Tag Archief van: cultuur

Muziek / Concert

Theaterspel in concertvorm

recensie: Neveldieren door Spinvis & Saartje Van Camp
Doris Konings

Neveldieren is de naam van de voorstelling waarmee Spinvis samen met de Vlaamse Saartje Van Camp langs de Nederlandse theaters toert. Een show vol teksten en liedjes. Veel van de liedjes komen van zijn jongste album 7.6.9.6.. Spinvis is altijd een beetje vreemd, maar voor de fan, liefhebber heel lekker.

Wie denkt naar een concert te gaan komt er al snel achter dat Neveldieren meer aanschurkt tegen een theatervoorstelling met heel veel muziek. Eigenlijk is het een theaterspel in concertvorm. Visueel weet Spinvis de bezoeker te verbazen, te verwarren en mee te nemen in zijn fantasiewereld vol teksten en klanken die soms weerstand en vaak allerlei gevoelens oproept.

Schimmenspel

Het podium is bij aanvang van de show verdeeld in twee ruimtes naast elkaar die afgeschermd zijn met vitrage waarachter meerdere verlichte ogen een schouwspel toveren op de gordijnen. Als de lichten doven begint de muziek te spelen en ontwaren we langzaam een verlichte gestalte die we aan zijn stem en spel herkennen als Spinvis. Eerst zien we hem duidelijk op zijn rug en al spelend draait hij zich om, nog altijd achter het gordijn, en is zijn gestalte inclusief gitaar een schimmenspel op de gordijnen. Later in de show zullen we zien dat dit vaker wordt toegepast om zo een bijzondere sfeer aan een liedje te geven.

We ontwaren langzaam achter het tweede gordijn ook de klanken van een cello waar we natuurlijk Saartje Van Camp zien verschijnen. Uiteraard blijven de gordijnen niet gesloten en treden de artiesten tijdens de eerste liedjes langzaam in het licht voor een tweede set gordijnen die al snel videobeelden gaan weergeven die de liedjes ondersteunen. Zo zien we korenvelden als Spinvis daarover zingt. Of roeiboten als er gezongen wordt over het zijn in een boot.

Beiden muzikanten/artiesten zijn geheel gekleed in het wit om het contrast met de plaatjes te benadrukken.

Aan elkaar gewaagd

De samenwerking tussen Saartje Van Camp en Spinvis voelt als twee gelijkgestemde geesten die elkaar gevonden hebben. De soms absurdistische draaiingen in teksten die we al vele jaren kennen van Spinvis uit zijn twintig jaar durende carrière lijken op het lijf geschreven van deze Vlaamse muzikante. Van Camp speelt afwisselend cello, toetsen en mondorgel. Tevens laat ze met grote regelmaat haar stem klinken in woorden en zang. We hoorden haar eerder op het laatste studioalbum van Spinvis 7.6.9.6 dat werd opgenomen ten tijde van de coronapandemie en in boekvorm met cd verscheen. Een boek vol beelden uit het leven van Spinvis zonder samenhang, zonder verhaal en zonder paginanummer. Echt iets wat je van deze artiest kan en mag verwachten.

Of Van Camp en Spinvis nu samen optrekken in fijne zang, akoestisch gitaarspel en fijne cello klanken of in tergende klanken van een cello vol dissonanten en een elektrische gitaar die jankt omdat hij met een stok bewerkt wordt, ze zijn aan elkaar gewaagd. Deze laatste situatie horen en zien we tijdens een gloedvolle uitvoering van ‘Een kindje van god’ waarin Peter en Eva figureren. Saartje Van Camp en Spinvis trekken het hele concert samen op en zetten een bijzondere en onderhoudende show neer. Meermaals kruipt Spinvis achter de drumkit terwijl Van Camp de ene keer de toetsen laat klinken en dan weer de cello bespeelt terwijl ze samen zingen. Het is een totaal andere beleving dan Spinvis solo met al zijn instrumenten om zich heen.

Verwondering en schoonheid

Muziek die het hart sneller doet kloppen in verwondering en bewondering. Dat is wat Neveldieren met het publiek doet. Een publiek dat overigens zeer divers van leeftijd en (soms kunstzinnige) uitdossing is. Een breed scala aan liefhebbers dat past bij het brede talent van de twee kunstenaars en muzikanten.

Als afronding van de show krijgen we nog twee toegiften op verzoeken vanuit het publiek. Zo is het enige vrolijke liedje van de show ‘Wespen op de appeltaart’ ons deel. Hierbij wordt Van Camp door Spinvis aan het giechelen gemaakt zodat de start van de uitvoering even door een spontaan lachende zangeres een aantal herstarten kent. Dit geeft een fijne ontspannen sfeer die afstraalt van het podium.

Daarna geeft Spinvis nog wat uitleg over de show en bedankt hij het publiek voor het komen. Hij benadrukt dat de show veel te danken heeft aan de technicus, zonder hem was het niet zoals wij dat mochten zien en ervaren.

Het applaus na de show is hartverwarmend en laat iedereen met een voldaan gevoel nog even napraten onder genot van een drankje dat klaar staat in de foyer.

Ga deze voorstelling zien als je houdt van een beetje vreemd maar wel heel lekker, zoals Spinvis altijd klinkt. De duoshow loopt eerst tot eind mei van dit jaar en is nog in veel theaters in Nederland en België te zien. Vanaf september gaat hij dan weer verder, tot in januari 2024.

Muziek / Concert

Theaterspel in concertvorm

recensie: Neveldieren door Spinvis & Saartje Van Camp
Doris Konings

Neveldieren is de naam van de voorstelling waarmee Spinvis samen met de Vlaamse Saartje Van Camp langs de Nederlandse theaters toert. Een show vol teksten en liedjes. Veel van de liedjes komen van zijn jongste album 7.6.9.6.. Spinvis is altijd een beetje vreemd, maar voor de fan, liefhebber heel lekker.

Wie denkt naar een concert te gaan komt er al snel achter dat Neveldieren meer aanschurkt tegen een theatervoorstelling met heel veel muziek. Eigenlijk is het een theaterspel in concertvorm. Visueel weet Spinvis de bezoeker te verbazen, te verwarren en mee te nemen in zijn fantasiewereld vol teksten en klanken die soms weerstand en vaak allerlei gevoelens oproept.

Schimmenspel

Het podium is bij aanvang van de show verdeeld in twee ruimtes naast elkaar die afgeschermd zijn met vitrage waarachter meerdere verlichte ogen een schouwspel toveren op de gordijnen. Als de lichten doven begint de muziek te spelen en ontwaren we langzaam een verlichte gestalte die we aan zijn stem en spel herkennen als Spinvis. Eerst zien we hem duidelijk op zijn rug en al spelend draait hij zich om, nog altijd achter het gordijn, en is zijn gestalte inclusief gitaar een schimmenspel op de gordijnen. Later in de show zullen we zien dat dit vaker wordt toegepast om zo een bijzondere sfeer aan een liedje te geven.

