We kunnen vragen om cookies op uw apparaat te plaatsen. We gebruiken cookies om ons te laten weten wanneer u onze websites bezoekt, hoe u met ons omgaat, om uw gebruikerservaring te verrijken en om uw relatie met onze website aan te passen.
Klik op de verschillende rubrieken voor meer informatie. U kunt ook enkele van uw voorkeuren wijzigen. Houd er rekening mee dat het blokkeren van sommige soorten cookies van invloed kan zijn op uw ervaring op onze websites en de services die we kunnen bieden.
Deze cookies zijn strikt noodzakelijk om u diensten aan te bieden die beschikbaar zijn via onze website en om sommige functies ervan te gebruiken.
Omdat deze cookies strikt noodzakelijk zijn om de website te leveren, heeft het weigeren ervan invloed op het functioneren van onze site. U kunt cookies altijd blokkeren of verwijderen door uw browserinstellingen te wijzigen en alle cookies op deze website geforceerd te blokkeren. Maar dit zal u altijd vragen om cookies te accepteren/weigeren wanneer u onze site opnieuw bezoekt.
We respecteren volledig als u cookies wilt weigeren, maar om te voorkomen dat we u telkens opnieuw vragen vriendelijk toe te staan om een cookie daarvoor op te slaan. U bent altijd vrij om u af te melden of voor andere cookies om een betere ervaring te krijgen. Als u cookies weigert, zullen we alle ingestelde cookies in ons domein verwijderen.
We bieden u een lijst met opgeslagen cookies op uw computer in ons domein, zodat u kunt controleren wat we hebben opgeslagen. Om veiligheidsredenen kunnen we geen cookies van andere domeinen tonen of wijzigen. U kunt deze controleren in de beveiligingsinstellingen van uw browser.
Deze cookies verzamelen informatie die in geaggregeerde vorm wordt gebruikt om ons te helpen begrijpen hoe onze website wordt gebruikt of hoe effectief onze marketingcampagnes zijn, of om ons te helpen onze website en applicatie voor u aan te passen om uw ervaring te verbeteren.
Als u niet wilt dat wij uw bezoek aan onze site volgen, kunt u dit in uw browser hier uitschakelen:
We gebruiken ook verschillende externe services zoals Google Webfonts, Google Maps en externe videoproviders. Aangezien deze providers persoonlijke gegevens zoals uw IP-adres kunnen verzamelen, kunt u ze hier blokkeren. Houd er rekening mee dat dit de functionaliteit en het uiterlijk van onze site aanzienlijk kan verminderen. Wijzigingen zijn pas effectief zodra u de pagina herlaadt
Google Webfont Instellingen:
Google Maps Instellingen:
Google reCaptcha instellingen:
Vimeo en Youtube video's insluiten:
De volgende cookies zijn ook nodig - U kunt kiezen of u ze wilt toestaan:
U kunt meer lezen over onze cookies en privacy-instellingen op onze Privacybeleid-pagina.
Disclaimer en privacybeleid
Schlemielen, denkende bruggen en autoritaire bruten
Negen verhalen van Franz Kafka zijn in Give It Up! And Other Stories door stripkunstenaar Peter Kuper in stripvorm gegoten. Met zijn stijl en enorme vakmanschap weet deze stripmaker de bijzondere sfeer in Kafka’s – soms moeilijk te bevatten – verhalen vrijwel altijd precies in beeld te brengen.
Peter Kuper (1958) is een Amerikaanse auteur die bekend staat om zijn bijzondere grafische technieken; zijn werk heeft veel weg van houtsneden. Dat is een techniek waarbij in hout de delen van een tekening worden weggesneden die wit moeten blijven in het daaropvolgende drukproces. Vroeger gebeurde dit veelal met gespoten sjablonen en kleur, zoals te zien is in The System, een boekje dat momenteel voor een habbekrats in grote stapels bij De Slegte ligt. In zijn Kafka-verstrippingen maakt Kuper gebruik van een zogenaamd scraper board. Daarbij is zwart papier op dik wit papier geplakt en wordt het zwart vervolgens weggeschraapt. Dit geeft een effect dat verbluffend dicht in de buurt van houtsneden komt. Het is een heel arbeidsintensief proces, maar kan voor een ervaren artiest erg effectief zijn.
Mysterieuze sfeer
~
Visuele interpretatie
In technisch opzicht is dit nieuwe boek van Kuper een schitterend werk: iedere tekening, iedere pagina op zich is weer een kunstwerkje. Ondanks de moeilijke en arbeidsintensieve techniek weet de tekenaar de figuren beweeglijk en levendig neer te zetten, in iedere streek zit een zekere kracht en snelheid. De strip ademt volledig Kafka. Het is een sfeer van natte straatjes, blinde muren, schlemielen en autoritaire bruten. De visuele interpretatie van de verhalen is echter een ander verhaal. In sommige gevallen is die perfect, in andere niet wat je ervan verwacht had, zoals in het geval van The Bridge. In dit verhaal heeft Kafka een brug de mogelijkheid verleend menselijke gedachten te hebben, wat aan het eind van het verhaal een grappig moment oplevert als de brug zich – als een mens – probeert om te draaien en vervolgens breekt. Bij Kuper heeft de brug echter helemaal een menselijke gestalte gekregen, waardoor de absurditeit en de grap van Kafka verdwijnen, en er alleen een zekere tragiek overblijft. Het maakt deze strip tot de minst geslaagde uit het boek.
