Boeken / Fictie

Surreële novelle vergezeld van tekeningen

recensie: Haruki Murakami (vert. Elbrich Fennema) - Slaap

Zeventien dagen en nachten niet slapen. Dit is het surrealistische uitgangspunt van de novelle Slaap, een oude Murakami in een nieuw jasje.

~

De Japanse auteur schreef dit verhaal in zijn grote succesdagen. Na zijn doorbraak met Norwegian wood verruilde hij Japan voor de VS. Daar schreef hij Slaap, vlak voor zijn artistieke hoogtepunt De opwindvogelkronieken. Het werd destijds gepubliceerd in New York Times, werd vervolgens opgenomen in verhalenbundel De olifant verdwijnt en verschijnt nu als losse uitgave voorzien van illustraties van Kat Menschik.

Speels gebrek aan logica

In zijn ruim dertigjarige carrière heeft Murakami veel korte verhalen geschreven. Ze werden onder andere gepubliceerd in de verhalenbundels De olifant verdwijnt, Na de aardbeving en Blinde wilg, slapende vrouw, die samen bijna vijftig korte verhalen bevatten. Daarvan zijn De tweede broodjesroof, De dansende dwerg, Kikker redt Tokio en de beide verfilmde Tony Takitani en Gods kinderen dansen allemaal fanfavorieten. De meerwaarde van deze uitgave van Slaap zijn de tekeningen, die eerder werden opgenomen in een Duitse editie.

Slaap gaat over een vrouw die níet slaapt, al zeventien dagen en nachten. De nachtrust wordt haar ontnomen nadat ze ontwaakt uit een nachtmerrie. Aan het voeteneinde van haar bed staat een grijze man die haar voeten onophoudelijk besprenkelt met water. Het onwerkelijke uitgangspunt is een bekend gegeven voor Murakamiliefhebbers. Zijn oeuvre wordt immers gekenmerkt door onwerkelijke situaties en een speels gebrek aan logica. De lezer is echter snel geneigd de situatie te accepteren. De vrouw, een ik-vertelster, doet dat zelf immers ook, nadat ze haar situatie heel even met argusogen heeft bekeken. 

Spoileralert Anna Karenina

Ondanks het ontbreken van een fatsoenlijke nachtrust blijft haar leven nagenoeg hetzelfde. Sterker nog, het wordt er zelfs beter op. Ze is vitaler dan ooit en ziet er zelfs mooier uit. Daarnaast leidt ze een geborgen bestaan met haar man en kind. Net als altijd maakt ze het huis aan kant, doet boodschappen en trekt haar dagelijkse baantjes in het zwembad. Ze is zogezegd een modale burger.

Omdat ze opeens tijd over heeft – de nachtelijke uren moeten ook worden gevuld – maakt ze ’s nachts autoritjes en pakt haar lang vergeten hobby lezen weer op. Wat Murakami er vervolgens toe beweegt Tolstojs Anna Karenina van voor tot achter uit de doeken te doen blijft echter een raadsel. Wie de Russische klassieker ooit nog wilde lezen kan zich daarna de moeite besparen. Waarom zou iemand bijvoorbeeld de film Shutter Island kijken, die naar de clou toewerkt, en vervolgens aan Dennis Lehane’s roman beginnen?

Er staat iets op knappen

Slaap is een typisch Murakamiverhaal, vol elementen die fans vertrouwd zijn. Allereerst het surrealistische karakter van novelle. Vreemde figuren zoals een man die olifantenoren maakt en een sprekende kat worden opgevoerd in modern Japan. Ook de hoofdpersoon is een doorsnee Murakami-personage: een einzelgänger die weinig conversaties aangaat, veel in gedachten mijmert en alles zijn beloop laat gaan. Iemand die niet per se tevreden is met het leven, maar weinig te klagen heeft. Een vrij gewillig personage, geheel afhankelijk van de pen van de Japanner.

Het meest bepalend voor Slaap is de sfeer. Er wordt gerefereerd naar verleden, heden, toekomst en algemene veranderingen in het leven van het personage. Zoals het leesgedrag van de vrouw – waarom is ze er ooit mee gestopt? Of een aanvaring die ze met haar schoonmoeder had. Door verschillende van zulke, ogenschijnlijk nietszeggende gebeurtenissen ontstaat een zekere spanning. Als lezer voel je aan: er staat iets op knappen, er staat iets te gebeuren. Slaap dringt constant aan om verder te lezen.

Voer voor de fans

De tekeningen zijn gemaakt door Kat Menschik. Deze Duitse kunstenares is net als Murakami niet vies van surrealisme. Haar werk vergt verbeeldingsvermogen, maar dat staat het bevreemdende verhaal goed. De illustraties zijn gebaseerd op het ritme en verloop van het verhaal, wat bijdraagt aan de sfeer. Ze geven hun boodschap echter niet altijd prijs. Sommige zijn duidelijk te herleiden naar Slaap, maar soms is de link lastig te leggen.

Slaap is niet het beste korte verhaal van Murakami, maar het komt fans in alle opzichten tegemoet. Daarom is het ook echt voer voor de liefhebbers. Want deze zoethouder – een nieuwe roman is nog ver weg – leent zich niet voor een eerste kennismaking. Zo’n lezer kan beter De olifant verdwijnt aanschaffen, waar naast Slaap nog zestien andere verhalen instaan, en voor vrijwel dezelfde prijs. De fans hebben er echter een keurig verzorgd kleinood bij. 

