Muziek / Album

Bubblegumwave

recensie: Editors - The Back Room

Begin dit jaar wist het uit Birmingham afkomstige Editors in de schaduw van de Kaiser Chiefs al de nodige indruk te maken op het Amsterdamse London Calling festival. Op dat moment was hun debuutalbum nog niet verschenen. Het toonaangevende Britse NME magazine sprak onlangs lovend over The Back Room. Met name de huidige single Munich kon rekenen op veel sympathie: “Munich packs more urgency, passion, hooks and power into its short life than many bands manage over a whole album.” Relativeringsvermogen is bladen als Q en NME over het algemeen vreemd, maar in dit geval hebben die verdraaide Engelsen het misschien toch bij het juiste eind. Ook onze eigen OOR oordeelde inmiddels in superlatieven. Voor 8WEEKLY de hoogste tijd om The Back Room aan een luistertest te onderwerpen.

~

Net als het gros van de hedendaagse new wave/postpunk bands lijken Editors – bestaande uit zanger/gitarist Tom Smith, gitarist Chris Urbanowisz, bassist Russel Leetch en drummer Ed Lay – vooral te zijn geïnspireerd door de jaren ’80 new wave van Joy Division, The Chameleons, Echo and The Bunnymen en The Smiths, terwijl ook popiconen als U2 en REM en een jonge band als Elbow (Fall) doorklinken. Des te opmerkelijker dat Smith recent in een interview met OOR heeft verklaard niet zo veel te hebben met Joy Division en Echo and The Bunnymen. Nadat ik The Back Room een aantal keren heb beluisterd, geloof ik er geen donder meer van! De galmende gitaren doen mij vooral denken aan U2 (Bullets) en geestverwant Interpol – wiens muziek toch beslist iets meer diepgang heeft -, terwijl Tom Smiths monotone bariton Joy Division frontman/beroepspessimist Ian Curtis in herinnering roept. Gelukkig komt REM-zanger Michael Stipe af en toe langs (Lights) om te zien of er niet te veel wordt gezwolgen in ellende. Tekstueel gezien blijft Smith behoorlijk op de vlakte. Zijn schrijfstijl is vrij klinisch en laat weinig ruimte voor emotie. Daardoor krijg je maar moeilijk een idee waarover hij precies verhaalt.

Zwaar overtrokken

Ondanks de prima referentiebronnen klinkt The Back Room toch wat eentonig. De urgency waar NME het over heeft, haal ik er niet uit. Daarvoor mikt The Back Room naar mijn gevoel te veel op een jong poppubliek. De duistere sfeer van weleer lijkt te zijn verworden tot marketinginstrument. Als kind van de jaren tachtig stuit dat mij tegen de borst! De term ‘bubblegumwave‘ zou de lading uitstekend dekken. Slechts een handjevol songs weet daadwerkelijk te bekoren (Munich, Blood, All Sparks en Bullets). De rest is albumvulling. Wat mij betreft is de hype zwaar overtrokken.

Boeken

Toegewijde biograaf

recensie: Tom Mes - Iron Man: the cinema of Shinya Tsukamoto

Tot voor kort waren er over Aziatische films alleen ijverig samengestelde, maar hulpeloos geschreven werkjes van fans van Oosterse genrefilms óf ontoegankelijke wetenschappelijke studies beschikbaar. Nu de Aziatische cinema bij het grote publiek en de critici aan populariteit heeft gewonnen, is er wat meer ruimte voor nuance tussen vakliteratuur en lectuur. Tom Mes, een Nederlandse auteur, heeft eigenhandig een studie van de baanbrekende regisseur Shinya Tsukamoto (onder andere Tetsuo, Gemini, A Snake of June) samengesteld. Het boek is even prettig leesbaar als informatief geworden. Als eerste en voorlopig enig westerse boek over de cultfilmer is het bovendien een uiterst waardevolle bron van informatie, aangevuld met een schat aan fotomateriaal.

~

Iron Man is opgedeeld in drie delen: een biografisch hoofdstuk, een lijvig hoofdstuk over iedere film die Tsukamoto regisseerde, en een aantal korte hoofdstukken over zijn acteerprestaties. De biografie legt de nadruk op de filmexperimenten uit Tsukamoto’s tienerjaren, zijn vroege korte films en zijn werk in obscure theaterproducties. Het filmgedeelte bevat een uitputtend deel over de totstandkoming en receptie van iedere film, een droge analyse van de vorm en inhoud, en een kort commentaar van de regisseur zelf.

Biografie

Het biografische deel is uiterst interessant en geeft een zeer waardevol inzicht in Tsukamoto’s motieven en thema’s. De filmanalyses uit het tweede deel zijn degelijk, terwijl de inleiding bij iedere film de meest waardevolle bron van informatie vormt. Tsukamoto’s biografie geldt daarin als rode draad: iedere film wordt niet alleen in de het kader van de Japanse cinema geplaatst, maar ook in de context van in zijn persoonlijke leven. Tsukamoto’s eigen korte commentaar op zijn films klinkt interessanter dan het is en vormt in feite een nutteloze toevoeging, temeer omdat Mes Tsukamoto in de rest van het boek al zoveel laat vertellen. De laatste hoofdstukken, ofwel het derde deel, en het nawoord vormen een redelijke afsluiting met relevant feitenmateriaal.

Gaandeweg wordt wel duidelijk hoe belangrijk Tsukamoto’s oeuvre is geweest voor het gezicht van de ‘alternatieve’ Japanse film in het buitenland, en hoe bijzonder zijn positie als onafhankelijk filmmaker is. Desondanks moet Tsukamoto nog steeds bijklussen als voice-over voor TV en radio om zijn films te kunnen financieren, en behoudt hij slechts met de grootst mogelijke moeite alle controle over zijn films. Het was al bekend dat die films stuk voor stuk bijzonder zijn (zelfs het verguisde Hiruko the Goblin), een van de de verdiensten van Mes bestaat er echter uit dat hij nog even haarfijn uitlegt waarom ze dit zijn. Iron Man is het eerste boek dat buiten Azië over Tsukamoto verschenen is. Alleen al om die reden is het boek waardevol als primaire bron van informatie over deze eigenzinnige filmauteur.

Curieus boek

Een ander voordeel van Iron Man is dat Mes vrijelijk over alle relevante informatie kon beschikken: Tsukamoto zelf heeft de schrijver voorzien van veel openhartige autobiografische en zelfreflecterende informatie, en bovendien van persoonlijk beeldmateriaal (variërend van jeugdkiekjes tot setfoto’s). Dit maakt van Iron Man een curieus boek: enerzijds is het een compleet naslagwerk en een beschouwende studie (Mes laat zich bijna nergens tot kritiek verleiden), anderzijds een persoonlijke en filmische biografie. Wonderlijk genoeg werkt deze combinatie meestal uitstekend: Mes weet het midden te houden tussen een droge, academische studie en een intieme biografie, en schreef een boek dat niet alleen alles omvat dat iemand over de Japanse regisseur te weten zou willen komen, maar dat ook zeer uitgebreide achtergrondinformatie biedt. Deze is niet alleen van de regisseur zelf afkomstig, maar ook van zijn broer, van een aantal productiemedewerkers en van enkele acteurs die stuk voor stuk uitgebreid aan het woord komen.

~

Obsessief

De Nederlander Tom Mes heeft zich in betrekkelijk korte tijd ontwikkeld tot een autoriteit op het gebied van (moderne) Japanse cinema. Hij beheert de uitstekende website Midnight Eye, en schrijft sinds een paar jaar lijvige boekwerken over kopstukken van de hedendaagse Japanse filmwereld. Zijn vorige boek, Agitator: the cinema of Takashi Miike, was een uitputtende studie van Miikes enorme filmcorpus. Shinya Tsukamoto’s oeuvre is echter veel kleiner (de man maakte naast het beruchte Tetsuo-tweeluik slechts zes films, waarvan Vital het laatste wapenfeit is), zodat Iron Man een lichter te verteren boekwerk werd. De acht films lenen zich beter voor thematische vergelijkingen en komen de overzichtelijkheid van het boek alleen maar ten goede.

Mes is wederom obsessief wat betreft details en feitjes, maar over het algemeen vermindert dat de leesbaarheid van het boek nauwelijks. Soms wijdt hij teveel uit en had informatie beter in het notenapparaat opgenomen kunnen worden, maar zijn monnikenwerk is ook een aspect dat Iron Man tot zo’n waardevol boek maakt. De auteur toont bovendien, net als in zijn vorige boek, een imposante hoeveelheid inzicht en kennis: iedere film wordt op heldere en overtuigende wijze in de juiste context geplaatst en thematisch onderzocht. Een auteur die eigenhandig meer informatie over zijn onderwerp had kunnen vergaren is niet denkbaar. Kleine kanttekeningen kunnen geplaatst worden bij de (amateuristische) vormgeving die soms afbreuk doet aan het uitstekende en omvangrijke beeldmateriaal, en bij een zinloos voorwoord van de hand van Miike Takashi. De ons-kent-ons-indruk van de filmmakers enerzijds en de auteur anderzijds wordt daardoor versterkt, wat het boek niet ten goede komt. Ondanks zulke minpuntjes had Tsukamoto zich geen betere en meer toegewijde biograaf en commentator kunnen wensen.

Iron man is rechtstreeks te bestellen bij FAB press.

Boeken / Fictie

Harry Potter voor insiders

recensie: Harry Potter and the Half-Blood Prince/ Harry Potter en de halfbloed prins

De officiële uitreiking van de nieuwe Harry Potter vond plaats in het kasteel van Edinburgh. Een select groepje kinderen en de enthousiaste beheerders van de twee meest succesvolle fansites ontvingen, klokslag middernacht, het boek uit handen van J.K. Rowling zelf. Overal ter wereld konden gewone stervelingen het boek op datzelfde tijdstip aanschaffen, zodat ze er die nacht direct in konden beginnen.

In de vroege uurtjes, na een nacht stug doorlezen, mochten de volwassenen de schrijfster interviewen. Ze vroegen haar of ze na boek 7 nog een boek over Harry Potter zou schrijven:

The most likely thing, I’ve said this a few times before, would be an encyclopaedia in which I could have fun with the minor characters and I could give the definitive biography of all the characters.

J.K. Rowling heeft thuis namelijk dozen vol background story, met onder andere de favoriete kleuren van de hoofdpersonen en de vorm van Rons patronus: een Jack Russell.

Niet alleen voor fanatici

~

Zo’n encyclopedie is niet alleen leuk voor fanatici, hij is inmiddels wel haast noodzakelijk om het verhaal te kunnen blijven volgen. J.K. Rowling neemt aan dat haar lezers de toverwereld nu wel goed genoeg kennen om het zonder uitleg te kunnen stellen. Twee jaar is echter een lange tijd om een Profetie woord voor woord te onthouden, laat staan de vertakkingen van Sirius’ stamboom of de precieze werking van het pensieve! Het valt daarom aan te raden eerst boek 5 nog een keer te lezen, voordat je aan boek 6 begint.

Fudge

Desondanks leest Harry Potter and the Half-Blood Prince snel weg. Het is vlot en beeldend geschreven, waardoor het verhaal zich voor je ogen afspeelt. Dit geldt zeker voor de openingsscène op Nr. 10 Downing Street, waar de Engelse Prime Minister en Minister for Magic, Cornelius Fudge, overleg plegen. In de vorige boeken is Fudge (niet alleen het Engelse woord voor toffee, maar ook een werkwoord dat betekent ‘vaag, onduidelijk en onhandig bezig zijn’) neergezet als een typische bazige bureaucraat. Hier blijkt dat de Muggle Minister niet veel beter is, want: ‘It was precisely this sort of behaviour that made him dislike Fudge’s visits so much. He was, after all, the Prime Minister, and did not appreciate being made to feel like an ignorant schoolboy.’

Terroristisch gevaar

Het probleem is echter zo groot dat beide Ministers over hun ego moeten stappen, want Voldemorts activiteiten zijn niet meer te verbergen voor de Muggle-wereld. De problemen in de wereld van Harry Potter doen denken aan het huidige, terroristische gevaar. J.K. Rowling was oorspronkelijk van plan op het kasteel in Edinburgh het eerste hoofdstuk voor te lezen, maar na de aanslagen van 7 juli in Londen, vond ze een verhaal over een massale Muggle-moord ongepast. In plaats daarvan las ze Harry’s bezoek aan de grappenwinkel van Fred en George Weasley voor, misschien wel het beste (en zeker het inventiefste) hoofdstuk van het hele boek.

Post 9/11?

Dit is echter geen Harry Potter post-9/11. J.K. Rowling heeft eerst het hele plot van de serie bedacht en is daarna pas gaan schrijven. Dit is ook duidelijk te merken in de ontwikkeling van de boeken. Langzaam maar zeker wordt er toegewerkt naar een climax, en worden alle puzzelstukjes in stelling gebracht om in boek 7 naadloos op hun plek te vallen. Nadat in de vorige boeken Harry’s leven uit de doeken werd gedaan, pluizen hij en Dumbledore in deze aflevering het verleden van Voldemort uit. Zij hopen hier de sleutel tot zijn ondergang te vinden.

Tijd voor het eindspel

Boek 6 en 7, heeft Rowling al eens laten vallen, vormen sámen het sluitstuk van de serie. Dat is te merken. Harry Potter and the Half-Blood Prince is niet de spannendste Harry Potter, maar is wel een noodzakelijk onderdeel in de compositie. Nog één keer wordt alles op een rijtje gezet, nog één keer gaat Harry naar Hogwarts om daar te leren wat hij zal moeten weten om zijn – zelfgekozen – lot te vervullen. De informatiedichtheid is hoog, maar gelukkig wordt dat afgewisseld met romantische interludes, goede Fred en George grappen en de allerlaatste Quidditch-wedstrijd. Alle kaarten liggen nu op tafel, het is tijd voor het echte eindspel: boek 7.

