Tag Archief van: 8WEEKLY

Film / Films

Een intiem en feministisch portret zoals alleen Sofia Coppola dat kan

recensie: Priscilla
Priscilla Presley 2023Filmdepot - by Sabrina Lantos

Priscilla staat bekend als de vrouw van Elvis Presley, maar daar maakt deze film een einde aan. Wat de vorige films uit Sofia Coppola’s oeuvre deden voor andere vrouwen, doet ze nu weer. In deze nieuwe coming-of-age staat Priscilla’s verhaal door middel van veel nuance en stijl in de schijnwerpers.

Net als in andere films van Coppola gaat Priscilla over een tienermeisje dat snel volwassen moet worden en leert omgaan met hoe haar ‘geliefde’ haar behandelt. Het laat het prille begin, het zes jaar durende huwelijk en het onvermijdbare einde van de relatie tussen Priscilla (Cailee Spaeny) en Elvis (Jacob Elordi) zien. Priscilla ontmoette Elvis op zijn vierentwintigste toen ze zelf nog maar veertien was, waarna hij haar meenam naar zijn landgoed. De film dompelt ons onder in Priscilla’s kleine wereld in Memphis in de jaren zestig en geeft ons een intiem kijkje in haar leven.

Buiten de spotlights, maar in het middelpunt

Wanneer Priscilla arriveert in Elvis’ Graceland en hier gaat wonen, wil hij niet dat ze een bijbaan neemt of hem opzoekt terwijl hij in Hollywood aan films werkt. De isolatie is voelbaar in de donkere slaapkamer en andere scènes die zich binnen afspelen. Door zijn invloed transformeert haar bescheiden kleding en make-up naar een look met donkere eyeliner en hoog getoupeerd zwart haar. Priscilla’s voeten laten niet eens afdrukken achter in het dikke tapijt van Elvis’ huis, wat Coppola meteen al in het eerste shot benadrukt.

Priscilla wordt met opzet aan de zijlijn gehouden, maar toch staat ze in de film centraal in alle andere opzichten: in veel camerashots is ze het volledige middelpunt, terwijl Elvis zich juist aan de randen manoeuvreert en de camera vaak de rug toekeert. Net zoals Coppola’s The Beguiled (2017) een reactie was op de versie uit 1971 met Clint Eastwood, maar haar film de voorkeur gaf aan vrouwelijke perspectieven, doet Priscilla dit twee jaar na Baz Luhrmann’s Elvis (2022).

Korte metten maken

Priscilla’s beleving geeft altijd de doorslag, en laat dat nou net het doel zijn van de film. Toch focust het verhaal zich alleen op de jaren waarin Priscilla een relatie met Elvis had. De film begint vaart te krijgen wanneer er spanningen ontstaan en een scheiding niet ver te zoeken is. Jammer genoeg snelt het plot zich door de veranderingen die Priscilla meemaakt wanneer ze eindelijk haar eigen leven terugpakt.

De toenemende afwezigheid van Elvis, ook in de achtergrondmuziek die zijn liedjes lijkt te vermijden, zet de toon al voordat hun relatie daadwerkelijk stukloopt. Helaas is dit niet het type film waarbij je een groot conflict of besluit kan verwachten. Want zoals bij elke film van Coppola loopt het met een sisser af. Dit geeft misschien niet veel voldoening, maar hierdoor maken de subtielere momenten in de film wel meer impact.

(Not) Lost in Translation

Of je bekend bent met Coppola’s werk of niet, het is duidelijk dat dialoog ondergeschikt is aan alles in deze film, maar de shots weten zelfs zonder woorden boekdelen te spreken. Vanwege het gebrek aan dialoog vraagt de film je om nog beter te kijken en meer informatie te halen uit de gezichtsuitdrukkingen. Spaeny’s performance nodigt hiertoe uit doordat de emoties over haar gezicht heen vloeien.

Het thema is doorgevoerd in elke keuze die is gemaakt en laat juist de impliciete, kleine momenten van verandering de boventoon voeren. Hierdoor weet de film op een genuanceerde manier een vrouwelijke hoofdrolspeler te laten zien die ermee worstelt om stabiliteit te vinden in haar romantische relatie. Coppola is hiermee nog steeds een van de beste in het tonen van volwassen worden als vrouw in een mannenwereld.

Film / Films

Een intiem en feministisch portret zoals alleen Sofia Coppola dat kan

recensie: Priscilla
Priscilla Presley 2023Filmdepot - by Sabrina Lantos

Priscilla staat bekend als de vrouw van Elvis Presley, maar daar maakt deze film een einde aan. Wat de vorige films uit Sofia Coppola’s oeuvre deden voor andere vrouwen, doet ze nu weer. In deze nieuwe coming-of-age staat Priscilla’s verhaal door middel van veel nuance en stijl in de schijnwerpers.

Net als in andere films van Coppola gaat Priscilla over een tienermeisje dat snel volwassen moet worden en leert omgaan met hoe haar ‘geliefde’ haar behandelt. Het laat het prille begin, het zes jaar durende huwelijk en het onvermijdbare einde van de relatie tussen Priscilla (Cailee Spaeny) en Elvis (Jacob Elordi) zien. Priscilla ontmoette Elvis op zijn vierentwintigste toen ze zelf nog maar veertien was, waarna hij haar meenam naar zijn landgoed. De film dompelt ons onder in Priscilla’s kleine wereld in Memphis in de jaren zestig en geeft ons een intiem kijkje in haar leven.

Buiten de spotlights, maar in het middelpunt

Wanneer Priscilla arriveert in Elvis’ Graceland en hier gaat wonen, wil hij niet dat ze een bijbaan neemt of hem opzoekt terwijl hij in Hollywood aan films werkt. De isolatie is voelbaar in de donkere slaapkamer en andere scènes die zich binnen afspelen. Door zijn invloed transformeert haar bescheiden kleding en make-up naar een look met donkere eyeliner en hoog getoupeerd zwart haar. Priscilla’s voeten laten niet eens afdrukken achter in het dikke tapijt van Elvis’ huis, wat Coppola meteen al in het eerste shot benadrukt.

Priscilla wordt met opzet aan de zijlijn gehouden, maar toch staat ze in de film centraal in alle andere opzichten: in veel camerashots is ze het volledige middelpunt, terwijl Elvis zich juist aan de randen manoeuvreert en de camera vaak de rug toekeert. Net zoals Coppola’s The Beguiled (2017) een reactie was op de versie uit 1971 met Clint Eastwood, maar haar film de voorkeur gaf aan vrouwelijke perspectieven, doet Priscilla dit twee jaar na Baz Luhrmann’s Elvis (2022).

Korte metten maken

Priscilla’s beleving geeft altijd de doorslag, en laat dat nou net het doel zijn van de film. Toch focust het verhaal zich alleen op de jaren waarin Priscilla een relatie met Elvis had. De film begint vaart te krijgen wanneer er spanningen ontstaan en een scheiding niet ver te zoeken is. Jammer genoeg snelt het plot zich door de veranderingen die Priscilla meemaakt wanneer ze eindelijk haar eigen leven terugpakt.

De toenemende afwezigheid van Elvis, ook in de achtergrondmuziek die zijn liedjes lijkt te vermijden, zet de toon al voordat hun relatie daadwerkelijk stukloopt. Helaas is dit niet het type film waarbij je een groot conflict of besluit kan verwachten. Want zoals bij elke film van Coppola loopt het met een sisser af. Dit geeft misschien niet veel voldoening, maar hierdoor maken de subtielere momenten in de film wel meer impact.

(Not) Lost in Translation

Of je bekend bent met Coppola’s werk of niet, het is duidelijk dat dialoog ondergeschikt is aan alles in deze film, maar de shots weten zelfs zonder woorden boekdelen te spreken. Vanwege het gebrek aan dialoog vraagt de film je om nog beter te kijken en meer informatie te halen uit de gezichtsuitdrukkingen. Spaeny’s performance nodigt hiertoe uit doordat de emoties over haar gezicht heen vloeien.

Het thema is doorgevoerd in elke keuze die is gemaakt en laat juist de impliciete, kleine momenten van verandering de boventoon voeren. Hierdoor weet de film op een genuanceerde manier een vrouwelijke hoofdrolspeler te laten zien die ermee worstelt om stabiliteit te vinden in haar romantische relatie. Coppola is hiermee nog steeds een van de beste in het tonen van volwassen worden als vrouw in een mannenwereld.

Kunst / Expo binnenland

Een zoektocht naar herkenning

recensie: My Oma - Kunstinstituut Melly, Rotterdam

‘“Ik ben op zoek naar mijn grootmoeder in iedere vrouw”, aldus Charlie Koolhaas, een van de deelnemende kunstenaars van My Oma. Misschien zijn we hier beland omdat we een vergelijkbare zoektocht doormaken, omdat sommigen van ons grootmoeder zijn, dit ooit zullen worden, of juist nooit.’ Met deze zinnen opent Kunstinstituut Melly haar nieuwste tentoonstelling My Oma.
Hoe is het om deze expositie met drie generaties te bezoeken? Wat zien (klein)kind, moeder en grootmoeder in deze tentoonstelling, ieder vanuit het eigen perspectief?

My Oma is een groepstentoonstelling waarin de grootmoeder als figuur de hoofdrol speelt. De tentoonstelling, verdeeld in vier thema’s – verbintenissen, idealisering, erfgoed en ontworteling – omvat hedendaagse kunstwerken, sommige exclusief gecreëerd voor deze expositie. Van een gefilmd familierecept tot kindertekeningen en familiefoto’s, elke creatie belicht een uniek perspectief op de grootmoederfiguur.

De Kleindochter

De uitspraak van Koolhaas is treffend voor een kleinkind. Met deze gedachte in het achterhoofd, betreed je dan ook de tentoonstelling, op zoek naar herkenning. Maar het is moeilijk om een connectie te vinden met de werken. Veel ervan zijn gebaseerd op heel persoonlijke verhalen. Zoals het werk Absence Vessel, or I had to invent a face for you, and now it is your flesh that I am van Jota Mombaça dat naar aanleiding van deze tentoonstelling is gemaakt. Je stapt een ruimte binnen die gevuld is met puin, erboven hangen holle keramiekwerken. Heel kort samengevat verwijst dit naar de afwezigheid van een zwarte grootmoederfiguur, in een Braziliaanse context van trauma’s, gendertransitie en verloren herinneringen.
De installatie is gemaakt vanuit de positie van het kleinkind. Het werk is indrukwekkend en kwetsbaar, maar voelt toch erg ver weg. Je hebt de uitgebreide toelichtingen nodig om het echt te doorgronden.

De Moeder

De moeder weet hoe het is om het kleinkind, kind en moeder te zijn. Ze weet niet of ze ooit oma zal worden en kijkt misschien met een blik van verlangen, een glimp van hoe haar leven er in de toekomst uit zou kunnen zien. Hoewel de moederfiguur niet specifiek wordt meegenomen in de expositie is zij toch aanwezig. Bijvoorbeeld in familiefoto’s waarop meerdere generaties samenkomen. Die wekken gevoelens van trots, volmaaktheid en liefde op.

De Grootmoeder

De hoofdfiguur in dit verhaal is de grootmoeder. Hoewel alle werken uit het perspectief van het kleinkind zijn gemaakt, is het de oma die beide kanten van het verhaal kent. Toch kan het voor een grootmoeder lastig zijn zich te herkennen in de werken. De relatie tussen grootmoeder en kleinkind is iets bijzonders, maar betekent voor iedereen iets anders. Een goed voorbeeld hiervan is het werk van Buhlebezwe Siwani. Het is een driedimensionaal tafereel. Een groepsportret gemodelleerd uit groene zeep. De geur doet de kunstenares denken aan vroeger toen ze als kind werd gewassen door haar grootmoeder met deze zeep.

My Oma reflecteert op diverse culturele perspectieven en persoonlijke verhalen die samenkomen in dit geheel. Noemenswaardig is de verscheidenheid aan culturen die binnen de tentoonstelling gerepresenteerd worden. Deelnemende kunstenaars komen bijvoorbeeld uit Turkije, Marokko, Brazilië, Curaçao, Oekraïne, Tsjechië, Duitsland en Nederland. Grootmoeders zijn de sleutelfiguren in vele families. Zij dragen geschiedenis en tradities over aan volgende generaties. Hoewel de werken soms als losse puzzelstukjes aanvoelen, geven ze samen een beeld van de rol van grootmoeders over de wereld. Ook al verandert er (gelukkig) veel op het gebied van genderrollen, de oma blijft toch een vrouw waar je tegenop kijkt.

