Muziek / Achtergrond
special: Metropolis Festival, Rotterdam 5 juli 2009

Metropolis’ hete, koele avond

.

Het Metropolis Festival is voor iedereen die op zoek is naar nieuwe muziek een prima kans om gratis kennis te maken met een groot aantal jonge bands uit binnen- en buitenland. Het programma biedt voor elk wat wils. Zo staan acts geprogrammeerd met hiphop, pop, rock en wereldmuziek. In de open lucht biedt Metropolis bij mooi weer een prima gelegenheid om op het gras te genieten van wat zich er afspeelt. Mocht een bandje je even niet bekoren dan kun je vaak nog naar een ander podium lopen en als dat ook geen soelaas biedt, dan zijn er nog de kraampjes om je te vermaken.

Portugal. The Man

Portugal. The Man

Portugal. The Man

De avond gaat lekker van start met Portugal. The Man dat hun rock met psychedelica laat klinken vanaf het The Garden-podium. Een beetje last van de buren kan het spelplezier niet bederven en de luisteraars niet uit het veld slaan. Rapper Winne, die op het Thinkers-podium speelt, waaiert af en toe door de sound van de band heen. Met inmiddels drie albums uitgebracht en een vierde op komst is Portugal. The Man niet echt een nieuwkomer. Toch zijn ze maar in heel kleine kring bekend. In hun optreden tonen ze zich een in zichzelf gekeerde groep. De frontman John Courley staat met zijn zij naar het publiek te spelen en in die pose is nog het meeste van hem te zien. Soms keert de band het publiek helemaal de rug toe alsof ze in de oefenruimte staan te spelen. ‘De muziek spreekt voor zich’, zullen de bandleden gedacht hebben. Met hun sound, die vaak richting Led Zeppelin gaat maar toch behoorlijk van deze tijd is vanwege de elektrische invloeden, weten ze de korte tijd heel snel vol te spelen. Het concert lijkt veel te kort voor deze band. En is er een beter compliment dan dat?

Mdungu met wereldkracht

Mdungu

Mdungu

Mdungu is een multiculturele band uit Nederland. Ze brachten onlangs hun debuutalbum uit onder de titel Afro What?, waarmee al heel wat gezegd wordt over het genre dat ze brengen. Ze hanteren een mix van muziek uit Mali, Nigeria en Senegal. Stijlen als griot, afrobeat en mbalax wisselen elkaar af. Ook is een vleugje reggae af en toe zeker aanwezig. De set die Mdungu op Metropolis speelt is voornamelijk instrumentaal, alleen in de afsluiter schotelen ze het publiek een stuk rap voor. Op MySpace laat Mdungu in een aantal songs ook zang horen, wat nieuwsgierig maakt naar wat er op het album van terug te vinden is. Oprichter en leider van de band, Thijs van Milligen, heeft een hecht musicerend gezelschap om zich heen verzameld. Met ritme als belangrijkste muzikale aspect, spelen de heren een gedegen set. Mdungu is met zijn optreden qua wereldmuziek het hoogtepunt van de avond.

Rolo Tomassi is niet voor iedereen

Rolo Tomassi

Rolo Tomassi

Rolo Tomassi bestaat uit een groep jonge muzikanten die allen hun eigen melodie lijken te willen spelen. Dat resulteert in een wervelend en rommelig klinkende kakofonie aan geluid. Visueel weten deze jonge spring in ’t velden het publiek aardig in hun greep te houden. Vermakelijk is het grunten van zowel de zanger/gitarist als de zangeres. Wie heeft er eerder een vrouw horen grunten als de beste? Rolo Tomassi maakt drukke muziek waar niet iedereen warm voor zal lopen.

Johnossi overtuigt (nog) niet

Johnossi

Johnossi

Het Zweedse duo Johnossi sluit de festivalavond af. Het tweetal bestaat uit een drummer, die nu eens dwars op het podium heeft plaatsgenomen, en een gitarist/zanger. Ze spelen een afwisselende set. Gitarist/zanger John Engelbert heeft een stem die in de rustige nummers lijkt op de onvaste stem van Lucky Fonz III. Hij bestiert zijn akoestische gitaar alsof het een elektrische is en weet er veel verschillende geluiden mee te produceren. De composities zijn niet allemaal van hoog niveau, waardoor het optreden van mooi en soms zelfs sprankelend wegzakt naar een zorgelijk peil en je bedenkt dat je liever naar een andere band zou gaan luisteren, als die nog speelde. Potentie is er wel bij Johnossi, maar voor nu zijn ze eigenlijk niet de uitsmijter die velen gewenst en verwacht hadden.

Theater / Voorstelling

Kleurensprook

recensie: Theatergroep Thomas - Sproken

Een jongen in het wit spreekt een gedicht in een blikje, een eveneens wit gekleed meisje reikt naar de rode draad van een ballon en trekt die naar beneden. Een meisje in het rood prikt de ballon stuk met een breinaald en een emmer vol kapotte rode ballonnen valt over het wit geklede meisje heen. Kleuren vieren hoogtij in de voorstelling Sproken.

~

Het motto van de voorstelling is ‘laat je verdwalen’, maar daar is geen sprake van. De korte stukken hebben een duidelijke rode draad – die letterlijk bestaat. Aan het einde van de voorstelling wordt het titelsprookje verteld: de in het wit geklede jongen en meisje wonen aan twee verschillende kanten van de wereld, verbonden door een blikjestelefoon met een rode draad. Op een dag antwoordt de jongen aan de andere kant van de lijn niet meer en gaat het meisje op zoek naar de oorzaak van het defect. Een sprookjesachtige ontwarring volgt, gevolgd door een slotlied met de tekst: ‘Ik weet het niet meer, ik wist het al niet, nu weet ik het zo mogelijk nog minder.’ Het lijken vooral de personages te zijn die zich laten verdwalen.