~
Wisselende kwaliteit
Alle verhalen van Kafka in dit boekje, met uitzondering van The Hunger Artist, zijn in geschreven vorm niet langer dan een pagina. The Hunger Artist is het meest herkenbare Kafka-verhaal en is door Kuper grotendeels in zijn eigen woorden omgezet. Met een groot deel van de tekst is er ook een en ander aan diepgang verdwenen, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de geslaagde tekeningen. Ook haalt Kuper zo nu en dan een verhaal uit zijn eigen tijd om het te verplaatsen naar een moderne grote stad, een aanpassing die heel goed uitpakt. Give It Up! And Other Stories is door de keuze en interpretatie van de verhalen een werkje van wat wisselende kwaliteit, en doet het wat dat betreft onder voor Kupers andere verstripping The Metamorphosis. De grafische kwaliteit staat echter buiten kijf en bevestigt opnieuw Kupers reputatie.
Give It Up! And Other Stories is verkrijgbaar via de site van de uitgever.
.
Prijs: 15,95 (gebonden), 8,95 (softcover)
ISBN: 1-56163-125-6
Link: Peter Kuper
Misschien ook iets voor u
IFFR 2006
/ 0 Reactiesdoor: Rebecca Wilson0 SterrenVilnius. Was dat nou de hoofdstad van Estland, Letland of Litouwen? Bij de meeste Nederlanders wekt Vilnius niet meer associaties dan een willekeurige post-Sovjetstad ten oosten van de Oder-Neisse linie doet. Dat is jammer, want Vilnius kent op dit moment een van de interessantste artistieke klimaten ter wereld. Met een enkeltje Rotterdam kun je jezelf onderdompelen in de hippe Baltische underground.
Overzicht verslag IFFR 2006
Vilnius is één van de drie steden die tijdens het IFFR voor een middagje zullen verrijzen in Off_Corso. Deze voormalige bioscoop vormt het decor voor het nieuwe festivalprogramma Hot Spots. De lokale kunst- en filmscenes van Johannesburg, Vilnius en Mexico City presenteren zich elk drie festivalmiddagen en -avonden, met films, performance, muziek, design, eten en drinken. Waarom Vilnius en niet bijvoorbeeld Riga of Tallinn? Programmeur Kees Brienen legt uit.
Positieve energie
Brienen heeft jarenlange ervaring als programmamaker voor onder meer IDFA, Paradiso’s Cinema Digitaal en VPRO’s Nachtpodium. Al die tijd hield hij zijn ogen open voor nieuwe ontwikkelingen op het snijvlak van film, beeldende kunst en nieuwe media. Met een cultureel klimaat in Nederland dat hij als ‘braaf’ kenschetst is het geen wonder dat hij nu over de grens kijkt. Maar hoe kwam hij bij deze drie steden terecht? Weet hij zeker dat dit de interessantste plekken ter wereld zijn op dit moment? Of is het stiekem een nogal arbitraire keuze? “Arbitrair is het uiteraard,” zegt Brienen, oftewel met een gedegen vertrouwen op intuïtie, “maar de cinema is niet voor niets arbitrair en ongrijpbaar. En wat het ‘hotst’ is doet er niet toe, maar wel dat er een positieve creatieve energie traceerbaar is.” Het is dus geen wedstrijd, al gaat de vergelijking wel een beetje op, want, zegt Brienen: “In feite is mijn keuze tot stand gekomen zoals een coach zijn voetbalteam samenstelt.”
Meestal was er sprake van een directe aanleiding zoals de ontdekking van een filmmaker, een audio-visueel kunstenaar of een artistiek instituut dat zich op een bijzondere manier manifesteert. De films Batalla en el Cielo van Carlos Reygadas en Sangre van Amat Escalante waren bijvoorbeeld een ‘enorm aangename verrassing’ die Brienen op het spoor bracht van Mexico City. “Samen met een curator/kunstenaar/filmmaker uit de betreffende stad, iemand met wie ik me verwant voel, stel ik een programma samen waarbij het accent ligt op de filmcultuur. We zoeken raakvlakken tussen die filmcultuur en muziek, beeldende kunst en andere disciplines.”
Relatieve vrijheid
Ondanks de intuïtieve selectie en praktische aanleidingen wil Brienen zich desgevraagd wel aan een diepere analyse van de huidige bloei van Vilnius, Johannesburg en Mexico City wagen. “Vilnius is de hoofdstad van Litouwen. Het eerste land dat zich in 1991 losmaakte van het Sovjet-imperium, en in 2004 naast de andere Baltische staten aansluiting vond bij Europa. De mensen daar herdefiniëren hun identiteit, dan zoek je naar een beeld van jezelf, van wie je bent of wat je voorstelt.
