Film / Films

De dood in een opbeurend realistisch sprookje

recensie: The Curious Case of Benjamin Button

‘Het leven zou zoveel leuker zijn als we geboren werden als tachtiger en langzamerhand de achttien bereikten’, schreef Mark Twain. ‘Is dat wel zo?’, zo vroeg F. Scott Fitzgerald zich af. Hij bedacht een kort verhaal over een man die het leven verkeerd om beleeft. Ook in de filmversie is de aandoening geen pretje.

~

De kern van The Curious Case of Benjamin Button is de liefdesgeschiedenis tussen Benjamin Button (Brad Pitt) en Daisy (Cate Blanchett). De geliefden moeten het grootste deel van hun leven een lastig leeftijdverschil overbruggen. De film begint als Daisy op sterven ligt in een ziekenhuis in New Orleans, terwijl er buiten een storm opsteekt.

Geheimzinnig dagboek

In de raamvertelling leest Caroline (Julia Ormond) het dagboek van Benjamin Button, dat haar moeder in haar ziekenhuiskamer tevoorschijn tovert. ‘I was born under unusual circumstances‘, luidt de eerste zin. Daar is geen woord van gelogen. Een klokkenmaker maakt een stationsklok waarvan de wijzers de verkeerde kant opdraaien. In een ander deel van de stad wordt een jongetje geboren met het gezicht van een hoogbejaarde. Zijn vader dumpt hem in een bejaardenhuis, waar deze Benjamin er met het klimmen der jaren verrassend veel beter uit gaat zien.

~

Het uitgangspunt is de sterkste troef van de film. Je kunt je met gemak voorstellen dat het verhaal verzandt in sentiment, of niet verder komt dan de intrigerende premisse. Gelukkig is de regie in de handen van David Fincher. Kleine visuele grapjes verraden de hand van de man die eerder een onbenoemd gelaten metropool eruit liet zien als een oord uit de hel in Se7en en die verborgen boodschapppen in Fight Club monteerde. Van The Curious Case of Benjamin Button maakt Fincher een sfeervol realistisch sprookje, uitgevoerd in warme bruintinten. Het verhaal van de klokkenmaker komt in beeld als een oud, bekrast filmpje. Een ander voorbeeld: één van Benjamins medebewoners in het bejaardentehuis werd zeven keer door de bliksem getroffen. Zeven keer laten komische zwart-wit flashbacks zien hoe dat kon gebeuren.

Bejaarde Brad

Maar echt verbazingwekkend zijn natuurlijk de special effects, die het mogelijk maken dat zowel een baby als een bejaarde op Brad Pitt lijken. Als hij een twintiger speelt, ziet Pitt (45) er weer net zo strak uit als toen hij doorbrak met Thelma & Louise. Pitt draagt de film, en steelt de show met zijn charme. Al eerder liet hij in Babel zien dat hij een mooi koppel vormt met Blanchett. Opnieuw weet hun liefdesgeschiedenis te ontroeren.

~

The Curious Case of Benjamin Button is genomineerd voor dertien Oscars, waarvan er ongetwijfeld een flink aantal verzilverd gaan worden. Kritische stemmen zouden de film wat te oppervlakkig en breed uitgesponnen kunnen noemen. Daar staat tegenover dat het Fincher gelukt is om een zwaar onderwerp – de dood – te verpakken in een verhaal dat zowel filosofisch als opbeurend is. Daarbij heeft hij voor eens en voor altijd antwoord gegeven op de vraag die Fitzgerald zichzelf stelde. Uiteindelijk doet het er niet zoveel toe in welke volgorde je het leven leeft. De losse momenten, dáár gaat het om.

Film / Achtergrond
special: Deel 2

IFFR 2009

Het tweede deel van ons verslag, met een reconstructie van een verdwijning van een tiener, een gewaagd melodrama uit 1960, een horrorfilm met humor, een technisch hoogstandje van eigen bodem, een droomdetective uit Japan en een Felliniaans drama met kosmonauten.

DEEL 1 | DEEL 2 | DEEL 3 | DEEL 4 | DEEL 5 | DEEL 6 | DEEL 7 | DEEL 8 | DEEL 9 | Interview Kyung-mook Kim

Inhoud: Helen | The Housemaid | I Sell the Dead | The Last Conversation | Nightmare Detective 2 | Paper Soldier

Hypnotiserende verdwijntruc
Helen
Christine Molloy & Joe Lawlor • Engeland, 2008

~

Helen komt voort uit de korte film Joy (vorig jaar te zien in Rotterdam) en is een bij vlagen hypnotiserende film die door het gebruik van minimalistische muziek en prachtige, heldere shots de kijker vangt en tegelijk ook vervreemdt. Helen begint met de verdwijning van de tiener Joy en volgt vervolgens een reconstructie daarvan door de politie. Het verlegen meisje Helen wordt door de politie uitgekozen om Joy te spelen. Helen raakt al snel geobsedeerd door het leven van Joy, omdat ze zelf een weesmeisje is en geen persoonlijke geschiedenis lijkt te hebben. Molloy en Lawlor hanteren lange shots waarbij de camera langzaam beweegt en de personages lang doorpraten, als in een monoloog. Deze effecten werken vervreemdend, deels omdat het acteerwerk door deze aanpak vlak overkomt. De regisseurs zijn niet geïnteresseerd in het behandelen van de verdwijning als narratief element. De focus ligt vooral op de betekenis van identiteit en de potentiele kwetsbaarheid ervan. In zijn vorm en inhoud doet de film erg denken aan Christian Petzolds Gespenster. Helen is in vergelijking minder geslaagd omdat in Gespenster een duidelijkere spanning werd opgewekt uit het gegeven van een vermist persoon en de daaruit voorkomende identiteitsverwisselingen. Toch is Helen in zijn stijl en nauwgezette camerawerk imponerend. (George Vermij)
Terug naar boven
| Deze film op het IFFR

Loeder in huis!
The Housemaid (Hanyeo)
Ki-young Kim • Zuid-Korea, 1960

~

Een knappe muziekleraar is een te benijden man. Alle vrouwtjes op de fabriek(!) waar hij les geeft vallen in katzwijm voor hem. Maar daarin is hij helemaal niet geïnteresseerd; hij heeft een liefhebbende vrouw en is de trotse vader van een dochter en een zoon. Een vrouw die haar liefde toont geeft hij meteen aan bij de directie, waarna ze geschorst wordt. Een collega van haar pakt het slimmer aan: zij neemt privépianolessen bij hem thuis, en als de vrouw van haar oogappel door ziekte niet voor het huishouden kan zorgen, schuift ze een vriendin als dienstbode naar voren. Die vriendin krijgt echter ook al snel een oogje op haar werkgever.

