Muziek / Achtergrond
special: A-capellagroep Off The Record stelt gewaagde debuut-cd voor

Fuck Voice Male

Bezwete blote bovenlijven, bier en testosteron: backstage ná een beklijvende show van de ‘harmonic beatboxband’ Off The Record. Meer dan tweehonderd mensen hebben in een zo goed als uitverkocht Cultureel Centrum De Mol in Lier een optreden gezien van een groep die wel eens dé revelatie van 2006 kan worden. Vier mannen die een compleet orkest neerzetten met niets dan hun lippen, longen en tongen. Toch hoort het publiek een voltallige band: drums, percussie, gitaren, blazers, bas, theremin, keyboards, lead en backing vocals. Het genre varieert van house, jazz, hip-hop, blues, bossa, bolero, reggae en mambo tot rap. Off The Record heeft net de zaal zowat afgebroken en dat is aan de sfeer in de artiestenfoyer te merken.

~

Het is een geweldig concept natuurlijk: vier versterkers op het podium, vier microfoonstandaards, vier zangers in een soort Brits schooluniform, inclusief zelf ontworpen Off The Record-wapenschild en een gespeeld conflict tussen underdog David Dermez en de rest van de band dat voor onophoudelijke lachbuien zorgt bij het publiek. “Natuurlijk is er gelijkwaardigheid in de groep.”, aldus Manou Kersting in een vreemde combinatie van plat Antwerps en plat Hollands. “Iedereen heeft zijn kwaliteiten en daarmee ook zijn inbreng. Muzikaal hebben we ook elk onze voorkeuren”.

Muziek in een ludiek jasje

De vier leden van Off The Record komen allemaal uit het theater. Jeroen Van Dyck is bekend als Fré uit Het Eiland, ingeweken Nederlander Manou Kersting was directeur Kleinkunst van Studio Herman Teirlinck en kennen we als Danny uit Matroesjka’s, Stijn Cole speelt mee in Geknipt voor de show op het Vlaamse Kanaal2 en David Dermez trok al verschillende keren Vlaanderen rond met kleinkunst- en cabaretvoorstellingen, zoals Vers Freud en Solo Slim. Samen maakten ze onder de naam Podium Modern meerdere theaterstukken.

Off The Record brengt tussen de nummers door bijzonder grappige sketches. Manou: “We komen uit theater en kunnen daar mee omgaan. Veel orkesten of bands kunnen dat niet en dan krijg je nogal snel ‘een platgeslagen boel’. Ze zeggen niets en spelen door, of ze zeggen iets heel doms. Wij zorgen tussen de nummers in voor een ontspannend rubriekje. De mensen lachen even en krijgen dan weer twee nummers te horen.”

Vergis je niet. Off The Record is in de eerste plaats muziek. “Het fijne aan zo’n show is dat we geen theatrale boog moeten maken, de muziek zit letterlijk in onze binnenzak. Een toneelvoorstelling na een maand terug oppikken is niet vanzelfsprekend, bij een concert daarentegen word je warm door het eerste nummer en ge zijt aan ’t vlammen hé. Wij doen ook geen opwarmingsoefeningen. Als wij een maand niet gespeeld hebben, dan hebben we het moeilijk want dan moet onze stem terug rauw gemaakt worden”. Jeroen Van Dyck begint op de achtergrond al lachend toonladdertjes te zingen. Manou die zich blijkbaar tot woordvoerder van de groep heeft ontpopt gaat onverstoord verder: “De combinatie met ons acteerwerk maakt het druk, maar we zien onszelf niet méér als acteurs dan als muzikanten. We zijn altijd met muziek bezig geweest. Het gebeurde wel meer dat ik een rapke deed en Stijn een beatboxke en dat voelde zo goed aan dat we dachten: daar moeten we iets mee doen! Met Trio Solo, de tweede productie van onze theatergroep Podium Modern, zijn we dat bewuster gaan aanpakken. We merkten dat het een gigantisch succes was. Toen hebben we beslist om daar een hele show rond te maken.”

Over sex en A-capella

Oorspronkelijk werd Off The Record aangekondigd als de nieuwe show van Podium Modern. In een niet echt geslaagde poging dit nader uit te leggen mengt Stijn Cole zich in het gesprek: “Off The Record is off the record begonnen, als nevenproject. Voor Trio Solo hebben we een aantal nummers geschreven, maar dat was zeker toen nog echt off the record.” Gelukkig is er Manou nog, die het helderder formuleert: “Eind december stopt Podium Modern; we hebben geen subsidies meer aangevraagd. Off The Record is de nieuwe groep.”

Op 16 november werd hun debuutalbum aan de pers voorgesteld. Het publiek ging uit het dak, de reacties in de pers zijn voorzichtig enthousiast. Zo meldt De Standaard dat je vaak niet eens merkt dat je naar een zuiver vocaal nummer zit te luisteren. “Een mooier compliment kan je de heren eigenlijk niet geven, maar het impliceert wel dat de live-reputatie van Off The Record wellicht altijd de overhand zal blijven houden”. Jeroen is blijkbaar de enige van de groep die nog geen recensies heeft gelezen, hij trekt ze zowat uit mijn handen. Stijn: “Ja, ‘t is gene video hé. Als je weet wat we doen, dan luister je anders naar de cd. Op cd kunnen we nooit even goed zijn als live. Live is het immers zó magisch.” Manou: “Het is een ander concept. Ik vind die meningen allemaal heel interessant, maar we zijn er niet mee bezig. We hebben geprobeerd dat als mensen onze cd opzetten, ze een nummer horen. Live krijg je een topshow te zien, maar dat is een ander gegeven.”

Mijn favoriet op het album is Touch me, een nummer dat begint als een vrolijk zomerdeuntje – zo typisch voor de vaak erg commerciële en melige a-capellagroepen. Het eindigt echter als een gorilla die over seks zingt. Manou: “Touch Me is gewoon een kreet voor seks! Toen ik dat nummer geschreven heb, was het een hete zomer en ik liep met een hele dikke kloplul in mijn broek. Ik dacht: “I need to fuck today!“. Bovendien ben ik ongelooflijk gek op latino-ritmes. Dat is ook het enige wat ik nog graag dans – je hebt tenminste met zijn tweeën wat te doen. Vandaar de salsa en merengue in het lied.” Stijn: “Ik vind het wel verschrikkelijk…” Hij heeft het duidelijk veel minder begrepen op traditionele a-capellagroepen, maar wordt onderbroken door Katleen Michiels, de manager, die net binnenkomt. “Het was weeral geweldig hé, de mensen waren zeer content”. Gelukkig gaat Stijn onverstoord voort met wat een lichtjes fantastische monoloog lijkt te worden: “Ik vind het wel verschrikkelijk dat wij geassocieerd worden met zulke groepen. Blijkbaar is het niveau van de a-capellabands in Vlaanderen zéér laag. Je hebt Voice Male, Reset [met ex-leden van Voice Male en The Flying Pickets, NVDR] en dan houdt het zowat op. Zij hebben heel het circuit vervuild!” Hilariteit bij de andere drie. “Nu moeten wij daar tegen vechten. We stonden onlangs samen met Reset geboekt: dat was écht (pauzeert even), écht gênant! – Fuck Reset, Fuck Voice Male!”

Overgrenzen

De internationale ambities van Off The Record zijn groot, maar realistisch. Een terug gekalmeerde Stijn: “Als je in het buitenland wilt spelen, moet je eerst op een groot festival als Avignon of Edinburgh geraken, ofwel moet je een impresario vinden die gigantisch veel tijd in je steekt. Daar zou enorm veel energie in kruipen en onze tijd gaat naar de concerten. We zullen al blij zijn als we Nederland kunnen veroveren. Als je daar doorbreekt, speel je 120 concerten per jaar, nu zitten we aan 12 of zo. Het maakt voor ons niet zo uit of we dan cabaretpubliek aantrekken of niet. Concertzaal, theater, het maakt echt niet uit. Omdat het muzikaal entertainment is, trekken we niet alleen jonge, maar ook oudere mensen aan, er zitten soms kinderen in de zaal, soms ouden van dagen. Als je van muziek houdt, ben je mee. Zo zag je op Pukkelpop dit jaar duizend man de lucht in vliegen.”
“Duizend?”
“Drieduizend!”
“Nog Meer!”
“Zesduizend!”
“Zes-honderd-duizend!”
Manou: “Volgend jaar willen we zeker op Werchter spelen en als het kan ook op Pinkpop”.

Boeken / Non-fictie

Lof van de gezapigheid

recensie: Maarten van Rossem - De wereld volgens Maarten van Rossem

Vorig jaar schreef historicus Maarten van Rossem een essay over de staat van het vaderland. Aangevuld met wat mengelwerk verscheen het nu in een nieuwe editie, waarin zoals gebruikelijk de relativerende toon overheerst, en waarin we ook de mens achter de commentator wat beter leren kennen.

De immer in het zwart geklede Van Rossem toont zich opnieuw het tegenoverstelde van een onheilsprofeet. Een les die de geschiedenis ons leert, is dat het eigenlijk altijd best wel meevalt – dat is de toon die uit veel van de teksten klinkt. De stukken verschenen in diverse media, wat meteen het verschil in aanpak verklaart. Voor wat de inhoud betreft vertonen ze verder een opmerkelijke eenheid. In de GPD-bladen schreef hij wat losse kanttekeningen bij het nieuws, de Nederlandse editie van Scientific American vereiste een wat meer wetenschappelijke benadering, en dan zijn er ook nog wat speciaal voor deze uitgave geschreven beschouwingen.

Het mooiste klimaat ter wereld

~

Van Rossem is vooral iemand die, waar iedereen staat te juichen dan wel schelden, zijn kritische kanttekeningen plaatst. Het is dan ook weinig verrassend dat hij – heel verstandig – de heisa rond de vermeende menselijke bijdrage aan het broeikaseffect op historische gronden bagatelliseert (dat hij niet verder kijkt dan de inmiddels ook door de oplichters van Greenpeace gerelativeerde hockeystick van Mann zij hem vergeven), of dat hij zich bijna boos maakt over het hameren op de noodzaak van bestuurlijke vernieuwing (nergens goed voor, volgens Van Rossem hebben we juist minder democratie nodig – en geef hem eens ongelijk), en dat hij met dédain kijkt naar het monarchistische circus. Van Rossem toont zich uitermate tevreden met ‘het mooiste klimaat ter wereld’ dat wij hier genieten.

Die houding van verheven afstandelijkheid slaat soms door in overdreven simplisme, bijvoorbeeld waar hij de problemen van de integratie en immigratie afserveert, maar is in de meeste gevallen in ieder geval verfrissend – zeker in de context van een voortdurend kortzichtig mediabombardement. Wat we tot onze eigen geruststelling ook nog uit de geschiedenis kunnen leren, is dat het niet eens zo verschrikkelijk veel uitmaakt wat we zelf doen. Meestal komt het allemaal vanzelf goed.

