Boeken / Fictie

Een zoektocht

recensie: Annica Wennström (vert. C. Verheij) - Het land van de Samen

Wat weten we eigenlijk van dat Noord-Scandinavische nomadenvolk dat we de Samen noemen? Oké, we kennen het misschien beter als de Lappen. Maar dat is voor de Samen een beledigende term. Wellicht dat Annica Wennström ons meer kan vertellen over dit welhaast vergeten volk.

Wennström is in 1966 geboren en opgegroeid in Holmsund, in Zweeds Lapland. Ze werkte als journalist en schreef samen met twee collega’s een aantal misdaadromans en jeugdboeken. Wennström gaat in haar roman Het land van de Samen op zoek naar de geschiedenis van haar familie. En laat dat nu een Samische familie zijn. Een mooie gelegenheid om meer over dit volk te weten te komen. En als het dan ook nog in een boeiend verhaal verpakt is, dan is dat mooi meegenomen.

Geschiedenis
Het land van de Samen verhaalt over verschillende generaties van een Samische familie. De ik-figuur uit de roman gaat in 2002 op zoek naar haar achtergrond. Ze gaat gebukt onder vele generaties zwijgen. Ze ervaart een groot schuldgevoel, maar heeft geen idee waar dit vandaan komt. Haar enige aanknopingspunt met het verleden is een paar geweven schoenbanden. Ze is een kind van haar verleden, maar is totaal onthecht van datzelfde verleden. Ze weet er niets vanaf, maar voelt het des te meer op haar gemoed drukken.

Ik bedacht dat alles heel anders zou zijn geweest als die mooie staalblauwe ogen van mijn moeder zouden ophouden zo transparant te zijn. Hoe zou het zijn wanneer ik haar blik zou kunnen beantwoorden en ik een gevoel van geborgenheid door me heen zou voelen gaan. Als ik zou kunnen zien wat er in haar omging, en naar haar pupillen zou kunnen luisteren. Naar hoe het zwart mij haar levensverhaal zou toefluisteren. Onopgesmukt, niet verdrongen, niet gereduceerd tot louter de kale feiten. Wie zou ik dan geweest zijn?

Afwisselend volgen we de ik-figuur in haar speurtocht naar het verleden en ontvouwt zich datzelfde verleden in de vorm van de gebeurtenissen in de familie vanaf 1861. Uiteindelijk komen deze twee tijdslijnen bij elkaar en krijgt de hoofdpersoon antwoorden op haar vragen. Of dat de gewenste antwoorden zijn laten we maar even in het midden.

Het is niet zozeer de speurtocht die Het land van de Samen tot een geslaagde roman maakt. Het fascinerende aan dit verhaal is de geschiedenis van een volk: de Samen. We krijgen als lezer een beeld van hoe een rijke eeuwenoude cultuur opgeslokt wordt door die van de nieuwe kolonisten van het grondgebied. Langzaam verlaten steeds meer Samen hun oude trekroutes om zich in keurige Zweedse huisjes te vestigen. En daarmee verdwijnt ook steeds meer van hun cultuur en hun identiteit. Maar hoezeer de Samen ook proberen te integreren in de nieuw ontstane machtsorde, ze blijven ‘anders’.

Aanpassing
Deze pijnlijke wrijving tussen oude gewoonten en nieuwe levensstijl maakt deze roman tot een tragische vertelling over aanpassing, overheersing en ontheemding. Opeens kom je niet alleen meer te weten over de Samen, maar besef je ook hoe o.a. de Indianen en Koerden zich gevoeld moeten hebben. Volkeren die zich eeuwenlang hebben gekoesterd in hun tradities en gewoonten. En plotseling moeten ze de nieuwe waarden van opdringerige kolonisten aanvaarden. Hun gebieden worden opgesplitst in staten of landen en men moet aan nieuwe wetten en religies voldoen. Een fascinerend, maar ook droevig proces.

Dat dergelijke wijzigingen hun invloed generaties later nog laten gelden, wordt in deze roman blootgelegd. En afgezien van een mooi familierelaas is, het juist deze invloed die het verhaal zo intrigerend maakt.  Om meer te weten te komen over specifiek de Samen of meer in het algemeen over het botsen van culturen is Het land van de Samen een uitstekend boek. Maar ook als je gewoon op zoek bent naar een goed geschreven verhaal over zes generaties vrouwen die kampen met hun verleden, is dit zeker aan te raden proza. Want hoe anders de Samen ook in eerste instantie lijken te zijn, we zullen allemaal wat van onszelf en onze wereld in deze geschiedenis herkennen.

Theater / Voorstelling

Geschiedenis herhaalt zich voor Hans Liberg

recensie: Hans Liberg - 25 jaar Hans Liberg

‘Als je je geschiedenis kent, dan herhaalt hij zich niet’, aldus Hans Liberg, de cabaretier die dit jaar 25 jaar in het vak zit. Dat viert hij met zijn show 25 jaar Hans Liberg. Volgens de brochure is het een show vol ‘hoogtepunten, maar wel gerecycled, gepimpt, gerenoveerd, omgebouwd en in een nieuw jasje gestoken’. Inderdaad, zowel Liberg zelf als het strijkkwartet zijn in een nieuw jasje gestoken, maar verder steunt de voorstelling wel op oud materiaal: gerecycled, maar niet enorm gerenoveerd of gepimpt. Voor de échte fan, mag dat de pret echter niet drukken.

~

Liberg is ons koude kikkerlandje inmiddels al lang ontgroeid. Zijn 25-jarig jubileum viert hij bijvoorbeeld niet alleen in Nederland, maar ook in België, Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk. Ook in Amerika groeit zijn populariteit. Zijn humoristische manier van muziekcabaret waar de grens tussen klassiek en modern vervaagt, blijkt eveneens geen grenzen te kennen. Sommige van zijn acts zijn inmiddels zelf klassiekers geworden en het is daarom ook niet verrassend dat Liberg, net als iedere zichzelf respecterende popgroep of zanger, op een gegeven moment met een The Best Of komt. Dat is 25 jaar Hans Liberg geworden.

Klassiekers

Alle oude klassiekers passeren weer de revue, alleen wordt voor deze voorstelling net wat meer (muzikaal en menselijk) materieel uit de kast getrokken. Libergs vertolking van de klassieke opera Aïda – ja je weet wel, die van de bekende componist Elton John – waar Aïda de lange trap afkomt en een signaal uit de woestijn hoort, komt weer voorbij. De Spaanse celliste die veel “false notas” speelt, Gloria op de gitaar en de sopraan waar Liberg zich aan irriteert, zijn ook weer van de partij. De enige attributen die ontbreken zijn de enorme ronde zonnebril (die er wel ligt, maar niet op gaat) en de Eurogitaar. Klassiekers zijn het inderdaad, en het publiek blijft het amusant vinden, maar enig ‘pimpen’ was hier wel op zijn plaats geweest.

~

Niet alles is echter hetzelfde. Het decor voor 25 jaar doet deze keer Chinees aan met de grote poster van Hans Liberg à la Mao op de achtergrond. Liberg maait in het rond met een rood lint, zet een klankschaal omgekeerd op zijn hoofd en slaat de gong. Enkel een symfonie van pingpongballetjes ontbreekt. Hij wordt begeleid door een strijkkwartet in militair outfit (uit Tsjechië, maar dat terzijde). Dit strijkkwartet, dat vrijwel de hele voorstelling het podium met Liberg deelt, bewijst zeker een toegevoegde waarde omdat het de pianomuziek van Liberg voller maakt op een klassiekere manier dan de band van Tatatata ooit zou kunnen. Dit kwartet is dan ook de bron van veel van de nieuwe sketches. Af en toe gooit Liberg er nog een recentere grap doorheen over Wilders of door Shine van de Toppers tussen de klassiekers door te spelen. Ook op het einde wordt nog een nieuw lied getiteld Democratie ten gehore gebracht. Dit is eigenlijk een toegift, maar komt over als een stukje show dat er per ongeluk tijdens de voorstelling zelf bij is ingeschoten.

