We kunnen vragen om cookies op uw apparaat te plaatsen. We gebruiken cookies om ons te laten weten wanneer u onze websites bezoekt, hoe u met ons omgaat, om uw gebruikerservaring te verrijken en om uw relatie met onze website aan te passen.
Klik op de verschillende rubrieken voor meer informatie. U kunt ook enkele van uw voorkeuren wijzigen. Houd er rekening mee dat het blokkeren van sommige soorten cookies van invloed kan zijn op uw ervaring op onze websites en de services die we kunnen bieden.
Deze cookies zijn strikt noodzakelijk om u diensten aan te bieden die beschikbaar zijn via onze website en om sommige functies ervan te gebruiken.
Omdat deze cookies strikt noodzakelijk zijn om de website te leveren, heeft het weigeren ervan invloed op het functioneren van onze site. U kunt cookies altijd blokkeren of verwijderen door uw browserinstellingen te wijzigen en alle cookies op deze website geforceerd te blokkeren. Maar dit zal u altijd vragen om cookies te accepteren/weigeren wanneer u onze site opnieuw bezoekt.
We respecteren volledig als u cookies wilt weigeren, maar om te voorkomen dat we u telkens opnieuw vragen vriendelijk toe te staan om een cookie daarvoor op te slaan. U bent altijd vrij om u af te melden of voor andere cookies om een betere ervaring te krijgen. Als u cookies weigert, zullen we alle ingestelde cookies in ons domein verwijderen.
We bieden u een lijst met opgeslagen cookies op uw computer in ons domein, zodat u kunt controleren wat we hebben opgeslagen. Om veiligheidsredenen kunnen we geen cookies van andere domeinen tonen of wijzigen. U kunt deze controleren in de beveiligingsinstellingen van uw browser.
Deze cookies verzamelen informatie die in geaggregeerde vorm wordt gebruikt om ons te helpen begrijpen hoe onze website wordt gebruikt of hoe effectief onze marketingcampagnes zijn, of om ons te helpen onze website en applicatie voor u aan te passen om uw ervaring te verbeteren.
Als u niet wilt dat wij uw bezoek aan onze site volgen, kunt u dit in uw browser hier uitschakelen:
We gebruiken ook verschillende externe services zoals Google Webfonts, Google Maps en externe videoproviders. Aangezien deze providers persoonlijke gegevens zoals uw IP-adres kunnen verzamelen, kunt u ze hier blokkeren. Houd er rekening mee dat dit de functionaliteit en het uiterlijk van onze site aanzienlijk kan verminderen. Wijzigingen zijn pas effectief zodra u de pagina herlaadt
Google Webfont Instellingen:
Google Maps Instellingen:
Google reCaptcha instellingen:
Vimeo en Youtube video's insluiten:
De volgende cookies zijn ook nodig - U kunt kiezen of u ze wilt toestaan:
U kunt meer lezen over onze cookies en privacy-instellingen op onze Privacybeleid-pagina.
Disclaimer en privacybeleid
Pijpen van plezier
Anne Vegter is een opvallend speelse auteur, van wie veel dichtwerk met erotiek doordesemd is. Zo ook in de voor de VSB Poëzieprijs 2011 genomineerde bundel Eiland berg gletsjer, al kan het er soms tussen de dijen onder nul zijn…
Erotiek is een van de lastigste onderwerpen in de literatuur. Een kleine greep uit de vele prozadebuten van de afgelopen jaren laat het zien: in poging effect te sorteren, verworden ze tot een zoveelste boek waarin geneukt wordt. Nee, lees Brodkeys korte verhaal Onschuld maar eens of de bloemlezing Hard en teder van Blondeau en Van den Berghe die van recentere datum is. Vegters poëzie echter, lust er ook wel pap van.
Gordijnerotiek
In Eiland berg gletsjer staan tussen de gedichten erotische tekeningen die gemaakt zijn door Vegter zelf. Wie aan de bundel begint kijkt op matrashoogte tegen de vagina van een met haar benen gespreide vrouw. Je ziet drie piemels op hun balzakken balanceren en een man naar zijn erecte manhood kijken.
Maar pas op: de gedichten zijn geen tekstuele youporn-fragmenten. Evenmin stijgen ze op in gekuiste Hoogliedlyriek. Vegters erotiek – dat heet, de erotiek in haar werk – gaat vaak van schaduwen vergezeld. Het is gordijnerotiek, datgene waarover men niet zo graag opschept maar binnenskamers houdt. In ‘Persoonsverwisselingen’ wordt bijvoorbeeld de liederlijke vrijheid bezongen die vreemdgaan heet:
Vegters ironie is snijdend en zo ook de woede van de ik-persoon, die overigens (o ironie) erg geestig is opgetekend:
Intimiteit
Meer nog dan om erotiek, gaat het om de zucht naar intimiteit en het verlies ervan. Als in het gedicht ‘Tramps’ afscheid genomen wordt van een ex-geliefde, is de erotiek koud en agressief in haar sarcasme.
