Tag Archief van: 8WEEKLY

Film / Serie

De stofzuigerman komt nooit twee keer

recensie: Better Call Saul

Ook de opvolger van Breaking Bad draait om de ontwikkelingsgeschiedenis van een ‘held’ die moreel steeds verder uit de bocht vliegt. Deels prequel, deels sequel van die briljante serie volgt Better Call Saul zes heerlijke seizoenen lang de opkomst en ondergang van Jimmy McGill-Saul Goodman-Gene Takovic. Zijn uiteindelijke val, gefilmd in de mooie zwart-wittinten van een klassieke Amerikaanse noir’, dreunt nog wel even na in televisieland. (NB: De recensie bevat mogelijke spoilers!) 

Aan het eind van Breaking Bad zagen we dat louche advocaat Saul Goodman New Mexico ontvluchtte en met hulp van de ‘stofzuigerman’ een compleet nieuwe identiteit kreeg. In Better Call Saul blijkt dat hij daarna als Gene Takovic door het leven gaat. De eerste vijf seizoenen krijgen we hier mondjesmaat iets van mee. In korte zwart-witfragmenten zien we hoe een in zichzelf gekeerde Gene zijn dagen slijt in Omaha, Nebraska als manager/medewerker van luxe bakkerij Cinnabon. Pas in het laatste seizoen krijgt dit sequelverhaal echt substantie, maar daarover later meer. Bedenkers Vince Gilligan en Peter Gould bouwen de spanning graag langzaam op.  

Slippin’ Jimmy sjoemelt zich omhoog

Better Call Saul is in de eerste plaats een prequel van Breaking Bad. In het begin is het even wennen aan het schijnbaar richtingloze gepruts van Jimmy McGill (een glansrol van Bob Odenkirk). Maar wie geduld heeft, ontdekt dat er opnieuw een narratieve goudmijn is aangeboord. Met zorgvuldig gedoseerde flashbacks wordt in de eerste seizoenen de achtergrond van ‘Slippin’ Jimmy’ uitgewerkt. Vooral de haat-liefdeverhouding met oudere broer Chuck is een cruciaal thema in het eerste deel van de serie. Chuck is de gevierde topadvocaat en één van de naamgevers van het grote Hamlin, Hamlin & McGill (HHM). Jimmy is de kleine sjoemelaar die de advocatuur betreedt via een schriftelijke cursus van een laten we zeggen nogal exotische universiteit. Hun ingewikkelde relatie krijgt extra reliëf door de bijzondere kwaal waar Chuck aan lijdt en die Jimmy op zijn beurt opzadelt met een toch wel liefdevolle rol als mantelzorger. 

Collega Kim Wexler – even voortreffelijk gespeeld door Rhea Seehorn – lijkt zich ondertussen te ontwikkelen tot Jimmy’s soulmate. Flashbacks van hun voorgeschiedenis laten zien dat beiden er vilein plezier in scheppen om dikdoenerige landgenoten een (financiële) loer te draaien. Wat ze ook delen is een carrière bij HHM die niet helemaal zonder wrijving en frustraties verloopt. Gaandeweg dienen zich dus een paar logische vragen aan. Is een gezamenlijk kantoor geen goed idee? En is de persoonlijke chemie misschien sterk genoeg voor een huwelijk? Voor de steeds gewiekstere Jimmy en juridisch toptalent Kim gloort iets van een stralende gezamenlijke toekomst.  

Nevenschade is niet te overzien

Het huis van Chuck, dat in de serie in vlammen opgaat. Foto: Frank Kremer

Helaas wordt de weg naar geluk niet zelden geblokkeerd door persoonlijke gebreken. Het probleem met Jimmy, en eigenlijk ook met Kim, is niet zozeer een slecht karakter, maar een noodlottig onvermogen om de diepere consequenties van hun acties te overzien. Om Kim te steunen in haar poging een grote klant (de Mesa Verde bank) mee te nemen, zet Jimmy zijn broer, die Mesa Verde voor HHM wil behouden, een enorme hak. Zijn ingenieuze plan slaagt perfect, maar de indirecte gevolgen zijn desastreus en leiden tot een uiterst tragische ontknoping van het derde seizoen. Dit herhaalt zich bij de vernederende pranks die ze later samen voor ‘plaaggeest’ Howard Hamlin bedenken. Door een samenloop van omstandigheden, waar ze zelf medeverantwoordelijk voor zijn, is de collateral damage opnieuw gigantisch. Dat Jimmy steeds meer betrokken raakt bij de drugswereld die we al kennen van Breaking Bad blijft niet zonder gevolgen. Kim trekt uiteindelijk de juiste conclusie: Jimmy en zij halen het slechtste in elkaar naar boven, een totale scheiding is onvermijdelijk. 

Gilligan en Gould waken voor teveel psychologisering, maar het ligt voor de hand dat Jimmy na alle zware klappen en verliezen maar al te graag vlucht in het nieuwe karakter dat hij al een tijdje opbouwt. Is Saul een getraumatiseerde Jimmy? Wie weet. De blik verschuift nu in ieder geval even naar Saul Goodman, de glibberige en cynische advocaat uit de eerdere serie. De ultieme gladjanus die schijt heeft aan elke moraal zolang hij zijn huis kan decoreren met een gouden toiletpot.   

Old habits … 

In het laatste seizoen maken we definitief een sprong vooruit naar Nebraska. Een beslissend moment doet zich voor wanneer de nieuwe identiteit van Saul pijnlijk wordt doorgeprikt. Een oude stadgenoot uit Albuquerque herkent Gene Takovic als Saul Goodman. In eerste instantie overweegt Gene om een tweede keer gebruik te maken van de diensten van de stofzuigerman. Maar wil hij nog een keer zo’n peperdure en loodzware identiteitswissel? Hij meent alles zelf wel te kunnen oplossen. Een gewiekst plan – wat een sublieme episode is Nippy toch weer – lijkt het gevaar te bezweren. Wanneer Jimmy/Saul/Gene de verleiding niet kan weerstaan en zijn oude bedriegerspraktijken weer oppakt, gaat het echter helemaal mis. Hoe ver hij inmiddels is afgegleden blijkt wel als Gene tijdens ontsnappingspogingen twee keer een zwaar geweldsmisdrijf overweegt. Zelfs scootmobiel Marion – ontwapenend gespeeld door tv-legende Carol Burnett – bedreigt hij met een wurgdood. 

Hoewel de ontknoping op een serieuze inkeer wijst, is Jimmy’s teloorgang niet meer terug te draaien. Het veelvuldig gebruik van noir-motieven en subtiele verwijzingen naar klassiekers als Citizen Kane (Orson Welles, 1941) en Sunset Boulevard (Billy Wilder, 1950) plaatsen hem uiteindelijk in een oer-Amerikaanse filmtraditie. Een traditie die doorgaans met een grauwe desillusie eindigt. De laatste scene voert ons naar de gevangenis, de plek waar zo treurig veel collateral damage van een zielloze consumptiemaatschappij is opgehoopt. En ook de plek waar je het materiaal vindt waar nachtmerries en onovertroffen tv-series van zijn gemaakt. Want het lijdt geen twijfel, Better Call Saul is in alle opzichten een absolute topper. Het verhaal en de ontwikkeling van de personages, de vindingrijkheid van de schrijvers, het acteren en het camerawerk, het is allemaal om door een ringetje te halen. De titel van de laatste episode mag dan Saul Gone zijn, er is ook een andere woordspeling te bedenken. Saul There! 

 

 

 

Film / Serie

De stofzuigerman komt nooit twee keer

recensie: Better Call Saul

Ook de opvolger van Breaking Bad draait om de ontwikkelingsgeschiedenis van een ‘held’ die moreel steeds verder uit de bocht vliegt. Deels prequel, deels sequel van die briljante serie volgt Better Call Saul zes heerlijke seizoenen lang de opkomst en ondergang van Jimmy McGill-Saul Goodman-Gene Takovic. Zijn uiteindelijke val, gefilmd in de mooie zwart-wittinten van een klassieke Amerikaanse noir’, dreunt nog wel even na in televisieland. (NB: De recensie bevat mogelijke spoilers!) 

