Sveta Shueva, Lake View Limited Offer. Foto © M HKA
Kunst / Expo buitenland

De bureaucratische hel van een grimmig kantoorpand

recensie: Recensie: Sveta Shuvaeva – Lake View Limited Offer
Sveta Shueva, Lake View Limited Offer. Foto © M HKA

Voor veel mensen is het kantoor een gewone, onopmerkelijke omgeving. Het is een ware kunst om die alledaagsheid om te zetten naar iets bijzonders en ons te vervreemden van dat wat we zo goed kennen. Met haar installatie Lake View Limited Offer in het MHK Antwerpen, is dat de Russische kunstenares Sveta Shuvaeva (1986) gelukt.

Stiekeme gluurder

Sveta Shuvaeva’s installatie is in een aparte zaal geplaatst en vult deze bijna helemaal. Vanbuiten is de installatie een grote witte rechthoek met een skelet van lichtgekleurd hout. Aan weerskanten van de rechthoek bevinden zich twee ingangen, door het midden van het blok loopt een nauwe gang.

Sveta Shuvaeva, Lake View Limited Offer. Foto © M HKA

Sveta Shuvaeva, Lake View Limited Offer. Foto © M HKA

Aan één kant van de gang zijn ‘ramen’ geplaatst. Het zijn openingen in de wand die telkens verschillend van vorm zijn. Ze gunnen je een kijkje in een aantal kleine ruimtes en plaatsen je in de schoenen van een stiekeme gluurder.

Niets anders dan lucht

De ruimtes zijn fel verlicht en verstild. Daar gaat iets onheilspellend van uit, ook al zijn de voorwerpen in de ruimte de saaie herkenning zelf: stekkerdozen, usb-sticks, paperassen, opgedroogde theezakjes, troosteloze verpakkingen van afhaalmaaltijden, levende of haast gestorven kamerplanten.

De voorwerpen vallen op doordat ze allemaal gemaakt zijn van papier. Dat leidt misschien tot tedere gevoelens, – als je je voorstelt dat je een kwetsbare papieren asbak oppakt, stel je je voor dat je die vasthoudt als een babykonijntje – maar het schept ook afstand. Met het bestuderen van die ruimtes komt het besef dat elke laptop, elke kamerplant, gevuld is met niets anders dan lucht.

Sveta Shueva, Lake View Limited Offer, detail installatie. Foto: Yuri Palmin

Sveta Shueva, Lake View Limited Offer, detail installatie. Foto: Yuri Palmin

Het stille ontbreken van mensen

Het kantoor wordt daarmee slechts een illusie. En dat is precies Shuvaeva’s bedoeling. De titel van de tentoonstelling Lake View Limited Offer nam de kunstenares rechtstreeks over van een reclameposter van net nieuw opgeleverde appartementen in een woonwijk. De zin presenteert een ideaal (het kopen van een huis met een prachtig uitzicht) dat wellicht onbereikbaar is.

Vooral als je de installatie interpreteert als het kantoor dat toegang biedt tot dit ideaal. De droom is onmogelijk te verwezenlijken, want op het kantoor is geen enkele medewerker aanwezig. Het stille ontbreken van mensen maakt de plek nog grimmiger.

Bureaucratische hel

Sveta Shuvaeva, Lake View Limited Offer. Foto © M HKA

Sveta Shuvaeva, Lake View Limited Offer. Foto © M HKA

Het kan zelfs lijken alsof je je in een bureaucratische hel zonder uitweg bevindt. Zo omschrijft Shuvaeva de installatie zelf tenminste. Maar het doorbreken van de hel is mogelijk, zo stelt ze. Niks anders dan papier scheidt je van de uitgang.

Toch haal je opgelucht adem als je weer naar buiten stapt. Opgelucht en enigszins verward: bekritiseert Shuvaeva de bureaucratie, verwijst ze naar het huidige Rusland, verbeeldt ze kwetsbare dromen? Hoe dan ook: deze tentoonstelling heeft je, al is het maar voor even, anders leren kijken naar usb-sticks, stekkerdozen en kamerplanten. Die frisse blik is een waar genoegen.

Theater / Voorstelling

Twents muzikaal theaterspektakel met een zoete boodschap

recensie: Hanna van Hendrik - Stichting Hanna van Hendrik

Hanna van Hendrik roept met een nagenoeg Twents script, een nagebouwde boerderij (inclusief koeien) en een ‘historische’ boerenopstand een hoop nostalgie op, maar vervalt in sentimentaliteit.

Vorige zomer stond het culturele seizoen in Twente grotendeels in het teken van Stork!, een musicalspektakel over de opkomst van de fabriek Stork. Deze zomer wordt die rol vervuld door het muzikale theaterspektakel Hanna van Hendrik (bedacht door actrice Johanna ter Steege, die tevens de titelrol vervult). Nu gaat het niet over een fabriek, maar over een boerderij. Waar het bij Stork! over de opkomst van een familiebedrijf ging, gaat het bij Hanna van Hendrik over de ondergang ervan. Het spektakel en het musicalkarakter zijn gebleven, maar of dat verstandige keuzes zijn, is een tweede.

Het boerenleven komt tot leven

Het verhaal (geschreven door Bouke Oldenhof en grotendeels naar het Twents vertaald door Laurens ten Den) wordt aan elkaar verteld en gezongen door Naomi van der Linden (die tevens de rollen van Hanna’s schoonzoon Alex en kleindochter Aisha vervult). Decorontwerper Guus van Geffen heeft voor de voorstelling een hangaar van het voormalige Twentse vliegveld omgebouwd tot een heuse boerderij. Met stallen, een hooizolder, tractors en echte koeien heeft Van Geffen een indrukwekkend realistisch en bovenal sereen beeld van Hanna’s erf ontworpen.

Met die serene rust is het overigens snel gedaan als Hanna door de bank gedwongen wordt haar boerenbedrijf, al generaties in de familie, te verkopen. Met geweer en al verzet zij zich hiertegen. Dat ter Steege kan acteren was bekend, maar dat ze overtuigt als stuurse boerin, nota bene in het Twents, is nieuw. Ondertussen verzetten haar boerenburen (in het Twents: ‘noabers’) zich tegen de gemeente vanwege de ruilverkaveling. Noaber Gerrit, grappig en nuchter gespeeld door Laus Steenbeeke, ziet in Hanna de persoon die het namens alle boeren tegen de gemeente mag opnemen. Een soort Tubbergse Jeanne d’Arc, denk je al gauw, maar daarvoor krijgt deze verhaallijn te weinig aandacht.