“Hetzelfde geldt voor Johannesburg. Na decennia van apartheid zijn de Zuid-Afrikanen nu bewust bezig met vrijheid en democratie. Eindelijk kunnen de zwarte meerderheid, vrouwen, homoseksuelen en lesbiennes in relatieve vrijheid hun stem laten horen. Dat is het fundament waarop de hedendaagse kritische Zuid-Afrikaanse cinema gebouwd kon worden. Maar de kloof tussen arm en rijk is er nooit groter geweest, net als in Mexico City.
“Deze gigapolis kent ook positieve kanten; de dynamiek, de veelzijdigheid van het straatleven, de intensiteit van de culturele productie en de oorspronkelijkheid van de cultuur. Mexico City is een gigantisch sociaal laboratorium, en de recente films die ervandaan komen zijn met niets te vergelijken.”
Veranderingen
Genoeg geopolitieke onderbouwing voor Brienens selectie dus. Maar betekent het inkaderen van een levendige creatieve undergroundscene in zo’n publieksevenement – hoe kunstzinnig ook – niet de doodsteek voor die scene? Of bestaat er juist een werkelijke noodzaak voor zo’n programma? Dat laatste is het geval, vindt Brienen: “Om te beginnen heeft het IFFR altijd al een signaleringsfunctie gehad: het festival schept een cultuurkritisch kader waarin moderne ontwikkelingen kunnen worden verstaan. Nu is het zo dat, door de digitalisering, het medium film de afgelopen jaren sterk is gedemocratiseerd. Dat brengt met zich mee dat nieuwe ontwikkelingen zich wereldwijd voordoen, niet meer alleen bij een kleine elite van cineasten. Daarom moet het IFFR die signaleringsfunctie ook anders vormgeven. Het publiek moet zelf zien hoe een innovatieve filmcultuur kan ontstaan.”
Daarnaast geven veranderingen in productie, distributie en consumptie van bewegend beeld aanleiding tot een andere manier van vertonen: kruisbestuiving met verschillende disciplines in een ongedwongen sfeer. “In een wereld waar verandering de enige constante is, kunnen we het ons niet veroorloven om vast te houden aan de traditionele vertoningspraktijk van innovatieve cinematografische beeldtaal, dat spreekt zichzelf tegen. En toen riep God: Let there be Hot Spots!”
IFFR 2006: Een interview met Kees Brienen
Regie: Diverse regisseursJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
De hilarische woede van Philomène Tralala
De extravagante Philomène Tralala heeft ‘sociaal gezien’ alles tegen, zo vermeldt de flaptekst van het boek Het tragische einde van Philomène Tralala, “ze is zwart, Marokkaans, kleindochter van een slavin, wees, emigrante, schrijfster, lesbienne en ze heeft een buitengewoon opvliegend karakter. Maar ze is ook bloedstollend mooi.” En vooral, ze is boos.
Het tragische einde van Philomène Tralala speelt zich af in de Franse literaire wereld, waarin de schrijfster Philomène haar weg probeert te vinden. Philomène wordt voornamelijk gedreven door woede.. Het object van deze woede is de gemiddelde criticus die zegt haar werk interessant te vinden, maar in feite zo snel mogelijk met haar het bed in wil duiken. De soort mannen die haar exotisch vinden, omdat ze mooi en zwart is, terwijl dat nou nét het laatste is wat ze wil zijn. “Ik ben niet exotisch”, roept ze keer op keer uit.
Een kolkend vat
Philomène is een kolkend vat van emoties, gedachten razen door haar hoofd en ze spuugt ze uit in staccato-zinnetjes: “Het is Philomène! Kleintje Arabische koffie! Knettergek! Modderspuiter in de overdrive! Bek-op-poten! Bang voor niks!” Dat leidt tot een woordenstroom waar je je maar het beste door kunt laten meeslepen. Met als resultaat een boek dat je in één ruk uit wilt lezen, ware het niet dat je het na een paar hoofdstukken even moet neerleggen om op adem komen.
Ogenschijnlijk gaat het verhaal over een mooie, zwarte schrijfster, die door een invloedrijke, maar spuuglelijke literaire criticus wordt belaagd. Hij stalkt haar, dreigt haar van plagiaat te beschuldigen als ze niet op zijn avances wil ingaan en reist haar zelfs achterna naar haar geboorteland Marokko, waar ze even op adem wil komen. Dat laatste lijkt wat ongeloofwaardig – hup, eventjes van Parijs naar Tanger vliegen – , maar ja, het levert wél een hilarisch verhaal op, en dat is ook wat waard.
Elitepoppetje
Het verhaal is dus vermakelijk, maar leuker zijn de woede-uitbarstingen, want Philomène is een opgewonden standje. Overal waar ze komt, of het nou een cultureel evenement is of een televisiedebat, schopt ze een rel. De ene keer scheldt ze de Pakistaanse premier Benazir Bhutto uit voor elitepoppetje, de andere keer schopt ze fanatieke hindoes tegen de schenen en bij weer een ander debat krijgen de Algerijnse mannen er van langs:
Eigenlijk is het boek, waar je overigens zó doorheen vliegt omdat het maar 130 pagina’s telt, een aaneenschakeling van dit soort relletjes.