Aan het eind van Breaking Bad zagen we dat louche advocaat Saul Goodman New Mexico ontvluchtte en met hulp van de ‘stofzuigerman’ een compleet nieuwe identiteit kreeg. In Better Call Saul blijkt dat hij daarna als Gene Takovic door het leven gaat. De eerste vijf seizoenen krijgen we hier mondjesmaat iets van mee. In korte zwart-witfragmenten zien we hoe een in zichzelf gekeerde Gene zijn dagen slijt in Omaha, Nebraska als manager/medewerker van luxe bakkerij Cinnabon. Pas in het laatste seizoen krijgt dit sequelverhaal echt substantie, maar daarover later meer. Bedenkers Vince Gilligan en Peter Gould bouwen de spanning graag langzaam op.  

Slippin’ Jimmy sjoemelt zich omhoog

Better Call Saul is in de eerste plaats een prequel van Breaking Bad. In het begin is het even wennen aan het schijnbaar richtingloze gepruts van Jimmy McGill (een glansrol van Bob Odenkirk). Maar wie geduld heeft, ontdekt dat er opnieuw een narratieve goudmijn is aangeboord. Met zorgvuldig gedoseerde flashbacks wordt in de eerste seizoenen de achtergrond van ‘Slippin’ Jimmy’ uitgewerkt. Vooral de haat-liefdeverhouding met oudere broer Chuck is een cruciaal thema in het eerste deel van de serie. Chuck is de gevierde topadvocaat en één van de naamgevers van het grote Hamlin, Hamlin & McGill (HHM). Jimmy is de kleine sjoemelaar die de advocatuur betreedt via een schriftelijke cursus van een laten we zeggen nogal exotische universiteit. Hun ingewikkelde relatie krijgt extra reliëf door de bijzondere kwaal waar Chuck aan lijdt en die Jimmy op zijn beurt opzadelt met een toch wel liefdevolle rol als mantelzorger. 

Collega Kim Wexler – even voortreffelijk gespeeld door Rhea Seehorn – lijkt zich ondertussen te ontwikkelen tot Jimmy’s soulmate. Flashbacks van hun voorgeschiedenis laten zien dat beiden er vilein plezier in scheppen om dikdoenerige landgenoten een (financiële) loer te draaien. Wat ze ook delen is een carrière bij HHM die niet helemaal zonder wrijving en frustraties verloopt. Gaandeweg dienen zich dus een paar logische vragen aan. Is een gezamenlijk kantoor geen goed idee? En is de persoonlijke chemie misschien sterk genoeg voor een huwelijk? Voor de steeds gewiekstere Jimmy en juridisch toptalent Kim gloort iets van een stralende gezamenlijke toekomst.  

Nevenschade is niet te overzien

Het huis van Chuck, dat in de serie in vlammen opgaat. Foto: Frank Kremer

Helaas wordt de weg naar geluk niet zelden geblokkeerd door persoonlijke gebreken. Het probleem met Jimmy, en eigenlijk ook met Kim, is niet zozeer een slecht karakter, maar een noodlottig onvermogen om de diepere consequenties van hun acties te overzien. Om Kim te steunen in haar poging een grote klant (de Mesa Verde bank) mee te nemen, zet Jimmy zijn broer, die Mesa Verde voor HHM wil behouden, een enorme hak. Zijn ingenieuze plan slaagt perfect, maar de indirecte gevolgen zijn desastreus en leiden tot een uiterst tragische ontknoping van het derde seizoen. Dit herhaalt zich bij de vernederende pranks die ze later samen voor ‘plaaggeest’ Howard Hamlin bedenken. Door een samenloop van omstandigheden, waar ze zelf medeverantwoordelijk voor zijn, is de collateral damage opnieuw gigantisch. Dat Jimmy steeds meer betrokken raakt bij de drugswereld die we al kennen van Breaking Bad blijft niet zonder gevolgen. Kim trekt uiteindelijk de juiste conclusie: Jimmy en zij halen het slechtste in elkaar naar boven, een totale scheiding is onvermijdelijk. 

Gilligan en Gould waken voor teveel psychologisering, maar het ligt voor de hand dat Jimmy na alle zware klappen en verliezen maar al te graag vlucht in het nieuwe karakter dat hij al een tijdje opbouwt. Is Saul een getraumatiseerde Jimmy? Wie weet. De blik verschuift nu in ieder geval even naar Saul Goodman, de glibberige en cynische advocaat uit de eerdere serie. De ultieme gladjanus die schijt heeft aan elke moraal zolang hij zijn huis kan decoreren met een gouden toiletpot.   

Old habits … 

In het laatste seizoen maken we definitief een sprong vooruit naar Nebraska. Een beslissend moment doet zich voor wanneer de nieuwe identiteit van Saul pijnlijk wordt doorgeprikt. Een oude stadgenoot uit Albuquerque herkent Gene Takovic als Saul Goodman. In eerste instantie overweegt Gene om een tweede keer gebruik te maken van de diensten van de stofzuigerman. Maar wil hij nog een keer zo’n peperdure en loodzware identiteitswissel? Hij meent alles zelf wel te kunnen oplossen. Een gewiekst plan – wat een sublieme episode is Nippy toch weer – lijkt het gevaar te bezweren. Wanneer Jimmy/Saul/Gene de verleiding niet kan weerstaan en zijn oude bedriegerspraktijken weer oppakt, gaat het echter helemaal mis. Hoe ver hij inmiddels is afgegleden blijkt wel als Gene tijdens ontsnappingspogingen twee keer een zwaar geweldsmisdrijf overweegt. Zelfs scootmobiel Marion – ontwapenend gespeeld door tv-legende Carol Burnett – bedreigt hij met een wurgdood. 

Hoewel de ontknoping op een serieuze inkeer wijst, is Jimmy’s teloorgang niet meer terug te draaien. Het veelvuldig gebruik van noir-motieven en subtiele verwijzingen naar klassiekers als Citizen Kane (Orson Welles, 1941) en Sunset Boulevard (Billy Wilder, 1950) plaatsen hem uiteindelijk in een oer-Amerikaanse filmtraditie. Een traditie die doorgaans met een grauwe desillusie eindigt. De laatste scene voert ons naar de gevangenis, de plek waar zo treurig veel collateral damage van een zielloze consumptiemaatschappij is opgehoopt. En ook de plek waar je het materiaal vindt waar nachtmerries en onovertroffen tv-series van zijn gemaakt. Want het lijdt geen twijfel, Better Call Saul is in alle opzichten een absolute topper. Het verhaal en de ontwikkeling van de personages, de vindingrijkheid van de schrijvers, het acteren en het camerawerk, het is allemaal om door een ringetje te halen. De titel van de laatste episode mag dan Saul Gone zijn, er is ook een andere woordspeling te bedenken. Saul There! 

 

 

 

Boeken / Fictie

Meesterlijk laveren op een driebaansweg

recensie: Billy Summers - Stephen King

‘Toen Billy Summers op een morgen uit onrustige dromen ontwaakte … ’ Nou ja, van Stephen King een Kafka maken wordt lastig. De Amerikaanse schrijver noemde zichzelf ooit ‘de McDonalds van de literatuur’. Maar daarmee doet hij zichzelf wel erg tekort. King heeft een enorme fantasie, een stijl waar menig literator jaloers op kan zijn, en is echt een rasverteller met een scherp oog voor menselijke emoties en actuele ontwikkelingen. Zijn Billy Summers (vertaald naar het Nederlands in 2022) is een heerlijke thriller zonder paranormale complicaties.