De Nederlandse vertaling van Harry Potter and the Half-Blood Prince (Harry Potter en de halfbloed prins) is op 19 november bij uitgeverij De Harmonie verschenen.

J.K. Rowling • Harry Potter and the Half-Blood Prince • Uitgever: Bloomsbury (import: Penguin Benelux) • Prijs: € 22,50 (gebonden) • 607 bladzijden • ISBN 0747581088

Nederlandse vertaling: J.K. Rowling • Harry Potter en de halfbloed prins • Vertaling: Wiebe Buddingh • Uitgever: De Harmonie • Prijs € 19,50 (paperback) • 528 bladzijden • ISBN 9061697662

Theater / Achtergrond
special: Verslag van de Parade in Amsterdam 2005

Nog meer verleidingen en verrassingen

De tenten zijn afgebroken, er wordt niet meer verleid en de prijzen zijn uitgereikt: de jubilerende Parade is ten einde. De Mus, de prijs voor de beste Paradevoorstelling van de zomer, ging naar Wortal Combat II van PIPS:lab (zie recensie hieronder). De makers van de Synestheseur ontvingen de prijs voor de beste (voor)parade voor hun voorstelling Freak, die wij in Rotterdam zagen. Dan was er ook nog de publieksprijs van de Volkskrant, de Veer, die gewonnen is door De Levende Jukebox (zie voor recensie hieronder).

~

De organisatie van de Parade sprak van een “droomstart” in Rotterdam. Daarna waren Den Haag, Utrecht en Amsterdam aan de beurt. Het mooie weer zorgde er in de eerste weken voor dat veel mensen de weg naar het festival wisten te vinden. Maar in Amsterdam, waar doorgaans de meeste bezoekers komen, gooide het regenachtige weer roet in het eten. Hoewel het op sommige dagen nog best druk was op het terrein, bleef het bezoekersaantal flink achter bij eerdere edities. De Parade heeft deze zomer in totaal 228.00 bezoekers getrokken. Dat zijn er 19.000 minder dan vorig jaar, toen ook al veel minder mensen dan de jaren daarvoor kwamen opdagen. Desondanks was het een zeer geslaagde Parade met een heel divers en uitdagend programma.

Lees hieronder wat 8WEEKLY vond van de voorstellingen die we in Amsterdam zagen.

13 augustus

Net als gisteravond is het weer lekker druk en gezellig op de Parade. We hebben de fietsen nu geparkeerd op een herkenbare plek. Het zal me niet meer gebeuren dat ik een halfuur kwijt ben aan zoeken, vervolgens mijn fiets over die van honderd anderen moet tillen, en dan ook nog een scooter raak die zijn alarm laat schallen.

Transformers i.s.m. Eefje Benning – Kauw

Foto: Arthur Ivens.
Foto: Arthur Ivens.

“Een voorstelling met kleuren, geuren en live muziek,” belooft een jongen het publiek voor de tent van Kauw. Aan de zijkant op een podiumpje staan twee meisjes, een maakt abstracte bewegingen, de ander speelt saxofoon. Binnen is het aardedonker, op twee rode lampen na, en het ruikt naar kruidnagel en kaneel. Kauw is een voorstelling over de bekende zwarte vogel. Drie meisjes maken nestjes, fladderen rond, badderen, en zoeken stokjes. En er wordt weer een stuk saxofoonmuziek gespeeld. De goedlopende beelden hebben een rustige invloed. Maar wat we nu leren over een kauw is niet duidelijk. We zien een kauw met een spiegel, en een badderende kauw die pantysokjes uit een soort pijnboom trekt en daar schaduwdieren mee maakt op de muur. Moeten we daar een griezelig gevoel van krijgen? Moeten we denken aan een soort roofvogel die glinsterende dingen pikt en die graag in de buurt is van slangen en pijnbomen? Het is dat het stuk niet lang duurt, zodat kleuren, geuren en live muziek nog net lang genoeg blijven intrigeren, want een verhaal wordt niet verteld. (Sylvia Boonen)

Orkater – De Geräuschmacher

Foto: Ben van Duin.
Foto: Ben van Duin.

Wat een vreemde naam denk je steeds, Geräuschmacher. Is het een herrieschopper, een lawaaimaker? Ook in het begin van het stuk vraag je je nog steeds af waar het heen moet met deze titel en het stuk. Twee (erg leuke) mannen repeteren de muziek en tekst van een film. De één kaffert de ander steeds uit, wat een bekend principe is als het om twee heren gaat. Ik hoop dat het niet de hele tijd zo doorgaat. Maar de muziek klinkt lekker, een drum en een basgitaar spelen jazz. Dan komt daar nummer drie het toneel op: de Geräuschmacher. En alles rolt uit en valt op z’n plek. De twee heren maken muziek, de Geräuschmacher levert geluiden, en de beamer achter het toneel vertoont de bijbehorende film. Grappig om te zien hoe filmgeluiden kunnen worden gemaakt! Erg komisch is het moment waarop de geluidman uit zijn slof schiet, als gevolg van het gekaffer van de bassist. Hij levert een tirade in half Frans, half Italiaans, en met zijn korte lijf en vierkante snorretje doet hij als driftkikker denken aan Hitler in Der Untergang, aldus mijn gezel. Misschien moet dit ons naar die tijd verwijzen, omdat de overgang van stomme film naar geluidsfilm halverwege het interbellum plaatsvond. Hoe dan ook, de perfect uitgevoerde voorstelling die Beppie Costa, Eddie B. Wahr en Kees van der Vooren tien jaar geleden ook vertoonden, is erg vermakelijk en eindigt met een knaller. (Sylvia Boonen)

12 augustus

Donderdagavond, eindelijk weer lekker druk op de Parade! Het weer is prima, en dan is het toch een leuke plek hoor, met rond het park die topzware, groene bomen in de blauwe schemer; het kleine stukje Amsterdamse skyline erachter… Vanuit de schrijverstoren kun je ook nog mooi op het publiek uitkijken. ‘Wil ik het licht uit / tast jij toe / val ik in stukken,’ praat de stem van dichteres Vrouwkje Tuinman door een koptelefoon je oor in. De mens en zijn spelen, ook hier in deze schemer valt hij over je heen.

Tafel 9 – Losbijten

Foto: Dorinde de Tempe
Foto: Dorinde de Tempe.

Losbijten is een goede titel voor deze tapdansshow. Bijten impliceert zowel intimiteit als agressie. Dit paar daagt elkaar steeds uit, met sprongen naar elkaar toe en van elkaar weg, en opschrikkende klappen en prevelende woorden richting gezicht. Het lichaam van de één draait rond dat van de ander, en omgekeerd. Maar beide lichamen willen hun individualiteit niet verliezen. Op een toenadering moet een afwijzing volgen. Het aantrekken en afstoten biedt natuurlijk spanning en hartstocht, en is een bron van de meest bijzondere bewegingen. De tappers zijn ritmisch en met name de vrouw is mimisch sterk. Toch had het theatrale in deze show wel wat dikker mogen worden aangezet. Denk je bij een dansend paar niet altijd al aan verleidingspogingen en de spanning van het wel of niet slagen daarvan? Misschien had Tafel 9, net als Lieber Gorilla (ook op de Parade) attributen moeten gebruiken, of een grapje moeten uithalen. Nu blijft het toch vooral voetenwerk, al is het sterk voetenwerk. (Sylvia Boonen)

Bellevue Theaterproducties en Via Rudolphi – Blöd

Foto: Ben van Duin
Foto: Ben van Duin.

Deze voorstelling gaat over theater. De vijf actrices spelen leden van een koor in het theater, die terugblikken op hun ervaring bij een stuk van een Duitse regisseur. Sinds Griekse tragedies staat er een koor vooraan of onder het podium, dat gepaste geluiden en beschouwende opmerkingen maakt bij situaties in het verhaal. Tegenwoordig worden deze mensen verbannen naar een hoek of een andere onzichtbare plek. Maar goed, dit moet je als bezoeker wel weten, en al staat er buiten de tent een bord met wat informatie, er is overal zoveel te zien op het buitenterrein van de Parade dat het slecht opvalt. Een korte samenvatting van de tragiek van een koor aan het begin van het stuk was daarom handig geweest. De actrices van Via Rodolphi en Bellevue Theaterproducties zijn goed te verstaan, spelen met overgave en zingen en spreken perfect in de maat. Zo hoort het precies in zo’n koor. De zelfspot en onderlinge betrokkenheid die in de aankondiging van Blöd op de Paradesite worden genoemd zijn er, maar regisseur Gerardjan Rijnders had de vrouwen best wel iets meer met elkaar mogen laten lachen. De anekdote bijvoorbeeld hoe ze met hun maskers op, tijdens het Duitse stuk hun Fisherman’s Friends naar binnen wisten te werken, daarover hadden ze toch ook kunnen gieren van het lachen? Of ze hadden de regisseur een poets moeten bakken, destijds. Alleen maar blöd is ook maar zo blöd. (Sylvia Boonen)

11 augustus

Vandaag 8 Paradevragen aan barmedewerker Jurgen Boonen:

1. Wat doe je hier?

“Ik ben horecamedewerker en sta in de brandtoren, ook wel de schrijverstoren genoemd. Elke avond dragen schrijvers hier voor uit eigen werk.”

2. Waarom werk je op de Parade?

“Drie jaar geleden kwam ik voor het eerst op de Parade en sindsdien kom ik er elk jaar. De sfeer is aangenaam. Om daarvan te genieten en er ook nog wat aan over te houden leek me dit een goed idee.”

3. Hoe is de sfeer?
“Nu het weer zo tegenvalt is de sfeer niet optimaal, maar het blijft leuk. De meeste bezoekers zijn jong en zitten goed in hun portemonnee. Ze paraderen in mooie kleren en zijn niet bang om te uit te geven. Dat is maar beter ook, want de drank wordt hier duur betaald. Maar behalve die jonge rijken, zijn er ook ouderen en gezinnen. Het is de gemêleerdheid die de Parade maakt.”

4. Heb je zelf voorstellingen kunnen zien?
“Ja! De band loopt 42 van Orkater, Nog meer rottigheid van Van Roozendaal en de zijnen, Heute noch, verdomme! van Het Paleis voor Volksvlijt, Blondie van Ellen ten Damme en verder Spinvis en Hugo Borst in de Schrijverstoren.”

5. En?
“Ja, Orkater vond ik geweldig, het format was super. De drie acteurs deden drie a vier typetjes per man, en bespeelden ook nog eens minimaal vier instrumenten. Technisch was het stuk perfect. De optredens klonken als een klok en het beeldmateriaal, dat via een beamer werd geprojecteerd, sloot er naadloos op aan. Zelfs een plotselinge misstap door een van de acteurs bleek ingestudeerd te zijn.”
“Ook Nog meer rottigheid was goed. In plaats van ‘binnen veertig minuten de glimlach van mijn gezicht’, zoals bij Nog meer rottigheid in de vooraankondiging wordt beloofd, voelde ik vanaf vijf minuten na aanvang mijn glimlach opkomen, en die ging niet meer weg. Zelfs met een onderwerp als ‘de dood’ weten de drie heren mooi om te gaan.”
Blondie was ook een spetterende show. Als Ellen ten Damme met het nummer Atomic zou zijn begonnen was er niets op haar optreden aan te merken geweest. Nu viel ze hiermee, letterlijk, ietwat uit de toon.”
Heute noch verdomme! viel, na een positieve recensie in de NRC, nogal tegen. Hier was het format, via een televisieshow aan een spermadonor komen, nogal gekunsteld, en de hoofdrolspeelster was schreeuwerig.”

6. Komt de inwendige mens nog een beetje aan zijn trekken bij de Parade?
“Zeker wel. Met mijn etensbonnen ben ik al bij Lust, Zazoou en La Trana geweest. Vooral Lust is een aanrader. Heerlijke pasta’s en ik zag een goede vis. Bij Zazoou stel je alles zelf samen. Basis is rijst, met de keuze uit saté, vis in zoetzure saus en rundvleesmarinade. La Trana is wat duur, maar ook goed. En de klassieke burito’s natuurlijk, in de buurt van Hendrik Jan de Stuntman.”

7. Zeg, die schrijverstoren, jouw stekkie, da’s natuurlijk geen theater. Lopen daar nog wel wat mensen naar boven?
“Nou het valt een beetje tegen. Dat heeft misschien te maken met die 3,50 euro entree. Voor een schrijversvoordracht van 20 minuten is dat nogal duur. Een symbolische euro was beter geweest. En omdat het publiek een koptelefoon opkrijgt, is het voor de mensen die er een biertje komen drinken een beetje vreemd, die zitten als het ware geÏsoleerd. Verder is het een open toren waar de wind goed doorheen waait. Zonder de zon is het er nogal guur toeven.”

8. Nog iets te melden?
“Zeker wil ik noemen de voorparade van Synestheseur, waar ik vanonder de toren gezellig op uitkijk. De vrouw met de baard en de man met vier benen geven shows weg nog voordat je ze bezoekt. Dat is te gek, je hebt echt een goede binnenkomer. En de zweefmolen en de poffertjes natuurlijk, die zijn onontbeerlijk voor het Ware Paradegevoel.” (Sylvia Boonen)

10 augustus

Dit jaar zijn de weergoden helemaal niet begaan met de Parade. Rillend van de kou zitten de bezoekers op de verschillende terrasjes dicht tegen elkaar aan of verstopt onder warme truien en jassen. Het lijkt herfst. De die-hards die komen, komen puur voor de voorstellingen en niet voor de flessen rosé.

Vrienden van de dansmuziek – Blokjes kaas met mosterdgas

Foto: Joris van den Ende.
Foto: Joris van den Ende.