Postbodes en angstvisioenen
Ondanks dat het doel gemist lijkt te zijn en de kijkers dus niet verdwaald raken, zit de voorstelling goed in elkaar en is die erg leuk om naar te kijken. Toneel, liederen en dansstukken wisselen elkaar af en er komt twee keer een stuk film voorbij. De eerste keer betreft het een postbode die een pakje af moet geven op huisnummer twee en tweemaal te maken krijgt met vreemde, moorddadige types. Als het filmpje afgelopen is, blijkt het pakje op het podium te staan en maakt de in het wit geklede jongen het open. Handje voor handje trekt hij er een tientallen meters lange rode draad uit. De kleur van de draad komt even later weer terug in een scène met het in wit gehulde meisje, dat op een stuk rood tapijt staat en vertelt over hoe het tapijt haar langzaam verzwelgt. In het tweede stukje film worden ballonmensen getoond die schaatsen of naar hun werk gaan, terwijl het in het rood geklede meisje zingt over hoe raar mensen zijn die ’s morgens naar hun werk gaan of schaatsen als het koud is.

Door de terugkerende kleurcodes en getallen diversiteit aan absurde of weinigzeggende stukjes lijkt Theatergroep Thomas met dit stuk vooral modern over te willen komen. Dat de voorstelling er niet in slaagt om het publiek te doen verdwalen of verbazen, mag de pret niet drukken, want de voorstelling is boeiend genoeg. Wat overblijft, is een fragmentarische voorstelling die er zelf uitziet als een sprookje.

Sproken was op 5 en 6 juni te zien in Theater de Ruimte in Amsterdam.

Muziek / Album

Instrumentale krachtpatsers

recensie: Long Distance Calling - Avoid the Light

Een album uitbrengen met bijna louter instrumentale muziek is in de popmuziek altijd wat lastiger: herkenbaarheid en vooral meezinggehalte zijn belangrijk. De Duitse formatie Long Distance Calling is een band die grossiert in lange instrumentale stukken. En dat al twee reguliere albums en een EP lang.

Voor Avoid the Light heeft Long Distance Calling een gastzanger ingehuurd voor één nummer. ‘The Nearing Grave’ is dan ook de gedoodverfde single-kandidaat, gezongen door Jonas Renkse. Niet de eerste de beste, maar de zanger van de Zweedse heavy metalformatie Katatonia.

De vijfmansformatie bestaat uit David Jordan (gitaar), Janosch Rathmer (drums), Florian Füntmann (gitaar), Jan Hoffmann (bas) en Reimut van Bonn (electronica). Deze vijf instrumentale krachtpatsers zetten een stevige maar doorzichtige sound neer, die natuurlijk veel vergelijkingen oproept met genregenoten. De muziek zit meer in de hoek van de progressieve rock dan heavy metal. Zelf noemt de band hun muziekstijl ‘new art rock’. Vergelijkingen met het gevestigde Porcupine Tree dringen zich op en dat is een compliment.

Spanningsboog in balans

Het nieuwe album Avoid the Light bevat slechts zes stukken. Alle duren ze ruim zeven minuten met een uitschieter van twaalf minuten. De grote lengtes vormen een uitzondering in de popmuziek, maar het album verveelt geen moment. De spanning houdt de aandacht van de luisteraar vast. Het gemis aan zang wordt in de vijfde compositie ‘The Nearing Grave’ opgevuld en ingelost. De afwezigheid van zang is niet van negatieve invloed op de kwaliteit van het album, omdat de afwisseling en spanningsboog in ieder stuk goed in balans is.

Naar adem snakken

Bij herhaaldelijk luisteren hoor je steeds meer details in de lange uitgesponnen composities. Er treedt zelfs een feest van herkenning op en dat verwacht je niet zo snel met dit soort -door sferen en lagen opgebouwde- muziek. Het openingsnummer ‘Apparitions’ is meteen de krachtmeting; in twaalf minuten nemen de heren van Long Distance Calling je mee langs de klippen van de instrumentale progrock. Met alle tempowisselingen, instrumentale uitdiepingen en gitaarmuren weten ze van het begin tot eind de aandacht vast te houden. Het vraagt zelfs om meer. Soms doet de muziek je naar adem snakken.

Het album wordt afgesloten met ‘Sundown Highway’ dat klinkt als een explosie van licht en eindigt met akoestisch gitaargeluid. Een volmaakt einde van een onderhoudend album.

Theater / Achtergrond
special: De Zwarte Cross, 24-26 juli 2009

Spektakel, muziek en theater!

.

Wie aan het Zwarte Cross Festival denkt, denkt misschien aan bier, Normaal, høken en rollen in de modder. Maar de Zwarte Cross is meer, veel meer. Niet voor niets werd het festival onlangs uitgeroepen tot beste popfestival van Nederland. Eerder ontving het al de titel ‘Populairste festival van Nederland 2008’ en inmiddels is het ook genomineerd voor de Publieke Veiligheid Award 2009 en voor de Achterhoek Promotie Prijs.

Blije mensen
Een groot deel van het programma wordt natuurlijk ingenomen door motorcross. In de motorcross wordt gestreden in verschillende klassen. In de superklasse gaat het daadwerkelijk om de snelheid. De snelste rijders uit binnen- en buitenland strijden tegen elkaar. Er zijn echter ook races met oldtimers, gazonmaaiers en bekende Nederlanders. Prijzen zijn er voor wie het meest origineel is verkleed of wiens voertuig zo origineel mogelijk is versierd. Naast de crosswedstrijden zijn er de stunts. Grote publiekstrekker moet dit jaar een sprong met een motor van een toren van zeventig meter hoog worden. Jaarlijks voeren professionele stuntmannen de meest opzienbarende kunsten uit. Spektakel, vermaak en blije mensen, dat is in het kort waar de Zwarte Cross voor wil zorgen.

