Tag Archief van: landscape

symbool vrouw
Boeken / Non-fictie

Stop met aardig gevonden willen worden

recensie: Chimamanda Ngozi Adichie - We moeten allemaal feminist zijn
symbool vrouw

Niets wat Chimamanda Ngozi Adichie in haar feministische pleidooi We moeten allemaal feminist zijn aanhaalt is nieuw te noemen. Vrouwen zijn gelijk aan mannen en moeten daarom ook zo behandeld worden. Toch is haar werk een internationaal succes. Adichies humorvolle en toegankelijke logica dwingt namelijk tot luisteren.

Het was 2012 toen Adichie haar pleidooi op een TedX-conferentie voor het eerst ten gehore bracht. Het filmpje, waarop de net uitgegeven tekst is gebaseerd, werd meer dan drie miljoen keer bekeken. Beyoncé verwerkte de woorden van de Nigeriaanse feminist in een nummer en wereldwijd wordt de schrijfster omarmd als een toegankelijke, maar krachtige feminist.

Adichie, die zowel fictie als non-fictie schrijft, bezocht kort geleden ook Nederland. Het warme onthaal door haar Nederlandse medefeministen benadrukte haar sterrenstatus. Maar haar ongemakkelijke gesprek bij tv-programma Buitenhof liet ook zien dat Adichies standpunten nog lang geen gemeengoed zijn.

Penissen grijpen

‘Wat zou Trump zeggen als hij een vrouw was?’ vroeg interviewer Pieter Jan Hagens. ‘Waarschijnlijk zou ze zeggen dat ze de penissen van mannen grijpt’, antwoorde Adichie enigszins ongemakkelijk. Waarop Hagens vrolijk zei dat dit hem ‘geweldig’ leek.

Dat dit Adichie niet zo geweldig leek, is gerust een understatement te noemen. En het feit dat Hagens dit als man niet inziet, is precies haar zorg. Haar oproep tot feminisme zou niet een nichekwestie moeten zijn, niet eens één voor de helft van de bevolking. Feminisme, zoals haar titel duidelijk maakt, gaat ons allemaal aan. Des te pijnlijker zal het ook voor Adichie zijn geweest dat Trump, ondanks zijn seksistische houding, tot president van Amerika is gekozen.

Academici zijn saai

Dat Adichie, die op latere leeftijd naar Amerika verhuisde, hierin een voorbeeldfunctie inneemt zit hem niet in haar uitzonderlijke inzichten. Sterker nog, de schrijfster gaat er prat op dat ze de academische benadering van het feminisme vaak saai vindt. In plaats daarvan kiest ze voor een toegankelijke en humorvolle logica die in haar bedrieglijke eenvoud moeilijk te weerleggen is.

In deze houding schuilt ook haar succes. Adichie weet haar pleidooi begrijpelijk uiteen te zetten zonder op haar eigen standpunten in te boeten. Ze heeft er geen enkel probleem mee dat verschillende feministische stromingen uiteenlopende strijdpunten prioriteren. Maar nooit zal zij accepteren dat dit ten koste gaat van het grondprincipe: vrouwen en mannen zijn gelijk, met alle consequenties op het gebied van rechten en behandeling die daaruit voortvloeien.

Een geleidelijke weg bestaat niet

Een van de grootste kwesties die afleidt van de kern van het feminisme zijn de negatieve connotaties die aan het begrip kleven. Om deze af te schudden is het volgens Adichie belangrijk om te accepteren dat Het Feminisme niet één geheel is. In de strijd om gelijkheid voor vrouwen bestaat oneindig veel variatie. Adichie pleit er dan ook voor al deze variaties naast elkaar te laten bestaan.

Alleen een zogenaamd feminism light gaat er bij Adichie niet in. Zeggen dat vrouwen mogen werken zolang ze ook voor het gezin zorgen, kan ze niet voor feminisme door laten gaan. Er bestaat geen geleidelijke weg naar gelijkheid. Mannen en vrouwen zijn of gelijk, of niet.

‘Ik ben boos’

Een van de belangrijke vragen die Adichie zichzelf en haar lezers stelt is waarom iedereen er zich toch zo over verbaast, en erover struikelt, dat mensen boos zijn. In veel gevoelige discussies, of het nou om feminisme of zwarte piet gaat, wordt boosheid snel weggezet als ‘te emotioneel’ en niet constructief. ‘Het huidige gendermechanisme is een ernstige onrechtvaardigheid’, zegt Adichie. ‘Ik ben boos. We zouden allemaal boos moeten zijn, want boosheid heeft al vaak positieve verandering teweeggebracht.’

Opnieuw weet Adichie met haar directheid precies juiste toon aan te slaan. Dit is boosheid vanuit kracht, vanuit een gevoel van onrechtvaardigheid. Niet een slachtoffer dat vraagt of er ook misschien rekening met haar kan worden gehouden. Adichie eist dit op en vindt dat iedereen, ook mannen, hier zonder enige twijfel achter zouden moeten staan.

Luiers verschonen is geen gunst

Ook de vrouw spreekt Adichie streng toe. Laten we niet meer dankbaar zijn omdat we bij de vergadering aanwezig mogen zijn, zegt ze. Laten we niet gaan juichen als een man een luier verschoont. Dit is normaal, iets waar je recht op hebt, geen gunst. Laten we, als vrouwen, alsjeblieft stoppen met aardig gevonden willen worden.

Net als de titel, die een niet-te-bediscussiëren opdracht lijkt, is Adichies tekst een simpele vaststelling van de status quo. Een status quo die negatief uitvalt voor vrouwen. ‘Hoe kun je dan geen feminist zijn?’ is de prangende vraag die achterblijft.

symbool vrouw
Boeken / Non-fictie

Stop met aardig gevonden willen worden

recensie: Chimamanda Ngozi Adichie - We moeten allemaal feminist zijn
symbool vrouw

Niets wat Chimamanda Ngozi Adichie in haar feministische pleidooi We moeten allemaal feminist zijn aanhaalt is nieuw te noemen. Vrouwen zijn gelijk aan mannen en moeten daarom ook zo behandeld worden. Toch is haar werk een internationaal succes. Adichies humorvolle en toegankelijke logica dwingt namelijk tot luisteren.