Wat is een typische Paradevoorstelling? Het stuk Blokjes kaas met mosterdgas duidelijk niet. Het is niet oppervlakkig, niet alleen maar lollig, en het gaat dieper dan de andere voorstellingen op het terrein. Het zet je zelfs aan tot nadenken. Want wat weet onze generatie nou van de Eerste Wereldoorlog? De vier heren en een dame van theatergezelschap Vrienden van de dansmuziek zoeken naar de mens achter de soldaten in die oorlog. Wat zijn hun drijfveren, hoe houden ze moed? De soms dieptreurige monologen worden door de cast afgewisseld met gevoelige zang. Het vijftal betrekt het publiek bij hun gedachten, hun overpeinzingen en zelfs bij de weersomstandigheden op het slagveld, want als zij in de regen moeten vechten wordt het publiek ook nat. Je volgt de soldaten vanaf het moment dat ze zich aanmelden in hun ‘land van herkomst’, tijdens het het vieren van kerstmis op het slagveld samen met de vijand, tot op het moment dat ze weer afzwaaien. En dan is het stil. Stil in hun oren en in hun hoofd. (Mariëlla Pichotte)

V.I.G. – Hypoklisma

~

Dat een bekende naam niet automatisch garant staat voor een goede voorstelling, blijkt wel uit Hypoklisma. Op sommige momenten lijkt het zelfs alsof ik naar een slechte dansvoorstelling aan het kijken ben. Raymi Sambo (Cosmic Theater, All Stars) heeft toch al het nodige op zijn naam staan, en Barry Emond (Alba Theaterhuis) is ook geen onbekende, maar zij kunnen het stuk niet redden. De voorstelling draait om een autochtoon en een asielzoeker die bij wijze van experiment bij elkaar in een cel worden gezet. Integreren is de bedoeling. Elkaar tolereren hun eindopdracht. Een actueel onderwerp waar het duo weinig uit heeft weten te halen. Het stuk kabbelt voort zonder hoogtepunt of verrassing. Zelfs de vechtscène tussen het duo is leeg. De geluidseffecten moesten het iets extra’s geven, maar hiervoor hadden ze beter een goede beatboxer kunnen vragen. Nu lopen geluid en actie soms niet synchroon. Van een conflict verwacht je dat de vlammen er vanaf spatten, maar zelfs een klein vonkje licht er niet op. Hypoklisma dooft net als een nachtkaars, langzaam. (Mariëlla Pichotte)

9 augustus

Hulde aan de paradepotten! Chemische Dixieboxen, bemodderd toiletpapier uitgerold op de grond en een minimum aan wc’s? Niets van dat alles is waar voor een Paradelatrine. Het is een feest om te mogen toiletteren in de grote schone hokken, die onder toeziend oog van frisse Glorixmeisjes staan. En dat je daarna in het juiste licht een blik in de spiegel kan werpen terwijl je je handen wast met zeep van Dove is voor een festival een zege. En dat ook nog gratis en voor niets.

Circus Wonder – De Man Die Weet

De man die door zijn ogen ademt, foto: Henry Krul
De man die door zijn ogen ademt, foto: Henry Krul

De Man Die Weet is ongetwijfeld de Paradevoorstelling met de grootste omloopssnelheid. Zijn andere shows doorgaans drie keer per avond te zien, bij Circus Wonder (ook te zien geweest op de Parade met De man die door zijn ogen ademt) kun je om het kwartier terecht, tot ’s avonds laat. Het is typisch een geval van hoort-zegt-het-voort, want wie naar binnen is geweest, moet zijn beleving kwijt. Dit moet je zelf meemaken, dit moet je met je eigen ogen zien. In de tent zit Rob, een Forrest Gump-achtige verschijning, in een autistisch houding op een witte stoel. Zijn ‘broeder’ laat een zwarte fleecesjaal door het publiek gaan waarmee Rob geblinddoekt zal worden. Iedereen mag checken of de sjaal wel lichtdicht is. Vervolgens word je gevraagd een voorwerp van jezelf voor je te houden. En geloof het of niet, Rob weet geblinddoekt en wel wat de presentator uit het publiek pakt. En dit zijn echt niet alleen aanstekers en pennen, ook paspoorten met naam en geboortedatum en bankbiljetten met serienummer en al worden moeiteloos door Rob omschreven. Natuurlijk is het gewoon een (niet te ontrafelen) truc, maar wel een verbazingwekkende. Perfect als je tussen twee voorstellingen even niets te doen hebt, of als je snel hutje mutje wilt opwarmen in een knus tentje. (Diana van der Sluis)

8 augustus

Het is kil en druilerig op de Parade zondagavond. Het aanwezige publiek heeft geen zin elkaar in de ogen te kijken en wil zo snel mogelijk ergens naar binnen. Rosé wordt niet gesignaleerd, een koffiegeur des te meer. Hier en daar hoor je de lokroep van een theaterventer, maar de rijen zijn dun. Behalve bij de kassa van Wilde Hond, en geen wonder, want de drie meiden die daar voor hun show reclame maken, zijn jong, aantrekkelijk, en strooien lachend met complimentjes. Wie wordt daar niet warm van?

Wilde Hond – De Grote Identiteitsshow

~

Het is een wervelend gebeuren, deze show. Bij binnenkomst krijgt iedereen meteen een sticker opgeplakt met een naam – niet die van jezelf uiteraard. En die meiden, in hun rose glinsterende giletjes met goed upgepushte borsten, doen dat snel en vaardig. Zittend op de bankjes horen we dat het om een identiteitsshow gaat. Er staat een rad van fortuin op het podium en we zien stoeltjes met hartvormige zittingen. Het doet zoet aan allemaal. De omroepstem die de dames toeroept wat hen te wachten staat, spreekt slecht Duits-Nederlands, waarschijnlijk om het ‘schone-schijn-slechte-kwaliteit’ van zo’n soort show te benadrukken. De meiden acteren goed, maar de inhoud maakt geen diepe indruk. Eerst spelen de actrices drie ongelukkige Chantallen, die na hun zielige verhalen worden gevraagd wie van hen echt ongelukkig is. Eéntje staat er op, wordt diep de grond in gepraat, en krijgt vervolgens een facelift. O, wat zal Chantal nu gelukkig zijn! Na deze act voorzien de gastvrouwen het publiek van tips om van hun saaie leven af te komen. De verwijzingen naar hedendaagse hulpprogramma’s als Dr. Phil zijn goed voor een lach maar ook makkelijk. De actrices hadden hun overtuigende spel beter kunnen inzetten om een mooi en ontroerend stukje te spelen, bijvoorbeeld over het leven van een (televisie)slachtoffer. Of iets écht hilarisch. (Sylvia Boonen)

Rens / Molenaar – Knor Knor

~

“Hier wordt wel het varken in het zonnetje gezet,” zegt mijn buurvrouw na afloop. En dat is zo. Rens en Molenaar zijn de hele show bezig met hun varkens, “de meiden”, zoals ze Knor en Dante noemen. En de beesten doen soms heus wel wat hen wordt gevraagd: van een glijbaantje glibberen, aan een bel trekken, werkelijk álles omstoten wat er aan decor staat en met hun poten in de maat in de ’tuin’ dansen. Maar net als in De Grote Identiteitsshow harken de makers te veel bij elkaar. Via televisieschermen merken we dat de varkens, liftend naar Parijs, zien hoe twee bandieten (Rens en Molenaar) een koffertje diamanten begraven op IJburg in Amsterdam. Na wilde achtervolgingsscènes door de modder (grappig!) vertellen de varkens hun verhaal aan de politie. Ach, wat zijn het toch een eerlijke beesten! Tussen de beelden van de varkens door spelen Rens en Molenaar ook de politieagenten. Het gekke is dat ze hen het ene moment neerzetten als bureaucratische, hebberige patsers, het andere moment als zelfbewuste sexy dansers op Duran Duranmuziek. Om even wat maatschappijkritiek te leveren, en daarna te laten zien dat ze leuk kunnen dansen, lijkt het. De makers lijken niet precies te weten wat ze willen aanduiden en hoe. En dan ziet het eruit als werk, al dat gedoe op zo’n podium. Maar dat varkens horen te wroeten in de modder, dat hebben we wel gezien! (Sylvia Boonen)

7 augustus

Dag teenslipper, dag witte gymp, dag kekke pump met naaldhak; de Parade 2005 in Amsterdam is die van de kaplaars. Met bloemen, met vlinders of ‘doe maar gewoon’ lekker groen. Met ieder ander schoeisel loop je voor schut in de blubber. Niet voor niets was het ’t dit weekend dan ook een stuk stiller in het Martin Luther Kingpark. Want voor velen geldt: als ik niet op mijn paasbest kan paraderen, dan paradeer ik liever niet. Wel zo rustig.

Teatro – City Animals

~

Theatergroep Teatro won in 2004 de Mus, een prijs voor de meest succesvolle Paradevoorstelling van het jaar. Dat schept hoge verwachtingen voor hun voorstelling City Animals van dit jaar, en die maken ze waar ook.
Op de beats van Watskebeurt dansen twee jongens en een meisje op een stukje grond van één vierkante meter, omgeven door een klein, zwart tuinhekje. Als drie stadsbeesten in een weiland stellen ze zichzelf, al doppinda’s etend, voor. In sneltreinvaart ratelen ze van onderwerp naar onderwerp. Laten ze zien wat er allemaal verbouwd kan worden aan een ogenschijnlijk goed uitziende jongen (ook wenkbrauw- en zaklift komen aan de orde), slingeren de leukste weetjes om je oren (de Febo-keten is genoemd naar de eerste vestiging in de Amsterdamse FErdinand BOlstraat) en doorlopen ze tot in detail het leven van een jonge vrouw anno 2005. Hoogtepunt is de illustratie van flirten in een kroeg, compleet met een lange lijst aan flauwkomische openingszinnen (Jongen tegen meisje: “Zo, hier ben ik dan. Wat waren je andere twee wensen?”). City Animals heeft geen gaapmoment en is doorlopend leuk. Bijzonder toch weer om te zien hoe je met zo’n simpel format in een eenvoudige setting zo’n goede voorstelling kunt neerzetten. (Diana van der Sluis)

Lange Poten – Op onze zenuwen

Foto: Joke Schot.
Foto: Joke Schot.

Tijdens deze voorstelling zijn we te gast in de keuken van mevrouw Aarsschaafsel die haar vijftigste verjaardag viert. Tijdens het bakken van de verjaardagstaart besluit ze beter af te zijn met haar hoofd in de oven. Oud zijn in deze wereld is immers geen pretje, al heeft ze nog wel mooie strakke benen. Vroeger was gewoon alles beter. Als eerste gast arriveert haar vriendin mevrouw Korrelfotze. Tussen de tientallen flessen advocaat en de potten augurken die voor het feest zijn ingeslagen, babbelt Korrelfotze over haar liefdesleven. Want dat ze nog goed in de markt ligt, staat als een paal boven water. Als Aarsschaafsel uit de oven komt, bekent deze een beetje somber te zijn. Alles werkt haar op d’r zenuwen. Ex-man Kleefkraag met zijn nieuwe Oost-Europese postordervriendinnetje en een apathische organist maken het verjaardagsfeest compleet. Het hele gebeuren is een ketting van absurdistische elementen. Zo verdwijnt op een gegeven moment iedereen in de ijskast om er als Arabisch personage weer uit te kruipen en belt Aarsschaafsel de stamppotkoerier als de gasten honger hebben. De andijvie wordt royaal op de keukentafel geschept en gesierd met een bom annex gehaktbal. Wie vorig jaar Doorgefokt heeft gezien, weet dat een voorstelling van Lange Poten flauw en plat is – zie alleen al de namen van de personages. Maar met een groep vrienden en de nodige Parademeligheid als graadmeter, is het allemaal prima te consumeren. (Diana van der Sluis)

5 augustus

Wat wat was het donderdagavond op de Parade weer gezellig druk. De modder was een beetje opgedroogd en er kon weer enigszins normaal over de planken worden gelopen zonder dat deze wegdreven. De theatergroepen probeerden elkaar te overtroeven door mensen op allerlei manieren in hun tent te lokken. Het zonnetje liet zich zo nu en dan zien, wat betekende dat het goed toeven was op de terrasjes. Dat zal vanavond wel weer anders zijn.

Suver Nuver – Extase (Religion no Problem!)

Foto: Maarten Evenhuis.
Foto: Maarten Evenhuis.

Toneelgroep Suver Nuver brengt al achttien jaar voorstellingen die vaak uitdagend worden genoemd. Ook in Extase proberen de drie vaste acteurs samen met drie Arabische gasten het publiek wakker te schudden. Extase is een actuele voorstelling met als thema het fascinerende maar ook bedreigende Oosten. Suver Nuver probeert het publiek te confronteren met deze tegenstrijdige gevoelens van verheerlijking en afkeer, maar dit komt helaas niet goed uit de verf. Het begint veelbelovend met een rondborstige, blonde boerin die vertelt over haar christelijke opvoeding. Zij werd door een leraar gevraagd of de man die zij lief heeft wel intelligent genoeg is om onderdanig aan hem te kunnen zijn. Vrouwenonderdrukking is ook autochtoon Nederland niet vreemd. Er volgen meer van dit soort voorbeelden, met onderwerpen als vrouwenbesnijdenis, respect, taal, feesten, religie, rituelen en opvoeding. Deze zware onderwerpen worden met luchtige satire afgewisseld. Jammergenoeg is de humor erg plat en goedkoop: denk aan klompen, een paard in de kont neuken, billengrappen en kunstgebitjes. Ook komen alle clichés uit de kast. Misschien is hier bewust voor gekozen, omdat dat de verschillen benadrukt. Toch blijft het allemaal te vrijblijvend. De voorstelling loopt niet lekker, alsof de acteurs voor het eerst samen op het podium staan. De teksten worden soms hakkelend opgezegd en de handmicrofoons zijn ronduit knullig. Ik mis de overtuigingskracht en de confrontatie, die beloofd wordt in de wervingstekst van Extase. Geen moment heb ik mij betrokken gevoeld bij wat er op het podium gebeurde om over ‘extase’ maar helemaal te zwijgen. (Charissa van der Vlies)

Hans Dagelet en anderen – De Samenzwering / The Conspiracy

Foto: Stephan van Hesteren.
Foto: Stephan van Hesteren.