Daarvoor passeren te veel andere zaken de revue: we gaan terug naar het moment dat de jonge Hanna de Limburgse Hendrik (Huub Stapel) ontmoet en hun zoon Bert (Max Laros) met een verstandelijke beperking wordt geboren, hun dochter Wilma (Marliz van Til) zet zich af tegen het kleinburgerlijke bestaan en vlucht weg en Hanna verliest haar Hendrik. Toch blijft Hanna hoopvol. Zoals het vliegveld, waar het stuk zich afspeelt, ooit een glorieuze tijd heeft gekend, toen in verval is geraakt en nu, onder andere dankzij deze voorstelling, weer een nieuw leven kent, zo vertelt de verteller ook dat Hanna’s betere tijden weer zullen komen. Het is mooi hoe een voorstelling over de teloorgang van een boerenbedrijf – en indirect over de neergang van een regio – wordt gespeeld op een vliegveld dat een soortgelijke teloorgang heeft gekend.

Plattelandssoap ‘meets’ musicalspektakel

Er gebeurt veel in Hanna van Hendrik, te veel misschien wel. Er zijn zoveel lijntjes dat de rode draad wel eens uit het oog verloren raakt. Niet elke scène is even relevant of komt goed uit de verf. Zo worden de ergernissen van dochter Wilma jegens het boerenleven en haar liefde voor de Surinaamse Alex in een rap tempo behandeld waardoor de gebeurtenissen willekeurig blijven. Als aan het einde Van der Linden als kleindochter Aisha ook nog haar band met Hanna onderzoekt en daarmee zogenaamd terloops een verband met de huidige vluchtelingsituatie legt, krijgt het spektakel wel een heel sentimentele, bijna moraliserende, toon.

Maar het grootste probleem is misschien wel de muziek. Net als voorganger Stork schuurt Hanna van Hendrik tegen musical. De band Her Majesty, die de muzikale begeleiding verzorgt, en Van der Linden, die het merendeel van de nummers zingt, doen hun werk vrijwel foutloos. Dat is het probleem niet. Het is de tekst die de boel uit balans brengt. De nummers zijn vaak van een algemene nietszeggendheid. Ze gaan onder andere over hoe verknocht iedereen aan het platteland is, hoe moeilijk het is om in je eentje de tijd tegen te houden, hoe fijn het is om een vrouw (in een overall) te zijn en nogmaals hoe verknocht iedereen aan het platteland is. De teksten zijn vaak van een dusdanig zoetsappig kaliber dat ze evengoed uit de streekromans van Gerda van Wageningen geplukt hadden kunnen zijn.

Dat is de crux van Hanna van Hendrik: Ter Steege had met deze voorstelling een eerbetoon aan Twente willen brengen. Haar ambities waren groots, evenals de uitvoering ervan. Haar interpretatie van de titelheldin overtuigt weliswaar, maar juist door alle veelheid ontbreekt bij Hanna van Hendrik de diepgang die de voorstelling juist tot een écht aangrijpend spektakel had kunnen maken.

Boeken / Non-fictie

Fascinatie met het Noorden

recensie: Adwin de Kluyver - Het gedroomde Noorden

Dromen over schijnbaar onbereikbare plaatsen is de mens niet vreemd. Ontdekkingsreizigers zijn van alle tijden. Veel mensen zijn op zoek geweest naar de noordelijkste plaatsen op onze wereld. Het gedroomde Noorden van Adwin de Kluyver is als een atlas over het Noorden.

Denk bij het Noorden niet meteen aan sneeuw en ijs. Het Noorden kan vele gedaanten hebben en dat laat De Kluyver in zijn boek de lezer dan ook meemaken. De schrijver neemt je mee aan de hand van werkelijkheden, fantasieën en fabels maar laat de lezer ook kennismaken met de oorsprong van de verhalen door ze in een historisch perspectief te plaatsen. Zo wordt dit boek door de schrijver zelf een atlas genoemd met niet alleen vermaak maar ook historisch verantwoorde kost.

Magie van het noorden

Wie ooit noordelijke plaatsen bezocht heeft kent de magie van het Noorden. U kent misschien de landen Noorwegen, Zweden, de Orkney eilanden en het meest magische: de Faeröer-eilanden. Wie kennismaakt met de natuur, de cultuur en de beleving van deze plaatsen moet al snel toegeven dat deze noordelijke streken iets bijzonders hebben. Noorwegen staat bekend om de indrukwekkende natuur. Zweden laat zich omschrijven als het Venetië van het Noorden en de Faeröer-eilanden maken een onuitwisbare indruk in de beleving van de natuur, de mensen die er wonen en de muziek die er te ontdekken is.

Ook De Kluyver heeft zich laten betoveren door Scandinavië. Soms gaat zijn atlas over natuur, dan weer over historie en soms over een stuk magie die onwerkelijk overkomt. Hij beschrijft niet enkel verhalen over plaatsen die echt bestaan of exact te duiden zijn. Maar de Kluyver schrijft ook over plaatsen die niet te duiden zijn of een fabel blijken te zijn. Het zou zo kunnen zijn dat de Faeröer-eilanden onderwerp zijn van het hoofdstuk waarin een denkbeeldig eiland boven de Orkney-eilanden wordt beschreven. Het verhaal over Thule zou heel goed over die eilandengroep kunnen gaan, al wordt het in het boek niet aangegeven.

Dromen en werkelijkheid

Dat De Kluyver historicus is merk je als lezer duidelijk. Hij kan niet om de historische werkelijkheid van de verhalen heen. Dat maakt het boek aan de ene kant interessant als je wat wilt leren. Aan de andere kant haalt het de snelheid en magie uit het boek als je niet zozeer belangstelling hebt voor de historische achtergrond en werkelijkheid. Wie alleen op zoek is naar een fijn verhaal en leesbeleving zonder achtergrond doet er voor het leesplezier goed aan om de stukken tekst die in het blauw zijn gedrukt over te slaan. Ze vormen de verantwoording of, zoals je zou kunnen zeggen, het historische perspectief.

Toch biedt Het gedroomde Noorden genoeg uitdaging om door te lezen en de verhalen te absorberen. Dat we niet altijd in de koude belanden bij “het Noorden” lezen we in verhalen die spelen in Italië, Duitsland en Groot-Brittannië. Toch speelt het merendeel van de verhalen zich echt af in het werkelijke noorden van onze planeet. De Kluyver slaagt erin een boek te schrijven met historisch besef, gekoppeld aan fraaie verhalen. Met de eerdergenoemde leeswijzer in gedachten is het boek geschikt voor een verhaallezer èn voor een historicus. Zo bedient hij beide groepen lezers en dat is een prestatie van formaat.