Escapist

Aardig en interessant, hoewel iets te opsommerig, maar toch bovenal onthullend is zijn persoonlijke leesgeschiedenis. Épater les intellectuels lijkt hier het motto, want als Van Rossem al een echt boek las, dan vond hij het helemaal niets. Verder is het stripverhalen, Tolkien, SF en vakliteratuur wat de klok slaat:

In de laatste twee jaar van de middelbare school ben ik ook aan de literatuur begonnen, al ging het aanvankelijk niet om meesterwerken uit de wereldliteratuur. Ik herinner mij Het stenen bruidsbed van Mulisch (…)

~

De boeken die hij wel koestert en is blijven koesteren, schetsen bij elkaar opgeteld het beeld van een escapist, met een hang naar het conservatieve, naar de kleine gemeenschap van Winnie de Poeh en De Wind In De Wilgen: de bedaarde, gezapige gemeenschap waar zich alleen kleine drama’s afspelen en waar alles goed afloopt. Nostalgisch, dat ook, maar dan naar een wereld die nooit heeft bestaan. Van Rossem beperkt zich tot de letteren, maar zou hier met gemak ook een mooi uitstapje hebben kunnen maken naar de zogenaamde ‘progressieve’ muziek uit de – uiteraard zwaar overschatte – jaren zestig, die in retrospectief ook niet meer is dan een verlangen naar een zeer burgerlijke wereld. Genesis’ Selling England By The Pound, de lieflijke plattelandssprookjes van bands als Pink Floyd en Yes mochten indertijd reuze revolutionair zijn en een eigen subcultuur vertegenwoordigen, terugkijkend is het allemaal zo klein en overzichtelijk dat het haast lachwekkend is. Alweer een conclusie die naadloos past in de wereld volgens Van Rossem.

Kunst / Expo binnenland

GLOBAL TOUR, Art, Travel & Beyond

recensie: De wereld als 'a global village'

De wereld ontwikkelt zich steeds meer tot een global village. Of je nu in Tokyo, Moskou, Amsterdam of Kopenhagen bent, overal kun je dimsummen, snacken bij McDonald’s of kiezen voor de Mexicaan. Toerisme kan worden gezien als een belangrijk aspect van de oprukkende globalisering. Omdat het toerisme zo’n grote impact heeft op het hedendaagse bestaan, is het wereldwijd een geliefd onderwerp van jonge kunstenaars. In de tentoonstelling GLOBAL TOUR, Art, Travel & Beyond, een tentoonstelling te zien in W139 in het Post CS gebouw te Amsterdam, is werk bijeengebracht van twintig kunstenaars die zich allemaal op eigen wijze met dit thema bezighouden. Het idee en de samenstelling zijn afkomstig van de Franse curator Amiel Grumberg (1980-2004).

Uitnodiging 'GLOBAL TOUR, Art Travel & Beyond', ontwerp Mircea Cantor, 2005
Uitnodiging ‘GLOBAL TOUR, Art Travel & Beyond’, ontwerp Mircea Cantor, 2005

De behoefte om er op uit te trekken en andere landen en culturen te ontdekken, bestaat sinds mensenheugenis. Van oudsher reisde men om zijn macht en/of rijkdom te vergroten, handel te bevorderen, het geloof te verbreiden, de wereld in kaart te brengen en om wetenschappelijke kennis te vergaren. In de 21e eeuw, de eeuw waarin naast land -, zee -, lucht – en ruimteroutes ook digitale snelwegen te bereizen zijn, hoeft men de deur bijna niet meer uit. Toch wordt er meer gereisd dan ooit. Een weekendtrip naar Barcelona in het voorjaar, een zomervakantie naar Bali, een weekje Malediven tussendoor en een skivakantie naar Tirol in het najaar: de westerse mens is druk op weg te evolueren tot homo toeristicus.

De Homo toeristicus

Het toerisme zoals we dat nu kennen, het reizen voor ontspanning, is – zeker voor de middenklasse – een relatief recente ontwikkeling. Zestig jaar geleden werd het in Nederland nog als exotisch ervaren wanneer je ‘op vakantie’ ging naar landen als Spanje of Portugal. Nu is geen plek op aarde meer veilig voor de westerse toerist (lees: de ultieme consument). In ruil voor geld verwacht de homo toeristicus terecht te komen in een paradijs, of een aantal intense uitheemse ervaringen op te doen (denk aan het eten van apenhersens of het bedwingen van de Mount Everest). Reizen naar Indonesië, Australië of Thailand zijn in het afgelopen decennium de normaalste zaak van de wereld geworden. Dit zorgt er niet alleen voor dat iedere boerenlul zich een wereldburger waant, het zorgt ook voor standaardisering, enorme milieuvervuiling en mondiale terrorismedreiging.

Alberto Baraya, Amsterdam Imaginary Map (2005). Foto: Henni van Beek
Alberto Baraya, Amsterdam Imaginary Map (2005). Foto: Henni van Beek

Alberto Baraya

Grumberg vond in Amsterdam de perfecte locatie voor het Global Tour project, aangezien de stad duidelijk aan de wensen van de toerist tegemoet komt. Het was zijn bedoeling om met het project een dialoog tot stand te brengen tussen de kunstruimte en de toeristische omgeving. Dit streven komt duidelijk naar voren in het werk dat globetrotter Alberto Baraya (Colombia, 1968) voor de presentatie maakte. Hij liet een alternatieve kaart van Amsterdam maken, waarop hij op verschillende plekken toeristische hoogtepunten uit andere populaire westerse steden integreerde. Deze kaart laat hij achter op plekken waar veel toeristen komen om hen bewust te maken van hun stereotype gedrag. Op die manier tracht hij de dialoog over toerisme op gang te brengen.

Manit Sriwanichpoom, Pink Man in Paradise, serie kleurenfoto's (2003). Foto installatie: Henni van Beek
Manit Sriwanichpoom, Pink Man in Paradise, serie kleurenfoto’s (2003). Foto installatie: Henni van Beek

Manit Sriwanichpoom

Kunstenaar Manit Sriwanichpoom (Thailand, 1961) bekritiseert het toerisme in zijn geboorteland al jaren. In de tentoonstelling is de fotoserie Pink Man in Paradise te zien. Op allerlei toeristische hotspots in Thailand zien we telkens een man gekleed in een schreeuwend fuchsia pak met een winkelwagentje in dezelfde kleur. De man staat voor overvloed en vulgariteit en, aldus Sriwanichpoom, op die manier voor de hedendaagse (westerse) mens. De foto’s maken de tweeledigheid van het toerisme zichtbaar. De rücksichtslos consumerende toerist shopt wat rond op zoek naar de hoogtepunten van een land, maar is blind voor de het feit dat natuur en cultuur hier flink onder te lijden hebben.

Nika Spalinger

“Art and Tourism have a lot in common. They are unnecessary but very important for the projection of dreams, hopes and longings. They allow us to escape our everyday-life, to live new experiences, away from home and from people that now us to well, we can play a new role, live aspects of our personality that are normally hidden or surpressed” (Nika Spalinger, 2005)

Nika Spalinger, Nika's Travelagency (2005). Foto installatie: Henni van Beek
Nika Spalinger, Nika’s Travelagency (2005). Foto installatie: Henni van Beek

Nika’s Travelagency van Nika Spalinger (Zwitserland, jaartal onvermeld) is het hoogtepunt van de Global Tour tentoonstelling. In een kleine ruimte met op de tafel onder andere een diskman, kun je plaatsnemen, de diskman aanzetten, je ogen sluiten en binnen een tijdsspanne van vijftien minuten een reis ervaren. Je kunt onder andere kiezen uit een pelgrimstocht en een avontuurlijke reis. Na je keuze loodst een stem je door de reis. Met behulp van vragen, laat de gids je de reis voor een groot deel zelf invullen, maar de aard van de vragen zorgt voor een raamwerk, waarbinnen je je fantasie de vrije loop kunt laten. Buiten haar reisbureau toont Spalinger video-opnames van mensen, die één van haar reizen maken en hierover vertellen. Spalinger maakt je er opnieuw van bewust dat je niet ver weg hoeft te gaan om te reizen. Het daadwerkelijke reizen gebeurt in je eigen hoofd.

Global Tour

Daarnaast komen China (in het werk van Hong Hao) en Japan (in het werk van Candice Breitz) uitgebreid aan bod en wordt ook het onderwerp migratie niet uit de weg gegaan. Het indrukwekkende videowerk Migrosophia van Zeigam Azizov (Azerbeidjaan, 1963) handelt bijvoorbeeld over dit thema. De stroom van videobeelden waaruit Migrosophia is opgebouwd, varieert van straatimpressies van Berlijn, Londen en Istanbul tot beelden van het interieur van internetcafés en bibliotheken. Door de combinatie met muziek en wetenschappelijke teksten over het thema ontstaat een indringend geheel, dat naar voren brengt dat ’thuis’ voor velen een begrip is dat alleen nog in gedachten ervaren kan worden. Martin Krenn (Oostenrijk, 1970) snijdt in City Views – A Photoproject: migrant perspectives het thema op een andere manier aan. Te zien is een slideshow van foto’s van locaties die migranten op allerlei plaatsen ter wereld als specifiek ervaren voor hun ‘gastland’. Op een handout zijn de bijbehorende kritische kanttekeningen van de betrokken migranten te lezen, waaruit hun visie op het land duidelijk wordt. Zowel het werk van Azizovs als dat van Krenn is interessant, maar past qua thematiek niet volledig bij de andere werken op de tentoonstelling (waarbij het toerisme centraal staat). Hierdoor staan deze kunstenaars wat los van de rest, wat de eenheid van de presentatie aantast.

De tentoonstelling in W139 toont een bijzondere selectie van kunstenaars, die zich met het toerisme bezighouden. Een ieder die regelmatig een verre reis maakt en beweert daar rijker vandaan te komen, zou deze tentoonstelling moeten bezoeken om eens werkelijk tot bezinning te komen.

8WEEKLY

Crazy 88

Artikel: De beste 88 van 2005: dag vier

Eigenlijk is het waanzin, alle kunst- en cultuurdisciplines op een hoop gooien in een grote eindejaarslijst, maar we deden het toch. 8WEEKLY maakte een lijst voor eenentwintigste-eeuwse culturele alleseters: de Crazy 88. In deze democratische samengestelde lijst staan achtentachtig cultuuruitingen die de redactie om welke reden dan ook belangrijk vond voor 2005. Er kan over de inhoud gediscussieerd worden, en we kunnen je vertellen: er ís flink over gediscussieerd. Maar we vinden uiteindelijk wel dat de Crazy 88 een mooi beeld geeft van het afgelopen jaar. De Crazy 88 wordt gepubliceerd in vier delen. Vandaag, als afsluiter van het jaar, deel vier met de nummers 22 tot en met nummer een.

88-67 | 66-45 | 44-23 | 22-1

22: System Of A Down – Mezmerize/Hypnotize

~

cd.gif Het stel Armeense Amerikanen van System of a Down bokste het dit jaar voor elkaar een dubbelalbum op te nemen dat in twee delen werd uitgebracht. Een lange lente en zomer lag er tussen het eerste vrij eclectische deel Mezmerize (waarmee ook de hit B.Y.O.B. werd gescoord) en het tweede deel Hypnotize, dat wat meer metal-geluid laat horen. System of a Down liet met deze combinatie horen nog heer en meester te zijn als het aankomt op het schrijven van vervreemdende, hitgevoelige metalsongs. (Michel Romeijn

Lees ook de recensies van Mezmerize en Hypnotize.

