Muziek / Album

Geen gemakkelijke best-of

recensie: Mogwai - Government Commissions: BBC Sessions 1996-2003

.

~

De stelling dat Mogwai na Young Team uitgepraat was, is al jaren klinkklare onzin. Het alom bejubelde en op Young Team verschenen Like Herod moet immers toegeven aan zijn enkele jaren jongere concurrent Christmas Steps (van Come On Die Young). Nummers als 2 Rights Make 1 Wrong, Kids Will be Skeletons en het subtiele Stanley Kubrick staan zeker niet in de schaduw van het schitterende Yes! I am a long Way from Home. Daarbij wordt het bewijs op de verzameling van BBC-sessies door de band zelf geleverd. Zo sterk zelfs dat de nummers van Young Team – te weten: het veel te lang durende Like Herod en R U Still in 2 it – in een schril contrast komen te staan met de rest van de plaat.

Zouteloos

De plaat wordt, na de aankondiging van John Peel, bijna magistraal geopend met Hunted by a Freak. De overstuurde gitaren, de geluiden uit de keyboards en het nummer zelf huizen de energie die je wilt voelen als je naar Mogwai luistert. Het is dan ook een redelijke teleurstelling wanneer R U Still in 2 it zonder zang van Arab Straps Aidan Moffat wordt ingezet. Nu is het nummer behoorlijk zouteloos en komt het nauwelijks uit de verf. In Cody daarentegen, wordt, zoals het hoort, wel gezongen en blijft daardoor stevig overeind. Net zoals het uiterst fijnzinnige Secret Pint, waarbij Mogwai de perfecte timing volgens ‘het boekje’ laat zien. Op dat soort momenten bewijzen de mannen uit Glasgow dat ze de vaandel van de Post Rock sans gêne mogen dragen.

Prijzenswaardig

Government Commissions weet iets aan het oeuvre van Mogwai toe te voegen, doordat nummers meer uitgesponnen zijn, hier en daar soms wat uitgekleed klinken en zo nu en dan accenten anders zijn geplaatst. Het heeft de schoonheid en de spanning van een optreden, maar het is geen typische live-plaat. Het is bijna het tegenovergestelde van de reputatie die Mogwai als live-band door de jaren heen heeft opgebouwd, maar daardoor niet minder boeiend. Daarbij komt het dat Mogwai voor een sessieverzameling en niet voor een makkelijke very-best-of-verzamelaar heeft gekozen en dat is alleen maar prijzenswaardig. Al met al is Government Commissions, BBC Sessions 1996-2003 een avontuurlijke plaat en het overtuigende bewijs van de kracht, de pracht en de esthetische meerwaarde van misschien wel het beste postrock-combo van de wereld.

Film / Films

Cousteau-achtige avonturierkitsch

recensie: The Life Aquatic with Steve Zissou

Oceaanfilmer Steve Zissou heeft het gehad met de wereld. Zijn vrouw bedriegt hem, niemand komt meer kijken naar zijn diepzeedocumentaires en zijn beste vriend is opgegeten door een haai. Met zijn internationale bemanning van uitgerangeerde zeebonken en TU-stagaires organiseert de onuitstaanbare Zissou een laatste, tot mislukken gedoemde reis. Op jacht naar de jaguarhaai en zijn vriend.

~

Na Bottle Rocket, Rushmore en The Royal Tenenbaums is The Life Aquatic de vierde film van Wes Anderson. Anderson maakt werk dat misschien het beste samen te vatten valt als cinematografisch hoogstaande ensemblefilms; films waarin Anderson telkens op lichtvoetige wijze kleinmenselijke drama’s uitbeeldt. The Life Aquatic is daarop geen uitzondering. Maar meer nog dan de voorgaande films blinkt Aquatic uit in dramatisch reliëf. Alle facetten van menselijke relaties worden onder de loep genomen. Hoewel er in de film een hoop goed komt, gaat er ook veel onherstelbaar fout. De misère aan boord van Zissou’s schip Belafonte brengt oude vijanden samen, maar drijft oude vrienden uiteen. Bemanningslid van het eerste uur Klaus Daimler (Willem Dafoe on fire) kan Zissou’s zwak voor diens verloren zoon en nieuw crewlid Ned Plimpton (Owen Wilson) met moeite verkroppen. Zo bezwijkt de expeditie meerdere malen bijna onder de druk van Zissou’s monomane Ahab-imitatie.

