Tag Archief van: recensie

Kunst / Expo binnenland

Stervenskoud

recensie: Siberian Exiles – Claudia Heinermann
© Museum of Occupation and Freedom Fights

De Baltische staten Estland, Letland en Litouwen leden tussen 1940 en 1991 zwaar onder de terreur van de Sovjet-Unie. De bezetter onderwierp de bevolking aan massale deportaties, executies en dwangarbeid. Fotograaf Claudia Heinermann documenteerde vooral via interviews met overlevenden de weinig bekende verschrikkingen. Een ware eyeopener in het Nederlands Fotomuseum.

Het begon toen de Sovjet-Unie zich na het niet-aanvalsverdrag met nazi-Duitsland in 1940 meester maakte van de Baltische staten. Onder Stalin nam de repressie onmiddellijk een aanvang. ‘In de nacht van 14 juni 1941, ik was toen dertien jaar, werd ons hele gezin opgepakt en naar Siberië gedeporteerd. Mijn vader (beroepssoldaat in het Litouwse leger, red.) werd ter dood veroordeeld en op 11 mei 1942 in de gevangenis van Kansk geëxecuteerd. Maar dat hoorden wij pas veel later.’ Aldus Irena Valaityté in één van de vele wandteksten (interviews) op de expositie.

Zelf belandde Irena al gauw in een werkbrigade van kinderen, op een eiland in Noord-Siberië. In een steenkoud niemandsland, waar nog helemaal niets was, werkte ze twaalf uur per dag, de eerste tijd aan het bouwen van een nederzetting. Haar broertje zat in de visbrigade en moest wakken maken in het ijs om eten te verzamelen. Uiteindelijk kregen honger, kou en ziekte Irena niet klein. In 1948 wist ze te ontsnappen en thuisland Litouwen weer te bereiken, waar ze zich nog jarenlang moest schuilhouden. In 1963 kwam ook haar broer terug. Haar moeder overleed in 1946 op het eiland.

Boven de poolcirkel

De verhalen van Irena Valaityté en tientallen lotgenoten zijn indrukwekkend gedocumenteerd door de Duitse fotograaf Claudia Heinermann (1967). Zij wil de geschiedenis van de Sovjet-gruwelen in de Baltische staten voor eens en altijd vastleggen, zeker nu het huidige regime in het Kremlin laat zien niets van het verleden te hebben geleerd. Door middel van spaarzame foto’s uit de jaren 30 en 40, teksten met foto’s en portretten van nu, maar ook tekeningen en enkele video’s, geeft ze overlevenden een stem.

Heinermanns project bestaat uit drie delen. Het eerste deel focust op zes Litouwers die als kind tijdens de eerste grote massadeportatie in 1941 naar de zuidelijke bergstreek Altaj gedeporteerd werden, om na een jaar landbewerking naar de Laptevzee boven de poolcirkel vervoerd te worden voor het op poten zetten van een complete visindustrie. Hun verhalen en portretten staan hier centraal. Ook zijn er rake tekeningen en enkele video’s te zien. Aangrijpend is bijvoorbeeld een filmpje van een Litouwse expeditie uit 1989 naar de Laptevzee. Doel van de expeditie, waaraan ook Irena Valaityté deelnam, was om graven van familieleden te vinden en een monument voor hen op te richten. We zien hoe het lichaam van Irena’s moeder wordt gevonden in de permafrost. Naar schatting zijn er in totaal zo’n 130.000 mensen uit de Baltische staten op transport gesteld.

Partizanenstrijd en testlocatie

Deel twee zoomt in op de partizanenstrijd tegen de Sovjetbezetters, die na de verdrijving van de Duitsers in 1944 de Baltische staten opnieuw annexeerden. Tot in de jaren 50 werden vanuit ondergrondse bunkers in de bossen acties tegen de Russen ondernomen. De hoop op westerse hulp bleek vergeefs. In deel drie verschuift de blik naar het zuiden van Siberië. Circa 20.000 Esten werden in 1949 aan de grens met Kazachstan tewerkgesteld als landarbeiders. Wat ze lange tijd niet wisten was dat een paar honderd kilometer verderop de testlocatie Semipalatinsk werd gebruikt voor atoomproeven. 

Ook hier veel teksten en een aantal foto’s van betrokkenen. Maar bijvoorbeeld ook een enorme overzichtskaart van alle goelags en een model van het terrein voor atoomproeven. Je komt ogen tekort om alles in je op te nemen. Interessant is dat Heinermann zelf ook naar Semipalatinsk reisde om jaren later interviews af te nemen met ooggetuigen van de onbekende trillingen en wolken.

Portretten vol menselijkheid

Historisch beeldmateriaal is om voor de hand liggende redenen wat karig. De oude foto’s die Heinermann exposeert vallen in ruwweg twee categorieën: onbezorgde jeugdfoto’s uit de jaren voor de Sovjetbezetting en kiekjes van barre deportatielocaties uit de jaren 40 en 50. ‘Zoek de verschillen’, zou je er uiterst cynisch bij kunnen denken. Maar voor cynisme moet je zeker niet bij Heinermann zijn. Met de wetenschap van de gruwelen die hebben plaatsgevonden in het hoofd, is het prachtig om te zien hoe ze overlevenden op latere leeftijd weet te portretteren. Getekend, zeker. Maar vaak ook kleurrijk en met een warme blik vol bewaarde menselijkheid. Daar heeft ook ijskoude barbaarsheid geen eind aan kunnen maken.

Irena Valaityté (1928), Kaunas, Litouwen, 2017 © Claudia Heinermann

 

 

Kunst / Expo binnenland

Stervenskoud

recensie: Siberian Exiles – Claudia Heinermann
© Museum of Occupation and Freedom Fights

De Baltische staten Estland, Letland en Litouwen leden tussen 1940 en 1991 zwaar onder de terreur van de Sovjet-Unie. De bezetter onderwierp de bevolking aan massale deportaties, executies en dwangarbeid. Fotograaf Claudia Heinermann documenteerde vooral via interviews met overlevenden de weinig bekende verschrikkingen. Een ware eyeopener in het Nederlands Fotomuseum.

Het begon toen de Sovjet-Unie zich na het niet-aanvalsverdrag met nazi-Duitsland in 1940 meester maakte van de Baltische staten. Onder Stalin nam de repressie onmiddellijk een aanvang. ‘In de nacht van 14 juni 1941, ik was toen dertien jaar, werd ons hele gezin opgepakt en naar Siberië gedeporteerd. Mijn vader (beroepssoldaat in het Litouwse leger, red.) werd ter dood veroordeeld en op 11 mei 1942 in de gevangenis van Kansk geëxecuteerd. Maar dat hoorden wij pas veel later.’ Aldus Irena Valaityté in één van de vele wandteksten (interviews) op de expositie.

Zelf belandde Irena al gauw in een werkbrigade van kinderen, op een eiland in Noord-Siberië. In een steenkoud niemandsland, waar nog helemaal niets was, werkte ze twaalf uur per dag, de eerste tijd aan het bouwen van een nederzetting. Haar broertje zat in de visbrigade en moest wakken maken in het ijs om eten te verzamelen. Uiteindelijk kregen honger, kou en ziekte Irena niet klein. In 1948 wist ze te ontsnappen en thuisland Litouwen weer te bereiken, waar ze zich nog jarenlang moest schuilhouden. In 1963 kwam ook haar broer terug. Haar moeder overleed in 1946 op het eiland.