Genieten

Kortom, wanneer u genoten heeft van Libergs vorige shows, dan geniet u ook van 25 jaar Hans Liberg, want de Liberg-stijl blijft onveranderd, evenals het overgrote deel van de acts. In tegendeel tot wat Liberg claimt, de geschiedenis herhaalt zich dus wel degelijk. De vraag is of de show daardoor ook minder aantrekkelijk wordt, want Libergs humor is bovenal tijdloos.

25 jaar Hans Liberg is nog te zien in Theater Figi in Zeist, Theater Castellum in Alphen aan de Rijn en in Bonn en Keulen. Klik hier voor meer informatie.

 

Boeken / Fictie

Onder een slecht gesternte geboren

recensie: Jan van Mersbergen - Zo begint het

.

Zo begint het is de vijfde en meest ambitieuze roman van Jan van Mersbergen. Het is een fragmentarisch verhaal verteld vanuit het perspectief van drie vrouwen en soms een hond. De vrouwen zijn elk op hun eigen wijze getroffen door een drama: een acht dagen oude baby is doodgebeten door de hond des huizes.

De hond

Evana bevalt daags na het drama van een jongetje, maar haar prille geluk lijkt voorgoed verstoord als ze het nieuwsbericht leest over de hond en de baby. Edyta is een Poolse moeder die haar kind achtergelaten heeft om in Nederland geld te verdienen als thuishulp. Ze ziet dat de hond op televisie dezelfde is als op de foto’s in het huis van haar patiënt Chris. En Emma, die acht dagen geleden moeder werd en denkt: ‘En dan nemen we een hond.’

Die hond heet Sirius, naar de ster die ook wel de Hondsster wordt genoemd. Hij is opgeduikeld uit een vuilniscontainer. Sirius is eerst verzorgd door het jonge meisje Evana, werd daarna opgehaald door Chris, die ‘het monster’ in zijn winkeltje inzette tegen straattuig, tot hij er vanwege zijn ziekte afstand van moest doen. Tot slot werd hij opgehaald door Emma, want Emma wilde een hond toen zij en haar man verhuisden naar het platteland.

Medelijden

Elk op hun eigen manier voelen de vrouwen zich onmachtig en schuldig en omdat ze die gevoelens niet kwijt kunnen, worden ze ook eenzaam. Emma, het hardst getroffen, reconstrueert in de doodse stilte van haar huis wat er gebeurd is. Denkend aan de baby vraagt ze zich af wanneer ‘zijn vader’ de foto’s zal ontwikkelen. ‘Waarom noemt ze hem zijn vader?’

Zo omschrijft Van Mersbergen de verwijdering die tussen Emma en haar man ontstaat. Dit nauwelijks benoemen van gevoelens, het veelvuldig laten zwijgen van de personages doet zich voor als de meest vanzelfsprekende verbeelding van het leed dat geen woorden heeft. Van Mersbergen dwingt de lezer zich bewust in te leven in de personages, hun leegte en pijn zelf in te vullen. Hij dwingt je tot medelijden.

Media

Op de achtergrond van het drama roert zich de maatschappij. Bij al het studeerkamergekrakeel over het al dan niet voldoende aanwezige straatrumoer in de literatuur, wordt nog weleens vergeten dat ‘de straat’ ook aanwezig kan zijn als ze vanachter half gesloten gordijnen bekeken wordt. Evana en Edyta weten van het drama doordat het lokale nieuws breeduit in de nationale media wordt behandeld. Er zijn straatinterviews met buurtbewoners en vele deskundigen.

‘In feite is niet de hond schuldig, maar de mensen die de hond opgevoed hebben’, zegt zo’n deskundige en Evana hoort het en je denkt wat zij moet denken: ik heb die hond opgevoed. Later, als een vrouw van het borstvoedingscentrum langs komt, gaat haar schuldgevoel over in angst:

Ik ben bang dat hij groot wordt.
Dat is ook eng.
Evana schudt haar hoofd.
Ik bedoel, ik ben bang voor wat hij wordt, later.
Dat hoeft niet.
Nou. Dat hoeft wel.

De immigratieproblematiek, het leven van de sociale onderklasse, huwelijk versus carrière, de werking van de media; de maatschappij is op vrijwel elke bladzijde aanwezig. Maar Van Mersbergen meet zich geen oordeel aan, hij beschrijft de processen zoals ze zijn. De focus ligt op de persoonlijke beleving van het drama, maar de roman laat ook zien hoe een ogenschijnlijk particulier voorval niet los staat van de samenleving waarin het zich afspeelt.

Menselijkheid

Zo begint het is niet bepaald een vrolijk boek, maar Van Mersbergen is niet een schrijver die zijn personages achterlaat in een uitzichtloze poel van onmacht en eenzaamheid, bij alle rampspoed is pessimisme hem vreemd. Net als zijn vorige roman, Morgen zijn we in Pamplona, mondt de roman uit in een zoektocht naar een moraal.

Voorzichtig verschijnen er lichtpuntjes in de levens van de drie vrouwen. Geluiden vullen behoedzaam de stiltes, woorden verdringen het zwijgen. En daarmee, even terughoudend, raakt de roman aan een menselijke essentie: het is – of zou moeten zijn – onze aard om door te gaan, om te leven zelfs met het leed waarmee niet te leven valt.

 

Film / Films

Verdwaald in je eigen verhaal

recensie: The Brothers Bloom

.

In 2005 debuteerde de toen 32-jarige regisseur Rian Johnson met het uitstekende Brick, een inventieve en originele ode aan de film-noir, die zich afspeelde op een Amerikaanse middelbare school. De film won direct een belangrijke prijs op het Sundance Film Festival en katapulteerde Johnson tot het boegbeeld van de onafhankelijke, Amerikaanse cinema. Nu is hij terug met zijn tweede film, The Brothers Bloom, en het is opnieuw een ode aan een veelbeproefd Amerikaans genre, de con movie.

In een proloog die sterk aan het werk van Wes Anderson doet denken, introduceert Johnson de broers Stephen en Bloom (waarom de twee de Brothers Bloom worden genoemd blijft onduidelijk aangezien geen van beiden een achternaam lijkt te hebben), die van jongs af aan op zichzelf waren aangewezen. Ze verslijten pleeggezin na pleeggezin, omdat ze voortdurend mensen oplichten. Als hun plannetjes echter steeds mislukken, bedenkt de oudste broer Stephen het plan om hun cons van een compleet, gedetailleerd script te voorzien en hierin zijn broer Bloom een prominente rol te geven, waardoor niemand erachter kan komen dat ze belazerd zijn door de broertjes.

Knotsgekke avonturen

~

De film springt dan een paar decennia vooruit en toont dat Stephen (Mark Ruffalo) en Bloom (Adrien Brody) deze kunst inmiddels tot in de puntjes hebben geperfectioneerd. Bloom heeft er echter geen trek meer in voortdurend acteur te zijn in de verhalen van zijn broer en besluit het partnerschap op te zeggen. Maar niet voordat de twee hun laatste klus hebben gedaan, met als doelwit de excentrieke rijke erfgename Penelope Stamp (Rachel Weisz), die haar hele leven thuis heeft gewoond en snakt naar een beetje avontuur. Ze gaat op pad met de broers en hun assistent Bang Bang (Rinko Kikuchi, die gedurende de gehele film ongeveer vijf woorden spreekt) en beleeft inderdaad talrijke en knotsgekke avonturen.

