Tag Archief van: landscape

Theater / Voorstelling

BREAKING FAKE NEWS zegt weinig over fake news

recensie: George en Eran Producties - BREAKING FAKE NEWS

Niet slecht gekapte demagogen of Russische trollen, maar nieuwsorganisaties zelf worden in BREAKING FAKE NEWS als bron van nepnieuws voorgesteld. En dat is best opmerkelijk.

Ineens was die term er; in zijn helderheid zo sterk en gevat dat het gelijk in ons collectief bewustzijn gegrift stond, alsof het daar altijd al geweest was: fake news. Als Trump al niet de uitvinder van de term is, dan is hij zeker de man die hem gepopulariseerd heeft, met zijn veelvuldige nepnieuwsbeschuldigingen richting gevestigde mediabedrijven als CNN en The New York Times.

Ondertussen neemt in Nederland minister Ollongren maatregelen tegen de Russische president Poetin en zijn trollenleger, die door middel van nepnieuwsaanvallen zouden proberen onze democratie te ondermijnen. Zo blijkt nepnieuws zowel een reëel gevaar als een effectief woord om onwelgevallige media in diskrediet te brengen. En bovenal een woord dat ontegenzeggelijk bij deze tijd hoort.

De waarheid is de inzet van de voorstelling

Een prima uitgangspunt voor geëngageerd theater dus. In BREAKING FAKE NEWS van George & Eran Producties (bekend van onder meer George en Eran worden racisten) en geschreven door Johan Fretz, is de waarheid de inzet van de voorstelling. We bevinden ons in de studio van het actualiteitenprogramma Nieuwsdag. Het bericht komt binnen dat er een vliegtuig gekaapt is met aan boord niemand minder dan Mark Rutte: alle hens aan dek voor Meral Polat en Eran Ben-Michaël in de rol van respectievelijk presentator en eindredacteur. Want wie zitten er achter de aanslag? En wat is het motief? Nieuws en duiding moeten zo snel mogelijk geleverd worden, voordat de concurrent het doet. Ben-Michaël in de personage van de eindredacteur blijkt een cynische televisiemaker te zijn die wordt gedreven door sensatie en kijkcijfers. In de jacht naar primeurs onthult hij overhaast de ‘identiteit’ van de dader, wat al vrij snel de verkeerde naam zal blijken te zijn.

BREAKING FAKE NEWS is een vlotte voorstelling. Het duo Polat en Ben-Michaël spelen met veel energie en zijn goed op elkaar ingespeeld. Dat levert een voorstelling op die zeker weet te vermaken, maar toch geeft de insteek van BREAKING FAKE NEWS ook te denken. Wie denkt dat de voorstelling een inkijkje geeft in hoe het er aan toe gaat op de redacties van journalistieke programma’s, zal daar behoorlijk cynisch van worden, zo makkelijk als er met de waarheid wordt omgesprongen. Daarom is het goed om te bedenken: BREAKING FAKE NEWS geeft geen realistisch kijkje achter de schermen. Daarvoor worden journalistieke principes te achteloos overboord gegooid en zijn de gehanteerde redenaties die tot waarheidsvinding moeten leiden, te stompzinnig. Daardoor is Nieuwsdag vooral een karikatuur van een journalistiek programma. En juist daardoor kan het niets scherps of pijnlijks zeggen over het onderwerp: nieuwsmedia.

Cynisme over de journalistiek

Nog opmerkelijker: BREAKING FAKE NEWS gaat geheel voorbij aan de duistere realiteit van een slecht gekapte demagoog die het volk opzet tegen nieuwsmedia die hem niet aanstaan, of de trollen van Poetin die nepnieuws verspreiden. Daarentegen worden nieuwsbedrijven zelf als een bron van nepnieuws voorgesteld. En dat op een wijze die verder weinig met de realiteit van doen heeft maar wel voeding kan geven aan cynisme over de journalistieke stand van het land.

Zo nu en dan wordt het onderwerp breder getrokken en gaat het niet zozeer om nepnieuws, als wel de waarheid in het algemeen. Dat gebeurt wanneer Polat en Ben-Michaël op verschillende momenten uit hun rol als televisiemakers stappen en elkaar en het publiek bevragen over de waarheid. Lieg jij wel eens? En is dat gordijn nu zwart of groen? Is niet alles een kwestie van interpretatie? Het probleem met dergelijke vragen over de aard van de werkelijkheid is dat het gelijk nogal grote vragen zijn die zich moeilijk laten beantwoorden. In BREAKING FAKE NEWS worden de vragen dan ook gesteld, maar ontbreekt het aan een bevredigende uitwerking.

Theater / Voorstelling

BREAKING FAKE NEWS zegt weinig over fake news

recensie: George en Eran Producties - BREAKING FAKE NEWS

Niet slecht gekapte demagogen of Russische trollen, maar nieuwsorganisaties zelf worden in BREAKING FAKE NEWS als bron van nepnieuws voorgesteld. En dat is best opmerkelijk.

Ineens was die term er; in zijn helderheid zo sterk en gevat dat het gelijk in ons collectief bewustzijn gegrift stond, alsof het daar altijd al geweest was: fake news. Als Trump al niet de uitvinder van de term is, dan is hij zeker de man die hem gepopulariseerd heeft, met zijn veelvuldige nepnieuwsbeschuldigingen richting gevestigde mediabedrijven als CNN en The New York Times.

Ondertussen neemt in Nederland minister Ollongren maatregelen tegen de Russische president Poetin en zijn trollenleger, die door middel van nepnieuwsaanvallen zouden proberen onze democratie te ondermijnen. Zo blijkt nepnieuws zowel een reëel gevaar als een effectief woord om onwelgevallige media in diskrediet te brengen. En bovenal een woord dat ontegenzeggelijk bij deze tijd hoort.

De waarheid is de inzet van de voorstelling

Een prima uitgangspunt voor geëngageerd theater dus. In BREAKING FAKE NEWS van George & Eran Producties (bekend van onder meer George en Eran worden racisten) en geschreven door Johan Fretz, is de waarheid de inzet van de voorstelling. We bevinden ons in de studio van het actualiteitenprogramma Nieuwsdag. Het bericht komt binnen dat er een vliegtuig gekaapt is met aan boord niemand minder dan Mark Rutte: alle hens aan dek voor Meral Polat en Eran Ben-Michaël in de rol van respectievelijk presentator en eindredacteur. Want wie zitten er achter de aanslag? En wat is het motief? Nieuws en duiding moeten zo snel mogelijk geleverd worden, voordat de concurrent het doet. Ben-Michaël in de personage van de eindredacteur blijkt een cynische televisiemaker te zijn die wordt gedreven door sensatie en kijkcijfers. In de jacht naar primeurs onthult hij overhaast de ‘identiteit’ van de dader, wat al vrij snel de verkeerde naam zal blijken te zijn.