Boven de poolcirkel

De verhalen van Irena Valaityté en tientallen lotgenoten zijn indrukwekkend gedocumenteerd door de Duitse fotograaf Claudia Heinermann (1967). Zij wil de geschiedenis van de Sovjet-gruwelen in de Baltische staten voor eens en altijd vastleggen, zeker nu het huidige regime in het Kremlin laat zien niets van het verleden te hebben geleerd. Door middel van spaarzame foto’s uit de jaren 30 en 40, teksten met foto’s en portretten van nu, maar ook tekeningen en enkele video’s, geeft ze overlevenden een stem.

Heinermanns project bestaat uit drie delen. Het eerste deel focust op zes Litouwers die als kind tijdens de eerste grote massadeportatie in 1941 naar de zuidelijke bergstreek Altaj gedeporteerd werden, om na een jaar landbewerking naar de Laptevzee boven de poolcirkel vervoerd te worden voor het op poten zetten van een complete visindustrie. Hun verhalen en portretten staan hier centraal. Ook zijn er rake tekeningen en enkele video’s te zien. Aangrijpend is bijvoorbeeld een filmpje van een Litouwse expeditie uit 1989 naar de Laptevzee. Doel van de expeditie, waaraan ook Irena Valaityté deelnam, was om graven van familieleden te vinden en een monument voor hen op te richten. We zien hoe het lichaam van Irena’s moeder wordt gevonden in de permafrost. Naar schatting zijn er in totaal zo’n 130.000 mensen uit de Baltische staten op transport gesteld.

Partizanenstrijd en testlocatie

Deel twee zoomt in op de partizanenstrijd tegen de Sovjetbezetters, die na de verdrijving van de Duitsers in 1944 de Baltische staten opnieuw annexeerden. Tot in de jaren 50 werden vanuit ondergrondse bunkers in de bossen acties tegen de Russen ondernomen. De hoop op westerse hulp bleek vergeefs. In deel drie verschuift de blik naar het zuiden van Siberië. Circa 20.000 Esten werden in 1949 aan de grens met Kazachstan tewerkgesteld als landarbeiders. Wat ze lange tijd niet wisten was dat een paar honderd kilometer verderop de testlocatie Semipalatinsk werd gebruikt voor atoomproeven. 

Ook hier veel teksten en een aantal foto’s van betrokkenen. Maar bijvoorbeeld ook een enorme overzichtskaart van alle goelags en een model van het terrein voor atoomproeven. Je komt ogen tekort om alles in je op te nemen. Interessant is dat Heinermann zelf ook naar Semipalatinsk reisde om jaren later interviews af te nemen met ooggetuigen van de onbekende trillingen en wolken.

Portretten vol menselijkheid

Historisch beeldmateriaal is om voor de hand liggende redenen wat karig. De oude foto’s die Heinermann exposeert vallen in ruwweg twee categorieën: onbezorgde jeugdfoto’s uit de jaren voor de Sovjetbezetting en kiekjes van barre deportatielocaties uit de jaren 40 en 50. ‘Zoek de verschillen’, zou je er uiterst cynisch bij kunnen denken. Maar voor cynisme moet je zeker niet bij Heinermann zijn. Met de wetenschap van de gruwelen die hebben plaatsgevonden in het hoofd, is het prachtig om te zien hoe ze overlevenden op latere leeftijd weet te portretteren. Getekend, zeker. Maar vaak ook kleurrijk en met een warme blik vol bewaarde menselijkheid. Daar heeft ook ijskoude barbaarsheid geen eind aan kunnen maken.

Irena Valaityté (1928), Kaunas, Litouwen, 2017 © Claudia Heinermann

 

 

IFFR 2
Film / Reportage
special: International Film Festival Rotterdam
IFFR 2

IFFR 2023: the sequel

Ons tweede en laatste verslag van de 52e editie van het International Film Festival Rotterdam behandelt weer films in diverse genres uit alle hoeken van de wereld.

Het bezoekersaantal van deze editie van het IFFR bleek na afloop nog niet het pre-corona niveau te hebben gehaald, maar zo voelde het zeker wel: de meeste voorstellingen die ik bezocht, zaten goed vol. In dit tweede IFFR-verslag reizen we van Denemarken via de VS en Namibië naar Oceanië.

Superposition

Karoline Lyngbye • Denemarken, 2023
Sterren: 4/5

Stine (Maria Bach Hansen, The Legacy) en Teil (Mikkel Boe Følsgaard, Land of Mine) zijn met hun zoontje Nemo naar de bossen van Zweden verhuisd om het stressvolle stadsleven in Kopenhagen te ontvluchten. Het is voor hen ook een kans om hun relatie nieuw leven in te blazen en hun binding met Moeder Natuur te vergroten. Hun ervaringen zullen ze met de wereld delen via een podcastserie. De plek blijkt echter een stuk minder afgezonderd van de buitenwereld dan beloofd. De verbazing wordt al helemaal groot als de vreemdelingen er exact uitzien als zijzelf!

Dit volwassen speelfilmdebuut van Karoline Lyngbye duikt in de wereld van doppelgängers en parallelle universa. Het is zeker geen onbekend thema in de cinema, maar Lyngbye voegt hier een stijlvolle loot aan toe. De keuze om de personages een podcast te laten opnemen blijkt hierbij een slimme: hiermee kan veel informatie op een natuurlijke manier gegeven worden en wordt de relatie van het stel scherp neergezet. Ook is slim gebruik gemaakt van de locatie. Het moderne vakantiehuis waar het gezin verblijft, zit vol glas; de spiegelingen die dit glas veroorzaakt, zijn een subtiele visuele voorbode van wat gaat komen.

Hoewel de film zeer gestileerd overkomt, was er zeker ook ruimte om niet-gescripte scènes in de film te verwerken, zo bleek uit de Q&A na afloop. De scène waarin Nemo over spinnen en Spider-Man praat – wat fijne verwijzingen leken te zijn naar zowel duale identiteiten als Denis Villeneuves Enemy – bleek door het jochie geheel geïmproviseerd te zijn.

Superposition

Under the Hanging Tree

Perivi Katjavivi • Namibië, 2023
Sterren: 2/5

Namibië – een van de dunst bevolkte landen ter wereld – kent diverse bevolkingsgroepen, waaronder Duitse nazaten. Tot de Eerste Wereldoorlog was het grote Afrikaanse land namelijk een Duitse kolonie. De genocide begin van 20e eeuw door de kolonisator van de Herero en de Nama, twee inheemse bevolkingsgroepen, liet diepe wonden na. Het is dus een land met een fascinerend verleden en tegen die achtergrond speelt Under the Hanging Tree zich af. In deze film doet een norse politieagente met Herero-roots onderzoek naar wat lijkt op ritueel geslacht vee van een Duitse boer. Niet veel later wordt de boer zelf dood aangetroffen.

Het verhaal heeft potentie, maar de film blijkt niet in staat het lage budget en gebrek aan ervaring te verhullen. Regisseur Perivi Katjavivi strooit kwistig met (te) lang aangehouden shots in de hoop dat Dutch angles (schuine horizonnen) ze interessanter maken. Het acteerwerk is houterig en het geluid is zeldzaam amateuristisch. Zelfs de imposante, weidse landschappen van Namibië worden nergens echt mooi in beeld gebracht – an sich best een prestatie van formaat.

Under the Hanging Tree

Little Dixie

John Swab • Verenigde Staten, 2023
Sterren: 2,5/5

Het is een wat atypische IFFR-keuze, deze Amerikaanse productie met actiester Frank Grillo in de hoofdrol. Hierin verklaart een overijverige Amerikaanse gouverneur de oorlog aan een Mexicaans drugskartel. Doc (Grillo), een voormalige special forces commando, is niet alleen een oud-collega van de gouverneur, maar heeft ook banden met het kartel. Veel kans om vrede tussen beide kampen te bewerkstelligen krijgt hij niet, want de kartelleider heeft besloten psychopaat Cuco (Beau Knapp) naar de VS te sturen om het zaakje op te lossen. Als Cuco de dochter van Doc ontvoert met als doel de commando te dwingen om de gouverneur te doden, komen de dodelijke kwaliteiten van Doc meer dan van pas.