Als de dienstbode zich op een avond met nat shirt en al op de man stort, blijkt dat hij ook maar van vlees en bloed is. De dienstbode ontpopt zich vervolgens tot een eerste klas loeder, die haar gelijke in de filmgeschiedenis nauwelijks kent. Het leidt tot een ongekend melodrama met wendingen van Shakespeariaanse orde, waarin een sleutelrol is weggelegd voor een flesje rattengif. Op hedendaagse kijkers kan dit kijkspel zo nu en dan op de lachspieren werken, voor iemand in 1960 moet het behoorlijk risqué zijn geweest. Goed dat The Housemaid met behulp van onder andere Martin Scorsese gerestaureerd is, hoewel nog duidelijk te zien is dat de film de tand des tijds niet ongeschonden heeft ondergaan. (Marcel Westhoff)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

Leuke lijkenpikkers
I Sell the Dead
Glenn McQuaid • VS, 2008

~

Het beroep van lijkenpikker is in het Engeland van de 19e eeuw niet zonder gevaar. Willie (Larry Fessenden van The Last Winter) is net onder de guillotine belandt, maar maatje Arthur (Dominic Monaghan uit Lost en The Lord of the Rings) mag vlak voor zijn executie uitgebreid vertellen over zijn bizarre carrière aan priester Duffy (Ron Perlman uit Hellboy). En een bizar verhaal is het zeker: chanterende artsen, bloeddorstige vampieren, concurrenten die letterlijk over lijken gaan, inhalige vrouwen en andere creaturen bevolken het wereldje waarin Arthur en Willie zichzelf proberen te bedruipen.

Regisseur en scenarist Glenn McQuaid, eerder net als Fessenden en Perlman betrokken was bij eco-horror The Last Winter, houdt het luchtig. Hij heeft met I Sell the Dead een sfeervolle, tongue-in-cheek horrorfilm gemaakt waarin veel plek is voor humor. Monaghan en Fessenden (die behalve acteur ook coproducent is, een dubbelrol die hij ook bij Wendy and Lucy vervult, een andere festivalfilm) vertolken met verve èn zichtbaar veel plezier hun personages, en dat straalt van de film af. (Marcel Westhoff)
Terug naar boven
| Deze film op het IFFR

Te lange tour de force
The Last Conversation
Noud Heerkens • Nederland, 2009

~

In dit speelfilmdebuut van Noud Heerkens speelt Johanna ter Steege de carrièrevrouw Anna, die een autorit maakt naar het vliegveld. Ze wil weg, maar weet nog niet waarheen. Haar minnaar Laurens heeft een einde gemaakt aan hun buitenechtelijke relatie en heeft definitief voor zijn vrouw en kinderen gekozen. Anna is verrast door zijn besluit en emotioneel zo geraakt dat ze zich heeft voorgenomen om in het buitenland tot rust te komen. Tijdens de rit belt Laurens haar op en via de telefoon vechten ze nog een keer alles uit wat hun dwars zit en zat in hun relatie.

Technisch gezien is The Last Conversation een tour de force. Met vijfentwintig vaste camera’s die op de auto zijn bevestigd wordt Johanna ter Steege vastgelegd, tijdens haar rit en terwijl ze het gesprek met Laurens voert. Die camera’s waren nodig omdat Heerkens een bijzonder plan voor ogen had met zijn film: hij wilde alles in één lange take opnemen. En dat is ook gebeurd. Omdat de film met zoveel camera’s is gedraaid had Heerkens de mogelijkheid om de camerawisselingen te monteren binnen de take, waardoor er toch veel beeldvariatie is. Daardoor schuift de unieke prestatie van Ter Steege wel eens naar de achtergrond. Je vergeet namelijk dat het één take is, totdat een voorbijrijdende auto — die via een tweede camera gevolgd wordt door de achterruit — er weer aan herinnert dat er geen knip in de tijd zit. Indrukwekkend is het zeker, maar inhoudelijk heeft Heerkens dit concept te ver doorgetrokken. Emotioneel gebeurt er veel tijdens het gesprek: Anna en Laurens worden kwaad en halen elkaar weer aan, ze halen herinneringen op, confronteren elkaar met verzwegen gevoelens maar vrijen elkaar ook weer op zoals ze voorheen deden. Door de lengte van de film zakt de spanningsboog echter te vaak in, en gaat er veel van de impact verloren. (Erik Kersten)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

Dwaze droom
Nightmare Detective 2 (Akumu tantei 2)
Shinya Tsukamoto • Japan, 2008

~

Het is een vogel! Het is een vliegtuig! Neen: het is Nightmare Detective! Het modieus-slordig geklede titelpersonage kan nog steeds gedachten lezen en in andermans dromen binnendringen, maar eigenlijk wil hij er helemaal niks meer mee te maken hebben. Maar zoals dat hoort bij een beetje held met bovennatuurlijke gaven, gaat ook nachtmerriedetective gebukt onder trauma’s uit het verleden. Als op een dag een tienermeisje zijn hulp inroept moet hij haar wel helpen, vooral om zijn eigen demonen in bedwang te houden.

Regisseur Tsukamoto weet in het begin een sfeervolle en beklemmende wereld neer te zetten, waarbij zowel personages als kijker constant op het verkeerde been worden gezet. Want hebben we hier te maken met droom? Of werkelijkheid? Of misschien toch een droom in een droom? Maar hoe Tsukamoto het verhaal tot een goed dan wel coherent einde moet brengen, lijkt hij ook niet te weten. Met een verwarrende potpourri van dromen, jeugdtrauma’s en eindes-die-geen-einde-blijken-te-zijn probeert hij het verhaal af te ronden. Daarmee laat hij de kijker niet zozeer in verwarring, maar wel in totale onverschilligheid achter. Als je bij de eindcredits wakker schrikt, hoop je bijna dat het slechts een dwaze droom was. (Marcel Westhoff)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

Fellini in Kazachstan
Paper Soldier (Bumaznyj soldat)
Alexey German Jr. • Sovjet-Unie, 2008

~

Begin jaren zestig van de vorige eeuw was Rusland met de VS verwikkeld in een strijd om de eerste mens de ruimte in te krijgen. De Russen deden dat met hun spoetniks en Vostoks die ze vanuit de eindeloze vlaktes van Kazachstan de lucht in schoten. Tegen die achtergrond vertelt Paper Soldier een verhaal over een arts (Merad Ninidze) die de kosmonauten medisch begeleidt, maar zelf teveel eigen sores aan z’n hoofd heeft om goed te kunnen functioneren. Gezien de ruimterace die gaande is tussen de beide grootmachten zou hier een vergelijking met Philip Kaufmans The Right Stuff wellicht voor de hand gelegen hebben, maar niets is minder waar. Waar Kaufman volgens de beste Hollywoodtradities vooral een spannend verhaal vertelt, gaat regisseur Alexey German Jr. een veel essayistischer kant op, en serveert hij vooral indrukken en referenties naar de Russische cinema uit die periode.