Muziek helpt vanzelfsprekend om de feestvreugde te vergroten. Voorgaande jaren waren Status Quo, Ilse Delange en Krezip op de Zwarte Cross te zien. Enkele muzikale topacts dit jaar zijn de Australische zangeres Gabriëlla Cilmi, Peter Pan Speedrock, Dan Baird, Mothers Finest, Miss Montreal, The Jim Jones Revue, Bertolf, Mala Vita en de voor een Edison genomineerde Marike Jager. Normaal en Jovink en de Voederbietels ontbreken uiteraard niet en spelen een thuiswedstrijd. Daarnaast geven nog tientallen andere bands uit binnen- en buitenland acte de présence.

Theaterweide
Relatief onbekend op de Zwarte Cross is misschien wel de theaterprogrammering. Sinds 2007 is er op het festival een speciale theaterweide ingericht. Hier zijn diverse openluchtpodia, een theatertent en de intieme Theatertipi te vinden. Een greep uit het programma: Orkater speelt de voorstelling Alabama Chrome, The Whalley Range All Stars komen uit Engeland met hun voorstelling Pig en Vincent de Rooij speelt de multimediavoorstelling Vlucht. Er is cabaret van André Manuel, Onno Innemee en Op Sterk Water, straattheater van Theatergroep Hydra (met de nieuwe act Hopla Peng) en van De Stijle, Want…, maar ook Meindert Talma, Bernard Massuir en Roosbeef treden op. Wat bijzonder is aan het theaterprogramma van de Zwarte Cross is dat veel voorstellingen en acts speciaal voor dit festival worden gemaakt. Theater op maat dus.

8WEEKLY is dit jaar het hele weekend op het festivalterrein van de Zwarte Cross aanwezig om uitgebreid verslag te doen van de gemoedelijke Achterhoekse sfeer op het veelzijdige Zwarte Cross Festival. Veel aandacht zal daarbij uitgaan naar de vele activiteiten op de theaterweide.

Het Zwarte Cross Festival 2009 vindt plaats van 24 tot en met 26 juli 2009 in Lichtenvoorde. Kijk voor het volledige programma op de website van de Zwarte Cross 2009.

Kunst / Expo binnenland

Openingstentoonstelling Hermitage Amsterdam biedt de kijker een nieuwe uitdaging

recensie: Aan het Russische Hof. Paleis en Protocol in de 19e eeuw

.

Fragment grote zaal Herenvleugel (foto: Roos Aldershoff)

Fragment grote zaal Herenvleugel (foto: Roos Aldershoff)

Directeur Mikhail Piotrovsky van het Staatsmuseum Hermitage in St. Petersburg opende al meerdere vestigingen buiten Rusland en daar kan Amsterdam nu bij geteld worden. De Hermitage Amsterdam zal gaan functioneren als dependance voor haar grote collectie van om en nabij de 300.000 objecten. Het is ook de bedoeling dat de Amsterdamse vestiging een podium zal kunnen bieden voor kunst uit overige Russische musea.

Het nieuwe museum is gevestigd in het voormalige verpleeghuis Amstelhof, een monumentaal gebouw met binnentuin uit 1683. Het pand voldeed niet meer aan de eisen voor hedendaagse zorg en er werd gezocht naar een nieuwe bestemming. De voormalige eigenaar, de Diakonie der Hervormde Gemeente, wenste een culturele invulling. Dit viel samen met de ideeën van zowel Piotrovsky, Veen en de gemeente Amsterdam. De Diaconie besloot het pand in erfpacht af te staan aan de gemeente voor het symbolische bedrag van 1 euro per jaar. 

Vogelvlucht Hermitage. Ontwerp: Hans van Heeswijk architecten (foto: Aerofoto Schiphol B.V.)

Vogelvlucht Hermitage. Ontwerp: Hans van Heeswijk architecten (foto: Aerofoto Schiphol B.V.)

De samenwerking ging al in 2000 van start. Veen kreeg een vleugel van de Amstelhof ter beschikking die per direct was afgekeurd voor zorgfuncties. Sindsdien waren er als pilot verschillende tentoonstellingen te zien met als afsluiter tot en met januari 2009 Caspar David Friedrich en het Duitse romantische landschap. Deze samenwerking wordt nu bekroond met de heropening in nieuwe staat. 

Het gebouw heeft zijn oorspronkelijke zeventiende-eeuwse uiterlijk behouden maar is van binnen bijna onherkenbaar opgeknapt. De inrichting is licht en sober gehouden. Aan weerszijde bevinden zich de tentoonstellingsruimtes, genaamd de Keizersvleugel, gelegen aan de Keizersgracht en de Herenvleugel aan de Herengracht. De twee hoofdzalen in beide vleugels zijn gedecoreerd met als inspiratiebron het Staatsmuseum. 

Aan het Russische Hof

Fragment grote zaal Keizersvleugel (foto: Roos Aldershoff)

Fragment grote zaal Keizersvleugel (foto: Roos Aldershoff)

De openingstentoonstelling is genaamd Aan het Russische Hof. Paleis en Protocol in de 19de eeuw. Het zal een van de weinige tentoonstellingen zijn waar de twee vleugels van het museum tegelijk ingezet worden. De Keizersvleugel heeft als titel Op audiëntie en is gewijd aan het protocol, ofwel aan het officiële paleisleven. Het thema wordt geïllustreerd aan de hand van beeldende kunst, veelal portretten, zoals het staatsportret dat schilder Ilja Repin maakte van tsaar Nicolaas II. Maar ook aan de hand van meer toegepaste kunst zoals de troon die werd gemaakt in opdracht van tsaar Paul I, pronkgarnituur van toiletbenodigdheden of verscheidene soorten galakostuums en hofjaponnen. Naar het bal! gaat de bezoeker van de Herenvleugel. De schilderijen en objecten die hier getoond worden geven een indruk van het privé-leven van de verschillende tsaren. 