Met ijzeren discipline – het streven is om 2000 woorden per dag te schrijven – breidt Stephen King (1947) zijn imponerende oeuvre nog steeds uit. Ook zijn nieuwste boeken vliegen als warme broodjes over de toonbank, en niet ten onrechte. Met grote regelmaat publiceert hij weer een fraai staaltje schrijfkunst. Behalve aan horrorverhalen (The Shining, 1977), waagt King zich ook graag aan universele thema’s. Neem bijvoorbeeld The Stand (1978), waarin hij al beschrijft hoe een supervirus de wereld op zijn kop zet. Of het magnifieke liefdesverhaal dat hij verpakt in 22-11-63 (2011).

Billy Summers is voor de verandering een realistische thriller. Hoofdpersoon is een voormalige scherpschutter uit het leger, die als huurmoordenaar zijn kostje verdient met het elimineren van ‘foute types’.  Wij treffen Billy op het moment dat hij zijn laatste slag wil slaan met een bijzonder lucratieve opdracht. Daarna kan hij zijn geweer aan de wilgen hangen.

Driebaansweg

Maar zo simpel blijft het natuurlijk niet. Billy krijgt het gevoel dat het zaakje stinkt, en zijn neus laat hem niet in de steek. Er ontvouwt zich een geschiedenis met drie verhaallijnen die King moeiteloos met elkaar verweeft. De lucratieve opdracht blijkt levensgevaarlijk voor onze protagonist; zijn dekmantel van ‘schrijver’ wordt langzaam geen dekmantel meer, maar de realiteit; en dan is er nog de ontmoeting met zijn protegé, met wie hij een bijzondere relatie opbouwt. Ziedaar de driebaansweg waar King zich op bevindt. Aan actie geen gebrek. En King laveert soepel van de ene baan naar de andere, alsof er niks gemakkelijkers bestaat.

Land met diepe kloven

Interessant in het verhaal van Billy is het doorkijkje naar de recente Amerikaanse geschiedenis. Zo leggen de beschrijving van zijn legerervaringen in Irak een aantal pijnlijke beleidsmissers bloot. Of neem de sneer als Billy geen contact met een belangrijke relatie kan krijgen en hij zichzelf moed inspreekt: ‘Hij veronderstelt dat in een wereld waarin een oplichter tot president kan worden gekozen alles mogelijk is’. Ook onderneemt hij een rake wraakactie, verscholen achter een Melaniamasker. Dat King niets van Trump moet hebben, is geen geheim. De schrijver heeft het duidelijk wel gehad met rechts Amerika. Dat Billy’s bedrieglijke opdrachtgever en uiteindelijke hoofdschurk associaties oproept met Jeffrey Epstein is vast ook geen toeval. Kings panoramische highways slingeren door een land met diepe kloven.

Zijn finale stemt deze keer melancholisch en stelt ons voor een paar interessante literaire vragen. In hoeverre is Billy de schrijver van het laatste hoofdstuk van zijn manuscript? Hoe betrouwbaar is dit hele verhaal eigenlijk? Wat hebben we überhaupt aan fictie? King stipt dit soort vragen nog even luchtig aan in het slothoofdstuk. In het besef dat we in elk geval een hoop meesterlijke verzinsels hebben gelezen, kunnen we het boek met een (uit)gerust hart dichtslaan.

Boeken / Non-fictie

Vogels als leidraad

recensie: Gevleugelde geschiedenis van Nederland. De Nederlanders en hun vogels
Pexels

Sinds de coronatijd heeft het vogelen een vlucht genomen; zelfs de millennials zijn overstag. Een uitstekende voedingsbodem voor de rijk geïllustreerde essaybundel Gevleugelde geschiedenis van Nederland, onder redactie van Jan Luiten van Zanden.  

Als er één conclusie getrokken moet worden uit de dertig essays die Gevleugelde geschiedenis van Nederland telt, dan is het wel dat de relatie tussen de Nederlander en zijn vogels niet altijd vreedzaam is geweest. Waar we het tegenwoordig vaak houden op kip, kalkoen en eend, werden eeuwenlang vogels van diverse pluimage verorberd. De soms maar minuscule hoeveelheden vlees die eraan zat, weerhield mensen er niet van netten te spannen, vallen te zetten of de jongen uit hun nesten te rukken. Vond men een vogelsoort niet smaken – en was hij ook niet mooi genoeg om in een kooitje tentoon te stellen – dan werd het beest als een plaag beschouwd. Kraaien en raven werden tussen de vijftiende en achttiende eeuw verguisd vanwege hun luidruchtigheid, hun neiging om pas gezaaide zaden uit de grond te pikken en hun gebrek aan aantoonbaar nut.  

Begeerde veren

Wel degelijk van aantoonbaar nut is de gans. Literatuurhistoricus Erwin Mantingh wijdt zijn essay aan de veren van het dier, die duizend jaar lang een van de belangrijkste schrijfinstrumenten ter wereld vormden. Dat deze schrijfveren eruitzagen alsof ze zo van een gans geplukt zijn, blijkt berust op een geromantiseerd beeld. Met een pennenmes werd de vlag bewerkt tot een soort bescheiden rietje.  

Ook paradijsvogels werden geroemd om hun veren, al ging het daarbij meer om de decoratieve waarde. In de negentiende eeuw raken de exotische dieren in trek bij dames van stand, die zich tooien met pluimen van paradijsvogels. Er ontstaat een lucratieve handel vanuit Nederlands-Nieuw Guinea; voor de meest gewaardeerde vogelhuid (de Paradisaea minor) betaalde men bijna 100 gulden. Pas in 1931 kwam een eind aan de gruwelmodetrend, mede dankzij de ‘Bond der Bestrijding eener Gruwelmode’- de voorloper van de huidige Vogelbescherming.  

Bonte verzameling

De onderwerpen in Gevleugelde geschiedenis van Nederland lopen sterk uiteen: van Van Goghs fascinatie voor vogelnesten tot het antwoord op de vraag hoe de familie Van der Valk aan haar toekan kwam. De ene auteur zoomt in op een enkele vogelsoort en de andere bespreekt de geschiedenis van het vogeltellen. Een verfrissende afwisseling, al weet het ene essay meer te boeien dan het andere.   

Door de grote variatie in onderwerpen doet de bundel ook wat anekdotisch aan. Een lineaire geschiedenis van Nederland is het niet, wel een verzameling van veelal pakkende bijdragen van auteurs die een liefde voor vogels met elkaar gemeen hebben.   

Muziek / Achtergrond
special: Spotify-playlist van onze muziekredactie
Pexels

8WEEKLY Playlist: Festival FOMO

Het festivalseizoen is in volle gang. Grote festivals als Pinkpop en Rock Werchter zijn helaas alweer voorbij, maar gelukkig kunnen we nog uitkijken naar festivals zoals Lowlands en Pukkelpop. Helaas is het onmogelijk om bij al deze festivals in Nederland en België aanwezig te zijn, wat kan zorgen voor een zwaar geval van FOMO: fear of missing out. Maar ook voor degenen die wel naar een festival zijn geweest kan het voelen alsof de tijd voorbij is gevlogen en er behoefte zijn om de mooie momenten opnieuw te beleven. 8WEEKLY heeft voor iedereen een playlist samengesteld met verscheidene acts die op festivals in Nederland en in België hebben opgetreden of nog gaan optreden. Van Son Mieux tot Editors, ze beleven allemaal een succesvolle festivalzomer! 