We ontwaren langzaam achter het tweede gordijn ook de klanken van een cello waar we natuurlijk Saartje Van Camp zien verschijnen. Uiteraard blijven de gordijnen niet gesloten en treden de artiesten tijdens de eerste liedjes langzaam in het licht voor een tweede set gordijnen die al snel videobeelden gaan weergeven die de liedjes ondersteunen. Zo zien we korenvelden als Spinvis daarover zingt. Of roeiboten als er gezongen wordt over het zijn in een boot.

Beiden muzikanten/artiesten zijn geheel gekleed in het wit om het contrast met de plaatjes te benadrukken.

Aan elkaar gewaagd

De samenwerking tussen Saartje Van Camp en Spinvis voelt als twee gelijkgestemde geesten die elkaar gevonden hebben. De soms absurdistische draaiingen in teksten die we al vele jaren kennen van Spinvis uit zijn twintig jaar durende carrière lijken op het lijf geschreven van deze Vlaamse muzikante. Van Camp speelt afwisselend cello, toetsen en mondorgel. Tevens laat ze met grote regelmaat haar stem klinken in woorden en zang. We hoorden haar eerder op het laatste studioalbum van Spinvis 7.6.9.6 dat werd opgenomen ten tijde van de coronapandemie en in boekvorm met cd verscheen. Een boek vol beelden uit het leven van Spinvis zonder samenhang, zonder verhaal en zonder paginanummer. Echt iets wat je van deze artiest kan en mag verwachten.

Of Van Camp en Spinvis nu samen optrekken in fijne zang, akoestisch gitaarspel en fijne cello klanken of in tergende klanken van een cello vol dissonanten en een elektrische gitaar die jankt omdat hij met een stok bewerkt wordt, ze zijn aan elkaar gewaagd. Deze laatste situatie horen en zien we tijdens een gloedvolle uitvoering van ‘Een kindje van god’ waarin Peter en Eva figureren. Saartje Van Camp en Spinvis trekken het hele concert samen op en zetten een bijzondere en onderhoudende show neer. Meermaals kruipt Spinvis achter de drumkit terwijl Van Camp de ene keer de toetsen laat klinken en dan weer de cello bespeelt terwijl ze samen zingen. Het is een totaal andere beleving dan Spinvis solo met al zijn instrumenten om zich heen.

Verwondering en schoonheid

Muziek die het hart sneller doet kloppen in verwondering en bewondering. Dat is wat Neveldieren met het publiek doet. Een publiek dat overigens zeer divers van leeftijd en (soms kunstzinnige) uitdossing is. Een breed scala aan liefhebbers dat past bij het brede talent van de twee kunstenaars en muzikanten.

Als afronding van de show krijgen we nog twee toegiften op verzoeken vanuit het publiek. Zo is het enige vrolijke liedje van de show ‘Wespen op de appeltaart’ ons deel. Hierbij wordt Van Camp door Spinvis aan het giechelen gemaakt zodat de start van de uitvoering even door een spontaan lachende zangeres een aantal herstarten kent. Dit geeft een fijne ontspannen sfeer die afstraalt van het podium.

Daarna geeft Spinvis nog wat uitleg over de show en bedankt hij het publiek voor het komen. Hij benadrukt dat de show veel te danken heeft aan de technicus, zonder hem was het niet zoals wij dat mochten zien en ervaren.

Het applaus na de show is hartverwarmend en laat iedereen met een voldaan gevoel nog even napraten onder genot van een drankje dat klaar staat in de foyer.

Ga deze voorstelling zien als je houdt van een beetje vreemd maar wel heel lekker, zoals Spinvis altijd klinkt. De duoshow loopt eerst tot eind mei van dit jaar en is nog in veel theaters in Nederland en België te zien. Vanaf september gaat hij dan weer verder, tot in januari 2024.

Boeken / Non-fictie

It takes two to tango

recensie: Israël aan de Tiber – Leonard Rutgers
1024px-Arch_of_Titus_MenorahWikimedia Commons

Leonard Rutgers, hoogleraar Antieke Cultuur aan de Universiteit Utrecht, begint zijn boek over joodse catacomben in Rome met de ontdekking ervan door Antonio Bosio (1602). Hij was, schrijft Rutgers, een kind van zijn tijd. ‘Net als iedereen.’ Ook Rutgers is dat in de accenten die hij legt. Fascinerend om te lezen.

1024px-Interno_con_particolare

© Wikimedia Commons

Bosio leefde in een tijd waarin de verhouding tussen joden en christenen op scherp stond, Rutgers leeft in een tijd van dialoog en aandacht voor integratie en identiteit. Hij stapt in de jaren tachtig van de vorige eeuw in, toen hij in Rome ging studeren.

De focus lag op de vraag ‘Hoe de joodse en vroegchristelijke catacomben van Rome zich tot elkaar verhielden’. Lang verhaal kort: de kunstzinnige elementen waren evenzeer met elkaar verweven als het dagelijks leven zelf, met als opvallende bezienswaardigheid de overal voorkomende menora, de zevenarmige kandelaar. Er was bijvoorbeeld een schilderstijl van fresco’s maken, de zogenaamde rood-groene lijnen, die zowel in joodse, heidense als vroegchristelijke catacomben werd toegepast.

Prachtige illustraties

In het boek zijn zeer veel prachtige voorbeelden (kleurenfoto’s) van dergelijke fresco’s opgenomen. Het gaat bijvoorbeeld om fresco’s in de Vigna Randanini-catacomben zonder joodse iconografie, maar volledig in de Romeinse stijl van die tijd en wellicht ook door Romeinse kunstenaars gemaakt. De conclusie die Rutgers trekt, is verrassend: ‘De joden in het oude Rome (…) wisten heel goed wat ze deden. Bij hen was er sprake van een hele ontspannen manier van omgaan met de grotere wereld waarin zij leefden. Juist omdat ze zeker waren van hun eigen joodse identiteit, konden zij de omringende niet-joodse wereld vol vertrouwen tegemoet treden.’

Dat vertrouwen is er niet altijd geweest, weten we al vanaf het begin van het boek. Ook verderop wordt er melding gemaakt van joodse slaven en krijgsgevangenen die in Rome terecht kwamen in de tijd van een generaal als Titus (66-73). De nadruk wordt in dit boek echter niet hier op gelegd, eerder op wat de catacomben ons aan rijkdommen overlieten. Overigens zouden hier en daar wat meer jaartallen of een tijdtafel de lezer behulpzaam kunnen zijn geweest, zoals er wel een Verklarende woordenlijst achterin is opgenomen alsmede een thematisch geordende, selecte bibliografie van begrijpelijkerwijs maar helaas alleen Engelstalige literatuur.

Brede context

Daar staat tegenover dat er veel context wordt gegeven met betrekking tot het joodse denken in het algemeen en dat in Rome in het bijzonder. Bijvoorbeeld over het geloof in al dan niet een leven na de dood, maar ook over iets heel anders als de methode van koolstofdatering waardoor de catacomben niet alleen ouder bleken te zijn dan gedacht, maar ook nog eens langer in gebruik waren, tot in de vijfde eeuw en mogelijk zelfs de vroege zesde eeuw na Christus aan toe.