Matrozenpakjes

~

The Life Aquatic is in alles Andersons meest ambitieuze en meest geslaagde project te noemen. De personages hebben een volwassenheid en diepte die de regisseur tot nu toe niet heeft bereikt. Bill Murray is als de onvolwassen hasbeen Steve Zissou een psychologische uitdieping te noemen van het personage van Gene Hackman in The Royal Tenenbaums, zoals dat weer een uitvergroting te noemen was van Murrays rol in Rushmore. En de typische Anderson-lulligheid, waar zijn werk grotendeels de charme aan ontleent, heeft in The Life Aquatic een nieuwe standaard gekregen. De matrozenpakjes, de elektrodeuntjes, de stop motion-diepzeevissen: het is een kneuterigheid die wordt opgeroepen door een opzettelijke ambivalentie tussen ambachtelijkheid en amateurisme.

Doorgezaagd

Ook het setdesign is van een, voor Anderson, ongekende omvang en complexiteit. Het filmen van de Belafonte zorgde bijvoorbeeld in de Cinecitta-studios voor veel problemen. Van het schip zijn twee versies in gebruik: de één werd gebruikt voor de opnames op zee. De ander is in tweeën gezaagd en in een loods gezet. Anderson kon op die manier de dwarsdoorsnede van het schip filmen, als een illustratie uit een instructieboekje. Maar om de hele boot in één frame te krijgen moest er een speciale hightech-lens geregeld worden, en dan moest de camera nog praktisch tegen de tegenoverliggende muur opgesteld worden.

Geweldige vondst

The Life Aquatic is de perfecte mengeling van Andersons lievelingsthema van de man in zijn strijd tegen de realiteit, de snelkookpan die de Belafonte is voor Zissou’s uitschotbemanning en de mogelijkheden die de Cousteau-achtige avonturierkitsch bieden. Een geweldige vondst: anders is The Life Aquatic niet samen te vatten.

Muziek / Album

Eentje met twee gezichten

recensie: The Frames - Burn The Maps

Vorig jaar kondigden The Frames, tijdens het Eurosonic-festival van 2004, aan dat ze na hun verrassende For the Birds uit 2001 zin hadden om opvallend terug te komen. Die aankondiging ging gepaard met het platspelen van het publiek in het Groninger Grand Theatre. Ongeveer een jaar later flikken de Ieren het toch maar even. Burn the Maps wordt in elk medium bejubeld en alle platenboeren prijzen hem bij de trouwe klanten aan. Meeslepend wordt de plaat genoemd en dat betekent, anno 2005, blijkbaar veel bombarie, strijkers en voor de hand liggende melodieën. Toch gaan de fraai gearrangeerde hapklare brokken er in als koek. Eens kijken waarom.

De reden waarom na jaren van ploeteren het bescheiden For the Birds wel werd opgepikt, heeft waarschijnlijk te maken met de producer. Destijds had Craig Ward de knoppentafel onder zijn beheer en deze man wist waar hij mee bezig was. Op Burn the Maps verschijnt Ward als gastmuzikant en in de tussenliggende jaren heeft de producer annex gastmuzikant een redelijke stempel op de band gedrukt, want vele nummers hebben een Belgische tint. Specifieker nog, voor veel nummers heeft waarschijnlijk het muzikale karakter van The Ideal Crash – de dEUS-plaat waar Ward het meeste invloed op heeft gehad – als voorbeeld voor Burn the Maps gediend. Steevast beginnen de nummers rustig en halverwege gaan de schuiven langzaam open en aan het einde werkt alles samen richting de climax.

~

Goede en slechte voorbeelden

Niet alleen dEUS dient als voorbeeld. De opener Happy heeft dezelfde ingewikkelde drumpartij als Millionaire´s Body Experience Revue. Toch blijft het nummer, ondanks de voorbeelden, de sterke orkestratie en de overstuurde zang, staan als een huis. Daarna wordt het een aantal nummers afzien. In nummers als Finally, A Caution to the Birds en Underglass nemen The Frames zo nu en dan de voor de hand liggende dramatiek over van bands als Live of Dawsons-Creek-Rock van 3doorsdown. Dat soort nummers maakt Burn the Maps tot een draak van een plaat; eentje die ergens in de la zal verdwijnen.

Bijsmaak

Waarom de plaat dan door zoveel mensen wordt bejubeld, ligt aan de kracht van de nummers rondom de dieptepunten. Bijvoorbeeld het schitterende Sideways Down, het mooie Dream Awake en het aparte Ship Caught in the Bay, waarbij The Frames zelfs het pad opgaan van Boards of Canada. Sowieso zit de kracht van Burn the Maps hem in de staart van de plaat, want ook Keepsake en het rijk gearrangeerde Suffer in Silence weten zich te profileren als de pareltjes van de plaat. Wanneer The Frames een plaat vol van deze laatste nummers had kunnen maken, zal je een topplaat hebben. Nu is het er één met een behoorlijke vieze bijsmaak en dat had niet gehoeven.

