Tag Archief van: 8WEEKLY

Theater / Voorstelling

Het gaat niet goed met de wereld, verbinding biedt een uitweg

recensie: Het barre land – ISH Dance Collective/Amsterdam Sinfonietta/Bencha Theater

Je moet het maar durven: een heel strijkorkest op het podium zetten, en je dansers en acrobaten tussen de musici door laten manoeuvreren, dansen, spelen. Choreograaf Marco Gerris en violist Candida Thompson durven dat. Hun overdonderende voorstelling Het barre land kent uitdrukkelijk geen grenzen, geen beperkingen, geen afbakeningen. Musici en spelers werken naadloos samen, geven elkaar de ruimte, inspireren elkaar.

Het is geen vrolijke wereld, van waaruit Het barre land van ISH Dance Collective, het Amsterdam Sinfonietta en Bencha Theater start. Deze muziek-, dans- en acrobatiekvoorstelling gaat uit van het zwaarmoedige gedicht The Waste Land (1922) van T.S. Elliot (1888-1965), en van een dito tekst van de Iraanse dichter Ahmad Shamlou (1925-2000).

We horen de dichters hun teksten voordragen. ‘I will show you fear, and a handful of dust’, zegt Elliot. Daarmee verwijst Elliot naar onze sterfelijkheid, naar de dood; naar de nutteloosheid van al wat de mens onderneemt. Het gaat kortom niet goed met de wereld, is het uitgangspunt van deze hoogst actuele en urgente voorstelling.

Verbinding alom

Verbinding met elkaar aangaan biedt een uitweg. ISH Dance Collective stuurt de – acrobatische – dansers aan, Bencha Theater maakt onder andere acrobatische muurdans. Amsterdam Sinfonietta levert een keur aan muziekstukken, van Igor Stravinsky tot Pablo Casals. Belangrijk in deze kunstzinnige mengelmoes is dat allen samenwerken, en niemand opgesloten zit in zijn eigen discipline. De dansers acrobatieken, de klimmers dansen, de musici acteren.

Het podium is vrijwel leeg. Op de vier hoeken staan klimpalen, van het soort dat je ziet bij elektriciteitsmasten (stellage: Jeroen de Goei). De achterste twee leiden naar een verticaal rechtopstaande, uitgelichte muur. Daarop voeren Micka Karlsson, Sarah Kooij en Kenneth Gérard ‘muurdansen’ uit: ze zijn gezekerd door touwen en dansen, hangen, spelen tegen die muur aan. Vanuit de zaal ziet dat eruit alsof je uit een hooggelegen raam neerkijkt op mensen op straat. Gedurfd, fascinerend en origineel is deze vorm van acrobatische dans.

Herrold Anakotta, Sophia Mason en Lars de Vos tekenen voor de dans, onder leiding van choreograaf Marco Gerris. Hun werk is een combinatie van moderne dans, hiphop, vogue, met daar doorheen een snufje Kristina de Châtel. Het resultaat is tegelijkertijd breekbaar en robuust. De dans is gestileerd, esthetisch, strak en toch frivool.

Sterk is de keuze om de musici juist niet in de orkestbak te zetten, opdat de speelvloer vrij is voor dansers en acrobaten. Er is daardoor voortdurend interactie tussen het strijkorkest en de spelers. De strijkers drijven de dansers op en de dansers ‘communiceren’ met de musici.

Weergaloos mooi

De dansen zijn in zoverre verhalend dat de toeschouwer er van alles in kan zien en uit kan begrijpen. Zo daalt vanaf de ‘dansmuur’ een engelachtige figuur neer. De figuur landt op de schouders van een danser die op de grond staat. De danser op de grond trekt aan voeten en benen van de zwevende figuur: alsof hij een overledene vanuit de hemel wil terughalen naar de aarde. Wanneer de zwevende figuur weer opstijgt, houdt de danser hem bij de voeten vast: alsof hij mee wil, die hemel in. Waarna de danser de zwever toch maar loslaat, en met een bons terugvalt op de aarde.

foto: Michel Schnater

Er is een trio waarin twee mannen strijden om een vrouw. En twee dansers spiegelen elkaar aanvankelijk: ze voeren in spiegelbeeld dezelfde dans uit, om gaandeweg meer en meer hun eigen weg te zoeken. Zo zijn de meeste stukken vrij goed verhalend uit te leggen.

Het barre land is niet onder één genre te scharen, hier vallen grenzen en beperkingen weg. Het resultaat is weergaloos mooi, met sterke muziek. Er staat maar een dozijn uitvoeringen van deze voorstelling op de agenda. Zorg dat je haar ziet!

 

Concept: Marco Gerris & Candida Thompson
Regie: Marco Gerris
Muzikale leiding & viool: Candida Thompson
Dans: Herrold Anakotta, Sophia Mason, Lars de Vos

Verticale muurdans: Micka Karlsson, Sarah Kooij, Kenneth Gérard
Musici: Candida Thompson, Ingrid van Dingstee, Nicoline van Santen, Karen Segal, Catherina Lee, Petra Griffioen, Frances Thé, Diet Tilanus, Georgy Kovalev, Anne-Bartje Fontein, Ernst Grapperhaus, Tim Posner, Örs Köszeghy, Madelyn Kowalski, Ying Lai Green, Jacobus den Herder, Barry Jurjus
Choreografie: Marco Gerris i.s.m. de dansers
Choreografie verticale muurdans: Rachel Melief i.s.m. de luchtacrobaten
Lichtontwerp: Mike den Ottolander
Geluid: Rob Strolenberg, Stef Polderman
Kostuums: Mirjam Manusama
Stellage: Jeroen de Goei
Fotografie: Michel Schnater

Theater / Voorstelling

Het gaat niet goed met de wereld, verbinding biedt een uitweg

recensie: Het barre land – ISH Dance Collective/Amsterdam Sinfonietta/Bencha Theater

Je moet het maar durven: een heel strijkorkest op het podium zetten, en je dansers en acrobaten tussen de musici door laten manoeuvreren, dansen, spelen. Choreograaf Marco Gerris en violist Candida Thompson durven dat. Hun overdonderende voorstelling Het barre land kent uitdrukkelijk geen grenzen, geen beperkingen, geen afbakeningen. Musici en spelers werken naadloos samen, geven elkaar de ruimte, inspireren elkaar.

Het is geen vrolijke wereld, van waaruit Het barre land van ISH Dance Collective, het Amsterdam Sinfonietta en Bencha Theater start. Deze muziek-, dans- en acrobatiekvoorstelling gaat uit van het zwaarmoedige gedicht The Waste Land (1922) van T.S. Elliot (1888-1965), en van een dito tekst van de Iraanse dichter Ahmad Shamlou (1925-2000).

We horen de dichters hun teksten voordragen. ‘I will show you fear, and a handful of dust’, zegt Elliot. Daarmee verwijst Elliot naar onze sterfelijkheid, naar de dood; naar de nutteloosheid van al wat de mens onderneemt. Het gaat kortom niet goed met de wereld, is het uitgangspunt van deze hoogst actuele en urgente voorstelling.

Verbinding alom

Verbinding met elkaar aangaan biedt een uitweg. ISH Dance Collective stuurt de – acrobatische – dansers aan, Bencha Theater maakt onder andere acrobatische muurdans. Amsterdam Sinfonietta levert een keur aan muziekstukken, van Igor Stravinsky tot Pablo Casals. Belangrijk in deze kunstzinnige mengelmoes is dat allen samenwerken, en niemand opgesloten zit in zijn eigen discipline. De dansers acrobatieken, de klimmers dansen, de musici acteren.