Het was 2012 toen Adichie haar pleidooi op een TedX-conferentie voor het eerst ten gehore bracht. Het filmpje, waarop de net uitgegeven tekst is gebaseerd, werd meer dan drie miljoen keer bekeken. Beyoncé verwerkte de woorden van de Nigeriaanse feminist in een nummer en wereldwijd wordt de schrijfster omarmd als een toegankelijke, maar krachtige feminist.

Adichie, die zowel fictie als non-fictie schrijft, bezocht kort geleden ook Nederland. Het warme onthaal door haar Nederlandse medefeministen benadrukte haar sterrenstatus. Maar haar ongemakkelijke gesprek bij tv-programma Buitenhof liet ook zien dat Adichies standpunten nog lang geen gemeengoed zijn.

Penissen grijpen

‘Wat zou Trump zeggen als hij een vrouw was?’ vroeg interviewer Pieter Jan Hagens. ‘Waarschijnlijk zou ze zeggen dat ze de penissen van mannen grijpt’, antwoorde Adichie enigszins ongemakkelijk. Waarop Hagens vrolijk zei dat dit hem ‘geweldig’ leek.

Dat dit Adichie niet zo geweldig leek, is gerust een understatement te noemen. En het feit dat Hagens dit als man niet inziet, is precies haar zorg. Haar oproep tot feminisme zou niet een nichekwestie moeten zijn, niet eens één voor de helft van de bevolking. Feminisme, zoals haar titel duidelijk maakt, gaat ons allemaal aan. Des te pijnlijker zal het ook voor Adichie zijn geweest dat Trump, ondanks zijn seksistische houding, tot president van Amerika is gekozen.

Academici zijn saai

Dat Adichie, die op latere leeftijd naar Amerika verhuisde, hierin een voorbeeldfunctie inneemt zit hem niet in haar uitzonderlijke inzichten. Sterker nog, de schrijfster gaat er prat op dat ze de academische benadering van het feminisme vaak saai vindt. In plaats daarvan kiest ze voor een toegankelijke en humorvolle logica die in haar bedrieglijke eenvoud moeilijk te weerleggen is.

In deze houding schuilt ook haar succes. Adichie weet haar pleidooi begrijpelijk uiteen te zetten zonder op haar eigen standpunten in te boeten. Ze heeft er geen enkel probleem mee dat verschillende feministische stromingen uiteenlopende strijdpunten prioriteren. Maar nooit zal zij accepteren dat dit ten koste gaat van het grondprincipe: vrouwen en mannen zijn gelijk, met alle consequenties op het gebied van rechten en behandeling die daaruit voortvloeien.

Een geleidelijke weg bestaat niet

Een van de grootste kwesties die afleidt van de kern van het feminisme zijn de negatieve connotaties die aan het begrip kleven. Om deze af te schudden is het volgens Adichie belangrijk om te accepteren dat Het Feminisme niet één geheel is. In de strijd om gelijkheid voor vrouwen bestaat oneindig veel variatie. Adichie pleit er dan ook voor al deze variaties naast elkaar te laten bestaan.

Alleen een zogenaamd feminism light gaat er bij Adichie niet in. Zeggen dat vrouwen mogen werken zolang ze ook voor het gezin zorgen, kan ze niet voor feminisme door laten gaan. Er bestaat geen geleidelijke weg naar gelijkheid. Mannen en vrouwen zijn of gelijk, of niet.

‘Ik ben boos’

Een van de belangrijke vragen die Adichie zichzelf en haar lezers stelt is waarom iedereen er zich toch zo over verbaast, en erover struikelt, dat mensen boos zijn. In veel gevoelige discussies, of het nou om feminisme of zwarte piet gaat, wordt boosheid snel weggezet als ‘te emotioneel’ en niet constructief. ‘Het huidige gendermechanisme is een ernstige onrechtvaardigheid’, zegt Adichie. ‘Ik ben boos. We zouden allemaal boos moeten zijn, want boosheid heeft al vaak positieve verandering teweeggebracht.’

Opnieuw weet Adichie met haar directheid precies juiste toon aan te slaan. Dit is boosheid vanuit kracht, vanuit een gevoel van onrechtvaardigheid. Niet een slachtoffer dat vraagt of er ook misschien rekening met haar kan worden gehouden. Adichie eist dit op en vindt dat iedereen, ook mannen, hier zonder enige twijfel achter zouden moeten staan.

Luiers verschonen is geen gunst

Ook de vrouw spreekt Adichie streng toe. Laten we niet meer dankbaar zijn omdat we bij de vergadering aanwezig mogen zijn, zegt ze. Laten we niet gaan juichen als een man een luier verschoont. Dit is normaal, iets waar je recht op hebt, geen gunst. Laten we, als vrouwen, alsjeblieft stoppen met aardig gevonden willen worden.

Net als de titel, die een niet-te-bediscussiëren opdracht lijkt, is Adichies tekst een simpele vaststelling van de status quo. Een status quo die negatief uitvalt voor vrouwen. ‘Hoe kun je dan geen feminist zijn?’ is de prangende vraag die achterblijft.

gedeelte van albumhoes 'Front Row Seat To Earth' van Weyes Blood
Muziek / Album

Voortdurend een armlengte verwijderd

recensie: Weyes Blood - Front Row Seat To Earth
gedeelte van albumhoes 'Front Row Seat To Earth' van Weyes Blood

De stem van Natalie Mering – Weyes Blood – beweegt zich als een ijl en glazig spook; voortdurend op armlengte afstand van de luisteraar. Sinds de kille folkplaat The Innocents uit 2014 heeft Mering echter een voorwaartse, meer benaderbare beweging ingezet. Keek de zangeres op die plaat nog als in ijs gevat recht de plaathoes uit, op Front Row Seat to Earth is er zelfs bijna oogcontact. Er is iets veranderd.

Front Row vangt evenwel aan in de ruimte tussen haar dagboek en het naar buiten zingen ervan. Mering zingt: ‘I stand apart from the rest’. Naarmate het nummer vordert ontstaat er uit de galm van haar stem en de piano een schrale, koude galm. Een aanhoudend frisse wind. Als je Natalie Mering ziet zingen is het alsof ze ergens een vlies tussen haar en de omgeving optrekt. Haar eigen cocon.