Het is geen hoogvlieger, deze film van John Swab. Het is bij vlagen keihard en er vallen genoeg doden, maar verwacht geen innovatieve geweldsballetten à la John Wick. Bovendien is een vrouwelijk personage dat ontvoerd wordt inmiddels zo’n sleets plotmiddel, dat het eigenlijk verboden zou moeten worden. Cuco is ook met z’n gabberachtige uitstraling een net iets te dik aangezette bad guy, maar Grillo bewijst weer eens een acteur te zijn met voldoende charisma om de aandacht vast te houden. Little Dixie voelt mede door hem lekker ouderwets aan. Solide. Vermakelijk zelfs.

Little Dixie

Paco

Tim Carlier • Australië, 2023
Sterren: 3,5/5

De opening van de absurdistische Australische film Paco doet denken aan de scène in Babylon waarin Nelly (Margot Robbie) voor het eerst een geluidsscène opneemt. Vlekkeloos gaat dat zeker niet en vele takes zijn het gevolg – tot frustratie van de crew. In Paco is het niet het geluid zelf, maar actrice Hebe (Hebe Sayce) die de lange takes telkens in de soep laat lopen. Lange takes, die in Paco weer onderdeel zijn van één lange take. Een waar staaltje knap filmmaken dit!

Als de scène er eindelijk op staat, vergeet Hebe vervolgens haar draadloze microfoon in te leveren. Dit is de verantwoordelijkheid van geluidsman Paco en een microfoon kwijtraken is, zo wordt duidelijk, een doodzonde. Paco (Manuel Ashman, die echt ervaring heeft als geluidsman) volgt de geluiden die zijn microfoon oppikt. In plaats van Hebe te vinden, wordt hij in de Australische stad Adelaide, waar de film zich afspeelt, steeds weer afgeleid. Hij komt continu maffe personages tegen en er wordt door vrienden en collega’s de hele tijd een beroep op hem gedaan als geluidsman.

Paco, door regisseur Tim Carlier zelf op zijn website een ‘Experimental Comedy’ genoemd, levert een film op die zeker niet alleen voor ingewijden van de Adelaidese filmscene grappig is. Zo is een spel dat op een feestje gespeeld wordt voor niet-ingewijden behoorlijk onnavolgbaar, maar door de absurditeit ervan juist weer universeel grappig. Met een beperkt budget en met hulp van een groep enthousiaste vrienden uit de film- en muziekscene van Adelaide, is een redelijk unieke film gemaakt. Eén waarin het geluid ervan voor zo’n 85% ook daadwerkelijk het geluid is dat Paco ter plekke opnam.

Paco

Patu!

Merata Mita • Nieuw-Zeeland, 1983
Sterren: 3,5/5

In 1981 stond een tour door Nieuw-Zeeland gepland van de Springboks, het nationale rugbyteam van Zuid-Afrika. De Springboks waren hier al eerder op tour geweest en het was ook niet de eerste keer dat de komst van een vertegenwoordiger van het Apartheidsregime weerstand opwekte. Zo heftig als in 1981 was het echter nog niet geweest. De doden door rellen in township Soweto en de moord op activist Steve Biko lagen immers nog vers in het geheugen. De steeds massalere en gewelddadigere demonstraties splitsten Nieuw-Zeeland – waar rugby onderdeel is van de nationale identiteit – in pro- en anti-tour. Het is wel duidelijk welke kant Maori filmmaker Merata Mita hierin kiest. De blik wordt daarbij ook steeds meer naar binnen gericht, op de Nieuw-Zeelandse maatschappij zelf. Wat heeft demonstreren tegen racisme in een ander land voor zin, als dit in eigen land nog steeds voor komt?

Vele cameramensen filmden de protesten dicht op de huid. Wat een 25 minuten durende televisiedocumentaire had moeten worden, groeide uit tot dit pamflet van bijna twee uur. Patu! – de naam van een traditionele Maoriknuppel – begint nog rustig met het verzamelen van handtekeningen om de tour een halt toe te roepen, maar laat vervolgens een steeds heftigere geweldsspiraal zien. Wanneer het de demonstranten lukt om bij de eerste rugbywedstrijd het veld op te stormen en de wedstrijd te laten staken, wordt het ingrijpen van de politie bij volgende optredens steeds hardhandiger. Zelfs het leger wordt ingeschakeld om barricades te bouwen, terwijl demonstranten zichzelf steeds beter gaan wapenen tegen het grove geweld van de politie: tegen het eind van de documentaire zijn er nog maar weinig demonstranten te zien die geen helm dragen. Opvallend detail: een van de cameramensen van Patu! was regisseur Roger Donaldson, die enkele jaren hiervoor had gedebuteerd met Sleeping Dogs, ook al een mijlpaal uit de Nieuw-Zeelandse cinema. De scène in deze film (met een piepjonge Sam Neill in de hoofdrol) waarin de oproerpolitie van het totalitaire regime hardhandig demonstranten knuppelt, leek wel voorspellende gaven te hebben.

Patu

Sophie Straat: Smartlap is niet dood album cover (groot)
Muziek / Album

Zangeres met een missie

recensie: Sophie Straat – Smartlap is niet dood
Sophie Straat: Smartlap is niet dood album cover (groot)

Het is een spannende week voor Sophie Straat, 3 maart komt haar langverwachte debuutalbum Smartlap is niet dood uit en 6 maart worden de Edisons uitgereikt, waarvoor ze in de categorie ‘Hollands’ een nominatie binnen wist te slepen. Met het nieuwste album bewijst Sophie dat ze die nominatie én het wachten op dit album meer dan waard is.

Langverwacht debuutalbum

Sophie Straat (artiestennaam van Sophie Schwartz) is een Amsterdamse protestzangeres en kunstenares, die samen met haar partner Wieger Hoogendorp allerlei maatschappelijke misstanden aan het licht wil brengen door middel van haar muziek. Al voor het uitkomen van haar debuutalbum heeft ze een stevig muzikaal cv opgebouwd. Haar debuut-EP ’T Is niet mijn Schuld leverde haar een Edison op in de categorie ‘Hollands’, ze stond op het podium met artiesten als Willeke Alberti en The Opposites, en scoorde in 2021 samen met Goldband een flinke zomerhit met ‘Tweede Kamer’. Dat we dan ook vol smart wachtten op de release van haar langverwachte debuutalbum Smartlap is niet dood is een understatement.

Levenslied met een moderne twist

De protestzangeres weet op haar debuutalbum licht te werpen op belangrijke thema’s, waaronder machtsmisbruik, politiegeweld, seksisme (met fenomenen als mansplaining en het patriarchaat), grensoverschrijdend gedrag op studentenverenigingen en racisme. Elk lied draagt een duidelijke boodschap met zich mee, die ondubbelzinnig in de teksten wordt benoemd. Voor wie die boodschap nog onduidelijk is, wordt er in het bijgeleverde boekje per nummer extra uitleg geboden.

Zoals Sophie in het eerste nummer `Smartlap is niet dood´ bezingt, had de Zangeres Zonder Naam een missie met het levenslied en Sophie wil deze missie voortzetten. Ze wil verhalen die we te weinig horen een stem geven en de mensen die het niet met haar eens zijn, ook hard mee laten zingen. En met een lading pakkende teksten én aanstekelijke melodieën, is dat haar zeker gelukt.

Wie denkt dat met dit album de smartlap op de hak wordt genomen of dat het album alleen maar clichématige smartlappen bevat, heeft het mis. Sophie en Wieger zijn diep in de geschiedenis van het genre gedoken en hebben zich duidelijk ingelezen in de thema’s die ze willen bezingen. Zo wordt elk nummer in een uniek jasje gestoken. Het lied dat het meeste lijkt op die typische, oer-Hollandse smartlap, is het nummer ‘Mannen’. Waar dit lied over gaat is duidelijk: mannen. Specifieker gaat het over mansplaining, een fenomeen waar veel vrouwen mee te maken krijgen. De oproep aan mannen om toch eens bewuster te worden, wordt begeleid met een flinke lading draaiorgels, accordeons én een mannenkoor. Een nummer dat heerlijk is om mee te zingen in de kroeg, maar allicht minder snel bij mensen in hun playlist gaat belanden.

Je krijgt het niet meer uit je kop

Ook voor wie niks heeft met die oer-Hollandse sound, is er genoeg te vinden op dit nieuwe album. De aanstekelijke banger ‘Tweede Kamer’ (in samenwerking met Goldband) heeft een pakkend skageluid en doet bij vlagen denken aan Doe Maar. Zo wordt feminisme weer funky en wordt de luisteraar opgeroepen om op een vrouw te stemmen tijdens de verkiezingen. Enthousiast meezingen en dansen is ook goed mogelijk met de bonustrack ‘De stad is van ons’, van dewelke het stevige elektronische geluid niet zal misstaan in menig uitgaansgelegenheid.

Een persoonlijke favoriet is het nummer ‘Vrijheid, gelijkheid, zusterschap’, waarin een prachtige droomwereld wordt bezongen waarin van alles mogelijk is. In die droomwereld kan je als man met een andere man zoenen tijdens een voetbalwedstrijd en kan je in Texas gewoon naar de abortuskliniek, zelfs mét een buddy aan je zij. In het refrein komen we er helaas achter dat het inderdaad écht een droom was en dat onze huidige wereld misschien meer op de achttiende eeuw lijkt dan we willen toegeven. Een nummer met een belangrijke boodschap en een pakkende melodie, een aanrader voor iedereen die door de ietwat bizarre videoclip heen kan kijken.

Een akoestische traktatie

Dat Sophie ook straalt in de kleinere, eenvoudigere liedjes bewijst ze met het nummer ‘Mooier als je lacht’. Een nummer waarin het fenomeen van straatintimidatie, iets waar 94 % van de vrouwen mee te maken krijgt, wordt bezongen. Dit lied is een van de hoogtepunten van het album, maar haast nog beter is de akoestische versie die kortgeleden op YouTube verscheen:

Het levenslied is weer cool

Nadat haar debuut-EP met een Edison werd bekroond, wachtten we met smart (pun intended) op haar debuutalbum. Smartlap is niet dood is het wachten meer dan waard geweest. Sophie Straat bewijst dat ze in meerdere genres kan stralen én weet het levenslied weer hip te maken. De smartlap is zeker nog niet dood!

Muziek / Concert

Impressie en expressie

recensie: Recensie: NTR Zaterdagmatinee 25 februari 2023
Portret Eric WhitacreMarc Royce

Het schijnt dat je óf een bewonderaar bent van zijn muziek, óf er niets mee hebt. Maar kan het ook zo zijn, dat je er dubbel over bent? Ja – dat kan.

De bewonderaars van de composities van Eric Whitacre (1970) – want over hem gaat het – lopen weg met bijvoorbeeld diens ‘Sing gently’, dat afgelopen zaterdag als toegift werd gezongen door het Groot Omroepkoor onder leiding van de componist. In coronatijd werd het opgenomen door Eric Whitacre’s Virtual Choir:

De tegenstanders vinden zijn muziek te eenvoudig, te zoet en sentimenteel, maar The Sacred Veil (2018) voor koor, cello en piano dat voorafgaand aan deze toegift de Nederlandse première beleefde, heeft van beide wat. Je zou zelfs kunnen zeggen, dat het door de compositie zelf is ingegeven.

The Sacred Veil

Het twaalfdelige, een uur durende werk gaat over leven en dood. Over de rollercoaster waarin Whitacre’s vriend en schrijver Charles Anthony Silvestri en diens met kanker gediagnostiseerde, zwangere vrouw Julia Lawrence Silvestri en hun kinderen terechtkomen. Én over het thuis komen, dat wil zeggen de eeuwige rust na de dood.
De titel van het stuk slaat op de sluier tussen twee werelden, leven en dood. Whitacre noemde het in zijn inleidende praatje overigens ‘energy’, wat een andere, meer new age-achtige kleur aan het geheel geeft.

Die heilige sluier, dat thuiskomen, die eeuwige rust en energie staan voor de zoete kant van het werk. Nog benadrukt door een korte sopraansolo van Varvara Tishina die zich tegen het eind losmaakt uit het koor en er als een ziel of een engel hoog bovenuit zweeft.
De minder zoete en sentimentele kant van het stuk ligt in de rusten (‘In weary gratitude, they stand’) die voor het stokken van de adem staan, in de kakofonie ook van het deel waarin de arts de definitieve uitslag bekend maakt en in kleine, dissonante passages die zinsneden laten schrijnen (‘It’s so soft and clean!’).
De minder zoete kant uit zich verder in tegenstellingen die naar voren komen in de tekst (‘You rise; I fall’) en afwijkingen daarbinnen die je niet verwacht: ‘Child of mourning / child of night’ in plaats van ‘child of morning’.

Misschien kun je in dit verband met de Nederlandse componist JacobTV (1951) spreken van ‘peperen met suiker’, in het geval van Whitacre extra benadrukt door de piano en cello die dan weer wat in de schaduw van de koorpartijen treden, een kabbelende onderlaag spelen of een echo geven van het thematisch materiaal (‘I am here’ van ‘I’m afraid’ in het hart van de compositie).
Alles bij elkaar intrigerend en prachtig uitgevoerd door het Groot Omroepkoor en de twee instrumentalisten: Quirine Viersen (cello) en Nicolas van Poucke (piano).

Toek Numan: 3 Haiku

Voorafgaand aan dit werk zingt het Groot Omroepkoor (ingestudeerd door Martina Batič) en met twee andere instrumentalisten (Ellen Versney, harp en Esther Doornink, marimba) 3 Haiku (2013) van de Nederlandse componist Toek Numan (1971).

In lange, vloeiende lijnen, met verglijdende samenklanken zingt het koor een Engelse vertaling van de tekst van Matsuo Bashō, omstrengeld door het spel van de twee instrumentalisten.

Waar Whitacre de luisteraar volgens het programmaboekje bij dit concert meeneemt op een ‘emotionele reis’, nam Numan de luisteraar mee ‘op de stroom van zijn eigen associaties, gevoelens en gedachten’. Een subtiel verschil, maar wel degelijk een verschil: de expressie van leven en dood en de impressie van de schoonheid van het leven en de natuur. Allebei de composities krijgen een groot onthaal. Naast mij zit iemand die na de tweede Haiku uit Numans compositie zegt: ‘Prachtig’ en na Whitacre een traantje wegpinkt.
Whitacre loopt met verende, haast dansende tred de trap op en af, zijn halflange haar op en neer wapperend, zoals je van een klassieke rockstar kunt verwachten.

Theater / Voorstelling

Het boeiende leven van een legendarische danser

recensie: Recensie: première Nureyev - Jan Kooijman
Jan Kooijman danst in NureyevAnnemieke van der Togt

Geboren in een rijdende trein, achterna gezeten door de KGB en uiteindelijk gevlucht van de beknellende Sovjet-Unie naar het vrije Frankrijk: het leven van danser Rudolf Nureyev (1938-1993) klinkt als een spannende roman. Niet gek dat hij onderwerp was van boeken, documentaires en een film. In Nureyev brengt Jan Kooijman de legendarische danser tot leven in het theater.