De overlappende dialogen, de gesprekken over de meest triviale zaken, banale voorwerpen (een fiets, een badkuip) en de door vrouwen omringde dokter die steeds meer in zijn eigen wereld leeft doen ook sterk denken aan Fellini’s , waarin Marcello Mastroianni een vergelijkbaar pad aflegt. Ninidze lijkt zelfs op Fellini’s vaste leading man. Het camerawerk is sterk en het desolate landschap waar de zon nooit lijkt te schijnen is een personage op zichzelf. De acteurs worden gevangen in te krap gekaderde shots, waardoor er altijd net te weinig ruimte lijkt te zijn, ook al zijn ze in een gebied dat geen grenzen schijnt te hebben. Doordat motivaties nooit duidelijk zijn, gesprekken vaak middenin een zin starten of onderbroken worden en omdat relaties tussen de betrokkenen niet helder worden, krijgt Paper Soldier echter een hermetisch karakter. De kijker blijft op een afstand en bewondering overheerst boven betrokkenheid. (Erik Kersten)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

Theater / Voorstelling

Altijd en overal

recensie: Theatergroep MAX - Reigen

‘Iedereen wil altijd’, zegt het hoertje tegen de verliefde graaf. Iedereen wil altijd, overal en met iedereen neuken. Het zijn dan ook niet beschaafde omgangsvormen, normen, waarden of iets als liefde die het menselijk handelen bepalen. Welnee, neuken daar gaat het om.

In ieder geval volgens de Oostenrijkse toneelschrijver Arthur Schnitzler, de schrijver van Reigen (1900), waarop Moniek Merkx van jeugdtheatergroep MAX haar gelijknamige voorstelling baseerde.

Rondneuken

~

Merkx heeft in ieder geval de structuur van het origineel behouden. In Reigen wordt letterlijk rondgeneukt: in de eerste scène ontmoet een hoertje een soldaat, die soldaat gaat in de tweede scène weer met het diensmeisje, die wordt in de derde scène weer half verkracht door haar jonge meester, die doet het weer met een overspelige echtgenote en zo rond tot we weer terug bij het hoertje zijn. Bovendien flirt ze in haar enscenering met het Oostenrijk van de negentiende eeuw. Er wordt Weens gewalst, er worden beleefd buigingen gemaakt en de kostuums zijn een postmoderne botsing van hedendaagse en negentiende-eeuwse stijlen. Maar Merkx maakt tegelijkertijd een draai van 180 graden ten opzichte van Schnitzler die de thematiek van haar Reigen actueel en interessant maakt. In de tijd van Schnitzler was seks iets waarover je niet mocht praten (Reigen moest hij in eigen beheer uitgeven en het duurde toen nog jaren voor het daadwerkelijk werd gespeeld), maar tegenwoordig raken we er niet over uitgepraat.

Openbaar

~

Waar bij Schnitzler al dat rondgeneuk in donkere hoekjes en achter gesloten deuren plaatsvindt, omdat naar buiten toch de schijn van deugdzaamheid moet worden opgehouden, gebeurt bij Merkx alles in het openbaar. De escapades worden door internet- of bewakingscamera’s gefilmd en op een enorm gordijn geprojecteerd (waar men zich ook discreet achter had kunnen terugtrekken) waarop ook teksten voorbij schuiven als ‘LIVESEX!!!LIVESEX!!!LIVESEX!!!’ of een telefoonnummer. Niet alleen de camera, ook de andere personages zitten met hun neus op de seksuele handelingen. Tussen de scènes door worden er ‘straatinterviews’ met de personages afgenomen, waarin ze de interviewer zonder spoor van schaamte vertellen hoe ze hun schaamhaar bijhouden. Die nadruk op openbaarheid komt ook terug in de publiekopstelling. Het publiek hangt aan een bar in een halve cirkel om de speelvloer heen en zit dus met zijn neus op al dat gefoezel. Dat is, in een tijd waarin je in de trein een gesprek kan opvangen waarin een meisje aan haar vriendin vertelt hoeveel pijn het doet om het anaal te doen of waarin je televisie niet meer aan kan doen of je wordt doodgegooid met hijgende dames of spannende persoonlijke ontboezemingen, een logische en interessante keuze.

Cynisch

~

Het is te prijzen dat Reigen, dat toch vooral bedoeld is voor een puberdoelgroep, nergens moralistisch wordt. Al dat geseks wordt op een licht overdreven en ironische manier gebracht en de schaamteloosheid van de personages wordt niet veroordeeld. Ze weten niet beter. Door die ironie wordt de voorstelling lekker licht, maar ook wat oppervlakkig. Waarom die personages doen wat ze doen, wat de machtsmachinaties zijn die achter die erotische spelletjes zitten, komen we bij Merkx, anders dan bij Schnitzler, niet te weten. Maar goed, dat zijn vragen die vooral voor volwassenen van belang zijn. Voor de doelgroep die opgroeit in een wereld met openbare sex, terwijl ze zelf hun eigen seksualiteit nog moeten ontwikkelen, is het allemaal al ingewikkeld genoeg en voor hen is de voorstelling tenslotte bedoeld.

Lachen

~

En ook voor volwassenen is er genoeg te genieten. Zoals altijd is Merkx’ enscenering weer een kleurrijk, geestig en dynamisch geheel. Al zijn niet alle acteurs even goed, hun fysieke en energieke speelstijl helpt wel om de voorstelling licht te houden en de toeschouwers in de voorstelling te betrekken. Er is muziek, er is een dansje, er valt vooral heel veel te lachen met onder andere een hilarische Bianca van der Schoot als dienstmeisje. En aan het slot wordt zowaar de cynische cirkel op een mooie wijze doorbroken. Als de graaf wakker wordt bij het hoertje is hij zo getroffen door haar schoonheid dat hij hoopt dat hij niet met haar naar bed geweest is. Dat blijkt wel zo te zijn, maar de teleurstelling van de verliefde graaf in zichzelf en zijn driften is ontroerend. Die ontroering tilt de voorstelling in één keer vanuit het cynische naar het hoopvolle, zodat Reigen meer is dan alleen een ironisch-dynamisch potje rondneuken.

Reigen is nog te zien t/m 7 maart. Klik hier voor de speellijst.

Theater / Voorstelling

Intieme kloof

recensie: De Nieuw Amsterdam - Pax Islamica IV: Sawm

.