Totaaltentoonstelling

Tentoonstelling grote zaal Keizersvleugel (foto: Roos Aldershoff)

Tentoonstelling grote zaal Keizersvleugel (foto: Roos Aldershoff)

De opzet van deze tentoonstelling lijkt een voorproefje op wat het Rijksmuseum voor ogen heeft met betrekking tot de nieuwe inrichting. De vaste collectie zal onder het devies ‘Mengen waar het kan, scheiden waar het moet’ gezamenlijk getoond gaan worden. Objecten en schilderijen uit dezelfde tijdsperiode worden bij elkaar geplaatst met als doel dat kunst en geschiedenis met elkaar gaan samenwerken en elkaar versterken. 

Hoe werkt dat voor de kijker als beeldende en toegepaste kunst samen getoond worden? Er gebeuren twee dingen. Enerzijds wordt er door middel van een dergelijke opzet een totaalervaring gecreëerd. In de museumzalen wordt een hedendaags sfeerbeeld neergezet van de tijd van de Russische tsaren aan het hof. Zonder al te diep in te gaan op de individuele objecten kun je als bezoeker de zalen en kabinetten al wandelend verkennen. De geschiedenis komt al doende enigszins tot leven. 

Kabinetten (foto: Roos Aldershoff)

Kabinetten (foto: Roos Aldershoff)

Anderzijds blijft het een museum waarin objecten gepresenteerd worden die het waard zijn om dieper op in te zoomen. De kijker zal in dat geval steeds van ‘kijkgereedschap’ moeten wisselen. De tools die handig zijn voor het bestuderen van een penseelstreek kunnen weer opgeborgen worden bij de bewondering van een schoorsteenmantelklok. En hier zit de crux. Het kijken naar beeldende kunst en het kijken naar toegepaste kunst zouden wel eens twee verschillende bezigheden kunnen zijn die beide een ander soort blik en concentratie vergen. 

Een voordeel van deze manier van tentoonstellen is dat de collectie op verschillende manieren toegankelijk is gemaakt. Ook de verbanden die gelegd worden tussen kunst en geschiedenis zouden nieuwe inzichten kunnen opleveren. Voor de bezoeker rest een nieuwe uitdaging om zich tot een multi-object-kijker te ontwikkelen.

Theater / Voorstelling

Geboorte van een prooi

recensie: Voetvolk - Birth of Prey

De samenwerking tussen een danseres en twee muzikanten levert een spectaculaire voorstelling op over de levenswandel van een prooi. En de prooi blijkt erg weerbaar.

~

De zaal is muisstil aan het begin van de voorstelling. Knal! De hele tribune schrikt op door de maximale dynamiek van een drumslag. Twee muzikanten staan op het podium, een gitarist rechts, een drummer links. Tussen hen in wordt door de mist en de duisternis langzaam de blote rug zichtbaar van de op de grond zittende danseres. Ze kromt en draait haar rug, van bol naar recht en weer terug. Griezelig wat ze kan doen met haar schouderbladen. Ze lijken wel van haar rug los te komen. Eigenlijk beeldt ze een wat moeizame geboorte uit. De bijzondere souplesse in haar bewegingen valt op. Ze staat op, buigt neer, tolt en rolt over het podium, het gaat in een moeite door. Beide muzikanten begeleiden haar met stuwende ritmes en harde muziek. Uiteindelijk springt ze op en staat met het gezicht naar het publiek: de prooi is geboren.

Prooi of roofdier?
Hoe verder de voorstelling vordert, hoe minder Birth of Prey de lading dekt. Birth of Predator lijkt meer van toepassing. De danseres komt frêle over maar staat heel weerbaar op het podium en de voorstelling is regelmatig een ongeremde exhibitie van vrouwelijke kracht. De flow van bewegingen en poses is fascinerend om te zien: snelle draai- en afweerbewegingen als bij vechtsporten. En er tussendoor de krachtige pose als van een orang-oetang: op handen en voeten, steunend op haar vuisten in plaats van op de handpalmen, haar hoofd omhoog geheven naar het publiek.

Ineens pakt de danseres een microfoon en er volgt een keiharde versie van Marilyn Monroe’s ‘I wanna be loved by you’. Ze zingt, nou ja schrééuwt de tekst in de microfoon. Eigenlijk staat er nu een popgroep met de power en intensiteit van Evil Superstars of Zornik op het podium: gitaar, drums en zang. En daarna slaat ze een gematigder toon aan en fluistert ze de tekst al lopend over het podium. Is de wanhoop omgeslagen in hoop?

Ook de relatie tussen danseres en muzikanten verandert gaandeweg: sturen de muzikanten de danseres aan of andersom? De muzikanten verliezen hun greep op de danseres. Voortijdig verlaten ze het podium en laten de danseres staan. Ze is geen prooi meer.