21: Broken Flowers – Jim Jarmusch

~

film.gif Jim Jarmusch verraste ons dit jaar met Broken Flowers. Publiek en critici waren lovend, zowel over Jarmusch’ regie (Gouden palm voor Beste Regisseur op Cannes) als over Bill Murrays hoofdrol. En terecht! Murrays vertolking van de verveelde miljonair die op zoek gaat naar de moeder van zijn zoon is het toppunt van minimalistisch acteren. Met heel weinig middelen (een opgeheven wenkbrauw is al genoeg) weet hij de juiste snaar bij de kijker te raken. De zoektocht brengt hem langs al zijn ex-geliefdes, die allemaal op hun eigen manier hun leven op de goede weg proberen te houden. Kijken naar Murray en zijn tegenspeelsters (waaronder Sharon Stone) levert een heerlijke gevoelscocktail van medelijden, melancholie en nostalgie op. De film heeft een perfect ritme te pakken en blijft lang doorklinken. Daarmee is het een prachtige verbeelding van vergane glorie en uitzichtloosheid. (Matthijs Rijpma)

Lees ook onze recensie

20: JK Rowling – Harry Potter and the Half-Blood Prince

~

boek.gif Na de eerste vijf delen was het natuurlijk al wel duidelijk: JK Rowling schrijft spannende, meeslepende kinderboeken. Het lijkt wel alsof zijzelf nu pas begint te geloven dat het geen toevalstreffer was, want terwijl de eerste Harry Potters nog min of meer op zichzelf kunnen staan, is daar in deel zes geen sprake van. Lijntjes worden binnen gehaald, afgemaakt en opnieuw uitgezet, om (hopelijk) in deel zeven met een achtbaanvaart richting de ontknoping te leiden. Harry Potter and the Half-Blood Prince is onontbeerlijk in de serie, maar het is niet de meest spannende Potter. Anderzijds is het een heerlijk boek voor diegenen die Harry Potter al sinds zijn tiende volgen – en laten we wel wezen, waarschijnlijk vallen alle lezers van dit zesde deel in die categorie. Harry wordt langzaam volwassen, de liefde doet serieus haar intrede, evenals Hij Die Niet Genoemd Mag Worden. Laat je meevoeren op de langzame rit naar de top van de achtbaan… Het is nu wachten op deel zeven! (Katrijn de Ronde).

Lees ook onze recensie

19: Kaiser Chiefs – Employment

~

cd.gif Uit het niets kwamen dit jaar de Kaiser Chiefs naar boven drijven. Hun eerste plaat genaamd Employment werd in heel Europa goed ontvangen. Het was dan ook niet voor niets dat de band deze zomer op zo’n beetje alle grote festivals speelde. Zanger Ricky Wilson deed dat met zo veel verve en enthousiasme dat hij er op Lowlands zijn voet bij kneusde. Binnenkort mogen de Kaiser Chiefs zelfs de Heineken Music Hall vullen en dat terwijl de band in april nog op het showcasefestival London Calling stond. De Kaiser Chiefs zijn niet voor niets plotseling zo populair. Hun debuutalbum staat vol met lekkere, vooral uptempo nummers met een hoog meezinggehalte, zoals de singles I Predict A Riot en Everyday I Love You Less And Less. Stuk voor stuk vrolijke, springerige Britpopnummers over het leven in Groot-Brittanië. Het gevoel van de hoogtijdagen van Blur en Supergrass is weer helemaal terug. Dank u, Kaiser Chiefs! (Tsjalling Venema)

Lees ook onze recensie

18: Isabella’s Room – Needcompany

~

theater.gif (foto Maarten van den Abeele) De Belgische theatermaker en beeldend kunstenaar Jan Lauwers zet in Isabella’s Room een deel van de van zijn vaders geërfde etnologische collectie als decor
op het podium. Tussen walvispenissen, gebalsemde schildpaddenkoppen en Afrikaanse maskers dansen, zingen en spelen de Needcompany-acteurs dat het een lieve lust is. Vooral actrice Viviane de Muynck trekt met haar fantastische spel de aandacht. In de Nederlandse schouwburgen is dit soort theater eigenlijk te onbekend; tot een grote en mooie productie als Isabella’s Room kom je slechts met veel lef, tijd en experimenteerzin. In Nederland is daar soms te weinig aandacht voor. Vandaar ook dat op het jaarlijkse Theaterfestival, waar de beste Belgische en Nederlandse voorstellingen staan, de Nederlandse delegatie erg beperkt was. Lauwers vierde er zijn hoogtepunt, 8WEEKLY was er bij. (Jan Auke Brink)

Lees ook onze recensie.

17: Louis Paul Boon – Te oud voor kamperen? en andere verhalen

~

boek.gif Helaas net buiten de top tien, maar toch: het kleine mannetje met zijn rare stemmetje en eeuwige maagkwaal staat in de Crazy 88. Louis Paul Boons bijtend ironische proza uit het vijfde, maar eerstverschenen deel van het Verzameld Werk, vormt een perfecte inleiding tot de rest van zijn oeuvre. In Te oud voor kamperen? en andere verhalen schrijft de ‘nihilist en viezentist’ uit Aalst met gevoel voor zelfspot over het leven gelijk het is – over zijn venijnige maagkwaal, over de kampeertocht met zijn vrienden van de Kapellekensbaan in de Ardennen, over de uitleenbibliotheek die hij met zijn vrouw Jeanne opzette. Fictie vermengd met autobiografische elementen, doordrenkt met een flinke hoeveelheid ironie en dat alles op papier gekwakt in een ‘opengeklakte’ taal, die de werkelijkheid in al zijn onregelmatigheid en chaos aan de lezer presenteert. Deze grote romanvernieuwer had zeker niet mogen ontbreken; we wachten met smart op het volgende deel met de Onkruid-romans. (Carien Gibcus)

Lees ook onze recensie

16: Rufus Wainwright – Want Two

~

cd.gif 2005 was onmiskenbaar het jaar van Rufus Wainwright. Hij bracht het tweede deel van zijn Want tweeluik uit, hij tourde onder meer door Nederland en overal leken documentaires op te duiken over deze jonge muzikale grootheid. Met zijn uiterst persoonlijke teksten (onder meer over zijn seksuele geaardheid en zijn bekende familie) en zijn unieke symbiose van Jeff Buckley, vaudeville, folk, Disney en noem maar op, is hij met recht een van de grote muzikanten van deze tijd. De muziek van Rufus Wainwright is toegankelijker, doch intelligenter dan die van veel van zijn tijdgenoten en zijn optredens zijn overweldigend: bloedmooi en highly entertaining. Elton John noemde hem de beste songwriter ter wereld en die man weet waarover hij het heeft. (Mark Hospers)

Lees ook onze recensie

15: Het temmen van de feeks – Toneelgroep Amsterdam

~

theater.gif Een spetterende en eigentijdse Feeks zet Toneelgroep Amsterdam neer in dit derde deel van het huwelijksvierluik. De jongelingen van Padua zijn brallende corpsballen in Oranje-boven tenues geworden en de zusjes Katharina en Bianca worden temidden van hun gespot, geslemp en machtsspelletjes uitgehuwelijkt aan de hoogst biedende. Een slecht begin voor een liefdevolle verbintenis, maar toch lukt het Toneelgroep Amsterdam om de onconventionele passie die er tussen de gewelddadige Petruchio en de dwarse Katharina ontstaat gloedvol en meeslepend neer te zetten. Overgave wint het van berekening en eigenzinnigheid van maatschappelijke conventie. Een intense ode aan de liefde. (Ellen op de Weegh)

Lees ook onze recensie

14: Batman Begins

~

film.gif De twee geweldige Batmanfilms van Tim
Burton (Batman en Batman Returns) werden opgevolgd door twee bijzonder beroerde Batmanvertellingen van Joel Schumacher. Na het daaropvolgende debacle van Catwoman werd het – terecht – even stil rond de vleermeneer. Gelukkig hervond Warner Bros. zich via Christopher Nolan (Memento en Insomnia) met een donkere en schizofrene Batman – Christian Bale – in Batman Begins. Deze Batman is overtuigend en geloofwaardig, op
sommige momenten zelfs ronduit angstaanjagend. Op een hier en daar wat pathetische scriptregel na (“Uw opa gebruikte deze trein om bevrijde slaven te vervoeren”) is Batman Begins een ijzersterke voortzetting van de traditie. Een hele geruststelling. (Aryen Meijer)

Lees ook onze recensie van Batman Begins en van de recent uitgebrachte speciale edities van de eerdere Batmanverfilmingen.

13: James Meek – Uit liefde van het volk

~

boek.gif James Meek schreef met Uit liefde van het volk een van de beste boeken van 2005. Het boek, waarin de meest basale menselijke eigenschappen (liefde, haat, idealisme en extremisme) onderzocht worden, stond jammer genoeg alleen in de longlist van de Booker Prize. Een gemiste kans voor hen, want Uit liefde van het volk was een goede kanshebber geweest. Naast een kijkje in de menselijke (extremistische) geest leert Meek ons en passant veel over de onbekende geschiedenis van Rusland, waarin castraten en kannibalen voorkomen. Het is dan wel geen aardig (kerst)sprookje, maar het mag niet ontbreken in deze lijst én in uw boekenkast. (Minte Kamphuis)

Lees ook onze recensie en ons interview met James Meek

12: Life, once more

~

De tentoonstelling Life, Once More: Forms of Reenactment in Contemporary Art die dit voorjaar te zien was in Witte de With in Rotterdam toonde een overzicht van werken rond een nieuw fenomeen binnen de kunst: re-enactment. Deze kunstwerken bestaan veelal uit (herziene) opvoeringen van belangrijke (kunst)historische gebeurtenissen en performances, veelal stammende uit de glorietijden van de performancekunst, de jaren zestig en zeventig. Door zoiets opnieuw op te voeren hopen kunstenaars het karige documentatiemateriaal van vroeger voorbij te streven, en de essentie van een kunstwerk of gebeurtenis te ondergaan. De heropvoeringen leveren hierdoor vaak een reflectie op een oud origineel. Hierdoor ontstaat een vreemde gewaarwording van authenticiteit. (Daniël Dennis de Wit)

Lees ook onze recensie

11: Barbara Stok – Nu we hier toch zijn

~

strip.gif Faalangst bij Triviant, de nadelen van verkering, meditatieles en zakendoen: voor alle verscheurden onder ons is ook Barbara Stoks tweede grote bundel een feest der herkenning. Meedoen of tegen de stroom in, grote roem of anoniem thuis met je hond: alle geweifel heeft weer een boel leuke stripjes opgeleverd. En is het met Barbara’s zakeninstinct ook in werkelijkheid zo slecht gesteld? Ja dus. Toen ik een tijd geleden via haar website het in eigen beheer vervaardigde Hippie bestelde, kreeg ik het gratis “want dit is toch het laatste exemplaar, en het komt toch in mijn bundel”. De drie euro vijftig werd binnen enkele dagen op mijn rekening teruggestort. Barbara Stok, de enige artiest in Nederland die collector’s items weggeeft aan vreemden. Hulde aan de onzakelijkheid! Leve de lol! (Aafke van Hoof).

