In de grote zaal van de tentoonstelling leer je meer over het dagelijkse leven van welgestelde mensen uit de middeleeuwen. Wat deden ze in hun vrije tijd? Hoe uitten zij gevoelens naar een geliefde? En hoe vierden ze feest? Naar zulke vragen deed ik onderzoek tijdens mijn masterstage. In een serie van een paar specials vertel ik jullie meer over mijn onderzoek door enkele objecten uit te lichten die mooi illustreren hoe middeleeuwers leefden. In deze tweede special ga ik in op hoe mensen het christelijke geloof van dichtbij, in hun eigen huis, beleefden.
Tweeluik met scènes uit het Lijdensverhaal, ca. 1350 © Staatshermitage Museum, foto door Alexander Koksharov
De Bijbel als stripverhaal
Het is net een stripverhaal, maar dan zonder tekstwolkjes. Acht verhaaltjes in twee plaquettes, kriskras door elkaar heen, vertellen samen het verhaal van de Lijdensweg van Jezus. Het verhaal wordt verteld vanaf het verraad van Jezus tot het moment waarop Judas zichzelf ophangt. Maar waarom plaatsten middeleeuwers eigenlijk zulke tweeluiken in hun huis als ze het Lijdensverhaal toch al op hun duimpje kenden?
De Lijdensweg
Als je het verloop van de Lijdensweg kent, zie je dat alle gebeurtenissen niet op een chronologische volgorde staan. Zo zie je rechtsonder dat Judas zilveren muntstoppen toegestopt krijgt voor zijn verraad. Naast dit tafereel zie je het moment waarop Jezus wordt verraden. Judas staat op het punt om Jezus een kus op de wang te geven, een signaal aan soldaten die op de uitkijk staan zodat zij weten wie ze moeten arresteren. De soldaat met de uitgestrekte arm staat zelfs op het punt om Jezus letterlijk bij de kraag te grijpen. Aan de buitenkant lijkt het een liefdevolle omhelzing, maar in werkelijkheid een figuurlijk mes in de rug. Daar komt ook de uitdrukking iemand een “Judaskus” geven vandaan.
Het raam linksonder toont de arrestatie van Jezus. Hij wist al dat Judas hem zou verraden. Als je de blik van Jezus volgt zie je dat hij kijkt naar het levenloze lichaam van Judas. Na de kruisiging van Jezus verhing Judas zichzelf, omdat hij niet kon leven met zijn zonde. Het lijkt alsof de maker inzichtelijk wil maken dat Jezus al wist dat Judas zijn verrader was. Het raam linksboven toont hoe het bloed uit de wonden van Jezus stroomt, terwijl hij wordt gegeseld. Aan de rechterkant is te zien hoe Pontius Pilatus, na de kruisiging, zijn handen wast in onschuld. Of heeft hij juist bloed van Jezus aan zijn handen?
Het samenvoegen van zulke gebeurtenissen stemt daardoor ook tot nadenken over de verhalen die middeleeuwers kenden uit de Bijbel. Normaal gesproken zagen mensen alleen christelijke afbeeldingen in de kerk, dus dat maakt het heel speciaal om ook toegang te hebben tot voorwerpen die het verhaal in je eigen huis verlevendigen en illustreren. De expressieve handgebaren en gezichtsuitdrukkingen laten het verhaal bijna tot leven komen. Door zulke tweeluiken van ivoor, maar ook schilderijen, muurschilderingen en beeldhouwwerken, gingen de verhalen uit de Bijbel leven. Al helemaal als je bedenkt dat zulke tweeluiken in de middeleeuwen ook nog waren beschilderd.
Duitse school (mogelijk Hans Wertinger?), Kruisiging met heiligen en opdrachtgever, 1500-1535 © Staatshermitage Museum, foto door Alexander Koksharov
Alsof je er zelf bij was
Soms is het verlevendigen van een Bijbelverhaal niet genoeg. Als je in de middeleeuwen rijk genoeg was kon je een kunstenaar de opdracht geven om jezelf midden in een Bijbelverhaal af te beelden. Op die manier konden welgestelde mensen zich nog meer inleven in de verhalen en ook aan anderen tonen hoe toegewijd ze wel niet zijn aan het christelijke geloof. Dit deed Philip Wittelsbach (1480-1541), edelman en bisschop van de Duitse steden Freising en Naumburg, die zichzelf geknield liet afbeelden voor een gekruisigde Jezus. Hij wordt van links naar rechts bijgestaan door Maria en de apostelen Philip, Johannes en Petrus. Aan de voet van het kruis ligt een wapenschild met in de linker- en rechterhoek een motief van een sleutel en zwaard die elkaar kruisen, een verwijzing naar het stadswapen van Naumburg. De zwarte gekroonde man verwijst waarschijnlijk naar een zwarte christelijke heilige, maar we weten helaas niet naar wie of hoe hij terecht is gekomen op het stadswapen van Freising. Mogelijk de heilige Mauritius uit de derde eeuw na Christus of Zeno van Verona (300-371), die in de middeleeuwen in Duitsland heel populair waren.
Familiewapen
In het midden van het wapenschild op dit schilderij bevindt zich, in het klein, het familiewapen van het huis van Wittelsbach. Hierdoor verwijzen alle motieven naar zowel de bisdommen waarover hij regeert als zijn familie, die zijn samengevoegd tot één wapenschild. Het schild leunt ook nog tegen het kruis van Jezus, wat benadrukt hoe dicht Philip Wittelsbach wel niet bij het christelijke geloof staat. Dus door je eigen gezicht, familie en status in een Bijbelverhaal te ‘plakken’ konden rijke middeleeuwers het christelijke geloof van dichtbij beleven en verbinden met hun familie. In de middeleeuwen waren familiebanden namelijk heel belangrijk. Het onderhouden van die banden werd dan ook fanatiek gepromoot werd door de katholieke kerk. Veel gelovigen herkenden zich namelijk in verhalen uit de Bijbel waarin familie centraal staat.
Madonna met kind, 1350-1400 © Staatshermitage Museum, foto door Alexander Koksharov
Maria als moeder
Zo halen veel gelovigen bijvoorbeeld liefde, bescherming en troost mensen uit Bijbelverhalen waarin Maria, de moeder van Jezus, voorkomt. De emotionele waarde die mensen toekennen aan Maria geven haar een symbolische status, terwijl ze tegelijkertijd ook maar gewoon een moeder die van haar zoon hield als geen ander en om hem rouwde na zijn dood.
Daardoor kreeg Maria, ten opzichte van andere Bijbelfiguren, een heel ‘menselijk’ karakter en ontstond er in de middeleeuwen een cultus rondom haar, de zogeheten Mariaverering. Talloze beelden, schilderijen en kerken werden in die tijd aan haar opgedragen, maar ook in huis wilden mensen het gevoel hebben dat ze dichtbij Maria konden staan. Om die reden plaatsten veel mensen kleine beelden van Maria in hun huis, zoals dit beeldje van Maria met een lachende baby Jezus op schoot. Doordat het zo klein is weten we dat het heeft gediend voor privégebruik, omdat beelden uit kerken veel groter zijn.
Schilderijen en plaquettes kun je dus bijna zien als ‘ramen’ die middeleeuwers een kijkje gaven in zulke emoties en Bijbelverhalen, maar beeldhouwwerken geven die verhalen nog een extra dimensie. Die zijn allemaal bedoelt om je het gevoel te geven dat je het Bijbelverhaal van dichtbij kan ervaren, alsof de beelden elk moment tot leven konden komen. Al helemaal als de beelden beschilderd waren. Dus zo zie je dat de beleving van het christelijke geloof veel verder gaat dan het vertellen en tonen van een Bijbelverhaal.