Het podium is vrijwel leeg. Op de vier hoeken staan klimpalen, van het soort dat je ziet bij elektriciteitsmasten (stellage: Jeroen de Goei). De achterste twee leiden naar een verticaal rechtopstaande, uitgelichte muur. Daarop voeren Micka Karlsson, Sarah Kooij en Kenneth Gérard ‘muurdansen’ uit: ze zijn gezekerd door touwen en dansen, hangen, spelen tegen die muur aan. Vanuit de zaal ziet dat eruit alsof je uit een hooggelegen raam neerkijkt op mensen op straat. Gedurfd, fascinerend en origineel is deze vorm van acrobatische dans.

Herrold Anakotta, Sophia Mason en Lars de Vos tekenen voor de dans, onder leiding van choreograaf Marco Gerris. Hun werk is een combinatie van moderne dans, hiphop, vogue, met daar doorheen een snufje Kristina de Châtel. Het resultaat is tegelijkertijd breekbaar en robuust. De dans is gestileerd, esthetisch, strak en toch frivool.

Sterk is de keuze om de musici juist niet in de orkestbak te zetten, opdat de speelvloer vrij is voor dansers en acrobaten. Er is daardoor voortdurend interactie tussen het strijkorkest en de spelers. De strijkers drijven de dansers op en de dansers ‘communiceren’ met de musici.

Weergaloos mooi

De dansen zijn in zoverre verhalend dat de toeschouwer er van alles in kan zien en uit kan begrijpen. Zo daalt vanaf de ‘dansmuur’ een engelachtige figuur neer. De figuur landt op de schouders van een danser die op de grond staat. De danser op de grond trekt aan voeten en benen van de zwevende figuur: alsof hij een overledene vanuit de hemel wil terughalen naar de aarde. Wanneer de zwevende figuur weer opstijgt, houdt de danser hem bij de voeten vast: alsof hij mee wil, die hemel in. Waarna de danser de zwever toch maar loslaat, en met een bons terugvalt op de aarde.

foto: Michel Schnater

Er is een trio waarin twee mannen strijden om een vrouw. En twee dansers spiegelen elkaar aanvankelijk: ze voeren in spiegelbeeld dezelfde dans uit, om gaandeweg meer en meer hun eigen weg te zoeken. Zo zijn de meeste stukken vrij goed verhalend uit te leggen.

Het barre land is niet onder één genre te scharen, hier vallen grenzen en beperkingen weg. Het resultaat is weergaloos mooi, met sterke muziek. Er staat maar een dozijn uitvoeringen van deze voorstelling op de agenda. Zorg dat je haar ziet!

 

Concept: Marco Gerris & Candida Thompson
Regie: Marco Gerris
Muzikale leiding & viool: Candida Thompson
Dans: Herrold Anakotta, Sophia Mason, Lars de Vos

Verticale muurdans: Micka Karlsson, Sarah Kooij, Kenneth Gérard
Musici: Candida Thompson, Ingrid van Dingstee, Nicoline van Santen, Karen Segal, Catherina Lee, Petra Griffioen, Frances Thé, Diet Tilanus, Georgy Kovalev, Anne-Bartje Fontein, Ernst Grapperhaus, Tim Posner, Örs Köszeghy, Madelyn Kowalski, Ying Lai Green, Jacobus den Herder, Barry Jurjus
Choreografie: Marco Gerris i.s.m. de dansers
Choreografie verticale muurdans: Rachel Melief i.s.m. de luchtacrobaten
Lichtontwerp: Mike den Ottolander
Geluid: Rob Strolenberg, Stef Polderman
Kostuums: Mirjam Manusama
Stellage: Jeroen de Goei
Fotografie: Michel Schnater

Boeken / Non-fictie

Liefdesstroom naar Griekenland

recensie: Wim Willems - Het eiland. Een Griekse liefdesgeschiedenis
Het eiland, een Griekse liefdesgeschiedenishttps://pixabay.com/photos/windmills-old-mills-landmark-ruin-593480/

Het is dé plek waar reisbureaus mee pronken: de Griekse archipel. Bezoekers van de eilanden aan de Egeïsche zee houden, naast een prachtige zongebruinde huid, ook hartverwarmende herinneringen aan het bezoek over. Zo ook Wim Willems en zijn vrouw Annemarie Cottaar, die hun hart hebben verpand aan het eiland Amargos.

Als Wim Willems, tevens emeritus-hoogleraar sociale geschiedenis (Universiteit Leiden), net zo boeiend kan oreren als hij kan schrijven, dan moeten die collegezalen toch bomvol zitten. Wanneer Willems in de pen klimt, is hij niet meer te stoppen. Iedere zin is doordrenkt van de stijlfiguren en beeldspraken, weloverdacht en een gedicht op zichzelf. Willems is een woordkunstenaar ten voeten uit. Niet alleen worden er archaïsmen uit de oude doos getoverd, maar de lezer stuit ook op enkele neologismen. Willems beschrijft iedere handeling die zich voltrekt of heeft voltrokken. Tevens gaat er geen landschap aan hem voorbij. Hij schildert het vanuit zijn geheugen voor ons na.

Aan de ene kant is het mooi hoe beeldend Willems schrijft. Aan de andere kant is het haast een valkuil voor hem: de mooischrijverij is niet echt gedoseerd. Valt het hem kwalijk te nemen? Nee, want als een auteur de kunst verstaat om alles wat in zijn binnenste zit, te verpakken in de meest stilistische hoogstandjes, zou het gek zijn om het na te laten. Toch valt er wel één reden te bedenken. Als alles met veel detail wordt beschreven en dan ook nog eens in figuurlijk taalgebruik (dat ook een vertaling behoeft), vertraagt dit menige lezer. Van de lezer wordt dan ook het een en ander verlangd: een uitgebreide woordenschat, voorkennis over de kunst en geschiedenis (van Griekenland en daarbuiten), een hoog leesniveau, een goed concentratievermogen (wie de context van één zin niet ontrafelt, zal zich snel onbeholpen voelen) én veel interesse in het leven van de schrijver zelf.

Dagboekfragmenten

Natuurlijk, een mythe over Griekenland wordt niet geschuwd en breed uit de doeken gedaan, maar het boek leest voornamelijk als een soort dagboek. De lezer ontdekt hoe het eiland Amorgos Annemarie en Wim steeds blijft aantrekken. Alsof een aantal sirenen hen met lokroepen terughaalt. Dat heeft zo zijn redenen: niet alleen het heerlijke eten, de muziek en de pracht en praal van de aanwezige natuur, maar voornamelijk de eilandbewoners maken het tot een eiland dat je niet meer loslaat (en ook niet wil loslaten).

Er zijn talloze ontmoetingen met eilandbewoners in dit boek beschreven. De vriendschap met Stathis Konstantopoulos is het hechtst, en Willems onderhoudt jarenlang contact met deze vriend, ook door middel van brieven. Net als met andere Grieken wordt er met hem een jarenlange correspondentie op nagehouden. Helaas zijn niet alle ontmoetingen even positief, maar het is opvallend hoezeer Willems een goed gemoed blijft houden. Hij en zijn vrouw komen als uiterst sympathieke mensen over, die laten inzien dat je altijd in staat bent om buiten de grenzen van je biologische familie een eigen familie samen te stellen. En dat je je ook op andere plekken op de wereld thuis kunt voelen, zoals in het door het echtpaar gekoesterde restaurant To Limani.