BREAKING FAKE NEWS is een vlotte voorstelling. Het duo Polat en Ben-Michaël spelen met veel energie en zijn goed op elkaar ingespeeld. Dat levert een voorstelling op die zeker weet te vermaken, maar toch geeft de insteek van BREAKING FAKE NEWS ook te denken. Wie denkt dat de voorstelling een inkijkje geeft in hoe het er aan toe gaat op de redacties van journalistieke programma’s, zal daar behoorlijk cynisch van worden, zo makkelijk als er met de waarheid wordt omgesprongen. Daarom is het goed om te bedenken: BREAKING FAKE NEWS geeft geen realistisch kijkje achter de schermen. Daarvoor worden journalistieke principes te achteloos overboord gegooid en zijn de gehanteerde redenaties die tot waarheidsvinding moeten leiden, te stompzinnig. Daardoor is Nieuwsdag vooral een karikatuur van een journalistiek programma. En juist daardoor kan het niets scherps of pijnlijks zeggen over het onderwerp: nieuwsmedia.

Cynisme over de journalistiek

Nog opmerkelijker: BREAKING FAKE NEWS gaat geheel voorbij aan de duistere realiteit van een slecht gekapte demagoog die het volk opzet tegen nieuwsmedia die hem niet aanstaan, of de trollen van Poetin die nepnieuws verspreiden. Daarentegen worden nieuwsbedrijven zelf als een bron van nepnieuws voorgesteld. En dat op een wijze die verder weinig met de realiteit van doen heeft maar wel voeding kan geven aan cynisme over de journalistieke stand van het land.

Zo nu en dan wordt het onderwerp breder getrokken en gaat het niet zozeer om nepnieuws, als wel de waarheid in het algemeen. Dat gebeurt wanneer Polat en Ben-Michaël op verschillende momenten uit hun rol als televisiemakers stappen en elkaar en het publiek bevragen over de waarheid. Lieg jij wel eens? En is dat gordijn nu zwart of groen? Is niet alles een kwestie van interpretatie? Het probleem met dergelijke vragen over de aard van de werkelijkheid is dat het gelijk nogal grote vragen zijn die zich moeilijk laten beantwoorden. In BREAKING FAKE NEWS worden de vragen dan ook gesteld, maar ontbreekt het aan een bevredigende uitwerking.

Liz Magic Laser, The Thought Leader, 2015
Kunst / Expo binnenland

Op je sokken door het museum

recensie: Een Ontembare Kracht: Het kind als inspiratiebron voor CoBrA en kunst van nu
Liz Magic Laser, The Thought Leader, 2015

CoBrA-kunst wordt soms wat kort door de bocht omschreven als zijnde ‘kindertekeningen’. Dat is niet helemaal uit de lucht gegrepen, want kinderen inspireerden de CoBrA-kunstenaars in sterke mate. ‘Een Ontembare Kracht’ werpt een verfrissende en eigentijdse blik op deze inspiratiebron.

Op zoek naar een nieuw begin raakten CoBrA-kunstenaars begin jaren ’50 gefascineerd door kinderen en hun open blik, spontaniteit, onbevangenheid en fantasierijke belevingswereld. Dit uitte zich in een kunst van karakteristieke simpele vormen en gekras zoals op kindertekeningen.

Karel Appel, Spelende kinderen, 1948, Collectie Cobra Museum © Karel Appel Foundation c/o Pictoright Amsterdam 2018

Karel Appel, Spelende kinderen, 1948, Collectie Cobra Museum
© Karel Appel Foundation c/o Pictoright Amsterdam 2018

 

In het werk van CoBrA-coryfeeën zoals Karel Appel, Constant, Corneille en Lucebert is die beeldtaal onmiskenbaar aanwezig. Als een slingerende omlijsting beweegt de CoBrA-kunst zich langs de buitenste wanden van de tentoonstellingsruimte. Ze zijn van context voorzien middels informatieve video’s, tijdschriften en andersoortig documentatiemateriaal met vermakelijke feitjes. Zo beschouwde CoBrA-kunstenaar Asger Jorn de uitgestoken tong bijvoorbeeld als teken van verzet. De CoBrA-kunstenaars toonden hun werk soms zij aan zij met kindertekeningen – een voorbeeld dat door de curator op geslaagde wijze is opgevolgd.

Spontaniteit genuanceerd

De tentoonstelling ‘Een Ontembare Kracht’ slaat ook een brug naar het nu: CoBrA-kunst treedt in dialoog met hedendaagse kunstwerken waarin het kind een rol speelt. Een belangrijk gegeven daarin is dat de veronderstelde ‘spontane’ creativiteit van kinderen in de afgelopen decennia meer genuanceerd is geraakt. In de tijd van CoBrA stond de kennis hierover zogezegd nog in de kinderschoenen. Tegenwoordig wordt ook de invloed van de omgeving hierin meegenomen, bijvoorbeeld het onderwijs en de cultuur waarin je opgroeit. De visie die de huidige tentoonstelling geeft op de vrije, creatieve expressie van het kind is dientengevolge wat kritischer van aard.

Kleine volwassenen

Die kritische noot is met name te vinden in hedendaagse videowerken, waarin het onbevangen kind-zijn centraal én ter discussie staat. Liz Magic Laser’s The Thought Leader (2015) – inclusief de al dan niet bewuste verwijzing naar de opstandige tong van Jorn – toont een elfjarige die als charismatische spreker volwassenen toespreekt. Eigenlijk citeert hij uit een pessimistisch boek, maar zijn onwetende publiek is duidelijk in de war.

Priscila Fernandes, For a better world, still from video, 2012

Priscila Fernandes, For a better world, still from video, 2012

 

Ook het jonge kunstschaats duo in Magic Laser’s video Kiss and Cry (2015) oogt als twee kleine volwassenen, met alleen nog tijd om te trainen. De video For A Better World van Priscilla Fernandes (2012) toont een pretpark waar kinderen ‘spelenderwijs’ beroepen oefenen. Eigenlijk lijken alleen Siddieqa, Firdaus, Abdallah, Soelayman, Moestafa, Hawwa, en Dzoel-kifl uit Joost Conijn’s gelijknamige video (2004) zich nog te wagen aan authentiek, fantasierijk kinderspel.

Voor alle leeftijden

Veel van de eerdergenoemde, meer ‘serieuze’ videowerken zijn gehuisvest in knusse tentjes, vol knuffels en spelletjes zoals Pim-Pam-Pet. Daarnaast mag er ook met de kunst zelf gespeeld worden. Zo is er de speciaal voor de tentoonstelling gemaakte ‘muur’ van Nicolás Paris (a small world or a place between an insect and an adult, 2018). Ook de bordspellen met ruimte voor fantasie van Maze de Boer (PLAY, 2014) en het experimentele blokkenspel ontworpen door Stéphanie Marin (Play YET!, 2014) nodigen uit om mee aan de slag te gaan.