Theater / Voorstelling

Confrontatie tussen broer en zus genadeloos en ontroerend

recensie: Raak me aan (Het Toneel Speelt)

Soms moet je voor een toneelvoorstelling heel veel lawaai maken. Flink van het dak schreeuwen, aan alle ramen en deuren rammelen: mensen, ga nou kijken, want er gebeurt in het theater iets heel moois. Raak me aan van Het Toneel Speelt, is zo’n voorstelling. Geen troupe van dertig mensen die in negen bedrijven een ingewikkelde plot uitbeelden, maar twee uitstekende acteurs die hun talent laten schitteren in een tekst die een klein juweel is. Carine Crutzen en Marc Rietman spelen broer en zus in een stuk dat Ger Thijs schreef en regisseerde. Ze zetten een van de mooiste voorstellingen van dit seizoen neer.

~

Familie: het blijft tobben. Zelfs al heb je in feite niks met ze, toch zit je er hele leven automatisch en onontkoombaar aan vast. Zo bedoelt toneelschrijver Ger Thijs het eigenlijk niet helemaal in de autobiografische toneelstukken waarin hij vaders en moeders en broers en zussen opvoert. Hij hecht een veel ingewikkeldere psychologische betekenis aan de contactarmoede van onvermijdelijke familiebetrekkingen. Maar dat is wel wat wij toeschouwers uit zijn stukken begrijpen: je zou de deur achter je willen dichttrekken. Hard weghollen en nooit meer terugkomen. Maar dat kan nou eenmaal niet met familie. Al trap je naar ze, ze plakken als kauwgom aan je schoenzolen. Zo ook in Raak me aan, waarin broer en zus tot elkaar zijn veroordeeld.

Rotopmerking

Erg close zijn ze niet, de broer en zus in Raak me aan. Eigenlijk komen ze alleen bij elkaar omdat met de dood van hun vader het ouderlijk huis in Limburg opgedoekt zou kunnen worden. Ze leven in totaal verschillende werelden. Veearts Vera heeft tot aan hun dood de lastige ouders verzorgd, en wil in het huis blijven wonen. De ambitieuze archeoloog Justus is allang uitgevlogen. Hij is gespecialiseerd in Afrikaanse etnische kunst, en staat in de startblokken voor een volgende culturele expeditie. Voor hem is Vera’s leven ouwe koek, alsmaar meer van hetzelfde. Hij is bot, cynisch en neerbuigend tegen zijn zus. Maakt de ene rotopmerking na de andere, schroomt zelfs niet lullig te doen over haar slechthorendheid.

Bevrijdende dans

Carine Crutzen speelt Vera, een eenzame, onhandige vrouw. Een “overbodige veerarts”, zoals Justus het noemt, op een platteland zonder dieren, want die zijn vanwege de MKZ-crisis allemaal geruimd. Alleen achtergebleven na de dood van de ouders voor wie ze zorgde. Hunkerend naar onvervulde liefde, haar minnaar spoedt zich na gedane zaken gauw naar vrouw en kinderen. Hartverscheurend mooi is Vera, als ze op aandringen van Justus haar overall verruilt voor een avondjurk en uitbarst in een bevrijdende dans. Mark Rietman speelt de cynische Justus met zoveel vileine humor dat zijn botte opmerkingen komisch worden. De sarcastische broer is daardoor tegelijkertijd grappig en ontroerend. Zeker wanneer hij ook nog ziek blijkt en alleen bij zijn zus terecht kan voor zorg.

Lachen

~

Knap aan Raak me aan is dat het ondanks het ‘kleine’ verhaal toch vol zit met onverwachte wendingen. De titel klinkt veel looiiger en jankeriger dan het stuk is, trouwens. Er valt juist veel te lachen. Van schrijver Ger Thijs werd onlangs met een hoop kabaal een luchtige maar toch ook pretentieuze toneelbewerking van Multatuli’s Max Havelaar gelanceerd. Met terugwerkende kracht kun je stellen dat Thijs pas echt op zijn best is wanneer de pretenties overboord gaan, en vooral: wanneer de geboren Limburger dicht mag blijven bij zijn eigen ervaring. Dat deed hij eerder razend knap en grappig in Beneden de rivieren, over een zoon die de as van zijn vader verstrooid. Raak me aan staat zelfs nog een treetje hoger op de ladder van genialiteit.

Raak me aan van Het Toneel Speelt wordt gespeeld tot en met 21 mei 2005.