Dromen worden werkelijkheid voor Son Mieux

De zevenkoppige band Son Mieux met frontman Camiel Meiresonne is deze zomer op veel festivals te vinden en verwezenlijkt hiermee ook hun eigen dromen. Op hun eerste Pinkpop vertelt Camiel dat een kleine twintig jaar geleden zijn jongensdroom ontstond bij het zien van een filmpje van DI-RECT op Pinkpop. Op zaterdag 18 juni 2022 kwam deze droom dus uit en dat was te merken aan het laaiende enthousiasme dat van het podium afspatte. Niet dat dit enthousiasme alleen voor Pinkpop gereserveerd is, diezelfde dag nog traden ze ’s avonds op bij Wantijpop in Dordrecht en ook daar ging de band volledig uit hun dak. Son Mieux maakt dansbare pop met aanstekelijke hooks en meezingbare refreinen, wat op het podium tot leven komt met kleurrijke outfits en opvallende dansmoves. Hoe dit klinkt kan je horen op de toepasselijke single ‘Multicolor’! 

Een blessure houdt Goldband niet tegen

Een andere Haagse band die momenteel een zeer succesvolle zomer beleefd is Goldband. De band bestaande uit Boaz Kok, Karel Gerlach en Milo Driessen in samenwerking met producer Wieger Hoogendorp ontpopte zich tot een ware popsensatie en festivalfavoriet. Hun muziek bevat invloeden uit de jaren ’80 pop en vanuit de disco, maar ook muziekstijlen als trance en gabber zijn te herkennen. Deze genre-overstijgende muziek komt vooral op het podium tot leven met de stage presence en energieke danspasjes van de bandleden. Die energieke aanwezigheid op het podium is niet zonder risico. Bij Goldband’s grootste show ooit op Rock Werchter sprong Boaz van het 2,5 meter hoge podium af en brak hierbij zijn hielbot. Dat hield hem echter niet tegen, hij bleef doorzingen terwijl hij behandeld werd door de EHBO tijdens het toepasselijke nummer ‘Noodgeval’. Het was even spannend wat dit zou betekenen voor de festivals na Rockwerchter, maar met een speciale kniestep kon de volledige band een dag later op Down The Rabbit Hole gewoon het podium op! 

Editors: publieksfavoriet in Nederland én België

In aanloop naar hun nieuwe album dat op 23 september wordt uitgebracht gaan Editors weer allerlei festivals in Europa langs. Gewapend met twee nieuwe singles, ‘Heart Attack’ en ‘Karma Climb’, en Nick Willes ter vervanging van gitarist Justin Lockey heeft de band rondom Tom Smith deze zomer onder andere opgetreden bij Vestrock. Iets wat door de organisatie werd benoemd als hun grootste vangst ooit. Niet zo gek, gezien Editors eerder grote concertzalen als de Ziggo Dome in Amsterdam en het Sportpaleis in Antwerpen heeft uitverkocht. Gelukkig betekende dit niet dat ze als headliner niet durfden te experimenteren, Willes had een minder robuuste speelstijl dan fans gewend zijn van Lockey en Tom Smiths donkere baritonstem zette hij tijdens het optreden ook minder op. Verder kan je van Editors nog steeds verwachten dat er veel dramatische poses en lichteffecten zijn, en worden er natuurlijk ook klassiekers als ‘Papillon’ en ‘An End Has A Start’ gespeeld. Voor wie deze band niet heeft kunnen zien op een festival, dit najaar touren ze met hun nieuwe album door Europa. 

Naast Son Mieux, Goldband en Editors wachten nog vele andere artiesten op je in de playlist Festival FOMO. Veel luisterplezier! 

De playlist van augustus

  • Multicolor – Son Mieux 
  • Alive – Pearl Jam 
  • Noise – Nightwish 
  • Master of Puppets – Metallica 
  • Lola Montez – Volbeat 
  • Amsterdam – Nothing Buth Thieves 
  • Whatever You Want – Crowded House 
  • My Way, Soon – Greta Van Fleet 
  • Fluorescent Adolescent – Arctic Monkeys 
  • Naïve – The Kooks 
  • Witchcraft – Pendulum 
  • Ik Haat Je – Goldband 
  • Süpürgesi Yoncadan – Altin Gün 
  • Cure For Me – AURORA 
  • Mr. Doctor Man – Palaye Royale 
  • Ötzi – Prima Nocta 
  • Death – White Lies 
  • Iridium – The Sidh 
  • I Believe In A Thing Called Love – The Darkness 
  • Federkleid – Faun 
  • Bye – Ten Times A Million 
  • Kinderboerderij (Keiblij) – Prins S. en de Geit 
  • Karma Climb – Editors 
  • Latch – Disclosure, Sam Smith 
  • Feel Good Inc. – Gorillaz 
  • The Wire – HAIM 
  • The Smoke – The Smile 
  • We fell in love in October – girl in red 
  • What You Know – Two Door Cinema Club 
  • Hangmat – Jungle by Night 
  • Last Nite – The Strokes 
  • Firestone -Kygo, Conrad Sewell 
  • Dans M’n Ogen Dicht – MEAU, Racoon 
  • Do Me Wrong – Leif De Leeuw Band 
  • The Devil’s Son – Danny Vera 
  • Don’t You Go up the Sky – DeWolff 
  • Love Don’t Hate It – Duncan Laurence 
  • Through The Looking Glass – DI-RECT 
  • Witch Doctor – De Staat 
  • Turn Up The Sunshine – Diana Ross, Tame Impala 
  • Empire State of Mind – Alicia Keys 
  • Paper Thin – Lianne La Havas 
  • I’m Shipping Up To Boston – Dropkick Murphys 
  • De Overkant – Suzan & Freek, Snelle 
  • Als Emmie Danst – Thijs Boontjes 
  • Uncharted – Kensington 
  • Paradise – George Ezra 
  • SUPERMODEL – Måneskin 
  • Somebody Told Me – The Killers 
  • In Too Deep – SUM 41 
  • Englishman in New York – Sting 
  • Weak – Skunk Anansie 
  • Like The Way I Do- Melissa Etheridge 
  • Pineapple Morning – Jett Rebel 
  • Bad Woman Blues – Beth Hart 
  • Mr Rock & Roll – Amy Macdonald 
  • Kiss This – The Struts 
  • Anywhere – Passenger 
  • Vrijheid, Gelijkheid, Zusterschap – Sophie Straat 
  • I Think I’m in Love – Pip Blom 
Léonard Pongo
Kunst / Expo buitenland

Fotografische dekolonisatie

recensie: Léonard Pongo - Primordial Earth
Léonard Pongo

In MUZEE in Oostende is nog tot 13 november ‘Enter 14: Léonard PongoPrimordial Earth’ te zien, een expo waarin de natuur van Democratische Republiek Congo centraal wordt gesteld via foto en video. De tentoonstelling is een aanrader voor al wie Vlaanderens meest cultureel verantwoorde badstad hoe dan ook bezoekt, maar toont net niet voldoende werk van de kunstenaar om er speciaal voor naar Oostende af te zakken. 

Het is goed mogelijk dat de hitte van de afgelopen weken meer bezoekers richting musea leidde. Wie in Oostende enkele uren de zon wil ontvluchten, kan in het MUZEE onder meer de expositie van Léonard Pongo gaan bekijken. Pongo’s visie biedt meer dan alleen letterlijk een verfrissende visie op de natuur die sinds de Industriële Revolutie mishandelt wordt. Zijn werk kenmerkt zich door een afwezigheid van perspectief, een kunstgreep die de kijker een beetje nodige nederigheid ten opzichte van de natuur kan meegeven.  

Het menselijke perspectief uit evenwicht brengen

‘Primordial Earth’ beslaat slechts één grote ruimte, in het midden gescheiden door een trap en een naar beneden golvend wandtapijt waarop een boom staat afgebeeld. Tegen de wand in de eerste helft van de ruimte hangen foto’s van bomen die het licht vangen in hun bladeren. De beelden zijn niet netjes vanaf de wortels tot aan de kruin gemaakt, zoals wij foto’s van bomen gewend zijn, maar schijnbaar lukraak gekadreerd. Het is door het onduidelijke perspectief moeilijk te zien hoe groot de bomen zijn of hoe ze er in hun geheel uitzien. Meteen van bij het begin brengt Pongo het vastgeroeste menselijke perspectief uit evenwicht.  