Wat helpend was geweest, in de hele wirwar van namen, was een tijdlijn of een kleine introductie van personages vooraf. De lezer is zo hard bezig met het interpreteren van iedere zin uit dit lange relaas, dat het best veel gevraagd is om ook de vriendenkring van Wim en Annemarie bij naam te leren kennen. Hoewel het boek een vrij chronologische opbouw kent, wordt het af en toe lastig als er een tijdsprong wordt gemaakt of als er zich een soort droomachtige situatie voordoet (en de schrijver dan ook eerlijk toegeeft dat het dan wel een droom of een nachtmerrie betreft).

Inkijkje in het eilandleven

Dat het boek af en toe ook het informele karakter van een dagboek heeft, wordt duidelijk als de schrijver soms net iets te persoonlijke ontboezemingen uit (zoals indringende en gekke dromen). Er wordt weinig feitelijke informatie over het eiland vermeld, want het gaat altijd nog om de subjectieve beleving van Willems zelf. Wel geeft het boek een goed inzicht in hoe het leven er op een eiland aan toe gaat en hoe de bewoners naar de mensen van buitenaf kijken. Als buitenstaander weet Willems goed te integreren, zo tussen de soms ietwat chaotische of mensenschuwe Grieken, maar hij zal altijd een gast blijven in een land, hetzij een zeer welkome gast.

Het is opvallend dat Willems en zijn vrouw, in een tijd waarin reislustige avonturiers overal heen kunnen rijden, treinen of vliegen, bleven terugkeren naar één specifieke plek. Of het nu komt door een stukje zekerheid dat die plek biedt (in dit geval: een eiland dat min of meer stil blijft staan in de tijd) of door de utopische receptuur (vriendelijke mensen, zon, zee en rust), het is bijzonder dat Willems dit jarenlang heeft mogen ervaren met een vaste reiscompagnon. Met een ongeëvenaarde schrijfstijl weet hij een prachtige liefdesgeschiedenis op te tekenen.

We hadden hem meer jaren gegund om samen met zijn vrouw te genieten van het idyllische eiland, maar helaas liep dat anders. Gelukkig kan hij zich wentelen in de prachtige herinneringen aan het eiland, die nu niet alleen op foto’s staan afgedrukt, maar ook op papier. Iedereen die deelgenoot wil worden van de observaties van Willems, kan zich niet snel genoeg haasten naar de boekwinkel. Het boek leest als een zeer prettige ‘blog’ van een kampioen in woorden schikken, die kan toveren met de inkt die hij tot zijn beschikking heeft.

 

Theater / Voorstelling

Het uitzonderlijke leven van Josephine Baker

recensie: Josephine B. - Een leven in revue
Josephine Baker musical scene© Wesley de Wit

Van topless dansen in een bananenrokje tot het ontvangen van de Légion d’honneur: het leven van de Amerikaans-Franse superster Josephine Baker was een rollercoaster. De nieuwe musical Josephine B. vertelt haar uitzonderlijke levensverhaal in de revuestijl die haar in de jaren 20 en 30 zo mateloos populair maakte.

Theaterproducent De Graaf & Cornelissen gooit het na twee jaar vol grote, bekende producties als Les Misérables, Mammia Mia! en Saturday Night Fever over een andere boeg. Josephine B. is een kleine musical met originele muziek aangevuld met Bakers eigen nummers als ‘J’ai Deux Amours’ en ‘I’m Feelin’ Like a Million’. Een gedurfd onderwerp aangezien lang niet iedereen bekend is met het leven en de muziek van miss Baker.

Het bananenrokje ontstegen

De musical start op het moment dat de 19-jarige Josephine Baker vlucht uit gesegregeerd Amerika en – zoekend naar ultieme vrijheid – voet zet op Franse bodem. Ze begint haar carrière als achtergronddanseresje in een zwarte revue waar ze zich geheel tegen haar principes laat overhalen om topless in een banenrokje te poseren en te dansen. Hierdoor groeit ze uit tot een Parijse sensatie. Ze maakt slim gebruik van haar roem: ze neemt deel aan het Franse verzet in de Tweede Wereldoorlog en helpt Martin Luther King in zijn strijd tegen racisme en segregatie. Zo speecht ze tijdens de bekende March on Washington in 1963, waar King ook zijn bekende ‘I have a dream’-speech geeft.

Een geweldige cast

scene uit Josephine B.

© Wesley de Wit

Channah Hewitt is als jonge, maar ook als oudere Josephine een geweldige castingkeuze. Ze zingt de sterren van de hemel – wat ze al eerder deed in haar rol als Fantine in les Misérables – en brengt zowel de musicalnummers als Bakers nummers op haar eigen manier: van pure emotie tot ultieme show in exorbitante kostuums. Ze wordt daarbij ondersteund door een ensemble van acht mannen die door middel van meerstemmig gezang en dans haar levensverhaal uitbeelden. Elk vertolkt ook een man die belangrijk was in het leven van Josephine. Vooral Leo-Alexander Hewitt en Yannick Plugers maken indruk. Hewitt is een statige, maar ook warme en benaderbare Martin Luther King terwijl Plugers grote liefde Jo Bouillon speelt: een lieve, dienstbare man die zijn eigen wensen opzijzet ten gunste van de dromen van Baker.

Doordrenkt met revue

Het levensverhaal van Baker wordt in hoog tempo verteld zonder de nodige aandacht voor belangrijke momenten te verliezen. Korte scenes wisselen elkaar af, maar er wordt uitgebreid stilgestaan bij haar onvervulde wens om een kindje op de wereld te zetten. De musical is daarnaast doordrenkt van de jaren 20 revuestijl; zelfs de nazisoldaten die door miss Baker worden misleid, lopen rond met een rode glitterband om hun arm. De teksten van de originele nummers zijn zoals je dat van een gemiddelde Nederlandstalige musical mag verwachten: soms vol van clichés, maar de boodschap en de emotie komen altijd over door het sterke acteerwerk van Hewitt.

Josephine B. is een welkome toevoeging aan het Nederlandstalige musicallandschap. Origineel, goed uitgevoerd en leerzaam voor een publiek dat wellicht niet al te bekend is met het Frans-Amerikaanse icoon. De musical is vrolijk en luchtig zoals Bakers revues, maar benadrukt de serieuze onderwerpen op een vernuftige manier. Het grenzeloze optimisme van Baker – die zich niet liet tegenhouden door seksisme, rassenhaat, oorlog of onvervulde dromen – is nog even inspirerend en relevant als honderd jaar geleden. J’ai deux amours, in de vorm van Josephine Baker en Channah Hewitt.

Film / Films

Bob Dylan: een weinig sympathieke wereldster

recensie: A Complete Unknown – James Mangold
A Complete Unknown2024 Searchlight Pictures All Rights Reserved.

‘Ze vragen me waar de liedjes vandaan komen’, zegt Bob Dylan tegen zijn vriendin in de biopic A Complete Unknown. De Dylan in deze film is altijd en overal als een bezetene bezig met het schrijven van zijn songs en muziek. Regisseur James Mangold maakt van de singer/songwriter een kettingroker en een zuipschuit, en een tamelijk wereldvreemde, solistische figuur.

