The Count of Monte Cristo
We schrijven 1813. Edmond Dantès (Jim Caviezel) lijkt alles voor de wind te hebben: een goede baan met promotie en de liefde van Mercedes, zijn prachtige verloofde. Zijn beste vriend Fernand Mondego (Guy Pearce), graaf van Morcerf, is echter ook verliefd op Mercedes en kan het niet verkroppen dat een sloeber als Edmond meer succes heeft in het leven dan hij. Fernand verraadt zijn vriend, en Edmond belandt in een afgelegen gevangenis. Jaren later ontsnapt hij, en weet hij zijn handen te leggen op een geheim fortuin. De tijd voor wraak lijkt gekomen. Edmond neemt, geholpen door zijn nieuwe fortuin, een nieuwe identiteit aan: de graaf van Monte Cristo.
In een avonturenfilm is geen plaats voor diepe zieleroerselen, terugkerende motieven en realistische karakterontwikkeling. Alles dient iets dikker te worden opgediend, en liefde, moraal en emotie moeten allen in dienst staan van het avontuur. The Count of Monte Cristo is dan ook precies zoals hij moet zijn. Het plot gaat nergens heel diep, de emoties zijn primair en begrijpelijk en de acteurs hebben de juiste toon te pakken. Vooral Pearce is geweldig als Fernand: zijn arrogante platvloersheid ligt er zo dik op dat je maar niet genoeg van zijn karakter kunt krijgen. Caviezel doet zijn ding en zal mij als acteur nooit helemaal laten dansen van genot, maar zijn ietwat naïeve blik past wel bij het karakter dat hij moet neerzetten.
Popcornvermaak
De film is van A tot Z een feest om naar te kijken. De film is mooi aangekleed, en alles ziet er werkelijk prachtig uit. Met name als de rijkdom van de graaf wordt weergegeven tijdens een extravagant feest krijgen we een stukje onbeschaamd materialisme te zien waar je steil van achterover slaat. Het verhaal wordt rustig opgezet, de intrige duidelijk uitgelegd en is daardoor voor alle leeftijden goed te volgen. De grootste verdienste van regisseur Reynolds (Robin Hood: Prince Of Thieves, Waterworld) is dat hij gedurende 131 minuten de vaart er goed in weet te houden. De film verliest eigenlijk nergens aan kracht, en daardoor is het de perfecte popcornfilm voor het begin van een vrijdagavond. Geen klassieker, maar entertainment van de bovenste plank.Slordig
Op de commentaartrack die hij voor de DVD insprak, komt regisseur Reynolds naar voren als een vakman die van elke scène het beste probeert te maken, ondanks een (relatief) klein budget en een beperkt aantal draaidagen. Reynolds praat vooral over de technische aspecten van de film: de lokaties, de acteurs en de montage. Door het onderwerp en zijn manier van spreken is het commentaar soms wat droog, maar Reynolds laat nergens grote gaten vallen en blijft, net als zijn film, dik twee uur lang interessant. Wel vreemd is het feit dat op twintig minuten voor het einde er een halve minuut uit het commentaar geknipt lijkt, waardoor de rest van de film vooruitloopt op de beelden en de bijbehorende ondertiteling. Slordig.
En garde
De overige extra’s op de schijf zijn vrij kort en standaard. De niet eerder vertoonde scènes worden netjes ingeleid door Reynolds en zijn editor Stephen Semel. Alhoewel Reynolds in zijn commentaar vaak vertelt over de grote hoeveelheden materiaal die tijdens de montage zijn gesneuveld om de film in te korten, zijn de hier gepresenteerde scènes vaak niet langer dan een minuut of twee. De korte featurette En garde laat de verschillende hoeken zien van waaruit het slotduel werd gefilmd, terwijl de titel van Geluidsontwerp: laag voor laag de lading grotendeels dekt: we zien een scène uit de film waarbij je met je afstandsbediening de verschillende elementen van de geluidsmix kunt horen. Choreografie van de degens bestaat ten slotte uit niet veel meer dan video-opnamen van repetities voor zwaardgevechten.
Geen trailer
Wat opvalt is de afwezigheid van een trailer. Meestal zijn de voorfilmpjes van dit soort Hollywoodspektakels net zo leuk als de films zelf, en voor fans zijn ze helemaal waardevol. Maar desondanks is de DVD van Monte Cristo even degelijk als de film zelf: weinig diepgang, maar boeiend genoeg.