Zoals ook bij Brick het geval was, is The Brothers Bloom meer vorm dan inhoud. Het camerawerk is erg kleurrijk en maakt optimaal gebruik van de locaties in onder meer Belgrado, Praag en Montenegro. Daarnaast roept de stilering van de film ook een tijdloos gevoel op, de film had zich net zo goed in de jaren dertig als in het heden kunnen afspelen. Hoewel dit er voor zorgt dat de kijker zich geen moment hoeft te vervelen, zijn er toch een aantal problemen die in het oog springen.

Grote sentimentele finale

Het voornaamste probleem is dat Johnson, die een moderne twist probeert te geven aan een klassiek genre, een nodeloos gecompliceerd scenario construeerde, dat de kijker naar het einde toe doet duizelen. In het begin is het nog charmant dat je nooit precies weet wat nu de realiteit is en wat verzonnen wordt door de gebroeders Bloom, maar op den duur gaat het irriteren dat Johnson de kijker tot vervelens toe op het verkeerde been zet. Een gevolg daarvan is dat de grote sentimentele finale, die wel echt is, niet het beoogde effect bereikt omdat je als kijker de binding met het verhaal intussen volledig bent verloren.

~

Gelukkig zijn er dan wel de uitstekende acteurs die de boel nog kunnen redden. Ruffalo en Brody zijn uitstekend als Stephen en Bloom, maar het zijn Weisz, die zich met deze film eindelijk eens van een komische kant kan laten zien, en Kikuchi die uitblinken. Kikuchi toont, na Babel wederom in een zwijgende rol, dat je ook met weinig tot geen tekst, een film naar je toe kan trekken. Zij maken van The Brothers Bloom toch nog een vermakelijke film, die ongetwijfeld een glimlach op ieders gezicht zal toveren, maar de belofte van Johnson nog niet volledig inlost.

Boeken / Fictie

Bitterzoete wraak

recensie: Carolina Trujillo - De terugkeer van Lupe García

Na haar met de Marten Toonder/Geertjan Lubberhuizenprijs bekroonde debuut De bastaard van Mal Abrigo, maakt de Nederlands-Uruguayaanse Carolina Trujillo wederom indruk met haar tweede Nederlandse roman, De terugkeer van Lupe García. Hierin geeft ze de dochters en zoons van slachtoffers van de wrede dictatuur in een Zuid-Amerikaans land een stem. De destructie uit het verleden lijkt in hen voort te leven.

In de roman wordt een grimmig beeld geschetst van deze generatie in Zuid-Amerika. De inmiddels volwassen zoons en dochters komen uit gebroken gezinnen, hebben geen ambities, zijn werkloos, verslaafd aan verdovende middelen en volkomen ontoerekeningsvatbaar. Lupe García lijkt een uitzondering: zij woont in Nederland en heeft een carrière als documentairemaakster weten op te bouwen. Haar vaderland blijft ze opzoeken, met een stellige missie: ze maakt een documentaire over de hedendaagse gevolgen van de onderdrukking voor haar leeftijdsgenoten.

Inspiratie

Het verleden van hoofdpersonage Lupe lijkt nauw verbonden te zijn met Trujillo’s achtergrond, die dochter is van twee leden van de Tupamaros (de bekendste ondergrondse verzetbeweging en de enige van Latijns-Amerika die uitgroeide tot een officiële politieke partij). Net als Trujillo moet Lupe in het boek haar vaderland ontvluchten nadat haar vader gevangen werd gezet bij een staatsgreep. Ook Lupe woont tijdens haar jeugd meer dan tien jaar in Nederland en keert jaren later terug om in Nederland een carrière op te bouwen als documentairemaker, zoals Trujillo carrière maakte als schrijfster.

Moeders die verkracht worden, vaders die opgepakt, mishandeld en vermoord worden. Gezinnen die na hereniging alsnog uit elkaar vallen. Kortom, een samenleving die volkomen getraumatiseerd en gedesillusioneerd is. Trujillo vertelt op uitmuntende wijze over deze zware gebeurtenissen: ze laat de collectieve overlevingsstrategie van de getraumatiseerde samenleving – ‘vergeten, vergeven en vaseline’ – in elk mogelijk aspect van de roman doorklinken. Hierdoor is de toon van de roman niet depressief, maar eerder nuchter, oprecht en berustend, net zoals de levensstijl van de mensen. Het maakt de roman des te indringender, omdat hiermee duidelijk wordt hoe ‘gewoon’ de samenleving haar verleden is gaan vinden. Het gevecht tegen het onrecht is al lang geleden opgegeven.

Wraak

Trujillo geeft een extreem tegengeluid met Lupe en haar documentaireproject, als dat uitloopt op een regelrechte wraakoefening.

‘Iemand moet het doen,’ zei ze. ‘Het is niet onmogelijk.’ Haar ogen glommen. Doen wat gedaan moet worden. Ik keek naar haar lijst en vond haar handschrift mooi. ‘Hoe kan het anders goed komen?’ vroeg ze. Het klonk niet alsof ze een antwoord verwachtte.

De gebeurtenissen die volgen, ontvouwen zich op thrillerachtige wijze. Trujillo weet het heftige gedrag waarbij elk moreel besef wegvalt, op ijzersterke, onheilspellende wijze weer te geven. Dit laatste maakt de roman spannend maar ook beangstigend. Het bevestigt dat de mens tot gruwelijke dingen in staat is als hij zelf getraumatiseerd en beschadigd is.

Ware liefde

Gelukkig heeft Trujillo ondanks de zware gebeurtenissen een behoorlijke dosis humor en romantiek in de roman verwerkt. Het maakt de roman licht en ook aantrekkelijk en zorgt voor een goede balans. Zo zijn de door Gono – aanbidder van Lupe en de verteller van het verhaal – uitgelegde verschillen tussen de Nederlandse en de Zuid-Amerikaanse cultuur grappig en verfrissend. Ronduit vertederend is de liefde van Gono voor Lupe. Hij is al verliefd op haar sinds zijn kindertijd, maar heeft haar nooit als partner aan zich kunnen binden. Uiteindelijk gaat hij tot extremen over om Lupe een kans op geluk te geven.

De terugkeer van Lupe García: een harde, confronterende maar goed geschreven roman met een romantische inslag. Eentje die zeker nog een tijdje na blijft dreunen.

 

Kunst / Expo binnenland

Klederdracht 2.0

recensie: diverse kunstenaars - Gejaagd door de wind

Nu eens geen Spakenburgse omaatjes of Volendammer vissertjes, maar klederdracht à la Viktor & Rolf, Marga van Heist, Jan Tamineau en een keur aan andere Nederlandse ontwerpers en fotografen. De grote modetentoonstelling Gejaagd door de Wind dicht de kloof tussen Op Hoop van Zegen en High Fashion, tussen negentiende-eeuwse volksdracht en twintigste-eeuwse couture.

Vivianne Sassen, campagnebeeld

Vivianne Sassen, campagnebeeld

De tentoonstelling markeert het 60-jarig jubileum van het Zuiderzeemuseum. Het is tegelijkertijd de afscheidstentoonstelling van scheidend directeur Erik Schilp, die het nieuwe nog te bouwen Nationaal Historisch Museum gaat leiden. Onder zijn bewind veranderde de koers van het Zuiderzeemuseum fundamenteel. Was het tentoonstellingbeleid eerst toegespitst op de leefwereld in de Zuiderzeegemeenschappen rond 1880-1932, de blik is nu gericht op het leggen van verbanden tussen heden en verleden. In deze expositie is dat op het gebied van mode, waarbij ook sieradenontwerpers, stylisten en fotografen een plek hebben. Een kleine veertig kunstenaars werden door gastconservatoren en modeontwerpers Alexander Slobbe en Francisco Benthem uitgenodigd. Zij lieten zich inspireren door de museumcollectie en vertaalden deze inspiratie in een hedendaags ontwerp.