In 1961 komt Bobby Zimmerman aan in New York City. Hij heeft zichzelf dan al omgedoopt in Bob Dylan. Bobby (Timothée Chalamet) is op zoek naar folkicoon Woody Guthrie. Maar die ligt op dat moment al ernstig ziek in een hospice. Wanneer Dylan hem bezoekt, treft hij Pete Seeger naast Guthrie’s bed. Seeger (1919-2014) is folk singer-songwriter, hij heeft bijvoorbeeld het anti-oorlogslied ‘Where Have All the Flowers Gone’ geschreven. In de Dylan biopic A Complete Unknown is de ontmoeting met Seeger voor Bobby het keerpunt. Seeger ziet onmiddellijk het talent in de knul.

Protestsongs

Bob Dylan (Duluth, Minnesota, 1941) is de schrijver en zanger van talloze liedjes en platen. In de jaren zestig en zeventig werd hij vooral bekend om zijn protestsongs tegen het beleid van de regering van de VS in het algemeen en tegen oorlogen die Amerika voerde in het bijzonder. Zijn werk is hier te lande vooral bekend bij mensen die ouder zijn dan vijftig jaar.
Regisseur Mangold maakte de biopic A Complete Unknown op basis van de biografie Dylan Goes Electric! (2015) van Elijah Wald. Mangold tekende eerder voor Walk the Line (2005), de biopic over Johnny Cash.

Chalamet

De film bestrijkt de periode van Dylans aankomst in New York in 1961 tot het moment in 1965 waarop hij op een folkfestival kiest voor de elektrische gitaar en rock & roll-achtige ballads en protestsongs speelt. Huur de getalenteerde Timothée Chalamet in om Dylan te spelen, en je hebt meteen een film die interessant is om naar te kijken. Chalamet laat hem uitgroeien van een nauwelijks-communicerende, door muziek geobsedeerde jongvolwassene tot een eigenwijze singer/songwriter die zijn eigen weg gaat en zich door niemand iets laat afdwingen. Hij is ontrouw en lastig tegenover zijn vriendinnetjes, onder wie singer/songwriter Joan Baez. En moeilijk om mee te werken voor bandleden en platenbazen.

Verdraaid

De plot verdraait een aantal bekende feiten, deels om het verhaal van de zanger aantrekkelijker te maken, deels om het glad te strijken.
Bijvoorbeeld. De overlevering wil dat Dylan op zijn 19e, in 1961, van Minnesota naar New York liftte, dan wel meereisde op een goederentrein. In werkelijkheid reed hij gewoon zelf, in een Chevrolet Impala.
Dylans eerste serieuze vriendin heet in de film Sylvie Russo (gespeeld door Elle Fanning); dit is een pseudoniem voor Suze Rotolo (1943-2011). Haar naam is op verzoek van Dylan zelf veranderd, omdat ze nooit een Bekende Amerikaanse is geworden.
En de ‘doorbraak’ van Dylan op de vermaledijde elektrische gitaar, op het Newport Folk Festival in 1965 betekende geen breuk met de folkartiesten omdat Dylan akoestisch verruilde voor elektrisch. De folkgemeenschap keerde zich van Dylan af omdat zij expliciet linksgeoriënteerd waren en hij niet.

Lammy winterjas

Chalamet zet een fijne Dylan neer. Waar deze Dylan ook is of in welk gezelschap, hij werkt zich monomaan te pletter op zijn muziek. De visagie geeft Chalamet een krullenkop, bakkenbaarden, paarse lijnen onder de ogen; kostuumontwerp trekt hem een beige lammy winterjas en jeans aan, en daar staat Dylan. Chalamet speelt Dylan niet alleen, er zitten ook veertig liedjes in de film waarin hij zelf zingt, gitaar speelt en mondharmonica speelt.
Een hele partij vroege hits passeert de revue, van ‘Blowin’ in the Wind’ tot ‘Like a Rolling Stone’. De film heeft vijf jaar bij regisseur Mangold in de pijplijn gezeten, mede vanwege de coronapandemie en de staking van Hollywoodmedewerkers. Dat oponthoud gaf Chalamet vijf jaar de tijd om alle soorten muziekles te nemen.

Geloofwaardig wordt het personage doordat Chalamet hem onder zware wenkbrauwen uit laat kijken, met een zware stem en met lange tussenpozen laat spreken. Zijn Dylan is nauwelijks sympathiek te noemen, en mogelijk is de man dat ook niet echt. De aankomende ster lijdt hevig onder zijn toenemende beroemdheid, hij kan niet vrijelijk de straat over zonder door fans te worden lastiggevallen.

Edward Norton

Ronduit geniaal is Edward Norton als Pete Seeger. Voorzien van aanplak-wipneus en met indrukwekkende kale inhammen in het haar zet Norton de vaderlijke folkzanger zeer overtuigend neer. Nortons Seeger houdt alle ballen tegelijk in de lucht, door zowel Dylan, de muziekwereld als zijn eigen gezin tevreden te houden. Nortons Seeger kijkt, zwijgt, en grijpt pas sussend in als alles al verloren lijkt.
Ook Norton zingt en bespeelt zelf zijn instrumenten; net als Monica Barbaro, die Joan Baez speelt. Baez komt niet echt uit de verf, haar personage blijft oppervlakkig. Eigenlijk moet de kijker al weten wie Baez is, want heel veel informatie wordt niet gegeven.

Lang

A Complete Unknown duurt 2 uur 20 minuten. Dat is erg lang, maar door de serieuze ontwikkeling die Mangold Dylan laat doormaken, verveelt hij geen moment. Het is een beetje een oude-mensen-film, spelend in de jaren zestig, en handelend over een zanger die inmiddels 83 jaar is. Maar aan liefhebbers van Bob Dylan is hij beslist besteed.

A Complete Unknown draait vanaf donderdag 20 februari 2025 in de bioscopen.

Boeken / Fictie

Het duister van Argentinië

recensie: Een zonnige plek voor sombere mensen - Mariana Enriquez
Handen in muur© Unsplash

Een vrouw die de weggehaalde vleesboom op haar baarmoeder terug in haar lichaam wil, een meisje dat zich verlustigt aan een stel geesten en een mens zonder botten dat afschuwwekkende schilderijen maakt; zomaar wat taferelen uit de wonderlijke wereld van Mariana Enríquez. De verhalen in Een zonnige plek voor sombere mensen spelen zich desondanks op bestaande plaatsen af, waardoor zij nog realistischer en gruwelijker worden.

Je zou kunnen veronderstellen dat het relatief moeilijk is om originaliteit te uiten in genreliteratuur omdat boeken die strikt binnen een specifiek genre vallen aan strenge thematische en structurele eisen onderhevig zijn. Lukt het Mariana Enríquez om binnen het door haar gekozen genre – horror – te blijven en toch haar eigen stem te laten horen? Ja, maar met de hakken over de sloot.

Horror en verder niets

De korte verhalen in Een zonnige plek voor sombere mensen behoren meer tot het horror- of gothic-genre dan tot welk ander genre dan ook. Ze bevatten veel van de literaire kenmerken die horror zo eigen zijn: er wordt een spanningselement geïntroduceerd dat zich steeds meer op de voorgrond van het verhaal begeeft, de schrijver bedient zich naar hartenlust van uitvoerige, grafische omschrijvingen en meestal is er een kwade kracht die zich tegen de hoofdpersonages richt. Naast deze technische kenmerken is er nog een keur aan stokpaardjes waar de horrorschrijver maar al te graag op terugvalt: bloed, geesten, vreemde lichamelijke condities en hekserij. Veel van deze kenmerken passeren ook bij Enríquez de revue.

Enríquez’ verhalen zijn meeslepend, maar missen de nodige diepgang. Er wordt een bepaald onheilspellend mysterie geïntroduceerd dat zich in toenemende mate opdringt aan de belevingswereld van de personages en richting de laatste bladzijdes een gruwelijk hoogtepunt bereikt. De meeste van de verhalen zijn, al met al, vrij ‘platte’ horror: vaak is er maar een enkele verhaallijn die zich ontvouwt zonder veel literaire opsmuk of verhaaltechnische verrijking.

Toch een duidelijk uniek stemgeluid

Desondanks vallen enkele dingen op aan Enriquez’ horror. Zo wordt de spanning – na een uitvoerige inleiding – pas relatief laat geïntroduceerd en opgebouwd, worden lang niet alle beelden duidelijk voorstelbaar voor de lezer en wordt voor maar weinig mysteries in de verhalen een sluitende verklaring gegeven. Doordat je als lezer blijft zoeken naar de manier waarop alle ‘losse eindjes’ van de verhalen op elkaar aansluiten, blijven de verhalen langer hangen dan wanneer zij keurig zouden zijn afgerond.

Drie verhalen springen eruit: het eerste verhaal van de bundel, Mijn droevige doden, is bijzonder interessant vanwege de magisch-realistische en minder bombastisch-afschuwwekkende verteltrant. In het titelverhaal lopen verschillende verhaallijnen door elkaar waardoor op meerdere vlakken spanning wordt opgebouwd. In het laatste verhaal, Zwarte ogen, zitten zoveel frappante en onverwachte details – tenen die zichtbaar worden door een luxaflex, een pak roze melk dat vanuit een huis naar buiten wordt gegooid en twee jongetjes met ogen van obsidiaan die kruipen als spinnen – dat het plot in haar absurditeit volkomen origineel is.  Hoewel de meeste van de twaalf verhalen in de bundel dus enigszins eendimensionaal aandoen, laten deze drie verhalen onmiskenbaar zien dat Mariana Enríquez gevoel en talent voor diepgravende literatuur heeft, en bovendien een eigen stem. Het valt te betreuren dat niet meer verhalen dat talent demonsteren.

De verhalen in de bundel Een zonnige plek voor sombere mensen lezen vlot en zijn verslavend, wat een aanzienlijke verdienste is. Ze zijn bovendien onderling sterk verschillend, hypermodern en kennen onverwachte eindes. Meer diepgang had misschien afgedaan aan het verslavingsgehalte of aan de toegankelijkheid van deze verhalen, maar was wel hun literaire waarde ten goede gekomen.

Misschien dat Mariana Enríquez in een verhaal dat, laten we zeggen, vier keer zo lang is als het gemiddelde verhaal in deze bundel alles kan laten zien dat ze in zich heeft. Hoewel het absoluut onderhoudend is geschreven, komt in Een zonnige plek voor sombere mensen het literaire potentieel van Mariana Enríquez niet tot volle glorie.

 

Boeken / Fictie

De ketenen van de vrijheid

recensie: Ik ben vrij – Lale Gül

De dag waarop Lale Gül besloot om hoofddoekvrij de deur van haar ouderlijk huis uit te lopen, heeft haar leven voorgoed veranderd. De 27-jarige schrijfster schreef al openhartig in haar debuutroman Ik ga leven hoe deze keuze tot stand kwam. In het vervolg, Ik ben vrij, lees je dat Gül een heel hoge prijs heeft moeten betalen voor de door haar zo gekoesterde vrijheid.

Nadat ze zich heeft losgerukt van het strenggelovige milieu waarin ze is opgegroeid, bekritiseren vriend en vijand haar de godganse dag. Maar deze powervrouw pur sang rekent, met haar scherpe tong als haar meest krachtige wapen, met iedereen af.

Kwetsbare kant

Aan het begin van het verhaal laat Gül een kwetsbare kant van zichzelf zien. Ze gunt ons een ‘blik achter de schermen’, achter het gordijn dat ze heeft opgetrokken in haar debuutroman. In deze autobiografische roman mogen we meelezen met wat waarschijnlijk heel gedetailleerde optekeningen zijn van haar bezoekjes aan haar psycholoog. Deze worden afgewisseld met het beschrijven van de alledaagse beslommeringen die laten zien dat Gül met geheel andere zaken bezig is dan haar leeftijdgenoten: het aanschaffen van een deur met goede sloten erop (als bescherming van haar zelf gecreëerde fort) en appen met de burgemeester van Amsterdam.

Wat dat laatste betreft; dat behoeft enige uitleg. Gül woont nog thuis als haar boek wordt gepubliceerd. Ze kan haar ouders nog wijsmaken dat het een schoolproject betreft, maar haar zusje Defne en broer Halil kan ze niet voor de gek houden. Als ze vervolgens aanschuift bij Op1 om over dit ‘schoolproject’ (aka haar bestseller) te spreken, zijn de rapen gaar. Na de talkshow wordt ze thuis opgewacht door een ontstelde en zeer boze familie. Ooms en tantes hebben zich bij het huis van haar ouders geschaard om Gül de huid vol te schelden en, nog erger, haar meppen te verkopen. Broer Halil vangt de meeste klappen voor haar op, maar hij kan niet op tegen de toorn van met name zijn moeder op. Gül vlucht letterlijk het huis uit en rent voor haar leven. Met de hulp van Femke Halsema weet ze een veilig onderkomen te regelen.

Vergiffenis of vrijheid?

Afgezonderd van de rest van de wereld, in haar zeer desolate situatie, overvalt haar een fikse somberheid. Zichzelf goed verzorgen is er niet meer bij: hele dagen staat de tv aan, terwijl ze alleen nog maar junkfood tot zich neemt. En daar is altijd die tergende vraag die alle gedachten aan de kant drukt: hoort een moeder geen onvoorwaardelijke liefde voor haar kind te voelen, ongeacht de verschillen in ideologie en geloof? In het verhaal lezen we over talloze moedwillige pogingen vanuit Güls kant om de banden met haar moeder aan te halen, maar haar tirannieke moeder wil alleen nog het gesprek met Gül aangaan als deze laatstgenoemde haar woorden – en met name de geschreven woorden – terugneemt en aangeeft dat ze van gedachten is veranderd. Güls moeder verlangt ernaar dat Lale vergiffenis zoekt bij Allah en ‘sorry’ zegt. Dat is Gül geenszins van plan, ook al betekent dit dat ze niet alleen de warmte en de liefde van haar ouders moet ontberen, maar ook die van haar zusje Defne, om wie ze zoveel geeft.

Continu maakt Gül de balans op over wat nu eigenlijk het belangrijkste is in het leven en waarom ze deze strijd, het zich ontwortelen van een geloof, als haar persoonlijke agenda ziet. Heeft deze keuze haar gelukkiger gemaakt? Dat is maar te bezien. Ze ervaart nu een zekere vrijheid over haar doen en laten, maar Gül is ten slotte ook maar een mens die net zozeer zoekt naar de liefde van haar naasten als ieder ander. Waar ze echter op stuit, zijn niet alleen de afkeer en de haat vanuit haar eigen ouders, maar ook die van hele volksstammen op het internet. De dreigbrieven en haatmails duwen haar nog verder weg in haar isolement en angstige gevoelens. Wie denkt dat we in een land wonen waar de vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel staat, komt net zo bedrogen uit als Gül.