Gettoblasters
~
Philomène maakt een nogal verscheurde indruk, want ze voelt zich noch in de Marokkaanse, noch in de Franse cultuur thuis. En dan is ze ook nog zwart en lesbisch, toe maar. Dat herhaaldelijk uitroepen van “Ik ben niet exotisch!” verklaart haar woede voor een deel, maar ze gaat zelf zo vaak in de aanval, dat al dat gemekker over discriminatie en slavernij je soms wat op de zenuwen gaat werken. Fouad Laroui schrijft het echter met zoveel humor op dat het nergens drammerig wordt.
Slachtpartij
Al met al is Het tragische einde van Philomène Tralala dus een boek met veel vlot geschreven, hilarische dialogen, ook al is er wel wat op aan te merken; soms heeft Laroui de neiging om – typisch Frans – wat al te filosofisch te worden, waardoor hij niet altijd te volgen is, maar dat komt slechts sporadisch voor. Bovendien wordt het volledig goedgemaakt door zijn geestige en bloemrijke stijl. Ik eindig met een voorbeeldje. In Parijs ontmoet Philomène een jonge, Marokkaanse schrijver, die in een handomdraai de Franse literatuur voor dood verklaart:
Prijs: 15,00 (paperback)
Bladzijden: 130
ISBN: 90-282-40969
Misschien ook iets voor u
Kilte zonder eind
Bewegingstheater of mime moet je begrijpen zonder woorden; als bezoeker ben je afhankelijk van je zintuigen, niet van je taalvaardigheid. De voorstelling Einde oefening laat je voelen, horen en zien dat het einde niet altijd hoeft te komen. Nadat de toneellichten al een tijdje aan zijn, komen drie mannen het grote donkerblauwe vloerzeil oplopen. Ze lopen naar een zijde van een wit vierkant dat daar met lijnen is aangegeven. Bijna dreigend kijken ze elkaar aan. Ze blijven elkaar observeren, terwijl ze ieder met grote tussenpauzes een paar keer van zijde veranderen.
~
Saamhorigheid
De tekst van de flyer geeft wel uitleg. Volgens bedenker Roy Peters gaat Einde oefening over het besef dat alles een einde heeft en over de weigering om je daarbij neer te leggen. De mannen op het toneel doen ‘een poging om saamhorigheid in stand te houden’, en in de loop van de voorstelling wordt het duidelijk hoe moeilijk dit is. Ze komen tot het besef dat het volmaakte dat ze zoeken niet bestaat, zo lees ik, en daarmee verbeelden ze het grote einde – het einde van het leven.
Dreiging
Met dit in mijn achterhoofd wordt de voorstelling duidelijk. De mannen kijken niet zomaar naar elkaar, ze zoeken naar verbondenheid en blijven dat doen totdat ze weer van de vloer aflopen. De verschillende ‘oefeningen’ of sets van bewegingen die ze opvoeren hebben geen eind, ze gaan vloeiend in elkaar over. Het contact tussen de mannen op het podium is hecht: de synchronie van het trio is perfect. Het lijkt alsof de mannen samen aangesloten zijn op een aan- en uitknop. Met een druk op de knop staan ze tegelijk stil of komen ze weer in beweging.
~
Geen uitweg
Roy Peters werk heeft een herkenbare thematiek, die ook in deze voorstelling naar voren komt. Het gaat bij hem over de ‘kale essentie van het bestaan’: over mensen die zich staande proberen te houden in ruimte en tijd en daarvoor steun zoeken bij elkaar. In Einde oefening ontmoeten de spelers elkaar wel steeds weer in hun gezamenlijke bewegingen, maar ze vinden daarin geen uitweg, geen oplossing. Daarmee heeft het stuk, net als de bewegingen van de mannen, geen einde. De dansers verdwijnen van de vloer en het licht gaat uit.
De voorstelling is nog te zien tot en met 9 februari 2006. Kijk hier voor meer informatie en een volledige speellijst.
Einde oefening (Stichting Watergat / Roy Peters )
Artiest: Stichting Watergat / Roy PetersGezien op woensdag 18 januari 2006 in Theater Frascati, Amsterdam
Misschien ook iets voor u
De hoge vlucht en diepe val van ‘De Reus uit Rotterdam’
Momenteel mag de biografie zich verheugen in een ongekende populariteit, reden te meer om eens uitgebreid stil te staan bij dit hybride genre met een reeks over de biografie. Dit keer: Vaan: Het bewogen bestaan van C.B. Vaandrager van Menno Schenke.
Cornelis Bastiaan Vaandrager wordt in 1935 geboren als zoon van een postbode in Rotterdam-zuid. Zijn literair debuut, Leve Joop Massaker, wordt door critici in één adem genoemd met het vroege werk van Claus en Van het Reve. In de loop van zijn leven blijkt Vaandrager echter niet in staat te zijn om de hoge verwachtingen waar te maken.
Jaloers op het succes van anderen en zelf ternauwernood in staat om van de pen te leven, trekt Vaandrager zich terug in zijn eigen wereld. Als grootgebruiker van hash en speed, schrijft hij voor een steeds kleiner wordende groep liefhebbers over zijn leven in Rotterdam. Dertien jaar na zijn dood in 1992, verschijnt van de hand van Menno Schenke, kunstredacteur van het Algemeen Dagblad, het verhaal over de hoge vlucht en de diepe val van ‘De Reus uit Rotterdam’.