Lees ook onze recensie

10: Bloc Party – Silent Alarm

~

cd.gif Na de release van hun eerste EP ergens eind 2004, zat de hele wereld handenwrijvend te wachten op het debuutalbum van Bloc Party. Op Silent Alarm manifesteert de band zich als eigenzinnige koning van de punkfunkrevival. Felle, gedreven, energieke muziek, waarin gerefereerd wordt aan onze helden van de late jaren zeventig en de vroege jaren tachtig zoals Gang of Four, The Cure, The Smiths en Joy Division. Silent Alarm is daarin zo overtuigend, dat het afgelopen jaar eveneens een geremixte versie van Silent Alarm verscheen, waarop dertien artiesten – waaronder Mogwai en Death From Above 1979 – ieder een nummer onder handen namen. (Lennard Dost)

Lees ook onze recensie

9: Super Night Shot – Gob Squad

~

theater.gif Afgelopen zomer in de binnenstad van Groningen had het je kunnen overkomen: ’s avonds laat wordt je bij de arm gegrepen door een eigenaardig mannetje met een videocamera in de hand, gekleed in een sjiek wit pak met een konijnenmasker op z’n hoofd. Hij vraagt je in het Engels of je behoefte hebt aan een held in je leven, en wat je antwoord ook was geweest, je was in ieder geval onderdeel geworden van een theatraal spektakel getiteld Super Night Shot van de Brits/Duitse groep Gob Squad. Vier acteurs met malle dierenmaskers trokken gewapend met camera’s door de stad. De missie: een van de vier moest een held worden. Dus werd er een PR-campagne voor de held opgezet, en werd er een slachtoffer gezocht dat gered kon worden. De vier wisten ondertussen voorbijgangers vast te leggen op momenten dat zij hun masker lieten vallen, gewoon op straat, in antwoord op simpele vragen als: “Hou je van iemand?” of “Wat zou je het allerliefste eens willen doen?”. Het was een van de hoogtepunten van het Noorderzonfestival van dit jaar, deze eigenzinnige, lichtvoetige, treffende voorstelling over het anonieme bestaan in de grote stad. (Wideke Piël)

Lees ook ons verslag van het Noorderzonfestival, waar we Gob Squad dit jaar in actie zagen.

8: Nicole Krauss – De geschiedenis van de liefde

~

boek.gif Eén keer in de zoveel tijd lees je een roman waar je echt van onder de indruk bent, en die meteen op je lijstje prijkt zodra je het vermoeden hebt dat de eindejaarslijstjes er weer aankomen. De geschiedenis van de liefde is zo’n boek: de personages zijn innemend, grappig en ontroerend, het verhaal zit goed in elkaar en de roman zet aan tot nieuwe gedachtes. Het is een verhaal over de liefde, over lezen en over de liefde voor lezen en schrijven. Terloops geeft Krauss nog een aantal leestips: haar inspiratiebronnen, waar je aan kunt beginnen zodra je De geschiedenis van de liefde verslonden hebt. (Wytske Visser)

Lees ook onze recensie en het interview met Nicole Krauss

7: Sin City – Robert Rodriguez

~

film.gif Lang leve Robert Rodriguez! Dankzij zijn sterke wil en fantastische geest, heeft de harde wereld van Sin City een verfilming gekregen die met recht de ultieme comicverfilming mag heten. Alles aan Sin City ziet er gelikt uit. De sfeer van de kille stad is perfect, maar ook de personages zijn tot in de puntjes uitgewerkt, en de dialogen en vele voice-overs mogen er zijn. Ook de muziek is goed gekozen: het maakt de film af en geeft hem nóg meer sfeer. Maar het meest opvallend blijven de kleuren. De gehele film is zwart-wit, waarbij de nadruk vaak meer op het witte dan op het zwarte ligt. Af en toe zijn details ingekleurd, zoals gymschoenen, lippen en ogen. Het resultaat is uniek. (Nora Sinnema)

Lees ook onze recensie

6: Sufjan Stevens

~

concert.gif Je kon in 2005 moeilijk om Sufjan Stevens heen. Come on feel the Illinoise, zijn tweede plaat in de reeks over de vijftig staten van Amerika, sloeg in als een bom. Stevens weet een dikke zeventig minuten vol te stoppen met de mooiste muziek die de Verenigde Staten dit jaar te bieden had. En dat deed hij op een overwegend positieve manier. Sufjan Stevens is een gelovige, rare, ontwapenende jongen. Hij is de man die zijn christelijke geloof en zijn positieve kijk op Amerika uitdroeg in het idioom dat de westerling wél begrijpt: de popmuziek. Het concert dat Stevens in oktober samen met zijn band in Paradiso gaf was “verwarrend”, “onnavolgbaar”, “vol gespring, schoonheid en algehele schattigheid”. En dan hebben we het nog niet over de verkleedpartijen, pompoms en wapperende vlaggetjes. Sufjan Stevens is een fenomeen, iemand die met zijn andere kijk wel eens een groot stempel zou kunnen gaan drukken op de hedendaagse popmuziek. (Mark Hospers)

Lees ook onze concertrecensie

5: Finse kunst rond 1900

~

expo.gif De periode rond 1900 blijft een fascinerend tijdvak in de geschiedenis van de kunsten. Onderzoekers vinden steeds weer nieuwe vragen rondom de snelle opeenvolging van avant-garde bewegingen, en het grote publiek geniet van de prachtige, blijvende kunstwerken die er rond die tijd in grote getale ontstonden. Finse kunst rond 1900, een tentoonstelling die nog tot en met 29 januari te zien is in het Haagse Gemeentemuseum, is een overzicht van hoogtepunten uit de Finse schilderkunst van deze periode. In Finland blijkt een aantal kunstenaars gewerkt te hebben dat de concurrentie met de bekendere grootheden van het fin de siècle zeker aan kan, terwijl ze tegelijkertijd een typische Finse kleur in hun werk wisten te brengen. Het Gemeentemuseum bracht de kunstwerken samen in een overtuigende overzichtstentoonstelling, die vele tot nu toe onbekend gebleven schilders en stukken over het voetlicht brengt. Ga er heen nu het nog kan, en ontdek ze! (Wytske Visser)

Lees ook onze recensie.

4: Sideways – Alexander Payne

~

film.gif Twee uitgerangeerde kerels maken in de week voor de trouwdag van de één een tochtje door het wijngebied van Californië. Dat lijkt in een handvol woorden de samenvatting van Sideways, maar Sideways is zo veel meer. Schrijver/regisseur Alexander Payne maakte van de bizarre maar o zo realistische odyssee van Jack en Miles (de kerels in kwestie) een spiegel waarin wijzelf en ons banale bestaan haarscherp worden gereflecteerd. De film is niet alleen de grappigste sinds tijden maar ook nog eens de meest pure blik op het leven die ons in 2005 werd gegund. En daarom is Sideways met afstand de beste film van het jaar. (Melson Zwerver)

Lees ook onze recensie

3: De Meiden – Het Nationale Toneel

~

theater.gif Ik wist niet waar ik moest kijken met zoveel vrouwelijk bloot op het toneel. Wat zat ik ongemakkelijk op die stoelen. Na de voorstelling wilde ik maar één ding: zo snel mogelijk weg en een frisse neus halen. En nu, tien maanden later, is deze voorstelling me het meest bijgebleven van dit jaar. Een geweldig mooie, indringende voorstelling, waarin zó intens werd gespeeld. Emoties waren duidelijk te voelen. Geheel terecht ging dit jaar de Theo d’Or voor de beste vrouwelijke hoofdrol naar een van de zusjes uit De Meiden: Bien de Moor. Omdat de voorstelling op een plek werd opgevoerd met een beperkte bezoekerscapaciteit, werd het al snel intiem. De Meiden is niet heel vaak opgevoerd, omdat het voor de actrices zelf ook behoorlijk intensief was. Als je er niet bij kon zijn, heb je zeker wat gemist! (Nathalie van Eck)

Lees ook onze recensie

2: Arcade Fire – Funeral

~

cd.gif Waarom staat Arcade Fire met het album Funeral zo hoog in de Crazy 88 van 2005, boven prachtige hypes als Bloc Party en Kaiser Chiefs? Omdat de muziek van Arcade Fire gevoeliger en tijdlozer is. Niet alleen gebaseerd op hippe grote stromingen en namen uit de jaren zestig, zeventig of tachtig, maar veel en veel oorspronkelijker en persoonlijker. Arcade Fire is de hype voorbij en Funeral, over het leven dat niet altijd even mooi is en het soms ondraaglijke verlies, is een klassieker in wording. De ongebreidelde passie, de bijkomende grootse en meeslepende explosiviteit, de eerlijkheid, de kilte, de broeierigheid, het engagement en de romantiek maken Funeral tot de beste plaat van het jaar. (Mark Hospers)

Lees ook onze recensie

1: Tommy Wieringa – Joe Speedboot

~

boek.gifJoe Speedboot blijft hangen, dat vermoed je al als je het boek leest en het blijkt waar te zijn aan het einde van het jaar. Joe Speedboot verandert je wereld. Wie dit boek heeft gelezen kan niet meer door de uiterwaarden fietsen zonder naar boven te kijken, op zoek naar een ronkend vliegtuigje. Je móet voortaan even gluren naar de bovenarmen van rolstoelers, naar builen zware shag en aanplakbiljetten van buitenissige wedstrijden. Joe Speedboot is een roman over beperkingen en mogelijkheden in een oer-Hollands dorpje, doordrenkt van zwarte humor en melancholie. Lees het boek nu nog snel voordat komend jaar de gelijknamige film uitkomt. Joe Speedboot, nog wel een Nederlands product, is de perfecte numero uno van deze lijst. Een prachtig literair werk, dat een brug slaat tussen de gevorderde literatuurvreter c.q. criticus en de incidentele vakantielezer. Het ultieme lijstboek voor de komende generatie. (Aafke van Hoof)

Lees ook onze recensie

Film / Films

Wanhoop en ressentiment

recensie: Claude Chabrol collectie

Voor iemand die ooit aan de wieg stond van de Nouvelle Vague heeft de Franse regisseur Claude Chabrol opmerkelijk pragmatische opvattingen over zijn taak als regisseur. In een van zijn twee boeken schrijft hij: “Het is de taak van een musicus om te componeren, van een schrijver om te schrijven, van een schilder om te schilderen en van een filmmaker om films te maken.” Deze uitspraak karakteriseert zijn veelzijdige oeuvre ten voeten uit. Chabrol was niet bang om vieze handen te krijgen en nam tijdens zijn leven vele minderwaardige projecten aan om maar te kunnen blijven filmen.

Claude Chabrol
Claude Chabrol

Deze houding zorgde er enerzijds voor dat Chabrol een aantal volstrekt minderwaardig films als Folies bourgeois (1976) maakte, terwijl hij tegelijkertijd ook meesterwerken als La Cérémonie (1995) wist te scheppen. In zijn beste films ontstaat er een interessante mix tussen de conventionele platitudes van de mainstream genrefilm en de diepgang en gelaagdheid van de meer artistieke film. Chabrol is een van die regisseurs die de kloof tussen beide filmvormen weet te dichten en zo een interessante synthese tot stand brengt.

Inhuurbare regisseur

Scène uit <i>La Cérémonie</i>
Scène uit La Cérémonie

Chabrols pragmatische visie op het maken van films stond haaks op de opvattingen van zijn vroegere Nouvelle Vague-collega’s, die nu juist verdedigden dat de regisseur een auteur, een kunstenaar moet zijn. Charbol werd dan ook al snel verweten dat hij eerder een ‘metteur en scène’, een inhuurbare regisseur, dan een ware cineast was. Chabrol trok zich hier weinig van aan, hij was van mening dat je het vak van regisseur slechts onder de knie kunt krijgen door zelf te filmen en om die reden greep hij bijna elke mogelijkheid een film te maken aan.

Chabrol heeft een voorkeur voor vrouwen en werkt vaak met dezelfde actrices, zoals Stéphane Audran en Isabelle Huppert. Deze laatste speelt de hoofdrol in zes van zijn latere films, vijf daarvan vormen de inhoud van de onlangs verschenen Claude Chabrol Box. Isabelle Huppert is ongetwijfeld een van de belangrijkste Franse actrices van de afgelopen decennia. Ze werkte met invloedrijke regisseurs als Jean Luc Godard (Sauve qui peut (la vie)), Michael Haneke (La Pianiste) en François Ozon (8 Femmes). Ze is altijd een drukbezette actrice geweest die vaak een groot aantal rollen per jaar speelde. In veel van haar films speelt ze vrouwen die gekwetst zijn en daar op een emotionele en gewelddadige manier op reageren. Door een breed register aan gezichtsuitdrukkingen en haar natuurlijke acteerstijl weet ze deze personages steeds weer op een overtuigende manier neer te zetten.