Coping mechanisme?

Is het dan alleen maar kommer en kwel voor Gül? Zeker niet. De zelfontplooiing gaat gewoon verder en met name de seksuele zelfontplooiing waar Gül graag over schrijft (en/of fantaseert). Dan slaat het boek ineens om in keiharde porno. Wellicht juist ter contrast met het nogal preutse leven van haar ouders. Daarnaast heeft ze ook vriendschappen opgebouwd die ze zeker kan koesteren, al wringt de schoen nog wel eens als de gespreksonderwerpen politiek en religie opdoemen. Gül is heel open en eerlijk en gaat geen enkele discussie uit de weg. Zowel in haar privéleven als publiekelijk: als een boze moslim tegen haar ingaat op een literair festival in het buitenland, weet ze hem van repliek te dienen. Het is heel knap van Gül dat ze haar gezicht waar mogelijk blijft tonen, zeker als je weet hoeveel doodsbedreigingen ze dagelijks moet zien te slikken.

Ook haar schrijfstijl blijft zeker intrigerend. Ze is zelf ook erg te spreken over haar literaire talent: haar huidige uitgever, Prometheus, kreeg slechts twee weken bedenktijd om haar debuutroman te publiceren, want anders zou Gül de Bezige Bij benaderen. Ja, een ego heeft Gül wel, al is het ook een coping mechanisme. Om zulke hevige dagen als die van haar te doorstaan, moet je je er zelf continu van overtuigen dat je op de juiste wijze handelt. Dat ze daarbij niet altijd de ruimte biedt aan de ander om zijn of haar mening te ventileren, is enerzijds begrijpelijk én aan de andere kant ergerlijk: niet voor niets wordt ze als geloofsverlater in één adem met Geert Wilders genoemd. Nee, linksgeoriënteerde kiezers komen niet ongedeerd weg in haar boek. Ook boekrecensenten worden flink aangepakt. Wordt de drang om anderen te hekelen gevoed door het feit dat ze zelf zoveel haatbedreigingen krijgt? Hopelijk slaat ze hier niet al te ver in door, al zal het menigeen benieuwen wie in een volgend boek het spreekwoordelijke pak slaag mag incasseren.

Los van alle eerlijke ontboezemingen en sterk gepeperde meningen, is de taal die Gül hanteert in haar nieuwste boek ontzettend sterk. Je hoort haar gewoon net zo hard tekeergaan in haar boek als op de tv. Met een vocabulaire waar je u tegen zegt, is het uitzien naar een nieuwe roman. Langzamerhand ontstaat wel een zekere nieuwsgierigheid naar een roman (of ander genre) die meer fictief van aard is en waarin Gül zelf niet als hoofdpersoon fungeert.

Theater / Interview
special: Interview met theatermakers Emma Lesuis en Damani Leidsman

Meer dan Bauxiet: theater als levend archief

Het is donderdag 13 februari 2025, 14:00 uur, en ik ontmoet theatermakers Emma Lesuis en Damani Leidsman in Theater Bellevue, net nadat ik hun prachtige voorstelling Meer dan Bauxiet in samenwerking met Silbersee heb gezien.

In de voorstelling vertelt Emma Lesuis samen met Damani Leidsman en Rory Ronde over wat ze vond op haar documentaire reis door Suriname, middels filmfragmenten, muziek en tekst. Ze neemt het publiek mee in haar familiegeschiedenis, maar stelt ook vragen aan het publiek en aan zichzelf.  Na afloop vertellen Emma en Damani me in de foyer meer over de voorstelling.

Emma, hoe is het idee voor de voorstelling Meer dan Bauxiet ontstaan?

Emma: ‘Een paar jaar geleden erfde ik een groot filmarchief van een goede familievriend. Ik liet de beelden digitaliseren, en in die tijd vroeg Theater Na de Dam of ik iets wilde maken over het herdenken van de Tweede Wereldoorlog. In 2022, net na de lockdown, ben ik naar Suriname gegaan om daar onderzoek te doen. Ik sprak getuigen en dook in archieven. Sommige van de archiefbeelden en gesprekken zitten nu als film in de voorstelling. Er was zoveel dat ik niet wist, en dat terwijl geschiedenis mijn favoriete vak was op school!’

Kun je iets vertellen over die verzwegen geschiedenis?

‘Veel mensen kennen slechts één verhaal over Suriname in de Tweede Wereldoorlog: dat er bauxiet werd gewonnen, de belangrijkste grondstof voor aluminium, waarmee wapens en vliegtuigen werden gemaakt. Maar Suriname was meer dan bauxiet. Mijn opa en vele anderen vochten voor Nederland, maakten kleding en stuurden voedsel op. Weinig Nederlanders weten dat de eerste pyjama’s die ze na de oorlog droegen, door Surinamers werden gemaakt en gestuurd. Of wist je bijvoorbeeld dat tweehonderd Surinaamse vrouwen meteen naar Nederland reisden toen er dringend verpleegsters nodig waren? Veel van deze verhalen zijn nooit erkend. Vergeten, verzwegen en dus niet geweten.’

Is deze voorstelling dan eigenlijk een archief van die verzwegen verhalen?

‘Ja, absoluut. Maar een archief dat constant aangevuld wordt en verandert door nieuwe gesprekken en ontdekkingen. Het is een doorlopend onderzoek naar de geschiedenis van Suriname tijdens de Tweede Wereldoorlog. Toen ik deze voorstelling in Suriname speelde, met een Surinaams team, kreeg ik bijvoorbeeld ook nieuwe informatie van mensen uit het publiek. ’’Ken je dit verhaal al? Heb je hier al van gehoord?’’ Zo bleef de voorstelling zich ontwikkelen.’

‘Gisteren nog sprak ik hier in Bellevue een 85-jarige vrouw na de voorstelling die zei: ‘’Dit is mijn geschiedenis, mijn jeugd.’’ Zij vertelde dat zij in Suriname ook kleding moesten maken voor Nederlanders na de Watersnoodramp van 1953. Deze verhalen moeten nú dus worden gedocumenteerd, dacht ik toen ik thuiskwam! Straks zijn de mensen die het kunnen navertellen er niet meer. Het is superbelangrijk dat deze verhalen worden vastgelegd met mensen die er daadwerkelijk bij waren. Dat er erkenning komt voor hoe belangrijk Suriname is geweest voor Nederland en hoe de ongelijkheid uit het verleden nog steeds diepgeworteld is in ons heden.’

Hoe was het om onderzoek te doen naar je persoonlijke familiegeschiedenis, je opa?

‘Het onderzoek naar mijn opa had, eigenlijk heel mooi, een helende werking, vooral voor mijn moeder. Mijn opa was geen fijne vader voor haar. Door dit onderzoek kon zij hem beter begrijpen, waarom hij deed wat hij deed. Ondanks dat hij in Nederland nooit is erkend, was hij in Suriname een held. Er kwamen door dit onderzoek heel andere verhalen over mijn opa boven tafel.’

In de voorstelling vraag je jezelf af of jíj dit verhaal wel moet vertellen. Waarom is dat?

‘Ik krijg subsidies, ik krijg kansen, maar hoe vaak zie je een Surinaamse theatergroep die dezelfde middelen krijgt? Ik struggle daarmee. Maar in Suriname zeiden mensen na de voorstelling tegen me: “Jij mag dit verhaal zeker vertellen, want anders doet niemand het.” Ik wil op een duurzame manier samenwerken, ook na deze voorstelling en het herdenkingsjaar. Daarom ben ik bezig een productiehuis op te zetten met een Surinaamse theatermaker, zodat er een blijvende, duurzame samenwerking komt.’