Wat opvalt, is Rutgers’ enorme kennis van zaken. Niet alleen van archeologie en antieke oudheid, maar ook van het jodendom. Ook valt zijn voorzichtige, wetenschappelijk verantwoorde benadering te prijzen waarin hij zich verre houdt van gissingen en suggesties die mogelijkerwijs op de loer kunnen liggen.
Bovendien heeft Rutgers ook nog eens een fijne pen, zodat zijn boek voor elke geïnteresseerde lezer toegankelijk is. Of die nu is geïnteresseerd in archeologie, antieke oudheid, Rome en/of het jodendom.

Alleen moeten we nu niet denken, dat er voor het eerst over joodse catacomben is geschreven. Ja, wel zo uitvoerig en met veel uniek fotomateriaal als in dit boek, maar Sam Wagenaar deed het al beknopt in zijn boek De joden van Rome (1978). Het verschil is ook, dat Rutgers enerzijds afwijkt ‘van diens traditionele diasporatheorie (…) van een gemeenschap die in den vreemde haar dagen in maatschappelijk isolement en ellende doorbracht’ en anderzijds een nuancering aanbrengt in het beeld dat de vroege christenen alleen maar strijdlustig waren en tegen de joden gericht om hun gelijk te halen dat hun geloof het joodse zou hebben vervangen; er was wel degelijk sprake van acculturatie, waarbij beide groepen elementen van elkaar overnamen. Hoe actueel wil je het hebben!

Theater / Voorstelling

Het geheim achter het raadsel George Soros

recensie: The Making of Soros the Musical - mugmetdegoudentand
Scènefoto The Making of Soros the MusicalNichon Glerum

Of je nou vriend of vijand bent van het Hongaars-Amerikaanse financiële mirakel George Soros, niemand kan een pink krijgen achter wie deze gesloten man nou eigenlijk echt is. Theatergezelschap Mugmetdegoudentand doet een poging het raadsel te doorgronden in de even charmante als rommelige The Making of Soros the Musical.

De speelvloer heeft nog het meeste weg van een kringloopwinkel, met kapotte fauteuils en afgetrapte vloerkleden. En dat is ook de bedoeling: de theatermakers zijn nog volop bezig met het in elkaar zetten van een musical. We treffen ze aan op het moment dat George Soros, het onderwerp van de musical, komt binnenlopen. Hij komt controleren wat er wordt gedaan met de één miljoen dollar die hij heeft gestopt in dit project, in de veronderstelling dat dit een vriendelijk verhaal zal worden over hem, zijn politieke missie en zijn goedgevigheid.

Scènefoto The Making of Soros the Musical

Van speculant tot filantroop

George Soros (Boedapest, 1930) is een Joodse Amerikaan van Hongaarse komaf. Hij maakte zijn onwaarschijnlijke fortuin -dat wordt geschat op 6 tot 7 miljard- in de tweede helft van de twintigste eeuw door behendig te speculeren met geld; vooral met dat van The Bank of England, om precies te zijn. En door allerlei andere financiële kansen precies op het goede moment te zien. Vervolgens ging in zijn hoofd de knop om, en veranderende hij van nietsontziende speculant in empathische filantroop: Soros geeft enorme bedragen weg aan goede doelen. Zijn ideaal is het kapitalisme de nek om te draaien.
Hij heeft echter aan beide uitersten van het politieke spectrum vijanden: rechts haat hem, omdat hij mensen met veel geld pootje probeert te haken. Links wantrouwt hem, omdat het knap vreemd is dat iemand die zo veel geld heeft verdiend door kapitalistisch handelen, nu opeens het licht zou hebben gezien en de wereld wil redden.

The Making of

In The Making of Soros The Musical proberen regisseur (Lineke Rijxman) en acteur (Jasper Stoop) een verhaal te maken waarin de ‘echte’ drijfveren en persoonlijke achtergrond van de filantroop duidelijk worden. Soros zelf (Vincent van der Valk) wil zijn persoonlijke verhaal niet zien; hij wil dat alleen zijn politieke boodschap in zang, dans en sketches zal worden verwoord: ‘dood aan het kapitalisme’, kort gezegd. Hij heeft betaald voor deze productie, de makers moeten de voorstelling neerzetten zoals hij die voor ogen heeft.

Helder en eerlijk

Wat volgt is een lang en rommelig geheel, waarin op alle mogelijke manieren wordt geprobeerd een helder en eerlijk beeld te schetsen van de mens George Soros. Heel even verschijnt de man ook zelf in beeld, wanneer een Amerikaans interview met hem wordt geprojecteerd op een schermpje. In dat gesprek reageert de harde zakenman stamelend op vragen over zijn Joodse jeugd tijdens de Tweede Wereldoorlog in genazificeerd Hongarije.

Tussen het verhaal van Soros door, passeren de meest uiteenlopende (levens-)vragen de revue. Vragen over ieders identiteit, over ik en de ander, over inclusiviteit – zelfs over het leven in een door toeristen en partyboten overspoeld Amsterdam. De acteurs wisselen van personage, worden nu en dan zichzelf, of de ander. De handeling wordt geregeld onderbroken door dansjes en liedjes, veelal geleend uit andere musicals.

Scènefoto The Making of Soros the Musical

Hart

Daarmee is The Making of Soros The Musical niet bepaald een well made play, maar een rommeltje; maar wel een buitengewoon sympathiek en charmant rommeltje. Mugmetdegoudentand is een groep die het hart op de juiste plaats heeft, die maatschappelijk recht en onrecht graag mag bespreken. Ze gebruiken deze voorstelling dan ook om het eens te hebben over het noodzakelijk einde van het kapitalisme, omdat de samenleving er niet alleen slechter van wordt, maar er ook aan ten onder gaat. “Het kapitalisme wordt begraven”, aldus Soros.

IJzersterk is de scène waarin Vincent van der Valk als Soros in een razendsnel en vlijmscherp betoog uiteenzet hoe hij de -uit gebakken lucht bestaande- Bank of England onderuit heeft gehaald.
Hoogtepunt van de voorstelling is de finale, waarin Lineke Rijxman -zelf Joods- het kantelpunt in Soros’ leven verbeeldt. Ze zet de veertienjarige Joodse jongen in Hongarije neer, die moet toezien hoe zijn vader door de Nazi’s wordt gedwongen de bezittingen van weggevoerde mede-Joden te stelen, louter om zichzelf en zijn zoon de gang naar het concentratiekamp te besparen. De boodschap: als je je afvraagt hoe George Soros is geworden tot wie hij is: hier heb je je antwoord.

Stoppen

Mugmetdegoudentand heeft aangekondigd na 38 jaar theatermaken als groep te gaan stoppen. The Making of Soros the Musical is de laatste voorstelling die het collectief maakt. De leden van de groep gaan steeds meer hun eigen weg; en de financiële nekslag die corona heeft betekend, maakt voortgang en voldoen aan hun eigen kwaliteitseisen niet echt mogelijk. Het stoppen is wel oprecht jammer, zeker wanneer ze met deze maffe en hilarische musical opnieuw laten zien hoe belangrijk hun boodschap is en hoe verfrissend hun visie op theater is.