Opvallend is de afwezigheid van vraagtekens. Er wordt geëist dat iemand opstaat en de ik-persoon vasthoudt, maar de vraag blijft uit – er is niemand om op te staan. Eerder in het gedicht luistert de ex-geliefde ook niet meer; elk vraagteken is overbodig. Dit afscheid is definitief en dat levert, zoals je dat zelf bij veel relatie-eindes kan ervaren, gemengde gevoelens op. ‘Tramps’ laat dat op treffende wijze zien, dat feest van hernieuwde vrijheid en die verzuurde maag van ledigheid.
Oplevend dood
Wie geilt op goede poëzie, kan maar beter doorlezen: Vegters bundel is compromisloos. Om de regels in de ’titelcyclus’ te kunnen lezen moet je de bundel een kwartslag draaien. De cyclus gaat over een stel met kinderen dat een ‘diepteoorlog’ met elkaar voert (waarin overigens toch een vervoeging van het woord neuken een keer of vijf, al dan niet overdrachtelijk voorkomt), waarin uiteindelijk drie dingen op het spel staan: de liefde (eiland), de toekomst (berg) en de zinnelijkheid (gletsjer): ‘Ook als jij ’n laatste atoom van je lichaam schraapt, zou je oplevend dood willen zijn / als laatste hart (eiland), als laatste berg (buik) of gewoon schitterend als kut (gletsjer).’
Een ander gedicht, ‘Dochter van’, neemt achttien bladzijden in beslag, tweeëntwintig als je de tekeningen die eraan voorafgaan en de titelpagina meerekent. Dit om ademloos te lezen gedicht is een incestueuze pendant van de ark van Noach met een ijzingwekkend bloedheet einde, twee connotaties die elkaar in dit gedicht niet bijten.
Oosterhoff
~
Vegters poëzie mag in haar taalgebruik wel alledaags zijn, zij ontsluit zich niet zo gauw. Juist dat maakt haar zo interessant en voor verschillende lezingen vatbaar. Ze is zinnelijk, warm, koud en afstandelijk tegelijkertijd. Er zit een hunkering in naar nabijheid, maar niet zonder het tegendeel daarvan invoelbaar te maken. Eiland berg gletsjer vriest en smelt als ijs, is eeuwig en groots als bergen en weet zich eenzaam en omvat als een eiland; een bundel die je niet gauw weglegt.
Prijs: 17,95
Bladzijden: 72
ISBN: 9789021439006
Misschien ook iets voor u
Paus met podiumvrees
De nieuwe paus heeft faalangst. Ideaal uitgangspunt voor een doldwaze klucht of een nietsontziende satire. Het tragikomische Habemus Papam biedt echter geen heikele issues. Wel oudgediende Michel Piccoli in een glansrol.
~
Seks, moeder en onvervulde fantasieën
Een vooraanstaand psychiater krijgt de opdracht een handje te helpen. Maar wat mag je een paus wel en niet vragen? In ieder geval niets over seks, zijn moeder, onvervulde fantasieën, dromen en zijn kindertijd. Onbegonnen werk voor zelfs de beste zielenknijper, zeker als alle kardinalen over je schouder meekijken. Dus gaat Melville incognito naar een psychiater in de stad, waar hij ontsnapt aan zijn begeleiders. De paus beleeft zijn eigen Roman Holiday: de smaak van vrijheid in de gewone samenleving.
~
Gemiste kans?
Als je al een speelfilm maakt over de paus ligt het voor de hand netelige kwesties te behandelen, zoals seksueel misbruik door priesters en uitspraken van de katholieke kerk over het celibaat, condoomgebruik en homo’s. Niets van dit alles in Habemus Papam. Een gemiste kans? De keuze van Moretti is begrijpelijk en slim. Hij focust zich puur op een paus die een gewoon mens met twijfels blijkt. Bovendien zouden actuele schandalen het tijdloze karakter van de film kunnen schaden.
~
Perfecte paus
De kracht van een groot acteur is dat deze een bepaalde rol op indrukwekkende en overtuigende wijze leven weet in te blazen. Het is de vraag of Habemus Papam zonder Michel Piccoli (85) geen vlak schouwspel zou zijn geworden. De levende Franse filmlegende heeft in dit fijnzinnige en politiek correcte drama, met een magnifieke slotscène, maar weinig woorden nodig om een arsenaal van diepe gevoelens over te brengen. Er zijn acteurs die voor minder een Oscar mochten ontvangen.
Habemus Papam
Regie: Nanni MorettiJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Briljante raps over niets
/ 0 Reactiesdoor: Mathijs Spies0 SterrenDoggystyle is niet alleen het beste album in het oeuvre van de beroemde rapper, maar ook een mijlpaal in de muziekgeschiedenis. Een uitgekiende productie en een buitengewoon sterke nadruk op raps als songs zijn de ingrediënten van een ware klassieker.