Over de spanning tussen Oost en West gaat Sawm, de vierde voorstelling in de Pax Islamicareeks van theatermaker Sabri Saad el Hamus. Maar vooral ook over de liefde en over de diepe kloven die liefde kan overbruggen. De reeks van El Hamus is gegrond op de vijf zuilen van de Islam, de kernwaarden van dat geloof. Elke aflevering is losjes gebaseerd op een van de zuilen. In de vorige afleveringen liet El Hamus al zien subtiel en intelligent te spelen met spanningen, vooroordelen, vragen en culturele identiteiten die samenhangen met hoe we in het Westen tegen de Islam aankijken (en hoe er vandaar naar ons wordt gekeken). Ook in Sawm (het vasten, het houden van de Ramadan) lukt hem dat weer, deze keer in samenwerking met Sarah Moeremans.

Gabriël/Jibrail

~

In een tent bevinden we ons deze keer. Met de schoenen uit zitten we in een soort bedoeïenentent, rondom het kleine speelvlak. Met onze neus zitten we bovenop de twee geliefden, de Vlaamse Sarah en de Egyptische Sabri, die net nog gezamenlijk soep stonden te koken, maar dankzij een opvliegend Marokkaantje in een gesprek zijn beland over of Allah echt de schuld is van alles (‘Geert Wilders, da’s de schuld van Allah’), over hoe je moet bidden, over of een moslimmeisje ook Omar mag heten. Maar Sarah is niet alleen wantrouwig, maar vooral ook nieuwsgierig naar het geloof van haar geliefde, die haar geduldig en liefdevol vertelt van de ‘Lailat-ul-Qadr’, de nacht waarop de engel Jibrail (‘Gabriël. Jullie noemen heb Jibrail, maar hij heet gewoon Gabriël.’) aan Mohammed voor het eerst Allah’s openbaringen overbracht. Maar die ook, als hij Sarah wil voordoen hoe je moet bidden, afgeleid wordt door het geestesbeeld van haar vibrator-met-clitorisarmpje.

Naast een tweegesprek over geloof, is Sawm vooral ook een klein liefdesdrama van twee geliefden die de balans opmaken over hoe ze tegenover elkaar staan. Maar die vanuit dat persoonlijke juist ook vragen stellen over de eventuele onverenigbare kloof tussen verschillende culturen. Maar omdat het privéconflict, het persoonlijke en niet het politieke het uitgangspunt is, overstijgt Sawm cliché en gemeenplaats en laat het zien dat dergelijke politieke discussies over mensen gaan. Het klinkt absurd als Sarah zegt dat Sabri zich als moslim moet verontschuldigen voor dat Marokkaantje. Maar in de politieke arena worden die eisen wel gesteld. Het grote verschil met de maatschappelijke discussie is vooral dat Sarah haar vragen stelt uit liefde en nieuwsgierigheid, in plaats van uit wantrouwen. Hoewel ze het ook niet helemaal vertrouwt dat Sabri ineens een gebedskleedje heeft. Maar het tegelijkertijd ook niet goed vindt dat hij zijn vasten verbreekt.

Bedoeïenentent

~

Dat Sawm het politieke zo persoonlijk en ontroerend klein maakt, komt vooral ook door de innemende spelers Sabri Saad el Hamus en Sarah Moeremans. Ze schakelen moeiteloos tussen een weergaloos poëtische monoloog over hoe de liefde uiteindelijk zwaar wordt door de dagelijkse beslommeringen en een wervelende pas de deux die Arabische dans, paaldansen, stijldansen en swing met elkaar combineert. Daarbij zijn ze volstrekt geloofwaardig als geliefden en met hun lichte, humoristische spel dat dicht tegen henzelf aanhangt, creëren ze in de tent een intieme sfeer, waardoor het publiek aan hun lippen hangt.

Die tent is een briljante keuze, al werd die ook ingegeven door het feit dat Sawm op verschillende festivals speelde. Niet alleen zorgt een bedoeïenentent ervoor dat je als toeschouwer met allerlei al dan niet onbewuste vooroordelen de voorstelling ingaat (die dan weer onschadelijk kunnen worden gemaakt), het maakt de voorstelling bovendien intiem en persoonlijk. Als deze voorstelling op een podium had gestaan, was die automatisch meer politiek en actueel geworden (‘kijk, we gaan het nu over actuele problemen hebben’). Maar de kracht van Sawm is nu juist dat de voorstelling vooral gaat over de liefde. En daarna pas over bidkleedjes en de Ramadan.

Theater / Voorstelling

Hoezo de hond in de pot vinden?

recensie: ‘t Barre Land - Wooff! Woof!! Or who killed Richard Wagner?

.

Wat deze performance nu precies met Waterhouse te maken heeft, is niet geheel duidelijk. Maar dat doet er eigenlijk ook niet toe. De museale context is in ieder geval passend voor deze voorstelling.

Gaberbocchus Press


~

Wooff! Wooff! is gebaseerd op een verhaal van de schrijver/filosoof Stefan Themerson. Deze van oorsprong Poolse schrijver (1910-1988) werkte ook als filmer en componist. Vanaf 1948 tot en met 1979 gaf hij samen met zijn vrouw Franciszka hun boeken, en dus ook deze tekst, uit bij hun eigen uitgeverij Gaberbocchus Press. ‘t Barre Land heeft hiervan nog een partij kunnen vinden en biedt ze te koop aan na de voorstelling. Het loont alleszins de moeite er een aan te schaffen, want het lezen van Themerson is een bijzondere ervaring. Humoristisch en intellectueel uitdagend tegelijkertijd. In 65 pagina’s een totaal ander universum.

Het is een onwaarschijnlijk verhaal van twee mannen. De eerste wordt ervan beschuldigd karaktermoord op Nietzsche, Wagner en Bergson te hebben gepleegd, wat alleen duidelijk kan worden gemaakt door middel van geblaf. De vriend van de ik-persoon, Lampadephor Metaphrastes, heeft er zijn beroep van gemaakt conflicten te vermijden. Hij is ‘interpretator’, hij vertaalt niet, hij probeert de logica achter bepaalde uitspraken te onderzoeken in opdracht van de grote der aarden. Hij moet alles vanuit verschillende perspectieven bekijken om een groot drama te voorkomen. Zijn werk is daarom ook van essentieel belang voor de wereldvrede. Metaphrastes is zelf wel bang dat het ooit echt logisch gevonden wordt dat zijn linkerbeen en zijn rechterarm worden afgezet en dat het meervoudige perspectief dan ook niet meer kan helpen.