Theater

Het verschil tussen grappen maken en optreden

recensie: Wilko Terwijn - Stand-up 2004

Wilko Terwijn is al jaren tekstschrijver voor verschillende cabaretiers. Zo voorzag hij Javier Guzmans sinterklaasconference, Vara Laat en Raymann is laat van teksten. Toch blijkt uit zijn stand-up, die hij eind 2004 opvoerde, dat er een groot verschil is tussen het schrijven van een perfecte grap en oogsten van succes op het podium.

~

In 2003 heeft Wilko Terwijn al een stand-up gedaan die werd uitgezonden op de Amsterdamse lokale zender AT5. Dit optreden, dat ook op deze dvd staat, was zo’n succes dat de televisiezender Yorin besloot om zijn stand-up van 2004 uit te zenden op televisie. In dit optreden in het Werktheater in Amsterdam probeert Terwijn het afgelopen jaar scherp neer te zetten. Hij blijft lang stilstaan bij de moord op Theo van Gogh en weet een groot aantal scherpe en confronterende grappen te maken.

Een uur is te lang

~

Stand-up comedy is eigenlijk het moppentappen van de nieuwe generatie aan het worden. Ging het vroeger bij stand-up vooral om interactie met het publiek, op dit moment wordt er een lijst met scherpe grappen afgewerkt zodat het publiek op het juiste moment in de lach schiet. Daarvoor is een mooie set grappen nodig en iemand die ze op de juiste manier kan vertellen. Terwijn heeft zonder twijfel een leuke serie grappen, maar weet het publiek maar matig mee te krijgen. Hij weet geen extase in de zaal te krijgen en moet het doen met aarzelend applaus en af en toe een lach. Ik kan me voorstellen dat hij in een korte stand-up van een kwartier zeker tot zijn recht komt, maar een uur is voor hem duidelijk te lang.

Bonusmateriaal

Bijzonder aan de dvd is dat het bonusmateriaal even lang is als het hoofdprogramma. Naast een kwartier grappen uit het hoofdprogramma (die inderdaad ook mindere momenten van Terwijn tonen), is er een volledige stand-up uit 2003 opgenomen. Het verdient alle lof dat het materiaal dat voor de televisie-uitzending van Yorin uit het programma is gesneden op de dvd is meegenomen. Het zijn wel mindere momenten van Terwijn, maar als bonus is het zeker aardig om te zien. Hoewel de beeldkwaliteit van het optreden uit 2003 minder is, is de show sterker dan de stand-up uit 2004 en zodoende een zeer welkome aanvulling.

In opkomst

Stand-up comedy is in ons land duidelijk in opkomst. Het programma Comedy Factory is al enige tijd erg succesvol, en ook groepen als Comedy Explosion doen het erg goed. Toch lijkt Wilko Terwijn zijn publiek niet echt warm te kunnen krijgen voor zijn grappen. Dit is spijtig, omdat hij andere cabaretiers van prima grappen voorziet en al jaren met Comedy Explosion en Comedy Circuit op het podium staat. Een uur Terwijn is echter te lang om de aandacht goed vast te houden.

Kunst / Expo binnenland

Een gemankeerd paradijs

recensie: Hanco Kolk - Club Paradise

Striptekenaar Hanco Kolk timmert al jaren aan de weg met verschillende strips, zoals Gilles de Geus, S1ngle en de fotostrip Mannetje en Mannetje. In het Stripmuseum in Groningen is van deze Arnhemse stripmaker tot dit najaar de tentoonstelling Club Paradise te zien.

~

Wat meteen opvalt aan de kleine tentoonstelling zijn twee grote panorama’s die Kolk vorig jaar heeft gemaakt voor de tentoonstelling van Dante Gabriel Rossetti in het Van Gogh museum. Rossetti behoorde tot de pre-rafaelieten, een groep schilders die hun inspiratie haalde uit de middeleeuwen. Kolk heeft voor die tentoonstelling twee lange stripverhalen gemaakt over twee van Rosetti’s onderwerpen: de legende van koning Arthur en Dantes Divina Commedia. De eerste is gedrukt op een heel lang (circa drie meter) stuk geschept papier, de tweede is op plexiglas gedrukt en voor elkaar geplaatst als een soort coulissentheater. Beide panorama’s doen direct denken aan het tapijt van Bayeux. Van deze werken zijn ook een aantal schetsen te zien, maar die zijn jammer genoeg een beetje verstopt.

Club Paradise

~

Het centrale deel van de tentoonstelling is Club Paradise, een serie werken waarop naakte dames zijn te zien. Kolk heeft in olieverf, grafiek en pentekeningen een grote verscheidenheid aan gestileerde jonge juffrouwen gemaakt in een stijl die erg doet denken aan Picasso en Matisse. Van deze werken is ook een nieuw boek gemaakt. Eigenlijk had het daar ook net zo goed bij kunnen blijven, want hoewel de tekeningen wel heel grafisch zijn, dus lekker op papier uitkomen, voegt het grote formaat weinig tot niets toe. De tekeningen en vooral de grafiek zijn wel interessanter dan de schilderijen. Op een eerdere tentoonstelling van Kolk tijdens de Stripdagen in Haarlem in 2002 waren andere schilderijen te zien die wat diepere onderwerpen hadden en die wél goed uitkwamen op doek.

Geen overzicht

Wat de liefhebber van het werk van Hanco Kolk waarschijnlijk veel liever had gezien was een mooi overzicht van het oeuvre van deze tekenaar. Er zijn in dit geval wel wat originelen van Gilles de Geus en S1ngle te zien, maar die dienen voornamelijk om een kader te scheppen. Meest interessant voor de ontwikkeling naar Club Paradise zijn de tekeningen van Meccano, Kolks meest artistieke project. De tekeningen van dit verhaal zijn niet per se heel minimalistisch, maar wel heel erg duidelijk opgebouwd uit simpele vloeiende en doorlopende lijnen, die eveneens aan Picasso en Matisse doen denken.

Barokke drukte

De ‘barokke drukte’ uit Meccano is in Club Paradise losgelaten, maar maakt het werk ook minder boeiend. Ergens is het wel te begrijpen dat een overzichtstentoonstelling niet de bedoeling was (deze zou ook het best kunnen worden gerealiseerd in combinatie met het werk van Peter de Wit, met wie Kolk veel samenwerkt), maar het is wel jammer. Het publiek mist in dit geval bekend werk, en Club Paradise is niet sterk genoeg om de tentoonstelling te dragen. Als stripliefhebber kom je de tentoonstelling uit met een verlangen naar meer. Gelukkig is er dan verder genoeg te zien in het Stripmuseum, zoals de prachtige tentoonstelling van Peter Pontiac.

Het boek Club Paradise is uitgegeven door uitgeverij Oog & Blik.

Theater / Voorstelling

Spraakwaterval voor jong publiek

recensie: Myosotis (Guido Weijers)

.

~

Met veel bravoure dendert Weijers het toneel op met houseachtige muziek op de achtergrond, terwijl later blijkt dat hij meer fan was van Frizzle Sizzle. Met de muziek weet hij zijn publiek meteen voor zich te winnen, en met zijn verhalen over zijn schooltijd weet hij herkenning op te roepen, hoewel de grappen misschien te voor de hand liggend zijn en al door meer cabaretiers zijn aangehaald. Desondanks weet hij het publiek wel aan het lachen te krijgen met het omschrijven van zijn leven als brugklasoudste. Maar de sterkste kracht van Weijers ligt toch wel in het uitbeelden van dansacts, waarbij de dansers als apen worden neergezet, het benzine-tanken en zijn trefzekere persiflage van Youp van ’t Hek.

Keuzes maken

Beweeglijk is een woord dat je te binnen schiet als je de publieksprijswinnaar van het Cameretten-festival van 2000 bezig ziet. Continu is hij in beweging en ook zijn verhaal schiet als een flits aan je voorbij. Vliegensvlug springt hij over van het ene naar het andere onderwerp, met als gevolg dat niet alle grappen even sterk overkomen. Het steeds terugkerende thema is in dit programma keuzes maken en beslissingen nemen. Het gaat er daarbij om dat je alles in eigen handen houdt en je niets aantrekt van de Nederlandse samenleving. Dat je geacht wordt niet van Frans Bauer te houden als je de Volkskrant leest bijvoorbeeld. Het keuzes maken in je leven vergelijkt Weijers met touwtje springen op het schoolplein of met stappen in zee. “Je moet er voor durven gaan.” Op geniale wijze weet Weijers deze twijfel te verbeelden.

Lef

Een zeldzaam rustig moment komt als Weijers vertelt over het verlies van zijn ouders op Koninginnedag vorig jaar. “Ik kon ze nergens vinden,” grapt de cabaretier, terwijl het publiek even tot rust gemaand is en denkt dat de ouders van Weijers overleden zijn. Lef toont hij met zijn persiflage van Youp van ’t Hek. Op niet mis te verstane manier laat hij zijn collega-cabaretier weten “dat hij maar ’s moet gaan liften naar Parijs,” in plaats van andermans geluk van commentaar te voorzien. Daarbij verwijst Weijers naar voor de hand liggende thema’s als het gezamenlijk fonduen of de gang naar de IKEA. Ook kan hij het niet nalaten even te verwijzen naar Javier Guzman, als hij grapt over zijn Limburgse dialect. “Ik stop hier maar over, ik wil niet neergeslagen worden.” Uit dit soort momenten in de show van Weijers blijkt dat hij de humor en durf wel in zich draagt, waarmee hij als redelijke nieuwkomer in het Nederlandse cabaret een breder publiek voor zich kan winnen.

Vergeet mij niet

Met zijn verbeeldingskracht weet Weijers veel te bereiken en wellicht zou hij daar meer de nadruk op moeten gaan leggen. Want zijn grappen zouden hier en daar best wat scherper mogen. Misschien ook wat meer op de buitenwereld gericht dan op zijn eigen leventje. Hij heeft meer in zich dan hij nu laat zien. En misschien hoeft hij dan zijn programma ook niet meer Myosotis (Vergeet-Mij-Niet-Je) te noemen en hoeft hij geen Vergeet-mij-niet-zaadjes meer uit te delen in de jaszakken van het publiek…

Guido Weijers toert nog tot en met 13 mei 2005 door Nederland met zijn theaterprogramma Myosotis. Tot eind mei is hij tevens te zien in een improvisatievoorstelling samen met Ernst van der Pasch en Paul Smit.

Film / Films

Matrixorcist

recensie: Constantine

.

~

De wereld is het tot nog toe evenwichtige speelveld van God en de duivel met de menselijke zieltjes als inzet. Wanneer de Mammon, de zoon van de duivel, zich in deze machtsstrijd wil mengen, gaat het evenwicht verloren. John Constantine (Reeves), een kettingrokend stuk chagrijn met de bovennatuurlijke gave om de in mensenlichamen gehulde hulpjes van God en satan te spotten. Onze Matrixorcist stuurt deze linea recta terug naar de hel dan wel hemel. Wanneer de tweelingzus van politieagente Angela Dodson (Weisz) op een mysterieuze wijze zelfmoord pleegt, roept Angela de hulp in van Constantine en ze ontdekken dat deze zelfmoord een voorbode is van grotere zaken.

Duistere sfeer

Constantine is een vrij onderhoudende film. Debuterend regisseur Francis Lawrence (die videoclips voor artiesten als Britney Spears en Will Smith maakte) overdondert de kijker met visuele bombast en bij tijd en wijlen adembenemende special effects. Liefhebbers van comic-verfilmingen komen dan ook ruimschoots aan hun trekken, al zal het voor de fanatieke Hellblazer-fans wel even slikken zijn om te zien hoe hun blondgestiekelde Britse superheld wordt getransformeerd naar de matig acterende Amerikaanse Reeves. Lawrence is er redelijk in geslaagd de duistere, religieuze sfeer van Hellblazer op het celluloid te vangen.

Holle one-liners

~

Voor goed acteerwerk hoef je deze film niet te gaan zien. Weisz doet haar best maar is niet onderscheidend. Hoofdpersoon Reeves, die als voorbereiding op zijn rol met een echte exorcist meeliep, lijkt echter niet eens zijn best te doen. Zijn ééndimensionale John Constatine is een houterig en emotieloos karakter die niet veel beters te doen heeft dan holle one-liners brabbelen en roken. Veel roken. Zijn karakter lijkt nergens te leven of te overtuigen. Gelukkig zijn er voldoende grappige en interessante bijpersonages die de film boven het niveau van een niemendalletje uit weten te tillen. Vooral Peter Stormare als Satan en Bush-zanger Gavin Rossdale, die Balthasar speelt, houden de film interessant.

Lekkere film

Constantine is een film voor de liefhebber. Deze film is gemaakt voor een vrij grote doelgroep en deze mensen zullen zich zeker niet bestolen voelen na het zien van de film. In vergelijking met X-men of Hellboy is Constantine geen film die de geschiedenis in zal gaan als een van de grote comic-verfilmingen (wat met name aan Reeves te wijten is). Maar ach, je in je bioscoopstoel zakken, je hersenen op een laag standje zetten en je laten meesleuren in een lekkere film kan op zijn tijd erg aangenaam zijn.

Boeken / Non-fictie

De jonge Hans Warren

recensie: Hans Warren - Een vriend voor de schemering / Tussen Borssele en Parijs. Uit Geheim Dagboek 1945-1951

.

Wat doe je met nooit gepubliceerd werk uit het nalatenschap van een schrijver? Mag en wil je dat publiceren al heeft de auteur het tijdens zijn leven nooit gedaan? En wat is de toegevoegde waarde van een dergelijke uitgave? Het onlangs verschenen Een vriend voor de schemering is een roman die na zijn dood tussen de papieren van Hans Warren gevonden werd.