Vrijheid tegen wil en dank
Intussen heeft schrijfster Lale Gül met haar debuut Ik ga leven de NS Publieksprijs in ontvangst mogen nemen. Verdiend? Méér dan terecht. Haar openhartige relaas over opgroeien in een streng islamitisch gezin is tot de laatste letter zeer beklemmend doch erg ontroerend.
Big Brother is watching you
Wie herinnert zich zijn eerste geliefde niet? O, het geluk om samen hand in hand te mogen flaneren in het stadscentrum, zwijmelend samen oog in oog staan voor menige winkelruit. Of achterop de fiets springen bij een ander, samen op zoek naar een nieuw avontuur. Ook Büsra – Güls alter ego – wordt verliefd. Smoorverliefd op haar Haagse Freek. In zijn armen voelt Büsra zich geborgen. Maar ook veilig? Dat nooit. Büsra is immers een moslima en de islamitische leer wordt thuis met strenge hand nageleefd. Vooral Büsra’s moeder – die de kwade bijnamen ‘Karbonkel’ en ‘Droogstoppel’ krijgt toegedicht door Büsra – houdt haar dochter streng in de gaten. Iedere stap die Büsra zet, wordt als een potentiële misstap gezien. Alsof dat nog niet genoeg is, heeft Büsra ook letterlijk een ‘Big Brother’ die op haar let: Halil, die zoveel meer mag dan Büsra zelf:
“Moeder vindt het ook niet erg dat Halil een vriendin heeft, maar als ze het van mij wist, werd ik tot appelmoes gemept, verstoten, op straat gezet, naar Turkije gestuurd of God weet wat meer. En als je ze wees op hun hypocrisie was er altijd wel een moreel excuus voorhanden om ze te ontslaan van de plicht te handelen volgens hun eigen morele eisen.” – pagina 71
Naast een ‘Vader’ en ‘Moeder’ (consequent aangeduid met een hoofdletter, zonder een échte naam prijs te geven), heeft Büsra nog een ‘Oma’, een schare aan bemoeizuchtige tantes en een zusje: Defne (wier ogen ze graag wil openen). Haar Oma is een stuk coulanter dan haar ouders. Maar goed ook dat Büsra – vanwege de krapte in haar ouders huis – bij haar Oma mag intrekken:
“In de bajes hebben ze meer leefruimte dan bij ons thuis.” – pagina 48
Schijnleven
In de veilige haven van haar Oma’s huis begint Büsra steeds meer kleine stukjes vrijheid te claimen en zorgt ze ervoor dat haar Oma haar levenslust herwint. Naast haar studie Nederlands, besteedt Büsra haar tijd en energie in haar bijbaan in een restaurant en bij de Albert Heijn én in haar vriend Freek. Diens ouders staan in eerste instantie niet te springen om hun gehoofddoekte schoondochter, maar als Büsra op een dag bijna stikt en haar schoonvader haar redt, ontstaat er een magische, onbreekbare band tussen hen twee. Büsra gaat gebukt onder haar dubbele identiteit en het schijnleven dat ze angstvallig verborgen houdt voor haar ouders. ‘Chronisch moe’ wordt ze van de vele rollen die ze iedere dag weer moet spelen: die van de ‘ideale dochter, kleindochter, vriendin en zus’. Ze ziet de vriendschappen die ze heeft, langzaam ‘’verdampen’. Haar ouders zouden een hartverzakking krijgen als ze te weten zouden komen dat hun rebellerende dochter zich zou toegeven aan zina: buitenechtelijk seksueel contact. Constant hebben haar ouders vermoedens over het onzedelijke leven van hun dochter. Als Büsra één keer te laat thuiskomt – dat wil zeggen rond elf uur in de avond – wordt ze meteen om de oren geslagen door haar vader. Die heeft intussen al lang en breed gecheckt hoelaat haar dienst bij de AH eindigde. Vanaf dat moment willen haar ouders zowel haar studie- als werkrooster zien.
Het temperament van Multatuli
Gül laat heden en verleden met elkaar vervlechten om te laten zien in wat voor hardvochtige wereld ze opgroeit. Telkens blijft de spanning in de lucht hangen: lukt het haar alter ego Büsra om te kiezen voor het leven dat ze wil leiden en komt ze ooit onder het juk van haar ouders vandaan? Wie de hele mediahype niet heeft meegekregen omtrent dit boek, zal tot de laatste letter van dit boek zijn of haar adem inhouden. Je leeft intens mee met deze intelligente, jonge vrouw, die in zo’n schril contrast staat met de cultuur die haar wordt opgedrongen. Ze schiet ver door in haar kritiek, voornamelijk wat betreft haar moeder. Haar Moeder – ‘Karbonkel’ – heeft haar letterlijk vele oorvegen gegeven en met dit boek geeft Gül haar moeder talloze, hetzij figuurlijke, oorvegen terug. Het is niet voor niks dat Gül haar moeder vergelijkt met Multatuli’s Droogstoppel. In de roman Max Havelaar (1860) is deze figuur één van de vertellers, die staat voor de Hollandse koopman uit die tijd die enkel handelt vanuit zijn eigen, egoïstische ambities en bekrompen ideologie. Een treffende vergelijking, zo lijkt. Ook de imam krijgt een kritische bijnaam: imam Wawelaar, naar de dominee uit Max Havelaar. Die dominee predikte dat de Javanen destijds heidenen waren en ook Büsra’s moeder haalt maar liefst de godsvruchtige woorden aan van haar geliefde imam, die andersgelovigen of niet-gelovigen hekelt.
Pretentieuze schrijverij
Een aspect dat bijna onderbelicht zou blijven, maar ondanks de anti-agenda van Gül opvallend is, is het feit dat dit boek is opgetekend door een student Nederlands aan de VU. Vanaf pagina één slaat Gül je om de oren met chique woorden, waarvan je bijna niet gelooft dat ze bestaan. Zou ze bewust hebben gekozen voor deze archaïsche woorden om haar lezer te imponeren? En talloze verwijzingen maken naar klassiekers uit de Nederlandse literatuur om te laten zien hoe eigen ze zich de Nederlandse cultuur heeft gemaakt – en wellicht zelfs meer omarmd dan die van haar voorvaderen (de Turkse)? Als lezer voel je je bijna nietig bij het lezen van de duizelingwekkende, complex geformuleerde zinnen van Gül, die met veel omwegen iets duidelijk probeert te maken. Voor een pagina of vijf is het te doen, maar na een tijdje begint deze haast ‘pretentieuze’ stijl je te irriteren. De schrijfstijl staat je als lezer namelijk in de weg: je komt totaal niet vlot door het boek heen. En ook komen de dialogen niet realistisch over: niet alleen Gül, maar ook haar ouders en vrienden bedienen zich van de taal die Gül bezigt. Ook staat het boek vol met gevloek en getier en met passages waarin heel open en (letterlijk) bloot wordt prijsgegeven hoe een hete vrijpartij eraan toe gaat. Toegankelijk voor de middelbare scholier? Op het randje. Hoezeer de schrijfstijl je ook tegen kan staan, het neemt niet weg dat dit een gelaagd boek is. Het geeft een kijkje in de belevingswereld van een jonge moslima die zich niet alleen los wil rukken van haar familie, maar ook van haar religie en daarmee in zekere zin ook haar wortels. Dat verdient het welverdiende applaus dat ze al van menigeen kreeg.