Lagen

~

Wooff! Wooff! Or who killed Richard Wagner? is geschreven in 1951 en lijkt daarmee nog de ervaringen van de Tweede Wereldoorlog te resoneren. Themerson, zelf van joodse origine, heeft van dichtbij meegemaakt waar een bepaalde logica toe kan leiden. Het stuk heeft meer: het is tevens een verhandeling over de essentie van drama. Maar de humor is nooit ver weg. Die bepaalde lichtheid vind je terug in het spel van Ingejan Ligthart Schenk en de muziek van Roald van Oosten. Op een rustige, maar voortvarende, manier wordt het hele verhaal uit de doeken gedaan. De acteurs staan niet in hun eentje, twee papieren creaturen van de Armeense beeldend kunstenaar Karen Sargysan zijn hun tegenspelers. Vernuftig worden ze ingezet in het spel en ze zijn een waar genot om naar te kijken. Het is frappant te moeten merken dat het kijken naar een kunstwerk toch anders is dan het kijken naar een rekwisiet. Een kunstwerk heeft vaak meerdere lagen, wat zeer passend bij de tekst is.

~

De akoestiek van het museum was niet altijd optimaal, toch was de gehele performance een groot genoegen om naar te kijken en te luisteren. Niet alleen vormt het een bijzondere kennismaking met het werk van Themerson, het is tevens een uitstekende mogelijkheid kennis te maken met het werk van het Utrechts gezelschap ’t Barre Land. Voor de toeschouwer die bekend is met hun werk vormt het weer een bevestiging van de bijzondere wijze waarop deze spelersgroep theater bedrijft.

Wooff! Wooff! Or who killed Richard Wagner? wordt onregelmatig opgevoerd en is in ieder geval te zien op zondag 15 maart in Utrecht tijdens de Utrechtse Boekenweek en op vrijdag 27 maart in het Groninger Museum.

Boeken / Fictie

Dikke midlifecrisis

recensie: Hanif Kureishi (vert. Molly van Gelder) - Dit moet je weten

Hanif Kureishi, gelauwerd auteur van romans, korte verhalen en filmscripts, heeft veel van zichzelf in de hoofdpersoon van Dit moet je weten verwerkt. Hanif en Jamal delen hun afkomst, leeftijd, politieke voorkeur en een eindeloze fascinatie voor de mensen om hen heen. Maar er is meer; Dit moet je weten doet zelfs vermoeden dat Kureishi in een dikke midlifecrisis zit.

Het eigenaardigst aan dit 469 pagina’s tellende werk zijn de tempowisselingen. Het boek begint hoogdravend. De hoofdpersoon, psychoanalyticus, stelt zichzelf aan de lezer voor als iemand die zijn brood verdient met de geheimen van mensen van zeer uiteenlopend allooi:

Mijn patiënten zijn zakenlieden, hoeren, kunstenaars, tieners, redacteuren van tijdschriften, acteurs, pr-mensen, een vrouw van tachtig, een psychiater, een automonteur, een voetballer en drie kinderen, onder anderen.

De geheimen van deze patiënten blijken echter al snel van geen enkel belang te zijn voor dit verhaal. Na de introductie van zijn vrienden en familie, onder wie de misantropische regisseur Henry, ondergetatoeëerde zus Miriam en getto-taal-uitslaande zoon Rafi is het duidelijk dat binnen deze familie al genoeg materiaal voor een epische roman aanwezig is. Als klap op de vuurpijl bekent de psychoanalyticus dat hij leeft met een duister geheim; hij heeft een moord op zijn geweten.

Saaie verrassingen
Als lezer verwacht je op dit punt in een achtbaan te stappen, maar niets is minder waar. De zogenaamde moord is overduidelijk een noodlottig ongeval geweest, maar blijft als donderwolk boven het verhaal hangen. Regisseur Henry en zuster Miriam krijgen een verhouding, hetgeen op zich al als een verrassing komt: hij leest Tsjechov en Dostojevski, zij rookt wiet en legt tarotkaarten. Het neemt echter pas echt bizarre vormen aan als Henry en Miriam samen de wereld van de parenclubs ontdekken en zichzelf in leer en latex beginnen te hullen. De hoofdpersoon treurt onderwijl over zijn verloren liefde en stukgelopen huwelijk, bezoekt een prostituee die zichzelf De Godin laat noemen, laat zich oraal bevredigen door Henry’s dochter, en belandt tijdens een weekendje weg al slikkend en snuivend in een orgie:

[…] daarna ging ik er naar binnen en viel in een kuil van lichamen. Ik herinner me zelfs nog met enige dankbaarheid dat Charlie me van achteren over mijn rug streelde toen ik aan de beurt was, al had ik liever niet gehad dat hij ‘Vooruit ouwe, reus, steek ‘m erin’ had gezegd.

Slordig slot
De letterlijke en figuurlijke opeenstapeling van geile benevelde vijftigers in Dit moet je weten is schier eindeloos, en zorgt ervoor dat er geen doorkomen aan het middenstuk van de roman is. Kureishi’s scherpzinnige en vaak bijzonder humoristische dialogen kunnen dit manco niet verhelpen. Vooral niet als in de laatste vijftig pagina’s ineens de bomaanslagen in de Londense metro even snel de revue moeten passeren en de donkere wolk van die zogenaamde moord opgelost moet worden met een bekentenis en een tragisch sterfgeval. En oh ja, er is toch nog hoop voor de verloren liefde. Het gevoel bekruipt je dat de auteur het boek zelf ook zat was, toen hij eenmaal bij die laatste hoofdstukken was aanbeland. Hopelijk bekomt Kureishi spoedig van deze crisis en gaat hij verder op de weg die hij bij het briljante The Body ingeslagen was.

 

Muziek / Album

List en bedrog

recensie: A Brand - Judas

.

A Brand uit België timmert al een tijdje aan de weg. Met dit derde album probeert de band op grotere schaal erkenning te krijgen. Of dat gaat lukken hangt grotendeels af van de airplay die de Belgen weten te scoren met hun powerpopliedjes. A Brand steekt niet met kop en schouders boven het maaiveld uit, maar maakt gewoon lekkere powerpop die stevig tussen de oren gaat zitten bij herhaalde beluistering.

Je moet de liedjes op Judas een paar keer horen, voor ze je pakken. Herhaling lijkt dan ook het enige juiste recept om een liedje van A Brand in het geheugen gegrift te krijgen. Met andere woorden: deze groep heeft wat extra aandacht nodig om bij de luisteraar op het verlanglijstje te komen.

Airplay

~

A Brand heeft een album afgeleverd dat tekstueel als rode draad ‘list en bedrog’ heeft. Vandaar ook de titel Judas. De muziek mag dan wel goudeerlijke gitaarpop zijn, in de teksten is de eerlijkheid ver te zoeken.

In België heeft A Brand inmiddels een naam opgebouwd met hun debuut Hammerhead uit 2004 en het vervolg 45 RPM van twee jaar later. De single ’45 RPM’ wordt zelfs een van de beste singles van 2006 genoemd in België. Het is nu dus tijd dat A Brand buiten de grenzen van België gehoord wordt. Door hun optreden op EuroSonic hebben ze een eerste stap gemaakt. Nu nog de nodige radio-aandacht. Er is dus werk aan de winkel voor de pluggers!