Damani Leidsman komt bij het gesprek zitten

De hele voorstelling wordt begeleid door muziek. Waarom hebben jullie daarvoor gekozen?

Damani: ‘In de voorstelling heb ik bekende Surinaamse nummers gedeconstrueerd en opnieuw geïnterpreteerd. Caribische muziek speelt met contrasten. Het klinkt vrolijk, maar de teksten zijn vaak triest. Mensen herkennen de melodieën, maar ze klinken net anders. Dat roept een gevoel van verwarring op: wat is hier aan de hand? Daarmee versterkt het de thema’s van de voorstelling, die ook vol contrasten zitten.’

Emma: ‘Ik ontmoette Damani bij Babs’ Woordsalon. Damani zag een stukje van Meer dan Bauxiet en zei: ‘’Ik moet hieraan meedoen!’’ Toen Silbersee me vroeg naar een muzikale toevoeging, dacht ik meteen aan Damani. Al de ideeën over de nummers en muziek zijn van hem. Sommige Surinaamse nummers zijn onherkenbaar geworden, terwijl andere juist hard worden meegezongen door het publiek.’

foto: Geert Snoeijer

Waarom is theater een goed medium voor dit onderzoek? Waarom geen artikel of documentaire?

Emma: ‘Een documentaire kun je met een half oog op een scherm bekijken, maar theater is indringender. Live muziek en filmbeelden brengen naar mijn mening het archiefmateriaal echt tot leven. Het maakt het verhaal tastbaarder en zorgt ervoor dat het beter beklijft. Ook sta ík er, en het verhaal gaat ook over mij, over het hier en nu.’

Damani: ‘Omdat film en theater worden gecombineerd, lijkt het bijna alsof het archiefmateriaal uit het filmbeeld springt. Je kijkt naar een projectie en dan stapt Emma letterlijk uit het beeld naar voren. Het wordt 3D! Ik denk dat deze voorstelling mensen helpt om de context rond de Surinaamse onafhankelijkheid beter te begrijpen, en dat is belangrijk. Het is namelijk een gedeelde geschiedenis.’

Wat heeft je het meest verrast aan het onderzoek?

Emma: ‘Wat mij het meest heeft verrast, is de enorme emotie die naar boven kwam. We hadden heel vaak huilende mensen, die hun geschiedenis herkenden. Witte mensen die zich schaamden. ‘’Ik weet niks van deze geschiedenis, waarom niet?” Zwarte mensen die zichzelf herkenden en ook weinig over deze geschiedenis wisten, ook in Suriname zelf. Die emotie heeft me het meest verrast. Eerlijk gezegd dacht ik na de aanvraag van Theater Na de Dam: ik maak dit onderzoekje voor deze editie en dan is het klaar. Maar doordat er zoveel reacties op kwamen, ben ik doorgegaan.’

Dank je, Emma en Damani! Emma, nog één laatste vraag: wat zijn je plannen voor de toekomst?

Emma: ‘Ik werk nu aan een documentaire die start bij een archief van een procureur-generaal in Suriname. De opa van mijn schoonvader. Hij zat tijdens de tweede wereldoorlog in het koloniale bestuur. Nu ga ik meer de kant van de kolonisator induiken. Ik ga volgende week naar Suriname om te filmen. Ik blijf dus onderzoek doen over die periode en verhalen verzamelen. Hoe meer ik weet, hoe beter mijn werk wordt!’

 

Tot 21 februari is ‘Meer dan Bauxiet’ in Bellevue te zien en in het najaar tourt de voorstelling door het hele land. Ga dat zien!

Muziek / Concert

Als een leeuwerik

recensie: Het Zondagochtend Concert
Joey RoukensDonemus Publishing

Al geruime tijd houdt 8WEEKLY een paar componisten in de gaten. Een daarvan is Joey Roukens (°1982). Recent ging zijn tweede Vioolconcert in première. 8WEEKLY zag de stream van de uitvoering in het kader van het AVROTROS Vrijdagconcert op 31 januari 2025 vanuit TivoliVredenburg in Utrecht (www.npoklassiek.nl/live) en bezocht Het Zondagochtend Concert op 2 februari 2025 in het Amsterdamse Concertgebouw. En was onder de indruk.

Roukens blijft min of meer bij de karakteristieken van het vioolconcert, tot een virtuoze, grote cadens (solopassage over het thematische materiaal) aan toe. Het werk gaat in een grote beweging door, maar kent desondanks vier subsecties: Rage and Lament (Woede en klaagzang), In Flux (In beweging), Sanctuary (Heiligdom), Upsurge (Opleving) en een Epilogue (Epiloog).

De ondertitel luidt Out of the Deep en roept daarmee al dan niet bedoeld reminiscenties op aan Psalm 130 in een zetting van Johann Sebastian Bach, Aus der Tiefen rufe ich, Herr, zu dir, die ook in de diepste diepten van – in dat geval – het orgel begint. Al legde Roukens in een interview in de pauze van het concert in Tivoli – dat ook op NPO Klassiek rechtstreeks werd uitgezonden –primair uit dat de compositie deze keer van ‘ver moest komen’.

Allerlei stijlen buitelen over elkaar

In zijn muziek buitelen – net als in die van bijvoorbeeld Mathilde Wantenaar (1993) – allerlei stijlen over elkaar heen en toch is het onmiskenbaar Roukens. De introductie doet filmisch aan en wordt gevolgd door een klaaglijke, haast oosters aandoende inzet van de viool. Er zit een herinnering aan de barok in het werk (derde onderdeel) en een prachtige althobosolo die wordt overgenomen door vioolsoliste Simone Lamsma, voor wie Roukens het concert op verzoek schreef.

De muziek is dan klagelijk en breed en dan weer springerig en swingend. De soliste verwijlt als een leeuwerik in het hoogste, ijle register van de viool én het orkest soms in de diepste krochten (basklarinet, contrafagot!). De componist laat ons niet alleen alle karakteristieken horen van de viool (en Lamsma’s intense spel), maar ook van de omvangrijke orkestbezetting, het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van de Duitse dirigent Markus Stenz. Hij was van 2012-2019 chef-dirigent van dit orkest.

‘De vijfde’

Opvallend is hoe het Vioolconcert rijmt op de Vijfde symfonie van Ludwig van Beethoven die erna wordt gespeeld. Soms zelfs letterlijk; de dubbelslag in de althobosolo bij Roukens (een versiering op een noot, van boven naar die noot en nog een keer naar beneden) komt ook in de hobosolo in het eerste deel van de symfonie terug. Toeval? Wie zal het zeggen. In ieder geval vermeldt het programmablad in Amsterdam niet voor niets dat Roukens’ Vioolconcert ‘een dramatiek heeft die zijn bewondering voor Beethoven verraadt’.

Het rijmt ook mooi in diepere zin, omdat zowel Roukens als Beethoven de donkerte achter zich laat.

Onder Markus Stenz wordt een buitengewoon fraaie uitvoering van de symfonie gegeven. Hij weet de spanning mooi op te bouwen, van ontspanning naar spanning, van hard naar zacht en in geladen momenten van stilte. Zijn lichaamstaal is duidelijk en daar wordt door het orkest alert op gereageerd.
Beide werken – niet in de laatste plaats het Vioolconcert van Roukens – krijgen vanuit de zaal, zowel in Utrecht als Amsterdam een enthousiast en warm onthaal. Terecht!

Film / Films

Chaotische alleenstaande moeder pakt de draad weer op

recensie: Bridget Jones: Mad About the Boy (2025) – Michael Morris

Het is een zooitje in het huis van Bridget Jones. Die puinhoop is een soort afspiegeling van de chaos in haar hoofd: rommelig, maar wel gezellig. Haar vrienden vinden het de hoogste tijd dat Bridget de schouders eronder zet om het tij te keren.

Voor Bridget Jones-fans die het maar suf vonden dat hun idool dankzij haar moederschap klaar was met haar eeuwigdurende mannenjacht, betekent Bridget Jones: Mad About the Boy bij voorbaat feest. Schrijver Helen Fielding en de filmmakers moeten hebben gedacht: er is voor die diehard fans vast nog méér te verzinnen rond de onhandige Britse. De regie is voor deze vierde film in handen van Michael Morris.

Om een vervolg te kunnen maken waarin Bridget (Renée Zellweger) opnieuw op mannenjacht gaat, moet wel haar Grote Liefde Mark Darcy (Colin Firth) het veld ruimen. Als de film begint, is Bridget weduwe. Mark is omgekomen tijdens een humanitaire missie in Soedan. Mark is in deze film alleen aanwezig als een geest die op bijzondere momenten meekijkt over Bridgets schouder. De treurende ‘mrs Darcy’ heeft een zoon en een dochter van Mark.

Alleenstaande moeder

Uitgangspunt is zo een werkloze alleenstaande moeder die nauwelijks in staat is haar twee koters te beteugelen. Steun en toeverlaat is de vuilbekkende uitgever Daniel Cleaver, die van voormalige love-interest is verworden tot een huisvriend die door de kinderen ‘uncle Daniel’ wordt genoemd.

Bridget opereert als eenzame single in een vriendenkring die integraal bestaat uit bemoeizuchtige heteroseksuele koppels. Het meest empathisch zijn nog de drie vrienden die haar al sinds deel één terzijde stonden (Sally Phillips, James Callis en Shirley Henderson).

Vermakelijk

Om van de hangerige eenzaamheid los te komen, solliciteert Bridget naar haar vroegere baan, als producer bij de televisie. Ondertussen is ze ook wel weer toe aan een nieuwe vent. Dat deel van de plot is extreem voorspelbaar, maar wel zeer vermakelijk. Je verklapt snel te veel over deze film, dus laten we het erbij houden dat tenminste twee mannen dingen naar haar hand. Bridgets aanbidders worden gespeeld door Leo Vincent Woodall als de jeugdige parkwacht Roxster en door Chiwetel Ejiofor, die goed op zijn plek is als de strenge schoolmeester.

Deze vervolgfilm is behoorlijk goed gelukt. Bridget woont niet in een net designhuis, maar in een kleurrijke puinhoop met rondslingerend speelgoed en druk behang. De kinderen, beiden met hun eigen verdriet om de verloren vader, moeten ondanks alles gewoon naar school. Omdat moeder na vier jaar thuis zitten weer werkt, krijgen ze een oppas. Het leukst is de film wanneer Bridget echt plezier heeft, zoals wanneer ze mag dansen en zingen met de kinderen.

Geloofwaardig

De rol van Bridget Jones past Renée Zellweger als een handschoen, ze hoeft nauwelijks haar best te doen om het personage geloofwaardig neer te zetten. Wel is deze Bridget karikaturaler dan die in eerdere film: Zellweger moet bijna de hele film een duckface trekken met getuite lippen, en ze loopt met stapjes van twintig centimeter.

Hugh Grant is prettig op zijn plek als Daniel Cleaver, de rokkenjager voor wie eenzaamheid dreigt nu de ouderdom hem in zijn greep heeft. Knap is dat Grant zonder te schmieren een sympathiek personage neerzet: met meer overdrijving zou Daniel meteen een eikel zijn geworden.

Daarmee is de grote kracht van Bridget Jones: Mad About the Boy niet zozeer de plot, als wel het sterke acteerwerk. De personages zijn vrijwel allemaal behoorlijk geloofwaardig. Regisseur Morris geeft zijn team wel de ruimte, maar heeft tegelijkertijd scherp voor ogen waar hij heen wil. Met een geslaagde vervolgfilm als resultaat.

 

8weekly door de jaren heen
Theater
special: Help ons aan een nieuwe website!
8weekly door de jaren heen

8WEEKLY door de jaren heen

Wist je dat 8WEEKLY al bestaat sinds 1998? Ons online cultuurmagazine begon namelijk ooit als Gronings studentenblaadje 8 Zuid Weekly. Uiteindelijk groeide het culturele magazine uit tot een website, één van de eerste plekken waar amateur kunst- en cultuurkritiek geschreven werd op het internet.

Door continu bezig te zijn met ontwikkeling van vorm en inhoud is 8WEEKLY uitgegroeid tot wat het nu is. Om verdere ontwikkeling voort te zetten hebben we jouw8weekly website 2001 hulp nodig! Onze website willen we graag vernieuwen en jij kunt ons daarbij helpen door op ons te stemmen via deze link. Wij maken namelijk, met twaalf anderen, kans om een vernieuwde website te winnen van Webcreators. Je kunt stemmen tot en met 9 februari 2025. Met een nieuwe website zou niet alleen de weergave van onze artikelen een moderne make-over krijgen, maar zullen ze ook beter leesbaar zijn op je mobiel. Zo kunnen we weer met de tijd meegaan en jullie van kritische cultuurtips voorzien.

 

Terug in de tijd

In 1998 was 8WEEKLY nog een papieren studentenblad, maar het ging al snel online. Zo zie je dat onze website ook een hele reis door heeft8weekly 2003 gemaakt van knalrood in 2001 naar geeltinten in 2003. Uiteindelijk hebben we een kenmerkend geel-rood thema gehad van 2004 tot 2014. Sinds 2014 heeft de website voor elke culturele discipline een eigen kleur en hebben we een zalmroze-geel thema. Deze stijl heeft onze website dus al meer dan 10 jaar!

Afgelopen jaar hebben we met studenten van de Hogeschool Utrecht samengewerkt, als schoolopdracht maakten zij nieuwe ontwerpen voor de site van 8WEEKLY. Hier kwamen mooie ontwerpen, stijlen en goede tips uit voort. Deze zouden wij graag implementeren in onze nieuwe website in de toekomst.

Enorm archief

De website is dus steeds in een ander jasje gestoken, maar de redactie van 8WEEKLY blijft altijd over cultuur schrijven, 8weekly website 2004-2014van film en muziek tot kunst en theater. Inmiddels staan er al meer 14.000 artikelen over cultuur online, het merendeel bestaat uit recensies. Je kunt al deze artikelen nog vinden op onze site. Wie in ons rijke culturele archief duikt, komt er ook snel achter dat verschillende mensen uit het culturele en journalistieke veld ooit bij 8WEEKLY begonnen zijn.

Sinds 2005 is 8WEEKLY zelfs een officiële stichting en onze redactie bestaat dus uit allemaal vrijwilligers die veel leren en veel brengen. Onze doelstellingen zijn het begeleiden van beginnende cultuurjournalisten én een passie voor cultuur aanwakkeren bij onze lezers. Enthousiast geworden? Via deze link kun je op ons stemmen en als je nou ook voor ons zou willen schrijven, dan vind je hier de vacatures.