Film / Films

Een actiefilm volgens het boekje

recensie: Silent Night – John Woo
Joel Kinnaman in Silent NightFilmdepot

John Woo heeft een legendarische reputatie in de filmwereld. Binnen het genre actiefilms heeft hij met geroemde titels als Hard-boiled (1992) en The Killer (1989) zijn eigen subcategorie weten te creëren. Zes jaar na zijn laatste productie is de Chinese regisseur terug met Silent Night. Helaas zou die wel eens geruisloos in de nacht kunnen verdwijnen.

Het verhaal is vrij simpel en bekend terrein binnen het genre: een man is uit op wraak nadat zijn kind is vermoord door bendeleden. Een bijzondere twist aan het verhaal is dat bij die aanval ook zijn stembanden beschadigd zijn geraakt en hij daardoor niet kan praten. Dit geeft de acteur (Joel Kinnaman) de uitdaging om zonder dialoog zijn rol overtuigend te spelen, wat hem bijzonder goed lukt. Een simpel verhaal is niet per definitie iets slechts. In een tijd waarin veel regisseurs een film onnodig gecompliceerd willen maken (of erger: deel willen laten uitmaken van een universum), is het fijn om een actiefilm te hebben waarbij de regisseur zijn handen daar niet aan vuilmaakt. Al vanaf minuut één precies weten wat de film gaat leveren, geeft ook een bepaalde rust.

Hoge standaarden

Waar de film alleen de plank misslaat, is met de actiescènes. Inmiddels zijn de standaarden voor het genre angstaanjagend hoog. Een actiefilm moet meer dan alleen kwalitatief geweld en bombarie leveren om zich te onderscheiden van de rest. Zelfs over uitstekende titels als Atomic Blonde (2017) of Nobody (2021) hoor je weinig meer. Alles wat niet John Wick of Mission: Impossible is moet zichzelf op de kaart zetten. Dat kan op verschillende manieren. Een filmreeks als Kingsman heeft zijn eigen flow qua over-de-top actiescènes en Britse humor. RRR (2022) laat zich niet tegenhouden door de grenzen van het genre en zet entertainment op één. Silent Night doet niks van dit alles. De actiescènes zijn generiek en missen panache. Niet de vermakelijke onzin van Fast & Furious of xXx; niet de soepele choreografie van martialartsfilms; niet de waanzin van Mad Max of Crank. Het is standaard actie, meer niet. Silent Night heeft eigenlijk alleen iets te bieden voor kijkers die nog niet zoveel actiefilms hebben gezien of niet bekend zijn met de hoge standaarden van het genre.

Anticlimax

Dit alles is extreem jammer, vooral omdat er met de opbouw niks mis is. Het verdriet van het hoofdpersonage is voelbaar en het enthousiasme voor de climactische scènes wordt stevig opgevoerd. De man neemt het heft in eigen handen en maakt zich klaar om voor gerechtigheid te zorgen. Ondanks deze sterke opbouw, blijft een memorabele afrekening uit. Het is een film die iets spectaculairs belooft, maar uiteindelijk weinig waar weet te maken.

Conclusie

Silent Night laat zien dat zelfs regisseurs met een eigen voetafdruk in de filmwereld een steekje kunnen laten vallen. Het verhaal is kaal en de actie geeft te weinig voldoening. Liefhebbers van actiefilms kunnen zich beter tegoed doen aan eerdere werken van deze regisseur. En anders is het een kwestie van geduld hebben totdat Argylle, Furiosa, of Ballerina uitkomen dit jaar.

Kunst / Expo binnenland

Ieder kind een eigen verhaal

recensie: Kinderen van de Haagse School - Panorama Mesdag

Spelen, ravotten en schilderen, maar ook meewerken op het land, in de visserij en in huis. Dit was de realiteit voor kinderen tegen het einde van de negentiende eeuw. In Panorama Mesdag krijgen wij nu een inkijkje in hun leefwereld.

De Haagse schoolschilders, waaronder bekende namen als Hendrik Willem Mesdag, Jozef Israëls en Jacob Maris, stonden bekend om hun schildertechniek met brede penselen en losse verfstreken. Hiermee slaagden ze erin sfeer te scheppen, uiterst geschikt voor het intieme thema van de leefwereld van kinderen. Het is een vernieuwend idee om de schilderijen rond dit thema onder de aandacht te brengen, aangezien hier in het verleden weinig focus op is geweest. Meer bekend zijn de oer-Hollandse zeegezichten en landschappen, of de voorstellingen met arme vissers en boeren.

Zorgeloos spelen of al jong aan het werk?

In de eerste zaal zien we kinderen op het strand, in de dierentuin, spelend met poppen of in de sneeuw; het kan niet op. Dit staat in sterk contrast met de schilderijen uit de tweede zaal, waar we geconfronteerd worden met hardwerkende kinderen. Er wordt vee gehoed, handwerk gedaan, op zee gewerkt, er worden vodden geraapt en manden gevlochten. Dit type voorstellingen bracht goede prijzen op in de kunsthandel en werd geprezen om de pure schoonheid van het eenvoudige leven.

Floris Arntzenius, Het lucifermeisje, 1890, olieverf op doek, 130 x 75,8 cm, collectie Haags Historisch Museum

Het meest schrijnende tafereel is het lucifermeisje;  zich staande houdend met krukken, probeert ze lucifers te verkopen om bij te verdienen en zo iets bij te dragen aan het gezin. Haar ongelukkige gezichtsuitdrukking, ongemakkelijke houding en bevuilde kleding laten niets aan de verbeelding over. Waarom deze armoedige en ongelukkige aspecten werden uitvergroot, legt Frederik van Eeden uit in een citaat uit 1888 dat in deze zaal op de muur staat: ‘Hun [de schilders van de Haagse school, red.] schoonheidsgevoel werd het meest bevredigd door de armoedigste huisjes, de meest armelijk gekleede lieden. Ze vonden dat mooi […] Mooi, zeggen ze, mooi – dat is vuil.

Portretten van eigen kroost

De kinderen van de Haagse Schoolschilders leidden een heel ander leven dan hun werkende leeftijdsgenoten. Dit zien we op de intieme portretten die de schilders van hun kinderen maakten. Ze zijn onbezorgd aan het tekenen, lezen, muziek maken en hebben nette kleding aan. Een aantal schilders gebruikten hun kinderen als model voor hun commerciële werk, maar meestal waren deze portretten bedoeld voor persoonlijk gebruik.

Een speciale link met de familie Mesdag wordt in de tentoonstelling gelegd via Klaasje, het enige kind van Hendrik Willem Mesdag en Sientje Mesdag-Van Houten, dat op zevenjarige leeftijd overleed. Een aantal van zijn kindertekeningen, die bewaard zijn gebleven in Mesdags schetsboeken, zijn nu samen met familieportretten en persoonlijke fotoalbums van de Mesdags voor het eerst te zien.

Thérèse Schwartze, Portret van Thérèse Ansingh, olieverf op doek, 59 x 47 cm, Particuliere collectie. Foto: Piet Gispen

Vakvrouwen

Vrouwelijke kunstschilders aan het einde van de negentiende eeuw, zoals Wally Moes en Barbara van Houten, hadden te maken met een lastig dilemma: trouwen of leven als kunstenaar? Degenen die voor dat laatste kozen, bleven kinderloos. Hoewel zij dus geen portretten van eigen kinderen vervaardigden, was het portretteren van kinderen wel een geliefd onderwerp onder deze vrouwen. Panorama Mesdag wijdt daarom de derde en laatste tentoonstellingszaal aan deze vakvrouwen en hun schilderijen en tekeningen van andermans kinderen.

 

Hoewel de tentoonstelling klein van omvang is, wordt met behulp van 45 schilderijen en tekeningen en duidelijke zaal- en objectteksten, een prachtig beeld neergezet van de leefwereld van kinderen tegen het einde van de negentiende eeuw. Panorama Mesdag heeft het voor elkaar gekregen om een originele invalshoek te vinden wat betreft schilders van de Haagse school en er is een mooie poging gedaan om de vrouwelijke kunstschilders uit die tijd ook een prominente plek te geven. Mocht je je in Den Haag bevinden, dan is deze tentoonstelling zeker een bezoekje waard.

Film / Films

Het leven door een roze bril?

recensie: Barbie - Greta Gerwig

Barbie was samen met Oppenheimer de meest geanticipeerde film van 2023. Barbie had grote schoenen (of hakken) te vullen: met een sterrencast bestaande uit onder andere Margot Robbie (Barbie) en Ryan Gosling (Ken) en topregisseur Greta Gerwig aan het roer, waren de verwachtingen hoog. Heeft de film de roze-manie eer aangedaan?

In Barbieland is alles perfect. En roze. Dit verandert wanneer Stereotype Barbie (Margot Robbie) te maken krijgt met platte voeten en gedachten over de dood. Na een bezoek aan Weird Barbie (Kate McKinnon) wordt duidelijk dat de persoon die in de echte wereld met Barbie aan het spelen is, mogelijk iets dwars zit. Ze verlaat Barbieland om erachter te komen wie de oorzaak is van de onbekende gevoelens, gedachten en uiterlijke veranderingen die ze meemaakt en het roze avontuur kan beginnen. En Ken (Ryan Gosling), haar hopeloos verliefde accessoire, is er natuurlijk ook bij.

Poppen spelen met het merk

Iedereen heeft wel een mening over Barbie. Je kunt er als kind dol op zijn geweest, of het liefst al het haar van de pop hebben weggeknipt. Misschien zag je met name de problematische kant, of ging je juist mee in de fantasie. Al deze kanten van Barbie worden in de film belicht. De kijker wordt al in het eerste halfuur overspoeld door visuele grapjes die de speelervaring zo eigen maken: Barbie doucht en drinkt zonder echt water in haar roze Dreamhouse, waarna ze zwevend vanaf de bovenste verdieping in haar (te) kleine auto belandt. Van zo’n grote productie was te verwachten dat alle visuele aspecten fantastisch zouden zijn. Dat de schoonheid gepaard gaat met humoristische details én relevant is voor het verhaal, tilt de film naar een hoger niveau.

Ken je Ken al?

Hoewel de film Barbie heet, kan Ken niet meer genegeerd worden in deze film. Ryan Gosling weet de intense Ken te laten sprankelen (en sprankelt soms ook letterlijk). Toch is het niet alleen zijn acteerwerk dat de show steelt: Kens personage heeft een grotere rol gekregen dan ooit tevoren in de Barbie-franchise. Vaak was hij een van de vele accessoires die bij een Barbiepop hoorden, en ook in de animatiefilms kwam hij nooit uit de verf omdat hij werd weggezet als het toegewijde vriendje dat enigszins wordt genegeerd door Barbie.

In deze film eigent hij zich schermtijd toe (waar Gosling in de echte wereld aardig wat nominaties mee binnenhaalt, in tegenstelling tot Robbie en Gerwig) en gebruikt hij deze om het patriarchaat dat hij in de echte wereld ontdekt te introduceren in de matriarchale samenleving van Barbieland. Niet alleen de hoge piefen van Mattel, de speelgoedfabrikant die Barbie terug naar Barbieland wil sturen, vormen dus een bedreiging voor Barbies zoektocht naar zichzelf, ook Ken veroorzaakt opschudding in de wereld die tot nu toe perfect was voor haar.

Roze mag weer

Margot Robbie toont de humane kant van Barbie wanneer ze ontdekt dat het er in de echte wereld ook niet perfect aan toe gaat. De soms wat frivole acteerstijl bouwt langzaam op naar een sterke boodschap door de afwisseling van gevatte opmerkingen en ontroerende monologen. Zo weet Gloria (America Ferrera) in een emotionele speech onder woorden te brengen hoe het voelt om een vrouw te zijn in de hedendaagse samenleving en uit ze haar frustraties over de vele hokjes en tegenstellingen die daarbij komen kijken.

Een film over plastic speelgoed neemt zo de meest onverwachte wending wanneer het eigenlijk gaat over wat het betekent om mens te zijn. Gerwig schetst Barbieland als een omgekeerde wereld van de onze en levert daarmee een doortastend commentaar op onze samenleving, waardoor de nominatie voor Best Picture zeer terecht is. Mocht je de film vanuit je eigen Dreamhouse willen kijken, de film is nu beschikbaar op HBO Max.

Muziek / Concert

Heerlijk sixties feest

recensie: The Fortunes
20240112_201903Joost Festen

De Engelse band The Fortunes is natuurlijk bekend uit de roerige jaren zestig. Dat ze in 2024 nog steeds nieuwe muziek maken en een tour doen van vijftien optredens in ons land is op zich al bijzonder. Het theater is voor driekwart uitverkocht om deze band, die ruim zestig jaar geleden werd opgericht, te bewonderen. We worden meegenomen in een heerlijk sixties feest.

In maart 1963 werden The Fortunes opgericht in Rugby, Warwickshire in Engeland. Midden jaren zestig tot ergens begin zeventiger jaren waren de hoogtijdagen van de band. Op de reeks hits die de band toen scoorde, konden ze hun verdere leven teren en ook in 2024 nog steeds liefhebbers naar de zaal trekken.

Historie van de band

The Fortunes scoorden wereldhits in 1965, maar niet met hun eerste single ‘Caroline’. Deze werd in Engeland in de ban gedaan omdat het leek of ze een van de piratenradiostations promootten terwijl het liedje gewoon over een meisje gaat. Met ‘You’ve Got Your Troubles’ startte een serie van vier singles achter elkaar. De singles die volgden, ‘This Golden Ring’ en ‘Here It Comes Again’, behoren tot ons collectief jaren zestig gevoel met de kenmerkende close harmony refreinen.

In 1968 hervatte de band die reeks met ‘Seasons In The Sun’, dat later nog een veel grotere hit werd door een uitvoering van Terry Jacks. In 1971 kwamen ze opnieuw met een paar grote hits waaronder ‘Here Comes That Rainy Day Feeling Again’, die is tot op heden bij iedereen in het geheugen gegrift.

Zoals bij zoveel bands was de samenstelling van de band geen constante factor.

The Fortunes anno 2024

De huidige bezetting van The Fortunes wordt gevormd door het kwartet Michael Smitham (gitaar), Chris Hutchison (keyboards), Eddie Mooney (bas) en Glenn Taylor (drums). Uiteraard zingen ze weer allemaal om het kenmerkende geluid van de band te produceren. Voorman Eddie Mooney speelde vroeger bij The Dakotas en hanteert de bas op dezelfde wijze als Paul McCartney. Het langst zittende lid van de band is Michael Smitharn (72), hij wordt daarmee een van de oerleden van de band genoemd. Hij moest in de loop der tijd ook van verschillende bandleden afscheid nemen toen ze kwamen te overlijden.

Drummer Glenn Taylor speelde ooit bij de Engelse band The Marmalade waar tijdens het optreden ook een hit van gespeeld wordt. Naast de eigen grote hits spelen ze ook vele hits van anderen wat het optreden een smeuïge cocktail maakt van jaren zestig liedjes.

Tour door Nederland

De band speelt deze avond voor de tweede keer in Nederland. Er volgen nog dertien shows kort hierna dwars door Nederland. Wie houdt van de muziek van deze band en zin heeft in een nostalgische avond zal zich niet bekocht voelen. De mannen kunnen ondanks de leeftijd een mooi potje close harmony zingen, met als parels van de show de grote hits van The Fortunes. Soms verrassen ze met een cover als ‘The Eyes Of Jenny’ van onze eigen Sandy Coast. En laten we niet vergeten dat ze ook een aantal Motown klassiekers naar hun hand weten te zetten.

De show wordt afgesloten met ‘You’ve Got Your Troubles’, dat klinkt als een klok en een van de hoogtepunten genoemd mag worden. Een favoriet als ‘Caroline’ is natuurlijk ook niet te versmaden.

Als toegift krijgen we ‘Twist And Shout’ van The Beatles te horen en om het concert helemaal af te ronden de hit ‘When You Walk In The Room’ van The Searchers. Een heerlijke avond jaren zestig muziek zorgt ervoor dat je de volgende dag nog steeds de grote hits in het hoofd hebt rondspoken.

Theater / Voorstelling

Oeverloze schermtijd maakt iedereen ongelukkig

recensie: Wunderbaum speelt live (online gaat het mis) – Wunderbaum/Theater Rotterdam
_S3A7152Sofie Knijff

Hoeveel uur zitten wij eigenlijk op een beeldscherm te kijken, per etmaal? En wat spoken we allemaal uit op sociale media? Waarom communiceren we trouwens zo nadrukkelijk via media zoals Whatsapp, terwijl we inmiddels toch wel weten dat dat een bron van misverstanden en ergernis is. En: worden we wel gelukkig van dat eindeloze gepruts op beeldschermpjes? Acteursgroep Wunderbaum maakt over ons online gedrag de voorstelling Wunderbaum speelt live (online gaat het mis).

Wunderbaum maakt met Wunderbaum speelt live (online gaat het mis) een muzikale voorstelling die het midden houdt tussen een klucht en een bloedernstige maatschappelijke aanklacht. Het handelsmerk van de groep zijn maatschappelijk geëngageerde voorstellingen, altijd rond een actueel thema. En vaak met een vette knipoog, ook al menen ze het wel degelijk bloedserieus.

Appgroep

Wunderbaum speelt live (online gaat het mis) begint met een hilarisch, uitgeschreven Whatsapp-gesprek tussen de ouders van een groepje middelbare scholieren, begeleid door live uitgevoerde, meeslepende muziek van percussionist Frank Rosaly.

De appende ouders lezen niet goed, gaan niet op elkaar in, beginnen over heel andere onderwerpen dan die waarvoor deze appgroep bedoeld is. Tegen de stapeling van online misverstanden is de enige remedie een gewone vergadering beleggen waarbij zowel ouders als leerlingen aanwezig zullen zijn, onder begeleiding van een leraar (Toto van Stekelenburg). De kritiek is direct duidelijk: van al die gemankeerde online communicatie wordt iedereen ongelukkig. Het gesprek zal dus live worden voortgezet.

Bekvechten

Plaats van handeling is een klaslokaal, op de grond afgebakend met behulp van een grijze speelvloer. Daarop stapelbare stoelen, erboven een systeemplafond met lichtblokken (licht en scenografie: Julian Maiwald).

De ouders hebben totaal geen zin in deze bijeenkomst; ze vinden die feitelijk zonde van hun tijd. Ze bekvechten, spreken voor hun beurt, spreken namens hun kinderen in plaats van die zelf aan het woord te laten. Het alfamannetje (Matijs Jansen). De cynische loser die dickpics verstuurt (Walter Bart). De carrièrebitch (Maartje Remmers) en haar partner (Wine Diericks). De faalangstige alleenstaande moeder (Marleen Scholten).

De scholieren die hun kinderen zijn, zijn pesters en gepesten. Arme en rijke kinderen. Kinderen met een psychisch rugzakje. Kinderen met gender-issues. (Mitchell Abionie, Elvis De Launey, Giari Knaapen, Lars van Nistelrooij, Marleen Sparreboom).

Op de hak

Doel van dit stuk is ons online gedrag op de hak nemen, een soort zedenschets geven van de huidige tijd (tekst: Annelies Verbeke). Een tijd waarin zowel ouders als kinderen extreem veel tijd verstoken aan turen naar een beeldscherm. Waarop online ‘bestaan’ even belangrijk is als in real life. Een tijd van appgroepen, van filmpjes maken en delen, van influencers, van op jacht zijn naar likes en volgers. Voor elk van deze elementen bestaat binnen het Nederlands een Engelse term, een afkorting, of een eufemisme.

Opmerkelijk is de manier waarop Wunderbaum ouders en kinderen portretteert. Al is de aanleiding voor de bijeenkomst een incident tussen de kinderen, het zijn de ouders die boos zijn, verontwaardigd, agressief. Die elkaar uitlachen, niet serieus nemen.
Het taalgebruik van de pubers staat bol van Engelse termen en gender-gejongleer, maar zij zijn degenen die empathisch zijn, naar elkaar luisteren. En die ook helemaal niet boos zijn over kleine ongelukjes, die elkaars gevoeligheden accepteren, excuses maken en die accepteren. De agressie zit niet bij de kinderen.

Focus

Jammer is dat de discussie in het klaslokaal focus mist en daardoor onvermijdelijk echt te lang duurt. De – vele – personages zijn eendimensionaal, niet goed uitgewerkt.
Lastig is dat er in dit grote gezelschap wordt gewerkt met microfoons die op de wang geplakt zitten. Doordat de acteurs uitwaaieren over het podium, moet de toeschouwer geregeld op zoek naar degene wiens mond beweegt om te weten wie aan het woord is.

Belangrijk en waardevol is niettemin dat dit een actuele voorstelling is met een scherpe maatschappelijke noodzaak: schermtijd. In de westerse wereld gaan per mens vele uren verloren met staren naar een beeldscherm. Onder scholieren is de invloed daarvan zo nadelig, dat de Nederlandse overheid per 1 januari 2024 het gebruik van mobiele telefoons door scholieren in het klaslokaal aan banden heeft gelegd. Of het tij nog te keren is? De tijd zal het leren.

 

Tekst: Annelies Verbeke
Spel: Mitchell Abionie, Elvis De Launey, Giari Knaapen, Lars van Nistelrooij, Marleen Sparreboom, Toto van Stekelenburg, Matijs Jansen, Walter Bart, Maartje Remmers, Wine Diericks, Marleen Scholten
Live muziek en compositie: Frank Rosaly
Scenografie: Julian Maiwald
Kostuumontwerp: Lotte Goos
Licht en scenografie: Julian Maiwald

Interview

Ilja Nieuwland

special: Interview

8WEEKLY heeft zijn zilveren jubileum mogen vieren. Een van de medewerkers, actief van 2002-2007, was Ilja Nieuwland. Reden voor een gesprek met en over hem. Over toen en een beetje over nu. Hij behoorde – zoals hij zelf zegt – ‘gewoon tot een zootje studenten dat met veel plezier een magazine volschreef’.

Ilja Nieuwland schreef zo’n kleine zeventig recensies. Voornamelijk over muziek, maar ook enkele over boeken en een paar over films. Dat is de periode na zijn studie geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen en voor zijn promotietraject. In 2017 promoveerde hij op dinosaurus-diplomatie in de vroege 20ste eeuw (American Dinosaur Abroad). Momenteel werkt hij als onderzoeker bij het Huygens Instituut (KNAW) en houdt hij zich bezig met geschiedenis van de natuurlijke historie in de moderne tijd en museumgeschiedenis aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij publiceert onder meer in het gerenommeerde tijdschrift Science en legt de laatste hand aan een boek over Berlijnse stations.

Hoe ben je bij 8WEEKLY terecht gekomen?

Via via leerde ik Mark Hospers kennen, met wie ik geregeld discussies had over culturele en dan vooral muzikale kwesties. Onze belangstelling lag ver uiteen, vaak waren we het eens, soms overtuigend oneens. Maar het was altijd een interessant gesprek. Op een bepaald moment vroeg Mark me eens iets op te schrijven; in het begin was dat nog over van alles, maar na een tijdje legde ik me toe op het recenseren van klassieke muziek.

Je schreef onder meer over Nederlandse muziek en Nationale Scholen. Ligt daar ook je belangstelling en hoe komt dat?

Kijk, ik ben toch primair historicus en dat reflecteren mijn recensies ook wel. Eigenlijk ben ik minder in de uitvoering geïnteresseerd dan in de breedheid van het repertoire, dat zeker in het begin van de jaren 2000 heel smal aan het worden was. Een belangrijke motivatie was daarom om vergeten orkestmuziek, waarvan ik dacht dat die een kans verdiende, onder de aandacht te brengen. In de recensies bespreek ik daarom naast de muziek zelf ook biografie en geschiedenis. Nederlandse klassieke muziek neemt daarbij een bijzondere plaats in; we zijn als land altijd geneigd om dingen van over de grens boven onze eigen productie te plaatsen, en ik denk dat dat niet altijd terecht is. Bovendien zitten er vaak goede verhalen achter, en dat interesseert me altijd nog het meest. Gelukkig is het repertoire nu weer wat aan het verbreden dankzij de roep om meer diversiteit. Dat heeft een vrij brede herevaluatie in gang gezet van wat er in concertzalen wordt gespeeld en dat is heel positief, naar mijn idee.

Tussen de boekrecensies treffen we een recensie aan over een boek over dinosauriërs: Robert Mash’s Een dinosauriër. Je schreef zelf een dik boek over American Dinosaur Abroad (2019). Vanwaar deze belangstelling voor dinosauriërs?

Dat begon toen ik een jaar of acht was. De meeste kinderen groeien daar weer uit, ik helaas niet. Ook daar heb ik mijn belangstelling trouwens vooral historisch uitgebuit, dus dat is wel een overlap.

Je stopte in 2007 met schrijven voor 8WEEKLY. Is daar een specifieke reden voor?

Tijd, vooral, maar ook het idee dat mijn toenmalige baan bij Concertgebouw De Doelen tot een belangenconflict kon leiden. Daar was ik bezig met het promoten van klassieke muziekuitvoeringen; die kon ik moeilijk achteraf gaan afkraken op 8WEEKLY. Terwijl daar zeker met dirigent Valeri Gergiev aan het roer wel aanleiding toe zou zijn geweest. Daarnaast begon ik me te bemoeien met de productie van eigen opnameprojecten van muziek en ook dat maakte het lastig om op beide stoelen te blijven zitten.

Er komt binnenkort bij uitgeverij De Gruyter in Berlijn een boek van je uit over de stations van Berlijn. Kun je daar iets meer over vertellen?

Da’s een geschiedenis over het Berlijn dat na de Tweede Wereldoorlog is verdwenen, gezien vanuit de treinstations waarop mensen aankwamen en vertrokken. Toentertijd had de stad een systeem dat nog leek op dat van Londen en Parijs, met allerlei kopstations om het centrum. Dat bepaalde ook de manier waarop mensen haar ervaarden en de verandering in die situatie betekent dat dit sindsdien dus is veranderd. Het is vooral een boek over mensen en architectuur, minder over treinen. Het boek (The Lost Termini of Berlin) zou in de herfst moeten uitkomen. Het is echt een publieksboek.

Daarnaast ben ik bezig met een biografie over de Duitse paleontoloog, relkikker en alleskunner Otto Jaekel. Dat is meer een academisch werk en ik hoop dat het volgend jaar verschijnt.

Kijk je nog wel eens op de website van 8WEEKLY en hoe vind je dat de inhoud daarvan zich ontwikkelt?

Eerlijk gezegd niet zo vaak meer. Ik zie het toch echt wel als een afgesloten deel van mijn eigen verleden, temeer omdat er op het gebied van klassieke muziek eigenlijk lange tijd niets meer gebeurde (nu zie ik weer meer). Maar afgezien daarvan: ik beschouw mezelf met 53 toch niet echt meer als deel van het doelpubliek, en dat is ook goed.

Wil je nog iets kwijt dat nog niet aan de orde is gekomen en leuk om te lezen?

Tijdens het Prinsjesdagconcert van 2004 of 2005, Balkenende-periode, was ik in de – sindsdien gesloopte – Anton Philipszaal in Den Haag om het concert te recenseren; mijn partner was mee. Na afloop sloegen we ergens rechtsaf waar we links hadden moeten gaan en voordat we het wisten stonden we op de receptie van dirigent Neeme Järvi, in aanwezigheid van ongeveer het gezamenlijke Kabinet. Mevrouw Balkenende heeft nog tot laat in de avond onze glazen van extra bubbels voorzien en we hebben leuk met haar gekeuveld (ze had duidelijk weinig zin om zich met haar mans collega’s bezig te houden). Toen we tegen middernacht enigszins aangeschoten het gebouw verlieten stond daar een hele rij met dienstauto’s. Heel even hebben we erover gedacht om gewoon in een exemplaar te springen om ons naar huis in Amsterdam te laten brengen, maar dat hebben we niet aangedurfd; mogelijk de grootste bron van spijt uit mijn 8WEEKLY-verleden.

Theater / Voorstelling

Spiegel voor een slecht huwelijk

recensie: Wie is er bang voor Virginia Woolf? – Kobra Theaterproducties

Het is nacht. Dat is de bepalende factor in Wie is er bang voor Virginia Woolf? van Kobra Theaterproducties. De nacht is het schemergebied waarin mensen zich bezatten, elkaar ongeremd de waarheid zeggen, seks hebben. In deze intieme, kolderieke en tamelijke naturalistische versie van de klassieker van Edward Albee is dit het moment waarop mensen geheimen delen die ze beter voor zich hadden kunnen houden.

Van alle schurende toneelteksten van de Amerikaanse schrijver Edward Albee (1928-2016) is Wie is er bang voor Virginia Woolf? (1962) – in elk geval op papier – wel de wreedste, lompste, schrijnendste. Vooral vanwege de hooglopende ruzies tussen de twee belangrijkste personages: het oudere echtpaar Martha en George.

Frustratie

Het koppel heeft na afloop van een feestje aan de universiteit een jonger echtpaar uitgenodigd om thuis nog een afzakkertje te komen drinken. Martha’s vader is rector magnificus van de universiteit, waaraan George sinds jaar en dag werkt als docent. Beroepsintellectueel George heeft nooit de vroegere verwachting kunnen waarmaken in de machtige voetsporen te treden van zijn schoonvader.

De pas getrouwde Nick en Honey staan nog aan het begin van hun carrière. Wat begint als een wat ongemakkelijke afterparty, ontaardt in een steeds lompere slemp- en scheldpartij.

Dader en slachtoffer

Waar in de meeste interpretaties van Wie is er bang voor Virginia Woolf? Martha de belangrijkste aanstichter van het kwaad is, plaatst regisseur Hanneke Braam bij Kobra Theaterpoducties de angel meer bij George. De George van Bas Hoeflaak verwordt gedurende de voorstelling van een amicale, vriendelijk babbelende man in een vileine, gekwetste echtgenoot die anderen hun geluk niet gunt.

Martha (Sanne Wallis de Vries) loopt aanvankelijk op zeer hoge hakken waardoor ze boven haar man uittorent. Maar de machtsverhoudingen draaien om. De hakken gaan uit en Martha verwordt van dader tot slachtoffer. Niet aardig, grof in de bek, maar ook best zielig.

Overtuigend

foto: Annemieke van der Togt

George en Martha komen kijvend en afstandelijk binnen, maar groeien in de loop van het stuk naar elkaar toe. De chemie tussen de twee is overtuigend, je gelooft dat ze een stel zijn en dat dit al decennia lang zo gaat tussen hen.

Regisseur Braam kiest ervoor de jongere generatie de spiegel te laten zijn van de oudere. Nick en Honey zijn pas kort getrouwd, Martha en George al 23 jaar. De jongeren kijken met bewondering, maar ook met schrik naar de ouderen. Als toeschouwer denk je: dit is jullie voorland, op deze ellende stevenen jullie ook af, tenzij je nú het roer omgooit. De veelbelovende bioloog is getrouwd met een drankzuchtige vrouw die geld heeft. Voor beiden ligt de desillusie op de loer.

Gevaarlijk

Bas Hoeflaak is sterk als George. Hoewel aanvankelijk hartelijk en beminnelijk, slijpt Hoeflaak zijn personage gaandeweg aan tot een gevaarlijke man. Misschien is het onvermijdelijk als je cabaretier Sanne Wallis de Vries de rol geeft van Martha: Braam speelt met haar keuze voor Wallis de Vries op de lach. Daardoor krijgt Albee’s vileine stuk komedie-achtige trekken. De tierende Wallis de Vries is eerder meelijwekkend dan een rotwijf.

Claire Bender als Honey versterkt het komedie-effect, haar personage is vooral geestig; het mist de tragiek die van Albee’s Honey zo’n tragische vrouw maakt. Benders wanhopige mimiek en schutterige lichaamstaal redden het personage. Alex Ploeg is zeer op dreef als de jonge, corpsballerige Nick. Zijn timing en intonatie zijn sterk. Deze man gaat door roeien en ruiten om zijn ambities waar te maken. Het duurt een hele nacht voordat hij beseft dat hij daartoe met Martha en George op het verkeerde paard wedt.

Bacchanaal

Het decor (ontwerp: Calle de Hoog) is even eenvoudig als effectief. Een extreem lange bank biedt de acteurs de ruimte om zonder veel moeite afstandelijkheid, vijandigheid, toenadering, vertrouwelijkheid of intimiteit neer te zetten, eenvoudigweg door zich erop te verplaatsen.  De achterwand bestaat uit 198 gevulde watercontainers met een kraantje eraan, van die dingen die je gebruikt op de camping. Er wordt voortdurend uit getapt om het bacchanaal te onderstrepen.

Hier staan vier interessante acteurs in een welgemikt decor, in een originele interpretatie van een stuk dat elke zoveel jaar in Nederland op het program staat. Het levert een zeer vermakelijke avond toneel op

 

Tekst: Edward Albee
Regie: Hanneke Braam
Spel: Claire Bender, Bas Hoeflaak, Alex Ploeg, Sanne Wallis de Vries
Decor: Calle de Hoog
Kostuums: Dorien de Jonge
Licht: Stefan Dijkman
Techniek: Arnold Schut, Marcel Sman, Dorus van Leeuwen
Fotografie: Annemieke van der Togt

 

 

 

 

Kunst / Expo binnenland

Honderdvijftig dagen Rembrandt in De Lakenhal

recensie: Rembrandts vier zintuigen – zijn eerste schilderijen

Hoe hebben we het nu: vier zintuigen? Het zijn er toch vijf? Dat klopt: zicht, gevoel, gehoor, reuk en smaak. Museum De Lakenhal in Leiden toont er vier. Van stadgenoot Rembrandt. De eerste vier, want de ‘smaak’ is spoorloos.

Rembrandt maakt ze rond zijn achttiende levensjaar (1624-’25) wanneer hij in Leiden woont en werkt. De brillenverkoper (zicht), wordt in 2012 door De Lakenhal aangekocht. De andere drie bevinden zich in The Leiden Collection (New York), de privéverzameling van het echtpaar Kaplan: De operatie (gevoel), De drie zangers (gehoor) en De flauwgevallen patiënt (reuk) dat het als laatste koopt, in 2015. Het is het eerste schilderij met Rembrandts signatuur: RHF (Rembrandt Harmenszoon Fecit).

De vier kleine schilderijen zijn eerder te zien geweest in het Rembrandthuis in Amsterdam (2016-’17). Nu vormen ze de opmaat voor de viering van het honderdvijftig-jarig bestaan van De Lakenhal en zijn er honderdvijftig dagen te zien. In één zaal in het hart van het museum, bij de vaste collectie in de buurt.

Alledaagse scènes in eenzelfde opzet

Het zijn alledaagse scènes in felle kleuren, onder andere opvallend roze. Vernieuwend ook, weg van de beeldtradities en personificaties uit die tijd, pasteus (dik) en voor een jonge kunstenaar trefzeker geschilderd. Rembrandt experimenteert al met licht-donkereffecten (clair-obscur), realisme en dramatische emoties, de barokschilderkunst eigen. Waar hij dat allemaal vandaan heeft, is ook te zien in werk van zijn leermeesters en collega’s dat in dezelfde zaal hangt. En waar het toe leidde ook, in enkele schilderijen van leerlingen.

Het clair-obscur bijvoorbeeld vinden we terug op De Onderwereld met de boot van Charon (ca. 1620) van Rembrandts eerste leraar, Jacob van Swanenburgh. Die roze kleur op Lezende oude vrouw (ca. 1625-’26) van Rembrandts vriend en collega Jan Lievens, die waarschijnlijk ook is afgebeeld op de Drie zangers en Musicerend gezelschap. De kleur roze is trouwens ook gekozen voor de ondergrond waarop de schilderijtjes hangen.

De vier schilderijen hebben allemaal eenzelfde opzet: drie figuren in – voor die tijd – ouderwetse kleding met elementen waarvan men dan meent dat het oriëntaals is. Vergelijkbaar met de uitdossing van Rembrandts Musicerende gezelschap (1626) dat in de nabijheid van de vier is opgehangen.

Vorm versus inhoud

Maar het gaat verder dan alleen de invloed van Rembrandts leermeester. Ook de invloed ervan op weer zijn leerlingen komt aan bod. En hoe ze met die invloed omgaan, ervan afwijken. Zoals Gerrit Dou in een zelfportret (ca. 1632). Dou schildert immers niet zozeer pasteus; hij was een Leidse fijnschilder.
De roze kleur komen we ook weer tegen op een doek van Harmen Steenwijk, een Vanitas stilleven (ca. 1650).

De nadruk ligt vooral op de vormelijke aspecten van de werken die worden getoond. Op zich een beperking die voor zo’n kleine, door conservator oude kunst Janneke van Asperen samengestelde expositie in slechts één zaal begrijpelijk is. Maar het maakt wél nieuwsgierig naar een meer inhoudelijke insteek.

Rembrandt Harmensz. van Rijn, Brillenverkoper (het Gezicht), ca.1624-1625, Museum De Lakenhal

Een voorbeeld. Op De brillenverkoper staat de verkoper (Rembrandts vader?) afgebeeld met een opvallende (oriëntaalse) muts, een soort sjtreimel of shtreimel zoals getrouwde joodse mannen die nog wel dragen. Een mooi en vergelijkbaar voorbeeld schildert een andere leerling van Rembrandt, Samuel van Hoogstraten op zijn Man achter een raam (1653, Kunsthistorisches Museum, Wenen). Lang denkt men dat dit rabbijn Lipmann Heller is, een jaar na diens dood geschilderd, hoewel daar nu aan wordt getwijfeld. Dat is link één.

Een andere link is het gegeven dat joden in de tijd van Rembrandt, met zijn gilden, brillen mogen verkopen. Zo komen ze aan de niet antisemitisch bedoelde bijnaam ‘brillenjood’, die later een negatieve bijklank krijgt. Zo zou Rembrandt al jong, nog voor hij in Amsterdam in de Jodenbuurt woont, aandacht voor zo’n joods attribuut tonen.

Het is een beetje jammer dat De Lakenhal zo’n context als deze niet meeneemt en de nadruk legt op formele kenmerken van de getoonde schilderijen. Misschien bij een volgende keer, of tijdens een college op de eerste zondag van de maand wel? Dat maakt een reisje naar Leiden voor sommige mensen vast nog waardevoller.