Dit artikel maakt deel uit van een reeks over klassieke albums uit de muziekgeschiedenis. Lees ook over: The Velvet Underground & Nico van The Velvet Underground, The Man Machine van Kraftwerk, Wish You Were Here van Pink Floyd, Superfly van Curtis Mayfield, Tales from Topographic Oceans van Yes, Exile on Main St. van The Rolling Stones, In the Court of the Crimson King van King Crimson en Grace van Jeff Buckley.
~
De reden is dat de songs op het album songs zijn: ze bevatten herkenbare melodieën, hooks, refreintjes die nog steeds mee geneuried kunnen worden. Dit is muziek in de traditionele zin van het woord: zelfs hiphophaters moeten de kwaliteit van de composities kunnen waarderen. Het is niet voor niets dat Snoop tijdens het afgelopen North Sea Jazz festival zijn debuut integraal speelde. Het brein achter deze composities was niet Snoop, maar producent Dr Dre, die het album voorzag van ingenieuze arrangementen waarbij hij akoestische instrumenten en elektrische elementen naadloos combineerde. Achter de bekende melodieën en beats ligt een weids landschap van details: wie oplet, hoort naast de bekende synthesizers en koortjes ook alles van klavecimbels tot panfluiten — even strategisch als zorgvuldig geplaatst om de songs te perfectioneren. Pistoolschotsamples werden in de jaren 90 vaker gebruikt door rapmacho’s, maar niet zo subtiel om een beat te accentueren dat je het op het eerste gehoor niet merkt. Nergens is deze nauwgezette productiemethode opzichtig: Snoops befaamde vloeiende rapstijl en de eindeloze reeks gastoptredens van zijn entourage staan altijd voorop en de slimste details zijn alleen met hoofdtelefoon merkbaar.
Basis
De muziek is zó secuur gevormd, en vormt zó veel meer dan de som der delen, dat het ongelofelijk lijkt dat het album overhaast is voltooid, zoals een paar jaar geleden werd beweerd door een van de betrokkenen. Even onvoorstelbaar is dat sommige journalisten het album in 1993 als een slap aftreksel zagen van Dres debuut The Chronic, dat een jaar eerder uitkwam. Die plaat maakte een superster van gastrapper Snoop en legde zonder meer de basis voor de stijl van Snoops klassieker, maar is in alle opzichten inferieur. Wie kent er nog één melodie van The Chronic? Dre had als rapper nooit het charisma van Snoop (die op The Chronic nog erg onwennig klinkt) en zijn productie was zeker vernieuwend, maar de nummers bleven door een gebrek aan briljante songs stuk voor stuk steken aan de oppervlakte en zijn bovendien tekstueel weinig meer dan grimmige, humorloze machofantasieën.
Doggystyle is ook een klassieker omdat het het enige in Snoops lange reeks albums is dat een samenhangend geheel vormt. Alle tien volgende platen duren te lang, zijn volgepropt met tweederangs materiaal; Doggystyle blijft netjes binnen de speelduur van een uur en bevat met twaalf nummers en een handvol skits vrijwel geen overbodige elementen.
Vermeende misogynie
~
Dat laatste is misschien moeilijk te verdedigen, maar moet wel worden genuanceerd. Het vrouwvijandige gehalte van Snoops teksten is namelijk in vergelijking met populaire contemporaine rappers erg gematigd. Waar Snoop vrouwen als seksuele wegwerpgoederen zag, hadden teksten van artiesten als Ice Cube (de zelfverklaarde ‘bitch killer‘) en de Geto Boys vaak een veel kwaadaardiger karakter. Snoop zou zich nooit wagen aan de gewelddadige mijmeringen van Cube en de pornografische horrorfantasieën van Bushwick Bill. Snoops houding op Doggystyle steekt onschuldig bij deze tijdgenoten af: hij herhaalt voornamelijk het achteloze standpunt dat hij niet van vrouwen houdt. Het feit dat de eerste rapper die je op het album hoort, een vrouw is — The Lady of Rage — ondermijnt Snoops vermeende misogynie ook. (Snoops directe aansporing om ongehoorzame vrouwen in het gezicht te slaan, in ‘Can U Control Yo Hoe’, kwam pas een decennium later, en werd in 2008 gevolgd door een ode aan het vrouwelijke orgasme.)
Melodie en zelfvertrouwen
De beste raps gaan echter over niets: tracks als ‘What’s My Name’, ‘Tha Shiznit’, ‘Gz and Hustlas’ en ‘Doggy Dogg World’ zijn weinig meer dan een reeks vage verwijzingen naar Snoop zelf. Een van de songs is zelfs een ode aan puur nihilisme: Snoop en zijn entourage intoneren herhaaldelijk het statement ‘niggers don’t give a fuck, nigger‘. Het nummer heet ‘For All My Niggaz & Bitches’ — een meer concrete en tegelijkertijd inhoudsloze boodschap is moeilijk denkbaar. Het is een van de vele verdiensten van het album dat Snoop en Dre die eindeloze reeks betekenisloze kreten zo concreet en helder laten klinken dat ze substantie lijken te hebben. De reden is, opnieuw, dat de melodieën ijzersterk zijn en Snoop (die tijdens de opnames slechts 22 jaar was) blaakt van het zelfvertrouwen.