Theater / Voorstelling

De drie Vans laten de ontwikkeling van het Nederlandse ballet zien

recensie: Het Nationale Ballet - Goud

Het jubileumprogramma Goud is een hommage aan de drie Nederlandse eigenzinnige choreografen die Het Nationale Ballet zijn eigen identiteit gaven. Van Dantzig, Van Manen en Van Schayk laten ieder een ander gezicht van het gezelschap zien, maar wat overeenkomt is hartstocht en passie.

Dit jaar bestaat Het Nationale Ballet 50 jaar. Met de jubileumvoorstelling Goud voert het drie meesterwerken uit het oeuvre van de drie ‘Vans’ op. De drie Vans zijn natuurlijk Rudi van Dantzig (1933), Hans van Manen (1932) en Toer van Schayk (1936), de drie choreografen, die het Nederlandse ballet zijn moderne gezicht gaven – en een eigen identiteit. Hun choreografieën zijn stuk voor stuk nog springlevend en vormen samen een kleurrijk palet aan uitdrukkingsmogelijkheden in dans. De drie ‘Vans’ zijn de hoofdrolspelers van de avond.

Hartstochtelijk en virtuoos

~

‘Hij danst hartstochtelijk en beschikt over een geweldige uitstraling. Daarbij is zijn techniek buitengewoon virtuoos en toont hij zich telkens weer een innemende partner.’ Deze lovende woorden hadden voor Het Nationale ballet kunnen zijn, maar ze zijn bedoeld voor een aanstormend jong danstalent uit het ballet, een van de sterren van de avond. De Canadees Matthew Golding, die bezig is aan zijn derde seizoen bij Het Nationale Ballet, ontving aan het begin van de avond de Alexandra Radius Prijs, uit handen van de voormalig prima ballerina van het gezelschap. De Vrienden van Het Nationale Ballet geven deze prijs aan de meest opvallende danser of danseres uit het tableau van Het Nationale Ballet. Meteen na de uitreiking laat Golding zien dat de jury niet overdrijft. Zijn openingsdans in de Vier letzte Lieder van Rudi van Dantzig, waarin Dantzig uiting geeft aan het aanvaarden van de dood, is hartstochtelijk en virtuoos. Samen met acht dansers danst hij in vier geïnspireerde duetten op de ontroerende en gelijknamige muziek van Richard Strauss en sopraan Kelly God.

De emotionele duetten zijn een contrast met het mysterieuze bewegingsspel dat choreograaf, decor- en kostuumontwerper Toer van Schayk het gezelschap laat uitvoeren. De omkeerbaarheid van roest draait om de botsing van culturen. De geheimzinnige sfeer wordt versterkt door de ijle en geladen vioolklanken van Italiaanse componist Giacinto Scelsi en de speciaal voor het ballet gemaakte bewerking van het klassiek-Javaanse gamelanstuk Bendrongan door etno-musicoloog Ernst Heins. 

~

Met een zinderend bewegingspel vol temperament en onderhuidse passie, sluit Hans van Manen met zijn werk Vijf Tango’s het jubileumprogramma af. Begeleidt door bandoneonist Carel Kraayenhof en zijn Sexteto Canyengue, nemen de dansers het publiek mee naar het warme Zuiden. Van Manen combineert de gepassioneerde tango met de koele distantie van het ballet, en zorgt met dit ‘huwelijk’ voor een knallend einde.

Dans drukt dans uit en verder niets
Het jubileumprogramma laat zien dat ballet niet alleen tutu’s, maillots en pliés is, maar dat oosterse en zuid-Europese invloeden zonder problemen worden opgenomen. Goud laat de ontwikkelingen van dans zien en de doorbraak in de jaren zeventig en tachtig waar de drie ‘Vans’ voor zorgden, in een afwisselend programma dat door de vele uitersten niet bij iedereen in de smaak zal vallen. Van Manen zei ooit: ‘Dans drukt dans uit en verder niets’. Deze uitspraak en die van andere medewerkers van het Nationale Ballet, zoals de kleedster, de balletmeester en planners prijken op de muren van de zaal. Met Goud bewijst Het Nationale Ballet dat ballet inderdaad alleen dans uitdrukt. Maar dat wil niet zeggen dat het gezelschap niet hartstochtelijk danst en beschikt over een geweldige uitstraling.

Goud is nog tot en met zondag 2 oktober te zien in het Muziektheater in Amsterdam. Daarnaast is er op vrijdag 7 oktober nog een voorstelling in het Lucent Danstheater in Den Haag.

 

Theater / Achtergrond
special: ISH mengt hiphop met opera

Baggy broeken tussen operaklanken

8WEEKLY bezocht de repetities van cross-overdansgezelschap ISH, dat hiphop mengt met opera. ‘Het moet een frisse wind door beide werelden worden’, aldus regisseur en choreograaf Marco Gerris.

Met één sprong, achterwaarts en zonder zijn handen te gebruiken, zit Marco Gerris in de vensterbank. ‘One more time!’ In zijn Engels klinkt voorzichtig een Vlaams accent, terwijl de choreograaf zijn crew tot stilte maant. ‘Focus, please!’ Twee dansers die niet aan de scène meedoen giechelen. Ze liggen op de vloer, hun benen omhoog tegen de muur. Achter hen haalt een meisje op een bankje alle hoge noten met gemak.