Het boek is vooral beschrijvend en bevat geen doorlopende verhaallijn maar losse verhalen zoals het verhaal van Eskimo Minik die zijn vader verliest. Het kan daardoor eenvoudig in stappen gelezen worden. En misschien is dat wel de beste methode om dit werk te benaderen.

Theater / Voorstelling

Holland Festival opent met een overdonderende voorstelling over een vergeten geschiedenis

recensie: Holland Festival - Openingsvoorstelling

Met The Head and the Load van William Kentridge opent Holland Festival met een sterke voorstelling die de toon zet voor de rest van het festival.

Afgelopen week ging het Holland Festival weer van start in Amsterdam. Vorig jaar nam Ruth Mackenzie na vier jaar afscheid als artistiek directeur, volgend jaar neemt Emily Ansenk (directeur van de Rotterdamse Kunsthal) het stokje over. Je zou dit jaar dus kunnen spreken van een intermezzo-editie. Het festival experimenteert met zogeheten ‘associate artists’; te weten de Congolese choreograaf Faustin Linyekula en de Zuid-Afrikaanse kunstenaar William Kentridge. Hun werk zal de komende weken centraal staan op het theaterfestival. Met deze twee Afrikaanse makers als middelpunt kiest het Holland Festival voor een duidelijk politiek accent in de programmering, waarin thema’s als racisme en dekolonisatie nadrukkelijk aan bod komen.

Zo ook in de indrukwekkende openingsvoorstelling The Head and the Load van William Kentridge, die afgelopen dagen in Theater Amsterdam te zien was. Deze muziektheatervoorstelling vertelt het verhaal van de honderdduizenden Afrikaanse zwarte mannen die tijdens de Eerste Wereldoorlog gerekruteerd werden door een van de Europese koloniale grootmachten. Groot-Brittannië en Frankrijk, maar ook Duitsland bezaten tijdens het uitbreken van de Eerste wereldoorlog grote kolonies in Afrika; wat deze Europese oorlog onvermijdelijk naar het Afrikaanse continent bracht. Deze rekruten werden vaak niet zozeer als soldaten, maar als dragers van oorlogsmateriaal ingezet. Want anders dan in Europa kon dit materiaal wegens het ontbreken van spoorlijnen vaak niet per trein vervoerd worden. Het werd daarom op schouders en hoofden verplaatst.

Fragmentarisch

Dit verhaal wordt associatief en fragmentarisch verteld waarbij het uitdrukken van ideeën en gevoelens voorrang geniet boven het vertellen van een conventioneel narratief. Kentridge brengt in deze voorstelling theater, muziek, bewegingskunst en beeldende kunst samen op een podium van vijftig meter breed, waarop gedurende de voorstelling bijna veertig performers actief zijn. Tezamen zetten zij een strak gestructureerde montagevoorstelling neer die vele aspecten aanstipt en soms uitdiept. Het fragmentarische karakter van de voorstelling is soms overdonderend, maar ook gepast, omdat het resoneert met de niet-eenduidige ervaring van oorlog en de niet-rechtlijnige ontwikkeling van politieke geschiedenis.

Indrukwekkend is onder meer de minutenlang durende mars die halverwege de voorstelling wordt ingezet waarin de spelers, als dragers van wapentuig en andere oorlogsgoederen, van de ene kant van het enorme podium naar de andere kant marcheren. Op de eveneens enorme achterwand vermenigvuldigen deze dragers zich in een metershoge schaduwmars. Deze achterwand vervult ook in de verdere voorstelling een belangrijke rol; hierop dansen niet alleen de uitvergrote schaduwen van de spelers, maar worden ook veel tekeningen en animaties geprojecteerd. Zoals landkaarten waarop militaire bewegingen uitgestippeld zijn en vele van de kenmerkende houtskooltekeningen van Kentridge.

Paradox

Ook muzikaal heeft The Head and The Load een fluïde karakter; van opera, naar marsmuziek tot dadaïstische koren. Indrukwekkend is onder meer het gezamenlijk aanheffen van het Britse volkslied God Save the King. In het zingen van dit lied wordt een paradox uitgedrukt die het hart vormt van de voorstelling. Hoewel het misschien tegenintuïtief voelt, zijn oorlogen niet zelden emancipatoire processen, waarin mensen die voorheen als tweederangsburgers werden beschouwd hun plek opeisen in de maatschappij. Kijk bijvoorbeeld naar de vele vrouwen in Nazi-Duitsland en Groot-Brittannië die ten tijde van de Tweede Wereldoorlog, omdat de mannen zich aan het front bevonden, voor het eerst werk buiten het huishouden vonden. In Afrika bleef soortgelijke emancipatie uit. Zwarte mannen werden gevraagd om in gelijkheid te sterven voor Koning of Kaiser, maar daar hield de broederschap ook wel op. Hoewel deze mannen een enorm offer brachten, bleef de zwarte bevolking in koloniale rijken een tweederangspositie behouden.

Dat bewustzijn klinkt door wanneer de regels God Save our Gracious King keer op keer herhaald worden, plechtig maar in vol besef van deze paradoxale ironie.

Zo opent deze editie van Holland Festival met een indrukwekkende productie.

Meer werk van Kentridge is dit festival onder meer te zien in Defence of the less good idea en de gratis te bezoeken 3D-tentoonstelling The Invisible Exibition in Frascati. Verder is in filmmuseum EYE tot september de tentoonstelling William Kentridge – Ten Drawings for Projection te bezoeken waarin verschillende korte houtskoolanimaties van Kentridge te zien zijn.

Evert Elzinga
Kunst / Expo binnenland

Twee aan twee

recensie: Treasury!
Evert Elzinga

Twee aan twee staan, hangen of liggen ze. Althans: dat geldt voor de meeste van de tweehonderd kunstwerken die te zien zijn op de eerste jubileumtentoonstelling van de tienjarige Hermitage, de Amsterdamse satelliet van Sint-Petersburg. Ze komen allemaal uit de collectie van de thuisbasis en gaan in Amsterdam een gesprek met elkaar aan, zoals kunst op zich ook uitnodigt tot dialoog.