Ik ga leven
Schrijver: Lale GülUitgever: Prometheus
Prijs: €24,99
Bladzijden: 352
ISBN: 9789044650440
Misschien ook iets voor u
De Favoriete Films & Series van 2021
/ 0 Reactiesdoor: Sanne Kortooms0 SterrenDe eerste vijf maanden van dit jaar bleven de bioscopen potdicht. En ook de laatste twee weken van 2021 werd de weg naar de bioscoop geblokkeerd. Op The Matrix Resurrections en Paul Thomas Anderson’s (naar verluidt nieuwe meesterwerk) Licorice Pizza moeten we dus nog even wachten. Maar gelukkig zijn er dit jaar heel wat films wél uitgekomen! Van een spectaculair einde in de 25ste Bondfilm No Time To Die tot het einde van de wereld in Adam McKay’s Don’t Look Up. En daarnaast was er met al die lockdowns natuurlijk genoeg tijd om series te bingen…
Op de filmredactie van 8WEEKLY had ieder zo zijn eigen favorieten. Welke dat zijn lees je hieronder en wie weet doe je zo nieuwe kijkinspiratie op!
Don’t Look Up (Adam McKay)
Feline van Vliet: In Don’t Look Up ontdekt PhD kandidaat Kate (Jennifer Lawrence) een komeet die de mensheid met uitsterven kan bedreigen. Het is aan haar en Professor Mindy (Leonardo DiCaprio) om de mensheid te overtuigen van het gevaar van de komeet. Don’t Look Up onderstreept hierbij de verdeeldheid tussen mensen in kritieke situaties, en doet heel erg denken aan de maatschappelijke problemen die zijn ontstaan rond informatie omtrent het coronavirus. Regisseur Mckay zei dat Don’t Look Up is ontstaan omdat hij een film wilde maken over ‘hoe het voelt om te leven in deze tijd’.
TOP FILMS
1: Don’t Look Up
2: Ballad of The White Cow
3: Dune
4: The White Tiger
5: Spencer
TOP SERIES
1: Shadow and Bone
2: Squid Game
3: The Night Stalker
The Last Duel (Ridley Scott)
Sander De Beule: De film The Last Duel, van de befaamde regisseur Ridley Scott, vertelt het verhaal van het laatste proces door middel van een duel in het 14e-eeuwse Frankrijk. Het drievoudig verhaalperspectief zorgt voor een originele noot, maar het is vooral het plot dat mij zo aansprak aan de film. Marguerite de Carrouges (Jodie Comer) doorbreekt even de patriarchale machtsverhouding in het middeleeuwse Frankrijk door, samen met haar man Sir Jean de Carrouges (Matt Damon), een rechtszaak aan te spannen tegen haar verkrachter. Het tijdloze waargebeurde plot en het uitzonderlijke verhaalperspectief in een middeleeuwse setting maakt deze film mijn favoriet van het jaar. Ook de acteerprestaties mogen zeker gezien worden, vooral Jodie Comer schittert in haar rol als Marguerite.
TOP FILMS
1: The Last Duel
2: Dune
3: Shadow Game
4: No Time To Die
5: Jazz on a Summer’s Day
TOP SERIES
1: Curb Your Enthousiasm (S11)
2: Kinderen van de migratie
3: Het Leven in Kleur
4: Grond
5: Undercover (S3)
The Green Knight (David Lowery)
Deborah Nergui: The Green Knight is gebaseerd op het epische gedicht ‘heer Gawein en de groene ridder’. De film, geregisseerd door David Lowery, is een frisse verrassing op het gebied van verfilmde middeleeuwse heldenverhalen. Achter de bovennatuurlijke landschappen en scènes is het heroïsche verhaal te vinden van een jonge heer (Dev Patel) die de uitdaging van een groene ridder aanvaardt. De film volgt Gawein op zijn reis en speelt in op vraagstukken rondom eer, verleiding en de vrijheid in het maken van keuzes. Ondanks dat de film zich langzaam en zorgvuldig opbouwt, blijft het je vasthouden en word je direct meegezogen in dit fantasierijke verhaal.
TOP FILMS
1: The Green Knight
2: Last Night in Soho
3: Promising Young Woman
4: The Night House
5: Raya and The Last Dragon
TOP SERIES
1: The Witcher (S2)
2: Reservation Dogs
3: Only Murders in The Building
4: Loki
5: Squid Game
Red Notice (Rawson Marshall Thurber)
Vick ten Wolde: In het populaire actie/komedie-genre doet Red Notice precies wat het moet doen. Achtervolgingen, knokpartijen, explosies. Alles zit erin qua actie, maar de film maakt vooral onderscheid in de humor. De dialogen zijn hilarisch en vooral Ryan Reynolds als agent Booth laat eens te meer zien cynisme onder de knie te hebben. “Ik stuur je naar de ergste plek op aarde”, zegt een agent. Waarop Booth antwoordt: “Wat, je Instagram-account?”. En uiteraard zit er weer een verwijzing naar Vin Diesel in, zoals wel vaker het geval is in films met Reynolds. Ook zijn er nog veel meer grappige referenties naar bijvoorbeeld Titanic en Jurassic Park.
TOP FILMS
1: Red Notice
2: Shang-Chi and the Legend of the Ten Rings
3: No Time to Die
TOP SERIES
1: Squid Game
2: Loki
3: Kastanjemanden
4: The Witcher (S2)
5: The Serpent
Another Round (Thomas Vinterberg)
Sanne Kortooms: Another Round is een film die je niet loslaat. Niet wanneer je hem kijkt, en ook niet lang nadat je hem gezien hebt. Hij voert je moeiteloos van blijdschap naar verdriet, verbazing, euforie en weer terug. Middelbare school docent Martin (Mads Mikkelsen) zit net als zijn drie dierbare collega’s in een dikke midlifecrisis. Niets kan hen nog beroeren. Maar dan bedenken ze een experiment: Een obscure Noorse psychiater stelt dat ieder mens een tekort van 0.5 promille alchohol heeft… Dus wat als ze voortaan zorgen dat ze de hele dag door (ook tijdens het lesgeven) lichtelijk beschonken zijn? Komen ze dan weer ‘tot leven’? De film zelf is een genotsmiddel op zich en Vinterberg bevestigt dat hij een van de beste verhalenvertellers van zijn generatie is.
TOP FILMS
1: Another Round (Druk)
2: Promising Young Woman
3: The Power of the Dog
4: The Hand of God (È stata la mano di Dio)
5: Benedetta
TOP SERIES
1: Mare of Easttown
2: Ted Lasso (S2)
3: MAID
Misschien ook iets voor u
De Amerikaanse bril en andere verhalen
Robert Menasse is een Oostenrijkse schrijver wiens naam hier te lande niet heel veel oproept. De Amerikaanse bril vormt een uitgelezen bundel voor de liefhebber van verhalen die organisch samenhangen.
Die samenhang is subtiel uitgewerkt. In de dagelijkse beleving zijn verbanden tussen mensen en dingen uit verschillende tijden en plaatsen eigenlijk in ruste. Je focust je op het hier en nu. Maar Menasse probeert de betekenis en houdbaarheid van die verbanden zo bewust mogelijk tot zich door te laten dringen. Dat levert het ene na het andere besef op, eerder in de vaart van het verhaal dan theoretisch. De feiten lijken losjes autobiografisch, zo beschreven dat ze evengoed van de lezer kunnen zijn.
Tijdsverschillen
De hoofdpersonen associëren zich met wie ze zich herinneren dat ze destijds waren, natuurlijk dénken dat ze waren. Wat waren hun verwachtingen en wat is daar van uitgekomen? Hoe ervoeren ze vroeger gebeurtenissen als de val van de Muur, 11/9, de moord op Allende en John F. Kennedy, toen mateloos populair? Maar wat is zijn imago nu? Zo gaan op een realistische manier feit en fantasie een open verbond aan.