In een pand in Amsterdam Osdorp zijn de repetities voor MonteverdISH van dansgezelschap ISH in volle gang. ’s Ochtends wordt in gescheiden groepen gerepeteerd. Tussen de blauwgroene wanden van de ene zaal – zeil op de vloer en een balustrade langs de achterwand – wordt door Gerris de laatste hand gelegd aan het bewegingsgedeelte van de voorstelling. In een ruimte aan de andere kant van de gang werkt Arnout Lems van VocaalLAB aan de muzikale stukken. In die zaal staat ook het decor: een koperbruine stellage met een verhoging in het midden en aan weerszijden zitplaatsen voor de muzikanten. Met een geluidsband werkt ISH uiteraard niet, benadrukt Gerris. Alle muziek wordt live gespeeld. Pieter Perquin – bekend als Perquisite, van Pete Philly – ontfermde zich over de composities. Hij mixte de oorspronkelijke opera met nieuwe klanken.

Cross-overbewerking van een klassieker

~

Het klinkt logisch dat het gezelschap ’s ochtends wordt opgedeeld om te repeteren, als je weet dat in MonteverdISH twee totaal verschillende cultuuruitingen samenkomen: hiphop en opera. Het stuk is een moderne interpretatie van het vijftiende-eeuwse l’Incoronazione di Poppea van de Italiaanse componist Monteverdi. ‘Ik dacht: als we dan toch opera doen, nemen we ook meteen een stuk van de allergrootste componist’, lacht Gerris. Het is niet de eerste keer dat ISH zich aan een opvallende, cross-overbewerking van een klassieker waagt. Eerder maakte Gerris onder andere al STORMISH, een voorstelling rond het werk van Shakespeare.

In de pauze van de repetities staat de choreograaf even te roken bij de uitgang van het pand. Het zijn ambitieuze projecten, geeft hij toe. Hij neemt een trekje van zijn sigaret, tilt zijn capuchon tot over zijn kuifje en glimlacht. ‘Voor zover ik weet is dit niet eerder gedaan in Nederland. Niet op zo’n hoog niveau tenminste.’ De regisseur is zichtbaar trots. ‘Het is heel bijzonder. Ik werk met mensen die hun sporen allang hebben verdiend.’ Toch is dit project ook voor hen een uitdaging. Door de combinatie van hiphop en opera moeten de professionals in beide disciplines zich aanpassen. ‘De b-boys (breakdancers, red.) maken de hardste powermoves en underground hebben ze veel battles gewonnen. Ze zijn heel technisch.’ Toch vergt theater een andere benadering. ‘Ze denken normaalgesproken niet: nu zet ik verdriet neer als emotie of deze sfeer; ze willen gewoon het accent op de juiste beat leggen’, aldus Gerris.

Ook voor de operazangers en -zangeressen is het even wennen: waar de hiphoppers graag improviserend te werk gaan, hebben zij meer sturing nog. ‘De zangers zoeken naar de motieven van personages, willen graag uitleg en onderbouwing.’ Juist dat contrast maakt het spannend voor hem als choreograaf, vertelt Gerris. ‘Ik voel me een bruggenbouwer.’ Maar zijn er dan geen overeenkomsten tussen hiphop en opera? ‘Zeker wel! Het zijn beiden hele krachtige kunstvormen.’

Nog vier repetitiedagen
In de repetitieruimte lijkt de tengere operazanger, zo naast de brede hiphopper – in baggy broek en met petje – nogal klein en kwetsbaar. Maar zodra hij de eerste noten zingt, verdwijnt iedere broosheid. Voor de derde keer moet de scène over, voor de derde keer legt de danser zijn handen op de schouders van de zanger en draait hem met een ruk om. Daar ziet de jongen de fictieve liefde van zijn leven liggen. Met een ander. Verslagen laat de zanger zijn schouders zakken. En waar zojuist hij nog operaklanken zong, neemt de danser het nu van hem over. Hij rapt en kijkt de jongen, vooraan op het denkbeeldige toneel, meewarig aan. Ook Lems is nu in de bewegingszaal. Hij zit naast Gerris in de vensterbank en neuriet de melodie die bij de scène hoort. Het gespeelde lijkt misschien foutloos; toch moet het nog eens over.

‘Het zijn de puntjes op de i’, relativeert Gerris. Nog slechts vier repetitiedagen voor de boeg; toch voelt hij geen druk. ‘Natuurlijk kost het energie, maar je voelt de passie. Er hangt een hele positieve vibe.’ Nu het einde van het creatieproces in zicht is, heeft Gerris hoge verwachtingen. ‘De voorstelling is een frisse wind door de hiphop- én operawereld. Dat hoop ik tenminste.’ Hij leunt even nadenkend achterover. ‘Maar je kunt iets niet bewust hip maken. Zoiets moet ontstaan. Dat is de magie van theater.’

MonteverdISH gaat op 8 oktober 2011 in première in De Meervaart te Amsterdam. Daarna staat de productie in theaters door heel Nederland.

Film / Films

Corruptie houdt geweld favela’s in stand

recensie: Tropa de Elite 2

Tropa de Elite oogstte lof maar kreeg ook kritiek: verheerlijking van het politiegeweld in de favela’s. Tropa de Elite 2 zoomt in op corruptie. Het resultaat is minstens zo indrukwekkend.

Kolonel Nascimento is leider van een speciaal politiebataljon dat opereert onder de naam BOPE. Het embleem van deze beruchte eenheid is veelzeggend: een op een zwaard gespietste doodskop. Drugs- en wapenhandelaren in de krottenwijken van de Braziliaanse stad Rio de Janeiro zijn als de dood voor Nascimento en zijn mannen, die als het moet eerst schieten en dan pas ondervragen. De één vindt de methoden van BOPE fascistisch, de ander een noodzakelijk kwaad.

Realistisch en verontrustend

~

Drie jaar na Tropa de Elite maakt regisseur José Padilha Tropa de Elite 2. Het vervolg op het wereldwijde succes (Gouden Beer in Berlijn) is even realistisch en mogelijk nog verontrustender. Destijds kon je uitgebreid kennismaken met kolonel Nascimento in zijn werk- en thuissituatie, ditmaal krijgt hij van doen met omvangrijke corruptie. Bovendien heeft zijn vrouw hem verlaten en hun zoon meegenomen. Ze blijkt getrouwd met Nascimento’s grootste criticaster, Diogo Fraga, mensenrechtenactivist.

Nascimento en Fraga staan opnieuw tegenover elkaar tijdens een gevangenisopstand die door BOPE-ingrijpen bloederig afloopt. De verantwoordelijk geachte Nascimento moet de militaire politie verlaten, maar onder druk van de publieke opinie wordt hij weggepromoveerd naar het ministerie van Veiligheid. Hier ontdekt hij nog meer corruptie dan hij bij de politie al gewend was. Ook politici, collega-ambtenaren, bestuurders en media hebben tentakels in de georganiseerde misdaad en houden bewust en onbewust het geweld en de armoede in de favela’s in stand.

Vechten tegen het systeem

~

Alle gebeurtenissen zien we door de ogen van Nascimento en horen we in zijn voice over. Met gevaar voor eigen leven gaat hij de strijd aan om de corruptie halt toe te roepen. Ondertussen probeert hij de band met zijn zoon te verbeteren. Al snel realiseert hij zich dat hij vecht tegen het systeem. Zijn frustratie wordt aan het eind van de film mooi verbeeld door een camera die uitstijgt boven Rio de Janeiro om te eindigen bij de overheidsgebouwen in de hoofdstad Brasilia.

De rol van Nascimento wordt met veel charisma vertolkt door Wagner Moura. Voor de gewone Braziliaanse burger is hij een held in én buiten de film. Tropa de Elite 2 is net als zijn voorganger flitsend. Camerawerk, fotografie, montage en hiphopmuziek zijn vakkundig en houden je bij de les. Zulke originele, levensechte producties zie je niet vaak. Er gaan stemmen op om van Tropa de Elite een serie te maken. Overbodig, want in beide films is het belangrijkste al gezegd.

Het onovertroffen succes van Tropa de Elite in Brazilië komt door het realistische beeld van het gewelddadige en armoedige bestaan in de favela’s en het onvermogen van de corrupte overheid. Internationaal vaart het misschien nog mee op de succesgolven van het Braziliaanse meesterwerk Cidade de Deus (2002). Maar qua structuur, gelaagdheid en vernuft is het tweeluik nog altijd vele malen verheffender en subtieler dan de platgetreden paden van de doorsnee Amerikaanse actiefilm.

 

Boeken / Non-fictie

Na ons de onsterfelijkheid

recensie: Jonathan Weiner (vert. Ludo Hellemans) - Eindeloos leven

In het boek Eindeloos leven. De zonderlinge wetenschap van onsterfelijkheid leidt Pulitzerprijswinnaar Jonathan Weiner (1953) de lezer door de wetenschapswereld van de onsterfelijkheid. En een gids blijkt al snel nodig: dit gebied staat nog maar in de kinderschoenen.

In eerste instantie wekt dat verbazing. Al zo lang de mens bestaat houdt deze zich bezig met leven en dood. Al 4.500 jaar geleden ontwikkelden de Egyptenaren een antirimpelcrème om jong te blijven. Een enkele cosmetische ontdekking daargelaten, waren het echter vooral denkers die in de loop der eeuwen aan deze wetenschap hebben bijgedragen.

De vogelvlucht van het onsterfelijkheidsdenken
Eerste in de rij was de dertiende-eeuwse Roger Bacon, hoewel het hoofdzakelijk losse gedachten waren die hij over het onderwerp uitte. Daarna duurde het een paar eeuwen voor een nieuwe geleerde zijn licht erover liet schijnen: Francis Bacon (1561 – 1626). Centrale vraag voor laatstgenoemde was: moeten we de dood aanvaarden? Bacon schreef hierover verschillende verhandelingen en pleitte bijvoorbeeld voor het ontwikkelen van een testprogramma om de geheimen van levensverlenging te onderzoeken. Hij wordt door zijn werk gezien als de grondlegger van de onsterfelijkheidsbeweging.

Hoewel zich na Francis Bacon nog verschillende gerenommeerde denkers over dit onderwerp hebben gebogen (zoals Hobbes en Descartes), was het pas aan het begin van de twintigste eeuw dat er serieuze wetenschappelijke experimenten werden uitgevoerd. Zo injecteerde Eugen Steinach mannen (onder wie Freud) met een extractie van apentestikels om hun de kracht van een jongere te geven, en legde Alexis Carrel (Nobelprijswinnaar Fysiologie) zich toe op orgaantransplantaties.

Het is met name dankzij dit type praktijkonderzoek dat de onsterfelijkheidswetenschap de afgelopen decennia een vogelvlucht heeft genomen. De strategie is als volgt: men onderzoekt wat de interne oorzaak is van veroudering en poogt die vervolgens weg te nemen. Momenteel overheerst de gedachte dat veroudering voortkomt uit een insluipende disbalans tussen verbranding en vernieuwing van cellen. Kan de stabiliteit tussen verbranding en vernieuwing worden gecontinueerd vanaf de jeugd, dan kan de mens theoretisch onsterfelijk worden.

Toekomstmuziek
Eindeloos leven is een introductie tot het onsterfelijkheidsdenken. Toch roept het boek de vraag op of er vanuit populair-wetenschappelijk perspectief meer over dit onderwerp kan worden gezegd dan Weiner vermeldt. Want hoewel de ontwikkelingen snel gaan, heeft de gerontologie nog geen enkele greep op het leven of de onsterfelijkheid. Er wordt voortdurend achter de feiten aangelopen en het blijft voornamelijk bij het verdedigen van enkel theorieën. Ook roept het streven naar onsterfelijkheid tal van praktische en ethische vragen op waarop het vakgebied het antwoord nog schuldig moet blijven, die uiteindelijk alle draaien om de vraag of de mensheid eigenlijk wel onsterfelijk moet willen zijn.

Minpunt aan de publicatie is dat de auteur aan dit laatste aspect weinig aandacht heeft besteed. In hoeverre speelt de mening van ‘de gewone mens’ een rol bij deze wetenschappelijke activiteit? Spelen bij dit onderwerp niet (net als bij het gekloonde schaap Dolly) verschillende ethische dilemma’s waarover eerst tot overeenstemming moet worden gekomen, voor onsterfelijkheid in gang mag worden gezet? Wordt eigenlijk wel gevraagd wat de burger wil? En wat als de mensheid niet uit die dilemma’s kan komen?

Must read
Die omissie daargelaten, is Oneindig leven van gerenommeerd wetenschapsjournalist Jonathan Weiner een boeiend, bij vlagen humoristisch en toegankelijk geschreven boek. Het biedt de lezer een goede inzage in de geschiedenis van het onsterfelijkheidsstreven en de huidige stand van zaken. Weiner doet recht aan zowel voor- als tegenstanders en werkt gedurende het boek naar zijn boodschap toe. Voor al wie een ingang zoekt naar dit onderwerp is Oneindig leven zonder twijfel een must read.

Muziek / Album

Tweede album Chickenfoot overtreft debuut

recensie: Chickenfoot - Chickenfoot III

.

Hardrockformatie Chickenfoot overtreft met het tweede album Chickenfoot III het succesvolle debuut, maar er is weinig plaats voor vernieuwing.

Chickenfoot III heet de langverwachte tweede plaat van Chickenfoot. Merkwaardig, want het album is het eerste dat de band na het titelloze debuut uit 2009 uitbrengt. De vergelijking met een andere ‘supergroup’ is dan snel gemaakt; The Traveling Wilburys brachten in 1990 hun tweede album uit onder de titel Vol. 3. Maar waar de Wilburys hun debuutalbum niet konden evenaren, stelt Chickenfoot III niet teleur. Tenminste, als je genoegen neemt met meer van hetzelfde.

Met het knallende ‘Last Temptation’ komt het album direct ter zake. Een heerlijke up-tempo rocksong met zware gitaarriffs en schreeuwerige zang. Samen met andere hoogtepunten als ‘Alright Alright’ en ‘Dubai Blues’ had het nummer niet misstaan op een later Van Halen-album als For Unlawful Carnal Knowledge of Balance.

Hoewel alle bandleden vakwerk leveren, is Satriani ook op het tweede album de absolute ster. De gitarist maakt met zijn vlugge, verbluffende solo’s de nummers net wat interessanter, zoals Edward Van Halen dat vroeger bij zijn groep deed. Het door Mike Fraser (bekend van onder andere AC/DC en Metallica) geproduceerde Chickenfoot III is iets beter en gevarieerder dan het debuut, maar toch weinig verrassend. Dus meer van hetzelfde en niets meer, niets minder. In dit genre is dat precies wat fans willen.

Boeken / Fictie

Geen heruitvinding van de thriller

recensie: Irvine Welsh (vert. Ton Heuvelmans) - Misdaad

Kindermisbruikers, bange meisjes, een rechercheur aan de coke. Genoeg schokkende ingrediënten voor een heel erg aangrijpend boek. Het mocht helaas niet baten.

Irvine Welsh’ debuutroman Trainspotting (1993) heeft zowel in boekvorm als op film de klassiekerstatus bereikt. De Schotse cultauteur staat bekend om zijn rauwe en realistische beschrijvingen. Zijn kenmerkende thema’s – seks, drugs, drank, depressies en het uitschot van de samenleving – komen terug in Misdaad. Hoewel dat terugkeren van thema’s op het eerste gezicht lijkt op een kunstje, is de herkenbaarheid juist wat Welsh Welsh maakt. Ook komen zijn personages in verschillende boeken terug door een cameo, waardoor zijn boeken toch een soort reeks vormen.

Kinderlokker op elke straathoek


De hoofdpersoon in Misdaad, Ray Lennox, kennen we al van zijn bijrol in Smeris. Rechercheur Lennox faalt in een Schotse pedofiliezaak. Vol demonen vertrekt hij met zijn verloofde Trudi naar Florida voor een opfrissende vakantie. Lennox zakt steeds dieper af en verliest zichzelf in nachtclubs, drank, vrouwen en cocaïne. Wanneer hij met twee vrouwen mee naar huis gaat, vindt hij daar een tienjarig meisje. Een slachtoffer van kindermisbruikers. Hij besluit het meisje te redden en slaat met haar op de vlucht.

In deze roman lopen twee verhaallijnen door elkaar heen: de zaak in Edinburgh, waarin het draaide om het opsporen van de moordenaar en verkrachter van een zevenjarig meisje. En die van het tienjarige meisje dat slachtoffer is van een pedofielennetwerk in Miami. In Lennox’ visie zijn de twee zaken onlosmakelijk met elkaar verbonden. De daders zijn tenslotte allemaal dezelfde onmenselijke beesten, waarvoor alle scheldwoorden tezamen nog lang niet de lading dekken.

Onlegendarische leeservaring


Met een onderwerp als pedofilie zouden je zintuigen tijdens het lezen overuren moeten draaien. Het ongeloof, de woede, de angst, het onrecht: de opgeroepen emoties zouden bijna te veel moeten zijn om te hanteren. Het pleit voor Welsh dat hij er niet voor terugdeinst deze schokkende materie te beschrijven, maar van bovenstaande is nauwelijks sprake. Je kunt het boek prima lezen zonder het weg te willen leggen omdat het je te veel wordt. Misdaad laat geen indruk achter.

Wel is Welsh’ thriller eerlijk geschreven. Hij toont hoe het slachtoffer de jager kan worden. Het tienjarige meisje, dat niet beter weet, probeert Lennox te verleiden. Omdat ze hem aardig vindt en hoopt dat het met hem beter voelt dan met de andere mannen. Een intens treurige zienswijze, maar o zo voorstelbaar. Maar de slachtofferrol kan ook de andere kant op slaan, waarbij het slachtoffer agressief en bezeten wordt. Het meisje is onschuldig in haar toenaderingen, maar de suggestie dat een slachtoffer een misdadiger kan worden, is sterk aanwezig.

Thrillerrecept op de kop


Dit boek roept niet alleen de vraag op hoever goedpraten en medelijden mogen gaan, maar ook tot op welke hoogte iemand schuldig is aan pedofilie. Lennox maakt fouten, door bijvoorbeeld een discutabele collega alleen te laten met een minderjarige. Hoewel de misbruiker altijd de schuldige is, kunnen anderen ook fout zitten door het misbruik te faciliteren. Die ondertoon maakt dat de dreiging telkens opnieuw wordt opgevoerd. En Lennox heeft duidelijk geheimen. Zal hij toch zwichten voor de verleidingen van het meisje?

Welsh is een meester in het uitbuiten van zijn spanningsboog, maar verliest die spanning meteen weer door de personages van alle kanten te benaderen. De lezer weet helaas gewoon te veel. Het mag duidelijk zijn dat Welsh geen standaardthriller heeft afgeleverd, met een rechercheur of patholoog anatoom die stukje bij beetje een zaak ontrafelt. Het gaat in Misdaad niet om het speurwerk. De plot is eenvoudig, en de uitwerking van de achterliggende gedachte blijft oppervlakkig. Zo legendarisch als Trainspotting is Misdaad niet, daarvoor is de materie van Misdaad te ernstig beschreven, en het einde te zoetsappig. Het succes van Welsh’ eerste roman is ook niet te evenaren; een vergelijking kan zijn nieuwste alleen maar in de weg staan. Als opzichzelfstaand boek is Misdaad onderhoudend, maar door de reputatie van de auteur zal menig lezer teleurgesteld raken.

Theater / Voorstelling

Zoektocht naar de balans tussen hoofd en hart

recensie: Laura van Dolron - Het voordeel van de twijfel

Het gevoel en het verstand lijken soms mijlenver van elkaar verwijderd in het verhaal over Narziss en Goldmund van Hermann Hesse. Laura van Dolron laat in Het voordeel van de twijfel zien dat de afstand minder groot is dan je misschien denkt.

zien dat de afstand minder groot is dan je misschien denkt.

Laura van Dolron laat zich graag inspireren door grote denkers of kunstenaars. Ditmaal neemt ze Narziss und Goldmund van Hesse onder handen en daar rolt natuurlijk een heel eigen versie uit. Normaal gesproken wordt de voorstelling gespeeld door twee mannen, Steve Aernouts en Dion Vincken. Maar Vincken is deze avond afwezig en daarom wordt zijn rol overgenomen door Van Dolron zelf. Een noodgreep, want de parallellen met de karakters van Hesse komen daardoor  minder sterk naar voren. Maar dat begrijpt Van Dolron zelf ook: ‘Met Dion werkt het beter, hoor, dus kom volgende week gewoon nog eens kijken’, roept ze een paar maal in de voorstelling.

De vriendschap tussen Narziss en Goldmund
Op een lacherige manier vertellen Aernouts en Van Dolron het verhaal van Narziss en Goldmund aan het publiek. De twee ontmoeten elkaar in een klooster en worden goede vrienden, maar hun wegen scheiden toch weer. Narziss is tevreden met zijn leven als monnik, maar Goldmund heeft problemen. Hij is rusteloos en blijft nooit lang op één plaats. Constant is hij op zoek naar een innerlijke noodzaak om iets te doen of ergens te zijn. Uiteindelijk, wanneer Goldmund op sterven ligt, ontmoeten de vrienden elkaar weer – volgens Van Dolron en Aernouts veel te laat. Dan blijkt dat de twee vertellers het belangrijkste deel van het verhaal vergeten zijn: halverwege zijn zoektocht komt Goldmund terecht bij een kunstenaar, bij wie alles klopt en alles in balans is. Daar maakt Goldmund het mooiste kunstwerk van zijn leven: een portret van zijn vriend Narziss.

~

Dan vraagt Aernouts zich ineens af hoe het eigenlijk bij hem zit. Voelt hij zelf wél een innerlijke drang om hier te zijn, op het toneel? Hij besluit in een hoekje te gaan zitten wachten tot hij iets voelt. Van Dolron is overgeleverd aan het publiek en ratelt de tijd vol met allerlei opborrelende gedachten, maar die gedachten verworden tot twijfels en frustraties, over mensen die altijd maar met hun gevoel bezig zijn en die daar heus niet veel beter van worden. Het ontaardt in een woedeaanval, want van alleen maar redelijk nadenken raak je soms zelf in de knoop.

Het hart of het hoofd?
Gelukkig is daar Aernouts om haar te troosten en tot rust te brengen. Het hart van Aernouts’s Goldmund en het hoofd van Van Dolron’s Narziss lijken weer even bij elkaar te komen. Maar al snel rijst de twijfel of het denken en het voelen wel zo strikt gescheiden zijn. De mysterieus zwijgende Aernouts krijgt dan wel het voordeel van de twijfel van het publiek, dat van alles op hem kan projecteren, maar is het niet veel moediger om alle twijfels hardop uit te spreken en niet, zoals hij, binnen te houden om maar sympathiek over te komen? En komen die twijfels toch niet gewoon voort uit het hart?

Het voordeel van de twijfel zit vol met bespiegelingen over hoe mensen vandaag de dag op elkaar reageren. Het is een zoektocht naar diepere zingeving, naar een ideale combinatie van gevoel en verstand. Deze spirituele invalshoek wordt met veel humor en scherpzinnigheid gebracht, wat versterkt wordt door het samenspel van de acteurs. De Vlaamse Aernouts krijgt met zijn goeiige uitstraling al snel de lachers op zijn hand, terwijl het publiek sterk meeleeft met de innerlijk worstelende Van Dolron. Waarschijnlijk is de chemie tussen Aernouts en Vincken nog sterker en daardoor ontroerender, maar het blijft een toneeltekst van Van Dolron, die daarmee de vervanger bij uitstek is.

Een antwoord op de zoektocht naar hedendaagse spiritualiteit geeft Het voordeel van de twijfel niet, maar de voorstelling bevat zoveel interessante gedachten en vergelijkingen, dat het publiek na afloop een beetje meer verlicht de zaal verlaat.

Laura van Dolron is bij het NNT met het programma Stand-up Philosophy (drie verschillende voorstellingen) te zien tot en met 24 september 2011.

 

Boeken / Non-fictie

‘Het eenige meisje in de wereld dat een machinegeweer bedient’

recensie: Yvonne Scholten - Fanny Schoonheyt

Vrouwen die streden in de Spaanse Burgeroorlog trokken de aandacht. Helemaal als deze ‘milicianas’ uit het buitenland kwamen en zich opwerkten in het Republikeinse leger. Fanny Schoonheyt was een van hen, en haar geschiedenis leest als een jongensboek.

Fanny Schoonheyt

Fanny Schoonheyt

Ze was stoer, Fanny Schoonheyt (1912-1961). In het vrome Spanje van de Burgeroorlog (1936-1939) rookte zij bij het leven, sleutelde aan machines en volgde een pilotenopleiding.

Mysterie en raadsels

In Nederland was zij, als redacteur bij de NRC en met bijdragen in De Groene Amsterdammer, doorgedrongen tot het intellectuele milieu, al bleven haar journalistieke successen beperkt. En hoewel ze de nodige kunstkritieken en beschouwingen van de actualiteit schreef, lukte het niet langer haar stukken te slijten toen zij eenmaal als ‘miliciana’ in de strijd tegen Franco betrokken raakte.

Al in 1986 maakte biografe Yvonne Scholten als radiomaker voor de VPRO een uitzending over Fanny Schoonheyts rol in de Burgeroorlog. Berichten over de voor de Colombiaanse FARC vechtende Tanja Nijmeijer en hernieuwde controverses rondom de Burgeroorlog in Spanje zetten haar een paar jaar geleden aan haar onderzoek te hervatten. Het leven van Fanny is omgeven met mysterie. Haar motieven om naar Spanje te trekken waren voor velen een raadsel, en ook haar dochter sloeg achterover van verbazing toen Scholten haar confronteerde met haar moeders verleden. De sporen die Fanny achterliet zijn dan ook summier.

Een spannend geschiedverhaal


Scholten kiest daarom voor het onderzoek zelf als rode draad van haar verhaal. Elke nieuwe aanwijzing leidt zij uitgebreid in, en vormt de aanzet tot meer historische context. Daarbij schrikt ze er niet voor terug haar persoonlijke keuzes en twijfel te belichten. Zo verzucht ze na een passage vol vermeende connecties en affaires: ‘Hoeveel coïncidenties kan een levensverhaal verdragen?’

Geleidelijk ontvouwt zich zo een geschiedenis die leest als een spannend verhaal. Elke nieuwe ontdekking plaatst Scholten in een historische context, en soms wordt ook zijzelf door de geschiedenis ingehaald; wanneer ze bijvoorbeeld mensen aanhaalt die ze in 1986 nog interviewde, maar bij wie ze door hun overlijden geen nieuwe vragen kwijt kon. Haar vondsten deelt Scholten graag met de lezer, in vele en vaak lange citaten. Soms is ze hierin wat overenthousiast. Want hoewel contemporaine observaties in een archaïsch taalgebruik levendige illustraties opleveren, halen ze ook de vaart uit de tekst.

Een verborgen verleden


In Spanje groeit Fanny uit tot een geziene strijder voor de goede zaak. Een Nederlandse journalist beschreef haar daarom destijds als ‘het eenige meisje in de wereld dat een machinegeweer bedient, een groote mooie blondine’. Dat dit opzienbarend was, bewijzen ook hedendaagse Spaanse historici, die niet geloven dat een buitenlandse vrouw zich zodanig kon opwerken. Met genoegen beschrijft Scholten hun verbazing als zij haar verhaal bekroont met een foto van Fanny in officierskostuum.