Joost Conijn, Siddieqa, Firdaus, Abdallah, Soelayman, Moestafa, Hawwa, Dzoel-kifl, 2004

Joost Conijn, Siddieqa, Firdaus, Abdallah, Soelayman, Moestafa, Hawwa, Dzoel-kifl, 2004

Het wordt daarom ook harte aangemoedigd om de tentoonstelling op kousenvoeten te bezoeken. Daarnaast zijn veel kunstwerken dusdanig laag opgehangen dat de gemiddelde volwassene door de knieën moet, en kan de kleine mens gebruikmaken van opstapjes bij hoge vitrines.

Transformaties

De focus op het kind creëert een interessante dialoog, waarin verschuivende perspectieven op speelse wijze zichtbaar worden gemaakt. Het wordt duidelijk dat de kennis over de kinderlijke ontwikkeling in de afgelopen ruime halve eeuw een enorme vlucht heeft genomen. Tegelijkertijd lijkt ook een vorm van achteruitgang te worden aangekaart.

Dat contrast tekent zich vooral af in de eigentijdse waarden. In de huidige maatschappij lijkt het kind steeds vroeger te transformeren tot een kleine volwassene. Er is weinig ruimte voor doelloos, spelenderwijs aanrommelen. ‘Een Ontembare Kracht’ lijkt die grens tussen kind en volwassen op te zoeken, te vervagen en te overtreden. En dat is bijzonder verfrissend.

Greta van Fleet live @ 013
Muziek / Concert

Flower power leeft!

recensie: Rocksensatie Greta van Fleet in 013, Tilburg
Greta van Fleet live @ 013

Als een geteleporteerde band uit de jaren ’70 weet deze jonge band iets unieks voor elkaar te krijgen. Een samensmelting van jong en oud publiek dat bewonderend toekijkt naar de wilde, uitverkochte optredens inclusief podiumgedrag wat hint naar grootheden uit de rockmuziek. De hype lijkt compleet, maar piekt Greta van Fleet niet te vroeg?

Als vage schimmen verschijnen de heren van Greta van Fleet op het podium met een verkorte versie van ‘Brave New World’. Gelijk na deze inleiding volgt het intro van ‘Highway Tune’ en knalt leadzanger Josh met een lange, rauwe schreeuw het nummer in. De overige Kiszka-broers en drummer Danny draaien het volume helemaal open, ver voorbij standje tien. Een krachtige opening wat de toon voor de rest van het optreden zet.

Gitaarsolo Jonge, oude jochies

Naast een identiek geluid aan dat van jaren ’70 rockbands, zien de bandleden er ook uit of ze uit dat tijdperk komen. Bodywarmers, strakke broeken, blote borstkassen… Nog maar te zwijgen over het podiumgedrag. Zo wordt het spelen van de gitaar op de rug niet over geslagen. Op de setlist van Greta van Fleet staan slechts 11 nummers waarmee de band bijna anderhalf uur weet te vullen. Niet zo gek, aangezien de coda’s zowat twee keer zo lang zijn als de rest van het nummer. De outro’s van de liedjes staan vol in het teken van veel te lange gitaarsolo’s die geen einde noch hoogtepunt kennen. De bluesladder wordt elke keer over de gehele gitaarhals compleet uitgebuit. Greta van Fleet weet wel te imponeren door een herkenbaar geluid van de oude rockgroove neer te zetten.

Dat kan helaas niet gezegd worden van het voorprogramma door Goodbye June. De leadgitarist speelt als het ware solo’s die een heel nummer duren en een melodisch duel aangaan met de leadzanger. Daarbij eist de gitarist zowel visueel als auditief veel aandacht op, wat de vraag oproept of er problemen zijn met de uitversterking en balans, of dat de leadgitarist wellicht te veel in de spotlights wilde staan. Opvallend is ook dat de kwaliteit van het optreden aanzienlijk verschilt ten opzichte van het studiomateriaal. Iets wat het ruwe geluid van de zangstem en gebrek aan muzikale variatie in het geluid van de band niet ten goede komt.

Memorabilia

Wat tussen de nummers door opvalt, is dat Josh met een andere stem praat dan dat hij zingt. De klank van zijn zangstem is veel ruiger. Bij vlagen klinkt het zelfs alsof hij zijn stem enorm forceert. Hierbij kun je afvragen hoe lang hij dit nog gaat volhouden. De band is ondanks dat ongetwijfeld een bezoek waard, zeker nu de jongens nog zo jong en heet zijn.

Kiszka Power

De jaren zullen uitwijzen of ze deze sound vast kunnen houden, terwijl ze zich als muzikanten verder ontwikkelen. Voor de echte rockliefhebber is het haast een tijdreis om toch een stukje memorabilia te beleven. Waarom wordt zulke muziek tegenwoordig niet vaker geproduceerd? Of meer van deze bands ontdekt, wat dat betreft.

Live te bewonderen:
27 februari 2019, AFAS Live, Amsterdam
28 februari 2019, Lotto Arena, Antwerpen

Bandleden:
Josh Kiszka (Zang)
Jake Kiszka (Gitaar)
Sam Kiszka (Bas)
Danny Wagner (Drums)

Banner Snowstar 15 Jaar
Muziek / Interview
special: Snowstar Records bestaat 15 jaar!
Banner Snowstar 15 Jaar

Label als inspirator

In december 2003 bracht Snowstar Records de eerste release uit. Dit wordt door oprichter Cedric Muyres gezien als het startpunt voor het platenlabel. Het 15-jarig jubileum wordt gevierd met twee shows waaraan belangrijke bands voor het label deelnemen: I Am Oak, Town of Saints, Kim Janssen en Donna Blue. 8WEEKLY belde met Cedric om ze te feliciteren.

Op 8WEEKLY verschijnen met regelmaat recensies van releases die uitgebracht zijn door Snowstar. Een paar jaar geleden legde Cedric contact met de redactie. “Nieuwe bands, muziek en artiesten die gehoord moeten worden verdienen aandacht. Dat vinden wij belangrijk, net zoals jullie.”

Stijgende lijn met de jaren

 

Cedric

Cedric begon het label in zijn eentje. De eerste vier jaar waren niet spectaculair, daarna veranderde hij de aanpak. “Ik ben begonnen met het opnemen van een band waarin ik zelf mee gespeeld had die inmiddels niet meer bestaat. Toen volgden eigenlijk alleen bevriende bands. Daarna kwam er een omslag met rustigere muziek en ontstond er meer een eigen sound voor het label. Toen is alles ook professioneler geworden.”

Veel Europese artiesten en bands lijken het tegenwoordig ook aardig te maken in Aziatische landen. Ook Kim Janssen en I Am Oak tourden onlangs nog in Japan; Cedric wist direct dat hij mee wilde. “Japanse muziek is lastig om online te luisteren. Het is ook opvallend dat er in Japan zo enorm veel platenzaken zijn; grote panden met meerdere kassa’s per verdieping waar overal rijen voor staan. Dat had ik lang niet gezien, ik stond wel twintig minuten in de rij. Ik zat daar het aanbod door te spitten voor specifiek Japanse platen, maar dat werkt andersom natuurlijk ook zo. Ik zou het mooi vinden als Europese muziek daar bekender zou worden, terwijl Aziatische muziek hier meer aandacht krijgt.”

Ontdekken

Qua promotie zijn het soms gekke en moeilijke tijden. Het digitale tijdperk speelt daar mogelijk zowel een positieve als negatieve rol in. Hoe vind je tussen al het aanbod de juiste bomen in het bos? Cedric: “Het lijkt er op dat er steeds minder journalistiek is voor releases; iedereen lijkt 1 voor 1 af te haken. Alles is tegenwoordig online te vinden, maar toch is veel contact en aandacht verwaterd. Veel mensen lijken minder moeite te doen om dingen en informatie te achterhalen. Bijvoorbeeld via cd-boekjes, om zo weer nieuwe muziek te ontdekken.”

Ontdekken is een sleutelwoord bij Snowstar. Het label onderscheidt zich van andere labels omdat ze niet werken vanuit de gedachte om zomaar veel uit te brengen en te kijken wat een succes is. Cedric: “Wij stoppen tijd in onze releases en brengen alleen muziek uit waar we 200% achter staan. In overleg met de artiesten doen we zoveel mogelijk aan promotie door liedjes op bijvoorbeeld Spotify of andere media te plaatsen en deze onder de aandacht te brengen bij onze doelgroep. Je wilt uiteindelijk toch dat je gehoord wordt. Daar is tijd voor nodig.”

Door de jaren heen is Snowstar uitgegroeid tot een van de bekendste indielabels van Nederland. Voor deze bands is het enorm belangrijk dat Snowstar er is. Zo kunnen zij altijd vooruit blijven denken en plannen en positieve ontwikkelingen door maken. Cedric: “Ik hoop dat we dit zo lang mogelijk kunnen blijven doen. Dat werkt zolang we mooie dingen tegenkomen en nieuwe dingen bij het label kan blijven betrekken. Gelukkig kom je altijd weer nieuwe, goede shit tegen. Ik denk dat 2019 is weer mooi gevuld gaat zijn met releases en shows vanuit ons label, en soortgelijke labels zoals Subroutine”

De kern van Snowstar Records zit in Utrecht. Het is daarom niet verwonderlijk dat het vijftienjarig jubileum gevierd wordt met een feest in TivoliVredenburg, Utrecht op 8 december met I Am Oak, Kim Janssen en Donna Blue. En een week later, op 14 december, is er feest in Vera, Groningen, waar Town of Saints, I Am Oak en Kim Janssen spelen.

Kunst / Expo binnenland

Kunstenaars die ons naar het nu leiden

recensie: Matter of Masters: 5 Years of TMH

Marsha Plotnitsky, oprichter en artistiek directeur van The Merchant House, zegt verontschuldigend dat ze 8weekly niet heeft gegoogled. Vooral omdat dit een open ontmoeting in de weg kan staan. Ze mag zichzelf dan ‘koopvrouw’ noemen, ze heeft ook een missie blijkt; ‘koopvrouw en dominee’ dus.

The Merchant House (TMH) aan de Amsterdamse Herengracht bestaat vijf jaar. Het is gehuisvest in een in opdracht van VOC-er Hans Jansz gebouwd herenhuis, dat in de Gouden Eeuw door bekende, vooraanstaande koopmannen werd bewoond. Marsha Plotnitsky vertelt twee doelstellingen te hebben: een ruimte creëren om elkaar te ontmoeten en een programma bieden voor kunst in de ruimste zin van het woord.

Dennis Oppenheim: Study for Roots in Cubism—Hearts in the Stars (Forest for Cézanne), 1984, Pencil, colored pencil, oil pastel on paper, foto: Gert Jan van Rooij

Ruimte

Vijf jaar geleden was de markt voor kunst zwak en werden veel galeries opgeheven. De van origine Russische Marsha Plotnitsky kwam uit Amerika, waar zij taalkunde, bedrijfskunde en -economie  had gestudeerd, onder meer als bankier had gewerkt en waar zij een bescheiden kunstcollectie opbouwde met werk van mensen als Dennis Oppenheim. Zij wilde het leven terugbrengen in het grachtenhuis op de manier zoals koopmannen er vroeger woonden: met een grote liefde voor kunst. Ze had geen netwerk en stond op die manier voor iedereen open. Zoals nog steeds komen er dagelijks kunstenaars en filosofen aanwaaien voor een gesprek.

Programma

Naast de ruimte biedt The Merchant House een programma aan zowel oudere, gevestigde kunstenaars als jonge kunstenaars die extra aandacht verdienen. Als voorbeeld noemt Marsha Plotnitsky de talentvolle Jan Frank, Amerikaan van Nederlandse afkomst, waarmee ze begon. Nu richt ze haar aandacht vooral op op de materie (olie- en acrylverf, inkt) ingestelde jonge, post-conceptuele kunstenaars.
De kunstenaars die ze in een tentoonstelling, drie keer per jaar, samenbrengt, hebben in eerste instantie niets met elkaar gemeen, maar gaandeweg ontdekken ze overeenkomsten. Het programma dat op die manier ontstond, heette bijvoorbeeld dan ook Making Things Happen: Young Artists in Dialogue I-II-III.

Hilarius Hofstede: Reach the Beach, 2017 (detail), Vinyl Cover Assemblage, foto: Gert Jan van Rooij

Matter of Masters

The Merchant House viert haar vijfjarig bestaan met een reflectie op de kunst van de afgelopen tijd. De onderliggende vraag is: Wat is schilderkunst nu?
Er wordt werk getoond van vijf kunstenaars: de al eerder genoemde Dennis Oppenheim (1938-2011), Craigie Horsfield (1949), Judit Reigl (1923), Carolee Schneemann (1939) en de Nederlander Hilarius Hofstede (1965).
Het werk van Hofstede past wonderwel in het oude grachtenpand; de vinyl cover-assemblage van LP-hoezen die hij maakte en die op een grote wand in de stijlkamer hangt, zou, wanneer je de hoezen op de vloer zou leggen, zo een tegelvloer op een schilderij van Vermeer kunnen zijn. Met boven je, zoals in TMH, een plafondschildering van Jacob de Wit van Flora, godin van de lente en de bloemen.

Er zit ook ritme in de expositie: twee werken (Homme, 1968 en 1969) van Reigl hangen in het voorhuis en haar twee tere, tempera-schilderingen op canvas (Drape, 1973) hangen als een muurbedekking in de ruimte met glazen overkapping tussen voor- en achterhuis, waar ze schitterend tot hun recht komen. Werken die sterk contrasteren met de krachtige, conceptuele Oppenheimers die er hangen.