Op de cover van Front Row heeft Mering zich in helblauw dekschild en afgetrapte gympen gehesen, en bevindt ze zich in een bijna onaards uitzicht. Een warm, beige maanlandschap. Ergens raakt de luisteraar het spoor bijster, en wordt welhaast gedwongen het werk vanaf afstand te bekijken.

Nevel

Producer Chris Cohen, die dit jaar nog met een eigen kosmische folkplaat kwam – As If Apart – vult de ruimte met harpen, piano’s en de nevel van Merings stem. Nevel die soms akelig dicht in de buurt komt van Enya. ‘Can’t Go Home’ bestaat bijvoorbeeld uit weinig meer dan een mistbank van Merings stem, elektronisch aangetast. Er lijken woorden in te hangen, maar die zijn niet te ontraadselen. In tekst beweegt Mering zich over een brug die geen eind lijkt te kennen. Links en rechts raast de tijd voort, maar gevoelsmatig is alle voortgang verdwenen. Het einde wordt vroegtijdig afgekapt, waardoor de luisteraar haast in ‘Seven Words’ wordt geduwd, een nummer dat eveneens gevangen zit tussen de herinnering aan gisteren en het uitzicht op morgen. Mering voert het idee van vastzitten tussen gisteren en morgen uiterst consequent door, waardoor de lichte triomf van het ‘Now I Face Tomorrow’ geen echte triomf is, maar net zo goed een weg die eindigt in vreemde stilstand. De suggestie van uitzicht blijkt geschilderd op een massief vlakke muur.

Vrij

Ergens vindt Mering toch de vrijheid om zich te  bewegen, al is het in een afgefakkeld schemerland uit de clip van ‘Generation Why’. Bloedende machines en ronddolende randfiguren die groene limonade drinken. Er wordt ergens dus nog (een onduidelijk soort) plezier gemaakt. In ‘Away Above’, het schone besluit van Front Row, zingt Mering ‘I don’t feel bad for you / And that’s what makes us free’. Een vederlicht folknummer met gitaar, handpercussie en kristalzuivere harmonieën. Frisse zeelucht.

Het zou een prachtige afronding vormen van de plaat, ware het niet dat Mering de vreemdste slag voor het eind bewaart. Niet in de vorm van een nummer, maar in de vorm van kapot doorgeseinde radiofragmenten. Front Row to Seat to Earth is dus niet de zoveelste smaakvol georkestreerde folkplaat en Mering is niet de zoveelste langharige muze. Onder de harpen, stoffige orgeltjes en stemmige koorstukken is er ergens een hoek af. Er bevindt zich een armlengte tussen Mering en de wereld daarbuiten. Een intrigerende ruimte die zich als vanzelf vult met suggestie, waanbeelden en dagdromerij.

posthuma
Boeken / Fictie

Stuurloos volwassen worden

recensie: Jente Posthuma - Mensen zonder uitstraling
posthuma

‘Die avond in bed staarde ik naar het plafond. Ik besta niet, dacht ik. Ik ben een verzinsel van anderen.’ Veel eigenwaarde geeft debutante Jente Posthuma haar beschouwende hoofdpersoon niet mee. Toch lijkt ze gaandeweg het leven prima aan te kunnen.

Met een moeder als actrice – iemand met uitstraling – en een vader als psychiater kijkt de jonge vertelster met een heldere blik en in afgemeten zinnen naar het verloop van haar leven. Het is de naïeve verwondering van een kind die ongemerkt overgaat in de onzekerheid van de opgroeiende puber. Een groot obstakel in de dagelijkse omgang vormen de geluiden die anderen maken, met name tijdens het eten: ‘De cruesli kraakte tussen zijn kiezen. Het doorslikken van de hap ging gepaard met een duidelijk hoorbaar samentrekken van de keelspieren. Daarna klonken een dof klikje en een zucht’.

In zeer precieze observaties wordt een universum aan ervaringen blootgelegd, terwijl de licht ironische toon prachtig contrasteert met de ernst van de situatie. De moeder is terminaal ziek en blijft tot haar overlijden – en tot ver daarna – als een veeleisende diva over de houding van haar dochter waken. Mensen zonder uitstraling zijn verschrikkelijk, zo verkondigt ze vanaf haar sterfbed, die zijn nog erger dan lelijke mensen. ‘Om haar blij te maken zei ik steeds dat ze de mooiste van de wereld was’, is de weldoordachte reactie van dochterlief.

Geen medelijden

Het is de achteloze stijl waarmee Posthuma haar vertelster een uiterst indringende sfeer laat oproepen. De verschillende indrukken worden aan elkaar geknoopt om zo in twaalf afzonderlijke hoofdstukken een haast terloops beeld van een jong leven te presenteren. Ouders staan op een voetstuk, het gezin is de meest vertrouwde plek ter wereld en daarbuiten is alles nieuw en rijp voor ontdekking en avontuur. Voor deze jongvolwassene ligt de romantiek vervolgens in Parijs, waar een boek geschreven moet gaan worden. Met die zelfverworven onafhankelijkheid blijkt het moeizaam te dealen, de eenzaamheid slaat om in wanhoop en het project mislukt jammerlijk: ‘Verder lag ik te lang op bed, was mijn hoofd te klein vergeleken met de rest van mijn lichaam en at ik overal te veel mayonaise bij. Ondertussen kwam ik niet aan schrijven toe’.

Ondanks de aanhoudende stuurloosheid die Mensen zonder uitstraling gemakkelijk tot een larmoyante bekentenisroman had kunnen maken, houdt Posthuma de teugels stevig in handen. Haar nuchtere registratie roept geen medelijden op, maar wijst telkens vooruit, naar het heden waarin de vertelster een volwassen vrouw en zelf moeder is geworden. Alle toestanden ten spijt – het gemis van een overheersende moeder, de verhouding tot een rouwende vader, de zoektocht naar een betrouwbare partner en een opspelende kinderwens – blijkt het geluk toch maakbaar te zijn. Zo wordt in een zakelijke boodschap meegedeeld: ‘De baby heette Bob’.

De vraag is in hoeverre Jente Posthuma in Mensen zonder uitstraling haar eigen leven als inspiratie heeft genomen. Volgens de schrijfster bestaat het uit een mengeling van persoonlijke ervaringen, bekentenissen van mensen uit haar omgeving en een goed gevoel voor fictie. Zeker is dat met deze ingrediënten een bijzonder boek is gecomponeerd, in een uitgesproken stijl en een meeslepende vorm. Het wachten is op nummer twee.