De glans van het dagelijks leven
In Vaan vertelt Menno Schenke op evenwichtige wijze over de hoogte- en dieptepunten uit het leven van C.B.Vaandrager. Het is bewonderenswaardig hoe diep hij hierbij heeft weten door te dringen tot de grote kring van mensen waar Vaandrager zich in zijn leven mee omringde. Hij sprak met meer dan veertig personen, waaronder – niet altijd even toegankelijke – artistieke collega’s als Jan Cremer, Armando, Simon Vinkenoog en Hans Sleutelaar. De biografie van Vaandrager kan hierdoor worden ingekleurd met een schat aan vermakelijke anekdotes.
In de vele sterke verhalen die in Vaan langskomen schittert Vaandrager in zijn rol als losgeslagen feestganger. Zo stroopt hij tijdens het dansen zijn zwart lederen broek naar beneden om tegen het onderbeen van één van zijn vriendinnen te urineren. Op een ander feest wordt hij verzocht het pand te verlaten wanneer hij de hond van de gastheer aftrekt. Wanneer, op weer een ander feest, de hashwalmen zijn neergeslagen, wordt Vaandrager wakker naast de vrouw van een van zijn beste vrienden. De gehele literaire ontwikkeling van Vaandrager vindt plaats in een jongerencultuur die opbloeit tussen de puinhopen van een kapotgeschoten stad. Schenke beschrijft dit op een fraaie wijze.
Vaandrager werkt in deze ‘bewogen jaren’ met de dichters Hans Verhagen, Armando en Hans Sleutelaar aan de avant-gardistische literaire bladen Gard Sivik en De Nieuwe Stijl. Gezamenlijk propageren ze een nieuwe esthetische opvatting. Poëzie zou niet langer uit ‘het poëtische’, maar uit ‘het anti-poëtische’ geboren moeten worden. Geschreven in de normale omgangstaal, ontstaan gedichten over de alledaagse werkelijkheid. De dichters proberen het publiek gevoelig te maken voor de schoonheid of de ironie van hele normale dingen. Na een bezoek aan Madurodam zou Vaandrager bijvoorbeeld de regel “de kroketten in het restaurant zijn aan de kleine kant” optekenen.
Twee gaten op keelhoogte
Vanwege toenemend drugsgebruik en een meer teruggetrokken leefwijze, zou Vaandrager veel van de vrienden uit de eerste helft van zijn leven in de loop van de jaren zeventig uit het oog verliezen. Schenke kan, in de beschrijving van de laatste twintig jaar van zijn leven, dan ook minder steunen op de verhalen uit zijn omgeving. Schenke heeft duidelijk minder goed weten door te dringen tot de kring van mensen die zich in deze periode om Vaandrager vormt. De gaten die in de beschrijving van zijn leven vallen worden in toenemende mate opgevuld met de zakelijke rapporten van politie en klinieken. Het menselijke gezicht van de dichter verdwijnt hierdoor langzaam uit het zicht.
In de jaren zeventig schrijft Vaandrager twee grote romans, De hef en De reus van Rotterdam. Net als in latere verhalen en gedichten komen hierin honderden mensen, gebeurtenissen en plaatsen uit zijn eigen leven voor. Hij schrijft de verhalen die hij vertelt in de woorden zoals hij ze om zich heen hoort klinken. Critici klagen, niet geheel ten onrechte, dat het voor buitenstaanders moeilijk is om vat te krijgen op zijn werk. Doordat hij dicht op het leven en werk van de dichter zit, weet Schenke wél tot een aantal cruciale passages uit zijn latere werk door te dringen. Ogenschijnlijk nietszeggende regels blijken te herleiden te zijn tot dramatische gebeurtenissen uit het leven van Vaandrager.
De ijzingwekkende realiteit achter de bovenstaande regels kan pas doordringen wanneer duidelijk wordt dat Vaandrager refereert aan een poging om zichzelf met een vleesmes van het leven te beroven. Naast de evenwichtige beschrijving van de lichte en de donkere dagen uit het bewogen bestaan van C.B.Vaandrager, ligt hier een andere grote kwaliteit van het werk van Schenke: anders onbegrijpelijke verwijzingen naar een dramatisch leven worden ermee gered van de vergetelheid.
Zie ook in deze reeks: Barry Miles, Charles Bukowski, Karel Wasch, Jack Kerouac, Wim Hazeu, Vestdijk: een biografie, Rüdiger Safranski, Friedrich Schiller of de uitvinding van het Duitse idealisme en Peter Gay, Freud. Pionier van het moderne leven.
Prijs: 35,00
Bladzijden: 494
ISBN: 90-234-1881-6
Misschien ook iets voor u
Advocaat van de duivel
Michael Connelly schrijft sinds 1992 in gestaag tempo romans. Meestal gaan deze over de detective Harry (Hieronymus) Bosch. Maar zijn meest recente roman bekijkt de zaak vanuit een ander perspectief. In The Lincoln Lawyer krijgen we te maken met de advocaat Mickey Haller.