Wanneer de Burgeroorlog gestreden is, ontneemt de Nederlandse regering Nederlanders die in Spanje streden de nationaliteit. Franco zuivert zijn tegenstanders of denaturaliseert ze. Fanny weet naar Zuid-Amerika te ontkomen, waar haar grote zwijgen begint. Een van de verklaringen die Scholten hiervoor aandraagt zijn Fanny’s mogelijke werkzaamheden voor de Russische geheime dienst, waardoor zij zelfs in contact kwam met Ramón Mercader, de man die Trotski de schedel insloeg. Het lijkt de climax van een misdaadthriller.

Meeslepende speurtocht

De geschiedschrijver reconstrueert het verleden, maar moet daarbij onvermijdelijk keuzes maken. Yvonne Scholten omarmde dit gegeven. Zij schreef een boek dat leest als een geschiedenis van de Spaanse Burgeroorlog, van het individu dat vecht voor een ideaal, en van de zoektocht naar de sporen die deze beider geschiedenissen nalieten. Fanny Schoonheyt is daarmee niet alleen het levendige verslag van een eenling op een ideologisch strijdtoneel, het is ook een meeslepende speurtocht naar de overblijfselen van dat verleden. 

Theater / Voorstelling

Ontwapenende stand-up philosophy

recensie: Laura van Dolron - Iemand moet het doen

Laura van Dolron denkt hardop na over de betekenis van het leven en de huidige maatschappij, en over haar rol daarin. Ze twijfelt, vraagt, wikt en weegt en uit die gedachtestroom komt uiteindelijk een overtuigend antwoord voort.

Het toneel is vrijwel leeg. Er staat een stoel en een tafeltje met wat beschreven vellen papier erop. Het mag duidelijk zijn: niet hoe het eruit ziet, maar de woorden die worden gesproken zijn hier belangrijk. De jonge theatermaakster Van Dolron richt haar verhaal direct tot het publiek, op een cabareteske manier. Ze omschrijft haar eigen speelstijl als ‘stand-up philosophy’: theater waarbij de diepgang niet wordt geschuwd, maar dat op een lichte, toegankelijke manier wordt gebracht, vergelijkbaar met stand-up comedy. Van Dolron weet met veel zelfspot de zaal aan het lachen te krijgen, maar tegelijkertijd houdt ze het publiek een spiegel voor, waardoor het stuk verder reikt dan gewoon cabaret. Ze rijgt een soort kralensnoer van anekdotes, grappige of juist serieuze ideeën en bespiegelingen over haar eigen leven en de huidige maatschappij.

Alternatief voor het kapitalisme
Zo vertelt Van Dolron dat ze voor het maken van de voorstelling drie dingen wilde doen. Ten eerste wilde ze een alternatief vinden voor het kapitalisme. Daarvoor maakt ze kennis met Daniël, een jonge goeroe die beweert dat vrije seks de enig mogelijke uitweg uit het kapitalistische systeem is. Daar heeft Van Dolron weinig mee op. Ze gelooft eigenlijk dat het enige dat mensen nodig hebben een beetje liefde is. Iemand die je hand vast pakt of je een knuffel geeft, zoals haar demente oma dat deed bij haar opa op diens sterfbed.

Ten tweede wilde ze mediteren in Thailand. Ze vertelt over een Engelse boeddhistische monnik die ze daar ontmoette, en met wie ze tien dagen heeft gezwegen. Het hielp haar verder in haar spirituele zoektocht, maar nuchter als ze is realiseert ze zich dat haar publiek al de hele avond vrijwillig zwijgend naar haar zit te luisteren. Was het eigenlijk wel nodig om daar zo ver voor te vliegen?

Tot slot wilde ze kennismaken met Palestijnen. In Israël ontmoet ze Iwan, een negentienjarige jongen die in haar westerse ogen een held is. Het valt haar op dat mensen in de Palestijnse gebieden, die constant in oorlog leven, zo veel vriendelijker zijn dan mensen die hun leven lang alleen vrede hebben gekend. Is oorlog dan toch nodig om ons uit de apathie te halen? Dit vraagt ze aan Iwan, maar die blijkt eigenlijk allang genoeg te hebben van die Westerlingen die alleen maar naar de oorlog vragen. Hij wil het veel liever met Van Dolron hebben over zijn lievelingsband Pink Floyd.

Betoog tegen Wilders
Zo beseft Van Dolron ineens dat ze in Israël op zoek was naar iets wat ze ook thuis kan vinden. Waarom heeft ze eigenlijk geen interesse voor haar eigen buurman? Deze gedachten ontlokken vervolgens een vlammend anti-Wildersbetoog, waarin ze een clichématige moraal niet schuwt. Wees tolerant, met een beetje liefde worden we allemaal gelukkiger… Het is al tientallen malen verkondigd voor het theaterpubliek, dat hiervan allang niet meer overtuigd hoeft te worden.

Desondanks is Van Dolron ontwapenend en oprecht in haar verhaal, omdat ze het publiek deelgenoot maakt van haar twijfels en frustraties. Bij iedere kanttekening die je als kijker wil plaatsen, is ze je al voor. Ja, dat een pleidooi voor de liefde afgezaagd is, dat weet ze zelf ook wel en dat maakt het juist zo irritant, want is de waarheid niet altijd cliché? Dan kun je dus nooit meer iets wezenlijks zeggen. Iemand moet het doen lijkt een therapeutische sessie voor de theatermaakster zelf, maar voor het publiek blijkt het een prachtige parelketting waar het nog lang plezier van zal hebben.

 Laura van Dolron is bij het NNT met het programma Stand-up Philosophy (verschillende voorstellingen) te zien tot en met 24 september 2011.