Na de voorstelling blijven vier in het zwart uitgedoste jongelui op de leeglopende tribune zitten. Ze waren afgekomen op de muzikanten, niet op de danseres. Regelmatig wonen ze popconcerten bij, maar zo’n performance als deze hadden ze nog niet meegemaakt. En ze hebben even tijd nodig om de opgedane indrukken te verwerken…

Danseres en muzikanten


~

De danseres Lisbeth Gruwez is het bekendst van haar samenwerking met Jan Fabre, en vervulde een glansrol als solodanseres in zijn beroemde dansvoorstelling Quando l’uomo principale è una donna. Samen met Maarten van Cauwenberghe heeft ze het gezelschap Voetvolk opgericht. Hun eerste voorstelling Forever Overhead werd dit voorjaar nog vertoond in de serie Blind Date – nieuwe theatermakers on tour.

De muzikanten hebben ook het een en ander op hun palmares. Drummer Dave Schroyen heeft in diverse Belgische popgroepen zoals Evil Superstars en Millionaire gespeeld. Gitarist Maarten van Cauwenberghe heeft muziek geschreven voor voorstellingen van Jan Fabre en Voetvolk. Beide muzikanten geven de voorstelling geweldig veel vaart en power, maar ze verworden tot toeschouwer in de stille passages. Van Cauwenberghe gebruikt een gitaarversterker maar het drumstel wordt verder niet versterkt. Toch is het geproduceerde geluidsniveau hard genoeg voor een kleine zaal.

De voorstelling Birth of Prey is zeer indrukwekkend, zeg maar liever overdonderend. Diverse disciplines worden in de voorstelling gecombineerd: moderne dans, performance en popmuziek. Lisbeth Gruwez krijgt flink de ruimte om haar enorme talent als danseres en performer te etaleren. En frontvrouw van een popgroep doet ze er ook moeiteloos bij.

Birth of Prey is nog te zien op 23 oktober in Corrosia in Almere en op 5 november in Chassé in Breda.

Lees ook het interview met Voetvolk.

Boeken / Fictie

Ontsnapt aan een vroegtijdig einde

recensie: Luc Panhuysen - Rampjaar 1672

In 1672 viel Frankrijk onder Lodewijk XIV de jonge en succesvolle Republiek der Nederlanden aan. Een klein deel hield in het westen stand achter een onder water gezette strook land. Vervolgens lukte het om de Fransen terug te dringen. In Rampjaar 1672 beschrijft historicus Luc Panhuysen deze cruciale episode uit onze geschiedenis aan de hand van de correspondentie tussen drie leden van een voorname familie, die ieder een eigen rol in de oorlog speelden.

De Republiek had juist een periode van grote economische bloei meegemaakt. De VOC–schepen brachten de rijkdom met ladingen tegelijk het land binnen. In de gewesten lag de macht bij de stedelijke elites, de regenten. De invloed van de familie Van Oranje was, na een mislukte coup in 1650 van stadhouder Willem II, ingedamd. Zijn opvolger, Willem III werd in dat jaar geboren. Er was dus voorlopig een stadhouderloos bestuur, waarin veel macht lag bij de hoogste ambtenaar van de Republiek, de raadpensionaris Johan de Witt.

Holland drukte een zwaar stempel op het bestuur van de Republiek en richtte zich vooral op de veiligheid op zee. Daardoor werd de verdediging van de landgewesten verwaarloosd. Stadsmuren en verdedigingswerken werden niet onderhouden, de wapenarsenalen van de steden waren schrikbarend leeg. Frankrijk daarentegen was zeer sterk en kwam bovendien niet alleen. Lodewijk sloot bondgenootschappen met Munster en Keulen. Tot overmaat van ramp voegde ook Engeland zich bij deze coalitie.

Met de grond gelijk
Toen Lodewijk zonder veel moeite de ene na de andere Nederlandse stad innam, werd de roep om een hernieuwd centraal gezag in de Republiek steeds sterker. Dat zou vanzelfsprekend bij de prins van Oranje moeten liggen, en Willem had er inmiddels de leeftijd voor. Hij werd benoemd tot stadhouder van alle gewesten en bevelhebber van het ‘staatse’ leger. Hij bracht de financiën van de republiek op orde en het leger op sterkte. Bovenal werd hij de belichaming van de Nederlandse onverzettelijkheid.

Zonder bondgenoten maakte ook Willem echter weinig kans. Het was de taak van ambassadeur Godard Adriaan van Reede om in Berlijn de keurvorst van Brandenburg te overtuigen om ook tegen de Fransen te strijden. Het is de briefwisseling tussen deze Baron van Reede met zijn vrouw Margaretha, thuis op hun kasteel Amerongen, die Panhuysen gebruikt om de geschiedenis tot leven te wekken. En daarin slaagt hij erg goed. Hij geeft een levendig beeld van Van Reedes niet aflatende diplomatieke inspanningen. Van Reede was voor een groot deel afhankelijk van de informatie die hij in brieven van zijn vrouw Margaratha kreeg. Van haar horen we eveneens hoe de Fransen huis hielden in de door hen bezette delen van Nederland. Naar de gebruiken van de tijd werd er alom geplunderd, gemoord, verkracht en platgebrand. Onder meer het kasteel Amerongen van de Van Reedes werd met de grond gelijk gemaakt. Zoon Godard was militair en verhaalt in de brieven aan zijn ouders van zijn inspanningen om bij de prins in het gevlei en hogerop in de hiërarchie te komen.