Scène uit <i>Une affaire de femmes</i>
Scène uit Une affaire de femmes

De titel Claude Chabrol Box is een ietwat misleidende benaming voor deze vijf films met Isabelle Huppert. Allereerst omdat er allerminst sprake is van een representatieve selectie uit Chabrols gehele oeuvre, dat ruim zestig titels omvat. Verder is het volstrekt onduidelijk waarom Violette Noziére (1978) – de eerste film van de zes waarin Isabelle Huppert de hoofdrol speelt – niet is opgenomen. Vooral ook gezien het feit dat deze film een soort van voorloper is van het wel opgenomen Une affaire de femmes (1988). De box is zodoende niet geheel compleet en suggereert meer te zijn dan het is. Dat neemt echter niet weg dat het een interessante eerste kennismaking vormt met een filmmaker die zijn sporen meer dan verdiend heeft.

Illegale abortussen

Alle films uit deze box zijn van een hoge kwaliteit, kundig gemaakt en interessant om te zien. Geniaal, vernieuwend en experimenteel zijn ze echter niet. In elk van de films staan een of meer vrouwen centraal die sociaal en/of economisch in een hoek gedrukt zijn en vaak met grote frustraties kampen. In Une affaire de femmes, dat zich tijdens WO II afspeelt en op ware gebeurtenissen is gebaseerd, is dit Marie Latour (Huppert), een moeder die in haar eentje voor haar kinderen moet zorgen. Uit wanhoop en ressentiment boort ze moreel discutabele inkomstenbronnen aan: ze verhuurt een kamer aan een hoer en verricht illegale abortussen. Tegelijkertijd gaat ze een dubieuze relatie aan met een collaborateur. Toch is ze niet per definitie een slechte moeder, haar eerste impuls om meer geld te verdienen komt voort uit de wens om haar kinderen een fatsoenlijk leven te garanderen. In de films van Chabrol worden pogingen om via immorele middelen uit een beroerde situatie te geraken – hetgeen vaak uitmondt in een tijdelijke droomstaat waarbij de realiteit uit het oog wordt verloren – vrijwel altijd afgestraft. In Une affaire de femmes gebeurt dit doordat Marie tot de strop wordt veroordeeld door de bekrompen en collaborerende Vichy-regering, die haar als voorbeeld wil stellen.

Bovarisme

Scène uit <i>Madame Bovary</i>
Scène uit Madame Bovary

In veel van Chabrols films over vrouwen is er sprake van bovarisme, de neiging om zichzelf anders en groter te zien dan men werkelijk is. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat hij in 1991 Madame Bovary van Gustave Flaubert verfilmde. Hoewel hij Flauberts ironie goed weet te bewaren en het boek trouw volgt, is het een iewat brave film geworden. Een paar jaar later, in 1995, verschijnt La Cérémonie, de meest indrukwekkende film uit deze box en een meesterstuk uit Chabrols oeuvre. Centraal staat Sophie Bonhomme (Sandrine Bonnaire) een vrouw uit de onderklasse. Het is een stille, teruggetrokken vrouw die een betrekking als huidhoudster krijgt bij een typische bourgeoise familie. Ze kampt met onderdrukte gevoelens van minderwaardigheid (o.a. door haar analfabetisme dat ze zorgvuldig geheim probeert te houden). Deze gevoelens komen tot uitbarsting als ze vriendschap sluit met de vrijgevochten en ietwat vulgaire Jeanne (Huppert), door wiens toedoen ze uiteindelijk wordt ontslagen. Beiden hebben een dubieus verleden en dwepen daarmee, hetgeen een voorbode vormt voor het groteske slot van de film dat des te beter tot zijn recht komt doordat de personages als normale mensen worden neergezet.

Scène uit <i>Rien ne va plus</i>
Scène uit Rien ne va plus

Rien ne va plus en Merci pour le chocolat vormen de laatste twee films uit deze box. Rien ne va plus, is een niet onaardig misdaadmysterie waarin twee kruimelduiven een collega oplichter proberen op te lichten en vervolgens diens baas achter zich aan krijgen. Merci pour le chocolat behoort tot hetzelfde genre, maar door het volstrekt doorzichtige plot en de clichématige thema’s is het de moeite nauwelijks waard. Momenteel is Chabrol bezig met een nieuwe film L’ivresse du pouvoir, waarin Isabelle Huppert ook weer de hoofdrol zal spelen. Als alles goed gaat zal deze film volgend jaar in première gaan.

Claude Chabrol Collectie: Une Affaire de Femmes (1988) // Madame Bovary (1991) // La Cérémonie (1995) // Rien ne va plus (1997) // Merci pour le Chocolat (2000). Als extra optie zijn enkele ‘filmcolleges’ van Chabrol en een aantal kijkjes achter de schermen opgenomen.

Boeken / Strip

Richtinggevend

recensie: Paul Auster, Paul Karasik, David Mazzucchelli – Broze stad

Stripbewerkingen van literair werk zijn tegenwoordig aan de orde van de dag. Recent bespraken we de Tolstoj-bewerking van Jeroen Steenhouwer, nu viel Broze stad van Paul Auster op de mat. Dit literaire mysterieverhaal lijkt niet het meest voor de hand liggend om er een strip van te maken. Toch zijn de bewerkers daar op overtuigende wijze in geslaagd.

~

Broze stad, dat in 1985 door de Amerikaan Paul Auster werd geschreven, is onderdeel van zijn New York Trilogie, een serie verhalen rond een geheim dat ontrafeld moet worden. In Broze stad is Daniel Quinn de hoofdpersoon. Hij is een literair auteur die alleen nog maar detectiveverhalen schrijft onder pseudoniem. Op een gegeven moment wordt hij herhaaldelijk gebeld door een hem onbekende Peter Stillman, die op zoek is naar de privé-detective Paul Auster. Deze Peter Stillman blijkt als jongetje jaren opgesloten te zijn geweest door zijn godsdienstwaanzinnige vader, in de hoop dat hij ‘de taal van God’ zou gaan spreken. Zijn vader zal zeer binnenkort vrijkomen uit de gevangenis en Quinn, die zich uit nieuwsgierigheid besluit voor te doen als Auster, wordt nu geacht hem te schaduwen. Tijdens deze bezigheid doet Quinn enkele bijzondere ontdekkingen, en uiteindelijk spreekt hij vader Stillman aan en weet hij diens beweegredenen te achterhalen. Na verloop van tijd verliest hij beide Stillmans echter uit het oog en blijft hij maanden voor het hotel van vader Stillman zitten wachten in een steegje, waardoor hij verwordt tot een van de zwervers die hij zelf voorheen beschreef.

Niet-visueel werk

Het is opmerkelijk dat juist Broze stad is gekozen voor een bewerking, want het verhaal is, zoals Art Spiegelman het in zijn voorwoord van deze bewerking noemt, “een verrassend niet-visueel werk”. Uit dezelfde inleiding blijkt dan ook dat de bewerkers, Paul Karasik en David Mazzucchelli, veel moeite hebben gehad met het verwoorden van de vele filosofische, theologische en mysterie ontrafelende delen. Het is daarom opvallend hoe sterk de bewerking de originele roman weet te volgen. Er zijn maar weinig stukken weggelaten en vrijwel alle dialogen zijn in de strip opgenomen. Deze overeenkomst wordt versterkt doordat vertaler Bartho Kriek eerder de roman vertaalde en de bewoordingen zodoende vrijwel hetzelfde zijn. De niet-visuele delen zijn helder opgelost door bijna iconografische plaatjes te gebruiken, zoals wanneer mevrouw Stillman Peters jeugdverhaal vertelt. Het vertragen van beelden wordt ook vaak gebruikt om stukken met veel dialoog of achtergrond te ondersteunen, bijvoorbeeld wanneer Quinn de echte Paul Auster ontmoet.

Mechanische kaders, mechanische lijven

~

Een stuk waarover Spiegelman heel lovend is, is de monoloog van Peter Stillman waarin hij zijn levensverhaal vertelt. De kaders hiervan zijn strak en gelijkmatig ingericht zodat het een verbeelding is van Stillmans mechanische manier van spreken. Maar het is de vraag of iemand die de roman niet heeft gelezen, dit ook zo ziet. Zijn aandacht zal misschien eerder uitgaan naar de spreekballon die niet boven de figuur zweeft, maar die diep uit de mond van Peter lijkt te komen. De mechanische bewegingen van Stillmans lichaam zijn ook moeilijk te onderscheiden, omdat het hele boek in een beetje een stijve stijl is getekend. De stijfheid van dit personage is dus in de strip niet zo overduidelijk als in de roman. Dit is een interessant punt, waar je duidelijk kunt zien dat de beeldtaal van strips soms nog niet zo universeel en ontwikkeld is als in andere kunstvormen. Dit soort discrepanties maakt het medium juist interessant, aangezien er nog heel veel over te filosoferen en discussiëren valt.

Levende schrijver

Bovenstaande opmerking is eigenlijk een van de weinige, en dan nog kleine, kritiekpunten die je op Broze stad kunt hebben. De bewerkers zijn er zeer goed in geslaagd om een strip te maken die richtinggevend is voor stripbewerkingen van literatuur, niet in de minste plaats omdat de originele auteur zijn commentaar heeft kunnen geven en de strip door twee zeer bekwame vaklieden in elkaar is gezet, met ondersteuning van stripgrootheid Spiegelman. Broze stad laat zien dat juist het bewerken van teksten van een nog levende en jonge schrijver, evenals een samenwerking met hem, een zeer interessant voorland is.

Theater / Voorstelling

Oogetuige van miniatuurmassamoord

recensie: Kamp (Hotel Modern)

Overvolle barakken, een crematorium, een poort met de woorden “Arbeit macht frei”, de kazernes, de wachttorens, prikkeldraad en een treinrails waarover overvolle treinen af en aan rijden: het zijn bekende beelden van het concentratiekamp Auschwitz. Het Rotterdamse Hotel Modern bouwde alles na voor de voorstelling Kamp – in miniatuurversie dan, maar dat is niet minder indrukwekkend. Op handen en voeten kruipen de drie kunstenaars over de grote maquette die de hele vloer van het theater in beslag neemt. Op het oppervlak bewegen zij poppetjes van acht centimeter hoog; wel vierduizend gevangenen in zwart witte kleding en honderd officieren. Het zijn poppetjes van stof, ijzerdraad en klei, maar tijdens het uur van de voorstelling ziet het publiek ze als mensen van vlees en bloed.

~

Theatergroep Hotel Modern, gevestigd in Rotterdam en opgericht in 1996, bestaat uit de actrices/theatermakers Pauline Kalker en Arlène Hoornweg en beeldend kunstenaar Herman Helle. In hun voorstellingen worden beeldende kunst, objecttheater, toneel, muziek en film samengesmeed. Kenmerkend is het gebruik van maquettes. Met deze maquettes maakt Hotel Modern ‘live-animatiefilm’: de miniatuurlocaties worden zichtbaar voor het publiek gebouwd op de speelvloer en geprojecteerd op een groot scherm op de achterwand.