Demolition
Film / Films

Eerst slopen, dan bouwen

recensie: Demolition (dvd)
Demolition

Wat doe je wanneer door je eigen schuld je vrouw om het leven komt? Uit de puinhopen probeer je iets nieuws op te bouwen. Maar eerst moet alles kapot. In Demolition gebeurt dat letterlijk.

Bankier Davis (Jake Gyllenhaal) voelt zich schuldig. Zijn vrouw is om het leven gekomen bij een auto-ongeluk dat hij onder noemenswaardig letsel overleefde. Wanneer ze niet hadden gekibbeld over een koelkast die hij al heel lang had moeten repareren had het lot misschien wel een andere wending genomen.

Om zijn onmacht een richting te geven, richt hij zijn woede op de ijskast. Daarna op andere apparaten en tenslotte op het huis. Alles wordt gesloopt.

Uitlaatklep

Het is voor Davis een uitlaatklep. Hij kan zich niet overgeven aan verdriet. Zijn schoonvader, die ook zijn baas is, verwacht van hem een korte periode van gepaste rouw en daarna weer hard aan het werk.

Davis zit anders in elkaar. In plaats van dagenlang snotterend in zijn bed te liggen, richt hij zijn energie op iets futiels. In de nacht dat zijn vrouw in het ziekenhuis overlijdt, krijgt hij ruzie met een snoepautomaat. Ondanks dat hij heeft betaald, valt de bestelde reep niet naar beneden. Davis uit zijn grieven in ellenlange klachtenbrieven vol persoonlijke details.

Metafoor

Dat zijn meteen de sterkste elementen van Demolition. Het absurdistische rouwproces, de strijd tegen de snoepautomatenfabrikant, het onaangepaste gedrag van de hoofdpersoon die zich dankzij een dramatische gebeurtenis verlost voelt van knellende sociale conventies. Jake Gyllenhaal en regisseur Jean-Marc Vallée (Dallas Buyers Club, Wild) weten wel raad met zo’n gekweld personage in een gekantelde werkelijkheid. Zelfs het feit dat het slopen van apparaten wel heel erg symbolisch is, weet Vallée handig op te lossen door Davis zelf al te laten constateren dat hij alles in zijn leven als metafoor ervaart.

Veel minder geslaagd aan Demolition is de verhaallijn waarin een klantenservicemedewerker van de automatenfirma zich over Davis ontfermt. Naomi Watts lijkt zich zelf ook niet goed raad te weten met de rol van de alleenstaande moeder die een voorzichtige romance begint met de rouwende bankier. In het absurdistische universum van Demolition is een dergelijk voorspelbaar subplot wat al te gewoon.

Ai Weiwei safepassage recensie
Kunst / Expo binnenland

Het systeem versus het individu

recensie: Ai Weiwei - #SafePassage
Ai Weiwei safepassage recensie

Het Foam fotografiemuseum toont een nieuwe reeks foto’s van de Chinese kunstenaar en activist Ai Weiwei (1957), bekend om zijn sociale projecten, objecten en interventies in de publieke ruimte. In deze fotoserie verbindt hij vluchtelingenkampen in Europa overtuigend aan zijn eigen ervaringen van gevangenschap in China.

Foam toont met trots het nieuwste werk van Ai Weiwei, ondanks of juist dankzij het feit dat hij fotografie slechts als medium gebruikt en zeker geen traditioneel fotograaf is. De tentoonstelling bestaat uit duizenden foto’s die hij vluchtig met zijn telefoon maakte en daardoor heel dagelijks overkomen. In de eerste ruimte hangen de foto’s aan muren die bedekt zijn met interessant ‘middelvingerbehang’ – een arm die voortkomt uit wat lijkt op een embryo, steekt zijn middelvinger op. Weiwei steekt zijn middelvinger op naar China, waar hij 81 dagen in gevangenschap heeft moeten leven, waarschijnlijk omdat hij de censuur tegengaat door openlijk publieke discussies aan te wakkeren. Er is nooit een officiële aanklacht tegen hem ingediend. In deze tentoonstelling ziet het publiek foto’s van zijn leven in China, nadat hij in 2011 uit de gevangenis kwam. Toen hij in 2015 zijn paspoort terugkreeg, is hij naar Berlijn verhuisd en begonnen aan zijn reizen rondom de Middellandse Zee, waar hij vluchtelingen en hun leefomstandigheden heeft vastgelegd.

ai weiwei, safepassage, recensie

Tentoonstelling #SafePassage, Ai Weiwei, Copyright Foam, 2016. Foto: Anne van der Weijden.

Onder toezicht

Nadat Ai Weiwei was vrijgelaten, werd hij onder toezicht geplaatst door de Chinese overheid. Zijn huis werd omringd met beveiligingscamera’s, zodat zij hem altijd in de gaten konden houden. Wanneer hij naar buiten ging, werd hij vaak gevolgd door geheim agenten. Hij maakte er zijn eigen project van om die geheim agenten te ontmaskeren, te volgen en te fotograferen. Vaak bleven de agenten doen alsof zij nergens vanaf wisten, zoals te zien is op de foto’s in de eerste expositieruimte. Soms konden zij echter niet ontkennen dat ze hem aan het volgen waren en gaven zich over aan zijn camera, met de handen op de rug. Alhoewel de foto’s geloofwaardig en authentiek overkomen, blijft het toch de vraag of sommige van de ‘geheim agenten’ dat wel daadwerkelijk waren. De kijker kan namelijk niet altijd meteen het verschil zien tussen eventuele paranoia van de kunstenaar en de werkwijze van de Chinese geheime dienst. De fotoserie toont de zoektocht van de kunstenaar naar de kern en de werkelijkheid van de situatie.

ai weiwei, safepassage, recensie

Stills from WeiweiCam, which is now offline, 2012-2. Copyright Ai Weiwei.