Inspiratie

Francis Willemstijn, Collier Haar

Francis Willemstijn, Collier Haar

De inspiratie doet zich op diverse manieren gelden. Veel ontwerpers roemen het verfijnde handwerk en het geduld waarmee het naaiambacht werd uitgeoefend. Het eindeloze vouwen bijvoorbeeld, dat Ferdinand Schmeits toepaste op zijn jurk is geïnspireerd op de Hollandse zwart-wit tegelvloer. Sjaalvesten, plooibroeken en halsdoeken zijn vertalingen van drachtelementen naar het eendentwintigste-eeuwse modebeeld. Een belangrijk kenmerk van de dracht was het dragen van sieraden. Ted Noten giet de gouden oorbel in de vorm van een iPod-miniatuur. Francis Willemstijn gebruikte haar, git, glas, zilver en textiel voor een gitzwart fijnmazig ‘haarcollier’. Hedendaagse oorijzers van Elisabeth van der Helm sieren de hoofden van de poppen

Bloemen

Caroline Fuchs, Appeltjes van Oranje. Foto: Willem van der Zel
Caroline Fuchs, Appeltjes van Oranje. Foto: Willem van der Zel

Dessins vormen eveneens een inspiratiebron. Het Staphorster stipwerk komt terug in een heuse plissé-installatie van Mattijs Berger. Ook bloemmotieven lenen zich uitstekend voor hedendaagse dracht. De ’07-’08 collectie Fashion Show van Viktor en Rolf bevat een jurk met traditioneel bloemendessin. In de zaal ‘bloemstuk’ blijken de gracieuze gekleurde creaties van wijlen Percy Irausquin, die de vrouw dikwijls gelijkstelde aan de bloem, verrassend goed te passen in de bloementraditie. Een andere insteek hanteert Caroline Fuchs. In de themazaal ‘appeltjes van oranje’ combineert zij hedendaagse kinderkleding met klederdracht. Ze verzamelde bontgekleurde folkloristische kledingstukken van het Nederlandse kledingmerk Oilily en verfde deze zwart om een nieuwe gelaagdheid te creëren.

Dimensies

Zaal Bloemstuk, met modeontwerpen van Percy Irausquin en sits-levensboom van Frank Bruggeman. Foto Willem van der Zel
Zaal Bloemstuk, met modeontwerpen van Percy Irausquin en sits-levensboom van Frank Bruggeman. Foto Willem van der Zel
Gejaagd door de Wind  is een tentoonstelling van ontwerpers. Misschien is dit de reden waarom het beeld bepalend is en tekst en uitleg grotendeels achterwege is gelaten. Het mist aan context. Zelfs voor de minimale tekstbordjes moet de bezoeker soms diep door de knieën gaan. Soms is het niet duidelijk of je te maken hebt met een hedendaags ontwerp of een museumstuk. Het buitenmuseum geeft op zijn beurt wel context aan de stukken, op een geheel eigen manier. Door mode te integreren met de omgeving wordt het een vorm van landschapskunst. In de Wieringer kapel, een centrale plek in de vissersgemeenschap, staat een bruidspaar opgesteld van Jan Tamineau voor een ‘boerenbruiloft’. Verspreid over het terrein staan billboards met scènes uit het leven van toen, in een eigentijdse interpretatie. Winterhanden van Miep Jukkema, een compositie in rood- wit-blauw, straalt koelte en warmte tegelijk uit en laat zich bijna met een stilleven vergelijken. Het tafereel kan zich makkelijk in een van de huisjes in het buitenmuseum hebben afgespeeld.

Studiemateriaal

Miep Jukkema, Winterhanden
Miep Jukkema, Winterhanden

Blikvanger in het buitenmuseum is de rij van honderd poppen op de dijk. Vijftig studenten van verschillende Nederlandse modeopleidingen zijn dagen in de weer geweest met weerbestendige zwarte stof. Onder leiding van de gastconservatoren maakten zij in sneltempo stukken op basis van traditionele dracht. Ook in het binnenmuseum laten de studenten hun skills zien. Met het Genemuider vlechtwerk als uitgangspunt maakten zij objecten van riet. De nylon creatie Sexy Basketry  is een inventieve en originele vertaling. Dat geld zeker ook voor Roodkapje, waarbij de mand van het sprookjesfiguur in de jurk is geïntegreerd.

Jan Tamineau, Bruidspaar. Foto Willem van der Zel

Jan Tamineau, Bruidspaar. Foto Willem van der Zel

Gejaagd door de Wind is een mooie onderzoekende tentoonstelling die verschillende disciplines bij elkaar brengt en bruggen slaat tussen heden en verleden, topontwerpers en studenten. De herontdekking van het Hollandse erfgoed is overigens niet zo nieuw als het lijkt. Interieurontwerpers, die niet in de tentoonstelling vertegenwoordigd zijn, waren er al een tijdje mee bezig. Hun werk is, net als dat van Viktor &  Rolf, Spijkers en Spijkers en de gastconservatoren Van Slobbe en Benthem, al door diverse Nederlandse musea aangekocht. 

 

 

Film / Films

Tautou maakt Chanel de moeite waard

recensie: Coco avant Chanel

Twee jaar geleden kwamen er in een kort tijdsbestek twee films uit over Truman Capote: Capote en Infamous. Dit jaar is het de beurt aan modekoningin Coco Chanel over wie eveneens in korte tijd twee films verschijnen. Later dit jaar komt de van oorsprong Nederlandse regisseur Jan Kounen met Coco Chanel & Igor Stravinsky, maar vanaf vandaag draait Coco avant Chanel van Anne Fontaine al in de bioscopen.

~

Toevalligerwijs vullen de twee films, zoals het er nu naar uitziet, elkaar aan. Jan Kounen richt zich op de hoogtijdagen van Chanel en haar romance met Igor Stravinsky, terwijl Anne Fontaine zich concentreert op de jonge jaren van Gabriëlle Chanel en haar weg naar onsterfelijkheid. In een korte proloog maken we voor het eerst kennis met de jonge Gabriëlle, geboren in 1883, die door haar vader wordt achtergelaten in een weeshuis na de dood van haar moeder. Ze moet het zelf zien te redden, willen de makers maar zeggen. Gabriëlle (Audrey Tautou), die inmiddels de bijnaam Coco heeft gekregen, werkt zich vervolgens omhoog in de hogere kringen door haar ontmoeting met de welgestelde Étienne Balsan (Benoît Poelvoorde). Ze gaat bij hem wonen in zijn landhuis buiten Parijs en maakt daar kennis met de decadente Franse bourgeoisie, een omgeving waarin ze zich niet thuisvoelt. In die periode ontwikkelt Chanel zich ook als origineel ontwerper die in tijden van extravagantie origineel durfde te zijn.

Het was een wijze keus van Anne Fontaine zich te concentreren op de vroegere jaren van Coco Chanel. Het grootste gevaar in een biopic over een publiek persoon is de wens alles te willen vertellen over zijn of haar leven, waardoor de film overvol kan worden en te veel van de hak op de tak springt. In Coco avant Chanel is dat probleem vakkundig vermeden en is er voldoende tijd en ruimte voor verdieping van Chanels personage, en de weg die zij moest afleggen om zich te ontwikkelen tot een van de meest toonaagevende modeontwerpers in de geschiedenis. Het probleem is echter dat het scenario van Fontaine en haar zus Camille de sentimentele valkuilen van een biografische film niet altijd weet te vermijden. Vooral het subplot over Chanel en haar grote liefde Boy Capel (Alessandro Nivola) is erg clichématig uitgewerkt. Het klassieke verhaal van een sterke vrouw die zich aan de buitenkant hard opstelt maar smelt in de armen van haar geliefde, gaat op den duur zelfs irriteren door het gebrek aan originaliteit.