Een groot scherm op de grond toont de video ‘Inhabiting the Landscape’. Het liggende scherm zorgt niet meteen voor de meest handige nekpositie, maar versterkt op die manier wederom het gevoel dat de natuur zich niet naar óns hoeft te schikken. Pongo toont de Congolese natuur in al haar diversiteit: grasvelden, wouden, rivieren, lava,… Soms monteert hij twee beelden over elkaar heen, waardoor verwarring optreedt over wat je precies ziet. De muziek bij de video is door de hele tentoonstellingsruimte te horen. Het is een aanhoudend bezwerend geluid waarin soms een geluid te horen valt dat lijkt op rommelende donder, alsof de kunstenaar een naderend onheil hoorbaar wil maken.  

Sensorische versus rationele benadering

Ook in het tweede deel van de ruimte blijft de muziek aanwezig. In dit onderdeel van de tentoonstelling hangen voornamelijk grote foto’s die een bos lijken af te beelden. De beelden hebben een bevreemdend effect; ze lijken wel op fluweel geprint, zo bijzonder vangen en reflecteren ze het licht. In een artikel uit De Witte Raaf staat wat meer informatie over Pongo’s werkwijze waarbij hij de foto’s via UV-prints aanbrengt op geborsteld aluminium.1 Dit genereert het bijzondere effect, dat de foto’s er van dichtbij doen uitzien alsof ze op fluweel gedrukt zijn. Van een afstand hebben ze dan weer wat weg van een olievlek. 

Pongo vergt wat van de bezoeker. In de hele tentoonstellingsruimte is geen bordje te bekennen: geen titels, geen toelichting over de materialen, geen duiding bij de kunstwerken, niets. Een maximale sensorische openheid naar de kunst primeert hier op een intellectuele of rationele benadering. Ook dat is een perspectiefwissel die voor de gemiddelde museumbezoeker (steekproef uit mijn eigen ervaringen en de reacties van andere bezoekers) niet vanzelfsprekend is.  

In gesprek met een koloniaal verleden

In Oostende is het koloniale verleden nog erg zichtbaar: boven De Drie Gapers op de dijk staat een metershoog standbeeld van Leopold II op zijn paard, omgeven door een groepje ‘dankbare’ Congolezen (en Oostendse vissers). Tegelijkertijd toont zich ook in Oostende als op geen andere plek het hedendaagse koloniseren van de natuur: het zand en de zee worden hier minstens twee maanden per jaar vertrappeld door plastic teenslippers en Cornettoverpakkingen. Het is een grote meerwaarde dat een museum in Oostende precies deze kunstenaar een stem geeft.  

Net daarom is het echter ook jammer dat de tentoonstelling niet wat omvangrijker is. Pongo creëert een leerrijk en bij wijlen betoverend universum, maar ook niet het gemakkelijkste. Tegen de tijd dat je je hier als bezoeker in hebt ingewerkt is de expositie alweer afgelopen. ‘Primordial Earth’ is een absolute aanrader voor wie in Oostende is. De nieuwsgierige reiziger die zich elders ter lande bevindt, kan echter beter wachten op een volgende, iets uitgebreidere tentoonstelling van Léonard Pongo. Er volgen er ongetwijfeld nog veel. 

 

 

 

 

Squares with Two Circles. Barbara Hepworth (1903-1975), 1963. Collectie Kröller-Müller Museum, Otterlo
Kunst / Expo binnenland

Kleine tentoonstelling, grootse uitwerking

recensie: Barbara Hepworth in de Rijksmuseumtuinen
Squares with Two Circles. Barbara Hepworth (1903-1975), 1963. Collectie Kröller-Müller Museum, Otterlo

In de tuinen rondom het Rijksmuseum in Amsterdam staan verschillende beelden. Van mensen en goden, borststukken en lichamen van top tot teen. Allemaal in een figuratieve stijl. Vanaf 2013 staan daar elk jaar gedurende enige tijd beeldhouwwerken tussen die te gast zijn. Momenteel zijn dat monumentale beelden van de Engelse beeldend kunstenaar Barbara Hepworth (1903-1975).

Piet Mondriaan en Barbara Hepworth

Construction (Crucifixion), Barbara Hepworth (1903-1975). 1966/1967. Loan Dean and Chapter of Salisbury Cathedral, England

Construction (Crucifixion), Barbara Hepworth. 1966/1967. Dean and Chapter of Salisbury Cathedral, England

Direct in het oog springt een werk dat een nietsvermoedende bezoeker niet meteen als een Hepworth zal herkennen: Construction (Crucifixion), brons met verf in de Mondriaankleuren: rood, blauw en geel. Een beeld uit 1966-1967. Hepworth en haar echtgenoot Ben Nicholson (1894-1982) waren in 1938 buren van Mondriaan, die op hun suggestie was uitgeweken naar Londen. Het beeld is te leen van de Salisbury Cathedral, waar het in de kloostertuin staat. Je ziet inderdaad de stijl van Mondriaan (1872-1944) terug. Zowel in de kleuren als de geometrie. Voorts valt op dat Construction (Crucifixion) – de titel zegt het al – een kruisvorm heeft. Je herkent ook een gezicht, een halo en een lichaam. De kleuren zouden symbool kunnen staan voor de zon (geel) en voor bloed (rood). Aan het lege middendeel kun je zelf in figuurlijke zin invulling geven. Overigens had Mondriaan zelf meer met de theosofie dan met het christelijk geloof. De theosofie was een esoterische stroming, bekend door Helena Blavatsky (1831-1891), die in de tijd van Mondriaan opgang deed.

Henry Moore en Barbara Hepworth

De negen beelden van Barbara Hepworth die nu in de Rijksmuseumtuinen staan, dateren allemaal uit de periode 1959-1973. Het heet dat dit werk doet denken aan dat van die andere kunstenaar waarmee ze bevriend was: Henry Moore (1898-1986). De eerste kunstenaar van wie in 2013 beelden te zien waren tijdens de jaarlijkse expositie in de tuinen van het Rijksmuseum. Als er al verschillen worden gezocht, wordt er bijvoorbeeld op gewezen dat Moore veelal horizontaal werk maakte en Hepworth verticaal. Een uitzondering bevestigt de regel, want dan valt in de Rijksmuseumtuinen bijvoorbeeld River form (1965) op: een verticaal, bronzen sculptuur die refereert aan een steen die in een rivier is uitgesleten.

Kenmerkender is wellicht de lege kern van veel van Hepworths werk. Al gaat dat ook niet helemaal op voor de zes onderdelen die samen Conversation with magic stones (1973) vormen. De overeenkomst tussen alle werken wordt dan ook niet primair gevormd door die lege holten, maar door de verbinding die wordt gezocht met de natuur en natuurlijke vormen. In het geval van de magische stenen met Cornwall. De hoge verticale stenen noemde ze ‘figuren’ en de horizontale vormen ‘stenen’. Het eerste roept associaties op met mensen. Zo bezien lijken het drie mensen die in gesprek zijn met drie stenen.

Invloed constructivisme

Two Forms (Divided Circle) Barbara Hepworth (1903-1975) brons, 1969. Bolton Council, from the collection of Bolton Library and Museum Services

Two Forms (Divided Circle) Barbara Hepworth, brons, 1969. Bolton Council,  collectie Bolton Library and Museum Services

Andere beelden, zoals Two forms (divided circle) uit 1959 en het enkele jaren later gemaakte Squares with two circles (1963) laten de invloed van het constructivisme op het werk van Hepworth zien. Dat wil zeggen, dat het eerder een constructie van de werkelijkheid is dan een min of meer letterlijke afbeelding ervan.