Muziek / Concert

Impressie en expressie

recensie: Recensie: NTR Zaterdagmatinee 25 februari 2023
Portret Eric WhitacreMarc Royce

Het schijnt dat je óf een bewonderaar bent van zijn muziek, óf er niets mee hebt. Maar kan het ook zo zijn, dat je er dubbel over bent? Ja – dat kan.

De bewonderaars van de composities van Eric Whitacre (1970) – want over hem gaat het – lopen weg met bijvoorbeeld diens ‘Sing gently’, dat afgelopen zaterdag als toegift werd gezongen door het Groot Omroepkoor onder leiding van de componist. In coronatijd werd het opgenomen door Eric Whitacre’s Virtual Choir:

De tegenstanders vinden zijn muziek te eenvoudig, te zoet en sentimenteel, maar The Sacred Veil (2018) voor koor, cello en piano dat voorafgaand aan deze toegift de Nederlandse première beleefde, heeft van beide wat. Je zou zelfs kunnen zeggen, dat het door de compositie zelf is ingegeven.

The Sacred Veil

Het twaalfdelige, een uur durende werk gaat over leven en dood. Over de rollercoaster waarin Whitacre’s vriend en schrijver Charles Anthony Silvestri en diens met kanker gediagnostiseerde, zwangere vrouw Julia Lawrence Silvestri en hun kinderen terechtkomen. Én over het thuis komen, dat wil zeggen de eeuwige rust na de dood.
De titel van het stuk slaat op de sluier tussen twee werelden, leven en dood. Whitacre noemde het in zijn inleidende praatje overigens ‘energy’, wat een andere, meer new age-achtige kleur aan het geheel geeft.

Die heilige sluier, dat thuiskomen, die eeuwige rust en energie staan voor de zoete kant van het werk. Nog benadrukt door een korte sopraansolo van Varvara Tishina die zich tegen het eind losmaakt uit het koor en er als een ziel of een engel hoog bovenuit zweeft.
De minder zoete en sentimentele kant van het stuk ligt in de rusten (‘In weary gratitude, they stand’) die voor het stokken van de adem staan, in de kakofonie ook van het deel waarin de arts de definitieve uitslag bekend maakt en in kleine, dissonante passages die zinsneden laten schrijnen (‘It’s so soft and clean!’).
De minder zoete kant uit zich verder in tegenstellingen die naar voren komen in de tekst (‘You rise; I fall’) en afwijkingen daarbinnen die je niet verwacht: ‘Child of mourning / child of night’ in plaats van ‘child of morning’.

Misschien kun je in dit verband met de Nederlandse componist JacobTV (1951) spreken van ‘peperen met suiker’, in het geval van Whitacre extra benadrukt door de piano en cello die dan weer wat in de schaduw van de koorpartijen treden, een kabbelende onderlaag spelen of een echo geven van het thematisch materiaal (‘I am here’ van ‘I’m afraid’ in het hart van de compositie).
Alles bij elkaar intrigerend en prachtig uitgevoerd door het Groot Omroepkoor en de twee instrumentalisten: Quirine Viersen (cello) en Nicolas van Poucke (piano).

Toek Numan: 3 Haiku

Voorafgaand aan dit werk zingt het Groot Omroepkoor (ingestudeerd door Martina Batič) en met twee andere instrumentalisten (Ellen Versney, harp en Esther Doornink, marimba) 3 Haiku (2013) van de Nederlandse componist Toek Numan (1971).

In lange, vloeiende lijnen, met verglijdende samenklanken zingt het koor een Engelse vertaling van de tekst van Matsuo Bashō, omstrengeld door het spel van de twee instrumentalisten.

Waar Whitacre de luisteraar volgens het programmaboekje bij dit concert meeneemt op een ‘emotionele reis’, nam Numan de luisteraar mee ‘op de stroom van zijn eigen associaties, gevoelens en gedachten’. Een subtiel verschil, maar wel degelijk een verschil: de expressie van leven en dood en de impressie van de schoonheid van het leven en de natuur. Allebei de composities krijgen een groot onthaal. Naast mij zit iemand die na de tweede Haiku uit Numans compositie zegt: ‘Prachtig’ en na Whitacre een traantje wegpinkt.
Whitacre loopt met verende, haast dansende tred de trap op en af, zijn halflange haar op en neer wapperend, zoals je van een klassieke rockstar kunt verwachten.

Theater / Voorstelling

Het boeiende leven van een legendarische danser

recensie: Recensie: première Nureyev - Jan Kooijman
Jan Kooijman danst in NureyevAnnemieke van der Togt

Geboren in een rijdende trein, achterna gezeten door de KGB en uiteindelijk gevlucht van de beknellende Sovjet-Unie naar het vrije Frankrijk: het leven van danser Rudolf Nureyev (1938-1993) klinkt als een spannende roman. Niet gek dat hij onderwerp was van boeken, documentaires en een film. In Nureyev brengt Jan Kooijman de legendarische danser tot leven in het theater.

De meeste mensen zullen Jan Kooijman kennen als presentator van programma’s als So You Think You Can Dance, Dance Dance Dance en Hij, Zij, Hen. Als acteur verkreeg hij naamsbekendheid in GTST en verscheen hij in films als Verliefd op Ibiza en Hartenstraat. Voor zijn overstap naar televisie en film was hij jarenlang actief als danser bij het Scapino Ballet. In Nureyev gaat hij terug naar zijn roots als danser en keert hij terug in het theater in deze serieuze en complexe rol. Hierbij wordt hij vergezeld door de twee jonge dansers Kiran Gezels en Nehanda Péguillan.

Een bijzondere repetitie

In het stuk zien we Nureyev op 54-jarige leeftijd werken aan zijn zwanenzang: het choreograferen van een nieuwe versie van het ballet La Bayadère voor de Opéra in Parijs. Hij lijdt al enkele jaren aan AIDS en zijn gezondheid wordt steeds zwakker. Hij onderbreekt tijdens een woede-uitbarsting de repetitie en stuurt het gezelschap weg, alleen de hoofdrolspelers dienen te blijven. Hij vertelt over het beroemde ballet, over de verboden liefde tussen strijder Solor en tempeldanseres Nikiya. Hij sommeert de dansers om meer te voelen tijdens het dansen, in plaats van alles alleen perfect uit te voeren.

Jan Kooijman acteert in Nureyev

Een fascinerende levensgeschiedenis

Nureyev begint vervolgens snel te vertellen over zijn bijzondere leven. Van het moment dat hij verliefd werd op het ballet tijdens een bezoek aan een voorstelling van Song of the Cranes tot het intense verzet tegen zijn ziekte. Vanaf het begin van de voorstelling wordt verwezen naar het meest bepalende moment in zijn leven: zijn vlucht naar Frankrijk. Nureyev is in Parijs voor optredens met het Mariinsky Ballet en wordt continu gevolgd door de KGB. Hij moet terug naar de Sovjet-Unie, maar weigert. In een steriele witte ruimte neemt hij het besluit om asiel aan te vragen in Frankrijk, waarna een indrukwekkende balletcarrière in het Westen van start gaat bij onder andere The Royal Ballet. Hij dompelt zich al snel onder in een losbandig leven vol feesten, maar komt altijd terug bij zijn grote liefde, de Deense danser Erik Bruhn.