De in 2001 overleden dichter, romancier en criticus is bij velen vooral bekend door zijn Geheim Dagboek. Hierin noteerde hij vanaf 1942 (publicatie vanaf 1981) vaak zeer persoonlijke dingen, over zijn werk en over zijn liefdesleven. Vanwege zijn homoseksualiteit die hij al vroeg openlijk beschreef, was zijn werk lange tijd omstreden. De nu gepubliceerde roman, voltooid in 1951, bevat ook een flinke portie homoliefde en volgens het nawoord, geschreven door Warrens levenspartner Mario Molgegraaf, is dat ook de reden dat het boek toentertijd niet gepubliceerd is.

Feit en fictie

~

Naast Een vriend voor de schemering is ook Tussen Borssele en Parijs verschenen, een keuze uit Warrens Geheim Dagboek uit de periode 1945 – 1951. Dit is de tijd waarin de roman geschreven werd en veel in het dagboek beschreven gebeurtenissen zijn al dan niet letterlijk terug te vinden in Een vriend voor de schemering. Warren schrijft zelf in 1945 “Nu is het natuurlijk altijd moeilijk realiteit en fantasie in een kunstwerk uit elkaar te houden […]”, maar hiermee wordt het de lezer wel een stuk gemakkelijker gemaakt. Bij lezing in de verkeerde volgorde is het echter moeilijk om Een vriend voor de schemering puur als verhaal te zien, zonder het meteen te betrekken op Warrens persoonlijke leven. En dat is jammer, want het is op zich geen onaardig boek.

Zoekend

In Een vriend voor de schemering zijn alle drie de personages op zoek, op zoek naar liefde en op zoek naar een waar leven. In het eerste deel wordt beschreven hoe Wouter, een Nederlandse jonge homo, in Parijs op zoek is naar mannen, seks en zichzelf. Wanneer hij Bahri, een zich prostituerende Algerijn, ontmoet, wordt hij verliefd op hem en wil hij hem helpen. In het tweede deel brengt hij hem naar Nederland, naar het Zeeland waar hij vandaan komt. Tijdens een zwemtocht, vlak voor ze aankomen in Wouters dorp, verdrinken ze bijna. Met zijn laatste krachten sleept Bahri zich naar een groot en eenzaam huis. Hier woont Heste, een jonge weduwe met een kind van drie. Zij is een beetje wereldvreemd en eenzaam en ze neemt in het derde deel van het boek de verzorging van Bahri op zich en wordt verliefd op hem. Bahri kan echter niet aarden in het rustige, lege land.

Liefde in alle soorten

~

Een vriend voor de schemering verenigt twee tegengestelde vormen van liefde in zich. Het eerste deel dat in Parijs speelt, gaat over puur lichamelijke, zakelijke seks en lust. Romantische liefde komt er bij de prostituees niet bij kijken, maar Wouter is daarmee niet tevreden. Hij koestert een ideaalbeeld van Bahri en wil dat verwezenlijkt zien. Ook al weet hij dat Bahri op vrouwen valt en hem onherroepelijk zal verlaten. In het tweede en derde deel komt de romantische liefde wel aan de orde, maar die is nog steeds onbereikbaar. Heste’s poging die te bereiken door haar lichaam te geven is tot mislukken gedoemd.
Zodoende valt het boek eigenlijk in twee delen uiteen. Dit wordt ook weerspiegeld in de stijl. Het eerste deel is vlot en realistisch geschreven, staat vol moderne uitdrukkingen, het swingt en is ranzig. De duistere hotelkamertjes waar de homoseks bedreven wordt, verrijzen voor het oog van de lezer en de Franse en Arabische talen vliegen je om de oren. Het tweede en derde deel van het boek zijn veel rustiger, het bevat uitgebreide beschrijvingen van het huis, de tuin en de zee. Warren neemt zijn tijd voor romantiek.
De romantiek zit hem ook in het feit dat Wouter en Heste allebei hun droomversie van Bahri hebben. Bahri’s gedachten hebben echter met hen weinig te maken. En zo ontstaat er een boeiend portret van drie mensen met hun eigen levenswijzen en dromen, wier leven even aan elkaar raakt. Maar uiteindelijk slaat de realiteit toe en moet ieder zijn eigen weg gaan.

Schandaal?

In 1952 werd Een vriend voor de schemering door verschillende uitgevers geweigerd vanwege het uitgesproken homoseksuele karakter. Warren heeft het toen teruggetrokken en wilde het nooit meer publiceren. Nu dat alsnog gebeurd is, wekt het geen schandaal meer op. Wij zijn inmiddels wel aan meer gewend dan een literaire beschrijving van homoseks. Wat overblijft is een aardig boek over jonge mensen op zoek naar liefde en een goed leven.
Voor de fans van Hans Warren zal deze uitgave meer waarde hebben. Zeker met het Geheim Dagboek ernaast kunnen ze zich verdiepen in het leven en werk van hun geliefde schrijver. Dan zal ook duidelijk worden dat het schrijven van Een vriend voor de schemering voor Warren mede een verwerking van zijn eigen ervaringen in Parijs was, en een afscheid van zijn niet lang daarvoor overleden moeder. Deze kennis maakt het boek niet beter, of begrijpelijker, maar geeft het wel een extra dimensie.