Uitstekende Tautou

~

Gelukkig heeft Coco avant Chanel voldoende troeven over om de balans uiteindelijk in positieve richting te doen overslaan. Vooral Audrey Tautou, die een opmerkelijke fysieke gelijkenis met Chanel vertoont, is uitstekend op dreef in de titelrol. Ze lijkt het onlosmakelijke imago van Amélie hier eindelijk van zich af te schudden en maakt veel indruk als een vrouw die, ondanks de vooroordelen die over haar bestaan, alles in het werk stelt haar droom te verwezenlijken. De kans is niet denkbeeldig dat ze landgenote Marion Cotillard, die twee jaar geleden een Oscar won voor haar rol als Edith Piaf in La Vie en Rose, met deze rol achterna gaat. Verder zijn ook de technische aspecten, met name de kostuums en de prachtige muziek van Alexandre Desplat, uitstekend verzorgd. Het maakt van Coco avant Chanel een inhoudelijk nogal holle biopic die het vooral van uiterlijk vertoon moet hebben. Het is vooralsnog afwachten of de tweede film over het leven van de modeicoon meer indruk weet te maken.

Film / Films

Dude vindt dude

recensie: Pineapple Express

Arthouse-lightfilmer David Gordon Green verrast met Pineapple Express, een ouderwetse wietkomedie die doet denken aan buddyfilms uit de jaren tachtig. Waar Green eerder licht artistieke films maakte is Pineapple Express een pretentieloos niemendalletje dat je rookt maar niet inhaleert.

~

Pineapple Express is een stoner komedie over sympathieke stumperds in de ban van de blow. Dale Benton is een luie ambtenaar die alleen nog kan genieten als hij een joint rookt. Een makkelijke rol voor Seth Rogen (Knocked Up, Zach and Miri make a Porno)die er zijn specialiteit van heeft gemaakt om luie donders en losers te spelen. Saul Silver gespeeld door een relaxte James Franco is Bentons dealer en voorziet hem van de juiste wiet, terwijl hij zich poëtisch uitlaat over zijn herbs (‘to smoke this shit is like killing a unicorn‘). Er ontstaat een band tussen beide mannen die elkaar in hun gezamenlijke passie gevonden hebben, maar dan volgen er de nodige obstakels die deze prille bromance op de proef stellen. Dale is de getuige van een afrekening en wordt gespot. Het criminele circuit is niet groot en als Dale per ongeluk een peuk van zijn Pineapple Express-joint (‘like smelling god’s vagina‘) achterlaat, weten de slechterikken als snel het spoor naar Saul te vinden. Saul en Dale gaan op de vlucht wat voor de nodige ongein zorgt als twee bijdehante moordenaars ze op het spoor zijn. De film eindigt in een voorspelbare en gewelddadige schietpartij, waarna het al snel eindgoed al goed is.

Blow bro’s

~

Pineapple Express doet in zijn bijna cartoonachtige mengeling van humor en actie denken aan het gouden tijdperk van de buddyfilms, de jaren tachtig. De film heeft in die combi wat weg van Midnight Run of 48 Hours, maar ook het meesterwerk van de wietfilm, Cheech en Chong’s Up in Smoke. Een recentere serie die naadloos past in dit genre zijn de Harold en Kumarfilms waar de vriendschap tussen twee blowende vrienden ook op de proef wordt gesteld. Het einde van Pineapple Express in een diner doet sterk denken aan de conclusie van Harold and Kumar get the Munchies waar de pantoffelhelden eindelijk het geluk vinden na een avond vol benarde maar humoristische verwikkelingen. Pineapple Express draagt ook duidelijk het stempel van schrijver en producer Judd Apatow die het komediegenre de laatste jaren weer nieuw leven heeft ingeblazen. Wie Apatows films kent zal de nodige bekende koppen herkennen, en acteur Seth Rogen werkte ook mee aan het script. Voor David Gordon Green geldt echter dat het duiden van zijn filmografie door de toevoeging van Pineapple Express complexer is geworden. Green debuteerde met het kwetsbare en mooi opgebouwde George Washington en maakte vervolgens All the Real Girls. Die film was een poging om een liefdesverhaal iets alledaags en realistisch te geven, maar pretentieuze scènes en richtingloze mooifilmerij zorgden voor een verwarrend eindresultaat. Undertow was een hommage aan Night of the Hunter en in die film toonde Green een tastbare affiniteit met de gore en verarmde hillbilly-cultuur in het zuiden van de Verenigde staten.

Er is een duidelijke kloof tussen Greens eerdere werk en Pineapple Express, en die laatste kun je het beste tot je nemen onder het genot van een biertje en in het gezelschap van niet al te veeleisende vrienden. De formuleachtige afwikkeling en het luie plot zijn nog de grootste manco’s. De actiescènes die er verouderd uitzien worden nog enigszins gecompenseerd door de citeerbare dialogen (‘supersize it bitch!‘) die inzicht verschaffen in het hedendaagse gevloek en gedis in de VS. Maar serieuze cinema is Pineapple Express zeker niet, en het is de vraag wat Green gaat doen na dit komische tussendoortje.

De dvd bevat een Unrated Version van de film en daarnaast twee sporen audiocommentaar. Verder is er de gebruikelijke meligheid van verwijderde scènes en bloopers en nog eens twee documentaires voor als je echt niet genoeg van de film kunt krijgen.

Theater / Achtergrond
special: Alles wat het theaterhart begeert

Festival HartsTocht

.

Ook dit jaar doet festival HartsTocht van Het Zuidelijk Toneel, als afsluiter van het theaterseizoen, weer een aantal Brabantse en Limburgse steden aan. Tilburg is het toneel voor de aftrap, waarna ook Breda, Eindhoven, Den Bosch, Roosendaal en Heerlen aangedaan zullen worden.

‘HartsTocht’: dat schept verwachtingen en leent zich voor vele interpretaties. In de woorden van Matthijs Rümke, artistiek leider van HZT: ‘Ons hart ligt er in, en zo mag het heten ook.’ Theater recht uit het hart dus, maar het is meer dan dat. HartsTocht is de kans voor jonge, nieuwe theatermakers om zich aan het publiek voor te stellen en voor de meer ervaren vaklui om te experimenteren met nieuwe teksten en inzichten. Rümke: ‘Dit festival maakt het mogelijk om onze dromen te realiseren.’

HartsTocht is ook een festival van de stad. Het is een tocht langs de theaters van de stad en soms vormt de stad ook letterlijk het toneel voor deze voorstellingen. Sommige voorstellingen zijn al af en zullen volgend theaterseizoen in de theaters staan, terwijl andere nog erg in de kinderschoenen staan en nog een hele weg af moeten leggen voordat ze op het repertoire komen. Of u nu gaat voor een voorproefje van het komende theaterseizoen, wilt genieten van nieuw talent, of wilt ontdekken welke geheimen van de stad de voorstellingen bloot zullen leggen, HartsTocht is een festival naar het hart van iedere theaterliefhebber.

Wat festival HartsTocht anders maakt dan andere festivals, is dat het wordt georganiseerd door één club, namelijk Het Zuidelijk Toneel. De acteurs hebben een zeer druk weekend achter de rug omdat ze dan weer in de ene, dan weer in de andere voorstelling stonden. Na een paar voorstellingen zijn het dus bekende gezichten geworden. Van de ene kant komt het festival daardoor over als een beetje klein en beperkt, maar van de andere kant geeft het ook een soort ‘familiegevoel’. Na drie dagen voelt het alsof je de acteurs persoonlijk kent en wordt het steeds verrassender te zien in de huid van welk personage ze straks weer zullen kruipen.

Ook moet HartsTocht vooral worden gezien als een interessant kijkje in de theaterkeuken. Veel voorstellingen zijn als het ware previews van wat ooit een echt theaterstuk moet worden. Hierdoor verlaat je als publiek soms een beetje onverzadigd een locatie omdat je het idee hebt dat er nog zoveel meer te zien en te beleven is. Toch is HartsTocht zeer de moeite waard, deels vanwege de zeer intieme sfeer en deels omdat je getuige bent van een heel proces. En geef toe, hoe vaak krijg je die kans?

Kijk voor het speelschema op www.hzt.nl.

Lees nu de recensies van: Gemaakt om te vergetenAnalemmaFree Radicals/Artist in ResidenceNannies onlyHalverwege omgedraaid | Een [vooralsnog] schuchtere verhandeling over de angst voor genot | Humeuren van de stad

Schijnbaar affe voorstelling mag onderhuidserAnalemma Tekst: Marcel Osterop / Regie: Matthijs Rümke
Theater op locatie, Tilburg • 24 mei 2009 

foto: Sebastiaan ter Burg

foto: Sebastiaan ter Burg

Daar zit je dan, net als half Nederland op een terrasje, lekker in het zonnetje, mensen te kijken. Het verschil tussen jou en de andere genieters is dat jij je ervan bewust bent dat er zich voor je een toneelstuk afspeelt waar de rest van het winkelend publiek geen weet van heeft.

Analemma van Marcel Osterop zit midden in de repetitiefase en dat is dus ook precies waar je als publiek terecht bent gekomen: in een repetitie. De eerste voor publiek. Een vertelster met mooi Vlaams accent richt onze aandacht op de jongen met de rode capuchon die een boek staat te lezen. Intussen geeft zij achtergrondinformatie over de verschillende mensen die er langslopen of -fietsen. Het is een spel. Een spel voor het publiek om uit te vinden welke mensen er nu bij het stuk horen en wie er zomaar onbewust in een toneelstuk terecht is gekomen. En een spel om te zien of en hoe onbedachtzame voorbijgangers op dit alles reageren. ‘Wat nou als iemand die acteur met de landkaart aanspreekt om hem te helpen zijn weg te vinden? Dat kan niet de bedoeling zijn.’ Totdat door de koptelefoon klinkt: ‘Dames en heren, hier spreekt de regisseur. Kunnen alle acteurs zich hier even verzamelen alsjeblieft.’ Wat volgt zijn tips over timing, de locaties en de manier waarop bepaalde zinnen gezegd dienen te worden, waarna het stuk weer wordt opgepakt vanaf een eerder punt.

Na een half uurtje is het weer voorbij en staat een volgende groep klaar. In deze korte tijd is echter al wel duidelijk dat het hier gaat om een leuk en interessant theaterexperiment met veel potentie. Het samenspel van vertelster, acteurs en onwetende passanten is spannend en intrigerend en daagt je als publiek uit om, al is het van een afstandje, echt op te gaan in wat zich afspeelt. ‘Jammer dat dat stel met al die tassen de cue de tweede keer miste,’ merkt één van de toeschouwers op. ‘De eerste keer ging dat wel goed.’ ‘Nee,’ antwoordt een ander, ‘het stel was de eerste keer juist te vroeg. Die mensen waar jij het over hebt, hoorden er helemaal niet bij!’
(Linda Mous)
Terug naar boven

Buitenlandse points of view op ‘gezellig’ en de Hema

Free Radicals / Artist in Residence – Teksten: Betty Shamieh / Hanneke Hendrix
Audaxzaal Theaters Tilburg, Tilburg • 24 mei 2009

Bij festival HartsTocht staan veel voorstellingen nog in de kinderschoenen. Free Radicals / Artist in Residence is zo’n voorstelling. De eerste tekst is van de Amerikaanse Betty Shamieh die op uitnodiging van HZT een tijdje ‘artist in residence‘ is geweest. In deze tijd heeft zij de Nederlandse samenleving geobserveerd en haar evaringen verwerkt in een toneeltekst. In Den Bosch en Roosendaal zal zij zelf ook aanwezig zijn bij de lezingen. De tweede tekst is van Hanneke Hendrix die Shamieh heeft begeleid tijdens haar verblijf in Nederland. Voor haar was het een echte eye opener om de Nederlandse samenleving eens door andere ogen te zien.

In Tilburg wordt een compilatieprogramma van beide teksten gelezen. Zes acteurs zitten op hun kruk met het script voor de neus en lezen dat voor. Dat klinkt saaier dan het is. Al is de mise-en-scène er nog niet en staan de acteurs niet in de make-up en kostuums, de personages komen al goed naar voren. De mix van de twee teksten zit, zelfs nu al, ongelooflijk goed in elkaar. Dit belooft veel goeds voor de verdere uitwerking van de voorstelling die gebaseerd op deze korte lezing al een aanrader is.

Het stuk van Shamieh draait om een getrouwd stel met hun Marokkaans-Nederlandse schoonmaakster en stipt interessante thema’s aan zoals hoe je culturele achtergrond meer invloed heeft op de perceptie van anderen over je Nederlanderschap dan je geboortegrond en hoe je op een praktische manier met je idealen om kan gaan. De manier waarop de ene helft van de acteurs de personages speelt en de andere helft gedaante geeft aan hun ongesproken gedachten, maakt de theatrale lezing nu al een gewaarwording.

De tweede tekst is het real-life perspectief van, met name, Hanneke Hendrix. Hierin worden typisch Nederlandse gebruiken, gedachten en gezegden in een voor het publiek zelfs vreemd perspectief gezet. Deels komt dit doordat het Betty Shamieh-personage ook Engels spreekt en zinnen uit de inburgeringscursus als ‘Oh, op die fiets’ en ‘dank je de koekkoek’ ineens ook voor Nederlanders een uitheemse lading meekrijgen. Eén ding is echter wel zeker: Nederlander of buitenlander, iedereen houdt van de Hema.
(Linda Mous)
Terug naar boven

Chocoladebruin is geen zwart


Nannies only – concept: Mathieu Güthschmidt, Matthijs Rümke, regie: Matthijs Rümke
Gezien op 23 mei 2009 • Theaters Tilburg, backstage

spel Mathieu Güthschmidt, Louise van Wingerden’ staat er in de credits van Nannies only. Alsof we niet net een uur lang naar drie mensen hebben zitten te kijken. Inderdaad, Mathieu Güthschmidt en Louise van Wingerden, maar toch zeker ook een derde persoon; een stevige zwarte – sorry, chocoladebruine – vrouw die ons vanaf haar stoeltje rechts op de vloer voortdurend zwijgend aankijkt en af en toe de blik naar beneden richt. Een vrouw op wie je als publiek onvermijdelijk alles wat de twee anderen zeggen projecteert, alsof zij het Zuid-Afrika vertegenwoordigt waar ze het over hebben.

Dat is niet helemaal waar (om niet te zeggen: helemaal niet waar), want de jonge actrice aan de andere kant van het bureau is dan wel wit, maar heeft overduidelijk een Zuid-Afrikaans hart en achtergrond. Ze spreekt de verschillende talen die ze bezigt in voortreffelijke accenten: prachtig Hoogduits, perfect Zuid-Afrikaans Engels, schitterend Afrikaans en ook nog een aardig partijtje Engels met een Indiaas accent. In al die verschillende talen is ze een ander facet van het complexe land waarover zij en haar buurman, een witte boer, vertellen. Dat doen ze in een onaangename betonnen ruimte met slechts een bureau, een enorme lamp en enkele stoelen, kruipdoor sluipdoor backstage in de schouwburg, als was het een kelder waar een verhoor plaatsvindt.

foto: Louise van Wingerden

foto: Louise van Wingerden

Begint het een beetje afstandelijk, op tamelijk neutrale toon met een schets van Zuid-Afrika, gaandeweg kleuren ze het plaatje in met verschillende perspectieven. Steeds menselijker, of eigenlijk: steeds onmenselijker krijgen we de geschiedenis en het heden voorgeschoteld en komen ze akelig dichtbij, met als confronterende terugkerende scène de ANC-strijdster die gemarteld wordt door haar borsten tussen een bureaula te leggen en die la heel hard dicht te doen. En nog eens. En nog eens. Gruwelijk en pijnlijk.