Knap uitgevoerde monoloog mist soms diepgang

Kooijman levert een zeer knappe prestatie door de 80 minuten durende monoloog foutloos voor te dragen. Hij laveert overtuigend tussen de gefrustreerde, zieke man en het jonge feestbeest. Zelfs dialogen weet hij in zijn eentje levendig te maken voor de toeschouwer. Kooijman heeft echter soms moeite om het opvliegende en narcistische karakter van Nureyev geloofwaardig neer te zetten. De tekst van Allard Blom is daarbij niet altijd even ondersteunend. De focus ligt vooral op een beschrijving van gebeurtenissen en feiten en minder op de emoties en de beleefwereld van Nureyev. Hierdoor heb je niet het gevoel dat je de danser écht leert kennen tijdens deze voorstelling.

Jan Kooijman danst in Nureyev

Mooie combinatie van theater en dans

De voorstelling heeft voldoende vaart en blijft boeien. Wanneer de monoloog langdradig begint te worden, wordt dit afgewisseld door danssegmenten uitgevoerd door Gezels en Péguillan. De choreografie is in handen van Rinus Sprong, een oude bekende van Kooijman uit de tijd van So You Think You Can Dance. Een klassieke choreografie gaat naadloos over in een modernere dans wanneer Péguillan haar spitzen uittrekt. De dansers hebben tijdens de voorstelling geen tekst. Hierdoor fungeren zij als een blank canvas op wie verschillende personages worden geprojecteerd, zoals de dansers van La Bayadère, geliefde Erik Bruhn en vriendin en collega-danser Margot Fonteyn. Kooijman voegt zich sporadisch tussen de dansers, maar voert geen ingewikkelde choreografieën uit. Een goede keuze, aangezien het geloofwaardig ‘nadoen’ van een grootse danser als Rudolf Nureyev wel erg veel uitdaging met zich meebrengt.

Aanrader voor de liefhebber

Nureyev is zonder twijfel een zeer een originele en vernieuwende Nederlandse productie en is een aanrader voor liefhebbers van theater en dans. De monoloog legt veel nadruk op de feitelijke levensloop van de danser, waardoor het geheel soms wat oppervlakkig blijft. Desalniettemin blijft de voorstelling boeien door het vermengen van een monoloog met dansfragmenten. De toeschouwer wordt meegenomen door een indrukwekkende levensgeschiedenis van een van de beste dansers uit de 20ste eeuw én het mooie verhaal van het ballet La Bayadère.

Theater / Voorstelling

De ongemakkelijke waarheid die kolonialisme heet

recensie: Gelukzoekers op Sumatra – Korthals-Stuurman Theaterbureau
gelukzoekersopsumatra 3Annemieke van der Togt/Piek

Het podium staat vol rook. Komt door een bosbrand: het oeroude bos is platgebrand door de Nederlanders. Op deze plek moet een lucratieve rubberplantage komen. Deze opzettelijke bosbrand is het symbool voor het kwaad dat de kolonisator in Indonesië heeft aangericht aan het land, aan zijn inwoners. Korthals Stuurman Theaterbureau brengt daarover een fraaie voorstelling.

Het is een inktzwarte bladzijde in de geschiedenis van Nederland: de kolonisatie van – voormalig – Nederlands-Indië, en de manier waarop de bevolking onder de knoet werd gehouden. Het is geen nieuws dat de Nederlanders zich daar misdroegen; en de overheersers wisten best wat ze deden. Ze vonden alleen dat ze in hun recht stonden en dat de inwoners inferieure wezens waren, die ze mochten behandelen als slaafgemaakten.

Nu koloniaal verleden en slavernij eindelijk onderwerp van gesprek zijn, is een klimaat ontstaan waarin daaraan ook in het theater aandacht besteed wordt. Madelon Székely-Lulofs (1899-1958) schreef in de jaren 30 van de vorige eeuw romans over het leven van de kolonisatoren. Regisseur Olivier Diepenhorst gebruikt de teksten van Székely-Lulofs om er Gelukzoekers op Sumatra mee te maken, onder de vlag van Korthals Stuurman Theaterbureau.

Arrogante kolonisator

Planter Van Hemert (Stefan Rokebrand) staat symbool voor de arrogante kolonisator die met harde hand regeert over zowel zijn witte personeel als over zijn gekleurde slaafgemaakten. Vanuit Nederland wordt Frank (Willem Voogd) naar Van Hemert gestuurd om het aftappen van rubberbomen te inspecteren, begeleid door zijn echtgenote Marian (Yara Alink). Hoewel ze hun best doen op Sumatra te aarden, doet Frank zijn werk vooral in de hoop snel fortuin te maken, terwijl Marian zich zeven slagen in de rondte verveelt. Het belangrijkste vertier is ‘de club’, waarop wordt gezopen, gedanst en geflirt.

gelukzoekersopsumatra 4

© Annemieke van der Togt/Piek

Parallel aan het verhaal van de witte kolonisatoren loopt dat van de gekleurde inwoners. Terwijl het toch echt hún land is, worden ze vanaf Java verscheept naar Sumatra, waar ze onder het mom van een schijn-contract slavenarbeid verrichten, gedwongen door mishandelingen en martelingen. Het lukt Roeki (Joenoes Polnaija) niet om Karimah (Tara Hetharia) uit handen van de geile witte mannen te houden. Zelf raakt hij verslaafd aan gokken, waardoor hij zijn kansen om terug te kunnen naar Java verspeelt.

Schetsmatig

Regisseur Diepenhorst diept vooral de karakters uit van de gefrustreerde en verveelde Marian, de machteloos-kwade Karimah, en de even woedende als hulpeloze Roeki. Zij zetten grote emoties, vertwijfeling, frustratie neer. Huilend, schreeuwend, kronkelend. Van Hemert, zijn knechtje John (Rick van Werd) en Frank blijven oppervlakkig en schetsmatig. Daarbinnen is Rokebrand nog het sterkste: zijn plantagebaas is autoritair, eng en manipulatief, waarbij het in zijn voordeel werkt dat Rokebrand door zijn lengte vanzelfsprekend domineert.

Knap aan de regie is dat het verhaal van personages op de achtergrond zonder woorden doorloopt, terwijl zich op de voorgrond een gesproken scène afspeelt. Mooi aan het contrast tussen de Indische en de Nederlandse wereld is dat de Indische wordt begeleid door een zware, monotone soundscape, terwijl de Nederlandse een jazzy ondertoon heeft (muziek: Mark van Bruggen).

Verzuipen

Het decor (ontwerp: Lidwien van Kempen) van kale metaalkleurige palen symboliseert de rubberplantage. Slagen op een reusachtige houten ‘gong’ dienen om iedereen in het gareel te houden. Een groot houten raamwerk midden op de speelvloer verbeeldt alles van het slavenschip tot het plantershuis. Een grote ronde ton met water kan zowel worden gebruikt om slaafgemaakten half te verzuipen als ze niet doen zoals opgedragen, als om de handen van de daders in onschuld te wassen.