Grappig is dat de wordingsgeschiedenis van de bundel ook enigszins duizelt van tijdsverschillen. De Weense schrijver leefde deels in Amsterdam. De verhalen uit de bronbundel Ich kann jeder sagen (2009) én in De Amerikaanse bril (2021) stonden eerder in Nederlandse bladen, inclusief die van ná 2009. Ra ra, hoe kan dat?
Menasse is vindingrijk in de variaties op zijn thema.De uitwerkingen zijn verhaaltechnisch even vernuftig, waarbij ook het element spanning niet ontbreekt. En dat alles in een directe stijl en op een goedgehumeurde toon, hoe akelig gebeurtenissen ook zijn. Scheutig met onnodige uitweidingen is hij niet. Heel wat zinnen zijn zo bijzonder geformuleerd dat je ze graag herleest.
Menasse begint de bundel met een citaat van zichzelf. Daarin vraagt hij zijn moeder naar haar Amerikaanse bril (met jaloezieën voor de glazen), die modegril die niet tot Europa is doorgedrongen. Had ze die nog?
Jazeker had ze die! Ze zocht en zocht, maar vond alleen de foto die haar met die bril liet zien. ‘De realiteit is verdwenen. Het beeld bleef.’ Op de voorkant van het boek prijkt die foto. Zo te zien niet echt een bril die je heel veel beter naar de werkelijkheid laat kijken.
In de slotalinea van het laatste verhaal scheidt de ik van zijn vrouw, verhuist in 2001 naar Amerika, ‘weg uit Wenen. Ik had het gevoel een ramp overleefd te hebben. Ik had de mooiste vooruitzichten.’ Enfin, of die uitkwamen lezen we later wel ergens.
De Amerikaanse bril en andere verhalen
Schrijver: Robert MenasseUitgever: Uitgeverij Arbeiderspers
Prijs: €20,00
Bladzijden: 176
ISBN: 9789029544481
Misschien ook iets voor u
Voltreffers aan kwaliteit
De dertiende editie van het Americana-nieuws is geen ongelukstreffer maar opnieuw een voltreffer aan kwaliteit. Het soloalbum van Eric Devries is een groeibriljant, Jodymoon gaat verder waar ze gebleven waren en Tom Mank & Sera Smolen zijn andermaal om van te watertanden.
De naam Eric Devries in niet alleen in Nederland bekend maar ook daarbuiten. De Limburgse formatie Jodymoon timmert vooral in ons land aan de weg. Tom Mank & Sera Smolen werken veelvuldig samen met muzikanten uit ons land. Het Nederlandse gehalte is hoog in deze Americana-update.
Eric Devries
Het vierde soloalbum van Eric Devries komt uit bij een maatschappij van onze oosterburen. Devries is sinds zijn vorige album uit 2014 vaak onderdeel van samenwerkingsverbanden zoals Hidden Agenda Deluxe en Matthews Southern Comfort. Met deze laatste formatie toerde hij meermaals door Europa. Zijn spel en stem zijn goed herkenbaar. Het maakt dat we ons snel thuis voelen op Song & Dance Man. Het album staat vol met heerlijke melodieën ondersteund door akoestische begeleiding. Meermaals voel je dat Devries je uitnodigt voor een danspas. Het sterkst voelen we dat in het titelnummer ‘Ballad of a Song & Dance Man’ en het ronduit zwierige ‘Matters of Love’, dat met zijn liefdevolle tekst het middenstuk van het album siert. De liefde spreekt op het twaalf liedjes tellende album. ‘All I Know How to Do’ bezingt de liefde opnieuw. Hier horen we met nadruk de heerlijke vioolklanken van Joost van Es.
Het album is live opgenomen in Studio Doornenburg met de muzikanten Janos Koolen, Lucas Beukers, Joost van Es en Sophie Janna. De stijl van het album is heerlijk folky en country met een flinke scheut Bluegrass. De banjo en viool worden veelvuldig ter hand genomen. De centrale troef blijft de heerlijk melodielijnen. Vergeet echter niet de stem van Devries die met zijn fijne teksten de trommelvliezen streelt. We worden uitgewuifd met ‘Sunday Eve in Amsterdam’, waar de klassieke vioolklanken van Van Es hand in had gaan met het klarinetspel van Koolen rond de prachtige zanglijnen van Devries. Een warm einde aan een heerlijk onderhoudend album.
Jodymoon
Het Maastrichtse duo Jodymoon is een constante factor van kwaliteit. Digna Janssen en John Smeets hebben met Firestone hun zevende album gemaakt. De sound zit tussen singer-songwriter, Americana en jazz in. Wie de band kent en omarmt weet dat de kwaliteit niet teleur zal stellen. De twee multi-instrumentalisten weten al sinds 2006 op hoogstaand en innemend niveau met elkaar te musiceren. Dit nieuwe album is geen uitzondering.
Het album opent met de pianoklanken gespeeld door Digna Janssen. De samenzang met Smeets volgt in de compositie ‘In Another Time’. In ruim zes minuten weet Jodymoon je in de muzikale watten te leggen. Voor de liefhebbers en fans is het gewoon heerlijk thuiskomen. Voor nieuwkomers is Firestone is de staalkaart van de muziek van Jodymoon. Het album is een heerlijk vonkje dat het vuur brandende gaat houden tijdens de donkere dagen in de herfst en winter van dit jaar!
Tom Mank & Sera Smolen
Ondanks dat Tom Mank & Sera Smolen in de VS leven, zijn ze vaak in ons land te vinden. Ze werken veelvuldig samen met Nederlandse artiesten. Op het mini-album Like a Raindrop on a Feather horen we bijvoorbeeld de mondharmonicaklanken van Gait Klein Kromhof en de stem van Ellen Shae. Ze schitteren in het nummer ‘Far Away as the Moon’. Beiden deelden ze vaak het podium met het Tom Mank & Sera Smolen bij live-shows.
Het mini-album opent met de ademzucht van Sera Smolen in ‘Surrounded by Strangers’. Dan wordt de ademzucht vermengd met celloklanken, gitaarspel en de zang van Tom Mank. We worden direct binnengezogen in de muziek. Dit duo heeft op innemende wijze een nieuwe loot aan hun oeuvre gemaakt. Als je naar de tekst luistert en de straatklanken hoort, kan je het gevoel krijgen dat je omgeven wordt door vreemden maar je toch eenzaam voelt.
De sfeer van het album onderstreept de titel. Voorzichtig als het observeren van een regeldruppel die op een veer ligt. De titel van het album horen we terug als een zinnetje in het lied ‘Soft Landing’, dat gaat over de liefde die uitmondt in nieuw leven.
Het album, dat maar zes liedjes telt, is genoeg om je laten hongeren naar veel meer klanken dan de vijfentwintig minuten die deze heerlijkheid duurt. Gelukkig biedt het rijke oeuvre van deze twee muzikanten voldoende materiaal om verder te luisteren.
Eric Devries, Jodymoon, Tom Mank; Sera Smolen
Album: Dance Man, Firestone, Like a Raindrop on a FeatherLink: Jodymoon
Link: Tom Mank & Sera Smolen
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
8WEEKLY Podcast Aflevering 3: Kersteditie
/ 0 Reactiesdoor: Vick ten Wolde, Jesse Simonis, Sanne Kortooms, Steffen van Zundert, Joris Hollaar0 SterrenDe gevarieerde redactie van online cultuurmagazine 8WEEKLY.nl bespreekt het recente cultuurnieuws, nieuwe releases, evenementen en festivals. Wij bespreken scherpe culturele stellingen en geven cultuurtips over boeken, films, muziek, podiumkunsten, beeldende kunst en meer!