Vrouwenfiguur Rusland regio Voronezj Kostjonki ca 23.000  21.000 v Chr Kalksteen State Hermitage Museum St Petersburg

Vrouwenfiguur, Rusland, ca. 23.000 – 21.000 v. Chr. Kalksteen © State Hermitage Museum, St Petersburg.

Een gesprek tussen oud en nieuw, oost en west, noord en zuid, rooms-katholiek en protestants, statisch en levendig, Romeinse oudheid en boeddhisme, vorm en inhoud. Slechts een enkel kunstwerk staat op zichzelf, zoals de Venus van Kostjonski (23.000 voor Chr.), nog voor je de eerste zaal instapt. Het is het begin van een tentoonstelling die qua tijd tweehonderdvijftig eeuwen omspant. De nadruk valt op kunst uit 1500-1700, direct gevolgd door werken uit 1800-1900. Met slechts enkele werken uit de eenentwintigste eeuw, waaronder Jean Fabre’s Zotheid staand op de dood, dat tegenover een oud fabeldier hangt dat wat weg heeft van de zwaan op het kunstwerk van Fabre. Ook het lichtkunstwerk van Teresa Mar en de video Marianna (The Fairy Doll) van Rineke Dijkstra zijn hier voorbeelden van. Het lichtkunstwerk is een aankoop van de jarige en de video is dankzij de Vrienden van de Hermitage cadeau gedaan aan de Hermitage in Sint-Petersburg.

Verder kijken

Henri Matisse Naakt 1908 Olieverf op doek State Hermitage Museum St Petersburg

Henri Matisse, Naakt, 1908. Olieverf op doek © State Hermitage Museum, St Petersburg.

Het twee aan twee tonen, is een insteek die erom vraagt verder te kijken dan je neus lang is. Dan zie je bijvoorbeeld opeens dat de achtergrond van een zestiende-eeuwse Berouwvolle Maria Magdalena en de achtergrond van een vrouwelijk naakt van Matisse allebei de abstractie naderen. Net als het Thuluth- en Koefische schrift op een Islamitisch mozaïek uit Centraal-Azië uit het begin van de vijftiende eeuw. Omdat de meeste bezoekers dat niet kunnen ontcijferen, wordt het – zoals directeur Cathelijne Broers op de instructieve audiotour zegt – haast abstract.

Of dan valt het op dat twee vormen die op het eerste gezicht hetzelfde lijken, na beter kijken helemaal niet hetzelfde uitdrukken. In zo’n geval gaat het eerder om: zoek de verschillen. Je wordt als kijker uitgenodigd zelf een verband te leggen, zeker op de bovenverdieping van de tentoonstelling, waar het concept minder strak lijkt te zijn doorgezet.

Beneden en boven

Toch werkt wat je beneden hebt gezien, soms ook boven door. Neem het fabeldier naast de zwaan van Fabre op de benedenverdieping, en boven het fantasiegewei op de kop van een mythische grafuitrusting van een paard (derde eeuw voor Chr.). Of neem een kan met een afbeelding van een fabeldier, een simurgh, uit het Iran van de zesde-zevende eeuw. Want behalve beelden en schilderijen zijn er ook andersoortige kunstvoorwerpen te zien of niet als kunst bedoelde voorwerpen. Voorbeelden hiervan zijn de twee deurpanelen uit het vijftiende-eeuwse Syrië of Egypte en de vitrine rond de Malachiet-salon (1839) in de Russische Hermitage.

Verrassing

Zwaan Rusland Altaj Pazyryk grafheuvel 5 3de eeuw v Chr Vilt gras wol State Hermitage Museum St Petersburg

Zwaan, Rusland, Altaj, Pazyryk, grafheuvel 5, 3de eeuw v. Chr. Vilt, gras, wol © State Hermitage Museum, St Petersburg.

En dan volgt op het eind van de tentoonstelling een verrassing. Nee, het gaat niet alleen om de video Marianna van Rineke Dijkstra, maar ook om de kunst van kinderen die in het kunstonderwijs onder de noemer ‘Hermitage voor Kinderen’ boven komt drijven. Julia Wilde (13 jaar) maakte in dat kader twee paardjes, of hondjes, daar is ze zelf niet uit. Twee fabeldieren, een grote en een kleine, broederlijk of zusterlijk naast elkaar.

Eén kunstwerk mocht, net als de Venus van Kostjonski ook min of meer alleen hangen: een kleine Caspar David Friedrich. Een sublieme zonsondergang, dat we herkennen van een van de eerste tentoonstellingen in wat toen de kleine Hermitage werd genoemd. Nu kunnen we spreken van een grote Hermitage aan de Amstel, waarin een mooie eerste jubileumtentoonstelling te zien is. Nee, misschien zijn het niet allemáál topstukken die worden getoond, maar toch. Ze gaan met elkaar in gesprek en dat maakt het spannend.

Boeken / Non-fictie

Van Avenger tot Zelda

recensie: Nerds! - Emilio Guzman en Thijs van Domburg

Goede vrienden en zelfverklaarde nerds Emilio Guzman en Thijs van Domburg vertellen in Nerds! – een ode aan de nerd – honderduit over hun voorliefde voor bord- en computerspellen, strips, superhelden, films en series.

Werd de term vroeger nog gebruikt als scheldwoord, tegenwoordig is ‘nerd’ een titel die met trots gedragen wordt. Het zijn zelfs hoogtijdagen voor nerds. Superheldenfilms domineren het aanbod in bioscopen, Pokémon GO was een immense hype en geen serie is zo populair als Game of Thrones. De nerd is uit de marge gekropen en staat in het middelpunt van de belangstelling. Guzman en Van Domburg maken de balans op.

Leven van een nerd

In vier delen wordt het bestaan van de nerd van top tot teen doorgelicht. Voordat Guzman en Van Domburg toekomen aan alle nerdhobby’s, -genres en -activiteiten, proberen ze de nerd te typeren en te analyseren. Hoe ziet zijn of haar liefdesleven eruit, welke politieke kleur heeft de nerd, kunnen nerds religieus zijn, et cetera. Het luchtige karakter van Nerds! maakt dat er ruimte is voor dergelijke uitweidingen, maar het vormt ook een opeenstapeling van open deuren. Vanzelfsprekend zijn nerds ook gewoon mensen en zijn ze er dus in alle soorten en maten.

Nerds! komt pas echt op gang wanneer Guzman en Van Domburg vertellen over hun passies. Over het verzamelen van Ninja Turtle actionfigures en het bezoeken van een Comic Con. Over de verschillen tussen fantasy en science fiction. Veelal bespreken ze hun onderwerpen middels persoonlijke anekdotes. Enkele nerd-ervaringen die ze nog niet hadden (waaronder Dungeons and Dragons en larpen) hebben ze speciaal voor Nerds! opgedaan.

Ook voor noobs

Guzman en Van Domburgs enthousiasme spat van de pagina’s af en dat werkt aanstekelijk. Word je op je werk omgeven door nerds, maar kun je Star Wars nauwelijks van Star Trek onderscheiden? Lees Nerds! en je kunt weer deelnemen aan discussies in de koffiekamer. Je zal een mening over de juiste volgorde om Star Wars te kijken kunnen veinzen. Ook zul je Game of Thrones-fans op de vingers kunnen tikken. Die draken van Daenerys? Beter opletten, dat zijn toch echt wyverns.

Het toegankelijke karakter van Nerds! is tegelijkertijd ook een zwakte. Want laten we wel wezen: het boek zal vooral appelleren aan nerds, maar voor hen is al het besprokene al gesneden koek. Dit had ondervangen kunnen worden door bijvoorbeeld de lijstjes met kijk- en leestips uit te breiden met wat obscuurdere titels. Desalniettemin is Nerds! een feest van herkenbaarheid voor iedereen die op een vrije dag het liefst uren achter elkaar Skyrim speelt of Harry Potter voor de vijfde keer leest.

Boeken / Non-fictie

Boeiend levensverhaal

recensie: Rick Treffers - Ik wou dat ik jouw leven had

In het boek Ik wou dat ik jouw leven had neemt muzikant Rick Treffers de lezer aan de hand door een deel van het reilen en zeilen van zijn leven. Hij beschrijft de pieken, de dalen en de uitdagingen.

Rick Treffers is een muzikant die de moed had om zijn leven in Nederland te verruilen voor een bestaan in Spanje. Hij werkt nu al vele jaren vanuit dat land en heeft zijn droom vormgegeven om te leven in meer rust, een ander ritme, met veel uitdagingen en vooral in vele opzichten een ander klimaat. Dat de achterblijvers niet durven dromen van de keuze die Treffers maakte en min of meer jaloers zijn op zijn durf en stap in het ongewisse, lezen we openhartig tussen de verhalen door.

Het muzikantenbestaan

Rick Treffers heeft sinds 1995 muziek uitgebracht onder verschillende namen. Girlfriend Misery was zijn eerste verschijning, gevolgd door Miss Universe, waarna hij afwisselend onder eigen naam en Mist zijn albums uitbracht. Nog één uitstapje maakte hij in 2013 met El Turista Optimista. De pluriformiteit van Treffers wordt onderstreept doordat hij zich muzikaal in het Engels, Spaans en het Nederlands weet te uiten.

Dat het muzikantenbestaan zo zijn ups en downs kent laat Treffers ons meebeleven in de verschillende toerverslagen door de jaren heen. Het oudste dateert van 1995 en het jongste van 2009. Het meest opvallende verslag is dat van de tournee in Mexico, waar de band Mist als een grootheid wordt onthaald en Treffers beschrijft hoe het voelt om als een ster behandeld te worden. Het Mexicaanse volk ligt hem haast aan de voeten, maar na deze kortstondige beleving van het sterrendom blijkt de realiteit later helaas anders. Hoe wrang voelt het achteraf met de beperkte gage die de band ontvangt en de hoge onkosten die gemaakt werden; van het gevoel van roem blijft enkel een negatieve nasmaak achter.

Gedenkwaardig is de tournee naar Argentinië waarbij Treffers in het vliegtuig onze huidige koning en koningin ontmoet, omdat de bas van zijn bandlid een plaatsje moet krijgen in de bagageruimte boven de stoelen. Daarvoor moet een Maxi-Cosi iets opschuiven die eigendom blijkt te zijn van koningin Máxima. Treffers biedt haar zijn laatste cd van dat moment aan, Dangerous Words, “..waar de aankomende vorstin oprecht dankbaar voor is..” schrijft Treffers. Of was het toch gewoon beleefd?

De kunstenaar

Muzikant of schrijver? Bestaat er een verschil? Als kunstenaar schrijf je teksten, die de ene keer op muziek gezet worden en de andere keer, zoals nu bij Treffers, wat uitgebreider zijn en in boekvorm verschijnen. Rick Treffers deelt in een boeiende schrijfstijl zijn avontuur als muzikant en het gevecht om het bestaan met de lezer. Zijn manier van schrijven maakt dat het uitlezen van het verhaal een soort van drang is. Hij pakt de lezer met zijn ongecompliceerde taalgebruik. De haat-liefdeverhouding met de pers weet hij treffend te verwoorden.

In 2008 bracht Treffers al een drietal korte verhalen uit. Met Ik wou dat ik jouw leven had weet hij de verhalen die hij in de loop der jaren heeft opgetekend tot één geheel te smeden, wat een zeer leesbaar boek oplevert, goed voor vele uren leesplezier. Het geeft je een kijkje in het leven van de muzikant en misschien wel avonturier. De levenslust en overtuiging van zijn keuze spreekt Treffers duidelijk uit. Wie Treffers’ verhaal aanspreekt zou eens moeten gaan luisteren naar zijn muziek. Begin met zijn nieuwste albums Underwater en The Loop of Love. Ze zullen je een soundtrack verschaffen bij dit fijne muzikantenverhaal.

Het boek op zich is amusant en tegelijkertijd redelijk boeiend om te lezen. Na de 143 bladzijden ontspint zich nog een clou van de tussenliggende pagina’s die uw recensent nog niet zal verklappen. Het boek levert enige uren leesplezier op en dat is fijn. Voor een biografie heeft het net te weinig om het lijf. Maar een levensverhaal is vermoedelijk ook niet de bedoeling geweest van de schrijver.

Americana Update 2
Muziek / Album

Americana in vele vormen

recensie: Americana Update – Volume 2
Americana Update 2

In deze Americana-update ruimte voor talent uit Nederland en van overzee. We bespreken onder andere het debuutalbum van een uniek samenwerkingsverband van twee broers met Away With Birds, en ook twee langverwachte albums. Vier jaar moesten we wachten op het nieuwe album van de country noir act Point Quiet dat weer helemaal de moeite waard blijkt te zijn. Het duurde maar liefst vijf jaar voordat Suzanne Jarvie ons kon tracteren op een vervolg op haar debuut. Dat het vervolgens de luisteraar ook nog maanden kost om het album op waarde te schatten en te laten schitteren, is op zijn minst bijzonder te noemen.