The Conspiracy is een multidisciplinaire muziektheatervoorstelling. Het leven van de hoofdpersoon, gespeeld door Hans Dagelet, lijkt door zijn omgeving en herinneringen te worden bepaald. Hij is paranoïde, boos, bang, verward en denkt het slachtoffer te zijn van een samenzwering. Hij lijkt geen grip te hebben op de beelden en geluiden om hem heen en probeert uit zijn persoonlijke gevangenis te komen. De krankzinnige mediawereld om hem heen verwart de man meer en meer en alle realiteitszin lijkt hem te ontglippen. Uiteindelijk geeft hij zich over aan zijn innerlijke belevingswereld. Althans, dat is wat ik mij verbeeld. Er wordt in The Conspiracy namelijk niet verteld waar de voorstelling over gaat. Dat is aan de kijker zelf om in te vullen. Eigen interpretatie en een open instelling zijn daarbij onontbeerlijk. De voorstelling bestaat uit losse zintuigelijke indrukken die niet op een rationele manier te ordenen zijn. The Conspiracy is dan ook meer een fysieke ervaring en speelt zich af in het hoofd van een verwarde man. Die binnenwereld wordt gevisualiseerd als een kamer, een doos van transparant doek waarop driedimensionaal beelden worden geprojecteerd. De acteur volgt het ritme van de teksten, de muziek en de beelden. De beelden en geluiden zijn samples uit commercials en de stemmen in zijn hoofd van onder andere Chet Baker, Nina Simone en Jesse Jackson. De muziek en de projecties dansen door de ruimte en geven een onbestemd en beklemmend gevoel. Een surrealistische trip, maar dan wel een die bij gebrek aan duidelijkheid toch te vaag en vrijblijvend blijft. (Charissa van der Vlies)

4 augustus

Zelfs als het weer een beetje meezit, is het nog een heel avontuur om het Paradeterrein te bereiken. Voor je op de fiets bij de ingang bent moet je over een weg met grote kiezelstenen, waardoor je kans loop op de terugweg een lekke band te hebben. En als je weer een tikkeltje rozig naar huis gaat, is het zoeken naar je fiets. Om vervolgens alle fietsen die naast en tegen jouw stalen ros zijn gezet met de grootste moeite weer weg te moeten halen. Je moet er wat voor over hebben om naar de Parade te gaan.

Erol Struijk – Izaak S

~

Met open armen en een mix van Turkse en Nederlandse gezelligheid ontvangt Izaak S. (gespeeld door Erol Struijk) de gasten in zijn huiskamer. In een hoekje staat een plank met een verzameling ouderwetse sneeuwbollen. Hij houdt van zwart, dat zie je en dat vertelt hij. En wat er ook gebeurt, hij blijft altijd lachen. Nou ja, bijna altijd. Met het Senseo-apparaat en het plankje met blokjes kaas wil hij afrekenen met de vooroordelen die hij met zijn Turks uiterlijk bij mensen oproept. Een thema dat al vaker in het theater is behandeld. Alle clichés gebruikt hij, maar door zijn soms stuntelige gedrag en de verwarring die hij al vanaf binnenkomst zaait, blijft het stuk interessant en vooral komisch. Ook de zogenaamde tegenwerking van zijn geluidsjongen Fabian werkt mee. Fabian draait tussendoor liedjes die hij leuk vindt en niet de liedjes die door Izaak zijn uitgezocht. Erol Struijk, die dit jaar ook op ITs Festival optrad, laat met zijn monoloog zien dat de allochtoon uit Bergen met een sterke mimiek echt is geïntegreerd. Geef deze jongen een klein, donker zaaltje en een langere monoloog, dan komt hij meer tot zijn recht. (Mariëlla Pichotte)

PIPS:lab – Wortal Combat 3

Foto: Remco Verveer.
Foto: Remco Verveer.

Het lijkt doorgestoken kaart – of in dit geval een gemanipuleerd programma – maar echt te bewijzen is het niet. Alhoewel, bij een denkbeeldig vechtspel annex vertelwedstrijd annex tenniswedstrijd tussen de stoere Duke Nukem versus de zenuwpees PacMan om de hand van Lara Croft, weet je de uitslag al. Beide helden worden in de voorstelling Wortal Combat 3 goed neergezet door twee mannen van PIPS:lab en Lara Croft is iemand uit het publiek. Ter plekke worden beelden van de speelvloer geupload in een computer en op een scherm vertoont. De voorstelling heeft iets weg van een amusementprogramma, een computerspel en een speelhal, maar eigenlijk is het te verwarrend en te chaotisch om het een naam te geven. Er gebeurt te veel op de vloer en op het scherm om het goed te kunnen volgen. Door de interactie met het publiek zit er snelheid in, waardoor het ook veel weg heeft van een improvisatieshow. Het stuk is in ieder geval een aanslag op je lachspieren, maar je moet het vooral niet proberen te begrijpen. (Mariëlla Pichotte)

3 augustus

Jonge moeders die met hun kroost een dagje uit gaan op de Parade, groepen jongeren die elkaar tijdens de voorstelling enorm opjutten (daartoe aangemoedigd door het roségebruik) om zich helemaal te laten gaan en vijftigers die het gebeuren op het terrein vanaf een bankje gadeslaan. Elke leeftijdscategorie lijkt wel vertegenwoordigd op de Parade. Met zo’n divers publiek valt de gemoedelijkheid onder de paradebezoekers nog meer op. Vlak voor iedere voorstelling wordt er bijna altijd wel even een woord gewisseld met de toeschouwer die naast je zit of staat. Een sfeer die door de hele Parade gedragen wordt en te meer versterkt wordt door het feit dat de Parade voor iedereen wat te bieden heeft. Wil je liever niet naar een theaterstuk, dan kun je altijd nog een gezellig barretje pakken, een ritje maken in de zweefmolen, dansen in de stiltedisco of je mee laten slepen door de verhalen en gedichten in de schrijverstoren. En zet je zelf niet een van deze stappen, dan zijn er genoeg artiesten die je met veel plezier wijzen op hun voorstelling.

Justus van Oel en Jeroen Wielaert in de Schrijverstoren

~

“Wat is een Palestijn, en wat doet zo iemand als hij niet bezig is aanslagen te plegen? Welnu, een Palestijn kan óók een christelijk meisje zijn dat voetbalt in het meisjeselftal van de Lutherse school in Bethlehem.” Aan het woord is columnist en scenarioschrijver Justus van Oel. Hij doet zijn verhaal in de Schrijverstoren, die midden op het Paradeterrein is geposteerd en een soort rustpunt vormt in het gekrioel om de theatertenten en eet- en drinkgelegenheden heen. Je zit er droog, hebt een mooi overzicht over het theaterlandschapje en ondertussen kun je door middel van een koptelefoon genieten van pakkende verhalen. Van prachtige anekdotes over de beklimming van de Mont Ventoux in de Tour de France, beschrijvingen van het Turkse dorpsleven tot aan het enigszins droevige bestaan van een Palestijns vrouwenvoetbalelftal in de Gazastrook. Naast Justus van Oel is het woord aan radiocolumnist Jeroen Wielaert. Door de afwisseling in hun columns weten ze de aandacht van het publiek naar zich toe te trekken. Het grappige is bovendien dat je door het gebruik van de koptelefoons alleen de verbale reactie op de gezichten van andere luisteraars ziet. Een glimlach of een starre blik blijken opeens veel te zeggen. Ontroerend zijn achteraf gezien ook de woorden die Van Oel gebruikt om Gretta Duisenberg een hart onder de riem te steken in haar acties voor de Palestijnen. “Gretta, ik sta achter je,” zegt Van Oel voor het lezen van de hierboven geciteerde column Palestina: FC Bethlehem. Een column die enigszins hoopvol is, omdat in Bethlehem inwoners bezig zijn de problemen geweldloos aan te pakken. (Gerard van den Berg)

Niek Barendsen, Maaike Martens, Stefan Stasse e.a. – Geef!

Foto: Anja Robertus.
Foto: Anja Robertus.

Mediatycoon John de Mol is nog niet gesignaleerd op de Parade, maar mocht hij toch nog een bezoekje willen wagen dan zou hij zeker de Cascadeur binnen moeten gaan. Tenminste, als hij in navolging van de televisieactie voor de slachtoffers van de tsunami dergelijke acties ook op Talpa wil laten zien. Dan kan hij in ieder geval een beroep doen op Niek Barendsen en Maaike Martens, die zich letterlijk kunnen inleven in elk slachtoffer. Op absurdistische manier zamelen ze tijdens hun voorstelling Geef geld in voor onder meer Homo’s zonder grenzen, Artsen zonder auto en mensen die slechts één keer per jaar op wintersport kunnen. Zo steken ze de draak met de vele acties voor tal van goede doelen die er in ons land zijn. Met Barendsen als showmaster, Martens als de “Leontien” van de geldinzameling en het publiek als klapvee lukt het ze uiteindelijk toch 1 miljoen euro in te zamelen binnen 20 minuten. Van een klein kind tot aan grote ondernemingen, iedereen wordt gestrikt. Scherp waargenomen door een notaris, die op een droogkloterige manier prachtig wordt vertolkt door KRO-presentator Stefan Stasse. Hij is het uiteindelijk ook, die aan het einde van de geldinzamelingsactie als woordvoerder van Talpa de mededeling mag doen dat Talpa hetzelfde bedrag zal overmaken, als waarvoor de hele avond actie is gevoerd. Is de interesse van John de Mol dan toch gewekt? (Gerard van den Berg)

2 augustus


Met nog een kleine twee weken te gaan, lijken de muzikale voorstellingen de meeste voorkeur te hebben van het Paradepubliek. In de waarderingscijfers, die door de Volkskrant worden bijgehouden, staat 15 jaar Levende Jukebox bovenaan, op de voet gevolgd door de beide shows van femme fatale Ellen ten Damme. Maar in de laatste weken kun jij daar nog verandering in brengen en bepalen wie de Volkskrant-publieksprijs krijgt. Na elke voorstelling kun je met behulp van je toegangskaartje je beoordeling te kennen geven. Laat die kans dus niet lopen!

Tibor & Gijs – De achterbankgeneratie

~

Kleurrijke hangkussens zijn voor de ingang van de tent ge?nstalleerd en menig bezoeker ploft neer om te genieten van de zang van de Achterbankgeneratie, die ook probeert de ‘babyboomers’ en ‘nix-generatie’ naar binnen te krijgen. Even denk je door de kussens naast de Achterbankgeneratie ook bij de hanggeneratie beland te zijn, maar dat gevoel verdwijnt snel als deze actievelingen op een ‘Kopspijkerachtige’ manier binnenkomen. We hebben te maken met een viertal jongens en een dame, die jarenlang door hun ouders in auto’s werden meegesleept naar tal van activiteiten. Maar nu ze op eigen benen (willen) staan, weten ze niet welke keuze te maken. Zal ik dat huis wel of niet nemen? Moet ik tevreden zijn met deze vrouw terwijl ze niet aan mijn ideaalbeeld voldoet? En hoe zorg ik ervoor dat ik word gekozen uit die stapel eentonige sollicitatiebrieven? Op een humoristische en vooral beeldende manier laten de jongelingen zien, wat het inhoudt deel uit te maken van de achterbankgeneratie. Een generatie, die alles lijkt te kunnen en vooral alles lijkt te willen. Of wordt dit ‘willen’ wellicht opgedrongen? Een duidelijk antwoord zit er helaas niet in op deze vraag in het stuk van Tibor & Gijs. Wel beelden ze aan het einde op een prachtige manier à la Muiswinkel en Van Vleuten de handelwijze uit van een aantal G8-demonstranten. Ook dat is dus een methode om je als ‘achterbanker’ te manifesteren. Helaas wordt de voorstelling abrupt afgesloten en blijft het publiek achter met die ene vraag! Maar misschien kan die beantwoord worden door de nu volgende mozaïekgeneratie (de huidige generatie). (Gerard van den Berg)

Dogtroep – Carwash

~

De hilariteit is groot als een twintigtal mensen ’s avonds laat de simulatieauto van de voorstelling Carwash van Dogtroep binnenstapt. ‘Meneer, gaat de auto over de kop? Wat gaat er precies gebeuren?’ Het roséhalte onder de bezoekers is aan het einde van de avond duidelijk gestegen, waardoor elk risico op mogelijke consequenties vermeden moet worden. De Dogtroep-medewerker stelt ze gerust en daarna kan de reis door de wasstraat van de Parade beginnen. Geen gebruikelijke, want er is een virus in het systeem geslopen met verstrekkende gevolgen. Door middel van videoprojecties krijgt de bezoeker een sneeuwstorm van pingpongballen over zich heen en ondergaat hij een noodlottige hartoperatie. De fantasie heeft de vrije loop in deze tien minuten durende voorstelling van het fameuze Amsterdamse gezelschap, dat eerder met Carwash onder meer te zien was op Oerol, vorig jaar. Toch lijkt de fantasie te veel de overhand te krijgen, want verbanden zijn er tussen alle ontwikkelingen al snel niet meer te vinden. Blijft over: de spanning van wat komen gaat en de waardering voor de wijze waarop Dogtroep exclusieve voorstellingen blijft maken. (Gerard van den Berg)

1 augustus

Vanuit de verte zie je ze opdoemen, de tentjes van de medewerkers van de Parade, die bijna twee maanden lang worden gebruikt als overnachtingsplek. Langzamerhand word je duidelijk, dat jij niet de enige bent die de regen en de kou (voor het tijd van het jaar dan) moet trotseren voor een leuk avondje uit. Bewondering maakt zich van je meester, al voor je daadwerkelijk één van de voorstellingen hebt kunt aanschouwen. Gelukkig zijn er genoeg diehards die zich door de wind en regen naar het Martin Luther King Park in Amsterdam begeven, zodat de enigszins barbaarse situatie van de artiesten in ieder geval niet voor niks is… En een bezoekje aan de Parade is zeker de moeite waard.