In deze speciale kersteditie bespreken Jorien, Sanne en Vick (in zijn speciale kersttrui) alternatieve kersthits, hun favoriete kerstfilms, atypische poëzie en meer! Ook interviewt redacteur Dorien de schrijver Adwin de Kluyver over zijn nieuwste boek Niemandsland: Een Antarctische Ontdekkingsreis. Kortom weer genoeg gespreksstof voor jouw culturele kerstdagen!
De speciale kersteditie van de 8WEEKLY Podcast
Misschien ook iets voor u
Zeehondenstoof en doodgevroren ontdekkingsreizigers
Adwin de Kluyver is niet het type historicus dat zijn dagen slijt in een stoffige bibliotheek. Na vele bronnen over de cultuurhistorie van Antarctica te hebben gelezen, vond hij het tijd om zelf naar het continent af te reizen.
Met Niemandsland schrijft historicus Adwin de Kluyver een persoonlijk reisverslag waarin hij het spoor volgt van de Japanse Nobu Shirase, die begin twintigste eeuw namens zijn land de zuidpool wilde bereiken. In een historische driemaster, vergelijkbaar met het vervoer van Shirase, reist De Kluyver van Argentinië naar Antarctica.
Onderweg vertelt hij over het ijskoude werelddeel vanuit verschillende invalshoeken, waarvoor hij gebruikmaakt van uitgebreid onderzoek. Aan bod komen nu eens niet de romantische avonturen van dappere ontdekkingsreizigers; de Kluyver laat zien hoe het er daadwerkelijk aan toe ging, op basis van dagboekfragmenten en andere bronnen.
Van de ontdekkingsreizigers…
De reis van Nobu Shirase verliep niet gemakkelijk. Satellieten of vliegtuigen waren immers nog niet uitgevonden, Antarctica kon nog niet van bovenaf bekeken worden. De eerste zeevaarders wisten niet precies wat daar nu precies lag, ten zuiden van Afrika en Zuid-Amerika. Shirase kon zich in zijn voorbereiding alleen maar baseren op de reisverslagen van eerdere ontdekkingsreizigers, die melding maakten van reusachtige ijsschotsen.
In die tijd was een ware zuidpoolwedloop gaande, vergelijkbaar met de ruimtewedloop in de jaren zestig. Verschillende landen streden om als eerste de zuidpool te bereiken en om vervolgens het continent te claimen. Sommigen moesten de strijd zelfs met hun leven bekopen. Onder meer de Engelse Robert Falcon Scott stierf onderweg van de kou en honger in zijn tentje in de sneeuw. De reddingsploeg kwam te laat en plaatste vervolgens een kruis op de laatste rustplaats. Dit laatste aandenken is daar nu nog altijd te zien.
… naar de filosofen en dieren
Naast de historische reisverslagen wordt ook duidelijk dat het continent een plek is die voor velen tot de verbeelding spreekt. Een Russische schrijver fantaseerde over een utopische staat op de Zuidpool. In de negentiende eeuw dachten sommigen dat er een groot gat zou moet zijn op die plek, een ingang naar de binnenkant van de aarde.
Opvallend zijn de verhalen over het lot van de dieren op het ijskoude continent. De Kluyver beschrijft de eerste ontmoeting tussen de mens en de almachtige albatros (en als interessant zijspoor het ontstaansverhaal van The Rime of the Ancient Mariner), het lot van de eerste ontdekte pinguïns en het contact tussen zeehonden en mensen (waarna de zeehonden door hen werden verorberd; in een van de reishutten op de Zuidpool is nog altijd een recept voor de bereiding van zeehond te lezen).
In een van de meest tragische hoofdstukken komen de sledehonden aan bod die de Noorse ontdekkingsreiziger Roald Amundsen naar de zuidpool brachten. ‘Dat er onheil dreigde, wisten ze niet’, zo kondigt De Kluyver het lot van de arme honden aan. Van de 93 honden overleefde slechts een enkeling de brute reis. Hondenliefhebbers kunnen dit hoofdstuk maar beter overslaan…
Lezenswaardig reisverslag
Adwin de Kluyver heeft met Niemandsland een zeer lezenswaardig en fascinerend boek geschreven. Door de verschillende invalshoeken leest het als een complete geschiedenis van het continent sinds de mens het voor het eerst in het vizier kreeg. Door de voortdurende afwisseling in vorm en verhaal is het boek geen moment saai. De ene keer schrijft hij in de ik-vorm, dan hangt hij een hoofdstuk op aan Latijnse spreuken en dan is het weer een personale vertelling.
De Kluyver verheerlijkt de verhalen niet, maar toont juist de rauwe en eerlijke kant van de ontdekkingsreizen, zonder een oordeel te vellen over de personages. Zijn eigen reisverhaal, in reisnotities tussen de hoofdstukken in, vormen een relevante toevoeging en brengen het boek tot leven.
Op deze manier laat hij zien dat de zuidpool meer is dan een witte vlek op de globe. Het is een plek die tot de verbeelding spreekt, het laatste continent dat door de mens geclaimd is en bovendien een oord met een wonderschone natuur. Dat Adwin de Kluyver dit alles in één boek weet te vatten én op een toegankelijke en boeiende manier heeft opgeschreven, is een knappe prestatie.
Niemandsland. Een Antarctische ontdekkingsreis
Schrijver: Adwin de KluyverUitgever: Uitgeverij Spectrum
Prijs: €22,99
Bladzijden: 384
ISBN: 9789000359127
Misschien ook iets voor u
Guido van der Werve Cobra Kunstprijswinnaar 2021
De Cobra Kunstprijs van 2021 gaat naar Guido van der Werve, filmmaker en beeldend kunstenaar. Wat heeft een wereldwijd erkende filmkunstenaar overeen met het ‘geknoei en gekladder’ van de Cobra-beweging? Kersverse kunstredacteur Rose Heliczer trok naar het Cobra Museum voor Moderne Kunst, waar een selectie van zijn werk t/m 4 maart 2022 te bezichtigen is.
Of er nou echt wat veranderd was, vroeg ik mezelf af toen ik de fiets op slot zette. Mijn broek was nog niet opgedroogd. Een koude bries trok aan mijn pijpen. Onder het mom van nu of helegaar niet had ik mezelf uit huis geduwd zonder na te gaan wélke werken van Guido van der Werve, Cobra-kunstprijswinnaar van 2021, in het Cobra Museum voor Moderne Kunst vertoond werden. Noch keek ik naar de weersvoorspelling. Dus toen ik eindelijk in Amstelveen aankwam, mijn mondkapje voor, mijn haren onherstelbaar door de war, kon ik een licht gevoel van teleurstelling niet onderdrukken toen bleek dat er maar twee werken vertoond werden. Niet omdat Nummer drie: take step fall en Nummer zes: Steinway grand piano, wake me up to go to sleep and all the color of the rainbow niet mooi zijn, integendeel.