 

Theater / Voorstelling

Op zoek naar de man in de vrouw

recensie: Hetveem Theater - Wild Boys

Drie vrouwen oefenen in een garage met hun rockband. Daarbij zijn ze op zoek naar het mannelijke in zichzelf. Het uit zich in een koelkast vol bier, opgeplakte bakkebaarden en sokken die in onderbroeken worden gestopt. Of de toeschouwers het resultaat kunnen waarderen, hangt er waarschijnlijk vanaf of ze zelf man of vrouw zijn.

foto: Moon Saris

In de garage, waar niemand hen lijkt te kunnen storen, proberen deze vrouwen hun vrouwelijke kant te vergeten en zich volledig als man te gedragen. Dat gaat langzaam, maar ze raken steeds beter bedreven in hun nieuwe vrijheden. Ze kunnen ongestoord bier zuipen, rochelen, elkaar uitschelden of beledigen en vooral zich nergens iets van aantrekken. Dat doen ze op zo’n overtuigende manier, dat het publiek soms begint te twijfelen of hier nu naar vrouwen of mannen gekeken wordt. Op een erg grappige, maar treffende manier legt de voorstelling van Willemijn Zevenhuijzen, die zelf tevens meespeelt, bloot hoe je geslacht niet alleen genetisch maar vooral ook door maatschappelijke conventies bepaald wordt. Een vrouw kan in principe net zo goed machogedrag vertonen, maar dat wordt alleen van mannen geaccepteerd. Dat dit op de lachspieren werkt, is een teken dat wanneer een vrouw zich deze rol ook in het publieke leven zou aanmeten, ze in de maatschappij meteen in een hokje zou worden geplaatst. Het motto, van Simone de Beauvoir, raakt dan ook de kern van de voorstelling: ‘Je wordt niet als vrouw geboren, maar tot vrouw gemaakt’.

Metamorfose

foto: Moon Saris

Willemijn Zevenhuijzen is afgestudeerd aan de mimeopleiding en dat is in deze voorstelling duidelijk terug te zien. De actrices zijn vooral bezig hun mannelijke trekjes aan te scherpen, op een fysieke manier. Ze functioneren eerder om de centrale gedachte van het stuk te verduidelijken, dan om hun eigen karakter te ontwikkelen. Het verhaal raakt dan ook een beetje op de achtergrond. Dat is best jammer, want met meer aandacht voor de motieven van deze vrouwen zou de voorstelling het publiek waarschijnlijk nog meer aan het denken hebben gezet. Nu staat de lach voorop, maar de diepgang ontbreekt een beetje. Desondanks is het acteerwerk prima. De drie dames spelen zowel hun mannelijke als hun vrouwelijke rol met verve en op een natuurlijke wijze, waarbij vooral Suzan Boogaerdt als zanger(es) Theo eruit springt. De metamorfose van nette vrouwen die het belangrijk vinden dat alle spullen in één hoek liggen naar stoere mannen die zover mogelijk onderuit hangen op de bank wordt vloeiend neergezet. Ook wanneer er een echte man (Wilhelmer van Efferink) binnenkomt en blijkt dat de mannelijke wereld die de vrouwen geschapen hebben toch behoorlijk zou moeten worden genuanceerd, weten ze het publiek nieuwsgierig te maken naar hun reactie op deze jongen. Daar komt vervolgens weer een hilarische scène met bierblikjes uit voort, waaruit blijkt dat de vrouwen het toch nog niet helemaal begrepen hebben. Het decor draagt ook bij aan de sfeer van de voorstelling. De tientallen kleedjes die op de grond liggen, het camouflagenet en de oude versleten bank zorgen voor een studentikoos aandoende ruimte, waarin de muzikanten zowel met hun instrumenten als hun mannelijkheid maar een beetje aan blijken te klooien. De muziek is dan ook niet heel meeslepend of origineel, maar het geheel rockt wel.

Schaamte of herkenbaarheid

foto: René den Engelsman

De kracht van de voorstelling ligt voornamelijk in de humor. De vrouwen proberen hun mannelijkheid te zoeken in zoveel mogelijk clichés. Dat zorgt voor een splitsing in het publiek: de vrouwen vinden het heel herkenbaar en kunnen er hartelijk om lachen, terwijl de mannen ook wel lachen, maar dan toch met een soort plaatsvervangende schaamte. Mannen die doen alsof ze luisteren als hun vriendin een verhaal tegen ze afsteekt, mannen die, als ze koken, een heel uitgebreid gerecht maken en daarvoor alle pannen gebruiken, mannen die overal tegenaan pissen; ze komen allemaal voorbij. Deze clichébeelden zijn echter wel functioneel, waardoor ze niet storend zijn. Halverwege de voorstelling, bij de binnenkomst van de jongen, worden ze namelijk behoorlijk genuanceerd omdat de toeschouwer dan meer sympathie krijgt voor de man dan voor de vrouwen. Uiteindelijk blijkt dus dat hoewel vrouwen zich heel mannelijk kunnen gedragen, ze nooit een man zullen wórden.

foto: René den Engelsman

Wild Boys is een vermakelijke voorstelling geworden, die hier en daar diepgang mist, maar die desondanks wel aan het denken weet te zetten over rolverdelingen in de maatschappij. Alle elementen zijn daarin functioneel, van de clichébeelden over mannen tot de muziek. De capabele actrices bewijzen eens te meer dat humor ook een hele goede manier kan zijn om een punt te maken.

Wild Boys is nog tot en met 29 maart op tournee door Nederland. Klik hier voor de speellijst.

Kunst / Expo binnenland

Een spannend stukje wei

recensie: Fotoacademie Groningen - Nieuwe lichting studenten

Om er achter te komen of fotografie meer is dan slechts een hobby, moet je een weekend doorbrengen in Mechelen, alwaar je de straat op wordt gestuurd om een spannend zwart-wit portret van een stoeptegel te maken. Of van een stukje wei. Als je dit voor elkaar krijgt, is er hoop op een stralende toekomst als vakspecialist.

De fotoacademie, gevestigd in Groningen, Amsterdam en Rotterdam, is bedoeld voor mensen bij wie het bloed echt kruipt waar het niet gaan kan. Zij hebben besloten om, meestal naast hun fulltime baan, aan de prijzige vier jaar durende opleiding te beginnen. Zij kunnen zich erna dan volmondig fotograaf noemen. Al na een half jaar tonen zij voor het eerst hun werk aan het publiek.
De studenten in Groningen hebben inmiddels een praktijkweekend in Zuid-Limburg achter de rug. Op deze tentoonstelling staat vooral de kennismaking centraal die de studenten zelf maken met het medium fotografie.