Sjoera Retèl en Barbara Pouwels – Maria & Elizabeth

~

Vlak voor de voorstelling stoot Koningin Elizabeth I nogal ongelukkig haar hoofd, en dat blijkt een voorbode van wat haar tijdens de voorstelling te wachten staat. Opnieuw stoot ze daarin haar hoofd, maar nu figuurlijk, aan de koningin van Schotland, beter bekend als Maria Stuart. Sjoura Retèl en Barbara Pouwels, beiden bekend van Toneelgroep Amsterdam, nemen ons ruim vier eeuwen mee terug in de tijd, naar de regeringsperiodes van Elizabeth I en Maria Stuart. Beide vorstinnen proberen hun macht te vergroten. Dit gaat zelfs zover dat Maria Stuart samenzweert om Elizabeth van de troon te stoten. Wanneer Elizabeth achter deze plannen komt, heeft ze de kans om eindelijk van haar rivale af te komen: ze laat Maria Stuart gevangen nemen. Vanuit de gevangenis doet Maria Stuart alles om toch haar vrijheid te vinden, maar uiteindelijk vindt ze slechts vrede in de dood. Elizabeth blijft achter met het gevoel het doodvonnis van Maria te hebben ondertekend. Een vonnis, dat waarschijnlijk nooit voltrokken had mogen worden… Zeker in het begin is het moeilijk de gedragen teksten te volgen en alles in je op te nemen. Temeer omdat je binnenvalt in een scène uit een groter stuk (Maria Stuart van Friedrich Shiller). Een beetje voorkennis is daarom wel prettig. Het spel, de mimiek en de prachtige authentieke kleding van de beide dames maken veel goed. (Gerard van den Berg)

Hendrick Jan de Stuntman – Walhalla

~

De wonderen zijn de wereld nog niet uit en zelfs religie kan daar nog een rol in spelen. Alleen moet je dat geloof tegenwoordig naar eigen inzicht zien samen te stellen. Dus laat alles los en volg je gevoel. Beter gezegd, bekijk alles vanuit een derde oog. In een superactieve, weergaloze voorstelling sleept Hendrick Jan de Stuntman ons mee in een avondje reli-shoppen. Alle geloven passeren de revue: van eigentijdse homoseksuele Jezussen die zich onder meer vermaken met het spelletjesprogramma Lingo tot Boeddha-achtige rituelen en andere goochelaars die de weg wijzen naar het zo gewenste Walhalla. In een virtuoze show word je als publiek meegesleept van de ene curiositeit naar de andere. De twee performers pakken je van alle kanten in met snelle afwisselingen in decor en rariteiten. Tussendoor delen ze het publiek ook nog in twee kampen in: de goeden en slechten. Gelukkig is die laatste groep nog niet verloren, maar dan moeten ze eerst wel gereinigd worden. Door de snelheid en hilariteit waarmee de show gepaard gaat, weet je vaak niet meer wat je nu precies moet denken van alles. Je wordt compleet overdonderd, maar belandt uiteindelijk wel in het Walhalla. Maar is dit nu daadwerkelijk het Walhalla, zoals jij dat voor ogen ziet? (Gerard van den Berg)

31 juli

De Parade in Amsterdam ziet er als vanouds gezellig uit. De meiden dragen rubberlaarzen en de jongens houden de flessen rosé vast. Er zijn genoeg bierverkooppunten en toiletten. Leuk detail: de meisjes mogen zowel op hun eigen toiletten als op die van de jongens neerstrijken. Mooi werk! De locatie, vlak bij de Amstel, is prettig, en het hele terrein geurt naar gegrilde scampi’s. Het wordt genieten de komende tijd, dat staat vast.

Pollemans, Sueters en Van Eck – Car goes with the pants

Foto: Inkie Struijk
Foto: Inkie Struijk

Met een lijzige stem zet de kaartjesverkoopster de toon: “Blijven jullie in de rij staan, dat werkt, dan denken de mensen dat het hier leuk is.” Het blijft net zo lollig tijdens de voorstelling. We zien een paar dagen uit het leven van drie werknemers in een Fordgarage: twee monteurs en een receptioniste. De meeste momenten worden verbeeld met lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen, en dat gaat de drie acteurs heel erg goed af. Hoe het eraan toe gaat in deze garage? Nou, de heren doen niet aan garantie, of er nu iets aan de bougie mankeert of aan de carrosserie. Alles speelt zich af op de vierkante meter: de monteurs zitten elkaar voortdurend op de huid, opscheppend over hun potentie, en de receptioniste komt wel erg dicht in de buurt. Van beide heren welteverstaan, dat kan natuurlijk niet goed gaan. Het decor van Car goes with the pants is geweldig. Twee oude Fords pal voor je neus die echt naar benzine stinken, en een heus hokje als kantoor mét luxaflex. Gewoon een lachwekkende, vitale, beetje sexy voorstelling met drie ijzersterke acteurs.(Sylvia Boonen)

Lieber Gorilla – Entr’act

~

Entr’act van Lieber Gorilla is een dansvoorstelling van vijftien minuten. Al die Duitse woorden tijdens de Parade; het lijkt erop dat de taal van onze buren inderdaad, zoals enige tijd geleden in een taaltijdschrift werd geconstateerd, weer salonfähig wordt! Maar dit gezelschap dankt haar Duitse naam ‘gewoon’ aan de Zwitserse nationaliteit van de danseres. Het duo trakteert ons op een komische en tegelijk strak getimede variant van de tango. Prachtig dansend transformeren de dansers van een sjiek tangopaar in een ordinair stel, waarbij de heup- en armbewegingen richting publiek steeds terugkeren. Binnen mum van tijd veranderen kledingstukken van lichaamsdeel en komen overal accessoires vandaan. Al volgt aan het einde van de rit een soort ontknoping, het verhaal is niet datgene wat mij bijblijft. Er wordt hier vooral de draak gestoken met de tango. Een beauty van een draak, dat wel. De felle en tegelijkertijd elegante bewegingen, de vurige ogen, de strakke blik van de vrouw; dit alles sleept je mee zonder dat je je kunt verzetten. (Sylvia Boonen)

30 juli

Het festival opent vrijdagavond zijn deuren voor het Amsterdamse publiek. Er staat al een rij liefhebbers ongeduldig te popelen bij de kassa. Medewerkers zijn nog druk bezig met de laatste voorbereidingen en met het leggen van plankieren, want het Martin Luther King Park is door hevige regenval in een grote modderpoel veranderd. Bovendien is de opknapbeurt van het park nog niet klaar en groeit er helemaal geen gras. De opzet is dan ook anders dan de afgelopen jaren en dan de Parades die dit jaar in de andere steden stonden. Er zijn ‘straten’ aangelegd met plankieren en aan weerzijden staan de tenten. Als een klein, gezellig dorp met kleurrijke bewoners. Het is al gauw druk en de uitgelaten sfeer wordt ruimschoots gevoed door de flessen rosé die gretig aftrek vinden. Ook blijven de weergoden de Parade gunstig gezind, want de voorspelde regen blijft uit.

Alex Klaasen en dansers – Het Betere Werk

~

Zanger, acteur en cabaretier Alex Klaasen heeft zijn bekendheid vooral te danken aan zijn optreden in Kopspijkers. Op de Parade viert hij zijn zes en drie kwart jubileum met de beste liedjes uit zijn oeuvre. In een gezellige circustent zit het publiek rondom de piste waar Alex er met zes dansers (drie mannen en drie vrouwen) er een bonte verkleedpartij van maakt, met kostuums die iedere keer weer perfect bij de liedjes passen. De teksten zijn doorspekt met een flinke dosis ironie en sarcasme, maar hebben helaas muzikaal een hoog Marco Borsato- en Songfestivalgehalte. De onderwerpen lopen uiteen van pedofilie (Het Kind In Mij) , asielzoekers in Friesland (Je Past Je Maar Wat Beter Aan, in het Fries met Nederlandse ondertiteling!) tot de grande finale Te Dom Om Te Poepen. Kortom: lekker foute, eigenzinnige en spitsvondige teksten. Alex´ stem is prettig om naar te luisteren, maar niet opvallend. Hij heeft een goed bereik en is prima te verstaan. Hij kletst de liedjes quasi-arrogant aan elkaar en doet sterk denken aan een bitchy Albert Verlinde tijdens RTL Boulevard. Een showdiva met allures. Niet echt sympathiek en ook vaak net niet grappig genoeg. Alex Klaasen is leuk genoeg om een glimlach te voorschijn te toveren, maar lang niet zo grappig dat je gaat schuddebuiken. (Charissa van der Vlies)

De Levende Jukebox – 15 Jaar De Levende Jukebox met Helen en Yvonne

Foto: Geke Oosterhof
Foto: Geke Oosterhof

De Levende Jukebox is een begrip op de Parade. Het duo trekt al vijftien jaar met de Parade op en zorgt jaar na jaar voor een onweerstaanbaar ouderwets uurtje zingen en lachen. In een stampvolle tent met bar en serveersters heerst een warme Jordanese sfeer. Er is keuze uit ongeveer vijftig nummers en voor vijf euro mag je een liedje aanvragen. Muziek uit verschillende genres en taalgebieden komen voorbij. Zo worden wij getrakteerd op liedjes als Aïcha, Du, Stand By Your Man en Wilde Orchidee. Het is camp met de hoofdletter ‘C’. Gastvrouwen Yvonne en Helen zingen de nummers met overgave, veel gekke bekken en maffe dansbewegingen. Helen doet denken aan een kruising tussen een Jordanese barvrouw en Tina Turner. Ze presenteert de show in steenkolen Engels, maar ze spreekt wel degelijk een lekker portie Spaans. Het verbaast mij dan ook helemaal niets dat deze sprankelende show in 2002 een hit was tijdens de Boulevard of Broken Dreams in Barcelona. Yvon is de jongere variant van Helen en flirt er lustig met het publiek op los. Iedereen heeft het duidelijk naar de zin. Er wordt ingehaakt en luidkeels meegezongen; een feestje! (Charissa van der Vlies)

8WEEKLY

Op de trekker naar de Zuidpool (2)

Artikel: Op reis met Manon Ossevoort

Theatermaker Manon Ossevoort (28) reed op 8 juli jl. op een stoere groene tractor de Nederlandse grens over met als eindbestemming Antarctica. Haar project Zuidpool, een reis van 19.000 kilometer en daarmee de langste theatervoorstelling ter wereld, zal zo’n anderhalf jaar in beslag gaan nemen. Onderweg speelt ze de voorstelling Doe, een duet met haar tractor, waarmee ze dromen van toeschouwers verzamelt. Al die dromen zal ze uiteindelijk symbolisch in de sneeuw van de poolcirkel begraven, zodat ze daar uit kunnen komen. 8WEEKLY volgt Manon tijdens dit bijzondere avontuur.

~

Manons tractor heeft, zoals intussen bekend, de Belgische nationaliteit aangenomen. In de buurt van Antwerpen werd ze van de weg gehaald omdat ze zonder kenteken reed (in Nederland is een kenteken op een tractor niet mogelijk), maar na een paar dagen werd de reis richting Zuid-Frankrijk voortgezet. De volgwagen, een oude rode brandweerauto, houdt de tractor inmiddels gezelschap en bestuurder/technicus Colin vertoont tijdens de voorstellingen – onder grote hilariteit – zijn kunsten als vertaler van het Twents naar het Frans. Doe werd warm ontvangen op het Mimosfestival in Périgueux. De tractor heeft zijn eerste berg beklommen, het zwaailicht is inmiddels gesmolten door de lange uren op de weg (“fondue” aldus de Franse garagehouder) en Manon zelf is een trainingsprogramma begonnen om fit te zijn voor de ontberingen die in Afrika zullen volgen. De reis is nu echt begonnen, en we interviewden Manon per mail na deze veelbewogen start.

Zuidpool gaat over het waarmaken van je dromen, en de angsten en twijfels die je daarbij soms moet overwinnen. Kun je iets vertellen over hoe je nu zelf onderweg je hindernissen te lijf gaat? Heb je ‘speciale recepten’ tegen paniek of moedeloosheid?
“Ik ben stiekem best een angsthaasje. Hindernissen ga ik meestal erg praktisch te lijf, ik breng al m’n angsten in kaart en pak ze een voor een aan en blijf praktisch nadenken. Pas als ik er achter kom dat iets werkelijk onmogelijk blijkt, doe ik het niet, maar dat is me nog niet echt gebeurd. En dat heeft volgens mij meer te maken met je eigen instelling dan met geluk. Ik probeer problemen te benaderen alsof ze een spel zijn waarvoor je de spelregels nog moet vinden, en soms duurt dat even. Maar meestal vind ik met een beetje creatief nadenken een alternatief, dat soms nog leuker is dan het originele idee. De werkelijkheid blijkt vaak minder heftig dan mijn angsten. Angst is volgens mij bedoeld om ervoor te zorgen dat je goed blijft nadenken tijdens je handelen, niet om je te doen stoppen met handelen.
In België ben ik best geschrokken van al de aandacht die ik kreeg omdat er iets mis was gegaan. Ik had zo m’n best gedaan om dit project goed georganiseerd op poten te krijgen, en nou leek ik verdorie wel een naïeveling die niet eens behoorlijk had nagedacht! Maar goed, bij de pakken neer gaan zitten was ook niet echt een optie. Dus ben ik, ondanks de schok die ik kreeg, ook door de plotselinge negatieve opmerkingen in m’n gastenboek, toch doorgegaan met het oplossen van alle bureaucratische problemen zodat ik weer op pad kon. Even door de zure appel heen bijten, dat wel, maar daarna bleek dat ik vele vliegen in een klap had geslagen. Mijn sponsors werken nu beter samen en het leek wel alsof de hele wereld ineens van het project afwist. Ik werd zelfs door de Australische radio gebeld! Nu is mijn tractor dus een klein Belgisch grapje geworden (zucht).”