Relevantie

Ai Weiwei is altijd op zoek naar de relevantie van een project. Zonder sociaal maatschappelijke meerwaarde vindt hij kunst nauwelijks de moeite waard, vertelde hij in een interview bij het tv-programma College Tour (september 2016, red.) Zo hangt er in de eerste ruimte van de tentoonstelling een aantal foto’s van Chinese lampionnen, die hij aan de beveiligingscamera’s rondom zijn huis heeft opgehangen. De foto’s tonen alle standpunten van de lampionnen en daarmee maakt Ai Weiwei ze erg belangrijk. Er komt veel nadruk te liggen op de onschuldige rode lampionnen, wat hun overbodigheid des te meer naar voren brengt. De foto’s tonen de prioriteiten van de Chinese overheid. Zij deed ontzettend veel moeite om een kunstenaar te volgen in zijn dagelijks leven, terwijl er zoveel onrecht en problemen in China zijn die veel meer aandacht verdienen.

ai weiwei, safepassage, recensie

Incoming refugee boat, Lesbos, Greece, 17 february 2016. Copyright Ai Weiwei Studio.

Leven, politiek en kunst

Uit het getoonde videomateriaal blijkt dat Ai Weiwei zichzelf als vluchteling uit China ziet. Net als de vluchtelingen uit het Midden-Oosten, kon hij niet langer in zijn land van herkomst blijven. Het heersende systeem kan hem als individu niet waarderen of waarborgen. Een film van een weg in China speelt zich af tegenover een film van hem in een verlaten reddingsboot op de Middellandse Zee, waarin hij de camera filmt die hem aan het filmen is. Hij legt daarmee een direct verband tussen zijn eigen leven en dat van de vluchtelingen. Weiwei’s werk gaat over zijn eigen leven en tegelijkertijd over een wereldlijke kwestie. Hij wil de kijker laten zien dat het dagelijks leven, politiek en kunst onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Alhoewel de beelden op zich inmiddels weinig aanstootgevend zijn, komen zijn ideeën goed over.

LaFave in 013 (1)
Muziek / Concert

Jimmy LaFave @ 013 Tilburg

recensie: Meesterlijke ballades
LaFave in 013 (1)

Voor het eerste optreden van zijn concertenserie in Europa staat Jimmy LaFave in 013 te Tilburg. Dat hij slechts een paar uur geslapen heeft en nog tegen zijn jetlag vecht, is allerminst hoorbaar in het openingsnummer dat ruim zes minuten klokt.

Met de ballad ‘The Beauty of You’ opent LaFave de avond op indrukwekkende wijze. De leiding is duidelijk in handen van LaFave zelf die heel subtiel zijn akoestische gitaarpartijen speelt als ondersteuning van zijn zang. LaFave wordt op het podium bijgestaan door een gitarist (John Edmond), bassist (Lin Shum), drummer (Bobby Calis) en pianist (Brian Petersen).

LaFave in 013 (2)Collega’s eren

Direct na de opening geeft Jimmy LaFave een ode aan de kersverse Nobelprijswinnaar Bob Dylan met een uitvoering van ‘Queen Jane Approximately’, afkomstig van het album Highway 61 Revisited. De meester wordt nog tweemaal geëerd met uitvoeringen van zijn composities: na een uur horen we een prachtige vertolking van ‘Just Like A Woman’ met in het midden van het nummer een gitaarsolo waar de stilte tussen de noten weet te kruipen en als afsluiter van het concert wordt het welbekende ‘All Along the Watchtower’ ten gehore gebracht.

Omdat 18 oktober de verjaardag is van Chuck Berry die de negentig aantikt, speelt LaFave ‘Johnny B Goode’. Helaas klinkt dit als een enigszins verveloos aftreksel van het origineel en is het daarmee een van de mindere momenten van het concert. Eigenlijk kunnen we daar alle uptempo liedjes bijvegen, want als LaFave wil schitteren dan moet het toch echt met de fraaie ballads uit zijn repertoire zijn, de werkelijke pareltjes waarvoor men eigenlijk komt. LaFave is zelf ook geen beweeglijk mens. De mimiek op zijn gezicht is minimaal. Sober gestoken in zwarte kleding moet LaFave het echt hebben van zijn muzikale kwaliteiten als song-smid en zijn uitvoering.

LaFaves gitaarGemengd gevoel

Meer dan de helft van het concert wordt gevuld met de prachtige ballades van Jimmy LaFave, die soms heerlijk uitgesponnen over het stille publiek worden uitgestrooid. De zang van LaFave is zo boeiend bij deze liedjes dat een ingehouden adem op zijn plaats is. Zachtjes mee-wiegen en meevliegen naar de grote hoogtes.

Maar als de band de ruimte krijgt om te soleren, grijpt gitarist Edmond dat aan om zijn gitaar flink te laten horen. Een enkele keer weet hij een solo in dienstbaarheid aan het liedje in te houden, maar meestal gaat hij zich helemaal te buiten. Ruim voor het einde van het twee uur durende optreden slaat de verzadiging dan ook al toe. Ook pianist Petersen laat zich soms gaan in zijn Jerry-Lee-Lewis-imitatie waarbij een hinderlijk los contact in de geluidsinstallatie ook nog opspeelt, wat een knetterende brom teweeg brengt. Dit ontsiert het zo fraaie deel van het concert, wat onvoldoende recht doet aan de kwaliteiten van LaFave.

Als eerste toegift klinkt ‘A Whiter Shade of Pale’ dat geplaagd wordt door het breken van een gitaarsnaar. Hierdoor wordt mogelijk de oorspronkelijk afsluitende ballade vervangen door het ruigere ‘All Along The Watchtower’. Met een gemengd gevoel wordt daarmee het concert afgesloten. Gelukkig kreeg of nam LaFave in grootste deel van de tijd zijn verdiende podium, maar de vraag doemt daarbij op hoe het geklonken zou hebben als de meester het hele concert solo en/of akoestisch had gedaan.

 

Film / Films

Rodeorijden en jurken naaien

recensie: Neon Bull (dvd)

In het noordoosten van Brazilië brengt de jonge Iremar zijn dagen door met het verzorgen van rodeostieren en het naaien van kleding. Traditionele man-vrouwverhoudingen lopen door elkaar in Neon Bull.

Bij de ‘Vaquejadas’, een rodeo in het noordoosten van Brazilië, grijpen twee mannen op paarden een stier bij de staart in een poging hem neer te halen. Iremar verzorgt en vervoert de stieren van show naar show. Het is zwaar en stoffig werk. Je zou dus niet verwachten dat de jongen zijn vrije tijd doorbrengt met het ontwerpen en maken van vrouwenkleding. Achter de ruige jongeman blijkt een gevoelige, creatieve geest schuil te gaan.

Rolpatronen

En Iremar is niet de enige wiens gedrag buiten traditionele rolpatronen valt. Neon Bull zit vol met stoere vrouwen, al dan niet werkzaam als beveiliger in een kledingfabriek, en tengere mannen die ochtenden kwijt zijn aan het borstelen van hun lange haar. Vrouwen zijn hard voor hun dochters en mannen ontplooien hun emotionele kanten. De film is een deconstructie van man-vrouwverhoudingen in een Brazilië dat economisch en sociaal aan het veranderen is.

Het verstilde en prachtig gekaderde camerawerk vangt de personages in hun dagelijkse bezigheden. Regisseur Gabriel Mascaro´s observerende stijl toont hun bezigheden, emoties, maar komt nooit te dichtbij. Hij gebruikt daarbij vaak lange shots die voor het ene deel – op de voorgrond, of aan de zijkant – worden bevolkt door werkende lui en voor het andere deel de converserende hoofdpersonen. Dat zorgt ervoor dat de scènes constant interessant blijven om te zien.

Erotiek

Dat moet ook wel, want het verhaal zelf is nagenoeg afwezig. In tegenstelling tot de traditionele Hollywoodfilm is er geen centraal conflict dat opgelost dient te worden en maken de personages nauwelijks een ontwikkeling door. Dat zal een boel kijkers afschrikken. En inderdaad, mensen die op zoek zijn naar spanning of sensatie zullen zich met Neon Bull stierlijk vervelen – no pun intended.

Liefhebbers van mooie beelden kunnen met deze film echter hun geluk niet op. Mascaro weet met weinig woorden veel te vertellen, en vooral: te hypnotiseren. De tijd lijkt weg te vallen in het weinig opwindende bestaan van de stierenverzorgers. Saai wordt het echter nooit en de geduldige kijker wordt beloond. De scène waarin Iremars leven wordt geïnjecteerd met een zinderende hoeveelheid erotiek – en dan heb ik het niet over het moment waarop hij een paard aftrekt –, behoort moeiteloos tot één van de beste van het jaar. Daar zullen alle gevoelige mannen en stoere vrouwen het over eens zijn.

Kunst / Expo binnenland

KLEINE EXPOSITIE MET MEERWAARDE

recensie: Dick Ket – magisch tekenaar

Het Museum Arnhem bezit de grootste collectie werken van Dick Ket (1902-1940) in Nederland. Dat het museum mooie tentoonstellingen kan maken is ook bekend. In een kleine, maar fijne expositie wordt nu voor het eerst ingezoomd op de tekenkunst van de jong gestorven kunstenaar. Getoond worden tekeningen, voorstudies en brieven. Soms in combinatie met een schilderij.

Stijl

Wat gaandeweg de tentoonstelling duidelijk wordt, is de stilistische ontwikkeling die Ket in zijn werk heeft doorgemaakt. De donkerte van het water met de Twee snoeken (1924) ademt nog helemaal de sfeer van de negentiende eeuw, net als de Uitgebloeide zonnebloemen (1928-’29). Toch valt in het Interieur Eusebiuskerk te Arnhem uit dezelfde tijd (1926) al een kentering te bespeuren. Je proeft er niet de sfeer van een kerkinterieur van een Bosboom in, maar het licht valt op de horizontale, schetsmatig weergegeven banken, en het verticale van de preekstoel en de pilaren. Net als Ket deed op zijn tekening Haven van Hoorn: een horizontale kade met verticale masten. Op die manier kijkt hij stilistisch vooruit.

Dick Ket, Hynches-Schumacherstilleven, krijt op karton, 1937. Collectie Museum Arnhem. Marc Pluim

Dick Ket, Hynches-Schumacherstilleven, krijt op karton, 1937. Collectie Museum Arnhem. Marc Pluim

Tijdens zijn studietijd bij Kunstoefening in Arnhem experimenteerde hij verder. De invloed van het futurisme, expressionisme en art nouveau wordt zichtbaar. De thematiek van Twee steenbokken (1923) doet op het eerste gezicht denken aan de paarden van Marc, maar de snelheid die eruit spreekt en de sterke, voor Ket afwijkende lijnen wijzen eerder naar het futurisme.
Kunsthandel Van Lier, die in 1933 in Amsterdam de eerste solotentoonstelling met Kets werk organiseerde, plaatste hem in de context van het magisch realisme dat in die tijd opgang deed in de personen van Willink, Koch, Hynckes en Schumacher. Onder die noemer werd Ket bekend.
De eerste naoorlogse directeur van het Museum Arnhem legde zijn focus op het magisch realisme, waardoor niet alleen de omvangrijke Ket-collectie ontstond, maar waardoor deze ook in de context van het magisch- en neorealisme kan worden getoond.

Thematiek

Portret van Nel Schilt met zelfportret van de kunstenaar op de achtergrond, potlood, houtskool en bister op karton, 1934. Collectie Centraal Museum

Portret van Nel Schilt met zelfportret van de kunstenaar op de achtergrond, potlood, houtskool en bister op karton, 1934. Collectie Centraal Museum

Gaandeweg wordt ook zichtbaar dat de impact die een aangeboren hartafwijking op Kets leven en werk had toenam. Kon hij in zijn Hoornse tijd nog op pad met de tekenclub Ditubade, later ging dat meer. Hij ging over op het vastleggen van wat hij in zijn omgeving tegenkwam. Zo ontstonden zijn stillevens en (zelf)portretten.
Ontroerend zijn de twee vrouwenportretten die op de tentoonstelling staande op twee vitrines als het ware worden uitgelicht. Die van Nel Schilt (1934), zijn verloofde, en de schrijfster Agnes van Maas-van der Moer (1936). Zij toonden begrip voor wat hij in zijn kunst wilde zeggen. En ze vormden zijn contact met de buitenwereld. Overigens zou iets meer achtergrond bij deze vrouwen – immers een aandachtspunt van Museum Arnhem – best fijn zijn geweest en bijvoorbeeld de overeenkomsten tussen Van Maas’ schrijfstijl met de schilderstijl van Ket hebben kunnen aanstippen. Want die is er! Dat zou dan in een zaaltekst of een flyer hebben moeten gebeuren, want er is geen catalogus van deze kleine tentoonstelling.