Judit Reigl: Drape/Decoding, 1973
Tempera on canvas, foto: Philippe Boudreaux

Combinaties

Zo zijn er meer combinaties die kenmerkend zijn voor TMH. In het achterhuis staat een vleugel, die wordt gebruikt bij concerten gedurende een tentoonstelling. Niet zomaar concerten, maar zorgvuldig samengestelde programma’s die op de exposities aansluiten. Over de exposanten geeft de galerie prachtige, deels door de kunstenaars zelf ontworpen publicaties uit.

Bij de expositie van de Late Paintings and Drawings van Judit Reigl (11 november 2016-3 februari 2017) verscheen bijvoorbeeld een catalogus met onder meer een essay van Marsha Plotnitsky, waarin zij haar keus voor Reigl beschrijft. Zij bekijkt én beschouwt haar werk, overlegt met haar, onderzoekt samen de problematiek van de materie, kijkt niet alleen terug maar vooral vooruit, naar de autonomie van kunst en de sociale en economische context, naar verbindingen met poëzie, filosofie en muziek. Reigl, en niet allen zij, is een kunstenaar ‘die ons naar het nu leidt’.
Hier wordt kunstgeschiedenis geschreven. En wie wil daar niet bij zijn c.q. aan bijdragen?

Muziek / Album

Een klasse internationale Nederpop

recensie: Nederpop Update 7: Town of Saints – Celebrate, Marcela Bovio – Through Your Eyes & The Yearlings - Skywriting

Nederpop is er in veel gedaantes. In deze zevende editie aandacht voor drie albums van internationale klasse. Weinigen zullen bij het beluisteren van deze werken van Town of Saints, Marcela Bovio of The Yearlings denken aan ons kikkerlandje. Toch komen ze allemaal van eigen bodem.

Muziek hoeft al lang niet meer van over de grenzen te komen om te klinken of ze ook daar gemaakt zijn. De drie acts die hier de aandacht krijgen, hebben allemaal onderdelen in de muziek zitten die ze onherkenbaar maken voor iedereen die niet beter weet dan dat het gewoon fraaie muziek is, zonder zich de oorsprong af te vragen.

Town of Saints – Celebrate

De band Town of Saints debuteerde in 2013 met Something to Fight With. Anno 2018 is de band teruggebracht naar een duo bezetting. Deze uitdunning heeft geen invloed op de muzikale kwaliteiten van de band. Misschien is het zelfs zo dat met Celebrate de band ineens zou kunnen doorbreken als een van de liedjes mag uitgroeien tot een hit.

Het Fins / Nederlandse duo heeft met Celebrate een heel fijn album gemaakt. Het had maar weinig gescheeld of Harmen Ridderbos en Heta Salkolahti hadden de handdoek in de ring gegooid. Toen ze weer startten met optreden begon de inspiratie te bloeien. Wie liefhebber is van de muziek van The Waterboys zou zeker eens naar de muziek van Town of Saints moeten luisteren. Het album is constant van hoge kwaliteit. Opvallend is ‘Elegy (The Last Dance)’ waar een grotere rol is weggelegd voor Heta die in de overige composities niet de leadzang voor haar rekening neemt. ‘Oscillate’ is een bijzonder lied dat start met de constatering dat wij mensen ook dieren zijn.

Het album opent ingetogen met het titelnummer van het album. Persoonlijk kan ik de tweede compositie van het album van harte aanbevelen. ‘Requiem for The Living’ is van een uitzonderlijke en grootse schoonheid. Het lied overstijgt de kwaliteit van alle andere composities van het album, dat daarmee overigens niet moet worden onderschat. Wil je je hart verpanden aan dit album, start dan met het tweede liedje en je bent verkocht! Je wordt meegenomen door prachtige strijkers, fijn gitaarspel en de zang van Ridderbos aangevuld met vocalen van Salkolahti. Het lied ‘Requiem for The Living’ ontspint zich als een korte symfonie in ruim drie en halve minuut. Het enige dat je wil is het op repeat zetten. De uithalen van Ridderbos in het midden maar zeker naar het einde van de compositie als het zingt over de regenboog zijn zo verschrikkelijk lekker. Het lied eindigt met zachter gezang in een echt waardig slot. De song zouden we wel eens terug kunnen gaan vinden in de TOP2000 als het genoeg aandacht krijgt.

Marcela Bovio – Through Your Eyes

Twee jaar geleden debuteerde Marcela Bovio met het album Unprecedented. Een bijzonder album waar deze zangeres zowel de pop-kant van zichzelf liet horen als de klassiek geschooldheid van haar zangtalent presenteerde. Een jaar later kwam een bijzondere uitvoering van datzelfde album uit; dezelfde liedjes maar nu met alleen pianobegeleiding. Met haar nieuwe album kiest Bovio ervoor om vooral aan de pop-kant van haar muziek te blijven. Slechts in een enkel nummer horen we nog een tikje van haar geschoolde stem doorschemeren zoals in ‘Thorns and Roses’ maar dan moet je wel heel goed opletten. De overige liedjes van Through Your Eyes laat Bovio een stevig stemgeluid horen dat met overgave haar composities zingt. De begeleiding is wel heel bijzonder voor een pop-album. Naast de vocalen van Bovio horen we het prachtige pianospel van Erik van Ittersum die we ook op haar vorige album hoorde. Daarnaast is de begeleiding uitsluitend strijkers, maar de achteloze luisteraar zal de gitaar en drum wellicht niet eens missen. Bovio weet je direct vanaf de album opener ‘The Edge of the World’ in te pakken en je te grijpen om je mee te slepen in haar fraaie liedjes.

Een opvallend liedje is ‘Icarus’ dat gaat over de Griekse mythologie maar dan vertaald naar de hedendaagse tijd waarin hij geraakt wordt door een elektriciteitslading. Het lied draagt ze op aan Xavier. Overigens wordt ieder van de elf composities aan iemand opgedragen. Bovio slaagt erin om een album lang te blijven boeien. Sommige momenten als het lied ‘Icarus’ trekken de bijzondere aandacht maar het algemene beeld van het album is dat het van een constante hoge kwaliteit is. Zelfs na zo’n vijf draaibeurten is er nog geen echte favoriet aan te wijzen anders. Alles opnieuw luisteren is precies wat je met dit in eigen beheer uitgebrachte en wel verzorgde album zou moeten doen. Opnieuw in zijn geheel tot je nemen en genieten.

The Yearlings – Skywriting

Twaalf jaar nadat de band uit Utrecht het eigenlijk voor gezien hield is er nu eindelijk het derde album. Skywriting is ontstaan in de afgelopen twee jaar toen de bandleden eigenlijk weer kriebels kregen om weer eens samen te spelen en te creëren. Als dat leidt tot een album zoals we nu voorgeschoteld krijgen, dan mogen we eigenlijk niet klagen. Deze lange incubatietijd heeft een kwaliteitsalbum opgeleverd dat ik nog vaak zal draaien. Voor wie de band nog niet kende, wordt de nieuwsgierigheid gewekt naar de overige twee albums. Het titelloze debuut het tweede album Utrecht hebben mij in het verleden niet bereikt. Gelukkig biedt Spotify snel een oplossing om ook de twee voorgangers snel te kunnen beluisteren.