In Zuidpool komt de kinderlijke blik aan bod, toch maak je geen jeugdtheater. Is er een groot verschil tussen de reacties van kinderen en van volwassenen op je voorstelling en je reis?

~

“Ik heb bij het maken van deze voorstelling in het bijzonder nagedacht over de projecten van War Child die ik ga bezoeken, en de kinderen die daar aan deelnemen. Volwassen kinderen dus, die eigenlijk graag het liefst weer kind zouden zijn. Ik denk dat veel volwassenen dezelfde wens hebben. Ik hoop in m’n voorstelling een gevoel van kind-zijn of van ultieme vrijheid op te roepen. Ik denk dat het behoud van een gevoel van enthousiasme goud waard is. De voorstelling blijkt erg leuk voor kinderen om naar te kijken, omdat hij beeldend is en met veel humor een verhaal vertelt van een meisje dat op reis wil maar niet durft. Ze ziet beren op haar weg, vervolgens komt de tractor tot leven en sluit vriendschap met het meisje. Voor volwassenen zit er een diepere laag in de voorstelling, die gaat over je angsten overwinnen en het leven aan durven gaan. Volwassenen zijn vaak meer ontroerd, omdat ze worden geconfronteerd met hun eigen wensen en angsten, en die zijn vaak wat groter of serieuzer dan de meeste kinderwensen. Ik heb geprobeerd een feel-good voorstelling te maken en het is leuk om te zien hoe mensen, groot en klein, er ook echt blij van worden. Dit beschouw ik als een waar cadeau.”

Lees hier deel 1

Heb je nog vragen over dit bijzondere avontuur, dan kun je ze ons mailen. 8WEEKLY houdt contact met Manon en legt je vraag aan haar voor.

Boeken / Strip

Verlies door winst

recensie: Hugues Micol & Loo Hui Phang - Een tweede huid

Een tweede huid is een van de nieuwste boeken in de Expresso-reeks van Dupuis. Deze reeks wordt gekenmerkt door hoogwaardige stripboeken voor een redelijke prijs. Dit boek is daar een voorbeeld van. Het is een afwijkend superheldenverhaal, dat is getekend in een bijzondere stijl.

~

Als je Een tweede huid in één zin samenvat, lijkt de vertelling verdacht veel op de superheldenverhalen die we kennen uit de Verenigde Staten, zoals Spiderman en de Hulk. Wetenschapper Paul Farvolino doet onderzoek naar korstmossen voor medicinaal gebruik, morst een experimenteel korstmos op zichzelf en muteert hierdoor in een ‘korstmosman’ met superkrachten waarmee hij heldendaden kan verrichten. Maar zo simpel is het niet in Een tweede huid: het korstmos neemt Farvolino helemaal in beslag, als een parasiet. Hier gaat zijn huwelijk aan ten onder en ook het contact met zijn vierjarige dochtertje wordt steeds moeilijker.

Superkracht en verdriet

Vooral Farvolino’s omgang met zijn dochtertje vormt een belangrijke verhaallijn. Eerst is Farvolino zo druk met zijn werk dat hij haar nooit kan zien. Vervolgens levert zijn symbiose met het korstmos hem meer tijd voor haar op: vanwege zijn vergrootte intelligentie weet hij een aantal bijzondere ontdekkingen te doen die hem een promotie opleveren. In de loop van het verhaal wordt hij zo door het plantje overgenomen dat hij altijd thuis moet blijven en zijn dochtertje steeds kan zien – maar dan wel dik ingepakt, om haar niet te laten schrikken van zijn huid. Aan het eind van het verhaal raakt hij haar helemaal kwijt, omdat zijn vrouw bij hem weg gaat. Dat een bepaalde winst (de superkracht) ook een groot verlies (van zijn familie) kan betekenen is in dit verhaal de centrale gedachte.

De kop van een loser

Ook de tekenstijl zorgt ervoor dat Een tweede huid geen standaard superheldenstrip is. De tekeningen zijn met een kwast geïnkt, wat een enigzins rommelige indruk geeft. De achtergronden zijn heel vol, en samen met het onnauwkeurige inkten zorgt dit voor een heel aanwezige, dreigende sfeer in het verhaal. De personen zijn verder heel boertig en opzettelijk onbeholpen getekend. Het lijkt er op dat de tekenaar met name de kop van Farvolino extra lomp heeft weergegeven, om zijn initiële falen in het verhaal meer kracht bij te zetten. Farvolino is een loser, dus heeft hij de kop van een loser. Zijn min of meer lelijke voorkomen zorgt er ook voor dat je je afvraagt waarom zijn knappe vrouw bij hem blijft. Toch is haar liefde onbreekbaar, op het masochistische af, totdat de gemuteerde Farvolino in de openbaarheid treedt als held. Zij is niet gediend van een held, ze wil een man waarvoor ze moet zorgen.

Vele lagen

Een tweede huid is een heel interessant album, terwijl het op het eerste gezicht misschien een standaard verhaal bevat. Het blijkt echter een vertelling met veel lagen. De tekenstijl is uitzonderlijk te noemen. Door zijn lelijkheid is het voor sommigen misschien zelfs wel een reden om dit boek niet te kopen. Dat zou echter zonde zijn, want hier is sprake van een heel interessant werk, dat zeker herlezen kan worden.

Muziek / Concert

Klasse met drie uitroeptekens

recensie: !!!

Goed. !!! is dus in het land. En hoe prettig is dàt voor alle popfanaten. Het Californische !!! is excentriek, hip hip hip en met acht man een grote band. Verschillende leden van deze band zitten ook in Outhud en LCD Soundsystem. Met deze bands vertoont !!! dan ook veel overeenkomsten, met als kernbegrip ‘punkfunk’.

~

Vaak wordt er gediscussieerd over hoe je toch die merkwaardige bandnaam uitspreekt. De band raadt zelf drie dezelfde klanken aan, zoals ‘pow pow pow’. Bij een kleine rondvraag in de zaal suggereerde men onder andere ’tsjak’ (3x), ’tsk’ (3x), ‘goed’ (3x) en ‘WHAAA!’ (?). De flyer van de show vermeldt de meest gangbare manier: ‘chk chk chk’. Dit is ook het geluid dat de muziek het dichtst benadert. Het is namelijk reteritmisch, funky en verschrikkelijk dansbaar. Dit alles wordt gebracht met zo’n bijdehante attitude, dat je bijna niet stil durft te staan.

Kookpunt

Inderdaad, niemand in de Amsterdamse Melkweg staat stil bij het optreden van !!!. Vanaf het eerste nummer gaat de zaal al goed los. Ze openen sterk met hun nieuwe single Take Ecstasy with me. Dit is nog redelijk lichte kost vergeleken bij het eerdere werk van hun album Louden up Now, waarmee ze vorig jaar in Nederland doorbraken. Het beste van dit album wordt vanavond opgevoerd. Pardon my Freedom is een groot succes, maar het publiek bereikt het kookpunt op afsluiter Me and Guliani down by the Schoolyard.

Losgeslagen multi-percussionisten

~

Ook op het podium is het een feestje. Omdat niemand echt een vaste plek lijkt te hebben in deze band, komt het podium over als een vrije speeltuin voor losgeslagen multi-percussionisten. Er wordt per liedje druk van instrumenten gewisseld, waarbij ze af en toe met zijn allen rond het drumstel drommen om vele verschillende ritmes te trommelen. De liedjes zijn knap opgebouwd rond het ritme. Ook de melodie-instrumenten zoals de gitaren doen vooral dienst als ritmisch slaginstrument. Zelfs zanger Nic Offer zingt niet echt. Hij roept verschillende ritmes en schreeuwt uitdagend tegen zijn publiek: “There’s no fucking rules, man!” Hoe punk. Drummer John Pugh schaart zich halverwege het optreden bij Nic om een deuntje mee te zingen.

Geen adempauze

De samenwerking van deze acht mannen is pure synergie, die als een vlam op het publiek overslaat. Maar opeens zijn ze weg. Nu al? De set leek zo kort. Het verhitte publiek blijft verdwaasd in de zaal achter, als blijkt dat er geen toegift wordt gegeven en de gordijnen het podium afsluiten. Wat een anticlimax. Maar het was dan ook een wervelwind van een optreden, zonder echte rustpunten om de set te structureren en het publiek even een adempauze te geven. Dat is dan de taak van de dj die wat losse soul en motown-evergreens over de mensen uitstrooit.

Boeken / Non-fictie

Cycloop delft onderspit

recensie: Vincent Bijlo - Kort door de bocht

“In het land van de blinden is eenoog koning”. Laat me niet lachen. Weinigen hebben zo’n scherpe visie op de wereld om hen heen als de blinde journalist en cabaretier Vincent Bijlo.

~

In de bundel Kort door de bocht staan de columns die Bijlo van 2002 tot januari 2005 schreef voor het Utrechts Nieuwsblad. Uit deze columns blijkt duidelijk dat Bijlo een interessante kijk heeft op de wereld om hem heen. Voor een blinde ziet hij heel veel. Meer dan je soms lief is, want zijn scherpe inzicht gaat gepaard met een opmerkelijk gebrek aan terughoudendheid. Bij het verwoorden van zijn visie neemt hij geen blad voor de mond. Maar het zijn juist zijn uitgesproken meningen die zijn columns zo interessant maken.

Cabaret

Uit deze bundel blijkt duidelijk dat Bijlo naast journalist ook cabaretier is, en niet alleen uit het feit dat dit als onderwerp nog wel eens de revue passeert. Ook de wijze waarop hij zijn boodschap overbrengt, verraadt zijn afkomst. De stukken zijn doordrenkt van maatschappijkritische humor. Het soort humor dat bij voorkeur door cabaretiers gebruikt wordt. Dat blijkt ook wel uit sommige verrassende overeenkomsten met uitspraken van Youp van ’t Hek. Zoals het volgende stuk dat zo uit Van ‘t Heks oudejaarsconference van 1989 lijkt te komen:

Geïrriteerde Broekema: ‘Maar voelt u dan niets?’

Wormer: ‘Ja, mijn kloten, ik heb mijn handen in mijn zakken.’

Daarmee wil ik verder niets afdoen aan de uniciteit van Bijlo, want hij kan deze uitspraken moeilijk afgekeken hebben van zijn collega.

Luisterrijk

Het is verfrissend om te lezen wat een blinde bijvoorbeeld van onze politici vindt. Ongehinderd door het schild van uiterlijke kenmerken dat bij de ‘zieners’ onder ons de blik vertroebelt, levert Bijlo’s kijk op onze politici interessante inzichten op. Balkenendes stem én boodschap komen wat dat betreft perfect overeen met zijn kapsel: saai en nietszeggend. De schoolmeesterstem van Thom de Graaf en de Boeuf-Bourguignonstem van Dijkstal zijn allemaal zeer herkenbaar als je er even langer bij stil blijft staan. Het is af en toe frappant hoe de auditieve aspecten van een mens aansluiten bij zijn visuele presentatie. Iets waar je, als je zelf niet visueel gehandicapt bent, nauwelijks bij stilstaat.

Het is door alle columns heen duidelijk dat Bijlo anders dan de gemiddelde medemens tegen de wereld aankijkt. Zijn onderwerpen zijn van alle uiterlijk vertoon ontdaan, waardoor de boodschap helder boven komt drijven. Geen schone schijn, maar de naakte waarheid. Weliswaar opgeleukt met de alom vertegenwoordigde humor, maar dat is noodzaak. Niet iedereen is tenslotte blind en kan zonder uiterlijkheden.

Beeld

Het werk van Bijlo, zowel zijn cabaret als zijn columns, is doordrenkt met zijn handicap. Het niet kunnen zien speelt een grote rol in het leven van de schrijver en daardoor ook logischerwijs in zijn teksten. Te veel nadruk op een handicap kan vervelend of aanmatigend worden, maar bij Bijlo is het mooi in balans. Hij maakt gebruik van zijn handicap – nooit misbruik.

Ook Vincent Bijlo heeft niet de waarheid in pacht, maar hij kan wel proberen je de ogen te openen. Het kan nooit kwaad eens anders tegen de wereld aan te kijken. Het wordt misschien wel tijd dat we eens beter naar andermans mening luisteren en daar niet meteen een aanval in zien. Zoals hij ook aangeeft in zijn column over de dood van Theo van Gogh. Het was niet het woord waarvoor hij gestorven is. Het was het beeld. Het beeld dat Van Gogh met de film Submission liet zien.

Theater / Achtergrond
special: Verslag van Boulevard 2005

Cultureel dwalen en vermaakt worden

~

Zo’n zeventig producties uit binnen- en buitenland passeerden van 5 tot en met 14 augustus de revue in de binnenstad van Den Bosch tijdens het succesvolle theaterfestival Boulevard. Optredens waren er van bijvoorbeeld de Bloeiende Maagden, Le Cirque de la Licorne, André Manuel, Dries Verhoeven, Productiehuis Brabant, de Wetten van Kepler en het Syndicaat. Verder werden er ook films vertoond, waren er concerten en beeldende kunst projecten te zien. Boulevard trok dit jaar ongeveer 95.000 bezoekers en 8WEEKLY was erbij.

13 augustus

Festival Boulevard heeft een geslaagde week achter de rug. Met een eigenzinnige en gevarieerde programmering van meer dan zeventig voorstellingen op verrassende locaties, een groeiend bezoekersaantal, waaronder meer jonge toeschouwers, en een prima sfeer staat Den Bosch weer op de theaterkaart. Het was goed toeven onder de torens van de Sint Jan.