Dankzij een feeëriek licht, ballet-achtige soepel vallende kostuums en de lichtvoetige manier van spelen, komen bewegingstaal en fysieke communicatie over als dans. Vooral tegen het einde ziet het spel er bijna uit als een choreografie. Oogstrelend en tegelijk effectief. Gelukzoekers op Sumatra is zo een even esthetische als hardhandige manier om een ongemakkelijke waarheid over Nederland als kolonisator te vertellen.

 

Decor: Lidwien van Kempen
Kostuums: Nola van Timmeren
Licht: Yuri Schreuders
Muziek: Mark van Bruggen

Kunst / Achtergrond
special: Edward Hopper’s New York
Afbeelding7Whitney Museum

Wat je moet weten over Hopper

Edward Hopper, was dat niet een nogal uitgekauwd subject dat al ongeveer honderd jaar de aandacht kreeg waar types als Nellie Mae Rowe alleen maar van konden dromen, dacht de criticus, toen ze met een kaartje in de hand nog even eerst koffie ging halen voor ze binnentrad bij Hopper’s New York in het Whitney Museum of American Art. Toch ligt hier een opengeslagen Hoppercatalogus en is er een biografie aangeschaft. Vijf verrassende feiten voor de Hopperleek.

1. Hopper was een reclametekenaar

Afbeelding1

Reclametekening van Hopper, voor Bricklayer’s Coffee Break 1907-1910 Whitney Museum of American Art, New York; Josephine N. Hopper Bequest
Rights and reproductions
© Heirs of Josephine N. Hopper/Licensed by Artists Rights Society (ARS), New York

Edward Hopper was een laatbloeier. Hij was een gesloten, zwijgzame man die zijn geld verdiende met reclametekeningen in een stijl die moeilijk te herkennen is als van de hand van de kunstenaar. Zonder zijn vrouw Jo Nivison Hopper, die Edward niet alleen onder de aandacht bracht van het Brooklyn Museum, maar ook de communicatie voor hem deed, was Hopper misschien wel een nukkige reclametekenaar gebleven, die in zijn vrije tijd schilderijen maakte.

2. Hopper haatte Parijs

Afbeelding2

Edward Hopper, Île Saint-Louis, 1909. Whitney Museum of American Art, New York; Josephine N. Hopper Bequest © Heirs of Josephine N. Hopper/Licensed by Artists Rights Society (ARS), New York

Oké. Hij haatte Parijs niet echt. Maar hij had een hekel aan fauvisme. ‘For the most part very bad’, schrijft hij na een bezoek aan Salon d’Automne naar huis. Dus toen hij in 1906 in Parijs was, trok hij niet naar Cézanne en consorten die een revolutie in de schilderkunst ontketenden, maar pakte zijn schilderspullen en begon met name gebouwen te schilderen, in een opvallend impressionistische stijl. In die tijd schenen wel meer New Yorkers naar Parijs te gaan, geschrokken van de hevige bouwambities in hun geliefde Manhattan.

3. Jo Hopper stond model voor haar man

Afbeelding4

Whitney Museum of American Art, New York; Josephine N. Hopper Bequest
Rights and reproductions
© Heirs of Josephine N. Hopper/Licensed by Artists Rights Society (ARS), New York

Het valt niet meteen op, maar alle vrouwen op Hoppers schilderijen zijn een en dezelfde vrouw: Jo Verstille Nivison Hopper. Ze stond model voor haar man, verkleedde zich zelfs geregeld. Hoewel het Whitney Museum de nadruk legt op hoe de Hoppers graag naar theater gingen, of hoe de twee samen hele karakters bedachten voor op de schilderijen, was het helemaal niet zo gezellig bij de Hoppers thuis als je zou denken.

Jo ondersteunde haar man in zijn werk, maar werd niet door hem gesteund. Terwijl zij, in tegenstelling tot Edward, een zelfstandig werkend kunstenaar was. Tot ze op haar 41e trouwde met meneer Hopper. Haar werk is nooit meer zo goed ontvangen als vóór het huwelijk.

Ook vochten de Hoppers elkaar vaak de tent uit, zowel fysiek als mentaal. Zij was geen goede huisvrouw, hij geen goede geliefde. Ze aten vlees uit blik en brachten, ondanks het huiselijk geweld, grote delen van de tijd samen door, waarin niet alleen gevochten, maar ook veel geschilderd werd. Op de expositie hangt New York Movie (1939), met daarnaast de schets voor het schilderij. Waar Jo op de schets glimlacht, is daar op het schilderij niks meer van over. Ook in Morning Sun (1952) komt ze anders uit de verf. Jo, getekend als een oudere dame op de schets, is op het schilderij op bepaalde vlakken jonger geverfd. Het draagt bij aan een zekere vervreemding die het – in principe vredige – tafereel opwekt.

Afbeelding3

Edward Hopper, New York Movie, 1939. The Museum of Modern Art; given anonymously. © 2022 Heirs of Josephine N. Hopper/Licensed by Artists Rights Society (ARS), New York. Image courtesy Art Resource, New York

4. Hopper mengde zich niet met zijn buren

Jo en Edward Hopper woonden in een studio aan Washington Square Park. Vanwege goedkope huur en tolerante mentaliteit was Greenwich Village in de jaren 20 van vorige eeuw aantrekkelijk voor kunstenaars en mensen met een bohemian inborst. Hopper echter, mengde zich niet met de vernieuwende artiesten. Hij maakte contact met een paar oudere mensen maar besteedde nogal weinig aandacht aan de beweeglijkheid om hem heen. De figuren op zijn schilderijen zijn nooit zichtbaar vrolijk of levendig. Hoewel de meeste kunstenaars om hem heen focusten op ‘the capital on the rise’ (letterlijk), koos Hopper ervoor om die opkomst van gebouwen en de drukte in de stad volledig weg te laten.

5. Hopper wordt gebruikt in scenografie

Afbeelding6

Edward Hopper, Study for Morning Sun, 1952. Whitney Museum of American Art, New York; Josephine N. Hopper Bequest
© Heirs of Josephine N. Hopper/Licensed by Artists Rights Society (ARS), New York

Afbeelding5

Morning Sun, 1952. Columbus Museum of Art, Ohio; museum purchase, Howald Fund
© 2022 Heirs of Josephine N. Hopper/Licensed by Artists Rights Society (ARS), New York

Hoppers horizontaal georiënteerde werken laten zich lezen als een bioscoopscherm. Zijn gebruik van licht, compositie en onderwerpen zijn een geliefde inspiratiebron voor filmmakers. Hoeveel acteurs zijn er dankzij Hopper wel niet eenzaam aan een bar neergezet, gefilmd van buitenaf? Volgens de overlevering keek Alfred Hitchcock naar Hopperschilderijen, en liet Hopper zich op zijn beurt inspireren door cinema, onder andere door Hitchcock. Voor beide makers is het voyeurisme in hun werk tekenend. Maar ook Wim Wenders (Paris, Texas) en David Lynch bestudeerden Hopperschilderijen om Amerika weer te geven.

Leestip

Edward Hopper’s New York, hardcover, 256 pagina’s, 65 dollar, te koop via Whitney Museum.