De meeste mensen zullen Jan Kooijman kennen als presentator van programma’s als So You Think You Can Dance, Dance Dance Dance en Hij, Zij, Hen. Als acteur verkreeg hij naamsbekendheid in GTST en verscheen hij in films als Verliefd op Ibiza en Hartenstraat. Voor zijn overstap naar televisie en film was hij jarenlang actief als danser bij het Scapino Ballet. In Nureyev gaat hij terug naar zijn roots als danser en keert hij terug in het theater in deze serieuze en complexe rol. Hierbij wordt hij vergezeld door de twee jonge dansers Kiran Gezels en Nehanda Péguillan.

Een bijzondere repetitie

In het stuk zien we Nureyev op 54-jarige leeftijd werken aan zijn zwanenzang: het choreograferen van een nieuwe versie van het ballet La Bayadère voor de Opéra in Parijs. Hij lijdt al enkele jaren aan AIDS en zijn gezondheid wordt steeds zwakker. Hij onderbreekt tijdens een woede-uitbarsting de repetitie en stuurt het gezelschap weg, alleen de hoofdrolspelers dienen te blijven. Hij vertelt over het beroemde ballet, over de verboden liefde tussen strijder Solor en tempeldanseres Nikiya. Hij sommeert de dansers om meer te voelen tijdens het dansen, in plaats van alles alleen perfect uit te voeren.

Jan Kooijman acteert in Nureyev

Een fascinerende levensgeschiedenis

Nureyev begint vervolgens snel te vertellen over zijn bijzondere leven. Van het moment dat hij verliefd werd op het ballet tijdens een bezoek aan een voorstelling van Song of the Cranes tot het intense verzet tegen zijn ziekte. Vanaf het begin van de voorstelling wordt verwezen naar het meest bepalende moment in zijn leven: zijn vlucht naar Frankrijk. Nureyev is in Parijs voor optredens met het Mariinsky Ballet en wordt continu gevolgd door de KGB. Hij moet terug naar de Sovjet-Unie, maar weigert. In een steriele witte ruimte neemt hij het besluit om asiel aan te vragen in Frankrijk, waarna een indrukwekkende balletcarrière in het Westen van start gaat bij onder andere The Royal Ballet. Hij dompelt zich al snel onder in een losbandig leven vol feesten, maar komt altijd terug bij zijn grote liefde, de Deense danser Erik Bruhn.

Knap uitgevoerde monoloog mist soms diepgang

Kooijman levert een zeer knappe prestatie door de 80 minuten durende monoloog foutloos voor te dragen. Hij laveert overtuigend tussen de gefrustreerde, zieke man en het jonge feestbeest. Zelfs dialogen weet hij in zijn eentje levendig te maken voor de toeschouwer. Kooijman heeft echter soms moeite om het opvliegende en narcistische karakter van Nureyev geloofwaardig neer te zetten. De tekst van Allard Blom is daarbij niet altijd even ondersteunend. De focus ligt vooral op een beschrijving van gebeurtenissen en feiten en minder op de emoties en de beleefwereld van Nureyev. Hierdoor heb je niet het gevoel dat je de danser écht leert kennen tijdens deze voorstelling.

Jan Kooijman danst in Nureyev

Mooie combinatie van theater en dans

De voorstelling heeft voldoende vaart en blijft boeien. Wanneer de monoloog langdradig begint te worden, wordt dit afgewisseld door danssegmenten uitgevoerd door Gezels en Péguillan. De choreografie is in handen van Rinus Sprong, een oude bekende van Kooijman uit de tijd van So You Think You Can Dance. Een klassieke choreografie gaat naadloos over in een modernere dans wanneer Péguillan haar spitzen uittrekt. De dansers hebben tijdens de voorstelling geen tekst. Hierdoor fungeren zij als een blank canvas op wie verschillende personages worden geprojecteerd, zoals de dansers van La Bayadère, geliefde Erik Bruhn en vriendin en collega-danser Margot Fonteyn. Kooijman voegt zich sporadisch tussen de dansers, maar voert geen ingewikkelde choreografieën uit. Een goede keuze, aangezien het geloofwaardig ‘nadoen’ van een grootse danser als Rudolf Nureyev wel erg veel uitdaging met zich meebrengt.

Aanrader voor de liefhebber

Nureyev is zonder twijfel een zeer een originele en vernieuwende Nederlandse productie en is een aanrader voor liefhebbers van theater en dans. De monoloog legt veel nadruk op de feitelijke levensloop van de danser, waardoor het geheel soms wat oppervlakkig blijft. Desalniettemin blijft de voorstelling boeien door het vermengen van een monoloog met dansfragmenten. De toeschouwer wordt meegenomen door een indrukwekkende levensgeschiedenis van een van de beste dansers uit de 20ste eeuw én het mooie verhaal van het ballet La Bayadère.

Film / Films

Een film zacht als groen fris Iers glooiend gras

recensie: The Banshees of Inisherin
The Banshees of InisherinCopyright 2022 Searchlight Pictures

The Banshees of Inisherin vertelt over een vriendschap die verzandt op de kusten van een fictief Iers eiland. Twee voormalige vrienden verzeilen in een absurde strijd om vriendschap en erkenning.

Colin Farrell en Brendan Gleeson spelen weer een interessant duo zoals in de debuutfilm In Bruges (2008) van regisseur Martin McDonagh. Regisseur McDonagh biedt de kijker met The Banshees of Inisherin een Oscarwaardige film.

Wachten op het onvermijdelijke

Colm – ook wel ColmSunnyLarry genoemd – voelt de tijd voorbijdrijven. Hij wil enkel nog muziek componeren met zijn viool en hij wil geen tijd meer besteden aan saaie gesprekken met zijn vriend Pádraic. Terwijl hij een einde maakt aan de vriendschap met de simpele ziel, speelt hij vol passie elke avond muziek in de enige pub op het eiland.

In de verte hoor je kanonschoten weerklinken vanaf het vaste land: de Ierse Burgeroorlog is volop aan de gang. Het eiland lijkt wel afgesloten te zijn: omgeven door een stolp waarin de buitenwereld nauwelijks kan binnentreden. In deze idylle wordt de eenvoud doorbroken door een vriendschap die op de klippen loopt. Beide vrienden durven niet meer toe te geven dat ze ondanks hun verschillen toch niet zonder elkaar kunnen.

Even melancholisch als een Ierse stout

De impasse tussen een simpele man die vooral met zijn dieren bezig is en een melancholische zolderkamerfilosoof die alleen maar componeren wil, mondt uit in absurde situaties. En net in het absurde schuilt realisme.

Het zijn juist de knotsgekke gebeurtenissen die leiden tot reflectie. Een dronken gesprek tussen twee voormalige vrienden verandert in poëzie. Iedereen op het eiland lijkt zich te vervelen. En wanneer het kookpunt bereikt is, wanneer een impasse de gemeenschap doet opschudden, ontstaat er iets moois. Juist dan, ontstaat poëzie. Net als bij een gedicht, vul je zelf de betekenis aan en interpreteer je. Net als bij een gedicht, weet je dat je naar poëzie kijkt, al kan je niet benoemen waarom.

‘God geeft niet om kleine ezels’

Regisseur Martin McDonagh laat de situatie meer en meer ontsporen. Net zoals in zijn vorige film Three Billboards Outside Ebbing, Missouri (2017) vertrekt de film met een simpel hoofdplot en escaleert de beginsituatie. Het dispuut tussen twee vrienden zorgt voor zoveel vraagstellingen, maar ook humoristische situaties.

Naast de schitterende dialogen, is ook het acteerwerk van hoog niveau. De zus van Pádraic, gespeeld door Kerry Condon, en de dwaze Dominic, vertolkt door Barry Keoghan, vullen de twee protagonisten perfect aan en geven kleur aan het tragikomische verhaal.

Kortom: The Banshees of Inisherin verdient alleen maar applaus. Na de release verschenen er terecht vele positieve recensies. De hoge verwachtingen werden niet alleen ingelost, maar zelfs overtroffen. De film toont wat een film moet zijn: meeslepend en doorspekt met inhoud en symboliek die je als kijker zelf moet invullen.

 

Gezien in: Cinema Zed Vesalius, Leuven

Nog te zien tot: 28 februari 2023

FEHD-CD-Pack-Shot
Muziek / Album

Mac DeMarco brengt album met instrumentale nummers uit

recensie: Five Easy Hotdogs
FEHD-CD-Pack-Shot

Het is altijd de moeite waard als Mac DeMarco met een nieuw werk komt. De laatste keer dat er iets nieuws van hem online kwam was twee jaar geleden en toen week hij flink af van zijn oeuvre. In 2020 releasede hij ‘Enter the Sandman’, een cover van Metallica. Het was echter geen originele interpretatie, maar eerder een vervalsing, die in menig kroeg over de speakers kan dreunen zonder dat iemand het verschil door heeft.

Koning van de Indie

Voor zijn nieuwste album Five Easy Hotdogs lijkt de koning van de indie weer op de gebaande paden te komen. Letterlijk paden, want het hele album is on the road geschreven in de USA en Canada. Alle nummers zijn vernoemd naar de plaatsen waar ze zijn opgenomen. Op een enkele song na, komt er geen vocaal aan te pas. We moeten het louter doen met gitaren, drums, percussie en synths.

Unheimische muzak

Al vanaf het eerste nummer is duidelijk dat de kenmerkende sound van DeMarco weer de boventoon voert. Er zijn de welbekende jangly gitaren, die voelen alsof je in een bedje in de wolken wiegt, de synths die nooit groots en meeslepend worden maar charmant blijven door hun zorgvuldige plaatsing en bijna komische sound, en de warme broeierige sfeer die alles opwekt.

Het dreigt nu en dan te verzanden in een bevreemdende soort muzak. Alsof het een koortsdroom betreft in een wachtkamer ontworpen door David Lynch. Niet gek als je je bedenkt dat touren vooral bestaat uit wachten. Charlie Watts zei eens over zijn samenwerking met de Rolling Stones: ‘worked five years and spent 20 years hanging around’. De uitzichtloosheid van het wachten wordt versterkt door de vele repetitieve frases die de nummers herbergen. Na acht keer hetzelfde thema te horen snak je naar ontwikkeling. Maar die komt niet. En als die komt lijkt het eerder een poging tot een halfslachtige variatie dan een thematische ontwikkeling. Alles lijkt kalmte, controle en orde uit te willen stralen. Toch voelt het eerder unheimisch en desolaat.

Wat mist is een heldere lijn, iets waar ik mij als luisteraar aan vast kan klampen. Er is zelden sprake van een lead die mij meeneemt op deze vreemde roadtrip zonder begin of eind. Zelfs na meerdere luistersessies is er weinig dat blijft hangen in de vorm van een melodie. Zijn het keuzes uit pure verveling, gemakzucht of berusting?

Meta werk

Als luisteraar ben ik op mijn hoede, en tracht ik – wellicht vergeefs – te zoeken naar een diepere betekenis. Het is net geen achtergrondmuziek, maar ook niet iets dat je volledige aandacht vraagt. Makkelijk te eten, maar niet bevredigend, zoals hotdogs bijvoorbeeld. Het lijkt eerder een metawerk waarin de maker ons een spiegel voorhoudt, en ons zodanig bevraagt op wat onze verwachtingen van zijn muziek zijn, en wat hij zelf nog toe te voegen heeft als zijn publiek toch wel weet hoe zijn werk moet klinken.

Het is lastig om dit album op een lijn te zetten met zijn eerdere albums, zoals zijn kopie van ‘Enter the Sandman’. Het lijkt alsof Mac DeMarco een lome parodie heeft geschreven, ditmaal niet op een andere act, maar op zichzelf. DeMarco is zich bewust van de kracht, en tegelijkertijd ook zwakte van zijn oeuvre. Zijn nummers kunnen als easy listening weggezet worden, ook al zingt hij over zware thema’s als de moeilijke relatie met zijn vader, of over zijn drang tot vernietiging in ‘Freaking out the Neighborhood’. Gek genoeg doet het album me wat  dat betreft alleen maar meer verlangen naar het volgende, want DeMarco moet vroeg of laat kleur bekennen en dat kan alleen maar interessanter worden. En hopelijk meer verzadigend.

Expo binnenland

Gedenkwaardige botsingen tussen mens en dier

recensie: Dode dieren met een verhaal
Het Natuurhistorisch

Het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam heeft een verrassende verzameling dieren in haar collectie. Naast uitgestorven diersoorten en de keurige exemplaren ter documentatie van de biodiversiteit, bevinden er zich dieren die beroemd zijn geworden om hun noodlottige einde. In de kleine tentoonstelling ‘Dode dieren met een verhaal’ vertelt een handjevol opgezette dieren onder wat voor omstandigheden zij stierven.

In eerste instantie is het een grappig gezicht: een musje naast een rij dominostenen, of een egel met zijn kop in een McFlurry beker. De welbekende gele ‘M’ met de spreuk I’m lovin’ it duidelijk zichtbaar op de verpakking. De kennismaking van schuwe bosbewoners met de bewoonde wereld is bijna cartoonesk, totdat je beseft hoe gruwelijk deze ontmoeting voor de dieren afliep. Zo blijkt het musje de beruchte Dominomus te zijn, die in 2005 een evenementenhal in Leeuwarden binnenvloog. Hij fladderde 23.000 dominostenen omver, die er voor het televisieprogramma Domino Day geplaatst waren en werd doodgeschoten om verdere ‘sabotage van de recordpoging’ te voorkomen.

Onschuldige uitvindingen met fatale gevolgen

Mensen hebben de wereld zo ingericht dat ze voor ons zo praktisch en veilig mogelijk is. Er zijn kooktoestellen en waterkranen,  maar ook glazen ruiten en elektriciteitsleidingen. We houden er niet altijd rekening mee dat bepaalde uitvindingen het dodental opdrijven onder andere aardbewoners. De dieren in deze tentoonstelling drukken je met de neus op de feiten.

Zo kwam de McFlurry-egel om het leven omdat hij, net zoals veel mensen, een zwak had voor de ijsjes van de McDonalds. Met zijn hoofd paste hij precies door de smalle opening aan de bovenkant van de beker. Toen hij was uitgegeten bleef hij, net zoals veel van zijn soortgenoten, achter de plastic kraag hangen en verhongerde. Behalve de egel liggen er nog andere dieren wiens contact met plastic afval fataal afliep. Opeens wordt je bewust van de keren dat je zelf achteloos iets hebt weggegooid. Jezelf toen wijsmakend dat het voor deze ene keer geen kwaad kon.

Enthousiaste verzamelaars

Wat opvalt is de trots waarmee het Natuurhistorisch Museum de dieren presenteert. Het museum moet er flink voor lobbyen en soms concurreren met souvenirjagers die dieren opsporen voor hun persoonlijke collectie. Veel dieren zijn grootscheeps in het nieuws geweest waardoor ze op de radar van enthousiaste verzamelaars verschijnen.

De dertienjarige Christoph van Ingen bijvoorbeeld, ontdekte in 2018 een ingevroren ijsvogel in het ijs van een sloot in Oostzaan. Hij was waarschijnlijk op zoek naar vissen, die door de vorst onbereikbaar waren, en is door de honger overleden. Nadat de jongen zijn vondst op sociale media had gedeeld, kwamen er al snel andere mensen op af. Uiteindelijk zaagde hij de vogel uit het ijs om te voorkomen dat hij door iemand werd meegenomen. Hij borg hem op in zijn vriezer. Uit dit, en andere verhalen in de tentoonstelling, blijkt de brede belangstelling voor het lot van dieren in de moderne samenleving.

Prettige afwisseling

De onconventioneel opgezette dieren in ‘Dode dieren met een verhaal’ vormen een prettige afwisseling met de andere dieren uit de vaste collectie. Ze zijn opgezet zoals ze zijn gevonden en niet op een manier waarop ze weer levend lijken. Het is jammer dat het een toch betrekkelijk kleine tentoonstelling is, die zich direct achter de ingang in de hal van het museum bevindt. Het is er al snel druk en krap omdat iedereen via die route moet om de rest van het museum te kunnen bekijken. Dit nodigt er niet toe uit om lang te blijven kijken.

Desondanks is de tentoonstelling in combinatie met de rest van het museum een bezoek waard. In de vaste opstelling zijn de skeletten van een mammoet en een sauriër te bewonderen, en fossielen van schelpen, zee-egels en haaientanden. Daarnaast staat er in de torenkamer het skelet van de in 1998 overleden olifant Ramon uit Diergaarde Blijdorp.

Tot en met 12 maart 2023 zijn er dan ook nog de röntgenfoto’s te zien die medisch specialist Arie van ‘t Riet maakte om de geheimen van de dierlijke anatomie bloot te leggen. Alles bij elkaar kun je in het Natuurhistorisch Museum Rotterdam heerlijk een aantal uur genieten van wat de natuur allemaal te bieden heeft.

McFlurry egel – Het Natuurhistorisch

Dode dieren met een verhaal
Natuurhistorisch Museum Rotterdam
Onderdeel van de vaste collectie (altijd te zien)

IFFR header 1
Film / Reportage
special: International Film Festival Rotterdam
IFFR header 1

Thuiskomen in Rotterdam: IFFR 2023

Na drie jaar wachten was het eindelijk weer zover: een ‘echte’ editie van het International Film Festival Rotterdam!

Na een pandemie en enkele interne strubbelingen de afgelopen jaren (met massaontslag, een reorganisatie en de presentatie van een compleet nieuw team) was het weer tijd voor een ‘ouderwets’, offline International Film Festival Rotterdam. Dit was inmiddels de 52e editie van IFFR, waarbij veel als vanouds aanvoelde: de gigantische hoeveelheid films uit alle hoeken van de wereld, de mensenmassa’s, de vertrouwde bioscopen, de festival hotspots, en dezelfde vormgeving – inclusief vertrouwde dashboards met allerhande info op de bioscoopschermen. Het voelde als thuiskomen! Helaas was er ook even de terugkeer van haperende computersystemen; iets wat in vroegere tijden bij het reserveren van tickets bijna standaard was, maar al jarenlang geen probleem meer had gevormd.

Munch

Henrik M. Dahlsbakken • Noorwegen, 2023
Sterren: 3/5

Het festival werd geopend met de Noorse film Munch. De meeste mensen zullen de kunstenaar Edvard Munch (1863–1944) vooral kennen van zijn meesterwerk De Schreeuw, maar de productieve kunstenaar had bij zijn dood bijna 1200 schilderijen vervaardigd, die hij naliet aan de stad Oslo. In deze biopic staan vier periodes uit zijn leven centraal. Ze zijn prachtig gefilmd in verschillende beeldverhoudingen, kleuren en, zo lijkt het, beelddragers. Hierbij is de geestestoestand van Munch leidend voor de toegepaste kleur en beeldverhouding. Zo is de fase waarin Munch na een mentale instorting in een hospitaal was opgenomen, gefilmd in zwart-wit en een ‘nauwe’ beeldverhouding (4:3). De scènes met de jonge kunstenaar zijn daarentegen juist heel kleurrijk.

De film springt in de tijd, waardoor het een gefragmenteerd karakter heeft. Munch heeft enkele klassieke ingrediënten van een portret van een getroebleerde kunstenaar: afwijzingen (zowel in de liefde als artistiek), twijfels over het eigen kunnen, drankmisbruik en hoogdravende discussies met collega-kunstenaars over Het Leven en Het Kunstenaarschap. Regisseur Dahlsbakken heeft daarnaast enkele verrassende elementen toegevoegd. Zo vertolken vrouwen enkele mannelijke personages (waaronder de bejaarde Munch!) en spelen de scènes in Berlijn zich niet af eind 19e eeuw, maar in de huidige tijd. Het is bevreemdend om Munch opeens met een mobieltje in de weer te zien. Hier speelt echter wel een van de fraaiste scènes van de film zich af: Munch die met vrienden over het voormalige vliegveld Tempelhof fietst, onder een hemel die gevuld is met door Munch geschilderde luchten. Het proeft naar meer van het werk van de kunstenaar, maar dat zien we eigenlijk pas aan het eind van de film. Wellicht had dit beter als opening kunnen dienen.

Filmscene Munch

Cairo Conspiracy

Tarik Saleh • Zweden, 2022
Sterren: 4/5

Het leuke aan thrillers is dat zowel de kijker als de personages regelmatig op het verkeerde been gezet worden. Wie trekt er nou echt aan de touwtjes? Wie is te vertrouwen? En wie is zelf – vaak zonder dat ze dat in de gaten hebben – een speelbal van hogere machten? In de religieus-politieke thriller Cairo Conspiracy (ook bekend onder de titel Boy from Heaven) staat de invloedrijke Al-Azhar Universiteit in Caïro centraal. De dood van de groot-imam, de naderende verkiezing van diens opvolger, en de bemoeienis van de staatsveiligheidsdienst, zorgt voor de nodige onrust. Visserszoon Adam (een sterke rol van Tawfeek Barhom) is net aan de universiteit gaan studeren en raakt verstrikt in dit web van intriges. Bij dit soort ingewikkelde constructies in films, is de kans groot dat de kijker de draad kwijtraakt. De Zweedse regisseur en scenarist Tarik Saleh slaagt er echter in het verhaal overzichtelijk te vertellen en zo verwarring te voorkomen.

Tarik Saleh maakte eerder indruk met The Nile Hilton Incident (2017). Ook in die film speelt de Zweeds-Libanese acteur Fares Fares een hoofdrol en is Egypte de setting. De film is echter in Marokko gefilmd. Cairo Conspiracy is evenmin in Egypte opgenomen, maar in Turkije. Het is een film met een erg kritische blik op de religieuze en politieke machthebbers, wat het waarschijnlijk lastig maakte om te filmen in Caïro. Dat de beeltenis van de oppermachtige Egyptische generaal al-Sisi in de loop van de film steeds vaker opduikt op de achtergrond is veelzeggend.

Boy from Heaven

La Tour

Guillaume Nicloux • Frankrijk, 2022
Sterren: 3/5

Een Franse film over een torenflat in een banlieue waar de bewoners opgesloten raken omdat het buiten niet meer veilig is? Het doet denken aan La Horde (Yannick Dahan en Benjamin Rocher, 2009), waarin zombies Parijs hebben overgenomen en politieagenten en criminelen gedwongen worden samen te werken om hun verblijf in een torenflat te overleven. La Tour (‘De toren’) gooit het over een andere boeg. Hier geen zombies, maar een pikzwart ‘niets’ dat op een dag plotseling de toren omringt. Alles wat buiten deuren en ramen wordt gestoken verdwijnt, ook ledematen…

Scenarist en regisseur Guillaume Nicloux besteedt weinig tijd aan een introductie van de personages. Vrijwel direct worden ze opgezadeld met hun penibele situatie en is het tijd voor een potje groepsproces, waarbij een escalatie onvermijdelijk is. Opvallend (maar misschien ook weer niet?) is dat de grenzen raciaal van aard zijn. Genoeg ingrediënten voor een naar werkje. De toenemende barbaarsheid wordt nog extra geïllustreerd door enkele sprongen in de tijd. Het publiek in de zaal reageerde hier duidelijk geschokt op. Hoe hebben de bewoners het ooit zo lang vol kunnen houden? Nicloux reikt wat aanwijzingen aan, maar kiest er vooral voor het tempo erin te houden en niet te veel aan karakterontwikkeling te doen of praktische vragen te beantwoorden. Waar hij wel in slaagt is een naargeestige, nihilistische wereld te schetsen, waar je moeilijk van weg kan kijken.

La tour

Where the Wind Blows

Philip Yung • Hongkong, 2022
Sterren: 2/5

Het Hong Kong van de 20e eeuw biedt meer dan genoeg aanknopingspunten voor een episch verhaal. De stad was immers een westerse kolonie, die onder andere te maken kreeg met een Japanse bezetting en het buurland China dat communistisch werd. Ook de relatie met de Britse overheerser en de strijd tegen corruptie binnen de politie biedt genoeg inspiratie. Het is tegen deze achtergrond dat we in Where the Wind Blows twee politiemensen decennialang volgen. Helaas lijkt deze film pompeuze bombast te verwarren met episch drama.

Wat ongetwijfeld bedoeld was als een wervelend staaltje cinema, is hier in feite een kakofonie van indrukken. Zeker in het begin hopen de scènes zich op in een grote brei van onduidelijkheid. Zo is er na de Japanse verovering van de stad een korte scène van een voetbalwedstrijd die bij nader inzicht wel tussen de lokale politie en de Japanse bezetter moet zijn. Tijd om het in ons op te nemen is er echter niet, want opeens zitten we middenin een scène in de jungle waar een vuurgevecht losbarst. Tussen wie was mij niet duidelijk, want aan uitleg maakt regisseur Yung het liefst niet te veel tijd en beelden vuil. Het is alsof je naar een terugblik van een serie kijkt in plaats van een speelfilm. De voet wordt halverwege de film enigszins van het gaspedaal gehaald, maar het verhaal is warrig en bovendien wordt de film volledig dichtgesmeerd met muziek. Er is werkelijk geen enkel rustpunt in zowel plot, beeld als muziek. Dan voelt de op zich al lange speeltijd van 144 minuten aan als nog véél langer.

Where the Wind Blows

Muziek / Album

Een amalgaam aan artiesten

recensie: Americana-update volume 16
IMG_20230205_105115_upgradeJoost Festen

We tellen door naar de zestiende editie van de Americana-update om wederom een amalgaam aan verschillende artiesten te kunnen bespreken. De dame met de meeste ervaring is Angela Strehli die na vele jaren weer eens van haar laat horen. Sem Jansen kennen we als zanger van Leif de Leeuw band, maar zijn debuut is anders. Hilde Vos vervolgt haar carrière met een thuiskomend album.

Grasduinen in alles wat het americanagenre te bieden heeft, brengt ons met regelmaat bij albums die ons verrassen door onverwachte kwaliteit of door een opleving na een lange stilte in de carrière. Steeds kunnen we constateren dat de kwaliteit heel hoog is.

Hilde Vos

De Brabantse Hilde Vos kennen velen mogelijk van de Johan Derksen shows rond Malford Milligan waarbij ook zij met haar partner Fokke de Jong van de partij waren. Vos had echter toen al twee soloalbums op haar naam staan. Met Home maakt ze haar eerste kwartet vol. Wederom is haar partner te horen op drum. Zeven van de elf liedjes zijn van de hand van Vos zelf die qua stem soms vaag doet denken aan Tammy Wynette.

Naast composities van Tom Paxton, Patty Griffin en Ray Griff tekenen ook twee bandleden voor een van de liedjes. Muzikaal wordt Vos in het fraaie ‘The last thing on my mind’ terzijde gestaan door Normaal voorman Bennie Joling. Helaas wordt de naam van Joling niet op de hoes vermeld noch in het boekje met teksten. In ‘Better move it on home’ horen we andermaal een mannenstem naast die van Hilde Vos. Vermoedelijk is het John Geuzinge Hazinga die voor meer dan alleen backing vocalen tekent. Hij speelt gitaar, pedal steel, dobro, mandoline, banjo en toetsen.

Home is een album dat voelt als thuiskomen in de country kant van de americana muziek. Hilde Vos weet zich als zangeres snel richting je hart te bewegen.

Sem Jansen

Het album Uncle Sem van Sem Jansen heeft er vijf jaar over gedaan om het levenslicht te zien. Zanger Sem Jansen die we kennen als de stem van Leif de Leeuw band nam een gedeelte van het album op toen hij nog door het leven ging als Britt Jansen in het jaar 2018. In de jaren die volgden onderging zij een transitie naar een man. Nu vijf jaar later zingt Sem soms duetten met zijn voormalig gender wat een bijzondere situatie is natuurlijk. De stemmentimbres verweven zich werkelijk prachtig met elkaar en zonder de voorgaande wetenschap zou je deze duetten ook live op het podium willen zien.

Het album Uncle Sem verhaalt over de tocht van Jansen in zijn transitie. De band van zijn broodheer horen we terug als de begeleiding op dit fijne album. Wie onbevangen durft te luisteren zal meegevoerd worden in een heerlijke set van americanaliedjes. Het titelnummer ging de albumrelease al vooruit in 2022. Nu het album het levenslicht zag met zijn akoestische liedjes in plaats van de stevige Southern Rock van Leif de Leeuw band, gaat Jansen op een grote tournee door ons land onder de titel ‘Who The F*ck is Britt?!’. Inmiddels is de tourkalender bekend tot en met juni 2023. Tevens is er een heus krantje rond zijn theatertournee op diverse matten gevallen.

Angela Strehli

Velen zullen de naam van Angela Strehli voor het eerst horen. Toch maakt Strehli reeds vijf decennia muziek en is Ace of Blues haar eerste werkstuk in zeventien jaar. Het album staat vol met covers. Slechts één compositie is van de hand van de zangeres zelf. ‘SRV’ draagt ze op aan Stevie Ray Vaughan die ze zelf gekend heeft en met wie ze ooit het podium deelde.

De stem van Strehli is stevig en fijn in alle bluesliedjes. Ze klinkt als een gerijpte dame, wat ze natuurlijk ook is. Ze won in haar leven vijfmaal de prijs voor de beste vrouwelijke vocalisten in The Austin Chronicle. Deze in 1945 geboren zangeres maakte in de jaren zeventig en tachtig deel uit van de groep artiesten die nachtclub Antone’s in Austin TX liet bloeien. Met dit nieuwe album laat ze het platenlabel Antone’s Records uit de as herrijzen. De bluesliedjes van Bobby Bland, Elmore James, O.V. Wright, Muddy Waters, Chuck Berry, Otis Rush, Howlin’ Wolf, Otis Clay, Jimmy Reed, Little Milton en Dorothy Love Coates zong ze in de meeste gevallen in het verleden ook samen met de schrijvers zelf. Het bijgaande boekje toont veelal de foto’s met haar en de schrijvers. Naast de foto’s hier ook verhalen over haar rijke artiestenverleden. Toch trekt Strehli alle liedjes naar haar toe en weet ze het album tot een heel fraai geheel te smeden.