Historische sensatie
Door het perspectief van het gezin van Reede te kiezen en hun persoonlijke geschiedenis in te bedden in die van de Republiek, wordt Rampjaar 1672 een zeer toegankelijk boek over een boeiende periode. De Staat der Nederlanden had gemakkelijk een vroegtijdig einde kunnen beleven. In menig land zou de succesvolle strijd om het bestaan van de natie een prominente plaats innemen in de nationale geschiedenis. In de officiële Nederlandse canon is het slechts een korte paragraaf in het ‘venster’ over Michiel de Ruyter, de zeeheld die de Engelsen op de knieën bracht. Panhuysen verdient lof dat hij in aanvulling op de– eveneens zeer leesbare –dubbelbiografie over de ‘anti–orangisten’, de gebroeders De Witt, nu komt met een boek over de andere kant van het politieke spectrum. Een gemis is echter dat er in het boek geen enkele brief staat afgedrukt. Het had de ‘historische sensatie’ van de lezer zeker bevorderd. En een misser mag de cartografie genoemd worden. Handgetekende pijlen en arceringen in kaartjes á la 1930 zouden in zo een modern historisch boek niet voor moeten komen.

Muziek / Achtergrond
special: Roskilde Festival 2009

Zonovergoten feest

~

2009 was de warmste editie van het Roskilde Festival in 33 jaar. Overdag was het nog net te doen in de zon, de avonden waren stuk voor stuk zwoel en nodigden uit tot urenlang bands kijken en feesten. Leek de kaartverkoop aanvankelijk nog gebukt te gaan onder een gebrek aan aansprekende namen, uiteindelijk werden er meer dan zeventigduizend kaarten verkocht. En de programmering bood juist een ideale balans tussen favorieten en relatief onbekende namen.

De eerste grote naam op het immense Orange-podium is donderdagavond Kanye West, die met dit optreden zijn Europese tournee aftrapt. Hij heeft genoeg hits op zak om het massaal toegestroomde publiek te kunnen voeren, al is het muzikaal allemaal niet even spannend en gaat ook het veelvuldig gebruik van de vocoder irriteren. Interessanter is het optreden van de Deense Anders Trentemøller die met zijn remixes en zijn eigen techno- en ambientreleases de afgelopen jaren is doorgestoten naar de Europese top. Zijn dj-set met live-guests ontvouwt zich als een zinderende trip vol techno, electro, breakbeat, new wave en pop. Vanaf half een tot een uur of drie viert Trentemøller een knetterend openluchtfeest. Door messcherpe beats af te wisselen met livemuziek en mash-ups van onder andere The Cure en Joy Division houdt hij meer dan twee uur de aandacht vast. Petje af.

Vrijdag

De hitte van de vrijdag doet menigeen zoeken naar een plek in de schaduw. Het liefst buiten de tenten, want voor de podia is de warmte midden op de dag bijna ondraaglijk. Fleet Foxes heeft zich in de Arena-tent aan de omstandigheden aangepast en wandelt kalm door een fraaie set heen, regelmatig de tijd nemend om weer eens te stemmen en wat met het publiek te babbelen. Aangenaam, al had wat meer pit niemand pijn gedaan.

Faith No More. Foto: Benno Hansen

Faith No More. Foto: Benno Hansen

Pit zit er wel in het optreden van het teruggekeerde Faith No More, dat in het kader van de reünie ook wel door het leven gaat als Faith No More 2.0. De band, zonder originele gitarist Jim Martin, heeft zich in kleurrijke pakken gehesen en lijkt zo weggelopen uit een aflevering van Miami Vice. Mike Patton bewijst eens te meer een begenadigd showman te zijn die moeiteloos laveert tussen stevige hits als ‘We Care A Lot’ en ‘Epic’ en perfect uitgevoerde zwijmelcovers als  ‘Reunited’ en ‘Easy’. Tussendoor grijpt hij op gepaste momenten de megafoon en weet hij tijdens een break in ‘Midlife Crisis’ iedereen op het veld stil te krijgen.

Nick Cave & The Bad Seeds spelen in hetzelfde weekend op Rock Werchter. Cave is niet alleen zijn snor, maar ook zijn vaste gitarist Mick Harvey kwijt. Dat is even wennen, maar de stevige lijn die hij met zijn Grinderman-plaat en Dig, Lazarus, Dig!!! heeft ingezet, trekt hij op Roskilde door. Het optreden culmineert in een noeste finale met oude krakers als ‘Papa Won’t Leave You, Henry’ en ‘Stagger Lee’.

Oasis. Foto: Jens Ulrik Lange

Oasis. Foto: Jens Ulrik Lange

Qua grote namen zijn de belangrijkste zomerfestivals, zoals wel vaker, inwisselbaar. Zo zijn Oasis en Nine Inch Nails dit jaar eveneens op Rock Werchter te vinden. De Mancunians van Oasis geven een puik optreden weg bij de ondergaande zon, waarbij duidelijk wordt dat de broertjes Gallagher toch wel een behoorlijke trits Britpopklassiekers op hun naam hebben staan. Hoewel de show een sterk greatest hits-karakter heeft, komt het laatste album Dig Out Your Soul er met vier nummers niet slecht vanaf. Noel en Liam blijken bovendien opvallend goedgeluimd en voorkomend vanavond. Het moet toch niet gekker worden.

Voor Nine Inch Nails staat 2009 in het teken van het afscheid. In februari al gaf Trent Reznor aan dat de shows van dit jaar de allerlaatste zouden zijn. Een nachtconcert op het grootste podium van Roskilde lijkt dan ook geen slecht idee. Wat opvalt is dat de pit helemaal volstroomt, terwijl het veld maar voor de helft volloopt. Dat neemt niet weg dat Nine Inch Nails er vol overtuiging inknalt en een nagenoeg perfect geluid laat horen. Klassiekers als ‘March of the Pigs’ blazen dan ook zonder genade over het veld.

Zaterdag

Roskilde 2009 heeft natuurlijk meer te bieden dan gevestigde namen. Op zaterdagmiddag schallen de opgewekte indiepopklanken van de Zweed Håkan Hellström over het terrein. Zijn muziek past perfect bij de zomerse sfeer. Verderop, in de Cosmopol-tent, speelt het dj-trio Den Sorte Skole een thuiswedstrijd. Ondanks de trage opbouw van de set krijgt het drietal het publiek moeiteloos mee in hun mengsel van hiphop, triphop en dance waar echo’s van de jaren negentig – zoals dj Shadow – in doorklinken. Een bruisend Deens onderonsje derhalve. In dezelfde tent treedt later Steven Stein, oftewel Steinski, op. Wat deze invloedrijke hiphopproducer en samplegrootmeester ontbeert aan uitstraling compenseert hij met een encyclopedische muziekkennis en geweldige platenkeuze. In het kader van zijn project What Does It All Mean? 1983-2006 Retrospective rijgt hij digitaal in een dik uur tijd honderden hiphop-, electro-, funk-, soul- en discotracks aan elkaar. Voor ruim zestig minuten verandert de Cosmopol-tent in een zomerse New Yorkse block party ergens aan het einde van de jaren tachtig.

Verderop brengt het jonge The Pains Of Being Pure At Heart de gitaarsound van een kleine twintig jaar geleden weer in herinnering. Hun mix van pop en shoegaze doet denken aan The Jesus & Mary Chain, My Bloody Valentine en Teenage Fanclub. Het optreden in de kleine en gezellige Pavillion-tent smaakt naar meer, net als hun recente optreden in Paradiso ongetwijfeld gedaan moet hebben.

Foto: Vibek Raj Maurya

Foto: Vibek Raj Maurya

Op het hoofdpodium mogen na middernacht de Pet Shop Boys het stokje – of liever gezegd, de knuppel – overnemen van Slipknot. Het Britse duo, dat gestaag afstevent op zijn dertigjarig jubileum, zet een even uitbundige als smaakvolle show neer, ondersteund door dansers, decorstukken en de nodige verkleedpartijen. Zoals te verwachten viel oogsten de minder interessante instanthits als ‘Go West’ en ‘Always On My Mind’ juist de meeste bijval. Gelukkig weten Neil Tennant en Chris Lowe de balans te bewaren door ook de prettig gedateerde electrobeats van hun debuut uit 1986 voor te schotelen en rustpunten in te lassen middels ‘King’s Cross’ en ‘Being Boring’. De knipoog naar Coldplay, door ‘Domino Dancing’ live te mengen met ‘Viva La Vida’ werkt goed, en de alternatieve versie van ‘West End Girls’ is gedurfd. Hoewel het optreden halverwege wat inzakt, werken de heren toe naar een knallende finale en is het eindoordeel van het publiek dan ook ronduit positief.

Zondag

Na dagen van felle zonneschijn gaat de zon op zondag voor een paar uur schuil achter dunne bewolking, al wordt het tijdens het optreden van White Lies alweer flink warm. De Londense band is als een komeet omhooggeschoten in 2009. Stonden de heren begin van dit jaar nog als een belofte in het Groningse Huize Maas tijdens Eurosonic, nu is de Odeon-tent op Roskilde te klein. White Lies kan natuurlijk bogen op een aantal goede nummers, maar de setlist kent nog een aantal zwakke broeders, zodat de aandacht nu en dan verslapt. De cover van ‘The Rip’, van het laatste Portishead-album, is overigens een goede zet.

Madness. Foto: Kel D

Madness. Foto: Kel D

Op het hoofdpodium weten The Eagles of Death Metal de sfeer er goed in te houden met hun smerige, maar evenzo pakkende garagerock. Frontman Jesse Hughes oogt als een klassieke rock outlaw en heeft het zichtbaar en hoorbaar uitstekend naar zijn zin. Dat geldt ook voor de vijftigers van Madness. Zanger Suggs zegt blij te zijn eindelijk weer op Roskilde te staan na hun vorige optreden in 1956 en meldt tussen neus en lippen door dat hun laatste plaat The Liberty of Norton Folgate al 8 miljoen keer over de toonbank is gegaan. De zonnige muziek van Madness doet het goed, zoals ook de gedistingeerde dance van de Noor Erlend Øye, beter bekend als The Whitest Boy Alive, verderop in de Arena-tent. Øye, die in 2001 al de aandacht trok met Kings of Convenience en die ook solo succesvol was, speelt, net als alle andere Scandinavische acts dit weekend, voor een volle tent. Het Zweedse I’m From Barcelona, dat met een man of zestien een groot popfeestje bouwt in de Odeon-tent, maakt vervolgens aanspraak op de titel ‘leukste act van het festival’. De opkomende festivalmoeheid verdwijnt als sneeuw voor de zon.

Na Madness loopt het veld voor het Orange-podium snel verder vol. Om tien uur staat publiekstrekker Coldplay immers geprogrammeerd. Daar komt nog bij dat traditiegetrouw op zondag de bewoners van het stadje Roskilde toegang tot het festivalterrein krijgen. Tegen tien uur staat er dan ook een gigantische mensenmassa op Chris Martin en consorten te wachten. Het is inmiddels flink stoffig op het veld, iets dat je niet direct met het altijd natte Roskilde associeert. Met een flinke tas vol hits en een recent succesalbum betreedt Coldplay om tien uur het podium, dus het kan eigenlijk niet misgaan. Dat gaat het ook niet. De band brengt een degelijke show die op de juiste momenten wat afwisseling kent door het gebruik van drumpads en extra beats en het inlassen van een intiem, akoestisch, onderonsje waarbij ook ‘Billie Jean’ voorbijkomt. De light wave die Chris Martin halverwege het concert genereert door alle telefoons op het veld te mobiliseren is bovendien een leuke vondst.

Zo eindigt een fraaie editie van Roskilde op een voorspelbare maar geslaagde wijze. Hoewel er de nodige overlapping is met de andere grote Europese festivals, weet het Roskilde Festival zich toch sterk te onderscheiden door de prachtige podia, het enorme terrein en de gedurfde programmering om de publiekstrekkers heen. Een prima alternatief voor wie eens een festival buiten Nederland of België wil proberen.

Film / Films

Enigzins stoffig, maar toch interessant

recensie: Eenmaal geslagen, nooit meer bewogen...

In de tijd dat dvd-releases als paddenstoelen uit de grond schieten, wordt steeds vaker in het archief gegraven naar materiaal dat afgestoft kan worden voor een tweede ronde in het commerciële circuit. Zo ook in het geval van Eenmaal geslagen, nooit meer bewogen… van Gerrard Verhage, bekend van De Dominee (2004) en Allerzielen (2005). Hoewel de film uit 1995 stamt, oogt deze een stuk ouder. En daar kan de upgrade naar dvd niets aan veranderen.

~

Het statische acteerwerk wekt dan wel fascinatie op, maar ook een totaal gebrek aan sympathie voor de personages. Ze blijven afstandelijke karikaturen die een duidelijke rol toegeschreven hebben gekregen in de onderlinge verhoudingen. Alleen dochter Gina lijkt een ontwikkeling te ondergaan. Als sfeerschets is de film echter uitstekend geslaagd. De benauwde, verstikkende dominantie van de moeder werkt door in elk detail, elke kamer in het huis, elk shot. Verhage maakt van het huis een gevangenis, waarin ieder tot elkaar veroordeeld is. Enige verlichting ligt in het absurdisme, dat als een rode draad door het verhaal loopt, en hier en daar op de ongemakkelijke lachspieren werkt.

Fysiek ongemak


Eenmaal geslagen, nooit meer bewogen… is niet voor iedereen weggelegd. De film is stug en weinig dynamisch. Toch zijn er enkele interessante facetten die de film onderscheiden. De ongeijkte manier van vertellen en het uitblijven van goedkope emotionele effecten, gecombineerd met het vangen van een tijdperk en het opwekken van fysiek ongemak bij de beklemmende verhoudingen tussen beschadigde mensen, maakt deze film zeker het kijken waard.

Boeken / Fictie

Hoe dunnetjes een dikke roman kan zijn

recensie: Sarah Waters - De kleine vreemdeling

.

De lijvigheid van de roman is niet in de eerste plaats te danken aan een gigantisch vertakt plot, maar aan alle ruimte die de schrijfster neemt voor beschrijvingen, handelingen en dialogen. Aanvankelijk hebben die iets dwingends, omdat ze op handen zijnde ontwikkelingen veronderstellen. Dan is er ook nog een gezellig griezelsfeertje dankzij de zeer Engelse locatie van een aftakelend kasteel met drie enigszins ongewone bewoners plus hond.

Helaas wordt het, uitgesmeerd over 500 pagina’s, een tikkeltje te veel: de fictieve werkelijkheid wordt op zijn minst een op een in woorden omgezet. Iedere situatie wordt in extenso uitgeschreven, zoals ooit de notulen van ellenlange vergaderingen. Aan het voorstellingsvermogen van de lezer wordt weinig overgelaten. Precies daar ontbreekt het literaire: het overtollige vocht is veel te weinig aan een genadeloos verdampingsproces onderworpen. Zo’n proces zou alleen al door indikking een spanning opleveren die bij Waters in de verbale opeenhoping in de verdrukking raakt.

Spanning
Dit is een manier waarop zij spanning opbouwt: er gebeurt voor het eerst iets geks. Dan gebeurt er iets nog veel vreemders. Dan komt het allervreemdste. Een alinea verder: het weerzinwekkendste wat ik ooit heb gezien. Volgende alinea: Wat er toen gebeurde was nog erger. Maar het wordt nóg erger: ‘Dat was nog het ergste.’ De lezer moet het allemaal dus heel erg vinden.

De opgewekte kletsmeierigheid heeft ook tot gevolg dat de ik–figuur, vrijgezelle plattelandsarts Faraday, psychologisch niet echt tot leven wil komen. Hij krijgt weliswaar volume, maar geen bloedeigen gezicht, geen karakteristieke stem. Dit leidt tot de gissing dat eerder de schrijfster dan hij de kletsmeier is.

Dunnetjes
De Tweede Wereldoorlog is voorbij, veel is op rantsoen en de adel heeft het zwaar door sterk verhoogde belastingdruk. De arts vertegenwoordigt de middenklasse, het dienstmeisje op het kasteel de lagere klasse. Als de drie kasteelbewoners gesneefd zijn en allerlei paranormaals voorbij is getrokken, heeft de arts een bloeiende praktijk en doet het dienstmeisje naar genoegen saai werk op een fietsfabriek. Ziedaar de sociaal–realistische impact van de roman.

Dat de paranormale rimram in de lucht blijft hangen, komt waarschijnlijk doordat de schrijfster er zelf niet echt geloof aan kan hechten, ook niet slechts voor de duur van het verhaal. De romantiek is eveneens dunnetjes: Faraday lijkt niets voor Caroline, de aardig wat jongere en ook nog lelijke kasteeldochter, te gaan voelen, maar moet toch nog meemaken door haar afgewezen te worden. Roderick, haar broer, die alleszins beschadigd de oorlog heeft overleefd, eindigt in een psychiatrische inrichting, maar de martelgang daarheen blijft steken in de afstandelijke beleving annex beschrijving van vertelinstantie Faraday.

De kleine vreemdeling zal zijn weg naar een grote schare lezers wel weten te vinden. Het pak papier heeft niet tot bosvernietiging geleid, meldt de uitgever. Toch nog een happy end.