Nummer drie – Guido van der Werve. Foto: Ben Geraerts
Mooi oud geworden
Nummer drie en Nummer zes, uit respectievelijk 2004 en 2006 waren in hun geboortejaar al prachtig. In de een zien we onder andere een balletdanseres in een koud en schaars verlicht bos. Ze is alleen en danst een uitvoering, zonder te reageren op de omstandigheden. Zelfs als er vlak achter haar een boom ter aarde stort danst ze. In Nummer zes takelt Van der Werve een onbetaalbare Steinway grand piano zijn studentenkamer in. Samen met een kamervullend klassiek ensemble speelt hij een concert. De balletdanseres en de pianist hebben overeen dat ze kunst uitvoeren, de hachelijke omstandigheden ten spijt. De combinatie van absurdisme, romantiek en melancholie tekent vaker het werk van Van der Werve. Misschien wel altijd. ‘Zeker als je zo persoonlijk werkt als ik dan moet je op een bepaalde manier kunnen filteren welke dingen wel interessant zijn of niet. Je moet dingen abstraheren totdat er echt een soort kern overblijft die gewoon eenvoudig is’, zegt Van der Werve na het winnen van de Charlotte Köhlerprijs in 2012. Dat filteren en abstraheren maakt dat zijn films ondanks de onverwachte settingen en heftige stunts erg doordacht en beheerst overkomen.
Verrassing
De Cobra Kunstprijs kwam voor Van der Werve als een verrassing. ‘Ik had er weleens over gehoord en ik ken ook wel een paar mensen die hem gewonnen hebben maar ik had niet echt gedacht dat ik ervoor in aanmerking kwam’, zegt hij in een reactie op de lokale Amstelveense televisie. Dat is geen vreemde gedachte, in aanmerking genomen dat het gemiddelde werk uit de Cobra-beweging een bonanza aan kleuren en vorm is. Als er een muziekstijl bij zou passen zou dat free jazz zijn, ook al ontstond die stroming officieel pas later. Van der Werve werkt met sobere kleuren en klassieke muziek. Hij voert zichzelf op als zwijgzame outsider, soms lijkt hij regelrecht uit C.G Friedrichs Wandelaar boven de nevelen te zijn weggelopen, een ultiem Romantisch schilderij. En zelfs als hij in Nummer vier: I don’t want to get involved in this. I don’t want to be part of this. Talk me out of it van een hoge brug springt is er een bepaalde kalmte in zijn werk voelbaar.
Nummer zes – Guido van der Werve. Foto: Ben Geraerts
Ik doe nooit zomaar iets
Misschien is het wat flauw om de uitspraak ‘Ik doe nooit zomaar iets’ van Van der Werve in de Trouw, 2013 uit zijn verband te trekken. Daarin had hij het namelijk over zijn stunts, en met name de keer dat hij zichzelf in de fik stak en 12 seconden de tijd had om naar het water te lopen voordat de brandwerende pasta uitgewerkt zou zijn. Toch blijft die uitspraak hangen. Want hoewel hij intuïtief te werk gaat, kun je het niet zomaar ‘experiment’ noemen. In elk geval niet zoals het experiment van de kleurrijke, expressief-spontane schilderkunst van de Cobra beweging, waarover in kranten werd gesproken over geknoei, gekladder en verlakkerij.
Van der Werve is een erkend kunstenaar. In 2013 won hij een Gouden Kalf met de film Nummer veertien: home. Een film waarin hij zijn eigen leven vervlecht met dat van Chopin en Alexander de Grote door een beker aarde uit de tuin van Chopin in Polen naar zijn graf in Parijs te brengen middels een extreem zware triatlon. De overeenkomsten van Van der Werve met de Cobra-beweging hoe ik ze ken worden stuk voor stuk weggeveegd van het onderzoeksbord.
Nummer zes – Guido van der Werve. Foto: Ben Geraerts
De burgemeester zegt het
‘Een aantal waarden van [Guido van der Werves] manier van kunst maken die slaan terug op de waarden van 73 jaar geleden van de Cobra-beweging. Dat vond ik wel leuk om erin te zien’, aldus Tjapko Poppens, de burgemeester van Amstelveen.
Het Cobra Museum voor Moderne Kunst legt op hun website de doorslaggevende overwegingen van de jury uit: ‘In de werken van Guido van der Werve staan experiment, interdisciplinariteit en radicaliteit centraal. Dit zijn kernwaarden die hij deelt met de kunstenaars van de Cobra-beweging. Van der Werve zocht in zijn werk altijd al bewust naar uitputting, volharding en uithoudingsvermogen.’
En voor wie daar nog wat tegenin te brengen had is er het slotakkoord van de omschrijving van de Cobra-beweging op de museumsite: ‘Eén ding is zeker: over de betekenis van Cobra heeft nooit eensgezindheid bestaan. Het karakter van Cobra wordt misschien juist wel bepaald door de tegenstellingen en onenigheden tussen haar leden.’ Dus hij heeft helemaal gelijk. De burgemeester van Amstelveen. Helemaal waar hij over de expositie in het Cobra Museum voor Moderne Kunst zegt: ‘Je moet het komen kijken. Het is verrassend.’
En voor de teleurgestelde ziel die Nummer drie en zes al lang uit het hoofd kent: 12 februari 2022 komt er een de ‘mid-career’ expositie van Guido van der Werve in het Eye Amsterdam onder de naam Tastbare futiliteit. Daar zal alles behàlve de werken in het Cobra museum te zien zijn. Bereid je voor op een middag vol bewegend naakt, explosies en klassieke pianomuziek.
Presentatie Cobra Kunstprijs 2021: Guido van der Werve
Gezien in: Cobra Museum voor Moderne Kunst , AmstelveenNog te zien tot: zondag 06 februari 2022
Link: Beeldend kunstenaar Guido van der Werve wint Cobra kunstprijs 2021
Link: Cobra Kunstprijs voor Guido van der Werve
Link: Guido van der Werve
Link: Verwacht in 2022
Link: Der Wanderer über dem Nebelmeer
Misschien ook iets voor u
Religie van dichtbij in Hermitage Amsterdam
/ 0 Reactiesdoor: Lisa Spooren0 SterrenVorig jaar werkte ik bij Hermitage Amsterdam aan Romanovs in de ban van de ridders, een tentoonstelling waar je leert hoe mensen leefden in de middeleeuwen. In deze special licht ik uit hoe mensen toen het christelijke geloof beleefden binnen de muren van hun huis.
In de grote zaal van de tentoonstelling leer je meer over het dagelijkse leven van welgestelde mensen uit de middeleeuwen. Wat deden ze in hun vrije tijd? Hoe uitten zij gevoelens naar een geliefde? En hoe vierden ze feest? Naar zulke vragen deed ik onderzoek tijdens mijn masterstage. In een serie van een paar specials vertel ik jullie meer over mijn onderzoek door enkele objecten uit te lichten die mooi illustreren hoe middeleeuwers leefden. In deze tweede special ga ik in op hoe mensen het christelijke geloof van dichtbij, in hun eigen huis, beleefden.
Tweeluik met scènes uit het Lijdensverhaal, ca. 1350 © Staatshermitage Museum, foto door Alexander Koksharov
De Bijbel als stripverhaal
Het is net een stripverhaal, maar dan zonder tekstwolkjes. Acht verhaaltjes in twee plaquettes, kriskras door elkaar heen, vertellen samen het verhaal van de Lijdensweg van Jezus. Het verhaal wordt verteld vanaf het verraad van Jezus tot het moment waarop Judas zichzelf ophangt. Maar waarom plaatsten middeleeuwers eigenlijk zulke tweeluiken in hun huis als ze het Lijdensverhaal toch al op hun duimpje kenden?
De Lijdensweg
Als je het verloop van de Lijdensweg kent, zie je dat alle gebeurtenissen niet op een chronologische volgorde staan. Zo zie je rechtsonder dat Judas zilveren muntstoppen toegestopt krijgt voor zijn verraad. Naast dit tafereel zie je het moment waarop Jezus wordt verraden. Judas staat op het punt om Jezus een kus op de wang te geven, een signaal aan soldaten die op de uitkijk staan zodat zij weten wie ze moeten arresteren. De soldaat met de uitgestrekte arm staat zelfs op het punt om Jezus letterlijk bij de kraag te grijpen. Aan de buitenkant lijkt het een liefdevolle omhelzing, maar in werkelijkheid een figuurlijk mes in de rug. Daar komt ook de uitdrukking iemand een “Judaskus” geven vandaan.