In opdracht

Sylvia Hartsuiker: Zonder Titel, 2008
Sylvia Hartsuiker: Zonder Titel, 2008

Een zelfportret, een straatserie, een landschapsserie en een sequentie behoorden tot de opdrachten. Hieruit moet blijken of iemand wel of niet het talent bezit een fotograaf te worden. Daarnaast zijn het opdrachten die in de loop der jaren hebben bewezen een goede introductie tot het medium te vormen.
Ze laten je er als vanzelf achterkomen wat er allemaal wel en niet mogelijk is met fotografie.

Een sequentie is een speelse vorm van waarnemen: door iets af te beelden wat niet kan, zoals een hand die tussen duim en wijsvinger een boom in de verte omvat, kan je de magie van het medium laten zien aan zowel student als beschouwer.


Carla Vochteloo: Lonely Spoon, 2008
Carla Vochteloo: Lonely Spoon, 2008

Het is interessant om te zien hoe elke student iets volkomen anders doet met dezelfde opdracht. De boom tussen duim en wijsvinger is weliswaar grappig, maar al veelvuldig op internet te zien. Die foto’s van toeristen die de toren van Pisa ‘wegduwen’, kennen we allemaal wel. Dan is het leuk als iemand het idee heeft om een simpele lepel op zo’n manier in het zand te zetten en deze plat op de buik te fotograferen, dat het lijkt of de lepel monsterlijk groot in het landschap aanwezig is.

Wielen opnieuw uitvinden

Donald van Tol, Zelfportret, 2008
Donald van Tol, Zelfportret, 2008

De studenten moeten de gehele expositie zelf produceren. Ze moeten niet alleen zorgen voor de foto’s, maar ook voor de lijsten, de informatiebordjes, en een ophangsysteem. Op alle mogelijke manieren moet het wiel opnieuw uitgevonden worden, zodat de fotografen in spe ook zullen begrijpen hoe een expositie in elkaar zit.

De zelfportretten van de exposanten zijn op een speelse manier op het prikbord geplaatst, bijna alsof ze niet bij de expositie horen. De makers houden zich vooralsnog bescheiden op de achtergrond.

 

 

 

Film / Achtergrond
special: Deel 1

IFFR 2009

.

DEEL 1 | DEEL 2 | DEEL 3 | DEEL 4 | DEEL 5 | DEEL 6 | DEEL 7 | DEEL 8 | DEEL 9 | Interview Kyung-mook Kim

Inhoud: The Chaser | La frontière de l’aube | JCVD | Slumdog Millionaire | Snow | The Storm | La vie moderne

Effectbejag
The Chaser (Chugyeogja)
Hong-jin Na • Zuid-Korea, 2008

~

Deze vlotte Koreaanse thriller over de jacht op een seriemoordenaar wijkt in bepaalde opzichten iets van zijn talloze recente genrevoorgangers af. Degene die de typisch sardonische schurk opspoort is geen geobsedeerde diender, maar een harde pooier die op zoek gaat naar een van zijn verdwenen hoeren; de regisseur heeft oog voor visuele details; de plot voltrekt zich op een weinig voorspelbare manier; de film heeft gevoel voor humor en er is een aanzet tot een morele dimensie te bespeuren.

Dat laatste maakt de film echter pretentieus: debutant Hong-jin Na wil dat zijn film overtuigt als drama, terwijl hij zich net zo zeer schuldig maakt aan gemakkelijk effectbejag als de makers van ordinairdere moordfilms. Voor het overgrote deel biedt The Chaser namelijk vooral meer van hetzelfde: de benodigde spanning, een ruime dosis wreed geweld en een bijna volledig gebrek aan realisme en geloofwaardigheid. Dat levert twee uur onschuldig vermaak op, maar roept evenzeer vragen op over de beweegredenen van de programmeur van deze film. (Paul Caspers)
Terug naar boven
| Deze film op het IFFR

Pretentieuze liefdesgeschiedenis.
La frontière de l’aube
Phillipe Garrel • Frankrijk, 2008

~

Phillipe Garrel maakte in 2005 grote indruk op het filmfestival van Venetie met Les amants réguliers, zijn visie op de Parijse studentenopstand van 1968. Zijn nieuwste film, La frontière de l’aube, werd geselecteerd voor de competitie in Cannes, maar kan de kracht van zijn voorganger niet evenaren. Zoals zo vaak in films van Garrel, is ook dit keer de hoofdrol weggelegd voor zijn zoon Louis. Hij is de fotograaf François, die de opdracht krijgt de grote filmster Carole Wessman te fotograferen. De vonk slaat al snel over en de twee beginnen een affaire. Het vervolg van de film staat in het teken van hun relatieperikelen, die uiteindelijk fatale gevolgen zullen hebben. Dat klinkt saai en dat is het ook. La frontière de l’aube is, ondanks het feit dat hij zich in het nu afspeelt, een hopeloos gedateerde en pretentieuze film. De keus van Garrel om de film volledig in zwart-wit op te nemen pakt in de beginfase wel redelijk uit als de twee tortelduifjes nog om elkaar heen draaien, maar blijft te veel een technisch trucje dat het verhaal een pretentieuze lading probeert mee te geven die het niet bezit. De enige positieve factor in de film zijn de twee hoofdrolspelers. Louis Garrel en vooral Laura Smet proberen alles om nog wat van het matige scenario te maken, maar slagen daar helaas niet in. (Arman Avsaroglu)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

Van Damme verbijstert
JCVD
Mabrouk El Mechri • België/Luxemburg/Frankrijk, 2008

~

In de verrassende metafilm JCVD zien we een aan lager wal geraakte Jean-Claude Van Damme (door de voormalige superster zelf gespeeld): blut, niet in staat een degelijk filmproject van de grond te krijgen, vergeefs proberend de voogdij over zijn dochter te bemachtigen. In een buitenwijk van zijn geboorteplaats Brussel raakt hij bij stom toeval betrokken bij een bankoverval, terwijl iedereen denkt dat hij de dader is. Wat volgt is een poging zijn status als Vlaamse volksheld en zijn in het slop geraakte carrière te parodiëren, in een postmodernistisch opgezette kruising tussen melodrama en bankovervalfilm. Vol tijdsprongen, zelfreflexieve humor en in een zelfbewuste visuele stijl. De film is in details verbazingwekkend subtiel en bevat genoeg slimme vondsten, maar heeft als geheel te weinig in zijn mars om als parodie, drama of experiment te slagen.