Suzanne Jarvie

Het eerste album van Suzanne Jarvie was zo overdonderend goed dat bij het beluisteren van dit tweede album “het kwartje” maar niet wilde vallen. De echo van het debuutalbum bleef tussen de oren klinken, maar na vele draaibeurten geeft In The Clear dan toch ineens zijn pracht vrij. Natuurlijk zijn de onderwerpen niet meer zo persoonlijk als op het debuut dat verhaalde over de miraculeuze genezing van haar zoon die herstelde van een val van de wenteltrap. Dat voorval was mede aanleiding tot de switch van Jarvie van jurist naar muzikant.

In de bijgesloten release notes neemt de zangeres je meteen één moeilijkheid uit handen: niet alle teksten zijn te doorgronden, omdat ze tegelijk met de melodie in haar op kwamen voor ze betekenis hadden. Sommige liedjes, zoals het titelnummer, verhalen duidelijk wel. ‘In The Clear’ gaat over het trauma dat de hele familie trof door het ongeval van haar zoon. Ook de albumopener ‘Headless Rider’ grijpt terug op het voorval, maar dan vanuit het perspectief van de tweelingzus van haar zoon. ‘All In Place’, waarbij toepasselijk alle puzzelstukjes op zijn plaats vallen, ontpopt zich tot mijn persoonlijke favoriet, Tekst, melodie en instrumentatie passen mooi in elkaar. De begeleiding van piano en viool ondersteunt naast het gitaarspel heerlijk het liedje.

De productie is wederom in vakkundige en smaakvolle hand van H. Chris Brown, die ook piano en hammondorgel speelt. Dat Brown een speciale band heeft met de muziek van Jarvie merkten we live ten tijde van de release van Spiral Road. Die chemie horen we ook nu weer op het eveneens overweldigende In The Clear.

 

Away With Birds

De broers Pat en John Currie maken afzonderlijk al zo’n twintig jaar muziek. John speelde met The Cranberries, Xavier Rudd, The Kings of Leon en Scott Matthews. De vergevorderde dementie van beide ouders bracht de broers samen om muziek te maken. Het fungeerde als uitlaatklep in deze periode met veel emoties. Het album werd zo goed als live opgenomen op een zolderkamer in Amsterdam in samenwerking met Sjoerd Spoelstra op toetsen en achtergrondzang. Ze doopten de samenwerking Away With Birds. Ondanks de emotionele aanleiding van het samenwerkingsverband is het album heel rustig van toonzetting, al trekt het niet onopgemerkt aan je voorbij. Daarvoor bieden het album en de composities te veel elementen die soms freaky aandoen, maar ook af en toe sterke verbindingen hebben met het muziekverleden van de broers.

Luister naar het nummer ‘Boat By The River’, waar de geest van Crosby, Stills, Nash & Young in rond lijkt te waren. De fraaie geluiden van de op dwarsfluit lijkende klanken van de melodica, gespeeld door Spoelstra, maken de totaalbeleving compleet. Invloeden die hen worden toegeschreven zijn Bonnie ‘Prince’ Billy, Sparklehorse en Vic Chesnutt. Niet de minsten zou ik zo zeggen en het doet ze recht. Het album Away With Birds verdient het om breed omarmd te worden door liefhebbers van voornoemde namen. Geef ze de ruimte om zich aan je te ontvouwen in deze pure uitbarsting van talent en emotie in muziek die beleefd mag worden.

 

Point Quiet

Ik bewaar een bijzonder plaatsje in mijn muziekhart voor de Nederlands formatie Point Quiet. De reden is simpel: ze stellen tot op heden nooit teleur en maken een vorm van Americana die redelijk uniek te noemen valt in het genre van Country Noir. De donkere kant van de Americana, maar dan verlicht op een manier die het hart van de liefhebber heftig doet kloppen van genot. Gelukkig duurde het nu slechts vier jaar na het vorige album voordat Walking In The Wild op ons werd losgelaten. Opnieuw herbergt dit album stuk voor stuk juweeltjes die zich samen laten vloeien tot het dozijn dat dit album vult.

De sfeer die het kwintet neerzet laat zich het makkelijkste typeren door te denken aan de muziek van Neil Young met zijn rustige stijl en niet te country, maar dan met een zanger met een diepe, donkere stem. Ook de kwaliteit van de composities mag zich meten met het werk van de grootmeester. De thema’s die worden aangeroerd zijn de belangrijke onderwerpen van het leven als liefde, verlies en schoonheid. Het gaat ook over verbintenissen die ons leven bepalen en de tochten die we dwalen door het leven. De ups en downs die het leven zo boeiend maken en het waard maken om geleefd te worden. De muziek van Point Quiet op haar beurt maakt het waard om gehoord en vooral doorleefd te worden. Het is geen album dat je makkelijk weg slikt, maar dat zijn pracht past ontvouwt als je tijd investeert om van hoogtepunt naar hoogtepunt te vliegen langs alle twaalf liedjes. Geen moment verslapt de greep die de band op de luisteraar heeft. Klasse plaat!

 

De toegift: Steve Forbert

Wie herinnert zich niet ‘Schoolgirl’ van Steve Forbert? Een liedje uit 1980 dat een jaar later in de top20 belandt in ons land. Forbert zit inmiddels bijna veertig jaar in de muziek. In de maanden voor het verschijnen van The Magic Tree herstelde Forbert van een nieroperatie en chemotherapie. De optimistische liedjes van dit nieuwe album laten de kracht horen die Forbert vond zowel in de magie van het herstel als in de steun van zijn huidige partner, die hem al zeventien jaar in zijn leven vergezelt. Dit zoveelste album van Forbert verscheen vorig jaar en viel pas veel later op, maar verdient alsnog de aandacht van de Americana-liefhebber. Vergeet het jeugdige hitje en verbaas je over de diepgang en het optimisme in The Magic Tree. Forbert verhaalt positief over het leven.

Theater / Reportage
special: Operadagen Rotterdam

Een dag op zoek naar nieuwe definities op de Operadagen Rotterdam

De Operadagen Rotterdam zijn weer van start gegaan. Het festival, dat nog tot en met 26 mei te bezoeken is, tast dapper de grenzen van opera/muziektheater af en gaat deze dikwijls voorbij. 8WEEKLY bezocht een greep uit het aanbod.

Wanneer ik iemand meeneem naar de Operadagen Rotterdam, krijg ik na afloop van een voorstelling vaak de vraag: maar dit is toch niet echt opera? Doorgaans kan ik mijn kompaan geen ongelijk geven, maar een naam als Muziektheaterindebreedstevormdagen Rotterdam is op zijn minst marketingtechnisch niet heel handig. Het festival, dit jaar van 17 tot en met 26 mei, tast dapper de grenzen van opera/muziektheater af en gaat deze dikwijls voorbij. De voorstellingen variëren van meezingfestijnen tot conceptuele dans- en muziekvoorstellingen en worden uitgevoerd door de gehele stad (naast in de theaters bijvoorbeeld ook in de Bijenkorf of voor het Centraal Station).

Een min of meer willekeurige greep uit het aanbod bracht mij op zondag 19 mei bij drie voorstellingen. Samen vormen zij maar een fractie van de programmering, maar zijn wel exemplarisch voor de ruime blik op muziektheater die de Operadagen kenmerkt.

Eenheid in verscheidenheid

Orlando van Julie Beauvais en Horace Lundd is bijvoorbeeld een installatiekunstwerk, met livemuziek van trompettist Yannick Barman. Het is een vrije interpretatie van Virginia Woolfs roman Orlando: a Biography, het satirische verhaal over een 16e-eeuwse edelman die na twee eeuwen van geslacht verandert en vervolgens doorleeft tot in de 20ste eeuw. Bij Beauvais en Lundd zijn de verschillende manifestaties van Orlando verbeeld door zeven video’s van mensen van over de hele wereld, van diverse pluimage, die tergend traag bewegend tegen de achtergrond van hun leefomgeving worden gefilmd.

Orlando is geen ‘voorstelling’ en het concept ist uiterst minimalistisch. Dat is even omschakelen (of ik had het boekje beter moeten lezen). Als dat gelukt is, dan kun je langzamerhand vereenzelvigen met de verschillende Orlando’s, met de soundscape van vervormde trompetgeluiden, en op zoek gaan naar de Orlando in jezelf.

Duveltje uit een doosje

Patrick Eaking Young ontwikkelde de voorstelling Toujours et près de moi op basis van de Pepper’s ghost, een optische illusie waar door middel van de precieze positionering en belichting van een spiegel een soort hologram wordt gecreëerd (denk aan het Spookslot in de Efteling). De setting lijkt sober: twee performers voor een tafel met daarop twee kleine houten kisten. Maar al snel blijkt dat de kistjes bewoond worden door kleine spookmensen, tussen wie zich een woordeloze strijd ontvouwt.

Een belangrijke rol in deze voorstelling is weggelegd voor de serene zang van het vijfkoppige koor EXAUDI. Hun repertoire varieert tussen de renaissancepolyfonie van Gesualdo en Machaut en werk van hedendaagse componisten en van hartverscheurende zang tot cartooneske begeleiding. Wat in eerste instantie een gimmick lijkt, verwordt tot een poëtische vertelling over verlangens en verscheurde relaties.

Werkelijkheid

De conventioneelste opera van de zondag was The Cave van het ODC Ensemble, maar dat conventionele mag je met een korrel zout nemen. The Cave is namelijk een cyberpunkopera, gebaseerd op Plato’s grottheorie, met een grotendeels elektronische soundtrack, een bombastisch libretto dat varieert tussen filosofische beslommeringen over leven in tijden van sociale media, soundbites uit het nieuws, voorlichtingsvideo’s uit de Tweede Wereldoorlog en wat al dies meer zij. Wat op het podium gebeurt, wordt veelal live geprojecteerd en gedubbeld op het achterdoek, wat een caleidoscopisch effect heeft en een DIY-esthetiek aan de voorstelling geeft.

Met deze bombast roept het Griekse ensemble vragen op over de realiteit in tijden van digitale overdaad en nepnieuws. The Cave is weinig subtiel en een tikkeltje pretentieus, maar tegelijkertijd weet de voorstelling het publiek wel mee te voeren door middel van audiovisuele overdaad en de slimme muziek, een kruising tussen elektronica en operazang.

Theater / Reportage
special: SPRING 2019

Van het plein tot de schouwburg : SPRING 2019

Vaste bezoekers van het SPRING Festival weten waar ze in de middag moeten zijn. Nog niet in de theaters, maar op de terrassen van de binnenstad. 8WEEKLY nam een drankje op het Neude en zag daar een performance die nog lang in het geheugen blijft hangen. En dat op een dag met genderfluïde R-Kelly musicals in Theater Kikker en wild dansend publiek op het podium van de Schouwburg.

Er is inmiddels al veel gebeurd, daar op het Neude. Wie herinnert zich nog het standbeeld waar GeenStijl vorig jaar zo boos over werd? Of de Grindr-installatie waar Dries Verhoeven pannenkoeken bakte met lokale dating-appers? Volgens de SPRING-website moest ik hier zijn voor Zora Snake, de Kameroense theatermaker die met zijn performance Transfrontalier door de binnenstad trekt.

Zora Snake – Transfrontalier

Foto: Anna van Kooij

Even aarzelde ik of ik wel goed zat. Er staat ook dit jaar een grote installatie – Ephemeral Data – maar waar is Zora Snake? Vlak voor de cafés verzamelt een groepje toeschouwers zich, terwijl Snake op een sober kleedje zich rustig uitkleedt. In roze onderbroek bindt hij prikkeldraad om zijn lichaam, en loopt vervolgens naar het terrasjesvolk. Hij schreeuwt, maar wordt niet geholpen. Free For All luiden de borden die zijn medelopers dragen, maar er wordt weggekeken.

Hetzelfde gebeurt als hij met ons door de straten van Utrecht loopt. Er wordt verbaasd omgekeken, een dame komt zelfs geschrokken haar winkel uit, maar Snake wordt angstvallig met rust gelaten. Er is waarschijnlijk een bewustzijn dat dit een performance is, maar het effect is er niet minder om. Snake positioneert zichzelf als een persoon in nood waar niet naar omgekeken wordt, en confronteert het publiek om hen heen met de eigen wegkijkende houding.

‘Snake zet nog harder in op confrontatie’

Eenmaal aangekomen op de Ganzenmarkt zien we een plein vol kledingstukken, en een leeg, door hekken omringd vierkant in het midden. Snake zet hier nog harder in op confrontatie. Terwijl hij om het vierkant heen danst en het tevergeefs probeert te trotseren, hoort het plein de xenofobe retoriek van Geert Wilders, Marine Le Pen, Thierry Baudet en Klaas Dijkhoff. Fort Europa is een leeg, ommuurd vierkant in het midden van een plein vol verloren kleding van degenen die niet binnengelaten worden. Ondertussen horen we hoe de beeldvorming van migranten bepaald wordt door rijke Westerse mannen en vrouwen die een zondebok nodig hebben.

De kracht van Transfrontalier schuilt in de compromisloosheid van de performance. Snake gaat in het hart van een stad staan en confronteert nietsvermoedende voorbijgangers met de xenofobie van het Westerse immigratiebeleid. En: met hun luxepositie om daar niet aan te denken. Tegen het eind van de performance slaagt hij erin om Fort Europa te betreden, om vervolgens te ontdekken dat dat net zo goed een gevangenis is. Dan gooit hij de hekken om en benadrukt de gedeelde menselijkheid met zijn publiek. Hij omhelst ze, danst met ze, en benadrukt daarmee nog eens dat de benarde positie van migranten ons allen aangaat.

Vincent Riebeek – One of a kind

Foto: Thomas Lenden

We maken een draai van 180 graden: van de oprechtheid van Transfrontalier naar de ironie van One of a kind, de nieuwe performance van Vincent Riebeek. Riebeek componeert een ‘uniek’ kunstwerk uit toegeëigend materiaal – van Stravinsky’s Sacre du Printemps tot Rupaul’s Drag Race – en verbindt dat aan queer identiteit. De performance en de wezens die erin voorkomen voldoen allemaal aan hetzelfde principe. Uit bestaande culturele referenties bouwen ze een eigen identiteit op, die voortdurend kan veranderen.

We zien een naakte man met een babymasker uit het achterwerk van een andere performer verschijnen. Hoeveel tinten groen zou een baby zien, wordt ons gevraagd, als hij nog niet weet wat ‘groen’ is? Het onderstreept dat we allemaal een web van referenties nodig hebben om onze omgeving te begrijpen.

Twee performers – met mannelijke lichamen, lang haar en vrouwelijke maskers – dringen ons aan om te stoppen met het toe-eigenen van gay cultuur. Woorden als ‘queen’, ‘bitch’ of ‘Cate Blanchett’ mogen alleen gebruikt worden door homo’s. Dat die woorden weer zijn gestolen van zwarte vrouwen maakt niet uit: die hebben het immers weer gestolen van homoseksuele zwarte mannen. En dan blijkt dat deze hele passage ook is toegeëigend. De tekst is letterlijk overgenomen van een Funny or Die YouTube-filmpje.

‘Riebeek geeft een dubbelzinnige blik op toe-eigening’

De absurditeit van toe-eigening in dit fragment wordt gecontrasteerd door een latere scène, waarin Neil Patrick Harris’ openingsnummer van de 65e Tony Awards – It’s not Just For Gays Anymore – wordt geparodieerd. In dit nadrukkelijk campy nummer doet Harris een beroep op hetero’s om musicals te omarmen. Ironisch, maar tegelijkertijd ook een slimme pr-stunt van Broadway-producenten om een breder publiek aan te spreken. Waar Harris eindeloos veel hetero-beroemdheden in de zaal vindt, gaat het de zangers van deze versie minder goed af. Krioelend door het publiek proberen ze bijna tevergeefs heteroseksuele toeschouwers te vinden.

Het hoogtepunt van One of a kind wordt bewaard voor het einde. De twee vrouwen en twee mannen in het gezelschap hebben inmiddels alle maskers en pruiken afgedaan, en re-enacten een re-enactment van R-Kelly’s affaire. Daar is een heuse Rupaul-musical van gemaakt, die hier fanatiek nagespeeld en geplaybackt wordt. Met vrouwen in de mannenrollen en vice versa. Zo geeft Riebeek een dubbelzinnige blik op toe-eigening van queer cultuur. Enerzijds wordt erkend dat toe-eigening problematisch is. Anderzijds viert One of a kind toe-eigening door er zelf een aantal schepjes bovenop te doen. En zo ontstaat er inderdaad een uniek kunstwerk.

Dancenorth, Lucy Guerin Inc. & Semyawa – Attractor

Foto: Anna van Kooij

Attractor opende donderdag 16 mei deze editie van het SPRING Festival. Deze voorstelling is een samenwerking tussen twee vooraanstaande dansgezelschappen uit Australië– Lucy Guerin Inc. en Dancenorth – en het Indonesische muzikantengezelschap Senyawa. Een interessant gegeven, deze mengeling van genres en culturen, maar de uitwerking is minder indrukwekkend dan verwacht.

We zien een herhalend patroon. Semyawa opent met zang en muziek, en vervolgens geven de dansers daar een choreografische invulling aan. De voorstelling beweegt toe naar een staat van trance, zo is ons van tevoren verteld, maar het eerste gedeelte blijft daar te gelikt voor. De krachtige elektronische klanken van Semyawa spreken tot de verbeelding, de technische virtuositeit van Lucy Guerin Inc. en Dancenorth is indrukwekkend, maar het gaat niet onder de huid zitten.

‘De trance lijkt dichtbij, maar wil niet echt lukken’

Halverwege blijkt het gezelschap een verrassing in petto te hebben. We horen ineens geluiden van shakers uit de zaal komen, en leren zo dat er figuranten in de zaal zitten. Die blijven natuurlijk niet lang verborgen, en al snel stroomt het podium vol met publieksleden. Met de muzikanten in het midden dansen ze in cirkelvormige bewegingen. De trance lijkt dichterbij, maar wil niet écht lukken. Even voel ik het ongemak van een vrouw die zich over lijkt te geven aan de dans, en op het randje tussen realiteit en performance zit. Voordat dat echt kan gebeuren, wordt een volgende choreografie ingezet. Een oudere meneer probeert de rest bij te benen, slaagt daar net niet in, en wordt daarmee de meest interessante figuur om naar te kijken.

Wat in Transfrontalier zo goed lukte, weet Attractor niet te bereiken. In de straten van Utrecht ontstond er een wrange balans tussen echt en niet-echt, een performance die tegelijkertijd de alledaagse werkelijkheid verstoort. Op het podium van de schouwburg wordt gepoogd een trance te bereiken – ook zo’n liminale staat tussen werkelijkheid en spel – maar blijft te esthetisch om die grens echt te bereiken. Zo kijk je uiteindelijk vooral naar knap uitgevoerde dans. Technisch is Attractor de moeite waard, maar uiteindelijk is het toch Zora Snake die de aantrekking van het SPRING Festival bevestigt.