Contact met de buitenwereld onderhield Ket ook door het schrijven van brieven. In de vitrines liggen enkele specimen, in een fraai handschrift geschreven. Vaak voorzien van leuke tekeningetjes, zoals we die ook uit Van Goghs brieven kennen. Naast deze brieven liggen er ook enkele reclamedrukwerkjes, boek- en bladmuziekomslagen, die een onbekende kant van Ket tonen.

Context

Dubbelportret van Dick Ket en zijn vader, zwart krijt en houtskool

Dubbelportret van Dick Ket en zijn vader, zwart krijt en houtskool op karton, 1938. Collectie Rijksmuseum

Fraai is de wijze waarop dit alles is opgehangen, neergelegd en neergezet. Niet alleen worden enkele tekeningen op één wand met een iets later gemaakt schilderij met dezelfde thematiek opgehangen, zoals de tekening Zeg het met bessen (ca. 1939) met het olieverfdoek Stilleven met bessen (1940) en het Dubbelportret met vader (ca. 1938) met Dubbelportret (1939-40) op doek, maar ook met enkele objecten die zijn geïnspireerd door het werk van Ket. Bij het bekende Zelfportret met groene fles (1927) staan bijvoorbeeld Bottles (2010-2014) van Klaas Kuiken, die in 2010 afstudeerde aan de ArtEZ Academie voor Beeldende Kunsten in Arnhem. Waarmee nog een ander aandachtspunt van het museum wordt aangestipt: hedendaagse vormgeving.

Zulke contexten, aanvullende memorabilia en glaskunst vormen de meerwaarde van deze kleine, fraaie expositie waarin aandacht wordt geschonken aan de tekenkunst van een schilder wiens werk je ten onrechte denkt te kennen.
Voor mensen die zelf ook eens willen proberen een zelfportret te tekenen, staat er in de laatste zaal een spiegel met een tekenblok erbij. Het levert, zo toont de achterkant van de scheidingswand richting restaurant, veel op. Dick Ket wordt zo indirect ook een beetje een inspirator voor niet alleen Kuiken, maar ook de bezoeker van deze tentoonstelling.

8weekly_nederpopupdate_vol5
Muziek / Album

Internationale klasse van de Nederpop

recensie: Nederpop update – volume 5: The Watchman, Barrelhouse & iET
8weekly_nederpopupdate_vol5

In deze vijfde editie van de Nederpop update is er aandacht voor albums die voor de achteloze luisteraar net zo goed elders gemaakt hadden kunnen zijn. The Watchman, Barrelhouse en iET verrassen dit jaar allen met een zeer sterk album dat zelfs de kenners zal verbazen.

Ad van Meurs heeft onder de naam The Watchman met Dorset Moon een album gemaakt dat zo donker is als de hoes al doet vermoeden, maar waarmee hij zo diep in zichzelf graaft dat de luisteraar er stil van wordt. Barrelhouse is ruim veertig jaar een van Neêrlands beste bluesbands die nog lang niet is uitgeblust. iET volg ik sinds haar eerste opnames die ze thuis maakte. Op Clarity verlegt ze haar grenzen met een album dat vraagt om ook ver buiten onze landsgrenzen gehoord te worden.

 

Diep graven in je ziel

Moeilijke periodes in het leven van een muzikant leveren vaak heel mooie liedjes op. The Watchman heeft met Dorset Moon een heel persoonlijk en diepgravend album gemaakt. Alles is heel klein en persoonlijk gehouden opdat de luisteraar op het puntje van de stoel zit om maar geen noot te missen. Het is duidelijk een familie-album geworden: Ad van Meurs heeft het opgenomen met zijn vrouw Ankie Keultjes en hun zoon Dylan Adrian van Meurs. Misschien heeft hij wel zijn mooiste album ooit gemaakt. De elf liedjes zijn zowel een reis door het leven als een persoonlijke staalkaart van hun gezamenlijke kunnen.

Opener van het album ‘Youngsters in Love’ grijpt – zoals de titel al doet vermoeden – naar het begin van een relatie tussen twee jongeren. Je zou zomaar Ad en Ankie in hun jonge jaren in gedachten kunnen nemen en blijft het spannend of het een autobiografisch nummer is. ‘Sprinkles and Milk’ gaat verder waar het openingsnummer gebleven is; het gaat om het spel van de liefde en ouderwetse liefdesbrieven. ‘Far off Land’ handelt over de wilde haren, hangen in bars en toch maar kiezen voor de liefde. Van Meurs behandelt op deze wijze thema’s uit het leven. Dit zijn thema’s die velen zullen aanspreken en vooral herkennen. In de instrumentale begeleiding is genoeg te genieten van mooi finger-picking werk. Het album ademt, omdat er genoeg lucht is gehouden in de productie. Ondanks de rake onderwerpen weet The Wathman met Dorset Moon een ontspannen album voor het voetlicht te brengen dat de luisteraar diep raakt.

 

Veertig jaar ervaring en fris

Het debuutalbum van Barrelhouse dateert uit 1975, maar met Almost There bewijst de band dat ze nog steeds fris en fruitig is. De bluestraditie zit diep geworteld in deze Nederlandse formatie, en komt vooral tot uiting in de liedjes die vaak al jaren worden doorgegeven van de ene naar de andere artiest. Steeds weer zijn ze een andere benadering of uitvoering waard. Zo horen we op dit album vertolkingen van liedjes door Muddy Waters (‘I Wanna Go Home’), Ike Turner (‘Don’t Hold Your Breath’), Bumble Bee Slim (‘Goodbye’) en Blind Willie McTell (‘Born to Die’); allen grote namen uit de bluesgeschiedenis. Een bijzondere cover is het liedje ‘Withered On The Vine’, dat geschreven werd door Nick Lowe voor zijn album The Impossible Bird (wat later deel één van The Brentford Trilogy zou blijken). Toch zet Barrelhouse alles naar eigen hand en mixt het met de overige zeven eigen composities tot misschien wel een van hun beste albums uit hun lange carrière. Dat laatste is al een prestatie op zich.

Barrelhouse mag zich thuisvoelen in het rijtje Cuby + The Blizzards en Livin’ Blues, waarvan onlangs prachtige overzichtswerken verschenen. Gelukkig werkt deze band nog steeds aan haar oeuvre en is haar live-reputatie meer dan fantastisch. Alle reden om ook deze nieuwe pareltjes in het repertoire live te aanschouwen tijdens de tournee, die reeds van start is gegaan. Barrelhouse mag hopelijk nog vele hoge kwaliteitsalbums toevoegen aan hun verzamelde werken, die daarmee gelukkig niet afgerond maar nog altijd in wording zijn.

 

Verrassend volwassen en veelzijdig

iET debuteerde in 2014 met haar album So Unreal na twee EP’s onder de veelzeggende titel The Kitchen Recordings. Was de release van het debuutalbum al een soort totaalproductie met theater en prachtige muziek, met Clarity overstijgt deze artieste zichzelf. Zelfs zonder het spektakel van het theater te zien neemt Clarity een loopje met je door alle zintuigen te prikkelen. Zou dat nu komen door de herinnering aan het optreden van twee jaar geleden of is het toch echt de muziek van dit album wat dit oproept? Een proef op de som met iemand die niet weet welke artiest er speelt, leert dat het album zelf inderdaad al deze associaties weet op te roepen.

Het album heeft een duidelijke boodschap. Zoals te lezen valt in de meegeleverde informatie gaat het album over het heldere moment waarin je beseft wat écht belangrijk is in het leven: thuis. Dit begrip omvat je wortels in de familie, traditie en de liefde. Het is een album dat je helpt vanuit je eigen kracht verbinding te maken met je naaste omgeving. Wie niet toe is aan zo’n helder moment en niet samen met iET diep in zichzelf wil gaan, kan ook heerlijk oppervlakkig genieten van de prachtige liedjes die het album herbergt.

Het internationale niveau van iET, die een volwassen en veelzijdig artiest is geworden, straalt van deze muziek af. iET werkt op dit album wederom samen met Budy (Mokoginta) en Pink Oculus. Ook horen we haar met Pete Philly in ‘Light and Dark’. Het dozijn composities imponeert al bij de eerste luisterbeurt en tilt het album daarna naar een steeds grotere hoogte.

 

McCullers
Boeken / Fictie

Zoeken naar zingeving

recensie: Carson McCullers - Het hart is een eenzame jager
McCullers

Op 23-jarige leeftijd schreef Carson McCullers met The heart is a lonely hunter – een titel die vanwege de fraaie alliteratie al niet vertaald zou mogen worden – een roman die in 1940 direct de bestsellerlijsten besteeg. De nieuwe vertaling van Molly van Gelder laat Het hart is een eenzame jager opnieuw vlammen.

In een middelgrote stad in het diepe zuiden van de Verenigde Staten is de doofstomme John Singer het middelpunt van een aantal dolende zielen. De zwarte dokter Copeland, de alcoholische activist Jake Blount, de sensitieve barman Biff Brannon en het jongensachtige meisje Mick Kelly zijn alle vier op hun eigen manier op zoek naar perspectief. Ze verhouden zich zijdelings tot elkaar en proberen met grote inzet een doorbraak te forceren in hun verlangen naar verandering.

Wanhoop

Dat verlangen wordt direct of indirect geprojecteerd op de doofstomme Singer. Hij zwijgt, luistert met aandacht en reageert zo nu en dan met een notitie op papier. Zijn aanwezigheid wordt overal op prijs gesteld en gaandeweg krijgt hij het imago een zeer wijs man te zijn. De wanhoop van de eenzaamheid, een thema dat McCullers hier op perfecte wijze onder woorden brengt, drijft mensen tot de meest vreemde verhoudingen.

Mick Kelly hunkert naar muziek. Ze hoort Bach en Beethoven op de radio en slaat het op in haar hoofd om later te kunnen noteren als een componist-in-de-dop. Een in armoede opgroeiende puber die dagdroomt van een weergaloze toekomst. Biff Brannon is een mensenmens die, na het overlijden van zijn vrouw, zijn liefde voor anderen probeert te manifesteren. Jake Blount jaagt het spook van de revolutie na, maar krijgt niemand zover om zijn woeste ideeën te ondersteunen. Dokter Copeland wil de zwarte bevolking – ‘mijn mensen’ – mobiliseren om zich te bevrijden uit hun armzalige positie.

Verlosser

Deze worsteling van personages brengt McCullers samen tot een grandioze vertelling, waarin de uitzichtloosheid van het streven wordt uitgebeeld. In afzonderlijke hoofdstukken laat ze haar karakters opbloeien in hun ambitie, ze beschrijft de intense beleving van het onderlinge contact en, meer naar het eind toe, het falen in de verwezenlijking van hun dromen. Dat alles in de zinderende atmosfeer van het bloedhete Amerikaanse Zuiden, in een tijdperk overlopend van armoede, oorlogsdreiging en alledaags racisme. Die combinatie van oververhitting en collectieve desillusie, maakt dit boek tot een sluimerende tijdbom die op iedere pagina tot ontploffing dreigt te komen.

En dan is daar de zwijgende John Singer. Zijn voorkomen is als een zegen voor de wanhopig zoekende mens, hij vult de leemte met emphatie die altijd nodig is om hoop te houden. McCullers geeft hem de rol van verlosser: de alwetende mens die troost biedt aan hen die trachten vooruit te komen. De religieuze connotatie ligt er dik bovenop, maar de schrijfster kiest er wijselijk voor die invalshoek niet nader uit te werken. John Singer wordt ingezet als rustpunt in de zoektocht naar zingeving. Niet om een oplossing aan te dragen, maar slechts om compassie met de zoekende mens te tonen.

Uiteindelijk is het de jonge Mick Kelly die als enige vooruitgang lijkt te boeken in de queeste naar een ander leven. Ze wordt, tegen wil en dank, volwassen en zal moeten meedraaien in de grotemensenwereld. Het enige sprankje hoop in een verder behoorlijk desolaat landschap vol teleurstellingen en vastlopers. Desalniettemin schrijft Carson McCullers dit verhaal met een ongekende vitaliteit. De broeierige sfeer waarin het menselijk onvermogen om verlangen om te buigen tot werkelijkheid ronddoolt, maakt dit boek tot een all time klassieker in de wereldliteratuur.