Theater / Voorstelling

Dansende diva heeft zin in liefde

recensie: Igone de Jongh - Zin in Liefde
Igone de Jongh met twee dansersMark Engelen

‘Diva’s’, zoals Maria Callas, Édith Piaf en Whitney Houston, is het overkoepelende thema van de tweede eigen productie van ballerina Igone de Jongh. In Zin in Liefde komen beide aspecten van deze eigengereide vrouwen aan bod: de glitter en glamour, maar ook de schaduwkant van de roem.

Igone de Jongh is zonder twijfel de bekendste Nederlandse ballerina van de afgelopen twintig jaar. Na haar opleiding aan de Nationale Balletacademie in Amsterdam beklom ze in razendsnel tempo de hiërarchische ladder bij Het Nationale Ballet. Vanaf 2019 ging ze verder als zelfstandig danseres. Zin in Liefde is haar tweede eigen productie, waarin ze samen met drie Oekraïense dansers van het door haar opgerichte The United Ukranian Ballet Company het podium bestiert. De choreografieën zijn gemaakt door Sasha Riva, die ook meedanst in de voorstelling, en Simone Repele.

Glitterende start

De titel suggereert een liefdesverhaal, maar de voorstelling centreert zich rondom diva’s. De voorstelling begint veelbelovend met de Jongh, gekleed in een glitterjurk, en haar drie collega’s dansend op Judy Garlands ‘I Got Rhythm’. Een jong meisje op een schommel (gespeeld door Lara Lina Uribe Echevarria of Josephine Krijnen ), vertelt over hoe zij voorbestemd is om een ster te worden: een verwijzing naar de jonge Igone toen zij begon met dansen?

Simpele, maar doeltreffende aankleding

De drie dansers naast de Jongh zijn gekleed in simpele donkerblauwe outfits en geschminkt als pierrots, waardoor hun expressie tijdens het dansen soms lastig is af te lezen. Wellicht is dit de bedoeling, aangezien ze tijdens de voorstelling voornamelijk fungeren als een soort geesten die de diva begeleiden of haar emoties uitbeelden. Het decor is simpel, maar doeltreffend om het verhaal te vertellen. Een kaptafel, vanaf waar de diva droomt van liefde of mijmert over voorbije tijden, en een theatergordijn, maar dan achterstevoren. Hierdoor kijkt het publiek op de rug van de diva en lijkt zo zelf op het podium te staan.

Twee dansers geschminkt als pierrots

Klassieke dans in modern jasje

De dansstijl van de voorstelling kan worden omschreven als klassiek ballet met moderne elementen. Het gracieuze van het klassiek ballet wordt afgewisseld met grovere en schokkerige bewegingen, wat zorgt voor een mooi contrast. Het is verfrissend dat er veel gebruik wordt gemaakt van andere vormen dan stereotype man-vrouw duetten: man-man duetten en trio’s en kwartetten komen allemaal voorbij.

De Jongh is nog altijd een fantastische danseres om te zien en legt moeiteloos een been in haar nek, oftewel een développé in balletjargon. Toch worden de energiekere en technisch uitdagendere choreografieën gedanst door haar collega’s (Alexis Tutunnique, Sasha Riva en Veronika Rakitina). Vooral de petite Rakitina knalt van het podium af. Een lichte teleurstelling waren de te simpele en te lange playbackdans op ‘How Will I Know’ van Whitney Houston en de bureaustoelendans op ‘Padam, padam’ van Édith Piaf. Een dans met zulke attributen is zeer lastig om goed uit te voeren, maar ziet er voor het publiek toch enigszins knullig uit.

Igone de Jongh en een danser

Onduidelijk verhaal

Het verloop van het verhaal is lastig te volgen voor het publiek. De intenties van sommige scènes zijn direct duidelijk, zoals dromen over een nieuwe liefde of het verdriet achter de roem. Echter zijn sommige dansen meer conceptueel en daardoor lastiger te plaatsen binnen de context van het verhaal. Het jonge meisje zou het publiek context moeten verschaffen, maar spreek voornamelijk vage, clichématige zinnen uit, zoals ‘licht zonder donker bestaat niet’. De voorstelling bevat mogelijke autobiografische verwijzingen naar de Jonghs liefdesleven, maar haar nuchtere imago past niet bij het beeld van de getroebleerde diva dat tijdens de voorstelling geschetst wordt. Ten slotte ontbreekt er een grote ontknoping. Het verhaal van de diva eindigt abrupt en laat ons achter met vragen. Komt er een happily ever after of gaat ze ten onder aan de roem?

Prachtige dans voor de liefhebber

Het is jammer dat het verhaal soms onduidelijk en clichématig is, maar de scherpe en energieke dans van de drie ‘pierrots’ afgewisseld met de rustigere stukken van de Jongh, maken veel goed. Zin in Liefde is zeker een aanrader voor liefhebbers van klassiek ballet en moderne dans.

 

Theater / Voorstelling

Absurd sketchcabaret op hoog niveau

recensie: Todesangstschrei - Rundfunk

Na meerdere malen uitstel om bekende redenen, is het eindelijk zo ver: Rundfunk vervolgt hun tour van de voorstelling Todesangstschrei. Het sinistere thema ‘de dood’ speelt de hoofdrol in dit sketchcabaret, maar toch valt er meer dan genoeg te lachen om de absurde karakters en situaties.

Het duo Rundfunk, bestaande uit Yannick van de Velde en Tom van Kalmthout, verwierf in 2015 in razendsnel tempo grote bekendheid door hun gelijknamige komedieserie. De woorden “Jullie hebben allemaal een onvoldoende!… Behalve jij!” die Pierre Bokma als de illustere leraar Duits uitsprak, hebben onder twintigers een cultstatus verworven. Yannick en Tom hebben sindsdien niet stilgezeten. In 2017 trokken zij de theaters in met hun debuutprogramma Wachstumsschmerzen (groeipijn) bekroond met de cabaretprijs Neerlands Hoop in 2018. Todesangstschrei (doodsangstkreet) is volgens de heren van Rundfunk de logische opvolger op hun eerste voorstelling. Nadat je groeipijnen zijn overwonnen en je eindelijk op eigen benen staat, kijkt immers je leven lang de onvermijdbare dood over je schouder mee. Is Todesangstschrei net zo goed als hun debuut?

Sketchcabaret in hoog tempo

Kalmthout en van de Velde beheersen hun kenmerkende stijl, het absurdistische sketchcabaret waar ze in Wachstumsschmerzen mee debuteerden, tot in de puntjes. Gekleed in matching truien en strakke maillots nemen de twee mannen een scala van verschillende personages aan. Het decor is sober, passend bij het donkere thema. Een zwart paneel met alleen een grijze deur zorgt ervoor dat alle aandacht uitgaat naar het duo.

De sketches volgen elkaar in krankzinnig hoog tempo op, van elkaar gescheiden door flikkerende lichten en bombastische operamuziek. Het kan niet anders dan dat het publiek, voornamelijk Millennials en Gen-Z’ers, zich na afloop uitgeput heeft afgevraagd waar het zojuist naar heeft gekeken. De scènes verschillen sterk van elkaar, maar zijn enigszins verbonden door hun gemeenschappelijke thema ‘de dood’. Hierdoor voelt de voorstelling toch als één geheel.