Stichting Matzer – Tij

Foto: Joep Lennarts.
Foto: Joep Lennarts.

Na een welkomstbittertje aan dek van een klipperaak neem je plaats op de witte leren banken in het ruim. Daar ontwaken net een jonge vrouw en een oudere man uit de roes van hun one-night-stand. Wat begon als aangenaam pleziertje zie je ontaarden in een grimmige maar ook spetterende en tedere krachtmeting, waarin alles op het spel wordt gezet. Het schip koerst inmiddels de rivier af, er is geen ontkomen meer aan. De beide acteurs, met het publiek op de lip, staan op scherp. De tekst is helder maar suggestief. En de boot met de schipper achter het roer, het uitzicht door de patrijspoorten, en de toeschouwers worden subtiel opgenomen in het spel. Regisseur Jutten-Matzer bewerkte eerder Hokwerda’s kind voor het toneel, en de thematiek van Tij heeft veel met die van deze roman gemeen. Foute mannen liegen en bedriegen en laten zich niet kennen. Wat maakt ze toch zo onweerstaanbaar? Zijn vrouwen soms gewoon zo onverdraaglijk onnozel? Stichting Matzer kiest geen partij, maar licht een boeiend tipje van de sluier op. (Ellen op de Weegh)

Wende Snijders – Wende

Foto: Anne de Beus.
Foto: Anne de Beus.

Kun je naar La valse a mille temps luisteren en Brel bijna vergeten? Ja, dat kan, als je Wende ziet zingen. Wende Snijders is al veel bejubeld – en terecht. Haar prachtige stem combineert ze met een sensuele, bezielde vertolking van het Franse chanson. Behalve van Brel zingt ze nummers van onder anderen Piaf, Barbara en Montand. Zelfs als ze fluistert neemt ze moeiteloos de hele zaal in bezit. Haar gedreven performance en de opbouw van het programma (meerdere nummers achter elkaar zonder applaus) zorgen ervoor dat de voorstelling meer wordt dan enkel een serie liedjes. Ook de muzikanten (een altviolist, violiste, celliste, pianist en een percussionist die ook bugel en accordeon speelt) dragen hier aan bij met hun sterke spel en presentatie. Wende zong slechts één nummer in het Engels, en sprak heel even Nederlands, maar ook zonder de Franse taal die haar zo op het lijf lijkt geschreven, blijft haar talent overeind. Een vakvrouw met de vanzelfsprekende allure van een echte diva. (Ellen op de Weegh)

12 augustus

Het festivalterrein van Boulevard ziet er dit jaar bijzonder fraai uit. Behalve de bekende houten banken staan er ook ligstoelen onder de bomen en liggen er grote rubberen banden op kunstgras om lui in te hangen. Hoewel het bezoekersaantal boven verwachting is, is het nooit te druk om een hoekje te vinden waar je lekker kan zitten, kijken en napraten.

Het Syndicaat – Hoofse liefde/harde porno

Foto: Digibaan.
Foto: Digibaan.

“Ik zie,” zegt schilder/acteur Niek van der Horst terwijl hij de zaal rondkijkt, “dat er vanavond weer veel mensen op de titel zijn afgekomen.” Tijdens Hoofse liefde/harde porno ben je getuige van het ontstaan van een schilderij. De performance en het schilderij zijn iedere avond anders, omdat van der Horst zich laat inspireren door de improvisaties die componist Ivar van Urk ten gehore brengt. Het grote witte doek, waar het publiek omheen zit, vormt het speelvlak waarop schilder en muzikant het schilderij laten ontstaan. Van der Horst smijt de verf op de vloer, rent, kruipt en smeert. Van Urk speelt gitaar en synthesizer. Het lijkt een vrijblijvende improvisatie, deze twee mannen die wat rondlopen, wat spelen, wat doen, en veel over vrouwen praten. Maar de muziek is meeslepend en staat als een huis, en het schilderij dat je langzaam ziet opdoemen is krachtig en expressief. Er ontstaat iets dat groter is dan de makers zelf, en hoewel je er met je neus bovenop zit, blijft het scheppingsproces mysterieus. Er lijkt gevoeligheid en zoeken voor nodig te zijn, maar ook drift en confrontatie. Hoofse liefde/Harde porno is een mooie, fascinerende performance. (Ellen op de Weegh)

Relax

Waar de bands op het jongerenpodium regelmatig te kampen hebben met een beroerd podiumgeluid, hebben de Nederlandse soul/hiphoptoppers van Relax nergens last van. Ze staan als afsluiter op het Muziekpodium, midden op de Parade. De band, met als enthousiast middelpunt rapper Llewy is Sell, speelt enthousiast, maar zelfs hits als Mr. Sleeves krijgen het publiek nauwelijks mee. Ook de ingezette polonaise kan geen wonderen verrichten. (Linda van Loon)

11 augustus

Bij de halte van de pendelbussen naar de verschillende festivallokaties staat Frits. Gehuld in een fluorescerend oranje wegwerkershort, voorzien van pretogen en een stem als een klok zorgt Frits er hoogstpersoonlijk voor dat iedereen in de juiste bus terechtkomt. Het is aangenaam wachten bij de bushalte, bij Frits en zijn geregel. Zo aangenaam, dat twee nietsvermoedende mevrouwen nieuwsgierig dichterbij komen. ‘En waar wilt u graag heen?’ buldert Frits vriendelijk, ‘naar de Brabanthallen of de Verkadefabriek?’ De mevrouwen zwijgen en giechelen wat. Ze hoeven nergens heen, ze wachten op de voortzetting van deze leuke straattheateract. Maar ook dat kan geregeld worden. ‘Wilt u mijn achterkant dan misschien ook even zien?’ stelt Frits voor. De mevrouwen knikken besmuikt. Frits draait langzaam een rondje en krijgt applaus.

Silence is Sexy en Tom Musca

Speciaal voor jongeren heeft Festival Boulevard dit jaar een aparte plek ingericht. Bij Het Bossche Broek is naast een (concert)podium, ook een skateramp en ruimte voor graffitiartiesten te vinden. De lokatie is prachtig gekozen: aan de rand van het centrum, bij de oude stadswallen. Eén van de bands die hier spelen is Silence is Sexy. Deze formatie, die eerder al op Metropolis en Parkpop speelde, brengt nu-wave die momenteel behoorlijk populair is. Ofwel, deze Utrechtse heren gaan verder waar Joy Division ophield. Ook invloeden van Radiohead zijn duidelijk hoorbaar. Geheel in het zwart gekleed zetten ze, ondanks het matige geluid, een goede show neer. Silence is Sexy onderscheidt zich van bands als Interpol door de goede meerstemmige zang en het opvallende gitaarspel (met hulpstukken). (Linda van Loon)

Tom Musca houdt het bij zang en gitaarspel. Helaas heeft ook hij te kampen met een slecht geluid. Het volume staat te laag, waardoor de muziek van deze singer/songwriter naar de achtergrond wordt verdreven, en dit terwijl hij het best verdient om gehoord te worden. Zijn teksten worden echter onverstaanbaar en ik vraag me dan ook af of de mensen achterin door hebben dat er iemand speelt. (Linda van Loon)

Dries Verhoeven – Uw koninkrijk kome

Foto: Dries Verhoeven
Foto: Dries Verhoeven

Als ik na twintig minuten de witte bouwkeet weer uit duikel waar ik deze voorstelling heb beleefd, ziet het festivalterrein er ineens heel anders uit. Mijn ogen kijken anders, want mijn hart is gestolen. Verschrikt realiseer ik me dat er ook nog een stukje geschreven moet worden. Glad vergeten netjes op te letten. Met minieme middelen, met grote zorg voor details, met veel humor en een perfecte timing zorgt Uw koninkrijk kome ervoor dat je oprechte tederheid gaat voelen voor een onbekende, argeloze, willekeurige medebezoeker. Die overigens even verwonderd glimlachend de wereld weer in zweeft als jij. Dries Verhoeven is scenograaf en tovenaar en heeft haast niets nodig voor deze wonderlijk indringende ervaring. Hij zet enkel fijnzinnig en vakkundig je eigen verbeelding aan het werk. Op het Festival aan de Werf bewees hij overigens met Spoorzoeken dat hij ook in de gigantische ruimtes van het monumentale Spoorwegmuseum moeiteloos onder je huid kan kruipen. Wegens het succes van vorig jaar wordt Uw koninkrijk kome nu opnieuw op Boulevard getoond. Van mij mag dat volgend jaar best nog een keer. En in de tussentijd graag dit witte bouwkeetje op wintertour langs alle marktpleinen van Nederland. (Ellen op de Weegh)

Buringh, Bonarius en Nollen – Pain Perdu

~

Pain Perdu speelt zich af op een ‘geheime locatie’: een idyllisch binnenplaatsje, zo blijkt, waar de vogels zingen in het groen, de kippetjes worden gevoerd en een potje wordt gekookt. Er redderen twee vrouwen rond, wier leven een andere wending neemt met de komst van een energieke vreemdeling. De landelijke eenvoud krijgt een steeds raadselachtiger karakter en naarmate de voorstelling vordert, blijken de gebeurtenissen van een heel andere aard dan je in het begin had vermoed. Punten voor het vindingrijke toneelbeeld, het geluid en de verrassende special effects. Er werd niet veel toegevoegd aan de bestaande locatie, maar de uitwerking is maximaal. Het verhaal blijft echter luchtig, het vileine, de poëzie en de humor van de vertelling komen niet altijd even goed uit de verf. Wellicht komt dat omdat het spel van met name de twee actrices soms te wensen over laat. Met Pain Perdu krijg je een amusant sprookje op een bijzonder mooie plek voorgeschoteld. Met een geheimzinnig hapje toe. (Ellen op de Weegh)

10 augustus

Tot dusver zijn de weergoden Boulevard gelukkig goed gezind geweest. Met name bij voorstellingen die in de openlucht plaatsvinden blijft het altijd spannend hoe het weer uitpakt. Maar tot nu toe leek het soms zelfs op een zwoele zomeravond in de Brabantse hoofdstad. Als het tot zondag elke avond droog blijft, dan mag de organisatie van Boulevard wat dat betreft terugkijken op een geslaagde editie van het theaterfestival.

Fanfare Savale

Het grote muziekpodium op het festivalplein de Parade wordt woensdag afgesloten door Fanfare Savale. Dit Gypsy Speed-Brass-orkest uit een dorpje in Roemenië brengt met veel plezier haar snelle Balkanmuziek. De fanfare bestaat vooral uit wat oudere mannetjes die hun blaasinstrumenten buitengewoon goed beheersen. Jammer genoeg is niet de hele band aanwezig; enkele leden bleven in Roemenië, vanwege de hevige overstromingen daar. Toch komen de vaak enorm snel gespeelde nummers goed over. Men speelt nog Mesecina en Kalashnikov, die bekendheid verwierven via de soundtracks van Goran Bregovic. Waar de hippe Cubaanse band van een dag eerder nog wel wat heupen in beweging bracht, is de publieksparticipatie bij Fanfare Savale bedroevend. Snelle Balkanmuziek heeft kennelijk nog weinig zieltjes gewonnen in Nederland. Maar misschien ligt het ook wel aan het aanwezige publiek, waarvan minstens tachtig procent geen notie neemt van de muziek en voortijdig vertrekt. (Koen ter Heegde)

JUDKA – Lily

Foto: J. Venrooij
Foto: J. Venrooij

Voor het waargebeurde verhaal Lily maakte regisseur Judith Bruynzeels een rondreis door Europa, op zoek naar de geschiedenis van haar oma Lilian Cziffra. De ouders van Lilian waren Joodse zigeuners uit Hongarije. Sofie van der Vleuten speelt in een monoloog de rol van hun kleindochter Lily. Lily vertelt ons dat bij haar de feiten moeten kloppen tot in het kleinste detail. Als iets niet klopt, dan wil ze dat uitzoeken. Wanneer blijkt dat zowel geboorte- als overlijdensdatum van haar oma volgens de burgerlijke stand van de gemeente anders zijn dan zij dacht te weten, krijgt Lily twijfels over de waarheid. De regisseur gaat echter niet dieper in op de vragen die dat gegeven oproept: waar die verschillende data vandaan komen blijft een raadsel. De monoloog speelt zich af in een tuin. Het publiek komt daar binnen onder begeleiding van Hongaarse zigeunermuziek. Het verhaal van Lily is aangenaam om naar te luisteren, maar ook niet meer dan dat. Het half uur durende theaterstuk heeft een niets-aan-de-hand-sfeer. Niet spannend, maar wel een stuk met een sfeervol, zelfs romantisch karakter. Over het algemeen is dat acceptabel voor een echte zomeravondvertelling bij knetterend kampvuur. (Yoerak van Voorst)

9 augustus

Het theaterpubliek van festival Boulevard struint van de ene locatie naar de andere, om telkens weer nieuwe avonturen op cultureel gebied te beleven. Maar ook de gezelligheid is heel voornaam. Elke voorstelling laten we voorafgaan door een kopje koffie, als dat tenminste verkrijgbaar is. Helaas moet er nog wel eens naar gezocht worden. En na afloop doet een goed glas wijn wonderen bij het verwerken van alle culturele versnaperingen.