Dodelijk mechanisme

Kamp verbeeldt een dag en een nacht in een concentratiekamp. Van een afstand ziet het eruit als een oorlogsspel van kinderen, maar dankzij de close-ups van de vingercamera’s van de acteurs zien we van dichtbij wat er daadwerkelijk gebeurd. We zien de gezichtsuitdrukkingen, de angst en de paniek, vanuit het oogpunt van een gevangene of een bewaker. En dan als de camera uitzoomt en je over de duizenden figuren heen glijdt zie je hoe massaal de vernietiging was. Benauwend en onvatbaar tegelijk. Je ziet duidelijk hoe de Duitse bezetters het kamp hebben opgezet om zo snel en praktisch mogelijk zoveel mogelijk Joden te vernietigen. Aan de ene kant komen de gevangenen binnen, en worden ze gescheiden; de ene groep gaat werken, de andere groep wordt naar de gaskamers gebracht en daarna stuk voor stuk in de ovens verbrand. Als het ’s nachts donker wordt gaan de lampjes aan en komt er weer een nieuwe trein binnen. De massamoordenaars slapen niet, het kamp werkt continu door. Als één grootse doodsfabriek.

Dronken gelal

~

Er wordt niet gesproken in Kamp, maar er zijn veel tot de verbeelding sprekende geluiden te horen. Tjilpende vogels, de gierende wind, het kreunen en jammeren van mensen, het Duitse schreeuwen, het kraken van de houten barakken, het graven in de ijskoude harde grond, het branden van de lijken, het roepen van de uilen in de nacht en het dronken gelal van de Duitsers. De geluiden maken dat de maquette tot leven lijkt te komen. Ook de poppetjes dragen bij aan die illusie. Ze zijn dan wel niet levensecht, maar juist door de verwrongen kopjes met holle ogen, magere lijfjes en houterige bewegingen doen ze heel menselijk aan.

Murw geslagen

De voorstelling is bijzonder knap gefilmd; soms vergeet je zelfs even dat je naar een maquette zit te kijken. Toch raakt het me niet zoals ik zou willen. Misschien omdat het geweld zo sec en direct wordt gebracht, en je als toeschouwer enigszins murw geslagen wordt door alle leed, ellende en pijn. Daarbij blijft het allemaal erg onpersoonlijk, zonder individuele verhalen en invalshoeken. Er zijn wel een aantal personages die even worden uitgelicht, zoals de man die zelfmoord pleegt in het elektrische prikkeldraad en de oververmoeide man die vermoord wordt omdat hij niet meer kan werken. Maar het is toch vooral de massaliteit van Auschwitz die wordt benadrukt.

Je voelt je als toeschouwer bijna schuldig dat je er met een afstandelijke blik naar blijft kijken. Het blijven immers poppen, en je ziet de makers (ook al gaan ze helemaal op in hun spel) de maquettes steeds aanpassen en de poppetjes verplaatsen. Dat is echter ook een sterk punt van de voorstelling: zo wordt het allemaal niet te rauw en heftig, of juist te dramatisch. Zoals een woordvoerder van de groep zelf zegt: “De realiteit kun je niet tonen, wel de massaliteit.”

De voorstelling Kamp is nog te zien tot en met 28 april 2006. Kijk hier voor de uitgebreide speellijst.

Boeken / Strip

Neusje van de zalm

recensie: Syuho Sato - Say Hello to Black Jack 2 & 3 // Naoki Urusawa - 20th Century Boys 1

Nederlandstalige uitgaven van manga (Japanse comics) zijn nog altijd sporadisch, maar bij tijd en wijle gelukkig wel van hoge kwaliteit. De Belgische uitgever Glénat bracht onlangs drie fraaie titels op de markt: de nieuwste delen van een doktersdrama en het fascinerende eerste deel van een nieuwe serie.

Het tweede en derde deel van het artsendrama Say Hello to Black Jack bieden meer van hetzelfde, en behouden daarmee het kwaliteitsniveau zonder te verrassen. Dat is een lichte teleurstelling: het eerste deel bood immers niet veel meer dan een gemiddelde aflevering van E.R.: dramatische verwikkelingen als aanleiding voor morele dilemma’s. De subversieve kracht van de reeks is nog steeds aanwezig, maar laat zich nog altijd niet goed vertalen; Say Hello is een duidelijke aanklacht tegen het Japanse ziekenhuiswezen en impliciet tegen de Japanse maatschappij, met het machtsmisbruik dat voortkomt uit de ingeboren hiërarchie en omgangsvormen. Interessant, maar voor Nederlandse lezers nauwelijks opzienbarend.

Episch

Say Hello to Black Jack
Say Hello to Black Jack

Say Hello to Black Jack lost zijn verwachtingen in: het is een oprechte en grotendeels realistische weergave van de worstelingen van een arts-in-opleiding. De serie 20th Century Boys is echter veel ambitieuzer: deze reeks heeft een verteltechnische en thematische rijkdom die je in manga nauwelijks aantreft. Van een serie in dit medium wordt immers (in Japan) wekelijks een hoofdstuk gepubliceerd voor een enorm publiek: iedere auteur is er dus bij gebaat de lezer van snelle bevrediging te voorzien. Naoki Urusawa (die ook de enorme, binnenkort in ons land te verschijnen serie Monster op zijn naam heeft staan) doet dit op magnifieke wijze, zonder dat dit hem ervan weerhoudt een episch verhaal van ontzaglijke omvang (de originele versie telt inmiddels 20 delen) te vertellen.

Kwaad

20th Century Boys draait om een geheimzinnige sekte en een aantal jeugdvrienden dat daar waarschijnlijk iets mee te maken heeft. De lezer ontrafelt samen met de karakters de mysteries rond de sekte, en al gauw blijkt dat de toekomst van de mensheid op het spel staat. Het spannende verhaal springt voortdurend voor- en achteruit in de tijd, wat aanvankelijk verwarrend werkt maar gaandeweg alleen maar meer intrigeert. Urusawa neemt ook zeer uitgebreid de tijd om zijn karakters neer te zetten, waardoor zijn verhaal des te intrigerender wordt. De figuren zijn bijna op een karikaturale manier getekend, maar doen toch levensecht aan. Urasawa’s tekenstijl blijkt een gouden greep: de realistische sfeer die zijn tekeningen uitademen en de enkele fysieke karaktertrekken van zijn personages maken van 20 Century Boys een misschien niet visueel spetterend, maar wel prettig uitziend en consistent geheel.

20th Century Boys
20th Century Boys

Een manga die een duidelijk verhaal vertelt in plaats van wat losstaande afleveringen aan elkaar te plakken is bijzonder (Katsuhiro Otomo’s Akira is er het beste voorbeeld van), en een dermate grootschalig verhaal dat zo rijk aan karakterisering en thematiek is, tref je helemaal zelden aan. De thema’s van jeugd en het grote kwaad doen nog het meest aan Stephen King denken, maar Urusawa is net als Otomo een humanist. De menselijke warmte die hij in zijn verhaal verwerkt is de motor voor zijn epische verhaal; de teloorgang van de gehele mensheid wordt verteld door persoonlijke verwikkelingen van karakters waar je om geeft. Van dit apocalyptische verhaal wordt in dit eerste deel slechts het begin aangeduid. Opnieuw een slimme zet: waar de meeste manga’s om de zoveel pagina’s een cliffhanger hebben of een nieuw verhaal beginnen, doet Urusawa’s verhaal na elke gebundelde uitgave naar meer hongeren.

Gebrekkig

20th Century Boys is zonder meer de crème de la crème van de hedendaagse manga. Het is een van de allerbeste series die je kunt vinden, en de Nederlandse uitgave is dan ook zeer welkom. Glénats boekjes zijn op het oog zeer netjes verzorgd: ze zijn voorzien van kleurenpagina’s en fraaie hoesomslagen, en bovendien is de originele leesrichting (van voor naar achter, van rechts naar links) behouden. Maar bij nadere inspectie blijft er toch wat te wensen over: de vertalingen zijn duidelijk via een Franse tussenvertaling tot stand gekomen, en zijn niet gespeend van taal- en zetfouten. Aan het einde van het tweede deel van Say Hello to Black Jack is zelfs een complete pagina onvertaald gebleven. De Duitse vertaling van 20th Century Boys is aan banden gelegd bij gebrek aan animo; het is te hopen dat deze gebrekkige Nederlandse versie niet hetzelfde einde tegemoetgaat.

Say Hello to Black Jack 2 & 3 • Scenario en tekeningen: Syuho Sato • Uitgever: Glenat • Prijs: € 8.95 • ISBN: 90-6969-400-X / 90-6969-420-4

20th Century Boys 1 • Scenario en tekeningen: Naoki Urusawa •
Uitgever: Glenat • Prijs: € 6,95 (softcover) • ISBN 90-6969-430-1

8WEEKLY

Crazy 88

Artikel: De beste 88 van 2005: dag drie

Eigenlijk is het waanzin, alle kunst- en cultuurdisciplines op een hoop gooien in een grote eindejaarslijst, maar we deden het toch. 8WEEKLY maakte een lijst voor eenentwintigste-eeuwse culturele alleseters: de Crazy 88. In deze democratische samengestelde lijst staan achtentachtig cultuuruitingen die de redactie om welke reden dan ook belangrijk vond voor 2005. Er kan over de inhoud gediscussieerd worden, en er is flink over gediscussieerd. Maar we vinden uiteindelijk wel dat de Crazy 88 een mooi beeld geeft van de afgelopen jaar. De Crazy 88 wordt gepubliceerd in vier delen. Vandaag deel drie met de nummers 44 tot en met 23. Morgen op oudejaarsdag volgt de apotheose van onze lijst.

88-67 | 66-45 | 44-23 | 22-1

44: John Irving – Until I Find You

~

boek.gifUntil I find you heeft in de pers menig woord van kritiek gekregen. John Irving zou zijn trucje dit keer over al te veel pagina’s uitspreiden. Maar wie bekend is met Irvings werk weet beter. Zoals de schrijver zelf zei toen hij in Amsterdam was: een lezer klaagt dat het boek te dun is, de luie criticus dat het te dik is. Ondanks dat de lezer een flink aantal typische Irving elementen zal herkennen is Until I find you een ijzersterk boek. De manier waarop Irving een verhaal vertelt, is ongeëvenaard: als een metselaar die steen voor steen de muren van het huis metselt tot het staat. Hoofdpersoon Jack reist met zijn moeder door Europese havensteden. Ze zijn op zoek naar Jacks vader, die door middel van tatoeages en kerkorgels bij mensen in Kopenhagen, Amsterdam en andere steden zijn sporen achterlaat. Op het eerste gezicht een dramatisch verhaal van een jonge moeder in paniek. Maar als de oudere Jack nogmaals door Europa reist, blijkt dat zijn moeder haar eigen waarheid schiep. (Fem Verbeek).

Lees ook onze recensie.

43: Stanley Brouwn – Werken 1960-2005

~

expo.gif Stanley Brouwn wordt tegenwoordig algemeen beschouwd als één van de belangrijkste, zo niet de belangrijkste conceptuele kunstenaar uit de Vaderlandse geschiedenis. Zijn naam wordt vaak in één adem genoemd met andere fameuze kunstenaars uit de jaren zestig en zeventig als Joseph Kosuth, Dan Graham, On Kawara, Marcel Broodthaers en Sol LeWitt. Samen met deze grootheden was Brouwn eerder vertegenwoordigd op de uitbundig bejubelde tentoonstelling Conceptuele Kunst in Nederland en Belgie 1965-1975 (Stedelijk Museum, 2002). Dit jaar organiseerde het Van Abbemuseum dan eindelijk een grote overzichtstentoonstelling van het werk van Brouwn. Waarin volop aandacht was voor Brouwns fascinatie voor afstanden, en een overtuigende presentatie werd gegeven van de vele eigenzinnige projecten die Brouwn rondom dat thema maakte. (Lennard Dost)

Lees ook onze recensie.

42: 2046 – Wong Kar-Wai

~

film.gif2046 is het nummer van een kamer waar zich ooit een liefde ontvouwde, en het
vormt de inspiratie voor een roman die zich afspeelt in het jaar 2046. De roman is geschreven door een van de voormalige geliefden, omdat hij nog altijd teert op die spaarzame momenten van zijn verloren gegane liefde. Wong
Kar-wai schept met 2046 opnieuw een operateske werveling van decadente en kleurrijke beelden die op een associatieve wijze met elkaar verbonden worden. De film is gedrenkt in de melancholie van de liefde die onbereikbaar, onmogelijk of onwillig is. Het verhaal is complex, gedetailleerd en warrig, maar dat hindert niet. Het gaat uiteindelijk om de
geheel eigen wereld die de film op overtuigende wijze weet op te roepen
(Martijn Boven).

Lees ook onze recensie.

41: Spinvis – Dagen van gras, dagen van stro

~

cd.gif Spinvis kwam in 2005 wederom ijzersterk voor de dag met een plaat die de concurrentie met zijn verbluffende titelloze voorganger makkelijk aankan. Mensen die zeggen dat de verrassing er een beetje af is, doen zolderkamerkunstenaar Erik de Jong toch echt tekort. Met Dagen van gras, dagen van stro en nummers als Het voordeel van video en Flamingo bewijst hij dat ook Nieuwegein een plek van creativiteit kan zijn, net zo goed als Amsterdam. Spinvis ontwikkelt zich stap voor stap tot een icoon in de Nederlandse muziek. Van voetnoot tot paragraaf.

Lees ook onze recensie.

40: Brett Easton Ellis – Lunar Park

~

boek.gif Met zijn nieuwste roman Lunar Park laat Bret Easton Ellis zien dat hij naast het beschrijven van de dode zielen der rijkeluisjongeren ook in staat is tot het scheppen van een echte gothic novel, in de beste traditie van Stephen King. Maar dat wil niet zeggen dat Lunar Park geen vintage-Ellis is: cynisme, paranoia, grootse humor en veel, heel veel meta-commentaar van de verteller. Als altijd bij Ellis lopen harde werkelijkheid en surreële binnenwereld op bijna onmerkbare manier dooreen. Hij speelt met feiten uit zijn eigen leven en maakt zo zijn bovennatuurlijke spookverhaal meer dan geloofwaardig. Lunar Park toont een andere, maar zeker niet mindere Ellis. (Thijs van Nimwegen)

Lees ook onze recensie.

39: Charlie and the Chocolate Factory – Tim Burton

~

film.gif Het wachten werd beloond: de film Charlie and the Chocolate Factory met Johnny Depp als Willie Wonka stelde niet teleur. Regisseur Tim Burton heeft er een meesterwerk van gemaakt door precies op de goede momenten de accenten te leggen en ook verrassende nieuwe feiten toe te voegen. De sfeer in deze remake van de film en de uitwerking van de personages zijn bijzonder goed. Roald Dahl zou er waarschijnlijk trots op zijn geweest. De chocoladefabriek zou alleen al zijn stoutste dromen hebben overtroffen. En dan hebben we natuurlijk Charlie, de andere kinderen met een gouden wikkel en de Oompa Loompa’s: allemaal uitstekend gecast. Maar Depp springt er toch echt boven uit met zijn behoorlijk verknipte versie van de chocoladefabriekdirecteur. Nog niet gezien? Zeker gaan doen. (Nathalie van Eck)

Lees ook onze recensie.

38: Dez Mona

~

concert.gif Deze zomer was de Belgische groep Dez Mona te zien op Noorderzon in Groningen met twee huiveringwekkende optredens. Dez Mona gaat op volstrekt eigen wijze om met genres als de traditional, de gospel, de spiritual en het soullied. Zanger Gregory Frateur is een stemkunstenaar met een geluid dat niemand onberoerd zal laten. Met Dez Mona kan je dan ook twee kanten op, of je vindt het fantastisch of je vindt het verschrikkelijk. Wat ook bleek uit de reportage die 8WEEKLY over deze groep maakte voor VPRO’s Nachtpodium. Daarin lieten Gregory Frateur en Nicolas Rombouts zich aan de ene kant zien als avant-gardisten die het publiek op stang joegen, en aan de andere kant zag je de rasperformers die Frateur en Rombouts onmiskenbaar zijn. Hoewel hun eerste plaat Pursued Sinners heel aardig is, haalt deze het niet bij de bezwerende optredens van Dez Mona. Want die zijn overweldigend. (Mark Hospers)

Lees ook ons Nachtpodiumverhaal.

37: Marcel Ruijters – Sine Qua Non

~

strip.gif Het album Sine Qua Non van stripauteur Marcel Ruijters was een van de meest opmerkelijke stripalbums van dit jaar. Op zijn eigen, onnavolgbare wijze weet Ruijters aspecten uit de mythologie en religie samen te smelten. Een kloostergemeenschap bestaande uit een aantal nonnen moet het hoofd bieden aan wreedaardige hellehonden, bloeddorstige aardmannen en allerlei bovennatuurlijke elementen. Het ontdekken van de wereld om hen heen bezorgt ze vele bizarre verrassingen. Vrouwen veranderen in bomen en crucifixen in pasgeborenen. Vreemd? Inderdaad. Het is daarom niet eenvoudig een rode draad in de afzonderlijke verhaaltjes te ontdekken. Of het moet de eeuwige strijd tegen het kwaad en de verleidingen van de profane, barbaarse buitenwereld zijn. Bijzonder is ook de manier waarop Marcel Ruijters dit alles tekstueel verduidelijkt: middels ultrakorte Latijnse kreten geeft hij zijn personages een eigen stem. Dit alles past perfect in de mysterieuze, middeleeuwse setting die de auteur heeft gecreëerd. (Danny Koningstein)

Lees ook onze recensie.

36: The End of the Moon – Laurie Anderson

~

theater.gif (foto Kevin Kennefick) Heel soms zit je in een voorstelling waarvan je al op datzelfde moment weet: dit beeld, dit gevoel, deze impressie zal me jarenlang bijblijven. Op die manier zette de virtuoze musicus en meesterverteller Laurie Anderson tijdens Holland Festival haar vingerafdrukken op mijn ziel met haar The End of the Moon. Wie langzaamaan de kriebels begint te krijgen van die malle Amerikanen met hun eenzijdige radikalinski kijk op de werkelijkheid, komt bij de sociaal bewogen Anderson weldadig thuis. Gezeten in een ouderwetse leunstoel omringd door kaarsjes, als een sprookjespetemoei tussen de sterren, vertelt Anderson hoe de Verenigde Staten hun onschuld verloren op 9/11. Maar dat is nog geen reden om zo paniekerig te reageren als Bush en trawanten, aldus Anderson. Ze omlijst haar indringende verhaal met de betoverende klanken van haar elektrische viool.
(Mieke Zijlmans)

Lees ook ons verslag van het Holland Festival, waar Laurie Anderson dit jaar haar verhaal deed.

35: Oog in Oog

~

expo.gif (foto Erwin Olaf) In hett najaar was er in het Groninger Museum een overzichtstentoonstelling te zien van hedendaagse fotografie uit de eigen collectie van het museum, onder de naam OOg in OOg. De indeling was gebaseerd op de eerdere fototentoonstellingen van het museum als Fotografia Buffa (1986) en Black & Blue (1996). Een aantal fotografen, waaronder Inez van Lamsweerde en Micha Klein, kreeg daarbij extra aandacht. Op zich gaf de tentoonstelling een goed beeld van het verzamelbeleid van het museum. Het nadeel was dat je als vaste bezoeker van het museum veel van het werk al eens hebt gezien, terwijl het Groninger Museum wel graag het publiek verrast. Een mooi overzicht, maar laten we hopen op iets meer creativiteit in het komende jaar. (Tsjalling Venema)

Lees ook onze recensie.

34: Nobody Knows – Hirokazu Kore-eda

~

film.gif In de (voor mij) mooiste film van het jaar brengt regisseur Hirokazu Kore-eda in beeld hoe een moeder haar vier kinderen steeds weer in de steek laat, totdat zij uiteindelijk wegblijft. Nobody Knows gaat over ouders die hun verantwoordelijkheid niet nemen, omdat ze niet meer geleerd hebben aan een ander te denken. Kore-eda kiest consequent het perspectief van de kinderen; lang gaat het goed, maar als het geld opraakt wordt overleven ook echt overleven. De film, die gebaseerd is op ware gebeurtenissen, voelt aan als een documentaire: even nauwgezet als ingetogen registreert Kore-eda de handelingen van de kinderen. Commentaar blijft achterwege, maar de beelden hebben genoeg zeggingskracht. Als de oudste zoon Akira aan het eind van de film mee mag doen met een potje honkbal, springt zijn blijdschap van het scherm. Dan weet je: dit is wat hij hóórt te doen. Nobody Knows is een staaltje pure cinema. (Niels Bakker)

Lees ook onze recensie.

33: Fort Europa – ZT Hollandia

~

theater.gif (foto Ben van Duin) Dit is de eerste van twee Johan Simons-regies in de lijst. De in de zomer naar Gent vertrokken regisseur nam in juni met Fort Europa afscheid van het Nederlandse publiek. De tekst,
geschreven door Tom Lanoye, schetst een Europa waarin niemand meer gelukkig is. Iedereen wil weg uit het verrotte continent, op zoek naar nieuwe gebieden waar de waarlijk Europese manier van leven en denken, waarbij vrijheid voorop staat, nog wel bestaat. De voorstelling sprankelde weliswaar, maar leek teveel zijwegen in te slaan om echt te prikkelen. Dat het desalniettemin tóch in de Crazy 88 staat, heeft Simons bovenal te danken aan zijn vertrek. Fort Europa was (voorlopig?) de laatste regie van Simons bij een Nederlands gezelschap. Maar we volgen hem natuurlijk bij de buren in Gent. (Jan Auke Brink)

We recenseerden de voorstelling en de tekst van Tom Lanoye.

32: The Magic Numbers

~

cd.gif Weinig bands wisten op Lowlands dit jaar zó te verrassen als the Magic Numbers. Op het veldje voor het kleine openluchtpodium zag ik om me heen alleen maar lachende gezichten, dansende lichamen. En ik deed mee, ik kon niet anders. En zelden zat een debuutplaat zo lang onafgebroken in mijn cd-speler als die van the Magic Numbers. En dan duurt Love me like you ook nog precies lang genoeg om van mijn deur op de fiets naar mijn werk te komen. Weinig meer was er voor nodig om van deze band te gaan houden. Pretentieloze liedjes van een pretentieloze band met oor voor harmonieuze samenzang, melodieuze basloopjes en melancholische teksten. Geen toeters, wel veel bellen gelukkig. 8WEEKLY was bij het optreden in Paradiso, waar de band verbaasd leek dat de zaal zo vol stond. Zorg ervoor dat jij er bij bent bij het optreden 25 februari in Tivoli, en zing en dans mee! (Hanneke Hendrix)

Lees ook ons concertverslag en onze cd-recensie.

31: Richard Wagner: Der Ring des Nibelungen

~

opera.gif De eerste integrale Ring-cyclus was in 1997 al een ongekend succes voor regisseur Pierre Audi en De Nederlandse Opera, maar de herneming in 2005 bleek de overtreffende trap: deze Ring behoort tot de absolute wereldtop. Dirigent Hartmut Haenchen toonde aan nog meer grip op de miljoenen noten van Wagner te hebben, het Nederlands Philharmonisch Orkest speelde als een geoliede machine en de bijeengebrachte solisten overtroffen de gemiddelde Bayreuth-bezetting. En doordat op het laatste moment de monumentale decors van sloop gevrijwaard bleven kan iedereen in 2013 op herhaling. (Henri Drost)

Lees ook onze recensie.

30: J.M. Coetzee – Langzame Man

~

boek.gif De Zuid-Afrikaanse auteur J.M. Coetzee is een omstreden figuur. Zo geeft hij zelden tot nooit interviews en speelt hij met afgebakende genrestructuren door zijn fictie als waarheid (of non-fictie) te presenteren en andersom. In zijn werk problematiseert hij het concept waarheid en onderzoekt hij het instrument taal waarmee deze wordt overgedragen. Als romanschrijver doet hij dat door middel van zijn personages. Zo ook in Langzame man; de zestiger Paul Rayment krijgt een ongeluk dat hem verminkt. Door deze gebeurtenis wordt hij dermate op zichzelf teruggeworpen dat hij aan alles gaat twijfelen. Hij ontdekt langzamerhand dat het bestaan meerdere dimensies kent en wordt hierin bijgestaan door de figuur van Elisabeth Costello (een personage uit een eerder werk van Coetzee). Zij leert hem dat zelfs de definitie van waarheid aan de wetten van taal onderhevig is. (Donata van der Rassel)

Lees ook onze recensie.

29: Mar Adentro – Alejandro Amenábar

~

film.gif Ramón Sampedro (een ongelofelijk overtuigende Javier Bardem) ligt al dertig
jaar verlamd op bed en wil niets liever dan zijn leven op een waardige manier
beëindigen. Dit wordt gedwarsboomd door de conservatief-katholieke wetgeving
in Spanje die euthanasie strafbaar stelt. De retoriek van Mar Adentro is
overduidelijk: hij spreekt zich duidelijk uit voor het recht op euthanasie.
Amenábar wil aantonen dat een onwaardig leven niet geleefd hoeft te worden,
dat de mens boven instituten als staat en kerk staat. Maar de film is meer dan
een pro-euthanasiefilm: Mar Adentro is een lofzang op het leven. Amenábar
laat zien dat het leven waard is om geleefd te worden, ook al is het zwaar. Of
dat in tegenstrijd is met de ogenschijnlijke boodschap van de film? Nee, dat
niet. Eerder belicht de film twee kanten van een verhaal en dat is veel knapper
dan alleen kritiek leveren. (Harrie de Vries)

Lees ook onze recensie.

28: Gorillaz – Demon Days

~

cd.gif Om er maar meteen een eindconclusie tegenaan te gooien: Demon Days van
Gorillaz is de beste plaat die Blur nooit maakte. Vanaf de eerste seconden
staat Demon Days met zijn uitgebalanceerde mix van hiphop, pop en
electronica als een sfeervol en spannend huis. De bedriegelijk simpel
lijkende maar stiekem inventief zijnde melodieën nestelen zich per
luisterbeurt steeds dieper in je onderbewuste, en laten je daarna nauwelijks
meer los. De soms wat duistere boodschappen zijn zo swingend verpakt dat je
er vrolijk van wordt, en dat ook wekenlang blijft. Met recht mijn album van
het jaar. (Aryen Meijer)

Lees ook onze recensie.

27: Johannes van Dam – De Dikke van Dam

~

boek.gif Eten is net zo goed een cultuur als schilderkunst, film of literatuur, en net zoals in die genres bestaat het merendeel van het gebodene uit onappetijtelijke bagger. Als een W.F. Hermans van de goede smaak fileert Van Dam, uitgaande van een enorme basiskennis, het culinaire gebeuren in binnen- en buitenland, alsmede heden en verleden. Talloze wetenswaardigheden, een enkel recept, en alles bij elkaar een panoramisch overzicht van zo ongeveer ieder feit of feitje dat we over eten en drinken zouden willen weten, waarin verborgen een filosofische uiteenzetting over de zin van het bestaan en hoe wij optimaal in het leven kunnen staan, dat is De Dikke van Dam. (Enno de Witt).

Lees ook onze recensie.

26: The Machinist – Brad Anderson

~

film.gifThe Machinist is geen meesterwerk, maar wel zo goed als een genrefilm kan zijn.
Deze naargeestige fabel over een fabrieksarbeider die nooit slaapt en overal
projecties van zijn eigen dubieuze verleden gaat zien, wordt gedragen door een
uitgemergelde Christian Bale, die als een zak botten een bijzonder intense
vertolking van deze man geeft. Maar ook de gestileerde vormgeving en het
gevatte script vol slinkse referenties maken van The Machinist een ouderwetse,
eersteklas Hitchcockiaanse thriller. (Paul Caspers)

Lees ook onze recensie.

25: Occupying Space

~

expo.gif Dit jaar presenteerden Witte de With, TENT en het Nederlands Fotomuseum onder de noemer Occupying Space een overzichtstentoonstelling van de collectie van de Generali Foundation. Deze particuliere stichting bouwt op initiatief van de Oostenrijkse verzekeringsmaatschappij Generali Group al sinds 1988 aan een verzameling internationale beeldende kunst. Inmiddels bevat het meer dan 1700 werken van 160 beeldend kunstenaars. In Occupying Space onder andere werk van fenomenen als Dan Graham, Hans Haacke, Andrea Fraser, Martha Rosler, Gordon Matta-Clark, Franz West en Valie Export. Volgens ons was het de uitgelezen mogelijkheid om kunstwerken te bezichtigen die doorgaans aan het blote oog onttrokken blijven! (Lennard Dost)

Lees ook onze recensie.

24: The Mars Volta – Frances The Mute

~

cd.gif Een van de meest opzienbarende platen van het afgelopen jaar komt op naam van het duo Omar Rodriquez-Lopez en Cedric Bixler Zavala, ofwel de voormannen van The Mars Volta. Het oude jasje van At.The.Drive-In is definitief uitgedaan; op het vol met stijlen gevulde Frances The Mute maakten de heren vooral een plaat voor zichzelf. Daarop zijn de alleen voor de hoes genoteerde nummers vooral geluidsexperimenten met een duidelijk richtingsgevoel. Want hoe vaag en verknipt het ook allemaal klinkt, er zit altijd een extreem mooie lijn in. Met een trits aan muzikale voorbeelden als King Crimson, Zappa en Zeppelin is Frances the Mute niet alleen een van de briljante platen van dit jaar, maar eerder één van dit decennium. Schitterend. (Niek Hofstetter)

Lees ook onze recensie.

23: Dragelijk – NT Gent

~

theater.gif Regisseur Johan Simons heeft iets met auteur Michel Houellebecq. De Nederlander
maakte al twee toneelbewerkingen van de succesroman Elementaire Deeltjes, en
wordt nu alom bejubeld voor het onlangs in Gent in première gegane Platform.
Dragelijk, een bewerking van Houellebecqs De wereld als markt en strijd, is een
relatief klein en onbekend tussendoortje in dat grote-zalen-geweld, en
misschien staat de voorstelling juist daarom in de lijst. Actrice Yvon Jansen
brengt de drie kwartier durende monoloog zo goed en zo scherp, dat het je
vervreemdt van alles, misschien zelfs ontmoedigt, maar toch ook zeker verlicht. De wrange glimlach waarmee we na de slotscène de zaal uitliepen, stond nog lang op ons gezicht afgetekend. (Jan Auke
Brink)

Lees ook onze recensie.

Kunst / Expo binnenland

Living on a Perfect Planet

recensie: De niet zo perfecte planeet van Maggi Giles

Wie de kleine tentoonstellingszaal in de nok van het Princessehof in Leeuwarden binnenkomt, wordt geconfronteerd met de uitbundige vrolijkheid van het werk van keramiste Maggi Giles (1938). Vier zwart-wit gespikkelde hondjes zitten, met hun tong uit de bek, op kleurige stoeltjes klaar om de bezoeker van het retrospectief van deze vernieuwer in de keramiek te verwelkomen.

De uit Groot-Brittanië afkomstige keramiste kwam in 1965 naar Nederland, waar ze in 1969 als medewerkster van keramiekfabriek De Porceleyne Fles in Delft een wandtableau van een werk van Karel Appel maakte. Appel was zo gecharmeerd van het werk dat hij een aanbevelingsbrief stuurde naar Stedelijk Museum directeur Edy de Wilde waarin hij vroeg om haar “speelgoed voor volwassenen” tentoon te stellen. Daarop organiseerde De Wilde in 1970 de eerste solo-expositie van Maggi Giles in het Stedelijk Museum, waarmee haar naam in één klap was gevestigd.

Een eigen planeet

~

Het werk van Giles kenmerkt zich door kleurige vlakken die door zwarte muurtjes van elkaar worden gescheiden. Die muurtjes vervullen twee functies: ten eerste wordt zo voorkomen dat de kleuren door elkaar gaan lopen en ook wordt op die manier een vormondersteunende tekening aangebracht in de keramiek – je zou dit kunnen vergelijken met de lijnen in een strip. In eerste instantie beperkte de kunstenares zich tot blokken van ‘op elkaar gestapelde’ kleuren. Rond 1980 kwam daar verandering in met haar boek The Perfect Planet. Daarin schept een bol wezen op pootjes zijn eigen wereld bestaande uit vierkante vlakken die de zee, de bossen en het land bevatten.

Gebaseerd op dit verhaal vervaardigde Giles keramiek. De expositie toont zeven stukken met dit thema daterend uit de periode 1978 – 2002. Over de inhoud van haar objecten heeft Giles verklaard dat het niet belangrijk is wat zij vindt, maar dat het gaat om wat de kijker zelf uit het werk haalt.

Gemene glimlach

~

Vanaf The Perfect Planet maakt ze vooral dieren. De dieren hebben een wat gemene glimlach. “Alsof ze je favoriete huisdier hebben opgegeten”, zoals de kunstenares het zelf zegt. Een klassiek voorbeeld is de kat Aunt Lucie uit 1988. Na katten volgden, honden, varkens in kokspakjes (helaas niet op de expositie), vissen en andere beesten die allemaal even guitig, vrolijk en mallotig zijn. Mensen komen zelden in het werk voor. In de tentoonstelling is van die categorie alleen Palmpasen(1978) te zien, een groot kleurig blok met geabstraheerde personen, dat een kruisstatie verbeeldt. Gebouwen zijn zo nu en dan onderwerp, zoals in Grachtenpanden uit 1975, waarop twee typisch Amsterdamse huisjes zijn afgebeeld met een tropisch aandoende boom.

Behouden frisheid


De tentoonstelling van Maggi Giles bevat slechts 25 werken – uit verschillende periodes van haar carrière. Toch geven deze een redelijk compleet beeld van het werk van de kunstenares. Wat opvalt is dat er tussen het werk uit 1975 en 2005 maar weinig stijlverschillen te vinden zijn. Kleurige blokken maakt de keramiste al bijna veertig jaar, anno 2005 zijn ze nog even fris als in haar beginperiode. Door de kleurigheid van het werk en de opgewekte uitstraling houdt het zijn waarde en is een betrekkelijk klein aantal werken meer dan genoeg om een hele dag vrolijk rond te lopen.

Gelijktijdig met de expositie verscheen het boekje Longing For A Perfect Planet bij Van Spijk Art Projects (€ 11,85). Gedurende de expositie is bij Galerie De Vis in Harlingen een verkooptentoonstelling van Maggi Giles te zien.