Het is mooi dat de gastconservator van deze tentoonstelling, Sophie Bowness – kunsthistoricus en kleindochter van Hepworth – deze nuanceringen aanbrengt in het beeld dat wij doorgaans van het late(re) werk van Barbara Hepworth hebben, dat vooral is gebaseerd op haar gepolijste werk met holten. Zo is deze tentoonstelling, hoe klein ook, groots qua uitwerking op de bezoekers van de op zich al prachtige tuinen rond het Amsterdamse Rijksmuseum.

 

 

Boeken / Poezie

Toppunten van poëzie

recensie: Een luchtbel in een vluchtige rivier – Jean Pierre Rawie
Berten Steenwegen

Jean Pierre Rawie geniet door eigen werk en vertalingen een bovengemiddelde roem, en de dertig vertalingen in Een luchtbel in een vluchtige rivier verdienen het daaraan bij te dragen. De meeste van die vertalingen vormden eerder het slot van zijn bundels met eigen gedichten. 

In chronologie wordt geopend met de 13e-eeuwse Siciliaan Giacomo da Lentini (mogelijk de eerste die aan het hof van keizer Frederik II het sonnet beoefende) en geëindigd met William Yeats. In het tijdsverloop ontvouwen zich zowel in de gedichten als in Rawies commentaar mooie lijntjes van een literatuurhistorische schets. De meeste gedichten hebben een Latijnse brontaal en stammen uit de Europese barok, waarmee Rawie zich het meest verwant voelt. Wat eraan voorafgaat boeit in zijn eenvoud wat minder, maar de renaissance maakt veel goed. Het sonnet op zich loopt gevaar door zijn aan versmaat en rijmschema gebonden vorm min of meer gekunsteld of verwrongen te zijn. Maar juist in het keurslijf kunnen gevoelens ieders hart bereiken als ze met uiterste creativiteit geformuleerd worden.  

Puzzeltje

De meeste (nogal anekdotische) poëzie van onze tijd zijn we gewend zonder al teveel moeite te lezen – hermetisme is algemeen uit den boze, wat zich uitkeert in nogal wat anekdotisme. Het is even wennen aan het taaleigen van de vertalingen die Rawie opdient. Je leest eraan af dat er flink en met veel talent aan gewerkt is. De zinsgrammatica lijkt hier en daar een puzzeltje waarbij je je even moet afvragen waar een voornaamwoord betrekking op heeft en wie of wat bij een persoonsvorm hoort. Maar je wordt al snel beloond met een bijscholing nauwkeurig lezen. De gedichten openen zich steeds gewilliger.  

Wat ook helpt is het beknopte commentaar van Rawie na ieder gedicht. Zijn weldadig zorgvuldige schrijfstijl is niet héél alledaags, wat op een natuurlijke manier aansluit bij de gedichten. Ook raak je vertrouwd met de weinig uiteenlopende thema’s die de gedichten bestrijken. Die raken nogal wat treurigheid aangaande het bestaan en dat is niet helemaal meer van onze wat luchthartiger tijd. Veel memento mori ook. Maar die treurigheid, alleen al om het verspillend voorbij laten gaan van de tijd van leven, is min of meer van alle tijden en kan op zijn minst worden nagevoeld. 

Smart

Rawie geeft ‘een ietwat overtrokken, puberale indruk’ toe die soms gemaakt wordt. ‘Er wordt een geweldige smart onder woorden gebracht, die op het eind slechts veroorzaakt blijkt te worden door de afwezigheid der geliefde’ die nota bene zijn gevoelens wél beantwoordde. Ach, zegt hij ook, ‘reeds de Ouden wisten dat er in poëzie zelden iets nieuws gezegd wordt, maar hetzelfde telkens nieuw verwoord moet worden.’ 

Hier de mooie terzinen uit het sonnet ‘De zon vlucht voor de zon’ van de 17e-eeuwse Spanjaard Gabriel Bocángel: 

Wat is geweest, is weg; de toekomst is
nog niet in leven, en wat nu bestaat,
bestaat niet echt, omdat er niets beklijft.
 

Alleen wat wij niet weten is gewis;
de wereld, een op wind gestoelde staat
waarin toevalligheid de wet voorschrijft.

que tiene por monarca un accidente…  Voor het metrum boft Rawie dat in zijn taal toeval door toevalligheid vervangen kan worden. Of is dat toch iets minder toeval? Al lezend ga je sommige keuzes afwegen en begrijpen.   

Overdrijving

Wel heel erg zum Tode betrübt vindt Rawie graaf Conde de Villamediana. Diens sonnet loopt over van smartelijkheden die de graaf zogenaamd overkwamen. Want hij had veel lol in zwaardvechten, bedreef als biseksueel liefde te over en had vrij toegang tot het koninklijk hof, zoals wel meer van zijn ‘lotgenoten’. Het niet zonder overdrijving en toch aangrijpend bezingen van treurigheid leek volgens afspraak tot het genre van de poëzie te moeten horen. Dat is later voor veel gedichten in mindere mate steeds op blijven gaan.                             

Het laat zich niet moeilijk raden waarom Rawie voor zijn bundel als titel Een luchtbel in een vluchtige rivier geciteerd heeft. Het water van de tijd neemt zo’n snelle vlucht dat het de adem zou benemen als een op zich luttele luchtbel niet voor verdrinking zou behoeden. 

Muziek / Concert

Queen en Adam Lambert zijn niet te stoppen!

recensie: Queen + Adam Lambert – The Rhapsody Tour

Dat Queen na jaren nog steeds ongekend populair is bewijst de grote wachtrij buiten het Sportpaleis in Antwerpen. Al ruim voor 18:00u wanneer de deuren open gaan voegen fans zich toe aan deze rij, in afwachting van het langverwachte concert dat door COVID-19 al meerdere keren uitgesteld is.

Een overweldigend welkom

Bij binnenkomst werd het publiek meteen al geconfronteerd met een uitbundig versierd podium waarop een groot goudkleurig wandstuk klaarstond. Na twee uur wachten gingen de lichten in de zaal uit en klonken de instrumentale klanken van “Innuendo” door de boxen. Het hele publiek viel gauw stil en keek vol verwachting naar het podium waar het wandstuk langzaam omhoog werd gehesen en een nog uitgebreider decor onthulde. Het Sportpaleis leek omgetoverd te zijn tot een klassieke operazaal, maar tijd om dit uitgebreid te bewonderen was er niet want in het midden verscheen een projectie van zanger Adam Lambert terwijl het nummer “Now I’m Here” in werd gezet. Telkens als er ‘and now I am here’ of ‘and now I am there’ werd gezongen verscheen de projectie van de zanger op een andere plek. Het barstte helemaal los zodra de volledige band zich bij het nummer voegde en ook de originele Queen-leden Brian May en Roger Taylor tevoorschijn kwamen. Veel tijd om bij te komen van deze hevige start was er niet, want de band zette gauw voort met het energieke nummer “Hammer To Fall”.

Vervolgens was het tijd voor iets meer rust en voor mijn persoonlijke favoriet, het nummer “Somebody To Love”. Het decor werd iets rustiger en Adam Lambert liet goed horen wat voor vocaal geweld hij in huis heeft. Na een prachtige uithaal wees Adam demonstratief naar het drumstel en werd het vervolgstuk van het nummer ingezet waar het publiek gezamenlijk mee zong met de repeterende tekst ‘find him somebody to love’, een waar kippenvelmoment.

Het Sportpaleis werd getrakteerd op een ware greatest hits concert van de band, wat duidelijk gewaardeerd werd door meerdere generaties Queen-fans. Mensen van alle leeftijden waren aanwezig, allemaal om te kijken naar hun grote muzikale helden. Adam Lambert is zich hier goed bewust van en vertelt in een speech na het nummer “Killer Queen” hoe vereert hij is dat hij al jaren met Brian May en Roger Taylor op tour mag om de nalatenschap van deze grote rock ’n roll helden te eren. De extravagant geklede zanger doet dit op geheel eigen wijze, het is een waar eerbetoon aan wijlen Freddie Mercury zonder dat hij deze zanger te veel na probeert te doen.

Gouden setlist

Na het energieke “Don’t Stop Me Now” verdwijnt Adam van het podium en wordt de set vervolgd met het door drummer Roger Taylor gezongen “I’m In Love With My Car”. Al gauw wordt duidelijk waarom Adam van het podium was verdwenen, als hij via een ondergrondse lift in een nieuwe glitterende outfit op een glanzende motor op het podium verschijnt tijdens het nummer “Bicycle Race”. Dit was de aankondiging van het duidelijk dansbare deel van de setlist als het nummer wordt gevolgd door hits als “Fat Bottomed Girls” en “Another One Bites The Dust”.

Vervolgens verdwijnt Adam weer van het podium en wordt Brian May naar voren geschoven. Met enkel een spotlight op hem en een akoestische gitaar in zijn hand begint hij met het nummer “Love Of My Life” aan een eerbetoon voor Freddy Mercury. Het publiek steekt allemaal lichten de lucht in en zwaait mee tijdens het gehele nummer, zeker toen Brian aangaf dat hij fan is van al die lichten in de zaal. Dit emotionele moment leidde voor menig concertganger tot daadwerkelijke tranen toen bewegende beelden van Freddy in zijn welbekende gele jas op de schermen werden geprojecteerd. Na het eerbetoon bleef de spotlight op Brian staan toen hij vervolgde met het nummer “39”. Aan het einde van het nummer werd het drumstel van Roger Taylor naar voren geschoven en deelden de twee rockiconen samen die schijnwerper tijdens het door Roger gezongen nummer “These Are The Days of Our Lives”.

Met weer een outfitwissel van Adam en een decorwissel was het weer tijd voor nummers met een hoger tempo zoals “Crazy Little Thing Called Love”, “Under Pressure” en “A Kind Of Magic”, waar weer enthousiast op werd gedanst en op mee werd gezongen door het volledige publiek van het Sportpaleis. Goed getimed kwam er aansluitend aan “I Want It All”, dat begeleid werd met een indrukwekkende lasershow, weer een rustmoment voor zowel de band als het publiek toen Brian May zijn status als gitaarvirtuoos weer bewees tijdens een minutenlange solo.

Na de verkorte versies van “Tie Your Mother Down” en “Radio Gaga” werd de setlist afgesloten met Top2000-favoriet “Bohemian Rhapsody”. Het decor werd weer omgetoverd naar het operadecor van het begin en de volle band pakte hun moment om nog eens flink te knallen. Maar zo’n concert is natuurlijk niet echt compleet zonder een encore, wat ingeluid werd door verscheidene projecties van Freddy Mercury terwijl zijn welbekende ay-oh’s door de speakers klonken en werden nagezongen door het publiek. Vervolgens verscheen de volledige band weer op het podium voor “We Will Rock You” en voor “We Are The Champions”, waar Adam’s over-de-top outfit weer werd afgemaakt door een grootse kroon.

Voor jong en oud

Een avond Queen staat gelijk aan een spektakel voor alle zintuigen. De beroemde hits worden (nog steeds) uitmuntend uitgevoerd en worden vergezeld door goed doordachte decorstukken en lichtshows. Voor de kenners zijn er herkenbare visuals van de verschillende albums te herkennen tijdens de nummers. Zo werden de vrolijkgekleurde illustraties van de albumhoes van A Kind Of Magic tijdens het titelnummer geprojecteerd op de schermen boven het podium en sloot het stenen standbeeld van de albumhoes van News Of The World symbolisch de gordijnen van het podium na het nummer “We Are The Champions”.

Of je nu al jaren fan bent van Queen of aangestoken bent door de hype rondom de film Bohemian Rhapsody (2018), Queen + Adam Lambert live in concert zien is een must voor iedereen!

Kunst / Expo binnenland

Serieus mens, serieus spel

recensie: Henk Helmantel: Meester in Realisme
Art Revisited

Wie de schilderijen van Henk Helmantel wil bewonderen, kan een groot deel van het jaar terecht in zijn eigen museum in het Groningse Westeremden. Het mooie dorpje is helaas wel eens in het nieuws als epicentrum van een aardbeving. Elders in het land worden ook regelmatig exposities van zijn werk georganiseerd. Zoals nu in Museum Veenendaal. 

Rechts glijdt een strook Groninger boerenland voorbij. De tijd dat ‘olle kerels’ hier op een brommer langs ’s Heeren wegen tuften, ligt toch gauw een halve eeuw achter ons. Maar het valt niet te ontkennen, we zitten met de camera even achterop bij een stevig ingepakte Henk Helmantel. Wanneer hij vanaf de zijkant wordt gefilmd, kunnen we meer details onderscheiden. GTS 50 staat er op de benzinetank, een Zündapp dus. Kom daar nog maar eens om tegenwoordig. 

Compositorisch vernuft 

De scene maakt deel uit van een kort filmpje dat je kunt bezichtigen in Museum Veenendaal. Daar loopt tot 3 september een expositie gewijd aan Helmantel (geboren 1945). In totaal zijn er circa 25 werken van hem tentoongesteld; een indrukwekkende greep uit zijn vermaarde stillevens en kerkinterieurs, plus in een paar vitrines enkele gebruiksvoorwerpen die hij in de schilderijen heeft verwerkt. De inrichting van de expositie is niet vlekkeloos. Er is één mooie, rijkbehangen hoofdzaal,  maar een aantal werken moet het helaas doen met een wandje in een open ruimte gewijd aan de plaatselijke geschiedenis. Qua compositie niet helemaal des Helmantels. 

Helmantel is in 2008 gekozen tot kunstenaar van het jaar, boven mededingers als Anton Corbijn, Armando en Erwin Olaf. Daarvóór werd hij een tijdlang als weinig vernieuwend beschouwd, een traditionele ‘fijnschilder’ die voortborduurt op de stillevens van de Gouden Eeuw. Maar in het juryrapport van 2008 worden enkele onmiskenbare kwaliteiten van zijn werk geroemd. Eén daarvan is een groot compositorisch vernuft. Zelf wijst Helmantel vaak op de moderne, ‘abstracte’ toets van zijn werk, het spelen met lijnen, vlakken en kleuren dat weinig met de barok van doen heeft. In de hoofdzaal van het museum in Veenendaal zie je precies wat hij bedoelt. Zowel de stillevens als de interieurs die hij schildert, zijn prachtig opgebouwd, met een mathematische blik en de hand van een architect. In dit verband wordt Helmantel wel gelinkt aan schilders als Pieter Saenredam. 

‘De schoonheid van eenvoudige dingen’ 

Uienstilleven 2015

Henk Helmantel, Uienstilleven, 2015 (Art Revisited)

Bovenaan een wand met stillevens prijkt een citaat van Helmantel dat hem ook typeert: ‘Ik wijs mensen op de schoonheid van eenvoudige dingen’. Geboren en getogen op de Groninger kleigrond waar zijn vader groente en fruit kweekte, schroomt hij niet om in zijn werk simpele streekproducten af te beelden. Je moet onwillekeurig even denken aan Andy Warhol en zijn transformatie van het alledaagse tot kunst. Geen soepblikken, maar hun ingrediënten. Uien, een paar bolletjes knoflook, een versgebakken brood … Helmantel schildert ze hyperrealistisch en met een ongekend talent voor stofuitdrukking en belichting. Een feestje voor het oog is het gewoon, zo’n rij schilderijen.   

Zoals de schilder zelf benadrukt, haalt hij zijn inspiratie voor een belangrijk deel uit zijn christelijk geloof. Bij de schoonheid van eenvoudige dingen denkt hij vooral aan de schoonheid van de schepping. Maakt dat iets uit voor de kijker? Dat ligt natuurlijk nogal persoonlijk, maar er is niets dat per se tot een religieuze interpretatie noopt. Je kunt in de stillevens evengoed een loflied op de pracht van de evolutie zien, of in de fascinerende weerspiegelingen in glaswerk een haarscherpe ontleding van de verstrooiing van zonlicht.  

Spelen met tradities? 

Het ligt niet erg voor de hand om in Helmantel een schilder te zien die speelt met tradities. Zo gauw hij zich van zijn helm ontdoet op de Zündapp, komt de ernstige plattelander tevoorschijn, zware baard, ernstig in stem en voorkomen. Op een brommer rijden is geen grapje. Voor lichtvoetigheid hoef je bij hem niet aan te kloppen. Een toeschouwer die vanuit een eigen perspectief naar zijn werk en filmpje kijkt, kan dat toch net iets anders ervaren. Spelen kan ook heel serieus zijn. 

 

Afbeelding boven: Henk Helmantel, Stilleven in rode kast, 1978 (Art Revisited)

Kunst / Expo binnenland

De Arnhemse mode biënnale houdt publiek een leerzame spiegel voor

recensie: State of Fashion mode biënnale in Arnhem
Fashion encounters - fashion biennale Arnhem 2022, foto Priya WannetPriya Wannet

In Arnhem vindt momenteel de State of Fashion mode biënnale plaats. Vijf weken lang wordt de stad omgetoverd tot een podium voor makers, ontwerpers en kunstenaars wereldwijd. Samen met het publiek gaan zij op zoek naar mogelijkheden om de mode-industrie duurzamer en zorgzamer te maken. Ook in de tentoonstelling Fashion as Encounters, gecureerd door NOT ___ ENOUGH Collective, wordt er binnen het centrale thema Ways of Caring gezocht naar een nieuwe betekenis van mode. Priya Wannet trok de stoute schoenen aan en nam er een kijkje.

Wat een prachtig gezicht! De Arnhemse Eusebiuskerk is volledig omgedoopt tot een serene modetempel met een verscheidenheid aan ontwerpen, foto’s en patronen. Bij de balie word je opgewacht door drie vrolijke dames die je volproppen met informatie en allerlei boekjes en flyers in je handen drukken. Je kunt merken dat zij hart hebben voor de zaak en het belangrijk vinden om je zo goed mogelijk voor te lichten. Achter hen bevindt zich de immense ruimte met hoge plafonds en authentieke bouwelementen. Overal waar je kijkt zie je kleur, of toch niet?

Het onzichtbare zichtbaar maken

Bodies that make, bodies that consume, Fashion encounters, biënnale 2022, foto Priya Wannet

Bodies that make, bodies that consume, State of Fashion biënnale 2022

Waar je door het werk van kunstcollectief Cholita Chic volledig omvergeblazen wordt door de mooiste kleurencombinaties, roepen de saaie kledingstukken van Santiago Útima, Siviwer James, Widi Asari en Riyadhus Shalihin alleen maar vragen op. De drie lange rekken met kleding van deze makers staan sterk in contrast met het werk van de andere deelnemende ontwerpers. Zodra je de kledingstukken beter gaat bekijken, ontdek je bijvoorbeeld dat er zweetplekken in de stof zitten. Voor modeliefhebbers wellicht even slikken. Je vraagt je meteen af wat de reden hiervan zou kunnen zijn en begint automatisch de informatie op de bordjes te lezen. De kledingstukken blijken deel uit te maken van de installatie bodies that make, bodies that consume waarmee de makers de kloof tussen ‘de handen die maken’ en de ‘lichamen die gebruiken’ hopen te overbruggen. In het label van de kleding delen ze hun eigen ervaringen met de kledingindustrie en dat is bepaald niet mis. Zo vertelt Santiago Útima over de opofferingen van zijn moeder, een naaister uit Colombia en legt de Congolese Siviwe James uit hoe het is om te moeten werken in een CMT (Cut Make Trim, een term voor een productieruimte).

Ode aan de inheemse vrouw

Cholita Chic, Fashion Encounters, State of fashion biënnale 2022, foto Priya Wannet

Cholita Chic, State of Fashion biënnale 2022

Nog even terug naar het kleurrijke werk van Cholita Chic, want dat is ook zeker het bespreken waard. Deze creatieve zussen werken en wonen in het grensgebied tussen Chili, Bolivia en Peru. Hier bestuderen zij niet alleen de onderlinge relatie tussen die landen, maar ook het thema gender en de kaders die daarbij worden opgelegd door de steeds verdergaande globalisering. In hun werk tonen ze de authentieke schoonheid van de Boliviaanse Aymara- vrouw, waarmee ze de lokale inheemse cultuur weer tot leven wekken. Het resultaat is een heuse blikvanger vol neonkleuren. Naast de felle kleuren is er ook gedacht voor andere klassieke elementen, zoals het geronde vrouwenhoedje en de verschillende laagjes in de kleding. Het is mooi om te zien hoe gepassioneerd deze vrouwen zijn als het gaat om het behoud van hun eigen cultuur. Wij als Westerlingen kunnen daar nog wat van leren. Zo leven de Aymara-indianen niet alleen samen met elkaar maar met de hele omgeving.  Ze zijn van de natuur afhankelijk voor hun welvaart en hebben daarom een unieke relatie met het natuurlijk systeem waarin we leven. Door gebruik te maken van hun kennis zijn we misschien in staat om de wereld ten goede te veranderen.

Authentieke Mexicaanse gezichten

Waar de zusjes van het collectief Cholita Chic elkaar al hun hele leven kenden, begonnen de fotograaf Dorian Ulises López Marcías (1980) en In The Park Productions hun samenwerking pas zes jaar geleden. Wat startte als een speels experiment werd al gauw een poging om te laten zien wat de (industriële) modewereld niet wil dat mensen zien: authentieke Mexicaanse gezichten. De selectie van foto’s laat zien hoe Dorian en In The Park zich niet schikken naar eurocentrische schoonheidsnormen, maar in plaats daarvan besluiten de échte Mexicaanse schoonheden vast te leggen. Door hun werk verleggen ze de grenzen en esthetische normen van mode, waarbij ze belang hechten aan de ware weergave van identiteit, lichaam en gender. Zo zie je een prachtige foto van twee jonge Mexicaanse vrouwen die (half)naakt in het water staan en onverschrokken de cameralens inkijken. Dit beeld kan de jongere generatie in Mexico inspireren om tot actie over te gaan. Weg met het taboe rondom naaktheid en seksualiteit.

Eigen verantwoordelijkheid

Verspreid over de tentoonstelling vind je ook een aantal groene elementen, zoals een kledingrek met kledinghangers. Bij het begin van de biënnale zijn die nog leeg, maar het is de bedoeling dat ze na verloop van tijd wordt aangevuld door creaties van de bezoekers zelf, die ze maken tijdens de daarvoor speciaal voorziene workshops. Op die manier willen de curatoren de grens vervagen tussen ontwerper en publiek en het publiek letterlijk betrekken bij de tentoonstelling. Ook willen ze de bezoekers bewust maken van hun eigen koopgedrag en hun beeld over mode veranderen. Hoe we winkelen is van invloed op de toekomst van onze planeet. Het is daarom belangrijk dat we anders leren kijken naar het kopen van kleding.

Kortom: een interessante tentoonstelling die verder gaat dan wat grote modehuizen je van buiten laten zien. Als bezoeker maak je kennis met de schaduwkanten van de modewereld en word je gedwongen om kritisch naar je eigen handelen als consument te kijken. Mode is allang niet meer voor de elite: het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om te verduurzamen. Fashion as Encounters maakt ons bewust van deze uitdagingen en houdt ons allemaal een morele spiegel voor.