Snoop is er sinds zijn briljante debuut in geslaagd bijna twintig jaar in de schijnwerpers te blijven. Dat is een knappe prestatie, die hij op grond van zijn muziek niet heeft verdiend. Snoops succes is geheel te danken aan de mondiale megahits die hij (meestal met behulp van Pharrell) om de paar jaar wist uit te brengen — briljante lichtpuntjes in een in vergelijking met Doggystyle grotendeels karakterloze discografie. Dre zou door lucratief productiewerk een superster worden, maar produceerde nooit meer iets dat zich kon meten met Doggystyle.
Snoop Doggy Dogg
Album: DoggystyleMisschien ook iets voor u
Gecultiveerde desorganisatie
Als de internationale website Pitchfork je als nietsvermoedende punkband tot ‘Best New Music’ bombardeert bij je debuut-ep (op cd-r), kan dat weleens een doodvonnis betekenen. Dit is bij Crystal Antlers gelukkig niet het geval.
In veel gevallen leidt een uitermate positieve recensie door een grote website als Pitchfork tot overspannen en krampachtige verwachtingen. Dat kan zo zijn negatieve effecten hebben op de creativiteit en onbevangenheid van een band. En juist bij een schreeuwerige garageband als Crystal Antlers zijn onbevangenheid en spontaniteit onmisbare eigenschappen van hun muziek. Gelukkig bewijzen ze op Two-Way Mirror dat ze eigenzinnig en eigenwijs genoeg zijn om zich niet al te druk te maken over de verwachtingen van pers en publiek.
Gekanaliseerde frustraties en woede
Crystal Antlers lijkt zelfs zó nuchter te zijn, dat ze niet in de rats zaten toen hun platenmaatschappij de geest gaf wegens financieel noodweer. Ze namen gewoon zelf hun derde plaat op en brachten hem daarna ook zelf uit. Die autonome insteek past perfect in het Do-It-Yourself-discours waarbinnen de band opereert.
~
Psychedelisch en wazig geluidsbeeld
Wat ook opvalt aan deze laatste release van Crystal Antlers is het nevelige geluidsbeeld. Vooral de vocalen lijken weggestopt achter een laagje gruis. Alsof de P.A. in de oefenruimte niet helemaal goed stond afgesteld, maar de band dat effect wel mooi vond. Verder versieren nerveuze en repetitieve gitaarlijntjes de nummers, die het geheel een ophitsende en psychedelische sfeer meegeven.
De plaat opent sterk met ‘Jules’ Story’. Meedogenloos drumwerk van het type van-dik-hout-zaagt-men-planken en een compositie die niet lijkt te kunnen kiezen welke kant ze op wil. Een fijn en opruiend begin dus. De daaropvolgende nummers hebben dezelfde onrust en verbetenheid. De gelaagde gitaarpartijen en gejaagde drums verklanken de woede die altijd aanwezig is in de zang op een mooie manier. Dat er naast al dit geweld nog ruimte is voor ontwikkeling binnen de songs is met recht een knappe prestatie te noemen. Speciale aandacht dan nog voor het nummer ‘Summer Solstice’. Na een intro met hypnotiserende noise en glazige toetsen stuwen de drums het nummer verder. Hierna evolueert de track door gebruik van melodieuze gitaarpartijen en een gepijnigde en ontroerende vocale eruptie. Het liedje vormt zo een perfecte samenvatting van de capaciteiten van de band.
Ook in deze recensie dus een positieve bespreking van Two-Way Mirror door Crystal Antlers. Van commentaar trekken ze zich klaarblijkelijk toch niks aan. Het is te hopen dat deze gezonde attitude nog een aantal mooie platen op mag leveren.
Crystal Antlers
Album: Two-Way MirrorLink: Crystal Antlers (officiële website)
Misschien ook iets voor u
Ten strijde tegen de gezapigheid
.
zien die teleurgesteld is in de mens. Hij heeft hen het vuur gegeven, maar wat wordt er anno 2011 mee gedaan?
Maaiveld
~
Frank Lammers speelt Prometheus en doet dat als geen ander. Nonchalant en rauw, dan weer luchtig, spuit hij zijn kritiek. Vuur staat voor vooruitgang. Maar waar vind je die vooruitgang in een doorzonwijk in Almere? Wie heeft er nog ruggengraat en durft zijn kop boven het maaiveld uit te steken?
In iedere Griekse tragedie moet de held lijden. Daar is Prometheus zich van bewust. En hij draagt die gedwongen rol. Iedere dag pikt een adelaar zijn lever uit, als straf van de goden. Maar van de mensen mag toch ook iets verwacht worden, vindt Prometheus. In een evenwichtig samenspel vormen Joris Smit (Gregs 2000) en Anna Schoen (Pandora) het kader waarbinnen Lammers zijn weg kan gaan.
Klei maakt kleurloos
~
Prometheus is soms wat belerend, maar dat is nooit vervelend. Er wordt een belangrijke boodschap verkondigd en die heeft het Noord Nederlands Toneel in een mooie jas gegoten. Het is gemakkelijk steeds verder in de klei weg te zakken. Het is de kunst het vuur brandend te houden. Leef!
Prometheus is nog tot en met zaterdag 19 november 2011 in het land te zien.
Prometheus
Artiest: Noord Nederlands ToneelGezien op dinsdag 04 oktober 2011 in Stadsschouwburg, Groningen
Misschien ook iets voor u
Een actuele kijk op het Nederland waar we zo trots op zijn (of waren)
Guus Kuijer beschrijft in zijn nieuwste boek Draaikonten & haatblaffers het leven van de Spaanse geestelijke Montano, die in de Tachtigjarige Oorlog als aanhanger van Alva naar Antwerpen verhuisde. Uiteindelijk werd hij daar een van de grondleggers van waarschijnlijk de meest Hollandse cultuureigenschap: de tolerantie.
Kuijer heeft niet zomaar een biografie geschreven; hij grijpt het leven van Montano aan om zijn mening over de politieke actualiteit in Nederland te uiten: ‘U begrijpt natuurlijk waarom ik dit boek schrijf. Ik maak me zorgen over de tolerante samenleving die in dit schitterende land ten koste van zo veel bloed en tranen is ontwikkeld.’ Kuijer onderbouwt zijn meningen door de situatie van vierhonderd jaar geleden te spiegelen aan het heden. Het is daarbij wonderlijk om te lezen hoezeer een verhaal over het leven van een Spaanse geestelijke uit de zestiende eeuw onze actualiteit kan raken.
Benito Arias Montano
Kuijer neemt in zijn boek vooral stelling tegen de politieke ‘haatblaffers’ die onder het mom van vaderlandsliefde hard bezig zijn om de cultuureigenschappen die Nederland groot hebben gemaakt in het verdomhoekje te schoppen. Het perspectief dat Kuijer kiest om zijn stellingen te onderbouwen is slim gekozen: we worden meegevoerd naar een beslissend punt in de vaderlandse geschiedenis: het moment van de Tachtigjarige Oorlog waarop de hertog van Alva – als perfect toonbeeld van onverdraagzaamheid – naar de opstandige Nederlanden werd gezonden om orde op zaken te stellen.
In het kielzog van de hertog reisde de Spaanse geestelijke en wetenschapper Montano mee naar de noordelijke gebiedsdelen van het Spaanse rijk; als devoot katholiek was hij vastberaden om de ketters te bekeren. Maar Montano had een eigenschap die in katholiek Spaanse kringen niet algemeen was: hij was nieuwsgierig en stond open voor andere ideeën.
Het boek wordt door deze vorm geen pure biografie: de levensloop van Montano is vooral een kapstok voor Kuijers meningen. Evengoed laat Kuijer aan de hand van Montano’s carrière zien dat de verhoudingen in de ‘Nederlandse’ samenleving van die tijd veel genuanceerder lagen dan de geschiedenisboekjes leren: protestanten en katholieken konden zelfs in oorlogstijd vriendschappelijk met elkaar omgaan. Met sprekende voorbeelden toont Kuijer dan ook dat de kostbare tolerantie niet te danken is aan de hardliners, maar juist aan degenen die de nuance zochten en in staat waren hun eigen cultuur te relativeren.
Stoere draaikonten
Kuijer noemt hen chargerend ‘draaikonten’ en maakt daar een geuzennaam van door te stellen dat juist zij de drijvende kracht waren achter de welvaart die de Nederlanden destijds meemaakten. Meerdere meningen en inzichten die naast elkaar konden bestaan, vormden een voedingsbodem voor uitvindingen en innovaties die voor economische voorspoed zorgden.
Dat stond in schril contrast met het ultraconservatieve en nationalistische Spaanse hof, waar de machtige inquisitie iedere nuance de kop indrukte. Overigens tempert Kuijer de verwachtingen die we bij het begrip tolerantie hebben al vroeg in het boek:
Links-rechts
Het is een belangrijk en regelmatig terugkerend inzicht dat Kuijer in het boek naar voren brengt en dat hij koppelt aan de noodzakelijkheid van cultuurrelativisme. Nationalistische roeptoeters wekken makkelijk de schijn van daadkracht en zekerheid, maar het is juist het gebrek aan twijfel en het ontbreken van zelfkritiek dat een cultuur ondermijnt.
Naast de verwijzingen naar de vele bronnen die zijn verhaal in perspectief plaatsen, neemt Kuijer ook de tijd om de vloer aan te vegen met hedendaagse populistische opvattingen. Daarbij probeert hij weg te blijven van links-rechtsdiscussies. Hij pleit immers voor hen die de middenweg bewandelen. Met daarbij de hoop dat ook zij die zich aan de uiteinden van het politieke spectrum bevinden, zich zullen realiseren dat zij zich daar alleen kunnen handhaven als dat door anderen wordt getolereerd: “Het is misschien moeilijk te accepteren dat we van elkaar verschillen, maar voor een florerende samenleving wel noodzakelijk.”
Prijs: 19,95
Bladzijden: 221
ISBN: 97890253684633
Misschien ook iets voor u
Prettig dobberen
.
Met zijn tweede album Boskoop bewijst Marten de Paepe dat hij tot de betere Nederlandse singer-songwriters behoort. Het recept: bedaarde, melancholieke folk en pop met een mooie tweede stem van Chantal van der Leest.
Twee jaar geleden deed Marten de Paepe in het Utrechts Straatnieuws een boude belofte: de herziene versie van ‘Island In The Sea’ op zijn volgende album zou een van de beste popliedjes uit de historie worden. Nu Boskoop is verschenen mag de conclusie luiden dat het in elk geval een van de beste nummers op de cd is. De overige elf liedjes mogen er trouwens ook zijn.
Gepromoveerd
~
Kalme zee
De albumtitel verwijst naar een tamelijk troosteloos optreden van De Paepe in een kille tuinderskas voor slechts enkele toehoorders. Als de voortekenen niet bedriegen, blijven dergelijke perikelen De Paepe in de toekomst bespaard. De van oorsprong Zeeuwse muzikant staat garant voor behaaglijke, bedaarde luistermuziek. Als een kalme zee waarop het prettig dobberen is, met sporadisch een rimpeling aan het oppervlak. Dat is dan ook het enige minpuntje: iets meer risico had niet misstaan op dit album. Voor de rest: prima de luxe.
Marten de Paepe
Album: BoskoopLink: Marten de Paepe (officiële website)
Misschien ook iets voor u
Ogenschijnlijke treurnis met een verfrissend gouden randje
In Grace Williams spreekt zich uit beschrijft debutante Emma Henderson het levensverhaal van een spastisch meisje dat nauwelijks kan praten en het grootste deel van haar leven in een vreselijke inrichting doorbrengt. Alle ingrediënten voor een tranentrekker dus, maar dat valt gelukkig reuze mee.
Grace Williams werd geboren met een te korte tongriem. Een operatie waarbij de tong werd losgeknipt maakte de zaak alleen maar erger, met als gevolg dat elk uitgesproken woord haar enorme moeite kost. Daarnaast heeft ze vanwege haar spasmen, ongelijke benen en verlamde arm ook over de rest van haar lichaam weinig controle. Na tien jaar kunnen haar ouders de verzorging van hun lichamelijk gehandicapte dochter niet meer aan. Ze stoppen haar in de psychiatrische inrichting De Briar waar dokters patiënten misbruiken, zusters sadistische straffen verzinnen zoals het oplikken van poep uit de wc-pot, kortom: waar het leven vreselijk is.
Woordalchemie
Grace Williams spreekt zich uit is een terugblik op dit op het eerste gezicht zeer treurige leven. Toch is het alles behalve een tranentrekker. Henderson laat, zoals de titel ook al aangeeft, de hoofdpersoon van dit verhaal namelijk zelf aan het woord. En de dan veertigjarige Grace doet dit met veel meer optimisme dan buitenstaanders wellicht zouden doen.
Het belangrijkste lichtpuntje in Grace’ leven is haar medepatiënt en grote liefde Daniel. Zijn fantasierijke verhalen voeren Grace ver weg van De Briar, de wereld over. Met hun verbeelding kunnen ze de realiteit voor even naar hun hand zetten. ‘Woordalchemie’ noemt Daniel dit. Want hoe lichamelijk gehandicapt ze ook zijn, in hun hoofd zijn ze tot alles in staat zolang ze het zich maar voor kunnen stellen.
Narigheid met een glansje
Doordat het verhaal vanuit Grace’ perspectief geschreven is, krijgt de lezer niet alleen haar uiterlijke zwakte, maar ook deze innerlijke kracht, haar verbeelding, te zien. Die stelt haar in staat de vaak nare dingen in haar leven op een positievere manier te zien. Neem de manier waarop ze omgaat met de vermissing van de achterlijke Jesse Jackson tijdens een uitstapje naar het strand. Hij is waarschijnlijk verdronken, maar Grace stelt het zich liever anders voor. In haar beleving is hij gewoon het Engelse Kanaal afgezwommen, net zolang totdat hij bij het mooie schiereiland Gower Peninsula aankwam om daar een nieuw leven op te bouwen.
Met dit soort alternatieve versies van de werkelijkheid legt Grace een sprookjesachtig glanslaagje over haar leven. Dat doet ze ook in de beelden die ze gebruikt om haar werkelijkheid te beschrijven. Zo glimt Daniels hoofd als ‘een in elkaar gedrukte kerstbal’, doet de ondergaande zon gekleurde huizen lijken op ‘het glazuur op een verjaardagstaart’ en kan ze in de verte ‘beslist de zuurtjesroze gloed van Londen zien’.
Een geloofwaardig levensverslag
Was een beschrijving van buitenaf waarschijnlijk alleen maar treurig geweest, dit soort mierzoete beeldspraak geeft het idee dat Grace’ beschrijving volledig de andere kant opslaat naar een zoetsappig sprookje. Toch is dit niet het geval. Grace gaat de negatieve aspecten van haar leven namelijk niet uit de weg. Het verdriet van haar ouders die zo graag willen dat Grace gelukkig is, maar zich niet kunnen voorstellen dat dat mogelijk is, komt bijvoorbeeld regelmatig naar voren. Vooral de scène waarin de moeder haar dochter uit pure wanhoop probeert te smoren om het allemaal maar voorbij te laten zijn, is erg aangrijpend.
Het is natuurlijk enigszins riskant om een personage aan het woord te laten dat zich in het echte leven nooit goed zou kunnen uiten. Niemand kan immers precies weten wat er in het hoofd van een lichamelijk gehandicapt meisje als Grace omgaat. Toch is Henderson erin geslaagd om juist die onbekende kant van het verhaal, namelijk die van de gehandicapte zelf, op geloofwaardige wijze te belichten. Het resultaat is een genuanceerd verslag van het leven van een meisje dat het lang niet altijd makkelijk heeft, maar er toch steeds in slaagt haar leven van een gouden randje te voorzien.
Prijs: 19,95
Bladzijden: 352
ISBN: 9789047201915
Misschien ook iets voor u
‘Gold does funny things to people’
Journalist Jeroen van Bergeijk dwaalde drie maanden lang met een metaaldetector door de Australische outback op zoek naar goud. Rijk is hij niet geworden, maar het heeft wel een boeiend boek opgeleverd.
Bij haar ontdekking in de zeventiende-eeuw werd Australië omschreven als een ‘rood, kleefachtig land, dat volgens sommigen ‘goutryck’ bevonden zou kunnen worden.’ Goud en Australië zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en de huidige cultuur in Australië is mede gevormd door de goldrushes van de negentiende eeuw. Goudkoorts biedt een boeiend kijkje in deze onbekende subcultuur.
Goudzoeken met iPhone
Eigenlijk was het pure verveling die Van Bergeijk ertoe bracht om te beginnen met goudzoeken. Maar toen hij eenmaal bezig was, kon hij aan niets anders meer denken: hij had goudkoorts. Om ook de rest van de Nederlanders met deze zeldzame ziekte te infecteren én om zijn boekpresentatie wat op te leuken verstopte hij tien goudklompjes het Vondelpark. Door middel van een smartphone-app konden ze worden opgespeurd. Binnen een kwartier waren alle klompjes gevonden. De realiteit van het goudzoeken ziet er echter anders uit.
In de drie maanden die Van Bergeijk in de outback doorbrengt vindt hij amper goud. Het merendeel van de tijd loopt hij door de eentonige outback en duikelt hij zo nu en dan een spijker of een blikje bier op. Veel actie zit er dus niet in dit boek, maar Van Bergeijk slaagt erin om ondanks de saaiheid van de handeling met levende, beeldende taal de lezer bij de les te houden.
Praktijk en techniek
De taal is niet het enige dat Goudkoorts tot een boeiend, zeer lezenswaardig boek maakt. De praktijk en de techniek van het goudzoeken wordt op een begrijpelijke en goed leesbare manier uitgelegd. Van Bergeijk geeft tevens een kijkje achter de schermen van de grootschalige goudindustrie. Hij rijdt een dagje mee met de vrachtwagenchauffeurs die de gouderts uit de Super Pit, de grootste goudmijn van Australië, halen en gaat op bezoek bij de gold squad, een rechercheafdeling die zich uitsluitend met gouddiefstal bezig houdt. Van Bergeijk laat de lezer een onbekende wereld aan de andere kant van de aardkloot zien.
Tijdens zijn verblijf in Australië woonde Van Bergeijk in een gehucht met welgeteld zeven inwoners. Daardoor leerde hij enkele bewoners van de outback goed kennen. Door middel van gedetailleerde karakterportretten geeft Van Bergeijk een goed beeld van de cultuur en het leven van de mensen in deze onherbergzame omgeving. Voor een groot gedeelte vindt de daar heersende mentaliteit haar oorsprong in de goldrushes van de negentiende eeuw.
Mateship
Australiërs hebben de gewoonte om alles en iedereen mate te noemen. Maar mate is meer dan alleen een stopwoordje. ‘Mateship is het idee van onvoorwaardelijke vriendschap, ontstaan door een gemeenschappelijk doel of ervaring.’ Dit oer-Australische grondbeginsel van mateship is op de goudvelden geboren. ‘De mannen onderin een mijnschacht moesten blind op hun mates boven de grond kunnen vertrouwen. En als er goud werd gevonden, moesten ze op elkaars eerlijkheid vertrouwen.’ Ook het egalitarisme waar Australië bekend om staat is volgens velen ontstaan in de tijd van de goldrushes die iedereen gelijk maakten.
Van Bergeijk citeert de Poolse goudzoeker Seweryn Korzelinski die in zijn memoires de sfeer op de goudvelden beschrijft:
Van Bergeijk blijft kritisch
Iedereen was gelijk. Behalve de Aborigines. ‘Zij werden ingehuurd als gidsen, maar deelden niet mee in de goudwinst.’ Tot op de dag van vandaag zijn de Aborigines de verliezers van de Australische samenleving. Als we van Bergeijk mogen geloven zijn er circa een half miljoen Aborigines in Australië, waarvan driekwart onder de armoedegrens leeft. Vrijwel alle goudzoekers die Van Bergeijk benadert waren niet goed te spreken over de ‘Abo’s’. Door hun dorpen te bezoeken en te laten zien hoe verschrikkelijk actueel dit onderwerp nog altijd is, wordt Van Bergeijks verslag volledig en evenwichtig.
Hoe indrukwekkend Van Bergeijk Australië en het goudzoeken ook vindt, hij blijft kritische noten plaatsen bij zijn nieuwe hobby en laat belangrijke analyses over de negatieve kanten van het goudzoeken niet achterwege. Hij houdt zich bezig met de schade aan het milieu die veroorzaakt wordt door de grootschalige, mechanische mijnbouw maar ook door goudzoekers die overal hun troep achterlaten.
Bovendien analyseert hij de manier waarop mensen met goud omgaan, hoe ze op goud reageren, kortom: wat goud met een mens doet. En deze, vaak erg zelfreflectieve overpeinzingen zijn misschien wel de meest interessante passages in het boek. Want: ‘Gold does funny things to people.’
Prijs: 19,95
Bladzijden: 247
ISBN: 9789026323515
Misschien ook iets voor u
Jazz en pop in balans
De cd-hoes van het debuutalbum van de Nederlandse band Finn Silver ziet eruit als een hippiedocument. Toch biedt Crossing the Rubicon geen herleving van de jaren zestig, maar sluit het aan bij de stroom jazz/pop die momenteel bon ton is.
Dat betekent nog niet dat Finn Silver een grijze muis is temidden van vele gelijksoortigen. De band heeft een eigen geluid dat in de ruimte lijkt te zweven maar tegelijkertijd veel substantie heeft. De inbreng van een aantal jazzmuzikanten zorgt in compositie en spel voor een jazzelement met complexe structuren en gevarieerde ritmes en maatsoorten, terwijl er eveneens de toegankelijkheid is van catchy popsongs. De muzikale wegen zijn in grote lijnen begaanbaar, terwijl er ook genoeg kronkelweggetjes, hobbels en steile hellingen zijn. Hier krijgt een balans vorm, die de band een zekere eigenheid geeft.
Vorm en inhoud
~
Van Poll zingt strak, rechttoe rechtaan, zonder allerlei tierlantijnen en andere versieringen of geforceerde falset. Dat is heel plezierig, zeker voor de wat langere duur, want al die fratsen kunnen al gauw een kunstje worden en leiden tot ergernis bij de luisteraar. Vlak klinkt de zangeres echter allerminst, met veel nuances en schakeringen en uithalen waar dat nodig is. Zij schreef de meeste teksten, die ze overtuigend, stijlvol en niet pathetisch voordraagt. De liefde blijft een onuitputtelijke bron, maar ook andere belevenissen zijn onderwerp, altijd persoonlijke ervaringen.
Glansrollen zijn er ook voor toetsenist Herweg, bandleider bij Caro Emerald, met zijn rollende klanken, en altsaxofonist Van Gelder, die sfeervolle lijnen met uitgekiende noten uitzet. De een spreidt gretigheid tentoon die aanstekelijk werkt en de ander klinkt bedachtzaam en zeer muzikaal. Herweg componeerde ook de meeste nummers, samen met producer/percussionist Mark Berman. De oudere Glerum vormt met zijn royale ervarenheid een goed tegenwicht tegen al dat jonge talent. Met releases in onder meer Japan en Taiwan betekent Crossing the Rubicon een prachtig exportproduct, en niet zozeer voor hippies, maar vooral voor mensen van nu.
Finn Silver
Album: Crossing the RubiconLink: Finn Silver (officiële website)
Misschien ook iets voor u