Het raam linksonder toont de arrestatie van Jezus. Hij wist al dat Judas hem zou verraden. Als je de blik van Jezus volgt zie je dat hij kijkt naar het levenloze lichaam van Judas. Na de kruisiging van Jezus verhing Judas zichzelf, omdat hij niet kon leven met zijn zonde. Het lijkt alsof de maker inzichtelijk wil maken dat Jezus al wist dat Judas zijn verrader was. Het raam linksboven toont hoe het bloed uit de wonden van Jezus stroomt, terwijl hij wordt gegeseld. Aan de rechterkant is te zien hoe Pontius Pilatus, na de kruisiging, zijn handen wast in onschuld. Of heeft hij juist bloed van Jezus aan zijn handen?
Het samenvoegen van zulke gebeurtenissen stemt daardoor ook tot nadenken over de verhalen die middeleeuwers kenden uit de Bijbel. Normaal gesproken zagen mensen alleen christelijke afbeeldingen in de kerk, dus dat maakt het heel speciaal om ook toegang te hebben tot voorwerpen die het verhaal in je eigen huis verlevendigen en illustreren. De expressieve handgebaren en gezichtsuitdrukkingen laten het verhaal bijna tot leven komen. Door zulke tweeluiken van ivoor, maar ook schilderijen, muurschilderingen en beeldhouwwerken, gingen de verhalen uit de Bijbel leven. Al helemaal als je bedenkt dat zulke tweeluiken in de middeleeuwen ook nog waren beschilderd.
Duitse school (mogelijk Hans Wertinger?), Kruisiging met heiligen en opdrachtgever, 1500-1535 © Staatshermitage Museum, foto door Alexander Koksharov
Alsof je er zelf bij was
Soms is het verlevendigen van een Bijbelverhaal niet genoeg. Als je in de middeleeuwen rijk genoeg was kon je een kunstenaar de opdracht geven om jezelf midden in een Bijbelverhaal af te beelden. Op die manier konden welgestelde mensen zich nog meer inleven in de verhalen en ook aan anderen tonen hoe toegewijd ze wel niet zijn aan het christelijke geloof. Dit deed Philip Wittelsbach (1480-1541), edelman en bisschop van de Duitse steden Freising en Naumburg, die zichzelf geknield liet afbeelden voor een gekruisigde Jezus. Hij wordt van links naar rechts bijgestaan door Maria en de apostelen Philip, Johannes en Petrus. Aan de voet van het kruis ligt een wapenschild met in de linker- en rechterhoek een motief van een sleutel en zwaard die elkaar kruisen, een verwijzing naar het stadswapen van Naumburg. De zwarte gekroonde man verwijst waarschijnlijk naar een zwarte christelijke heilige, maar we weten helaas niet naar wie of hoe hij terecht is gekomen op het stadswapen van Freising. Mogelijk de heilige Mauritius uit de derde eeuw na Christus of Zeno van Verona (300-371), die in de middeleeuwen in Duitsland heel populair waren.
Familiewapen
In het midden van het wapenschild op dit schilderij bevindt zich, in het klein, het familiewapen van het huis van Wittelsbach. Hierdoor verwijzen alle motieven naar zowel de bisdommen waarover hij regeert als zijn familie, die zijn samengevoegd tot één wapenschild. Het schild leunt ook nog tegen het kruis van Jezus, wat benadrukt hoe dicht Philip Wittelsbach wel niet bij het christelijke geloof staat. Dus door je eigen gezicht, familie en status in een Bijbelverhaal te ‘plakken’ konden rijke middeleeuwers het christelijke geloof van dichtbij beleven en verbinden met hun familie. In de middeleeuwen waren familiebanden namelijk heel belangrijk. Het onderhouden van die banden werd dan ook fanatiek gepromoot werd door de katholieke kerk. Veel gelovigen herkenden zich namelijk in verhalen uit de Bijbel waarin familie centraal staat.
Madonna met kind, 1350-1400 © Staatshermitage Museum, foto door Alexander Koksharov
Maria als moeder
Zo halen veel gelovigen bijvoorbeeld liefde, bescherming en troost mensen uit Bijbelverhalen waarin Maria, de moeder van Jezus, voorkomt. De emotionele waarde die mensen toekennen aan Maria geven haar een symbolische status, terwijl ze tegelijkertijd ook maar gewoon een moeder die van haar zoon hield als geen ander en om hem rouwde na zijn dood.
Daardoor kreeg Maria, ten opzichte van andere Bijbelfiguren, een heel ‘menselijk’ karakter en ontstond er in de middeleeuwen een cultus rondom haar, de zogeheten Mariaverering. Talloze beelden, schilderijen en kerken werden in die tijd aan haar opgedragen, maar ook in huis wilden mensen het gevoel hebben dat ze dichtbij Maria konden staan. Om die reden plaatsten veel mensen kleine beelden van Maria in hun huis, zoals dit beeldje van Maria met een lachende baby Jezus op schoot. Doordat het zo klein is weten we dat het heeft gediend voor privégebruik, omdat beelden uit kerken veel groter zijn.
Schilderijen en plaquettes kun je dus bijna zien als ‘ramen’ die middeleeuwers een kijkje gaven in zulke emoties en Bijbelverhalen, maar beeldhouwwerken geven die verhalen nog een extra dimensie. Die zijn allemaal bedoelt om je het gevoel te geven dat je het Bijbelverhaal van dichtbij kan ervaren, alsof de beelden elk moment tot leven konden komen. Al helemaal als de beelden beschilderd waren. Dus zo zie je dat de beleving van het christelijke geloof veel verder gaat dan het vertellen en tonen van een Bijbelverhaal.
Hermitage Amsterdam
Gezien in: Hermitage Amsterdam,Nog te zien tot: zondag 09 januari 2022
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Nieuwe Koch biedt weinig spanning
Een film met Sophia is de nieuwste roman van schrijver en acteur Herman Koch. Over een uitgebluste oude filmmaker en zijn interesse in de jonge hoofdrolspeelster in zijn nieuwste film.
Koch kennen we van Jiskefet, de satirische televisieserie die hij maakte met Kees Prins en Michiel Romeyn (denk aan: Debiteuren Crediteuren en De Lullo’s). Koch schrijft al net zo lang, maar in 2009 brak hij door als auteur bij het grote publiek met zijn roman Het Diner. Hij ontving de NS Publieksprijs en Het Diner werd in Europa meer dan een miljoen keer verkocht.
Verhouding
Het boek begint met een paginalange overdenking van hoofdpersoon Stanley Forbes over of – en zo ja, hoe – hij het etentje van vanavond af zal zeggen. Het is oudjaarsavond, dus hij komt er niet met een klein smoesje vanaf, zo hoor je hem denken. Hij kan zeggen dat hij ziek is, maar wat als zijn vrienden langskomen? Of als hij niet ziek klinkt? Bovendien zou dat betekenen dat hij de rest van de dag niet meer naar buiten kan. Afijn, overwegingen te over die dan ook bladzijdenlang doorgaan.
Naarmate de scène vordert blijkt dat Stanley, een beroemde Nederlandse filmregisseur die ‘het heeft gemaakt’ in Amerika, niet alleen thuis is. Op enig moment komt Sophia, de zestienjarige dochter van een bevriende schrijver, in zijn t-shirt van de trap en vraagt, de slaap uit haar ogen vegend, of hij melk in huis heeft.