Wat de film interessant maakt is Van Damme. De acteur overtuigt volledig, omdat hij niet alleen in de plotlijn, maar ook acteertechnisch zichzelf speelt – of liever gezegd het speelse, openhartige personage dat hij voortdurend in de media en in de recente documentaire Dans la peau de Jean-Claude Van Damme neerzet. De meeste indruk maakt daarbij een minutenlange scène waarin Van Damme plotseling boven de set uit getild wordt en een verbijsterende stream of consciousness oog in oog met de camera op de kijker loslaat. Die scène is voor de film – die meer van zulke niet-functionele gags bevat – niet bijzonder, maar voor Van Dammes prestatie essentieel. Hij overschrijdt hier de grens tussen gevatte zelfspot en vertwijfelde zelfkastijding, en gaat daarmee verder dan een actieheld ooit op het witte doek gedaan heeft. (Paul Caspers)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

Escapistische fabel
Slumdog Millionaire
Danny Boyle • VS/VK, 2008

~

Danny Boyles laatste film is een onderhoudende fantasie over een jongeman uit een sloppenwijk van Bombay die een fortuin wint bij de Indiase Lotto Weekend Miljonairs en een onmogelijke liefde nastreeft. Met de roerige geschiedenis van de regio als achtergrond wordt zijn levensverhaal via flashbacks getoond. Deze vertelstructuur houdt de aandacht vast, en Boyle en topcameraman Anthony Dod Mantle vertellen het verhaal met zoveel flair en vaart dat de fundamentele ongeloofwaardigheid ervan niet echt ter zake doet.

Het feit dat de film vaak aan een aantal serieuze onderwerpen raakt, zoals armoede, sektarisch geweld, kinderslavernij, marteling en de gevolgen van modernisering, maar deze geen moment problematiseert, vormt een veel groter euvel. Slumdog Millionaire is een escapistische fabel over ‘ware’ liefde en lotsbestemming die pretendeert meer te zijn, maar omdat Boyle reële problemen onophoudelijk ondergeschikt maakt aan simplistische romantiek, slaagt de film daar allerminst in. De acteurs barsten na een onvermijdelijke happy ending massaal in dans uit, waarmee de regisseur suggereert dat hij zijn film zelf ook niet al te serieus neemt. (Paul Caspers)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

Leven na de dood
Snow (Snijeg)
Aida Begiċ • Bosnië en Herzegovina/Frankrijk/Duitsland, 2008

~

De afschuwelijke gevolgen van de etnische zuiveringen onder moslims in Bosnië, tijdens de oorlog in Joegoslavië, worden in het debuut van Aida Begiċ pijnlijk duidelijk. Begiċ concentreert zich in haar film — die de prestigieuze prijs van de Semaine de la critique in Cannes won — niet op de oorlog zelf, maar op de verwoesting die deze achterliet bij de nabestaanden. Snow draait om een groep vrouwen in het kleine Bosnische dorpje Slavno, waar vrijwel alle mannen zijn omgekomen in de oorlog. De vrouwen moeten het hierna zelf zien te redden, iets dat hen niet altijd even gemakkelijk afgaat. Als er op een dag een Servische projectontwikkelaar het dorpje bezoekt en de bewoners wil uitkopen, worden de relaties tussen de vrouwen op de proef gesteld.

Snow registreert een week uit de levens van vrouwen en kinderen die hun man, geliefde of vader zijn verloren. Het leven gaat voor hen door, hoe moeilijk dat ook is. Ondanks haar persoonlijke betrokkenheid bij het onderwerp, is Begiċ er in geslaagd er enige afstand toe te bewaren en niet te verzanden in een overdosis melodrama. Hierdoor spreekt oprechte emotie uit kleine handelingen als het spelen van een naamspelletje en de discussies tussen de vrouwen over het wel of niet verkopen van hun huizen. Dit maakt van Snow, op het ietwat vreemde en abrupte einde na, een opmerkelijk zelfverzekerd en doeltreffend debuut dat een moeilijk onderwerp op ingetogen wijze aan de orde brengt. (Arman Avsaroglu)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

Indrukwekkende geschiedenisles
The Storm (Bahoz)
Kazim Öz • Turkije, 2009

~

Als Cemal zijn toegangsexamen voor de universiteit heeft behaald, begint hij aan een lange reis van zijn afgelegen geboortedorp Tunceli naar het drukke Istanbul. Hij kijkt zijn ogen uit maar stort zich ook met fanatisme op zijn economiestudie. Al snel wordt hij benaderd door een groep politiek bewuste studenten die aan zijn afkomst zien dat Cemal net als hij van Koerdische afkomst is. Met veel bravoure trachten ze de Koerdische zaak levend te houden in het onderdrukkende klimaat van begin jaren negentig. Cemal laat het zich aanleunen maar houdt qua betrokkenheid de boot af. Geleidelijk aan komt hij echter toch onder invloed van de beweging te staan en raakt hij steeds meer betrokken bij de Koerdische zaak.

Dit lang uitgesponnen portret van studentenactivisme in het door rechtse partijen beheerste Turkije van vijftien jaar geleden weet de juiste balans te behouden tussen idealisme en hormonale spanningen. Ondanks de vele personages en de gecompliceerde politieke verhoudingen weet regisseur Kazim Öz alles goed af te handelen, tot aan de symbolische overtocht die Cemal in de afsluitende epiloog onderneemt. De plot is af en toe wat schetsmatig, en de manier waarop de studenten elkaar constant met ‘kameraad’ aanspreken lijkt eerder een poging om wat lucht in het verhaal te brengen dan een serieuze weergave van de geschiedenis. Toch is dit een indrukwekkende film van een regisseur die zijn documentaireverleden weet om te zetten in relevante cinema. (Erik Kersten)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

Het moderne boerenleven
La vie moderne
Raymond Depardon • Frankrijk, 2008

~

Het idee is bedrieglijk simpel. Neem een camera en ga op bezoek bij een aantal boeren in de Franse Cevennen. Regisseur Raymond Depardon deed het eerder in 2001 (L’approche) en 2005 (Le quotidien) en keert nu terug naar de markante boeren in La vie moderne, de afsluiting van zijn Profils payans-trilogie. De kracht van de films van Depardon ligt in het respect dat hij voor zijn personages heeft. Hij observeert slechts een levensstijl, hij laat het waardeoordeel aan de kijker over. Door de jaren heen heeft hij een band opgebouwd met de boeren, waardoor zij hun dromen en verhalen makkelijker aan hem bloot durven te geven.

In La vie moderne ligt de nadruk op de veranderingen die de moderne tijd voor de boeren met zich meebrengen. Hoewel nooit expliciet benoemd, valt uit de gesprekken tussen hen en Depardon op te maken dat het vak van een boer verandert en moeilijk is opvolgers te vinden voor hun boerderij. Vooral uit de ogen van de 83-jarige Marcel Privat spreekt teleurstelling over deze verandering. Privat heeft zijn leven in dienst gesteld van zijn boerderij en moet nu aanzien dat de volgende generatie het heel anders wil aanpakken. La vie moderne stemt hierdoor weemoedig zonder melodramatisch te worden. Het is een magnifiek portret van een levensstijl die met de jaren verloren dreigt te gaan. (Arman Avsaroglu)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR