannen bezitten een enorme dosis fantasie en aanstekelijke energie om dit te kunnen klaarspelen. Een leuke verrassende avond. Ik ben benieuwd wat Schudden de volgende keer weer verzint.

Klam is nog te zien tot en met 3 juni 2005.

Muziek / Album

Tergend langzame liefdesslaapliedjes

recensie: Maximilian Hecker - Lady Sleep

Om de hoek van mijn kamer, daar woonde hij. In Berlijn. Prachtige stad waar veel gebeurt. De stad waar je dag en nacht kunt genieten van allerlei vermaak. De stad waar poëten samenkomen in allerlei cafés, de indietronica-giganten en DJ’s een tafel verderop zitten te ontbijten en waar je steevast de hipste kunst in galeries vindt en waar de coolste films op vage locaties worden vertoond. De stad inspireert en de mensen inspireren elkaar. Toch moet je door Lady Sleep constateren dat Maximilian Hecker niets of nauwelijks iets van de levendigheid van de stad meekrijgt. Het klinkt alsof hij het huis nauwelijks uit komt, misschien alleen ’s ochtends wanneer iedereen slaapt glipt hij door de buitendeur om wat boodschappen binnen te halen. Niets op Lady Sleep doet denken aan Berlijn. Hecker had de plaat net zo goed kunnen maken in de bergen bij Garmisch-Paternkirchen.

~

Dit is Heckers derde langspeler en opvolger van het in 2003 verschenen Rose. Op deze, destijds extreem gepromote plaat, had Hecker behoorlijk veel moeite om aan alle verwachtingen te voldoen. Die verwachtingen die hun basis in zijn debuut Infinite Love Songs vonden en waar hij nog steeds door veel liefhebbers om bejubeld wordt. Want vanaf die tijd biedt hij mensen een puur en mooi alternatief voor alle Keanes en Espen Linds in de wereld. Triest is het daarbij vast te stellen dat Lady Sleep niet aan de hoop van vele liefhebbers kan voldoen. Dit omdat de plaat tergend langzaam aan je voorbij trekt. Nergens valt een echte uitschieter te herkennen en de plaat kabbelt in elf mistroostige nummers, plus een extra en uiterst boeiende “hidden track”, voort. Er hadden zonder problemen nog tig nummers langs kunnen komen en niemand had ze opgemerkt. Iedereen zou hebben gedacht dat de repeat-knop op de cd-speler was ingedrukt.

Slaapverwekkend

Lady Sleep vangt na tien seconden van stilte aan met het poëtisch gezien enigszins sterke Birch. Wanneer bij het tweede couplet de piano iets harder wordt en de gearrangeerde strijkers wat krachtiger ingezet worden, laat Hecker zien dat het album zou kunnen gaan leven. Maar bij het tweede nummer Anaesthesia sukkel je bijkans weg en kun je je aandacht nauwelijks nog vasthouden. Soms weten de over het algemeen zo karakterloze Acda & deMunnik-achtige pianostukken, die op de plaat alom vertegenwoordigd zijn en die bij tijd en wijle sferisch en zelfs knap te noemen zijn, je aandacht er weer bij te slepen. Toch kom je er na een tijdje achter dat je aandacht weer verslapt is. Het enige nummer dat je echt wakker weet te schudden is Yeah, Eventually She Goes, maar jammer genoeg is de enige oorzaak daarvan het volume. De afsluiter, die dezelfde titel draagt als de plaat, weet zichzelf boeiend te presenteren met de soortgelijke xylofoonklanken als van Velvet Undergrounds Sunday Morning. Het nummer heeft een iets ander, wat meer up-tempo geluid dan de rest van de plaat en laat zien dat het er in potentie wel inzit, maar dat het er niet uit wil komen. Jammer dat bij Maximilian Hecker die potentie er wel is, maar dat het nauwelijks in muziek omgezet kan worden. Dan was Lady Sleep misschien niet zo slaapverwekkend geweest.

Theater / Voorstelling

Zonnekinderen stralen niet

recensie: Zonnekinderen (Noord Nederlands Toneel)

Eind 2003 speelde het Noord Nederlands Toneel de tragikomedie Zonnekinderen van Maxim Gorki in hun eigen theater, de Machinefabriek. De landelijke pers kwam er massaal op af en prees het stuk de hemel in. Aanleiding voor het NNT om nu een landelijke tournee te doen.

~

Zonnekinderen is weliswaar honderd jaar oud, maar nog altijd vlijmscherp en verschrikkelijk actueel, zo wordt ons in de inleiding bij de voorstelling voorgehouden. Chemicus Protassov werkt aan een middel om ieder mens gelukkig te maken, tot een zonnekind. Ondertussen verzuipt de elite echter in goede bedoelingen en mooie gesprekken. Maatschappijkritiek met een duidelijke lijn naar het huidige intellectuele debat over meningsvrijheid, politieke richting en culturele eigenheid. Geen woorden maar daden, lijkt het devies.

Keren van het water

~

Uit de door Koos Terpstra geregisseerde voorstelling blijkt die boodschap echter nauwelijks. Het wordt niet eens duidelijk waar Protassov aan werkt. Hij zit weliswaar steeds in zijn studeerkamer, maar dat hij zoekt naar een gelukzaligmakend middel blijkt uit niets. Wel roept hij herhaaldelijk dat mensen al zonnekinderen zijn. Heeft hij het goedje al gefabriceerd dan, of zijn de mens van nature al zonnekinderen? Veel blijft op dat gebied onduidelijk en reflectie op die eventuele uitvinding is er al helemaal niet. Of de dreigende cholera-epidemie moet de kijker al duidelijk maken dat de chemicus met het verkeerde onderzoek bezig is, maar dat zou een wel heel naïeve weerspiegeling van de wetenschap zijn. Als alle onderzoekers zich op korte termijn projecten richten, blijft er weinig over van de vooruitgang. Wetenschappers verworden in die voorstelling tot een leger Hansje Brinkers die hun handen nodig hebben om het water te keren, terwijl ze zouden moeten werken aan het werkelijk verbeteren van die dijk.

Zuiverheid

Zonnekinderen wordt nu nergens de beloofde actuele en kritische voorstelling over de rol van een discussierende elite. Het stuk verhaalt vooral over de liefde. Chemicus Protassov werkt dag en nacht, waardoor hij geen tijd overhoudt voor zijn vrouw. Die zoekt ondertussen haar heil bij een kunstschilder, die haar bemint en haar zelfs een aanzoek doet. Ook Protassov zelf krijgt een aanzoek: van Melania, het dommige zusje van de dierenarts. En die dierenarts is op zijn beurt weer verliefd op de zieke zus van de wetenschapper. Een grote kluwen van aanzoeken, afwijzingen en liefdesverdriet dus. Ondertussen speelt ook geld in al die liefdesperikelen een prominente rol. Is liefde te koop, of is het beter zuiver maar arm te leven?

Geen straling

Vooraf stelden de acteurs zich de vraag wat de afgelopen eeuw nu eigenlijk had opgeleverd. Hun antwoord was weinig hoopgevend: niets dan ellende. Hoewel die stelling historisch moeilijk te onderbouwen lijkt (ook voorgaande eeuwen kenden vele oorlogen en politieke en religieuze moorden), is het jammer dat het NNT zo weinig met die uitkomst heeft gedaan. Bij voorstellingen van het gezelschap staan humor en verwijzingen naar de actualiteit in het algemeen voorop. Het lijkt er echter op dat ze de tekst van Gorki nu nog zo actueel vonden, dat er niet al te veel aan gesleuteld hoefde. Jammer, want Zonnekinderen straalt nu allerminst.

Zonnekinderen is nog tot en met 2 april 2005 in de theaters te zien.

Boeken / Fictie

Dun laagje chroom

recensie: Erica Kennedy - Bling

Bling bling: synoniem voor dure, opzichtige juwelen. Voornamelijk gedragen door Afro-Amerikaanse hiphopartiesten. Bling: de titel van de debuutroman van Erica Kennedy over een jonge zangeres die de weg dreigt kwijt te raken in de glitter en glamour van de hiphopwereld.

De onschuldige, jonge zangeres Mimi, op zoek naar het grote succes, tekent een contract bij het populaire hiphoplabel Triple Large Entertainment en komt terecht in de wereld van de seks, drugs en rap. Omringd door schitterende diamanten hangers, gouden en platina tanden, grote Hummer’s, keurig gekapte cornrows, snuivende supermodellen en leugenachtige producers past Mimi zich al snel aan de nieuwe situatie aan. Nog voor haar eerste album is ze al helemaal onderdeel van de hiphopscène. En wij mogen daar volop van meegenieten.

Scratch the surface

~

Het boek is opgezet als een cd-album. De verschillende delen van het boek worden aangeduid met de titels Disc 1 tot en met Disc 5. En de hoofdstukken zijn allemaal van een Engelstalige songtitel voorzien. Maar naast deze vormgeving heeft het boek nog iets gemeen met de muziekwereld die er in beschreven wordt: oppervlakkigheid. De wereld, die in Bling beschreven wordt blinkt uit in oppervlakkigheid. Het gaat allemaal om geld en schone schijn. Er is nauwelijks iemand te bekennen die er andere ideeën op nahoudt. En misschien ook wel mede door het gebrek aan diepgang van de personages mist het gehele boek diepgang. Uiteindelijk heb ik door het lezen van dit boek voornamelijk mijn kennis op het gebied van persoonlijke verzorging uitgebreid. Het leek wel of de schrijfster voor dit boek door alle hippe kledingmerken gesponsord is.

Passages als deze kom je in elk hoofdstuk wel een keer tegen:

“Ze droeg schoenen die op Timberlandlaarzen leken, maar dan met punten en smalle houten hakjes eronder… Laag op haar smalle heupen hing een bruine ribbroek… Hoog op haar hoofd stond een Gucci-hoedje.”

“Mimi was te dronken om te merken dat haar tieten inderdaad uit haar Tom Ford voor Yves Saint Laurent Rive Gauche vielen.”

“Hij had een roze baggy broek aan, een zacht leren bomberjack dat speciaal voor hem ontworpen was door hiphopcouturier 5001 Flavors, ook in roze, en een wit t-shirt waarop in grote roze letters stond: ‘Jesus is my homeboy’. En om het allemaal af te maken hingen er twee roze diamanten dollartekens in zijn oren.”

De karakters van de personages worden niet beschreven aan de hand van hun innerlijke kenmerken, maar aan de hand van het merk kleding dat ze dragen, de grootte van hun diamanten kettingen en de kapper die ze bezoeken. Tenminste, dat zou je gaan denken als je Bling leest, maar helaas ben ik bang dat Erica Kennedy het niet zo bedoeld heeft. De karakterisering van de personages aan de hand van hun uiterlijke kenmerken zou zelfs nog een creatieve vondst zijn geweest. Ik ben echter bang dat Erica Kennedy die creativiteit ontbeert.

Ups and downs

~

Het verhaal van Mimi is er namelijk een van dertien in een dozijn. Jong meisje zoekt geluk in boze, harde wereld. Meisje wordt beschaamd in het vertrouwen in haar medemens. Ze raakt van het goede pad af en dreigt verkeerd terecht te komen. Maar op het laatste moment weet ze zich te herpakken en komt het toch nog goed. En zeker dat laatste viel me tegen. Het is zo’n typisch Amerikaans einde. End good, all good. Voor het verhaal was een ander einde boeiender geweest. Daarnaast is het ook niet geheel geloofwaardig. Want Mimi lijkt behoorlijk mee te gaan in de onpersoonlijke wereld van de nouveau riche, totdat ze plotsklaps het licht ziet en een heel andere weg inslaat. Door het gebrek aan inzicht in de persoonlijke ontwikkeling van de personages lijkt deze verschuiving meer een ad-hoc besluit dan een weloverwogen beslissing, die het leven van een jonge vrouw drastisch verandert.

Quick and dirty

Tussen de toetreding tot de scène en de uiteindelijke bezinning zit veel stoere hiphoppraat, met de nodige dosis seks en nog veel meer uiterlijk vertoon. Alles wordt op een snelle, luchtige wijze verteld. Wat dat betreft is Bling een prima afspiegeling van de geportretteerde wereld. Maar hoewel het boek dus lekker snel wegleest, blijf ik toch met het onbevredigde gevoel zitten dat het allemaal maar een flinterdun laagje chroom is over een verder lege huls. En hoewel de schone schijn voor 99 procent van de personages van het boek voldoende blijkt te zijn om een leuk leven te hebben, hoop ik dat een snel verhaaltje voor 99 procent van de lezers niet meteen een leuk boek oplevert. Want als je hier wel genoeg aan hebt, dan is het niet alleen met de hiphopscène inhoudelijk droef gesteld.

Boeken / Kunstboek

Van groot belang

recensie: Caroline Roodenburg-Schadd - Expressie en ordening: Het verzamelbeleid van Willem Sandberg voor het Stedelijk Museum 1945-1962

“Over Willem Sandberg, die van 1945 tot eind 1962 directeur van het Amsterdamse Stedelijk Museum was, is de mythe ontstaan dat hij vooral een tentoonstellingsmaker was, die de opbouw van de museumcollectie zou hebben verwaarloosd.” Dat beeld wordt bevestigd door spraakmakende tentoonstellingen als Cobra (1949, Sandberg wordt min of meer beschouwd als ‘de ontdekker van Cobra’ waaraan hij reeds in 1949 een groepstentoonstelling wijdde), Bewogen beweging (1961) en Dylaby (1962), waarmee Sandberg en diens compagnon Hans Jaffé er in zijn geslaagd het Stedelijk Museum na de oorlog internationaal op de kaart te zetten. Toch was er wel degelijk sprake van een actief verzamelbeleid, al veranderden Sandbergs opvattingen vaak gaandeweg.

Expressie en ordening belicht Sandberg’s collectiebeleid en “geeft voor het eerst een volledig gedocumenteerd overzicht van alle door hem verworven schilderijen en beelden,” meldt uitgeverij NAI. Ik durf op deze plaatst reeds te stellen dat Expressie en Ordening van groot belang zal blijken voor een volgende generatie kunsthistorici, ondanks de kritiek die er reeds op is geuit, al dan niet terecht. Voor ieder ander is het boek misschien wat droge kost, maar tegelijkertijd is het zeer helder geschreven en daardoor goed te volgen.

De aanleiding tot het onderzoek van Caroline Roodenburg was de tentoonstelling ERA Sandberg, een presentatie uit 1992 met een selectie van Sandberg’s aanwinsten, georganiseerd door toenmalig directeur Wim Beeren. De auteur is, getuige zowel de vorm (omvang van het boek, hoeveelheid afbeeldingen, lijsten van aanwinsten) als de inhoud (geschetste kunstenaarsportretten, kunstbeschrijvingen, wijze van aankoop, samenstelling van commissies) zeer gedegen te werk gegaan, waarbij Sandberg’s afwegingen dankzij een goed bewaard museumarchief konden worden gereconstrueerd.

De kritiek

~

En toch bezit Expressie en Ordening volgens Paroolrecensent Jhim Lamoree “een verrassend einde van een studie waarin pagina na pagina naast voltreffers veel gemiste kansen, nalatigheden en merkwaardige keuzen uit de doeken wordt gedaan. Zou de mythe van Sandberg ook Roodenburg parten hebben gespeeld? Het lijkt alsof zijn onweerlegbare reputatie een feitelijk oordeel over de collectievorming in de weg heeft gestaan.” Inderdaad liet Sandberg een aantal buitenkansen onbenut, zoals Roodenburg reeds opmerkte (“Het is opmerkelijk dat Sandberg zich ten opzichte van alle aangeboden Mondriaans niet actiever opstelde, zeker toen hij van Toorop begreep dat er kapers op de kust waren.”) en verloor het museum zijn ziel met het vertrek van de Van Gogh-collectie, maar dat neemt niet weg dat het Stedelijk Museum onder Sandberg wel degelijk belangrijk werk heeft weten te verwerven. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan de bijna 100 schilderijen van Leo Gestel, de 13 schilderijen van Charley Toorop, de 41 expressionistische beelden van Jacques Lipchitz en natuurlijk 28 schilderijen van Kazimir Malevich. De Parool-criticus stapt daar achteloos overheen. De verdienste van Expressie en Ordening schuilt in mijn ogen vooral in de reconstructie van Sandberg’s eigenzinnige werkwijze en van het web van actoren waar hij mee te maken had. Al zal dit misschien niet het uitgangspunt zijn geweest van de auteur, het doet niets af aan het belang van dit boek.

Malevich

Aan het ontbreken van informatie over de aankoop van de befaamde Malevich-collectie, wijdde NRC-scribent Lien Heyting eerder al een artikel: “Willem Sandberg had als directeur van het Stedelijk Museum in 1956 grote aarzelingen over de aankoop van de Malevitsj-collectie. Hij was toen al bang voor aanspraken van erfgenamen op deze kunstwerken, zo blijkt uit onderzoek door deze krant naar zijn correspondentie en persoonlijke notities.
Sandberg stelde de aankoop uit om na te gaan of in de Sovjet-Unie erfgenamen van de schilder Kazimir Malevitsj (1879-1935) de collectie zouden kunnen opeisen. De erfgenamen hebben inmiddels een rechtszaak aangespannen.” Wat Heyting noemt is zeker interessant, maar in mijn ogen is het toch net iets te gemakkelijk om Expressie en Ordening af te keuren op grond van datgene wat niet wordt vermeld, om welke reden dat dan ook mag zijn gebeurd. Het in Expressie en Ordening geschetste beeld zou eenzijdig zijn, maar is het niet veel eenzijdiger om dogmatisch vast te houden aan één specifiek aspect van de collectie? Daarmee doe je in ieder geval geen recht aan de inspanning van de auteur. Expressie en Ordening is vanwege zijn omvang een bittere pil, maar onmiskenbaar een meesterwerk.

Theater / Voorstelling

Genadeloze achtbaan

recensie: Scènes uit een huwelijk (Toneelgroep Amsterdam)

Ingmar Bergman trouwde vijf keer, hij wist dus waarschijnlijk waarover hij het had. Hij schreef en regisseerde Scènes uit een huwelijk als zesdelige televisieserie, en later bewerkte hij het materiaal tot een speelfilm. Nu neemt regisseur Ivo van Hove het stuk ter hand in zijn vierluik over het huwelijk, dat begon met De Kruistochten en nog vervolgd zal worden met Het temmen van de feeks en Een perfect huwelijk.

~

Van Hove ziet het huwelijk als de kleinste cel van onze maatschappij, waarin we leren samenleven en de ware aard van de liefde kunnen ontdekken. Met deze bewerking van Bergmans tekst, die dertig jaar na dato nog steeds sterk en herkenbaar is, laat hij zien hoe hard die leerschool kan zijn. Je beleeft de gevechten, de twijfels en de angsten van Johan en Marianne, een op het eerste gezicht perfect koppel. Een genadeloos beeld van een huwelijk ontvouwt zich, vanaf het prille begin tot het haast onontkoombare einde

Verleden en toekomst

~

Er zijn drie Johans en Mariannes in dit stuk. Je neemt plaats op het podium van de schouwburg, dat door het ingenieuze decor van Jan Versweyveld in drieën is verdeeld. In elk gedeelte speelt een ander koppel op hetzelfde moment een andere scène, en omdat je driemaal naar een volgend gedeelte wordt geleid, zie je de drie scènes in willekeurige volgorde. Door de beperkte speelruimte die deze setting met zich meebrengt, zit je heel dicht op de acteurs, en dit vergt veel van hun spelprestaties. Je voelt je daarbij ongemakkelijk als een indringer, een voyeur. Op onverwachte momenten klinkt er geschreeuw en gehuil uit aangrenzende ruimtes. Je krijgt glimpen en echo’s van scènes die nog komen gaan of die geweest zijn, en er ontstaat een mooi samenspel tussen heden, verleden en toekomst.

Verschillende gezichten

Na de pauze bekijk je een deel van de voorstelling vanuit je stoel in de zaal, maar je eindigt weer op het podium, dat nu één grote ruimte is geworden. Het decor is opgehesen en hangt haast dreigend boven je hoofd. Alles is ontmanteld en zichtbaar op het toneel, en de verrotte wortels van het huwelijk liggen bloot. Zij cijferde zichzelf altijd weg, hij werd nooit volwassen, en ondanks de jarenlange intimiteit bleven ze vreemden. De zes acteurs spelen soms samen synchroon dezelfde scène, wat meerdere interpretaties tegelijk mogelijk maakt. Vooral de Marianne van Hadewych Minis is mooi en emotioneel, en de Johan van Roeland Fernhout overtuigend en charmant

Achtbaan

De haast onvermijdelijke echtscheiding is een explosie van geweld, die door de acteurs heel intens wordt neergezet. Doordat er niet twee maar zes mensen elkaar te lijf gaan, en je er weer zo dichtbij zit, is de impact overweldigend. Je kunt nog maar moeilijk geloven in een hoopvolle afloop. Zouden deze twee mensen elkaar en de liefde beter hebben leren kennen, of zijn ze gewoon net zo moe als jij geworden van het vechten en de verwarring? Als je na vier uur de zaal verlaat, tril je nog na van deze rit in de emotionele achtbaan die huwelijk heet. Lang en gelukkig samenleven is niet altijd gemakkelijk, en dat is deze voorstelling ook niet. Wel heel mooi, veelzijdig, indringend en confronterend.

Scènes uit een huwelijk is nog te zien tot en met 18 juni 2005.

Boeken / Fictie

Bizarre gedachtekronkels

recensie: Sasja Janssen - Teresa zegt

.

~

Sasja Janssen debuteerde in 2001 met de roman De kamerling. Het verhaal over een puber met de nodige bizarre gedachtekronkels was op een gegeven moment afgelopen, maar de lezer kon blijven malen en piekeren over bepaalde punten in het verhaal. Teresa zegt is Janssens tweede boek dat is aangekondigd als zijnde een legpuzzel. Raadsels dus. Kom maar op!

Raadsels

Teresa zegt begint voortvarend. Personages worden zonder veel achtergrondinformatie ten tonele gevoerd. Hun rol is niet altijd duidelijk, maar dat hun daden en denken aanwijzingen vormen weet je zeker. Teresa Koppe bevindt zich in een soort instituut, heeft verband om haar hand en kan zich niet herinneren hoe dat allemaal zo gekomen is. Ze weet nog wel dat Sven Wensel, de man van wie ze hield, dood is, maar wat doet zij in dit pand en waarom is ze hier?

Onvolledige informatie

Janssen kiest voor een ik-perspectief dat alleen de gedachten van Teresa weergeeft. Hoewel ze bepaalde dingen niet meer weet, blijkt ze gaandeweg het verhaal behoorlijk betrouwbaar: de feiten die ze geeft sluiten goed op elkaar aan. Janssen presenteert via Teresa geen verschillende lezingen van eenzelfde gebeurtenis, een truc die ook vaak gebruikt wordt bij raadselwerken. Teresa’s informatie is dus betrouwbaar, alleen onvolledig. Langzaam maar zeker wordt duidelijk wat er allemaal gebeurd is.

Elke aanwijzing een hint

Lange tijd roepen de bekentenissen van Teresa, die ze als monologen optekent in een schrift, steeds nieuwe vragen op: elke aanwijzing blijkt een hint naar weer iets anders, totdat je het gevoel hebt dat werkelijk alles met elkaar verbonden is. Teresa zegt is met al die aanwijzingen een raadsel van de eerste soort: als lezer lijkt het erop dat het mysterie waar je mee bezig bent te groot is om ooit geheel te bevatten.

Hallucinerend

Teresa schrijft het schrift vol, maar ze doet dat natuurlijk in de stijl van Janssen. Die houdt een kordate, resolute verteltoon aan: alles wat Teresa zegt is waar. De zakelijke beschrijvingen lijken soms wel journalistiek, maar dan staat er plotseling een rare tussenwerping, een detail of een overdenking die ogenschijnlijk niet op zijn plek is. Die spanning tussen zakelijk en haast hallucinerend maakt van het lezen van Teresa zegt een enerverende bezigheid.

Verhaaltje uit

Teresa zegt zit zo goed in elkaar dat de slothoofdstukken zich als een onaangename verrassing aandienen. Plotseling gaat de informatiekraan open en krijgen we de feiten onder ogen. Niet langer zijn er nieuwe vragen, niet langer fascineert de vertelstijl. Dieptepunt is het zogenaamde ‘persbericht’ waarmee het boek wordt afgesloten. Behalve dat het geschrevene nog niet in de verte lijkt op een persbericht, qua inhoud noch stijl, krijgen we ineens alle informatie in één keer op ons bordje geschoven. Verhaaltje uit, klaar. Teresa zegt is dan afgelopen en blijkt een simpel raadsel. Het was leuk voor zo lang het duurde, maar de clou is vergeven en er blijft verder niets over. Uit.