Wat opvalt is dat The Yearlings met het nieuwe album een stevige klasse zijn gegroeid ten opzichte van het debuut uit 1999. Al bij de openingstrack, tevens het titelnummer, ‘Skywriting’ heb ik het gevoel naar een album van R.E.M. te luisteren; de zang van Niels Goudswaard klinkt als Michael Stipe, maar we horen nog meer grootheden voorbij komen. Als de heren samen zingen dan kan je haast niet ontkomen aan een vergelijking met The Jayhawks. Luister in dat laatste geval maar eens naar ‘My Deliverance’ waar de drie stemmen van Olaf Koeneman, Niels Goudswaard en Léon Geuyen mooi harmonieus horen samensmelten. Geen misselijke vergelijkingen die de lat voor de luisteraar natuurlijk wel heel hoog leggen als je dit zo leest zonder het album te kennen.

Het dozijn liedjes op dit derde album zijn zonder uitzondering van een hoge compositorische kwaliteit en zijn in de studio gesmeed tot heerlijke liedjes. Wie naar de teksten luistert, zal merken dat liefdes en ander leed de onderwerpen zijn van de liedjes van Koeneman. Dit alles tezamen maakt het een eerlijke maar vooral ook een heerlijke plaat. De heren van The Yearlings zullen niet teleurstellen als je naar het album gaat luisteren.

Boeken / Non-fictie

Dit was het nieuws niet

recensie: De Correspondent

Met Dit was het nieuws niet viert online journalistiek medium De Correspondent zijn vijfjarig bestaan. Het is een bundeling van 21 ‘nieuwswaardige verhalen die je nooit op het journaal hoort’.

De verhalen in Dit was het nieuws niet verschenen eerder online maar zijn vanaf nu – na nieuwe eindredactie – vereeuwigd in druk. Het boek is mooi vormgegeven; dikke bladzijden, prettig lettertype en het kan na een beetje buigen open op tafel blijven liggen. Aan het begin van elk verhaal staat de illustratie (die we kennen van de website) van de betreffende correspondent en een paar regels waarin deze zichzelf voorstelt.

Promotie

Ergens voelt Dit was het nieuws niet aan als reclame voor De Correspondent. Want aan wie stellen de correspondenten zich voor? Op de allereerste bladzijde van het boek lezen we dat dit boek is opgedragen aan ‘al onze voormalige, huidige én toekomstige leden’. De huidige en voormalige leden kennen de correspondenten al natuurlijk, dus ze stellen zich voornamelijk voor aan de toekomstige leden. Het is gedurfd en misschien ook wel grappig om zo’n dankwoord neer te zetten, maar toch voelt het een beetje vreemd. Zijn deze belangrijke verhalen alleen gericht aan mensen die bereid zijn lid te worden? Of staat het vast dat iedereen na het lezen van de verhalen in dit boek sowieso lid wordt, omdat de verhalen zo goed zijn? Is dit boek niet juist voor alle niet-leden én toekomstige leden bedoeld? Alle leden hebben de verhalen immers al online kunnen lezen, dus voor hen is het aanschaffen van dit boek niet interessant. Het zijn toch juist de mensen mét interesse maar zonder lidmaatschap die door dit boek over de streep getrokken kunnen worden. Dat dit één van de redenen is om dit boek te laten verschijnen wordt niet genoemd. Maar ach, reclame of niet, je zou het ook een traktatie kunnen noemen voor het vijfjarig jubileum. Een stukje van de taart voor mensen die geen lid zijn.

Geen nieuws maar begrip

Reclame of niet, de verhalen zijn wel stuk voor stuk interessant, diepgravend en doen wat hoofdredacteur en filosoof Rob Wijnberg in het voorwoord belooft: ze helpen je de wereld beter te begrijpen. Dit in tegenstelling tot het nieuws dat we dagelijks voorgeschoteld krijgen op televisie, radio en in de krant. Wijnberg haalt in zijn voorwoord de Zwitserse schrijver Rolf Dobelli aan die zegt: ‘Wat suiker is voor het lichaam, is nieuws voor de geest.’ Nieuws laat geen ontwikkelingen zien, maar uitzonderlijke, sensationele gebeurtenissen. Het bevestigt onze vooroordelen en kan ons bang maken voor de toekomst en de medemens. Door deze manier waarop wij nieuws tot ons nemen kon het gebeuren dat we de financiële crisis pas zagen toen een grote bank omviel in 2008 – de ontwikkeling was al veel langer gaande, maar was geen nieuws. Een ander voorbeeld is de afsluiting van elk journaal: het weerbericht. Het weer is nieuws, het klimaat niet.

Verhalen van alledag

Daarom noemt De Correspondent zichzelf ‘een medicijn tegen de waan van de dag’. Dat maken ze al vijf jaar waar. De correspondenten hebben elk hun eigen onderzoeksgebied en de artikelen die uit zo’n onderzoek voortkomen zijn leerzaam en helder. De manier van schrijven is niet wollig of vol vakterminologie. De stukken zijn zó geschreven dat elke lezer de gemaakte stappen snapt en echt kan begrijpen waar het over gaat. De onderzoeksgebieden: de grote thema’s van deze tijd, zowel in grotere als kleinere verhalen. Zo schrijft Vera Mulder over de ‘Bossche Berlusconi’, een mooi portret van Nol Roos, een populistisch Bosch gemeenteraadslid met zijn eigen televisiezender. Correspondent Jelmer Mommers schrijft een hoopvol verhaal over ‘onzichtbare helden’ die wél iets doen tegen klimaatverandering. Zoals de Duitse politicus Hermann Scheer. Met een door hem bedachte regeling die zonne- en windenergie financieel aantrekkelijk maakt zorgde hij voor een explosie van de aankoop van deze vormen van duurzame energie en ontstaan er tal van lokale duurzame energiecoöperaties.

Geen ‘nieuws’ wordt nieuws

Er is ook een verhaal dat toch nieuws werd – wereldnieuws zelfs. Correspondenten Maurits Martijn en Dimitri Tokmetzis – bekend van hun boek over privacy dat twee jaar geleden uitkwam – publiceerden over sportapp Polar. De BBC, The Washington Post en Le Monde publiceerden de uitkomsten van hun onderzoek. Via de Polar app vonden de schrijvers meer dan zesduizend namen en adressen van mensen die sportten op ‘gevoelige locaties’ zoals militaire bases en kantoren van inlichtingendiensten. De boodschap van de schrijvers was al langer duidelijk, maar wint nu (nog meer) aan relevantie: we moeten privacy niet langer zien als het recht van een individu maar als een publiek goed.