Voor meer over Hans Warren: zie ook het onlangs verschenen boek van Mario Molegraaf, Het wekkertje van 23.34 (Uitgeverij Balans) over zijn leven met Hans Warren.

Theater / Voorstelling

Spelletjes in de wolken

recensie: Offertorium (ZT Hollandia)

Wodan en Edda leven als goden in hun torenflat hoog in de wolken. Op een verentapijt, met een verantwoord bankstel en een aangename hoeveelheid drank binnen handbereik. De sky is the limit. Ze leven schijnbaar zonder enig gebrek of lastige scrupule. Na een avondje theater nemen ze een jonge figurant Eddie mee naar huis voor een verzetje. Een spelletje. Voor het uitleven van hun fantasieën.

~

Maar het avontuurtje in Offertorium verloopt niet vlekkeloos, hoewel iedereen zijn best doet om zijn rol met verve te vervullen. Want waaruit bestaan die fantasieën nou eigenlijk precies? Waar stopt het spel en begint de werkelijkheid? En hoeveel zal de liefde van Wodan en Edda kunnen verdragen? Er worden snel wat eieren gekookt, er wordt een ander pakje aangetrokken en er wordt nog maar eens ingeschonken. Er wordt getierd, gefleemd, geveinsd en als dan ook nog een passerende heilsoldate het woord van God komt brengen en zich bij het trio voegt, lijkt het einde zoek.

Spelletjes

~

Alle perverse fantasieën komen schaamteloos uit de kast: een triootje, homoseksualiteit, negers, uniformen, incest, sadomasochisme, om er maar eens wat te noemen. Edda haalt zelfs haar trouwjurk weer voor de dag. Maar eigenlijk gebeurt er niets, de verlangens worden niet vervuld en leiden nergens heen. Niemand vindt houvast. Iedereen wil wel iets, maar iedereen gelooft iets anders. Niemand komt er schijnbaar tot elkaar, of tot zichzelf. Er is geen erotiek. Dat kan best tragisch en vermoeiend worden, maar het wordt verassend licht en komisch opgediend. De humor is zwartgallig, maar ook heel fijntjes en gevat.

Rollen

Pierre Bokma kan haast alles, ook moeiteloos een podium vullen als de onuitstaanbaar verwende driftkikker Wodan. Elsie de Brauw geeft hem als Edda prima tegenspel, ze manipuleert en manoeuvreert doortrapt maar toch met stijl. Aus Greidanus jr. speelt overtuigend de gelaten Eddie en voegt zich moeiteloos naar ieders wensen. Maar je hart wordt gestolen door een geweldige Frieda Pittoors als de lieve heilsoldate Riet in Luilekkerland. Ze zet de overtuigde dienares van God heel uitnodigend en ontroerend neer. De personages spelen steeds een ander spelletje, in wisselende combinaties, eindeloos in aantal als in een pornografische fantasie. Maar altijd blijven de acteurs overtuigen, en dat is knap.

Symboliek

“Goden doen aan sekstoerisme,” zei Arnon Grunberg ooit, en daar lijkt het hier ook wel verdacht veel op. De hedonistische Wodan en Edda, meesters van het universum. De gelovige Riet en mensenzoon Eddie, eerst als speeltjes van de goden, later als een aandoenlijke piëta. Zelfs de kerstboom is aanwezig: heidens van origine, maar ingelijfd in de christelijke symboliek. Het offer waarnaar de titel verwijst vormt de climax van het stuk en laat veel vragen achter. Wie heeft er nu gezegevierd?

Knipoog

Offertorium is geen zware voorstelling, wat titel en thematiek misschien wel doen vermoeden. Maar ook niet enkel een komedie, met lol om schuine mopjes, hoewel de setting soms doet denken aan het Theater van de Lach. Het is eerder een knipoog, een intelligente, raadselachtige ironische knipoog zoals regisseur Gerardjan Rijnders ze zo graag uit mag delen. Een knipoog naar het huwelijk, naar ons hedendaags hedonisme, naar de reality-soaps, de pornografie, de religie, de fantasie. Naar alles waar wij mensen nou eenmaal zo heel graag in geloven. En misschien blijft er dan een milde glimlach over voor de liefde.

Offertorium is nog te zien tot en met 23 april 2005.