Vieze grappen op niveau

De humor van Rundfunk is gevat, soms flauw, en draait vaak om seks en geweld. Dit alles wordt kundig gemixt met een vleugje maatschappijkritiek. Een voorbeeld hiervan is het terugkerende personage van een vader die na de dood van zijn vrouw zijn puberdochter probeert op te voeden. Tijdens haar eerste menstruatie projecteert hij direct het ‘ongestelde vrouwen zijn boos en onredelijk’-cliché op haar en praat haar, wanneer hij haar betrapt op masturberen, op bizarre wijze een soort elektracomplex aan.

De mannen shockeren het publiek graag van tijd tot tijd, zoals de dans- en circusact in het midden van de voorstelling bewijst. De scène van twee pedofielen die op hun afspraakje wachten in een donker steegje en om de tijd te doden wat keuvelen over het weer, zorgt voor een gevoel van zowel hilariteit als ongemak.

Toch missen sommige sketches de x-factor. Het enige muzikale intermezzo, een rap waarin de karakters reageren op de haat van anderen, mist een goede clou. Vooral als deze rap wordt vergeleken met de briljante gangsterrap van de zevenjarige Rens uit Wachstumsschmerzen. Een ander voorbeeld van een minder geslaagde sketch is de sitcomscène, waarin de lachband stopt met meewerken. Het stuk is origineel wat betreft idee, maar duurt net wat te lang.

Verbazing voor jong en oud

Rundfunk staat garant voor topentertainment, mits de bezoeker harde en soms vulgaire grappen kan waarderen en het moordende tempo kan bijhouden. De korte sketches zijn uitermate geschikt voor het socialmediatijdperk en wellicht daarom zo populair bij de jongere generatie. Toch is Rundfunk ook echt een aanrader voor de wat oudere cabaretliefhebber, vooral voor degenen die het absurdisme, van bijvoorbeeld Jiskefet kunnen waarderen.

Todesangstschrei is een waardige opvolger van Wachstumsschermzen: dezelfde formule, hetzelfde tempo, maar een ander thema. De mannen zorgen voor verwardheid, verbazing en hilariteit bij het publiek door hun voorstelling met een hoge grapdichtheid en absurdisme. Zelfs na afloop van het slotapplaus blijft die verbazing voortduren. Kleine tip: trek oude kleren aan als je op de voorste rij zit!

Theater / Voorstelling

Interactief dilemma met grote consequenties

recensie: Schuld of Onschuld: De Strafmoord

Een lastig dilemma met grote consequenties: moet meneer De Ruiter de gevangenis in voor de moord op Siegert van der Zijl? In het online theaterstuk Schuld of Onschuld: De Strafmoord moet het publiek onderzoek doen en deze vraag beantwoorden.

Een ijzersterk motief

Deze rechtszaak draait om de schuldvraag rondom de moord op Siegert van der Zijl (Waldemar Torenstra). Zijn levenloze lichaam werd aangetroffen in zijn Amsterdamse bovenwoning. Het grote aantal klappen dat Van der Zijl heeft opgevangen met zijn hoofd is hem fataal geworden. Hoofdverdachte Wim de Ruiter, gespeeld door Mark Rietman, heeft een ijzersterk motief: zijn dochter lijkt slachtoffer te zijn in een zedenzaak waar Van der Zijl bij betrokken is. Hij is hiervoor echter vrijgesproken.

Voor de detectiveliefhebbers en true crime lovers

Voor wie graag tv-programma’s als Baantjer en Wie Is De Mol? kijkt of het spel Cluedo speelt, is dit online theaterspel een ideaal tijdverdrijf om de koude wintertijd door te komen. Deelnemers krijgen toegang tot een speciale website, waar van 27 t/m 31 december elke dag meerdere video’s en dossierstukken worden geüpload. De bevlogen betogen van het OM en de advocaat van de beklaagde, maar ook getuigenverklaringen en opnames van gesprekken met 112 moeten kritisch bekeken worden. Op basis hiervan moet het publiek namelijk de volgende vraag beantwoorden: is meneer De Ruiter schuldig of onschuldig? Na het vonnis komt op 2 januari de laatste video online, waar te zien is wat er écht met het slachtoffer is gebeurd. Zo ontdek je als publieksjury of je zojuist een onschuldige de gevangenis in hebt gestuurd of misschien wel de moordenaar te pakken hebt.

Later aansluiten in het spel is gelukkig geen probleem, de video’s zullen t/m 31 januari 2023 online blijven staan. Het enige element dat wegvalt na 2 januari is je mogelijkheid om mee te stemmen op het eindvonnis.

Een grote verzameling BN’ers

Eerdere edities van Schuld of Onschuld, zoals De Kerstmoord en De Droommoord, leken hun sterrencast mede te danken te hebben aan de lockdowns. Door corona waren een groot aantal topacteurs beschikbaar. Voor deze nieuwste editie wisten Stichting TOF en Korthals Stuurman Theaterproducties echter ook een flinke sterrencast te strikken. Zo vertolken Isa Hoes en Roos van Erkel op overtuigende wijze de lastige rollen van echtgenote en dochter van de beklaagde en zien we Jeroen Spitzenberger stralen als de excentrieke buurman. De herkenbaarheid van de deelnemende acteurs is groot en dat verhoogt het speelplezier.

Voor herhaling vatbaar

Louise Korthals en Jan Kooijman nemen voor de vierde keer de rollen van de zakelijke officier van justitie Vera de Rie en charismatische advocaat Jelle Groot Kamerlink voor hun rekening. Tussen de twee is een ware strijd gaande, die door de eerdere edities alleen maar aangewakkerd is. Ze willen allebei graag hun gelijk krijgen en de publieksjury voor zich winnen. Geen van beide acteurs weet van tevoren hoe de vork écht in de steel steekt, de ontknoping op 2 januari zal voor de twee acteurs net zo spannend zijn als voor de deelnemers.

Hierdoor is het goed te begrijpen dat Korthals in een interview aangeeft dat ze zelf graag meeleest op het forum. Deelnemers kunnen namelijk theorieën met elkaar delen en maken goed gebruik van deze mogelijkheid. Wie zich een weg weet te banen door de wirwar aan berichten van anderen, komt tot nieuwe ideeën en inzichten. Details die jou eerder niet opvielen, kunnen door een ander ineens erg belangrijk lijken. Waarom begint buurman Abe Jongeneel (Jeroen Spitzenberger) tijdens zijn getuigenverklaring ineens over het nummer ‘Take Five’ en (waarom) is dit relevant? Daarnaast is er een knipperend fietslichtje wat veroorzaakt zou worden door een kapotte batterij, maar zou het lichtje in kwestie dan niet uit zijn?

De actieve schrijvers op het forum bewijzen telkens weer dat er altijd fanatieke speurders bezig zijn met deze moordzaak en jij niet alleen bent. Dit nieuwe interactieve moordmysterie, Schuld of Onschuld: De Strafmoord bewijst dat dit concept ook zonder lockdown de moeite waard is.

 

Meedoen? Tickets zijn verkrijgbaar via: https://www.schuldofonschuld.nl/