Sophia blijkt de hoofdrolspeelster te zijn in zijn nieuwste Nederlandse film genaamd Terug naar huis. Een film die hij in feite helemaal niet wilde maken, want wat is er niet verschrikkelijk en vermoeiend aan de Nederlandse filmindustrie (en überhaupt de hele Nederlandse culturele sector)? Stanley voelt zich eigenlijk veel te goed, maar feit is dat hij werk nodig heeft, en met Sophia, een meisje met nul ervaring als actrice, ziet hij het wel zitten. Aldus geschiedde.
Fascinatie
Het hele boek gaat over Stanley’s fascinatie voor Sophia. Vanaf het moment dat hij haar de eerste keer ziet, in de tuin van een bevriend stel – haar ouders, tot de bewuste ochtend, die de ochtend ná de première van de film in Tuschinski blijkt te zijn.
In de tussentijd neemt Koch je mee op de gedachtestroom van Stanley Forbes, die een nogal nukkige, oude man blijkt te zijn die neerkijkt op een groot deel van de Nederlandse culturele wereld. Niet omdat hij zo prettig kan samenwerken, maar dankzij de goede naam die hij heeft opgebouwd, krijgt hij de kans een nieuwe – zijn laatste – film te maken.
Gedurende het boek lezen we over het maken van deze film, de jaloerse gevoelens van Stanley richting de mannelijke tegenspeler van Sophia en over zijn overwegingen Sophia geheel uit de film te knippen.
Weinig spanning
Ook wordt je meegenomen in Stanley’s herinneringen en kom je te weten waar zijn eerdere films over gingen en waarom hij de dingen toentertijd zus of zo heeft gedaan. Al met al, iets wat we niet gewend zijn van Kochs romans, redelijk….saai! Je leest eigenlijk vooral door om te weten hoe het nou verdergaat met Sophia. Hoe is zij bij hem thuis beland in zijn t-shirt? Waarom wil hij per se het etentje afzeggen? Dat is het enige dat je verder doet lezen. De ontknoping volgt aan het eind, de rest voelt als opvulling.
Niettemin schrijft Koch zeer toegankelijk en leest het boek binnen één á twee middagen weg. Vermakelijk, maar licht teleurstellend gezien de lage spanningsboog.
Een film met Sophia
Schrijver: Herman KochUitgever: Ambo Anthos
Prijs: 22,99
Bladzijden: 304
ISBN: 9789026353048
Misschien ook iets voor u
Nationale hoogvliegers
In ons kikkerlandje worden veel verschillende soorten muziek gemaakt. Muziek in alle toonaarden. In deze twaalfde editie van de nederpopupdate meanderen we tussen lichte jazz met Albertine, naar folk met Roos Meijer en een tintje rock plus blues met Vintage Dutch.
Debuutalbums herbergen vaak een samengebalde eruptie van talent en het beste van vele jaren zwoegen naar zo’n uitgave. In de huidige tijd van streaming gaat er al veel vooraf dat door velen geluisterd kan worden. Daardoor kunnen debuten beter rijpen en is de kans voor een goed vervolg groter. Toch blijft het natuurlijk afwachten of na zo’n debuut er meer fraais volgt.
Albertine
Het album Drops van Albertine verschijnt eigenwijs genoeg alleen op vinyl en natuurlijk op de streamingdienst. Een cd-release wordt vooralsnog niet verwacht. Deze modieuze en toch ook weer retrohouding van deze artieste past een tikje bij het eigenwijze karakter van de muziek van deze zangeres. Albertine is de artiestennaam van de Rotterdamse Yanna Pelser.
De muziek van het album Drops beweegt zich ergens tussen de elektronica, pop, folk en een vleugje jazz. Dat alles in een eigenwijze twist zodat je Albertine niet zomaar in een hokje kan stoppen. Hoe heerlijk is dat: dat je zonder hokje je mee laat slepen in alle bochten die de muzikante je laat opslingeren. Soms lijkt Albertine zelfs een beetje dansbare muziek op ons af te laten komen. De avontuurlijke muziekliefhebber komt al snel aan zijn trekken als hij/zij bovengenoemde stijlen tot het aandachtsgebied mag rekenen.
Naast de zang van Albertine horen we haar ook op de altviool, wat haar muziek de verbindende lijn tussen de liedjes verschaft.
Roos Meijer
Voor uw recensent kwam het album Why Don’t We Give It A Try uit het niets vallen, evenals de zangeres Roos Meijer. Bij eerste beluistering van het album is direct de liefde gesloten. Wat een pracht van liedjes van een dijk van een zangeres! Als we vervolgens lezen dat de liedjes ook nog eens wat te vertellen hebben, dan is aandacht meer dan gerechtvaardigd om deze muziek aan een diepere analyse te onderwerpen.
Het album zal een bijzonder debuut gaan beleven in Het Paard te Den Haag onder de titel Symphonic Junction: Residentie Orkest met Roos Meijer. Als alle coronamaatregelen het toelaten zal dat een seated concert zijn in een bijzondere setting. De grotendeels door Meijer zelf geschreven liedjes herbergen een bijzondere schoonheid. De melancholieke alt-folk klinkt op het album warm. Met een orkest zal het een bijzondere belevenis zijn. Het album verhaalt over haar gesprekken met mensen die veranderingen teweegbrengen in de wereld.
Na de rumoerige start van het album bezingt Meijer in het titelnummer ‘Why Don’t We Give It A Try?‘ het vreemde van het bouwen van een muur om meer vrijheid te krijgen en doelt daarmee op de muur tussen de USA en Mexico, die Donald Trump wilde laten bouwen.
Zo snijdt de zangeres in de elf liedjes allerlei onderwerpen aan. Alles gestoken in een warme, rustige, melodische benadering. Je zou zomaar de sfeer van liefdesliedjes kunnen ontwaren, terwijl Roos Meijer over heftige onderwerpen verhaalt. Het is een echt luisteralbum dat even fraai als tijdloos klinkt, terwijl de onderwerpen waarschijnlijk een beperkte houdbaarheid hebben. Wie niet naar de teksten zal luisteren kan puur genieten van de melodie en warme zanglijnen.
Vintage Dutch
Een band formeren omdat je een zangeres tegen het lijf loopt die je als band verrast, in de goede zin van het woord, zie je natuurlijk maar zelden. Toch is het bij Vintage Dutch het geval! Geen wonder dat zangeres Kim Berger het stralende middelpunt is van deze nieuwe band, die voortgekomen is uit The Tibbs, nadat Elsa Bekman een solocarrière startte en de band feitelijk uiteenviel.
Toch gaat Vintage Dutch niet verder waar The Tibbs ophield. Er zijn duidelijke verschillen, ondanks dat de hele band exclusief de zangeres eenzelfde verleden deelde. De band heeft haar muziek aangepast aan de wat pittigere stem van Berger en laat haar volledig tot haar recht komen.
In een dozijn liedjes neemt Vintage Dutch je mee op een muzikale reis, of eigenlijk pakken ze je in om je vervolgens in een weldadig bad onder te dompelen in een retro jazzy, bluesy muziekcafé. In My Own Voice voelt als warm bad van herkenning, terwijl het toch allemaal frisse nieuwe liedjes zijn van eigen hand. De parel van het album is Never Be Told, waarin de stem van Berger optimaal benut wordt. Het klinkt bluesy en het slijpt in een grote klasse. Berger en bandleider Paul Jonker zijn verantwoordelijk voor het grootste deel van de composities. Het album wordt afgesloten met het liedje ‘Goodbye’ als croonend toefje slagroom op de heerlijke lekkernij, die Vintage Dutch ons voorschotelt.
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur: