Kunst / Interview

VERDWIJNPUNT ALS HORIZONVERSMELTING

special: Interview met beeldend kunstenaar Sam Drukker

Amstelveen en Assen. Nu en straks: twee tentoonstellingen met werk van Sam Drukker (1957). In Amstelveen gaat het om een overzichtstentoonstelling. In Assen zullen alleen zelfportretten te zien zijn uit een periode van veertig jaar. Deze ontbreken in Amstelveen. Zo vullen beide exposities elkaar aan. Tijd voor een interview met de kunstenaar die steeds bekender lijkt te worden. Terecht.

Hij ontvangt mij hartelijk met thee en tulband cake in zijn atelier in Amsterdam-West en is nieuwsgierig naar welke insteek ik ga kiezen. Ik antwoord, dat zijn werk mij uiteindelijk, als ik er een noemer aan moet geven, doet denken aan het begrip ‘horizonversmelting’. Raakvlakken tussen verleden, heden en toekomst. Sam Drukker antwoordt, dat dit eigenlijk voor alle kunst geldt. Dat je het misschien moet zoeken in het verdwijnpunt in zijn werk. Op het eind van het interview komen wij hierop terug. We hebben afgesproken elkaar te tutoyeren.

Het verleden spreekt

Je staat vaak op de schouders van voorgangers: Masaccio, Israëls, David, Hockney en jouw oud-docent Matthijs Röling. Wil je ze op die manier levend houden, door ze naar het hier-en-nu te halen?

‘Daar heb ik eigenlijk nooit op die manier over nagedacht. Het zijn leermeesters. Ik ben maar een kleine jongen. Ze herdenken gaat vanzelf. Er zit eigenlijk voor mijn gevoel geen tijd tussen bijvoorbeeld Masaccio [uit de Italiaanse Renaissance, EvS] en nu. Ze zíjn allemaal in leven. Misschien moet je het eerder omdraaien: deze mensen houden míj in leven. Kijk maar naar al die kunstboeken die hier staan.’

Nathan Rotenstreich, 2014. Foto: Edo Kuipers

Eenzelfde soort idee heb ik bijvoorbeeld bij de serie Minje die in Amstelveen is te zien: tien joodse mannen die tijdens de Tweede Wereldoorlog volwassen waren. Vormen zij ook, als de tien mannen die nodig zijn om een dienst in de synagoge te kunnen houden, een eerbetoon?

‘Ja. Ze zitten model en ik kijk uit in één en al verwondering. Dat is de enige reden waarom ik wil schilderen. Ik kan eigenlijk nooit wachten om te beginnen. Als mensen een bepaalde houding aannemen, kan ik opeens denken: “Wow!” En vraag dan of ze dit even zo kunnen vasthouden. Verder was ik met hun achtergrond nauwelijks bezig. De oud-directeur van het Joods Historisch Museum, die de serie heeft verworven, zei verrassend genoeg, dat die portretten over het heden gaan, terwijl ik dacht dat ze over de oorlog gingen.’

Het hier-en-nu

Er zit dus een heilig moeten achter. Een verhaal, van schetsen tot schilderij, dat moet worden verteld in het hier-en-nu?

‘Dat is per project verschillend. Series, zoals bijvoorbeeld van de mannen in bootjes kun je een heilig moeten noemen. Ik ga uitzoeken of ik in- of uit wil zoomen. Dat is een spel, en zo begint het soms. Het is heel duidelijk waar ik dan heen wil. Ik begin nooit als ik geen idee heb, en dat leer ik mijn studenten ook. Wees goed voorbereid. Onderweg zie je dan wat buiten je plan valt. Dát te ontdekken, is van een grootse schoonheid. De kwaliteiten zijn er al of ontstaan gaandeweg.’

Drie roeiers, 2017. Foto: Edo Kuipers

Zit er ook een schoonheidsbeleving in de manier waarop de tien mannen, de serie Minje, in Amstelveen is opgehangen? De tien mannen als in een wolk, de tekeningen strak in het gelid. Of is dat een vorm van dialectiek?

‘Dat is een interessante vraag. Chaos heeft behoefte aan mathematiek en logica, maar ook dat is een schoonheidsbeleving. En vergeet niet, dat ik ook van smerigheid hou. Kijk maar naar dit schilderij van een vrouw [dat staat tegen de muur bij het tafeltje waar we zitten, EvS]. De ultramarijne accenten gaan gloeien tegen de “vuile” kleuren eromheen. Het krukje is zelfs alleen met houtskool getekend. Ik ben geen denker in de zin van een filosoof, maar wél op zo’n manier. De kleurkwaliteiten gaan samen. Het een kan niet zonder elkaar.’

De toekomst tegemoet

De serie Na het paradijs gaat zowel over het verleden (het land dat een man met een koffer achter moest laten, gelijk Adam en Eva het paradijs achter zich moesten laten) en de toekomst die hij in zijn andere hand draagt: plastic tassen van een dure winkel. Zit daar ook een Bijbelse laag onder, van verwachting?

‘Daar laat ik me niet over uit. Het is als een bandje waarin ik als puber speelde, en dat een en al somberheid uitstraalde. Het is verontrustend. Ik wil me niet uitspreken, omdat ik dat aan de kijker overlaat. Het gaat mij niet aan. Ik geloof wel in iets, en dat is schoonheid. Dat is tegelijk ook troostrijk. Ja, het is ook een Bijbels thema. Denk aan het fresco De verdrijving uit de Hof van Eden van Masaccio in Florence. Ik zal alleen de namen Adam en Eva en bootvluchtelingen niet in de mond nemen. Ik ben bezig met het moment, van het verleden vandaan, zoals die roeiers alles achter zich laten, omdat zij er met de rug naartoe zitten. Dát roert mij: de weg ernaartoe, niet ervan af.’

Man met koffer, 2017. Foto: Edo Kuipers

Dit doet mij denken aan je schilderij Ophelia. Dat is eigenlijk de vraag: to be or not to be, leven of dood. Is er twijfel ingeslopen, of kwetsbaarheid?

‘Kwetsbaarheid. De rest laat ik ook hier open. Is het somber, is ‘t het einde? Of is het heling, een bad? Het doek is geïnspireerd op het beroemde negentiende-eeuwse schilderij van Millais [Drukker wijst mij op een ansichtkaart ervan, die op de muur is geprikt]. De kijker mag het invullen. De kijker mag véél invullen.’

We zouden nog terugkomen op die ‘horizonversmelting’ van het begin, op het verdwijnpunt zoals jij het schilderkunstig vertaalde.

‘Ja. Ik ben nu bezig een muurschildering in Rotterdam voor te bereiden. Het komt binnen in een gebouw van Maaskant. Daarop komen enkele afbeeldingen van arbeiders, die een dakspant opduwen. Het is ontleend aan een dakspant in de Laurenskerk in Rotterdam. Er zit een horizon in, want alles heeft een horizon.’

Eerst kruipt Sam Drukker over de grond, om de schetsen en foto’s van dat verloren gegane dakspant in de Laurenskerk te laten zien. Daarna staat hij op en blijft, als de docent die hij ook is, staan:

‘Ik moet het hebben van vorm, toon, kleur, beweging. Dat is de formele kant van mijn werk. Dan komen de schimmetjes en de betekenis erin terug. Maar veel complexer en meer gelaagd dan op het moment dat iemand mijn atelier binnenstapt, want dan heb ik mijn vooroordelen net als iedereen klaar. Die zijn grof en globaal. Daar heb je als schilder niets aan. Ik heb nu eenmaal geen tube “introvert”. Een mens is veel meer dan dat. In een mens valt alles samen. Net als in die “horizonversmelting” van jou.’

 

Boeken / Fictie

De teloorgang van het domste dorp van België

recensie: Walter van den Broeck - Crossroads

Je geboortedorp heeft altijd een bijzondere plek in je hart. Dat geldt ook voor Walter van den Broeck, die in zijn boek Crossroads nog één keer terugkeert naar het Belgische Olen, de stad van zijn oorsprong. De Vlaming schrijft met humor, maar krijgt de lachers onvoldoende op zijn hand.

Olen is het domste dorp van België. Schrijver Walter van den Broeck is er zelf geboren en getogen, dus hij kan het weten. In Crossroads neemt hij de lezer mee terug naar zijn geboorteplaats. Op humoristische wijze ontvouwt zich in de novelle de historie van het kleine Vlaamse dorp, maar het verhaal beklijft niet.

De parking

Van den Broeck vangt Crossroads aan met een beknopte geschiedenis van België. De auteur zet uiteen hoe het land tot stand komt en lange tijd fungeert als een bufferstaatje bestaande uit stadsstaatjes. De auteur schrijft met humor. Hij stelt onder meer dat de Antwerpenaar bekend staat om zijn eigendunk en ‘vindt dat de nulmeridiaan lijnrecht door zijn reet loopt. De rest van de provincie, de Kempen, noemt hij schamper “de parking”.’ Deze komische schrijfstijl wakkert in het eerste hoofdstuk een zeker enthousiasme aan en smaakt naar meer.

Langzaam zoomt Van den Broeck in op het dorpje Olen. Een plaats die samenhangt van enkele gehuchten. Hij vertelt onder meer hoe de spoorlijn die door het dorp loopt, de plaats in tweeën splitst en daardoor indirect twee kampen creëert. Hier leg je de eerste link met de titel Crossroads in de letterlijke vorm van een kruispunt. Op symbolisch niveau kan het kruispunt refereren aan de diverse mensen die je in een mensenleven tegenkomt. Later in het verhaal blijkt dat Olen ook een kroeg heeft die Crossroads heet.

Nooit trouwen

Rondom het spoor concentreren zich enkele stationscafés. Eén daarvan, In de Kroon, speelt de hoofdrol in het boek. Jos Boeckx is eigenaar van het café, dat hij zelf in 1931 opent. Jos trouwt met Irma en samen krijgen ze drie kinderen: Gust, Jen en Maria. Negen jaar later verongelukt Jos. Moeder Irma moet alleen het café draaiende houden. ‘Van trouwen kan geen sprake zijn, er moet hier gewerkt worden’, zegt ze tegen haar kinderen.

En zo geschiedt. Gust gaat buiten de deur werken, Jen neemt het café over en Maria gaat aan de slag als kleuterleidster. Aan de hand van de levensloop van Jen en Maria vertelt Van den Broeck hoe een dorpje in de loop der jaren verandert. Hoe inwoners uit het dorp vertrekken en steeds minder vaak een bezoek brengen aan hun geboortegrond. Hoe er nieuwe cafés rond het station geopend worden en weer sluiten. Ook de invoering van het btw-systeem en de euro passeren de revue. ‘Zo verandert de wereld, een stad, je geboortedorp, de munt waarmee je betaalt, de wijze waarop je je belastingen betaalt’, schrijft hij.

Dorpsgewoonten

In 2001 sluiten Jen en Maria de kroeg en gaan ze boven het café wonen. Het café wordt niet verhuurd of verkocht. En zoals dat gaat in een dorp, maken omwonenden zich op een gegeven moment zorgen. De twee zussen worden steeds minder in het openbaar gezien. Als op een donderdagmiddag de postbode bij het huis stopt, puilt de brievenbus uit. Het is niets voor Jen en Maria…

Hoewel Van den Broeck zelf een Olenaar is, drukt hij de lezer aan het begin op het hart dat alle figuren in het boek romanpersonages zijn, hijzelf inbegrepen. Als je googelt op de kroegen in Olen kom je het verhaal van Jen en Maria in café In de Kroon echter tegen. De gelijkenissen met het verhaal van Van den Broeck zijn zo groot en dat maakt de fictieve verhaallijn twijfelachtig is.

Doordat het boek ruim honderd pagina’s telt, is de verhaallijn beknopt en blijven de personages vlak. Het zorgt ervoor dat het boek niet beklijft. Van den Broeck weet de veranderingen in het dorp echter wel mooi en met humor te beschrijven. Die geestigheid van het eerste hoofdstuk weet hij alleen onvoldoende vast te houden in de rest van het boek, waardoor Van den Broeck de lezer niet genoeg mee weet te krijgen.

Boeken / Non-fictie

Vrijheid tegen wil en dank

recensie: Lale Gül – Ik ga leven
Vrijheid tegen wil en dankShamsher Ali Khan Niazi via Pixabay

Intussen heeft schrijfster Lale Gül met haar debuut Ik ga leven de NS Publieksprijs in ontvangst mogen nemen. Verdiend? Méér dan terecht. Haar openhartige relaas over opgroeien in een streng islamitisch gezin is tot de laatste letter zeer beklemmend doch erg ontroerend.  

Big Brother is watching you

Wie herinnert zich zijn eerste geliefde niet? O, het geluk om samen hand in hand te mogen flaneren in het stadscentrum, zwijmelend samen oog in oog staan voor menige winkelruit. Of achterop de fiets springen bij een ander, samen op zoek naar een nieuw avontuur. Ook Büsra – Güls alter ego – wordt verliefd. Smoorverliefd op haar Haagse Freek. In zijn armen voelt Büsra zich geborgen. Maar ook veilig? Dat nooit. Büsra is immers een moslima en de islamitische leer wordt thuis met strenge hand nageleefd. Vooral Büsra’s moeder – die de kwade bijnamen ‘Karbonkel’ en ‘Droogstoppel’ krijgt toegedicht door Büsra – houdt haar dochter streng in de gaten. Iedere stap die Büsra zet, wordt als een potentiële misstap gezien. Alsof dat nog niet genoeg is, heeft Büsra ook letterlijk een ‘Big Brother’ die op haar let: Halil, die zoveel meer mag dan Büsra zelf: 

“Moeder vindt het ook niet erg dat Halil een vriendin heeft, maar als ze het van mij wist, werd ik tot appelmoes gemept, verstoten, op straat gezet, naar Turkije gestuurd of God weet wat meer. En als je ze wees op hun hypocrisie was er altijd wel een moreel excuus voorhanden om ze te ontslaan van de plicht te handelen volgens hun eigen morele eisen.” – pagina 71 

Naast een ‘Vader’ en ‘Moeder’ (consequent aangeduid met een hoofdletter, zonder een échte naam prijs te geven), heeft Büsra nog een ‘Oma’, een schare aan bemoeizuchtige tantes en een zusje: Defne (wier ogen ze graag wil openen). Haar Oma is een stuk coulanter dan haar ouders. Maar goed ook dat Büsra – vanwege de krapte in haar ouders huis – bij haar Oma mag intrekken: 

“In de bajes hebben ze meer leefruimte dan bij ons thuis.” – pagina 48 

Schijnleven

In de veilige haven van haar Oma’s huis begint Büsra steeds meer kleine stukjes vrijheid te claimen en zorgt ze ervoor dat haar Oma haar levenslust herwint. Naast haar studie Nederlands, besteedt Büsra haar tijd en energie in haar bijbaan in een restaurant en bij de Albert Heijn én in haar vriend Freek. Diens ouders staan in eerste instantie niet te springen om hun gehoofddoekte schoondochter, maar als Büsra op een dag bijna stikt en haar schoonvader haar redt, ontstaat er een magische, onbreekbare band tussen hen twee. Büsra gaat gebukt onder haar dubbele identiteit en het schijnleven dat ze angstvallig verborgen houdt voor haar ouders. ‘Chronisch moe’ wordt ze van de vele rollen die ze iedere dag weer moet spelen: die van de ‘ideale dochter, kleindochter, vriendin en zus’. Ze ziet de vriendschappen die ze heeft, langzaam ‘’verdampen’. Haar ouders zouden een hartverzakking krijgen als ze te weten zouden komen dat hun rebellerende dochter zich zou toegeven aan zina: buitenechtelijk seksueel contact. Constant hebben haar ouders vermoedens over het onzedelijke leven van hun dochter. Als Büsra één keer te laat thuiskomt – dat wil zeggen rond elf uur in de avond – wordt ze meteen om de oren geslagen door haar vader. Die heeft intussen al lang en breed gecheckt hoelaat haar dienst bij de AH eindigde. Vanaf dat moment willen haar ouders zowel haar studie- als werkrooster zien.  

Het temperament van Multatuli

Gül laat heden en verleden met elkaar vervlechten om te laten zien in wat voor hardvochtige wereld ze opgroeit. Telkens blijft de spanning in de lucht hangen: lukt het haar alter ego Büsra om te kiezen voor het leven dat ze wil leiden en komt ze ooit onder het juk van haar ouders vandaan? Wie de hele mediahype niet heeft meegekregen omtrent dit boek, zal tot de laatste letter van dit boek zijn of haar adem inhouden. Je leeft intens mee met deze intelligente, jonge vrouw, die in zo’n schril contrast staat met de cultuur die haar wordt opgedrongen. Ze schiet ver door in haar kritiek, voornamelijk wat betreft haar moeder. Haar Moeder – ‘Karbonkel’ – heeft haar letterlijk vele oorvegen gegeven en met dit boek geeft Gül haar moeder talloze, hetzij figuurlijke, oorvegen terug. Het is niet voor niks dat Gül haar moeder vergelijkt met Multatuli’s Droogstoppel. In de roman Max Havelaar (1860) is deze figuur één van de vertellers, die staat voor de Hollandse koopman uit die tijd die enkel handelt vanuit zijn eigen, egoïstische ambities en bekrompen ideologie. Een treffende vergelijking, zo lijkt. Ook de imam krijgt een kritische bijnaam: imam Wawelaar, naar de dominee uit Max Havelaar. Die dominee predikte dat de Javanen destijds heidenen waren en ook Büsra’s moeder haalt maar liefst de godsvruchtige woorden aan van haar geliefde imam, die andersgelovigen of niet-gelovigen hekelt. 

Pretentieuze schrijverij

Een aspect dat bijna onderbelicht zou blijven, maar ondanks de anti-agenda van Gül opvallend is, is het feit dat dit boek is opgetekend door een student Nederlands aan de VU. Vanaf pagina één slaat Gül je om de oren met chique woorden, waarvan je bijna niet gelooft dat ze bestaan. Zou ze bewust hebben gekozen voor deze archaïsche woorden om haar lezer te imponeren? En talloze verwijzingen maken naar klassiekers uit de Nederlandse literatuur om te laten zien hoe eigen ze zich de Nederlandse cultuur heeft gemaakt – en wellicht zelfs meer omarmd dan die van haar voorvaderen (de Turkse)? Als lezer voel je je bijna nietig bij het lezen van de duizelingwekkende, complex geformuleerde zinnen van Gül, die met veel omwegen iets duidelijk probeert te maken. Voor een pagina of vijf is het te doen, maar na een tijdje begint deze haast ‘pretentieuze’ stijl je te irriteren. De schrijfstijl staat je als lezer namelijk in de weg: je komt totaal niet vlot door het boek heen. En ook komen de dialogen niet realistisch over: niet alleen Gül, maar ook haar ouders en vrienden bedienen zich van de taal die Gül bezigt. Ook staat het boek vol met gevloek en getier en met passages waarin heel open en (letterlijk) bloot wordt prijsgegeven hoe een hete vrijpartij eraan toe gaat. Toegankelijk voor de middelbare scholier? Op het randje. Hoezeer de schrijfstijl je ook tegen kan staan, het neemt niet weg dat dit een gelaagd boek is. Het geeft een kijkje in de belevingswereld van een jonge moslima die zich niet alleen los wil rukken van haar familie, maar ook van haar religie en daarmee in zekere zin ook haar wortels. Dat verdient het welverdiende applaus dat ze al van menigeen kreeg.  

Film / Achtergrond
special: The best of 2021 volgens de filmredactie
Mads Mikkelsen drinkt champagne in Another RoundHenrik Ohsten

De Favoriete Films & Series van 2021

De eerste vijf maanden van dit jaar bleven de bioscopen potdicht. En ook de laatste twee weken van 2021 werd de weg naar de bioscoop geblokkeerd. Op The Matrix Resurrections en Paul Thomas Anderson’s (naar verluidt nieuwe meesterwerk) Licorice Pizza moeten we dus nog even wachten. Maar gelukkig zijn er dit jaar heel wat films wél uitgekomen! Van een spectaculair einde in de 25ste Bondfilm No Time To Die tot het einde van de wereld in Adam McKay’s Don’t Look Up. En daarnaast was er met al die lockdowns natuurlijk genoeg tijd om series te bingen…

Op de filmredactie van 8WEEKLY had ieder zo zijn eigen favorieten. Welke dat zijn lees je hieronder en wie weet doe je zo nieuwe kijkinspiratie op!

Don’t Look Up (Adam McKay)

Feline van Vliet: In Don’t Look Up ontdekt PhD kandidaat Kate (Jennifer Lawrence) een komeet die de mensheid met uitsterven kan bedreigen. Het is aan haar en Professor Mindy (Leonardo DiCaprio) om de mensheid te overtuigen van het gevaar van de komeet. Don’t Look Up onderstreept hierbij de verdeeldheid tussen mensen in kritieke situaties, en doet heel erg denken aan de maatschappelijke problemen die zijn ontstaan rond informatie omtrent het coronavirus. Regisseur Mckay zei dat Don’t Look Up is ontstaan omdat hij een film wilde maken over ‘hoe het voelt om te leven in deze tijd’.

TOP FILMS
1: Don’t Look Up                               
2: Ballad of The White Cow           
3: Dune                                               
4: The White Tiger
5: Spencer

TOP SERIES
1: Shadow and Bone
2: Squid Game
3: The Night Stalker

The Last Duel (Ridley Scott)

Sander De Beule: De film The Last Duel, van de befaamde regisseur Ridley Scott, vertelt het verhaal van het laatste proces door middel van een duel in het 14e-eeuwse Frankrijk. Het drievoudig verhaalperspectief zorgt voor een originele noot, maar het is vooral het plot dat mij zo aansprak aan de film. Marguerite de Carrouges (Jodie Comer) doorbreekt even de patriarchale machtsverhouding in het middeleeuwse Frankrijk door, samen met haar man Sir Jean de Carrouges (Matt Damon), een rechtszaak aan te spannen tegen haar verkrachter. Het tijdloze waargebeurde plot en het uitzonderlijke verhaalperspectief in een middeleeuwse setting maakt deze film mijn favoriet van het jaar. Ook de acteerprestaties mogen zeker gezien worden, vooral Jodie Comer schittert in haar rol als Marguerite.

TOP FILMS
1: The Last Duel                                
2: Dune                                               
3: Shadow Game                              
4: No Time To Die                          
5: Jazz on a Summer’s Day

TOP SERIES

1: Curb Your Enthousiasm (S11)
2: Kinderen van de migratie
3: Het Leven in Kleur
4: Grond
5: Undercover (S3)

The Green Knight (David Lowery)

Deborah Nergui: The Green Knight is gebaseerd op het epische gedicht ‘heer Gawein en de groene ridder’. De film, geregisseerd door David Lowery, is een frisse verrassing op het gebied van verfilmde middeleeuwse heldenverhalen. Achter de bovennatuurlijke landschappen en scènes is het heroïsche verhaal te vinden van een jonge heer (Dev Patel) die de uitdaging van een groene ridder aanvaardt. De film volgt Gawein op zijn reis en speelt in op vraagstukken rondom eer, verleiding en de vrijheid in het maken van keuzes. Ondanks dat de film zich langzaam en zorgvuldig opbouwt, blijft het je vasthouden en word je direct meegezogen in dit fantasierijke verhaal.

TOP FILMS
1: The Green Knight      
2: Last Night in Soho                       
3: Promising Young Woman         
4: The Night House                          
5: Raya and The Last Dragon

TOP SERIES
1: The Witcher (S2)
2: Reservation Dogs
3: Only Murders in The Building
4: Loki
5: Squid Game

Red Notice (Rawson Marshall Thurber)

Vick ten Wolde: In het populaire actie/komedie-genre doet Red Notice precies wat het moet doen. Achtervolgingen, knokpartijen, explosies. Alles zit erin qua actie, maar de film maakt vooral onderscheid in de humor. De dialogen zijn hilarisch en vooral Ryan Reynolds als agent Booth laat eens te meer zien cynisme onder de knie te hebben. “Ik stuur je naar de ergste plek op aarde”, zegt een agent. Waarop Booth antwoordt: “Wat, je Instagram-account?”. En uiteraard zit er weer een verwijzing naar Vin Diesel in, zoals wel vaker het geval is in films met Reynolds. Ook zijn er nog veel meer grappige referenties naar bijvoorbeeld Titanic en Jurassic Park.

TOP FILMS
1: Red Notice
2: Shang-Chi and the Legend of the Ten Rings
3: No Time to Die                                 

TOP SERIES
1: Squid Game
2: Loki
3: Kastanjemanden
4: The Witcher (S2)
5: The Serpent

Another Round (Thomas Vinterberg)

Sanne Kortooms: Another Round is een film die je niet loslaat. Niet wanneer je hem kijkt, en ook niet lang nadat je hem gezien hebt. Hij voert je moeiteloos van blijdschap naar verdriet, verbazing, euforie en weer terug. Middelbare school docent Martin (Mads Mikkelsen) zit net als zijn drie dierbare collega’s in een dikke midlifecrisis. Niets kan hen nog beroeren. Maar dan bedenken ze een experiment: Een obscure Noorse psychiater stelt dat ieder mens een tekort van 0.5 promille alchohol heeft… Dus wat als ze voortaan zorgen dat ze de hele dag door (ook tijdens het lesgeven) lichtelijk beschonken zijn? Komen ze dan weer ‘tot leven’? De film zelf is een genotsmiddel op zich en Vinterberg bevestigt dat hij een van de beste verhalenvertellers van zijn generatie is.

TOP FILMS
1: Another Round (Druk)
2: Promising Young Woman
3: The Power of the Dog
4: The Hand of God (È stata la mano di Dio)
5: Benedetta 

TOP SERIES
1: Mare of Easttown
2: Ted Lasso (S2)

3: MAID

outdoor bench
Boeken / Fictie

De Amerikaanse bril en andere verhalen

recensie: Veranderlijke blikken op toen en nu, hier en daar – verhalen van Robert Menasse
outdoor bench

Robert Menasse is een Oostenrijkse schrijver wiens naam hier te lande niet heel veel oproept. De Amerikaanse bril vormt een uitgelezen bundel voor de liefhebber van verhalen die organisch samenhangen.

Die samenhang is subtiel uitgewerkt. In de dagelijkse beleving zijn verbanden tussen mensen en dingen uit verschillende tijden en plaatsen eigenlijk in ruste. Je focust je op het hier en nu. Maar Menasse probeert de betekenis en houdbaarheid van die verbanden zo bewust mogelijk tot zich door te laten dringen. Dat levert het ene na het andere besef op, eerder in de vaart van het verhaal dan theoretisch. De feiten lijken losjes autobiografisch, zo beschreven dat ze evengoed van de lezer kunnen zijn.

Tijdsverschillen

De hoofdpersonen associëren zich met wie ze zich herinneren dat ze destijds waren, natuurlijk dénken dat ze waren. Wat waren hun verwachtingen en wat is daar van uitgekomen? Hoe ervoeren ze vroeger gebeurtenissen als de val van de Muur, 11/9, de moord op Allende en John F. Kennedy, toen mateloos populair? Maar wat is zijn imago nu? Zo gaan op een realistische manier feit en fantasie een open verbond aan.

Grappig is dat de wordingsgeschiedenis van de bundel ook enigszins duizelt van tijdsverschillen. De Weense schrijver leefde deels in Amsterdam. De verhalen uit de bronbundel Ich kann jeder sagen (2009) én in De Amerikaanse bril (2021) stonden eerder in Nederlandse bladen, inclusief die van ná 2009. Ra ra, hoe kan dat?

Menasse is vindingrijk in de variaties op zijn thema.De uitwerkingen zijn verhaaltechnisch even vernuftig, waarbij ook het element spanning niet ontbreekt. En dat alles in een directe stijl en op een goedgehumeurde toon, hoe akelig gebeurtenissen ook zijn. Scheutig met onnodige uitweidingen is hij niet. Heel wat zinnen zijn zo bijzonder geformuleerd dat je ze graag herleest.

Menasse begint de bundel met een citaat van zichzelf. Daarin vraagt hij zijn moeder naar haar Amerikaanse bril (met jaloezieën voor de glazen), die modegril die niet tot Europa is doorgedrongen. Had ze die nog?

Jazeker had ze die! Ze zocht en zocht, maar vond alleen de foto die haar met die bril liet zien. ‘De realiteit is verdwenen. Het beeld bleef.’ Op de voorkant van het boek prijkt die foto. Zo te zien niet echt een bril die je heel veel beter naar de werkelijkheid laat kijken.

In de slotalinea van het laatste verhaal scheidt de ik van zijn vrouw, verhuist in 2001 naar Amerika, ‘weg uit Wenen. Ik had het gevoel een ramp overleefd te hebben. Ik had de mooiste vooruitzichten.’ Enfin, of die uitkwamen lezen we later wel ergens.

Muziek / Album

Voltreffers aan kwaliteit

recensie: Americana-update volume 13: Eric Devries, Jodymoon, Tom Mank & Sera Smolen

De dertiende editie van het Americana-nieuws is geen ongelukstreffer maar opnieuw een voltreffer aan kwaliteit. Het soloalbum van Eric Devries is een groeibriljant, Jodymoon gaat verder waar ze gebleven waren en Tom Mank & Sera Smolen zijn andermaal om van te watertanden.

De naam Eric Devries in niet alleen in Nederland bekend maar ook daarbuiten. De Limburgse formatie Jodymoon timmert vooral in ons land aan de weg. Tom Mank & Sera Smolen werken veelvuldig samen met muzikanten uit ons land. Het Nederlandse gehalte is hoog in deze Americana-update.

Eric Devries

Het vierde soloalbum van Eric Devries komt uit bij een maatschappij van onze oosterburen. Devries is sinds zijn vorige album uit 2014 vaak onderdeel van samenwerkingsverbanden zoals Hidden Agenda Deluxe en Matthews Southern Comfort. Met deze laatste formatie toerde hij meermaals door Europa. Zijn spel en stem zijn goed herkenbaar. Het maakt dat we ons snel thuis voelen op Song & Dance Man. Het album staat vol met heerlijke melodieën ondersteund door akoestische begeleiding. Meermaals voel je dat Devries je uitnodigt voor een danspas. Het sterkst voelen we dat in het titelnummer ‘Ballad of a Song & Dance Man’ en het ronduit zwierige ‘Matters of Love’, dat met zijn liefdevolle tekst het middenstuk van het album siert. De liefde spreekt op het twaalf liedjes tellende album. ‘All I Know How to Do’ bezingt de liefde opnieuw. Hier horen we met nadruk de heerlijke vioolklanken van Joost van Es.

Het album is live opgenomen in Studio Doornenburg met de muzikanten Janos Koolen, Lucas Beukers, Joost van Es en Sophie Janna. De stijl van het album is heerlijk folky en country met een flinke scheut Bluegrass. De banjo en viool worden veelvuldig ter hand genomen. De centrale troef blijft de heerlijk melodielijnen. Vergeet echter niet de stem van Devries die met zijn fijne teksten de trommelvliezen streelt. We worden uitgewuifd met ‘Sunday Eve in Amsterdam’, waar de klassieke vioolklanken van Van Es hand in had gaan met het klarinetspel van Koolen rond de prachtige zanglijnen van Devries. Een warm einde aan een heerlijk onderhoudend album.

 

 

Jodymoon

Het Maastrichtse duo Jodymoon is een constante factor van kwaliteit. Digna Janssen en John Smeets hebben met Firestone hun zevende album gemaakt. De sound zit tussen singer-songwriter, Americana en jazz in. Wie de band kent en omarmt weet dat de kwaliteit niet teleur zal stellen. De twee multi-instrumentalisten weten al sinds 2006 op hoogstaand en innemend niveau met elkaar te musiceren. Dit nieuwe album is geen uitzondering.

Het album opent met de pianoklanken gespeeld door Digna Janssen. De samenzang met Smeets volgt in de compositie ‘In Another Time’. In ruim zes minuten weet Jodymoon je in de muzikale watten te leggen. Voor de liefhebbers en fans is het gewoon heerlijk thuiskomen. Voor nieuwkomers is Firestone is de staalkaart van de muziek van Jodymoon. Het album is een heerlijk vonkje dat het vuur brandende gaat houden tijdens de donkere dagen in de herfst en winter van dit jaar!

 

 

Tom Mank & Sera Smolen

Ondanks dat Tom Mank & Sera Smolen in de VS leven, zijn ze vaak in ons land te vinden. Ze werken veelvuldig samen met Nederlandse artiesten. Op het mini-album Like a Raindrop on a Feather horen we bijvoorbeeld de mondharmonicaklanken van Gait Klein Kromhof en de stem van Ellen Shae. Ze schitteren in het nummer ‘Far Away as the Moon’. Beiden deelden ze vaak het podium met het Tom Mank & Sera Smolen bij live-shows.

Het mini-album opent met de ademzucht van Sera Smolen in ‘Surrounded by Strangers’. Dan wordt de ademzucht vermengd met celloklanken, gitaarspel en de zang van Tom Mank. We worden direct binnengezogen in de muziek. Dit duo heeft op innemende wijze een nieuwe loot aan hun oeuvre gemaakt. Als je naar de tekst luistert en de straatklanken hoort, kan je het gevoel krijgen dat je omgeven wordt door vreemden maar je toch eenzaam voelt.

De sfeer van het album onderstreept de titel. Voorzichtig als het observeren van een regeldruppel die op een veer ligt. De titel van het album horen we terug als een zinnetje in het lied ‘Soft Landing’, dat gaat over de liefde die uitmondt in nieuw leven.

Het album, dat maar zes liedjes telt, is genoeg om je laten hongeren naar veel meer klanken dan de vijfentwintig minuten die deze heerlijkheid duurt. Gelukkig biedt het rijke oeuvre van deze twee muzikanten voldoende materiaal om verder te luisteren.

 

Boeken / Film / Kunst / Muziek / Theater / Boeken / Film / Kunst / Muziek
special: De speciale kersteditie van de 8WEEKLY Podcast

8WEEKLY Podcast Aflevering 3: Kersteditie

De gevarieerde redactie van online cultuurmagazine 8WEEKLY.nl bespreekt het recente cultuurnieuws, nieuwe releases, evenementen en festivals. Wij bespreken scherpe culturele stellingen en geven cultuurtips over boeken, films, muziek, podiumkunsten, beeldende kunst en meer!

In deze speciale kersteditie bespreken Jorien, Sanne en Vick (in zijn speciale kersttrui) alternatieve kersthits, hun favoriete kerstfilms, atypische poëzie en meer! Ook interviewt redacteur Dorien de schrijver Adwin de Kluyver over zijn nieuwste boek Niemandsland: Een Antarctische Ontdekkingsreis. Kortom weer genoeg gespreksstof voor jouw culturele kerstdagen!

Niemandsland, een Antarctische ontdekkingsreis
Boeken / Non-fictie

Zeehondenstoof en doodgevroren ontdekkingsreizigers

recensie: Niemandsland. Een Antarctische ontdekkingsreis - Adwin de Kluyver
Niemandsland, een Antarctische ontdekkingsreis

Adwin de Kluyver is niet het type historicus dat zijn dagen slijt in een stoffige bibliotheek. Na vele bronnen over de cultuurhistorie van Antarctica te hebben gelezen, vond hij het tijd om zelf naar het continent af te reizen.

Met Niemandsland schrijft historicus Adwin de Kluyver een persoonlijk reisverslag waarin hij het spoor volgt van de Japanse Nobu Shirase, die begin twintigste eeuw namens zijn land de zuidpool wilde bereiken. In een historische driemaster, vergelijkbaar met het vervoer van Shirase, reist De Kluyver van Argentinië naar Antarctica.

Onderweg vertelt hij over het ijskoude werelddeel vanuit verschillende invalshoeken, waarvoor hij gebruikmaakt van uitgebreid onderzoek. Aan bod komen nu eens niet de romantische avonturen van dappere ontdekkingsreizigers; de Kluyver laat zien hoe het er daadwerkelijk aan toe ging, op basis van dagboekfragmenten en andere bronnen.

Van de ontdekkingsreizigers…

De reis van Nobu Shirase verliep niet gemakkelijk. Satellieten of vliegtuigen waren immers nog niet uitgevonden, Antarctica kon nog niet van bovenaf bekeken worden. De eerste zeevaarders wisten niet precies wat daar nu precies lag, ten zuiden van Afrika en Zuid-Amerika. Shirase kon zich in zijn voorbereiding alleen maar baseren op de reisverslagen van eerdere ontdekkingsreizigers, die melding maakten van reusachtige ijsschotsen.

In die tijd was een ware zuidpoolwedloop gaande, vergelijkbaar met de ruimtewedloop in de jaren  zestig. Verschillende landen streden om als eerste de zuidpool te bereiken en om vervolgens het continent te claimen. Sommigen moesten de strijd zelfs met hun leven bekopen. Onder meer de Engelse Robert Falcon Scott stierf onderweg van de kou en honger in zijn tentje in de sneeuw. De reddingsploeg kwam te laat en plaatste vervolgens een kruis op de laatste rustplaats. Dit laatste aandenken is daar nu nog altijd te zien.

… naar de filosofen en dieren

Naast de historische reisverslagen wordt ook duidelijk dat het continent een plek is die voor velen tot de verbeelding spreekt. Een Russische schrijver fantaseerde over een utopische staat op de Zuidpool. In de negentiende eeuw dachten sommigen dat er een groot gat zou moet zijn op die plek, een ingang naar de binnenkant van de aarde.

Opvallend zijn de verhalen over het lot van de dieren op het ijskoude continent. De Kluyver beschrijft de eerste ontmoeting tussen de mens en de almachtige albatros (en als interessant zijspoor het ontstaansverhaal van The Rime of the Ancient Mariner), het lot van de eerste ontdekte pinguïns en het contact tussen zeehonden en mensen (waarna de zeehonden door hen werden verorberd; in een van de reishutten op de Zuidpool is nog altijd een recept voor de bereiding van zeehond te lezen).

In een van de meest tragische hoofdstukken komen de sledehonden aan bod die de Noorse ontdekkingsreiziger Roald Amundsen naar de zuidpool brachten. ‘Dat er onheil dreigde, wisten ze niet’, zo kondigt De Kluyver het lot van de arme honden aan. Van de 93 honden overleefde slechts een enkeling de brute reis. Hondenliefhebbers kunnen dit hoofdstuk maar beter overslaan…

Lezenswaardig reisverslag

Adwin de Kluyver heeft met Niemandsland een zeer lezenswaardig en fascinerend boek geschreven. Door de verschillende invalshoeken leest het als een complete geschiedenis van het continent sinds de mens het voor het eerst in het vizier kreeg. Door de voortdurende afwisseling in vorm en verhaal is het boek geen moment saai. De ene keer schrijft hij in de ik-vorm, dan hangt hij een hoofdstuk op aan Latijnse spreuken en dan is het weer een personale vertelling.

De Kluyver verheerlijkt de verhalen niet, maar toont juist de rauwe en eerlijke kant van de ontdekkingsreizen, zonder een oordeel te vellen over de personages. Zijn eigen reisverhaal, in reisnotities tussen de hoofdstukken in, vormen een relevante toevoeging en brengen het boek tot leven.

Op deze manier laat hij zien dat de zuidpool meer is dan een witte vlek op de globe. Het is een plek die tot de verbeelding spreekt, het laatste continent dat door de mens geclaimd is en bovendien een oord met een wonderschone natuur. Dat Adwin de Kluyver dit alles in één boek weet te vatten én op een toegankelijke en boeiende manier heeft opgeschreven, is een knappe prestatie.

Kunst / Expo binnenland

Guido van der Werve Cobra Kunstprijswinnaar 2021

recensie: Presentatie Cobra Kunstprijs 2021: Guido van der Werve
Presentatie Cobra Kunstprijs 2021: Guido van der WerveCourtesy of the artist, all images by Ben Geraerts

De Cobra Kunstprijs van 2021 gaat naar Guido van der Werve, filmmaker en beeldend kunstenaar. Wat heeft een wereldwijd erkende filmkunstenaar overeen met het ‘geknoei en gekladder’ van de Cobra-beweging? Kersverse kunstredacteur Rose Heliczer trok naar het Cobra Museum voor Moderne Kunst, waar een selectie van zijn werk t/m 4 maart 2022 te bezichtigen is.  

Of er nou echt wat veranderd was, vroeg ik mezelf af toen ik de fiets op slot zette. Mijn broek was nog niet opgedroogd. Een koude bries trok aan mijn pijpen. Onder het mom van nu of helegaar niet had ik mezelf uit huis geduwd zonder na te gaan wélke werken van Guido van der Werve, Cobra-kunstprijswinnaar van 2021, in het Cobra Museum voor Moderne Kunst vertoond werden. Noch keek ik naar de weersvoorspelling. Dus toen ik eindelijk in Amstelveen aankwam, mijn mondkapje voor, mijn haren onherstelbaar door de war, kon ik een licht gevoel van teleurstelling niet onderdrukken toen bleek dat er maar twee werken vertoond werden. Niet omdat Nummer drie: take step fall en Nummer zes: Steinway grand piano, wake me up to go to sleep and all the color of the rainbow niet mooi zijn, integendeel.  