Ze keren en kantelen in dit proces het toen en nu, goed en fout, waarheid en opvatting. Goede bedoelingen en hoe slecht die kunnen uitpakken. Zelfs nu nog, eindelijk niet meer apart, maar nog altijd niet samen. De tekst, de voorbeelden, ze gaan heel expliciet over Zuid-Afrika. Maar op de keper beschouwd gaat die over alle vormen van wij en zij, en alles wat daartussen zit – de symbolische nanny, bijvoorbeeld, die dan wel bruin is, maar overal binnen mag omdat ze voor de kinderen van de blanken zorgt. Dus net zo goed over Joden en Palestijnen, Nederlanders en ‘allochtonen’ en andere ‘wij-tegenover-de-anderen’ tussen of binnen religieuze of culturele groepen.

Erg belangrijk, zo’n veelkleurige visie in een tijd waarin de apartheid dan wel is opgeheven, maar zwart/wit nog altijd welig tiert.
(Moon Saris)
Terug naar boven

Taboeloze seks tussen broer en zus
Halverwege omgedraaid – tekst: Magne van den Berg, regie: José Kuijpers
Gezien op 23 mei 2009 • De NWE Vorst, Tilburg

Een broer. Een zus. Haar partner. Een oud ouderlijk huis dat leegstaat nu de ouders er niet meer zijn. De broer en de zus die daar samen gaan wonen en niets anders doen dan in bed liggen, eten, drinken en neuken.

Er zullen weinig mensen zijn die dit stukje kunnen lezen zonder een oordeel te vellen. Zonder het taboe te voelen. Zonder ervan te gruwelen, wie weet. En toch presteerde talentvol schrijfster Magne van den Berg het een tekst te componeren waarin dit allemaal zo vanzelfsprekend is, zo gewoon, dat de kans groot is dat niemand zoiets voelt als hij of zij naar haar Halverwege omgedraaid gaat kijken. Mede dankzij de naturelle, terloopse tekstbehandeling van de prachtige spelers (chapeau voor Annelien van Binsbergen, Ruben Brinkman) en de impliciete less is more-regie van vaste Het Zuidelijk Toneel-actrice José Kuijpers die daaraan ten grondslag ligt, wordt het eerder een luchtige, prettige avond, met maximaal wat kleine wrange elementjes. Hooguit ergens heel diep van binnen zegt je moraal: dit hoort niet, dit is belachelijk, wat betekent dit allemaal? Pas als je buiten staat, kun je echt gaan denken over wat je hebt gezien en gehoord.

foto: Gerhard Richter

foto: Gerhard Richter

Belangrijke bijdrage aan het gemak is de originele, heldere, spannende manier waarop Van den Berg de tekst heeft ingericht; een schrijfexperiment. Vanaf zin één vertellen de broer en de zus (of misschien ook wel: de acteur en de actrice die de broer en de zus spelen) over zichzelf, hun onvoorwaardelijke liefde en hun bijzondere intimiteit in de derde persoon: de broer zegt, de zus vraagt, hij denkt, zij pakt. Ze zeggen heel neutraal de aanwijzingen, maar spelen de conversatie wel degelijk, met alle gebaren en emoties die daarbij horen. Dat schept een aangename afstand die het mogelijk maakt heel dichtbij te komen. De introductie van de derde, haar man, is even eenvoudig als hilarisch: ‘hij’ is al gereserveerd voor de broer, daarom heet hij ‘de hem’ en hij mag even in het ideale wereldje van de twee binnenkomen om op de rand van het rommelige bed een kopje thee te drinken van een gebruikt zakje dat hij van de grond heeft geraapt. De hem komt haar halen, tevergeefs. Maar zijn inbreuk op het gemakkelijke leventje van vertrouwen op de bekende weg zet het wikkende en wegende vrouwenbrein van de zus toch aan het denken. En dat vind het oer-mannenbrein van de broer, die gewoon doet wat hij lekker, fijn en prettig vindt, maar lastig. Steeds minder vaak horen we ‘de zus zegt’ of ‘de broer loopt’, is de dialoog gewoon direct en (daarmee?) de sfeer minder aangenaam.

Van den Berg heeft met Halverwege omgedraaid een tekst willen schrijven over sterke familiebanden, het belang van volwassen worden, afstand nemen van familierelaties. Door haar specifieke keuze voor een incestueuze relatie komt dat misschien niet zo goed tot uiting. Maar haar omgang met de materie en de tekst levert op zich meer dan genoeg op om dit experiment geslaagd te noemen en de aanpak van spelers en regisseur maken de voorstelling zeer de moeite waard. Over jezelf praten in de derde persoon met gespeelde conversatie lijkt dé manier om een beladen onderwerp dragelijk over het voetlicht te brengen. Nu nog ontdekken hoe je voorkomt dat het té dragelijk wordt.
(Moon Saris)
Terug naar boven

Theatraal psychologiecollege
Een [vooralsnog] schuchtere verhandeling over de angst voor genot José Kuijpers
Studio Theaters Tilburg, Tilburg • 23 mei 2009

Wilhelm Reich, een van Freuds beste leerlingen, gaat verder waar Freud stopt. Waar Freud zich richt op bewustwording van onderdrukte (seksuele) energie, wil Reich deze juist vrijlaten. De mens is echter opgevoed om deze lichaamsenergie te onderdrukken en is bang voor het verlies van controle. Jezelf overgeven aan genot en daarmee de, wat Reich noemt, origine of orgastische energie de vrije loop geven, is dus voor veel mensen erg moeilijk en heeft psychische problemen tot gevolg. Hij kwam hiermee recht tegenover Freud, en vrijwel de hele psychoanalytische wereld, te staan en werd gezien als een gevaar voor de samenleving met zijn socialistische ideeën over seksualiteit.

José Kuijpers raakte enorm gefascineerd door Reichs theorieën en speelde al langer met het idee om een voorstelling rond zijn ideeën te maken. Het resultaat is Een [vooralsnog] schuchtere verhandeling over de angst voor genot. De Van Dale beschrijft ‘verhandeling’ als ‘lezing van wetenschappelijke of betogende aard’ en dat komt dicht in de buurt van hetgeen zich afspeelt. Kuijpers’ voorstelling is een aparte gewaarwording die nog het meeste wegheeft van een theatraal college psychologie.

Over de vorm die de voorstelling aan zou moeten nemen, heeft ze lang nagedacht. Ze vertelt dan ook: ‘ik had gedacht om Reich postuum de Nobelprijs uit de reiken en zelf, als Reich, zijn acceptance speech te houden.’ Of, ‘ook dacht ik eraan om van Reich een vrouw te maken, in een bar, die dan de hele avond over Freud zit te kankeren.’ Uiteindelijk heeft Kuijpers toch voor deze sobere verhandeling gekozen, als zichzelf, vertellend over Reich, de persoon en zijn theorieën, afgewisseld met verhalen over haar jeugd of mensen die ze kent. Deze worden erg serieus verteld, maar zijn zo herkenbaar of juist absurd dat ze zeer humoristisch overkomen. Een oud, klein platenspelertje en een wat smoezelige bank zijn haar enige decorstukken.