Mickey Haller verdedigt de kanslozen van Los Angeles. Oplichters, drugsverslaafden, drugsdealers en bendeleden vormen zijn klantenkring. Die verdediging gaat hem goed af, maar wordt hem niet in dank afgenomen door de aanklagers en de politie. Mickey Haller is dan ook dubbel blij met zijn nieuwste cliënt.
Ten eerste betreft het een rijke jonge man uit Beverly Hills, wat betekent dat Haller zijn toptarief kan rekenen. Ten tweede is hij ervan overtuigd dat deze Louis Roulet onschuldig is aan de hem ten laste gelegde poging tot moord en verkrachting van een prostituee. Dat is weer eens wat anders dan het eeuwige zoeken naar mazen in de wetgeving om zijn schuldige klanten zo weinig mogelijk te laten boeten voor hun misdaden.
~
Authentiek
Michael Connelly is in 1980 afgestudeerd als journalist met als bijvak creatief schrijven. Daarna is hij jarenlang journalist geweest voor diverse dagbladen, waaronder de Los Angeles Times. Hij heeft op de short-list voor de Pulitzer Prize gestaan met een achtergrondverhaal over de overlevenden van een grote vliegtuigramp. Deze journalistieke ervaring en achtergrond zie je terug in zijn romans. Bij het lezen van The Lincoln Lawyer merk je dat je te maken hebt met een schrijver die zijn research doet. Alles ademt authenticiteit. De karakters, de rechtsprocessen en de terminologie komen allemaal erg realistisch over. En daardoor is deze roman geen doorsnee advocatenboek geworden. De rechtbank is hier niet gewoon een kapstok waaraan een spannend verhaal is opgehangen, maar vormt daarentegen een wezenlijk, realistisch ogend onderdeel van het verhaal.
Als lezer ben je eigenlijk niet zo geïnteresseerd in hoe het met de verdachte Roulet afloopt, als wel in hoe Haller het rechtssysteem kan gebruiken om zich uit de schijnbaar hopeloze situatie te redden. Zal het hem lukken om ongeschonden uit de strijd te komen, een dreigende arrestatie voor de moord op zijn medewerker en een mogelijke schorsing door de tuchtraad ten spijt? Je hebt geen moment rust totdat je na bijna 400 pagina’s uiteindelijk het antwoord hebt gekregen en je het boek moe maar voldaan dichtslaat.
Geen fratsen
Connelly heeft een prettige stijl van schrijven, die je op betrokken wijze meevoert door het verhaal. Hier geen overdreven gestileerd proza, maar een rechttoe rechtaan benadering zonder oppervlakkig te worden. Daar waar het rechtssysteem helder wordt overgebracht zonder stoffig te worden, worden karakters uitgediept en neergezet zonder dat dit uitmondt in diepgravende psychologische beschouwingen. Connelly vindt de gulden middenweg en bewandelt die met flair.
Michael Connelly heeft sinds zijn debuut in 1992 zo’n zestien boeken op zijn naam staan. In 2006 staan er alweer twee boeken op het punt uitgebracht te worden, waaronder een non-fictieboek met misdaadverhalen uit zijn tijd als journalist, en wederom een nieuwe Harry Bosch-roman. Het ziet er naar uit dat ons nog een hoop goeds tegemoet komt.
Bij uitgeverij De Boekerij verscheen ook een Nederlandse vertaling van dit boek
Michael Connelly (vertaling: Hans Kooijman) • De Lincoln advocaat • Uitgever: De Boekerij • Prijs: € 17,50 • 431 bladzijden • ISBN: 9022543242
Prijs: Ca. 24,95
Bladzijden: 384
ISBN: 0-316-73493-4
Misschien ook iets voor u
Get on your dancing shoes
Het is eigenlijk nogal een cliché. Vier puisterige Britse blagen, nog maar net droog achter de oren, starten een rockband. Men maakt een ep, er ontstaat een onwaarschijnlijke (internet)buzz en platenlabels staan in de rij om de band te tekenen. Een half jaar (en een nummer 1-hit) verder staat Arctic Monkeys op het punt internationaal door te breken. Ondertussen doet de eerste 7” van Arctic Monkeys al wel een ruime 100 pond op eBay.
~
Met de release van Whatever People Say I Am, That’s What I’m Not kan het grote publiek in Nederland Arctic Monkeys nu ook eindelijk in de armen sluiten. Officieel dan, want laten we wel wezen, iedereen die de Britse muziek ook maar een beetje in de gaten houdt, was al lang op de hoogte. Zeker toen de nieuwe versie van I Bet That You Look Good On The Dancefloor op single uitkwam bij Domino, de Britse charts bestormde, en bovenaan de lijst eindigde. Het concert in de bovenzaal van Paradiso op 1 november was stijf uitverkocht, hoewel vooral ook bezocht door fanatieke fans uit Engeland.
You sexy little swine
Whatever People Say… staat vol met übercatchy rockliedjes. Het album lijkt hier en daar wat te rammelen, maar bij herhaald luisteren valt op dat alle songs juist zeer ingenieus in elkaar zitten. Bovendien zijn bijna alle nummers op de plaat ook nog eens verrekte dansbaar. Nu wisten de meeste DJ’s en discogangers dat vast al van I Bet That You Look Good On The Dancefloor, maar met het verschijnen van het debuutalbum hebben we er nog wat krakers bij. Het is allemaal leuk, springerig en meezingbaar. So get on your dancing shoes, you sexy little swine (Dancing Shoes).
Tienerbelevenissen
De troef van de band is zanger Alex Turner. Hij heeft de perfecte stem, het ultieme accent en de komische teksten. Veelal worden de belevenissen van een tiener in Sheffield beschreven. Het weggestuurd worden bij de discotheek (From The Ritz To The Rubble), het oppikken van opgedirkte meisjes in de kroeg (Still Take You Home) enzovoort. Een beetje zoals de korte verhalen uit de liedjes van Mike Skinner van The Streets, die ook gaan over het (uitgaans)leven van de Britse middleclass jeugd.
De band treedt de komende maanden op over hele wereld, van Tokio tot LA. Ook Nederland zal ongetwijfeld vallen voor de songs van Arctic Monkeys (misschien de redding voor Pinkpop dit jaar?). Het concert in de Melkweg op 27 februari was in ieder geval uitverkocht voordat je ‘Britse hype’ kon zeggen. Het ongelijk van Noel Gallagher (“With a name like Arctic Monkeys they’ll never get anywhere”) is ondertussen wel overtuigend bewezen.
Arctic Monkeys
Album: Whatever People Say I Am, That's What I'm NotMisschien ook iets voor u
Awkward I, El Camino en The Hot Stewards
.
Awkward I
False starts in lo-fi
Subroutine Records 2005
~
False starts in lo-fi is via de site van Subroutine Records te verkrijgen voor vijf euro, exclusief de verzendkosten.
El Camino
At Jenny Richee
Drowning Man 2005
~
At Jenny Richee is via de site van de band verkrijgbaar voor acht eurootjes plus portokosten.
The Hot Stewards
The very best of
Sally Forth Records 2005
~
The Very Best of the Hot Stewards is voor acht euro te verkrijgen via de site www.youmakemusic.com.
Misschien ook iets voor u
Een curieuze combinatie
Het had iets weg van een Amerikaans reizend circus: een jonge britpopmuzikant, een zwijgende violist en twee vrouwen van middelbare leeftijd met een sterk zuidelijk accent die anekdotes ophoestten over de theedoeken die zij een jaar of acht geleden in Groningen hadden gekocht. Het waren echter twee in elkaar geschoven bands van het alternatieve rocklabel Thrilljockey, The Zincs en Freakwater, die drie weken door Europa tourden om hun nieuwste albums te presenteren. Op 18 januari stonden ze in Vera Groningen.
~
De britpopmuzikant Jim Elkington onder meer bekend als Jim Zinc ofwel The Zincs fungeerde als het voorprogramma, waarin hij vooral nummers van zijn nieuwste plaat Dimmer speelde. Op zijn eerste album onder de naam The Zincs Moth And Marriage bespeelde Elkington nog alle instrumenten zelf, maar voor Dimmer verzamelde hij een uitstekende band om zich heen. Helaas moesten zijn bandleden thuisblijven, vanwege budgettaire (hij was slechts het voorprogramma) en logistieke redenen (de vier muzikanten reizen door europa per trein!).
Nietzsche verslaan
Op het album klinken de nummers somber als The Tindersticks en uit Elkingtons donkere Nick Cave-achtige stem spreekt een duivelse berusting. Nu zonder zijn band staat er live een singer-songwriter met het nodige sarcasme en zelfspot. In het nummer New Thought: “Life, life is long // what doesn’t kill me // only makes my life longer”, herformuleert Elkington Friedrich Nietzsche. Hij verslaat daarbij de Duitse filosoof en passant nog in een wedstrijdje somberheid. Een nummer als Meagre Prick laat zien waar Zinc allemaal wel of juist niet toe in staat is. Het is een sobere ballad over zijn eigen onvermogen: “I apologize in advance”. Samen met de zangeressen van Freakwater zong Elkington ook nog het ergens tussen hemel en aarde hangende Sunday Night. Zodra de drie het refrein inzetten was mijn avond al geslaagd.
Geen connectie
Waar de enigszins ongeïnteresseerde houding van Elkington – hij leek er na één week touren al genoeg van te hebben – zijn muziek alleen maar meer leek te dragen was het gebrek aan passie bij de countryveteranen Janet Bean and Catherine Irwin funest. Sinds 1989 vormen zij samen Freakwater. Ze werden deze avond ondersteund door Elkington op gitaar en een violist c.q. mandoline-speler. Maar zoals Freakwater eigenlijk niet bij het alternatieve label Thrill Jockey thuishoort zo past Elkington niet bij Freakwater.
Elkington viel tot op heden niet te betrappen op veel affiniteit met de Amerikaanse roots en zijn werk past dan ook veel beter in de Britpop traditie, die hij met zijn vorige band Sophia en met The Zincs verkende. De enige link tussen Elkington en Freakwater is dat zangeres Janet een vriendin van hem is en dat haar vocalen ook op Dimmer klinken, muzikaal zijn er verder weinig overeenkomsten. Nu leek het erop alsof Elkington de primitieve muziek van Freakwater moest opvrolijken met wat gitaar frivoliteiten, veel hielp het echter niet.
Omgekeerd anachronisme
In de muziek van Freakwater resoneert onherroepelijk de geest van legendes als Hank Williams en The Carter Family. Hoewel op hun eerste album sinds 1999 Thinking Of You… ook wel enige alt. country invloeden te horen zijn klinken de gitaarvervormers in Freakwaters geval als een omgekeerd anachronisme. De teksten hebben een absurde kant die niet goed met de traditionele country kant te rijmen vallen zoals het vreemde So Strange:
Slaapverwekkende vormen
Freakwater moet het heel sterk hebben van de combinatie tussen de warme stem van Irwin en de sopraan van Bean. Vooral het hoge onvaste stemgeluid van Bean kan soms ongekende urgentie aan de muziek geven. Zoals op het mooiste nummer van hun nieuwste album, Double Clutch, waarin er een soort duistere moraal aan de orde wordt gesteld:
Deze avond kon Freakwater echter geen urgentie oproepen. Het was een langdradig optreden, niet in het minste door het eentonige tempo van de nummers. Nummers die op het album al niet tot dansen aanzetten, maar in Vera slaapverwekkende vormen aannamen.
Freakwater and The Zincs
Prijs: Vera GroningenGezien op woensdag 18 januari 2006 in Vera Groningen,
Misschien ook iets voor u
Inspiratie
Het lijkt een trend: neem een Europees land en laat zien wat er in een belangrijke periode in de kunstgeschiedenis gebeurde. Het Haagse Gemeentemuseum deed dit – overigens zeer succesvol – met de tentoonstelling Finse kunst rond 1900 en tegelijkertijd is in het Drents Museum in Assen de tentoonstelling Praagse schilderkunst 1890-1939: van symbolisme tot abstractie te zien. Beide tentoonstellingen concentreren zich op dezelfde periode, maar kiezen wel een ander land om de avant-garde van die tijd te tonen.
De tentoonstelling in het Drents Museum is samengesteld door Thomas Vlçek, directeur van de afdeling moderne en hedendaagse kunst van de Národni Galerie (National Gallery) in Praag. Hij heeft verschillende werken uitgekozen die goed weergeven waar de Tsjechische kunstenaars zich mee bezig hielden. Het karakteristieke van de Praagse schilderkunst is vooral te vinden in de onderwerpen van de werken. De kunstenaars concentreerden zich voornamelijk op het menselijk lichaam en op het landschap. Deze twee onderwerpen vormen de rode draad door de tentoonstelling.
Westerse oriëntatie
Het verschil met Finse kunst lijkt vooral dat de Praagse werken minder een eigen gezicht hebben. Anders dan Finland speelde Praag in die tijd een belangrijke rol in het West-Europese kunstleven. Er woonden veel kunstenaars, maar er waren ook veel contacten met andere West-Europese kunststeden. Deze contacten zijn onder andere te verklaren door de meer centrale ligging van Praag, waardoor er veel contact was met het Westen van Europa in plaats van met het Oosten, zoals in Finland wel gebeurde. De oriëntatie op West-Europa concentreerde zich voornamelijk op Frankrijk, in het bijzonder Parijs. In de tentoonstelling is duidelijk een weergave van deze inspiratie te zien. Zo zijn er landschappen à la Claude Monet, zoals het landschap van Václav Radimský, vrouwelijke lichamen geïnspireerd op de naakten van Picasso en kubistische figuren die aan het werk van Duchamp doen denken. De inspiratie is zo nadrukkelijk aanwezig dat de Praagse kunst eerder het eigen karakter lijkt te verliezen dan te behouden en daarbij redden de werken het soms niet in vergelijking met hun Franse voorbeelden.
Melancholie
Dit geldt niet voor alle werken. Een aantal ervan, die aan het einde van de negentiende eeuw werden vervaardigd, zijn misschien niet per se kenmerkend voor Praagse kunst, maar het zijn wel mooie werken. Zo is het indrukwekkende Moeder (1899) van František Bílek een mooi voorbeeld van symbolisme. Ook de bewerkte lijst maakt deel uit van de voorstelling. Een ander opvallend werk is Vallende bladeren (1895) van Antonín Slaví?ek, dat zich onderscheidt van andere landschappen in de tentoonstelling door de suggestie van beweging en wind in de bladeren. De warme bruine en rode tinten roepen een gevoel van melancholie op.
Praagse inspiratie
Het is interessant en leerzaam om een voorbeeld te zien van een van de componenten van de Westerse avant-garde en zeker voor een klein museum als het Drents Museum is de tentoonstelling van deze Praagse kunst een aanwinst. Jammer genoeg is de tentoonstelling niet op alle fronten geslaagd. De inrichting is niet spannend, de belichting is soms slecht en een werk als Vallende bladeren lijkt een beetje weggestopt. Van Tsjechische kunst kunnen ze in het Drents Museum echter nog niet genoeg krijgen. Eind maart is er een grote overzichtstentoonstelling te zien van de Praagse ontwerper Borek Sípek.
Praagse schilderkunst 1890-1939: van symbolisme tot abstractie
Nog te zien tot: zondag 26 februari 2006Misschien ook iets voor u