Balletdanseres

Nummer drie – Guido van der Werve. Foto: Ben Geraerts

Mooi oud geworden

Nummer drie en Nummer zes, uit respectievelijk 2004 en 2006 waren in hun geboortejaar al prachtig. In de een zien we onder andere een balletdanseres in een koud en schaars verlicht bos. Ze is alleen en danst een uitvoering, zonder te reageren op de omstandigheden. Zelfs als er vlak achter haar een boom ter aarde stort danst ze. In Nummer zes takelt Van der Werve een onbetaalbare Steinway grand piano zijn studentenkamer in. Samen met een kamervullend klassiek ensemble speelt hij een concert. De balletdanseres en de pianist hebben overeen dat ze kunst uitvoeren, de hachelijke omstandigheden ten spijt. De combinatie van absurdisme, romantiek en melancholie tekent vaker het werk van Van der Werve. Misschien wel altijd. ‘Zeker als je zo persoonlijk werkt als ik dan moet je op een bepaalde manier kunnen filteren welke dingen wel interessant zijn of niet. Je moet dingen abstraheren totdat er echt een soort kern overblijft die gewoon eenvoudig is’, zegt Van der Werve na het winnen van de Charlotte Köhlerprijs in 2012. Dat filteren en abstraheren maakt dat zijn films ondanks de onverwachte settingen en heftige stunts erg doordacht en beheerst overkomen. 

Verrassing

De Cobra Kunstprijs kwam voor Van der Werve als een verrassing. ‘Ik had er weleens over gehoord en ik ken ook wel een paar mensen die hem gewonnen hebben maar ik had niet echt gedacht dat ik ervoor in aanmerking kwam’, zegt hij in een reactie op de lokale Amstelveense televisie. Dat is geen vreemde gedachte, in aanmerking genomen dat het gemiddelde werk uit de Cobra-beweging een bonanza aan kleuren en vorm is. Als er een muziekstijl bij zou passen zou dat free jazz zijn, ook al ontstond die stroming officieel pas later. Van der Werve werkt met sobere kleuren en klassieke muziek. Hij voert zichzelf op als zwijgzame outsider, soms lijkt hij regelrecht uit C.G Friedrichs Wandelaar boven de nevelen te zijn weggelopen, een ultiem Romantisch schilderij. En zelfs als hij in Nummer vier: I don’t want to get involved in this. I don’t want to be part of this. Talk me out of it van een hoge brug springt is er een bepaalde kalmte in zijn werk voelbaar.  

Guido van der Werve

Nummer zes – Guido van der Werve. Foto: Ben Geraerts

Ik doe nooit zomaar iets

Misschien is het wat flauw om de uitspraak ‘Ik doe nooit zomaar iets’ van Van der Werve in de Trouw, 2013 uit zijn verband te trekken. Daarin had hij het namelijk over zijn stunts, en met name de keer dat hij zichzelf in de fik stak en 12 seconden de tijd had om naar het water te lopen voordat de brandwerende pasta uitgewerkt zou zijn. Toch blijft die uitspraak hangen. Want hoewel hij intuïtief te werk gaat, kun je het niet zomaar ‘experiment’ noemen. In elk geval niet zoals het experiment van de kleurrijke, expressief-spontane schilderkunst van de Cobra beweging, waarover in kranten werd gesproken over geknoei, gekladder en verlakkerij. 

Van der Werve is een erkend kunstenaar. In 2013 won hij een Gouden Kalf met de film Nummer veertien: home. Een film waarin hij zijn eigen leven vervlecht met dat van Chopin en Alexander de Grote door een beker aarde uit de tuin van Chopin in Polen naar zijn graf in Parijs te brengen middels een extreem zware triatlon. De overeenkomsten van Van der Werve met de Cobra-beweging hoe ik ze ken worden stuk voor stuk weggeveegd van het onderzoeksbord.

Guido van der Werve

Nummer zes – Guido van der Werve. Foto: Ben Geraerts

De burgemeester zegt het

‘Een aantal waarden van [Guido van der Werves] manier van kunst maken die slaan terug op de waarden van 73 jaar geleden van de Cobra-beweging. Dat vond ik wel leuk om erin te zien’, aldus Tjapko Poppens, de burgemeester van Amstelveen.
Het Cobra Museum voor Moderne Kunst legt op hun website de doorslaggevende overwegingen van de jury uit: ‘In de werken van Guido van der Werve staan experiment, interdisciplinariteit en radicaliteit centraal. Dit zijn kernwaarden die hij deelt met de kunstenaars van de Cobra-beweging. Van der Werve zocht in zijn werk altijd al bewust naar uitputting, volharding en uithoudingsvermogen.’  

En voor wie daar nog wat tegenin te brengen had is er het slotakkoord van de omschrijving van de Cobra-beweging op de museumsite: ‘Eén ding is zeker: over de betekenis van Cobra heeft nooit eensgezindheid bestaan. Het karakter van Cobra wordt misschien juist wel bepaald door de tegenstellingen en onenigheden tussen haar leden.’ Dus hij heeft helemaal gelijk. De burgemeester van Amstelveen. Helemaal waar hij over de expositie in het Cobra Museum voor Moderne Kunst zegt: ‘Je moet het komen kijken. Het is verrassend.’  

En voor de teleurgestelde ziel die Nummer drie en zes al lang uit het hoofd kent: 12 februari 2022 komt er een de ‘mid-career’ expositie van Guido van der Werve in het Eye Amsterdam onder de naam Tastbare futiliteit. Daar zal alles behàlve de werken in het Cobra museum te zien zijn. Bereid je voor op een middag vol bewegend naakt, explosies en klassieke pianomuziek. 

 

Kunst / Achtergrond
special: Hermitage Amsterdam

Religie van dichtbij in Hermitage Amsterdam

Vorig jaar werkte ik bij Hermitage Amsterdam aan Romanovs in de ban van de ridders, een tentoonstelling waar je leert hoe mensen leefden in de middeleeuwen. In deze special licht ik uit hoe mensen toen het christelijke geloof beleefden binnen de muren van hun huis.

In de grote zaal van de tentoonstelling leer je meer over het dagelijkse leven van welgestelde mensen uit de middeleeuwen. Wat deden ze in hun vrije tijd? Hoe uitten zij gevoelens naar een geliefde? En hoe vierden ze feest? Naar zulke vragen deed ik onderzoek tijdens mijn masterstage. In een serie van een paar specials vertel ik jullie meer over mijn onderzoek door enkele objecten uit te lichten die mooi illustreren hoe middeleeuwers leefden. In deze tweede special ga ik in op hoe mensen het christelijke geloof van dichtbij, in hun eigen huis, beleefden.

Tweeluik met scènes uit het Lijdensverhaal, ca. 1350 © Staatshermitage Museum, foto door Alexander Koksharov

De Bijbel als stripverhaal
Het is net een stripverhaal, maar dan zonder tekstwolkjes. Acht verhaaltjes in twee plaquettes, kriskras door elkaar heen, vertellen samen het verhaal van de Lijdensweg van Jezus. Het verhaal wordt verteld vanaf het verraad van Jezus tot het moment waarop Judas zichzelf ophangt. Maar waarom plaatsten middeleeuwers eigenlijk zulke tweeluiken in hun huis als ze het Lijdensverhaal toch al op hun duimpje kenden?

De Lijdensweg
Als je het verloop van de Lijdensweg kent, zie je dat alle gebeurtenissen niet op een chronologische volgorde staan. Zo zie je rechtsonder dat Judas zilveren muntstoppen toegestopt krijgt voor zijn verraad. Naast dit tafereel zie je het moment waarop Jezus wordt verraden. Judas staat op het punt om Jezus een kus op de wang te geven, een signaal aan soldaten die op de uitkijk staan zodat zij weten wie ze moeten arresteren. De soldaat met de uitgestrekte arm staat zelfs op het punt om Jezus letterlijk bij de kraag te grijpen. Aan de buitenkant lijkt het een liefdevolle omhelzing, maar in werkelijkheid een figuurlijk mes in de rug. Daar komt ook de uitdrukking iemand een “Judaskus” geven vandaan.

Het raam linksonder toont de arrestatie van Jezus. Hij wist al dat Judas hem zou verraden. Als je de blik van Jezus volgt zie je dat hij kijkt naar het levenloze lichaam van Judas. Na de kruisiging van Jezus verhing Judas zichzelf, omdat hij niet kon leven met zijn zonde. Het lijkt alsof de maker inzichtelijk wil maken dat Jezus al wist dat Judas zijn verrader was. Het raam linksboven toont hoe het bloed uit de wonden van Jezus stroomt, terwijl hij wordt gegeseld. Aan de rechterkant is te zien hoe Pontius Pilatus, na de kruisiging, zijn handen wast in onschuld. Of heeft hij juist bloed van Jezus aan zijn handen?

Het samenvoegen van zulke gebeurtenissen stemt daardoor ook tot nadenken over de verhalen die middeleeuwers kenden uit de Bijbel. Normaal gesproken zagen mensen alleen christelijke afbeeldingen in de kerk, dus dat maakt het heel speciaal om ook toegang te hebben tot voorwerpen die het verhaal in je eigen huis verlevendigen en illustreren. De expressieve handgebaren en gezichtsuitdrukkingen laten het verhaal bijna tot leven komen. Door zulke tweeluiken van ivoor, maar ook schilderijen, muurschilderingen en beeldhouwwerken, gingen de verhalen uit de Bijbel leven. Al helemaal als je bedenkt dat zulke tweeluiken in de middeleeuwen ook nog waren beschilderd.

Duitse school (mogelijk Hans Wertinger?), Kruisiging met heiligen en opdrachtgever, 1500-1535 © Staatshermitage Museum, foto door Alexander Koksharov

Alsof je er zelf bij was
Soms is het verlevendigen van een Bijbelverhaal niet genoeg. Als je in de middeleeuwen rijk genoeg was kon je een kunstenaar de opdracht geven om jezelf midden in een Bijbelverhaal af te beelden. Op die manier konden welgestelde mensen zich nog meer inleven in de verhalen en ook aan anderen tonen hoe toegewijd ze wel niet zijn aan het christelijke geloof. Dit deed Philip Wittelsbach (1480-1541), edelman en bisschop van de Duitse steden Freising en Naumburg, die zichzelf geknield liet afbeelden voor een gekruisigde Jezus. Hij wordt van links naar rechts bijgestaan door Maria en de apostelen Philip, Johannes en Petrus. Aan de voet van het kruis ligt een wapenschild met in de linker- en rechterhoek een motief van een sleutel en zwaard die elkaar kruisen, een verwijzing naar het stadswapen van Naumburg. De zwarte gekroonde man verwijst waarschijnlijk naar een zwarte christelijke heilige, maar we weten helaas niet naar wie of hoe hij terecht is gekomen op het stadswapen van Freising. Mogelijk de heilige Mauritius uit de derde eeuw na Christus of Zeno van Verona (300-371), die in de middeleeuwen in Duitsland heel populair waren.

Familiewapen
In het midden van het wapenschild op dit schilderij bevindt zich, in het klein, het familiewapen van het huis van Wittelsbach. Hierdoor verwijzen alle motieven naar zowel de bisdommen waarover hij regeert als zijn familie, die zijn samengevoegd tot één wapenschild. Het schild leunt ook nog tegen het kruis van Jezus, wat benadrukt hoe dicht Philip Wittelsbach wel niet bij het christelijke geloof staat. Dus door je eigen gezicht, familie en status in een Bijbelverhaal te ‘plakken’ konden rijke middeleeuwers het christelijke geloof van dichtbij beleven en verbinden met hun familie. In de middeleeuwen waren familiebanden namelijk heel belangrijk. Het onderhouden van die banden werd dan ook fanatiek gepromoot werd door de katholieke kerk. Veel gelovigen herkenden zich namelijk in verhalen uit de Bijbel waarin familie centraal staat.

Madonna met kind, 1350-1400 © Staatshermitage Museum, foto door Alexander Koksharov

Maria als moeder
Zo halen veel gelovigen bijvoorbeeld liefde, bescherming en troost mensen uit Bijbelverhalen waarin Maria, de moeder van Jezus, voorkomt. De emotionele waarde die mensen toekennen aan Maria geven haar een symbolische status, terwijl ze tegelijkertijd ook maar gewoon een moeder die van haar zoon hield als geen ander en om hem rouwde na zijn dood.
Daardoor kreeg Maria, ten opzichte van andere Bijbelfiguren, een heel ‘menselijk’ karakter en ontstond er in de middeleeuwen een cultus rondom haar, de zogeheten Mariaverering. Talloze beelden, schilderijen en kerken werden in die tijd aan haar opgedragen, maar ook in huis wilden mensen het gevoel hebben dat ze dichtbij Maria konden staan. Om die reden plaatsten veel mensen kleine beelden van Maria in hun huis, zoals dit beeldje van Maria met een lachende baby Jezus op schoot. Doordat het zo klein is weten we dat het heeft gediend voor privégebruik, omdat beelden uit kerken veel groter zijn.

Schilderijen en plaquettes kun je dus bijna zien als ‘ramen’ die middeleeuwers een kijkje gaven in zulke emoties en Bijbelverhalen, maar beeldhouwwerken geven die verhalen nog een extra dimensie. Die zijn allemaal bedoelt om je het gevoel te geven dat je het Bijbelverhaal van dichtbij kan ervaren, alsof de beelden elk moment tot leven konden komen. Al helemaal als de beelden beschilderd waren. Dus zo zie je dat de beleving van het christelijke geloof veel verder gaat dan het vertellen en tonen van een Bijbelverhaal.