Dit was het nieuws niet is een aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in onderzoeksjournalistiek en achtergrondartikelen over uiteenlopende onderwerpen die onze hedendaagse maatschappij zowel in binnen- als buitenland kenmerkt. Maar als je daarin geïnteresseerd bent zou je natuurlijk ook lid kunnen worden. Dat kost zeven euro per maand en dan lees je niet alleen deze verhalen, maar nog véél meer. Maar laat die gedachte je niet in de weg staan als je voor het boek gaat. Je bent nergens toe verplicht en het is een mooi boek dat prettig leest, mede door de fijne vormgeving. Voor bestaande leden geldt: de aanschaf van het boek is niet interessant, je kent de artikelen immers al of kan ze online lezen.

Boeken / Non-fictie

Liefde volgens het boekje

recensie: Margo den Ouden en Rinke Verkerk - De ware worden

Iedereen wil gelukkig worden in de liefde, maar hoe pak je dat aan? Vriendinnen en ervaringsdeskundigen Margo den Ouden en Rinke Verkerk geven in De ware worden advies.

Den Ouden werkt als communicatiemanager, model en is oprichter van start-up 46 dresses. Verkerk is als journalist werkzaam voor onder andere de Volkskrant, Elsevier en het VARA-programma Rambam. Hoewel de schrijvers nog jong zijn, respectievelijk 33 en 28, hebben ze genoeg ervaring om een boek mee te vullen. Ze behandelen dan ook alle fasen van relaties, van daten tot huisje-boompje-beestje en alles daar tussenin. De vriendinnen vertellen onomwonden over hun dieptepunten, toen ze ongelukkig in een hotelkamer eindigden en wisten dat ze het roer om moesten gooien. Maar ze schrijven ook openhartig over hoe ze hun ware liefdes ontmoetten en hoe die relaties zich ontpopten tot gelukkige huwelijken.

Eerstehands ervaringen

Ergens is het verfrissend dat Den Ouden en Verkerk uit hun eigen ervaringen putten. Waar zelfhulpboeken hun onderwerpen doorgaans met iets meer afstand benaderen, doet De ware worden aan alsof twee vriendinnen hun liefdesleven met je bespreken. Het is nobel dat ze hun ziel en zaligheid op tafel durven te leggen. Zo schromen ze er niet voor te vertellen over exen met losse handjes of slippertjes die ze maakten met mannen die al bezet zijn.

Het probleem van De ware worden zit ‘m dan ook niet zozeer in het feit dat Den Ouden en Verkerk zo veel met de lezer delen. Wat stoort is de framing. Zo vertelt Verkerk aan de hand van haar eerste weken met Job, de man met wie ze uiteindelijk zal trouwen, hoe je een goede man kunt herkennen (hint: hij  is geen deurmat). Job is ongetwijfeld een fantastische vent, maar dat neemt niet weg dat haar observaties gekleurd zijn en de zoetsappigheid er soms vanaf druipt. Dit is het gevaar wanneer de schrijver uit eigen liefdeservaringen put: als lezer kun je je het derde wiel aan de wagen gaan voelen.

Zoutloos

Zoetsappigheid is sowieso iets waar je tegen moet kunnen wanneer je aan De ware worden begint. Het boek heeft een hoog en-ze-leefden-nog-lang-en-gelukkig-gehalte, wat Den Ouden en Verkerk absoluut gegund is, maar wat voor henzelf een stuk boeiender is dan voor de lezer. De anekdotes nemen vaak de overhand en staan niet altijd in dienst van de les die ze willen overdragen aan de lezers.

De ware worden biedt op zijn best wat bruikbare tips voor hen die zoekende zijn in de liefde. Hiervoor moet je je wel worstelen door een brei aan relevante en minder relevante verhalen. En geen acute jeuk krijgen wanneer je als lezer wordt aangesproken met ‘weergaloze jij’, zoals de dames in hun nawoord (nee: betoog voor het huwelijk) doen.

Boeken / Non-fictie

De werkelijkheid van de ziel

recensie: Karl Ove Knausgård – Zoveel verlangen op zo’n klein oppervlak

Dat de Noorse schrijver Knausgård wat op heeft met beeldende kunst weten we onder meer uit zijn boeken over de seizoenen. Hierin laat Knausgård zijn gedachten gaan over kunst. In Zoveel verlangen op zo’n klein oppervlak schrijft hij over Edvard Munch en diens schilderijen.

Hij schrijft onder meer over het werk van zijn landgenoot Edvard Munch (in: Zomer, 5 juni 2016). Hij nam, schrijft de auteur daar, ‘steeds meer afstand van de werkelijkheid (…) en kwam steeds dichter bij een andere werkelijkheid, die je met grote woorden de werkelijkheid van de ziel in de wereld kunt noemen.’ Dat is de wetenschap dat ‘de mens zwak is en gebrekkig, zoals een bevroren rietstengel’.

Of het dankzij zulke fraaie inzichten is of niet; een jaar na het verschijnen van Zomer stelt Knausgård op verzoek van het Munchmuseum in Oslo de tentoonstelling Naar het bos – Knausgård over Munch samen, met minder bekend werk van Munch. Hiermee tilt hij hem boven het fin-de-siècle uit dat Munch maar al te vaak aankleeft.

Uiterlijk en innerlijk

Zoveel verlangen op zo’n klein oppervlak bestaat uit drie delen en is evenwichtig opgebouwd. In het eerste deel gaat Knausgård in op het vroege werk van Munch. De periode waarin deze werd beïnvloed door ‘Dostojevski’s onverbloemde schilderingen van het uiterlijk, gezien door of getemperd door het innerlijk’. Het schilderij is voor Munch – net als de literatuur bij Knausgård – een medium waarop of waarin zowel innerlijke conflicten worden vastgelegd als een middel waaraan vrede en vreugde wordt beleefd. Munch schildert altijd de schoonheid of de charme van kleine dingen, zoals Knausgård het alledaagse tot in detail beschrijft en zijn eigen gevoelens tot in de kleinste finesses fileert.

De auteur weet dat Munch was getekend door angsten en geeft toe dat hij die in zijn interpretatie overneemt omdat ze ook hem vertrouwd zijn. Interpretaties waar je soms ook vraagtekens bij kunt zetten, zoals: ‘In Munchs schilderwereld [van De stem, EvS] zijn de bomen en het verticale (….) mannelijke grootheden, en de zee het horizontale vrouwelijke.’ Knausgård is zich hier overigens van bewust, maar ontkent dat het louter een seksistische interpretatie is. Het is volgens hem ‘complexer dan dat’, namelijk een dwang.

Zelfportret

Het tweede deel van het boek begint met een sneeuwlandschap dat Munch in 1906 in Thüringen schilderde. Het doek is afgebeeld, maar dat geldt lang niet voor alle werken die Knausgård bespreekt; je zou eigenlijk een boek met afbeeldingen van Munchs schilderijen en tekeningen ernaast moeten leggen. Knausgård zag het toen hij negentien jaar was, ‘en de eenzaamheid in het schilderij was oneindig’. Het is een eenzaamheid die alleen maakt, terwijl de eenzaamheid die de illustraties van Anna Bjerger in Knausgårds boek Lente uitdrukte, een soort eenzaamheid is waarin je kunt verdwijnen en die, zoals ze zelf aan de auteur mailde, ‘vaak mild’ is.

In dit deel gaat de auteur ook in op de opzet die hij in Oslo voor ogen had. Vier zalen moeten tezamen een  verhaal vormen, zowel dat van Munch als van Knausgård. In die zin is het ook, zoals al het werk van de Noorse schrijver, een zelfportret. Maar wel een die boven het allerindividueelste uitstijgt.

Onze blik

De cirkel is rond: bezocht Knausgård ooit de kamer waar Munch is geboren, aan het eind van het boek bezoekt hij samen met de filmer Joachim Trier het huis in Åsgårdstrand waar Munch stierf. Het boek eindigt met het feit dat Knausgård een tekening uit 1904 van Munch koopt (Vrouwenhoofd) en stelt ‘dat alles wat in dit boek werd gedacht en geschreven, zijn betekenis verliest zodra onze blik het doek ontmoet’.

In Zoveel verlangen op zo’n klein oppervlak, in een vlot lopende vertaling van Sofie Maertens en Michiel Vanhee, geeft Knausgård, die behalve literatuurwetenschap ook kunstgeschiedenis studeerde, een mooie, herkenbare aanvulling op zijn bekende, andere boeken. Hij  vindt een beeld van Munch als een door louter het innerlijke zielenroerselen, dromen, dood of seksualiteit gegrepen kunstenaar te beperkt. Vandaar dat hij ook de nadruk legt op bijvoorbeeld een sneeuwlandschap uit 1906.

Zaaloverzicht met Dapne (1939) - Foto van Museum Beelden aan Zee
Kunst / Expo binnenland

Een zee van beelden aan zee

recensie: Recensie: Ossip Zadkine ǀ Zadkine aan zee
Zaaloverzicht met Dapne (1939) - Foto van Museum Beelden aan Zee

Als de naam Zadkine wordt genoemd, denk je meestal direct aan het beeld De verwoeste stad (1953) in Rotterdam. Daar blijft het dan wel zo’n beetje bij. Deze tentoonstelling geeft echter ook een andere kijk op het oeuvre van deze beeldend kunstenaar.

Bij binnenkomst in het museum word je overweldigd door een ‘zee’ van beelden in één ruimte. Om enige rust in de tentoonstelling te brengen, hebben de makers geprobeerd de ruimte te verdelen door er een aantal schermen in te plaatsen. Bovendien zijn de beelden allemaal voorzien van een nummer dat je kunt vinden op een lijst die je aan het begin van de tentoonstelling meekrijgt.

Vrouwenkop, Beelden aan Zee (1).-013405

Vrouwenkop, Beelden aan Zee (1).-013405

Taille Direct

Zadkine wordt in 1888 in Vitebsk (het huidige Wit-Rusland) geboren, maar vestigt zich op tweeëntwintigjarige leeftijd in Parijs. Daar leert hij veel gerenommeerde kunstenaars kennen. Zijn eerste werken dateren van het begin van de twintigste eeuw. Zadkine begint zijn carrière als beeldhouwer van de ‘taille directe’. Dit betekent dat hij zijn beelden maakt zonder voorstudie en direct het hout en steen bewerkt. Daarbij laat hij zich leiden door de vorm van het materiaal, waardoor ze een primitieve uitstraling hebben. De tentoonstelling toont geweldige voorbeelden daarvan, onder andere Vrouwenkop (1922) waarin het houtblok met deuk nog goed is te zien en Daphne (1939), gehakt uit iepenhout.

Thema’s

In de jaren twintig maakt hij onder invloed van het kubisme sterk gestileerde beelden, zoals La Belle Servante (1926). Naast hout en steen werkt hij nu ook in brons. Zijn thema’s komen uit de mythologie en het dagelijks leven. Zadkine is gefascineerd door muziek en zelf improviseert hij op de accordeon. Dat thema keert veelvuldig terug in zijn werk.

La Belle Servante, 1926, Bronze, 3/5, Susse Fondeur, Paris, Signé : O.Z., 103 x 35 x 27 cm, Inv. MZS 171

La Belle Servante, 1926, Bronze, 3/5, Susse Fondeur, Paris, Signé : O.Z., 103 x 35 x 27 cm, Inv. MZS 171

In de jaren dertig wordt zijn werk wat losser en beweeglijker. Hij werkt met holten en volume en werkt zijn beelden driedimensionaal uit. Het statische maakt plaats voor dynamiek. Zadkine blijft zich ontplooien. Zijn werk wordt steeds expressiever. Opvallend zijn handen die veelvuldig voorkomen in zijn werk; vredige –, reikende -, omklemmende -, en wanhopige handen.

Zadkine is ook geboeid door Vincent van Gogh. Hij reist in zijn voetsporen, leest zijn brieven en maakt verschillende beeldjes van hem.

Orpheus

Zadkine is zeer geïnteresseerd in de mythologische figuur Orpheus. De legende gaat dat deze met zijn lier mensen, dieren en zelfs stenen wist te ontroeren en het kwaad in de wereld op afstand probeerde te houden.
Op de tentoonstelling zijn er verschillende beelden van hem te zien in hout en brons. Later zal Zadkine steeds meer geboeid raken door deze zanger en dichter uit de Griekse oudheid. Hij voelt net als Orpheus dat vreugde en verdriet dicht bij elkaar liggen.

Invloed van de oorlog

Een beeld dat grote indruk maakt is De Gevangene (1943). Zadkine verblijft tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Verenigde Staten, waar hij naar toe gevlucht was vanwege zijn Joodse achtergrond. Dat hij zich bezighield met de verschrikkingen van de oorlog en zijn concentratiekampen, blijkt uit dit beeld. Een vrouw omringd door tralies, die zij met haar handen omklemt. De intens droeve blik waarmee zij naar buiten kijkt doet je huiveren. Dit beeld is niet zomaar gewoon een beeld, maar vat het lot van een heel volk samen.

Schreurs_BAZ-Zadkine-DeVerwoesteStad

Schreurs_BAZ-Zadkine-DeVerwoesteStad

Na de Tweede Wereldoorlog maakt hij beroemde herdenkingsmonument De verwoeste stad (1951-1953) voor Rotterdam. Zadkine zit in de trein al hij in de verte de vernietigde stad ziet. Hij geeft het beeld vorm met een heftige expressie van ten hemel geheven handen en een groot gat op de plaats waar het hart zou moeten zitten, symbool van een wanhopige stad zonder hart.

De tentoonstelling omvat zoveel beelden, dat je soms door de bomen het bos niet meer ziet. Ondanks de ‘hulpmiddelen’ is het moeilijk de nummerlijst te volgen, vooral als het druk is. Met een iets minder uitgebreide tentoonstelling waren de beelden beter tot hun recht gekomen.