Het Loodztheater – Haverdromen

~

Wie graag verrast wil worden op Boulevard, moet naar Haverdromen gaan. Deze voorstelling wordt gespeeld op een geheime locatie. Het Loodztheater, dat voor de productie van Haverdromen verantwoordelijk is, begeleidt het publiek vanaf het festivalplein naar een achtertuin. Het decor is het huis van een jong stel dat kampt met relatieproblemen. De relatie van Oscar (Emile Jansen) en Sofia (Miriam van de Wiel) lijkt niet meer te lijmen. In een laatste poging neemt Sofia een week vakantie en gaat Oscar een week in therapie. Bij terugkomst doen beiden hun uiterste best om aardig te zijn. Woede-uitbarstingen gaan over tot liefkozingen. Dat wisselt soms erg snel en niet realistisch. Na een bekentenis dreigt het echt mis te gaan. Totdat Oscar en Sofia dan uiteindelijk de ‘haverdromen’, zelfgebakken koekjes, eten. Of hun relatie daardoor echt gered is? Daarover mag het publiek haar eigen oordeel vellen. Van oorsprong is Haverdromen, van de Zweedse schrijver Peter Barlach, een hoorspel. Het Bredase gezelschap Het Loodztheater heeft het stuk opnieuw bewerkt, waarbij de regisseur het intieme en voyeuristische karakter heeft behouden. Haverdromen is confronterend, ontroerend en intrigerend. Het is maar goed dat de voorstelling op vijf minuten lopen van het festivalplein wordt gespeeld, want juist die tijd is nodig om het verhaal te verwerken. (Yoerak van Voorst)

8 augustus

Het leuke aan festival Boulevard zijn de vele, soms verrassende, locaties waar de voorstellingen worden gespeeld. Het festivalplein op de Parade is het centrum en van daaruit kan de culturele zoektocht beginnen. Er rijden bussen langs alle locaties, maar je kunt natuurlijk ook op de fiets of lopend enkele voorstellingen bezoeken. Tenminste, als het niet om een geheime locatie gaat, want dan is het gezamenlijk vertrekken vanaf de Parade.

Compagnie KAiET! – Tour de Force

~

Hoera, de tour komt voorbij! De Belgische theatergroep Compagnie KAiET! verbeeldt in Tour de Force de wielrennerij van vlak na de oorlog. De burgemeester van een Belgisch dorpje in de buurt van Roubaix wil de bevolking na de zware oorlogstijd opvrolijken met brood en spelen. De Tour de France moet dat jaar het dorp passeren en of dat nog niet genoeg is, zal de zoon van de bakker meedoen. Zijn enige opdracht is het uitrijden van de Tour en als eerste over het dorpsplein rijden. Als hij daarin slaagt, wacht er een verleidelijke beloning op hem. Geert Hautekiet neemt het publiek mee naar 1948, en doet dat in zijn eentje. Hij neemt alle rollen op zich, en hij zingt, vertelt en bespeelt vele muziekinstrumenten. Erg leuk om te zien, is dat hij al fietsend een spoortreintje van wielrenners laat rijden. Als Nederlander is het eventjes wennen aan het platte Vlaamse accent van Hautekiet, maar na een kwartier weet je niet beter. Je hoeft geen fanatieke sportliefhebber te zijn om van deze voorstelling te houden. Het gaat om de kunst en charme van de wielersport. De monoloog eindigt met een soort balkonscène van de bakkerszoon. Met een fietspomp haalt hij geluid uit een langspeelplaat van Chopin, waardoor vrouwelijk schoon als verleidelijke beloning in het raam verschijnt. Met een vleugje humor en de melancholiek van 1948 is het spel van Hautekiet indrukwekkend voor elke theaterliefhebber. (Yoerak van Voorst)

7 augustus

Voor wie na de Parade zijn buik vol heeft van het flaneren, de ontelbare liters rosé en de (al te) licht verteerbare voorstellingen, is theaterfestival Boulevard in Den Bosch een verademing. Op het gezellig drukke festivalplein kun je gemakkelijk een plekje vinden, genieten van het gratis straattheater of je met ingenieuze behendigheidsspelletjes vermaken. De sfeer is gemoedelijk, de voorstellingen zijn prikkelend en zonder valse pretenties.

Theatergroep Max. – Vallende Meisjes

Foto: Joep Lennarts.
Foto: Joep Lennarts.

Boem! Daar vallen twee meisjes uit de lucht. Ze zijn terechtgekomen op aarde, in de woestijn. Waar komen ze vandaan, wat moeten ze doen op aarde en hoe komen ze weer terug op hun planeten? Over wat er gebeurt als er zomaar twee meisjes uit de lucht komen vallen maakte de Delftse jeugdtheatergroep Max. een schattige kleine voorstelling: Vallende Meisjes, geïnspireerd door Le Petit Prince, voor iedereen vanaf zes jaar. Kinderboekenillustratrice Annet Schaap vervult de rol van verteller en illustrator van het verhaal. In de loop van de voorstelling tekent ze het sprookjesachtige universum van de meisjes op een groot vel papier waar het publiek omheen zit. Het is spannend om te zien hoe de tekeningen van planeten, sterren en hun bijzondere bewoners geleidelijk aan vorm krijgen. De twee meisjes (José Kuijpers en Daniëlle van de Ven) willen terug naar hun planeten. De ene is rotsachtig met vulkanen, op de andere staat een bloem. Een kist, sterren tellen, een koning en een eeuwig ondergaande zon: op een luchtige, vrolijke manier worden de verhaallijnen uit De Kleine Prins in de voorstelling geweven. Met mooie, eenvoudige vondsten weten ze toeschouwers van alle leeftijden te verrassen. Jammer is echter dat de meer trieste passages uit het boek achterwege zijn gelaten, terwijl de vele wijsheden erin zijn gebleven. Want door een gebrek aan conflicten komen die wijze uitspraken net zo plotseling uit de lucht vallen als de meisjes zelf, en zo wordt Vallende Meisjes wel èrg zoet en schattig. (Sara van der Kooi)

De Bloeiende Maagden gaan vreemd met Bambie – Waan zin

Mime en cabaret. Twee theatergenres die ogenschijnlijk mijlenver uit elkaar liggen. Wat zou er gebeuren als je die twee samenbrengt? De meiden van het controversiële cabaretduo de Bloeiende Maagden en de jongens van de experimentele mimegroep Bambie stellen zich die vraag tijdens festival Boulevard. Iedere avond presenteren ze onder de noemer Waan zin de voorlopige vruchten van hun onderzoek. En hoewel nog lang niet rijp, zijn die vruchten zondermeer overrompelend.
Als inspiratiebron voor het onderzoek hebben deze vier theaterbeesten de film The Idiots van Lars von Trier genomen. Een groep mensen doet zich bewust voor als gekken omdat zij het gevoel hebben dat hun ‘binnenkant’ niet bij hun ‘buitenkant’ past. Met dit uitgangspunt zijn de Maagden en de Bambies aan het improviseren geslagen. Een waanzinnige keten van absurdistische, rauwe, smerige en vaak ontroerende scènes is het resultaat. Op de meest uiteenlopende manieren keren de spelers zich -fysiek en mentaal- binnenstebuiten.
Niet elke scène is even goed geslaagd: soms vervallen de spelers in hun bekende maniertjes van cabareteske teksten en slapstick en zakt de spanning weg. Maar op de momenten dat ze echt iets nieuws uitproberen en de grenzen van de theatraliteit opzoeken, spatten het spelplezier en de inventiviteit er vanaf. En gelukkig zijn er heel veel van dit soort momenten, want deze veelzijdige theatermakers halen echt alles uit de kast. Wie gefascineerd is door lelijkheid, rauwheid, zwarte, absurde humor en de schoonheid van het theatrale zoekproces mag dit kijkje in de keuken niet missen. (Sara van der Kooi)

6 augustus

Bekende plekken in de Bossche binnenstad bijzonder maken of bijzondere plekken bekend maken bij het theaterpubliek; dat heeft de organisatie van het theaterfestival Boulevard als doel gesteld. Een tent op het dek van een boot, een klein podium op het plein van de parade en de diverse theaters in de binnenstad van Den Bosch zijn de locaties waar de voorstellingen plaatsvinden. Het publiek wordt uitgedaagd om dagtochtjes langs deze voorstellingen te maken.

Kommil Foo & Katinka Polderman – Liedjes aan de keukentafel II

Foto: Diana Broeders.
Foto: Diana Broeders.

Vorig jaar maakten we tijdens Boulevard al kennis met Katinka Polderman. Zij was één van de gasten aan de muzikale keukentafel onder leiding van Gerard van Maasakkers. Dit jaar mag Katinka een publiekstrekker genoemd worden; in februari won zij immers het Leids cabaretfestival. Samen met de Vlaamse broers Mich en Raf Walschaerts, bekend als Kommil Foo, staat de kleinkunstenares drie avonden in het Koningstheater in Den Bosch. Polderman en de gebroeders Walschaerts leerden elkaar kennen tijdens academielessen en optredens. Als snel bleek de theatrale vonk over te slaan. Voor hen is het dan ook geen probleem om elkaars repertoire te spelen. Om er één nummer uit te lichten: Polderman zingt onder begeleiding van de Vlaamse broers over zinloos geweld. Over de hoop nooit te worden doodgeslagen, al is het alleen maar om te voorkomen dat er dan stille tochten, briefjes en bloemen voor haar zouden volgen. De drie kleinkunstenaars waren blijkbaar wel bang dat drie kwartier te lang zou zijn om louter liedjes te zingen. Het publiek moet ook vermaakt worden met cabareteske scènes, die bedoeld lijken als een adempauze. Het publiek moest er wel een beetje om lachen, maar echt hartelijk ging dat niet. Na het applaus kwam de verrassende toegift Uit moeders fotoalbum, dat echter niet zomaar een liedje bleek te zijn. Een toegift die meer laat zien dan muzikale woorden en klanken kunnen teweegbrengen. Ontroerende, gevoelige en leuke liedjes aan een gezellige ‘keukentafel’ op de Bossche Boulevard, waar Vlaamse en Nederlandse kleinkunst goed samen blijken te gaan.Naast Kommil Foo & Katinka Polderman wagen ook andere cabaretiers zich aan Liedjes aan de keukentafel II: André Manuel & Pepijn Koole en Theo Nijland & Pieter Derks. (Yoerak van Voorst)

Film / Films

Nieuwe dvd’s

recensie: My Girl // Jan Dara // Bright Future // Young Gods

.

My Girl (Fan Chan)

~

In deze Thaise film zien we het leven van Jan Dara in het Thailand van de jaren ’30 en ’40. Hij wordt door zijn vader verstoten omdat zijn moeder bij zijn geboorte is overleden, en zo moet Jan zonder echte ouders door het leven. Hij zoekt zijn troost in seks met verschillende vrouwen. Langzamerhand zien we hoe Jan verandert in de man die hij zo haat. De hoeveelheid seks die er te zien is, zorgde voor veel opschudding in het thuisland, maar naar Nederlandse maatstaven valt dit erg mee. Jan Dara is ook geen erotische film maar eerder een tragisch familieportret. En het is een mooi portret! Visueel is de film een waar genot. Het licht (of de afwezigheid daarvan) is schitterend en de beelden zijn prima geschoten. Ook het acteerwerk is uitstekend (met een enorme pluim voor Santisuk Promsiri die de rol van Jans vader vertolkt). Niet heel bijzonder of uniek, maar wel mooi. (Harrie de Vries)

Bright Future (Akarui miura)

(Kiyoshi Kurosawa, 2003 • De Filmfreak)

~

Kiyoshi Kurosawa begon zijn carrière als regisseur van horror en erotiek, maar heeft zich in het afgelopen decennium ontwikkeld als auteur van eigenzinnige en vaak raadselachtige, meer kunstzinnige uitbouwingen van genrefilms. Polariseerde Kurosawa met bizarre, ontoegankelijke producties als Cure en Pulse zijn publiek al behoorlijk, zijn laatste film zal hem ook weinig nieuwe bewonderaars opleveren. Bright Future vertelt het verhaal (bij wijze van spreken: het narratief is fragmentarisch) van een fabrieksmedewerker (Joe Odagiri) die geobsedeerd raakt door zijn kompaan (steracteur Asano Tadanobu), en vervolgens door diens huisdier (een giftige kwal) en vader (Tatsuya Fuji uit In the Realm of the Senses). Kurosawa presenteert absurde karakters en gebeurtenissen als grauw realisme, maar gebruikt net zo lief lyrische, surreële beelden en raadselachtige elementen. Waar het precies over gaat blijft onduidelijk: existentialisme, generatieverschillen, de onmogelijkheid van menselijke interactie? Een wisselend perspectief, een curieuze vertelwijze en ondoorgrondelijke karakters maken van Bright Future een intrigerend, maar afstandelijk schouwspel. De film wemelt van de metafysische implicaties en onduidelijke symboliek, en boeit zonder te beklijven.

Ook te koop in een speciale versie, voorzien van een zeer uitgebreide documentaire over de opnames van de film en Kurosawa’s carrière, en een fraai boekje met een bewonderende recensie. (Paul Caspers)

Young Gods (Hymypoika)

(Jukka-Pekka Siili, 2003 • Paradiso)

~

“Jonge viriele Finnen doen hun best”, zegt een van de personages uit Young Gods, doelend op de seksuele escapades van een groepje jongeren uit Helsinki. Hetzelfde kan niet gezegd worden van de makers van deze snel vergeten film. Een aantal verwende, verveelde jongens besluit hun geslachtsdaden te filmen, met alle gevolgen van dien. Het verloop van het verhaal doet in voorspelbaarheid, ongeloofwaardigheid en diepzinnige pretenties niet onder voor de mindere Hollywood-jongerenfilm waar we de laatste jaren mee overspoeld worden, de vormgeving evenmin. De functieloze look van Young Gods, met zijn glossy beelden, de snelle montage en vele zinloze close-ups – we hebben het allemaal al veel vaker in vergelijkbare films gezien, en het is nog steeds niet om aan te zien: even oppervlakkig als inhoudsloos. Tel daar nog eens een aantal matte vertolkingen van de jonge tv-acteurs bij op, en de indruk van een erg slechte film is onontkoombaar. Het is fijn dat er eindelijk eens een moderne Finse film in ons land uitgebracht wordt, maar jammer dat het zulke pretentieuze rommel moet zijn. (Paul Caspers)