De voorstelling is nog steeds een ‘work in progress‘. Kuijpers zoekt soms nog houvast in het script en gaat daar op een leuke manier mee om door grapjes te maken als: ‘Oh, ik heb een stukje overgeslagen! Ik moet ook niet doen alsof ik dit al helemaal uit mijn hoofd ken.’ Ook erg verfrissend is haar zeer kwetsbare opstelling, zowel over de staat en inhoud van de voorstelling als over haar eigen ervaringen. Het onderwerp raakt haar duidelijk diep en dat weet ze perfect op haar publiek over te brengen. De meest warme lach en spontaan applaus krijgt ze na een vlotte anekdote over remmingen en humeuren van vrouwen in de overgang: ‘Ja, dat stukje ken ik wél uit mijn hoofd!’
(Linda Mous)
Terug naar boven

Rondstruinen door humeuren

Humeuren van de Stad Tekst: Paul Pourveur / Regie: Matthijs Rümke
Theater op locatie, Tilburg • 22 mei 2009

De stad is een levend, ademend lichaam met uiteenlopende lichaamsfuncties, aldus Paul Pourveur, tekstschrijver van Humeuren van de Stad. Dat idee heeft hij verbonden aan de manier waarop men in de Griekse oudheid dacht over de gemoedstoestand van de mensen. Op vier locaties in de stad worden de vier gemoedstoestanden verbeeld, gebaseerd op de vier lichaamssappen die Hippocrates de mens toedichtte: bloed (passie), gele gal (woede), zwarte gal (melancholie) en slijm (emotieloze kalmte).

De voorstelling begint op een druk kruispunt, het platform voor kalme emotieloosheid. De twee spelers, een man en een vrouw, proberen alleen en zonder emoties hun leven door te komen, menselijk contact schuwend. Wanneer er dan toch contact gemaakt wordt, lijkt het alsof ze ieder nog steeds hun eigen mentale eilandje bewonen. Dit wordt mooi verbeeld door de posities van de acteurs, meters van elkaar af, naar elkaar schreeuwend boven de drukte van het verkeer. Wat volgt is een ‘gesprek’ vol onbegrip en miscommunicatie. Een samenspel waarin beide personages horen wat ze willen horen, of juist niet willen horen. Hierdoor komt in plaats van emotieloosheid, juist een verloren eenzaamheid naar de oppervlakte en ontstaat een wederzijds begrip door onbegrip.

foto: Sebastiaan ter Burg

foto: Sebastiaan ter Burg

De tweede locatie is een leeg winkelcentrum, gebouwd door de vader die net is begraven door twee broers en een zus. De woede staat hier centraal. Woede over de consumptiemaatschappij, de erfenis, jaloezie en ontrouw. Ieder heeft zo zijn eigen manier van omgaan met woede. De ene broer begrijpt het allemaal niet. Wat zo’n mooie, rijke vrouw nu met zijn broer moet? Waarom zijn vader zo’n paleis van consumptie moest bouwen? Hij ziet woede als een houvast, een manier om te overleven. De zus daarentegen zegt juist alles te begrijpen. Ze begrijpt de intenties van haar vader, de liefde, verantwoordelijkheid en haar woede helpt haar goede ideeën te krijgen. De tweede broer neemt echter afstand van alles. Hij wíl het allemaal niet begrijpen. Begrip leidt tot woede en woede creëert alleen maar meer obstakels. Hij kiest ervoor zijn leven koel en terughoudend te leven en overal zijn excuses voor aan te bieden, zelfs wanneer hij hoort van de relatie tussen zijn vrouw en zijn broer. Het kille, lege winkelcentrum is de perfecte locatie voor deze emotie waarop ieder zijn eigen vorm van woede kan projecteren.

Passie staat centraal op de volgende locatie, een leeg appartement uitkijkend op een stadsplein. Naast vader en twee dochters, speelt ook de stad een belangrijke rol in deze voorstelling. De ene dochter, geobsedeerd door de dood, houdt van deze ‘spookstad’ waar het na 11 uur helemaal leeg is in de straten. De andere dochter vindt dit juist bedrukkend en pakt haar koffers om met haar vriend samen de wereld in te trekken om zich volledig vrij te voelen. Intussen staat vader voor verschillende keuzes. Zijn minnares of zijn dochters? Zijn dochter laten gaan of tegenhouden? De ene dochter, of de andere?

De laatste halte op onze reis door de stad en bijbehorende emoties is een champagnebar waar melancholie hoogtij viert. Een acteur die het allemaal niet meer ziet zitten met zijn werk en vrouw en een oudere prostituee op zoek naar haar laatste klant vormen het middelpunt van de voorstelling. Vol melancholie denken ze beiden aan keuzes of het gebrek daaraan. Ze hebben elkaar niets te bieden, maar misschien ligt daarin juist de bevrijding.

Humeuren van de Stad brengt het publiek naar verrassende locaties die perfect aansluiten op de verwoorde en verbeelde emoties. Pourveurs teksten zijn indringend, vol woordspelingen en mooie metaforen, maar een enkele keer iets te pathetisch om echt goed te volgen. De teksten in combinatie met de actie, houden de aandacht echter wel vast. Ondanks wat technische probleempjes en het soms wat lange wachten die gepaard gaan met een première, weet Humeuren toch sterk te boeien en staat garant voor een wonderlijke toneelervaring.
(Linda Mous)
Terug naar boven

Boeken / Fictie

Eva’s zoektocht

recensie: Gioconda Belli (vert. Dick Bloemraad) - Oneindigheid in een handpalm

.

De verwondering en verwarring die Adam en Eva over zichzelf en hun omgeving ervaren, loopt als een rode draad door de roman. Zo verbazen zij zich over een boom die ontspruit uit een vrucht in de grond, over seizoenen die elkaar in een vast patroon afwisselen en over dieren die andere dieren opeten om te overleven. Via de verbazing van Adam en Eva herkent ook de lezer de bijzonderheid van zaken die door gewenning normaal zijn geworden.

Drang naar kennis
Belli laat de lezer door Eva’s ogen meekijken en beschrijft de filosofische zoektocht die zij maakt naar kennis en antwoorden over het leven. Eva ervaart onrust en stilstand door de perfecte toestand van het Paradijs. Zij voelt dat er meer is dan het eeuwige zorgeloze bestaan dat zij tot dan toe heeft geleid. Haar drang naar kennis doet haar besluiten in de verboden vrucht te bijten. Door de verbanning uit het Paradijs die hierop volgt, leren Adam en Eva pijn, angst en honger kennen. Maar ook liefde, genot, zichzelf en elkaar. Eva vermoedt met het verstrijken van de tijd dat het haar lotsbestemming is geweest om de verboden vrucht te eten. De ervaringen en kennis die zij als gevolg hiervan opdoet, laten haar geest groeien en de geschiedenis van de mensheid start.

De lezer kan de personages niet helemaal doorgronden, wat mede komt door de abstracte toon en poëtische stijl van de roman. Belli legt de nadruk op de filosofische bespiegelingen van Eva; als persoon blijft zij meer op afstand. Dit past bij de sfeer van het boek.

Dochter wordt aap
Belli voegt ook een evolutionaire component aan het verhaal van Adam en Eva toe. Zo verandert een van de kinderen van Adam en Eva, het meisje Aklia, langzaam maar zeker in een aap. Zij zal bij de voorouderen van de mensheid horen.

Eva zag de troep grote, levendige, zich sierlijk door de takken bewegende apen aankomen. (…) Aklia maakte zich van haar los. Voordat zij haar liet gaan boog zij zich naar haar toe en drukte haar stevig tegen zich aan. Herinner je mij, Aklia, herinner je alles wat je hebt geleefd. Op een dag zul je weer spreken. Ga nu. Ga, kind, ga en vind het Paradijs terug!

Op deze manier verenigt Belli heel diverse componenten in haar zoektocht naar levensantwoorden. Het grootste doel van haar roman lijkt echter niet het vinden van antwoorden, maar het oproepen van verwondering over dat wat vanzelfsprekend lijkt.