Kunst / Expo binnenland

Een panoramisch overzicht van Richters veelzijdige oeuvre

recensie: Gerhard Richter - Panorama

Ter ere van het tachtigste levensjaar van Gerhard Richter (1932) stelt Tate Modern diens werk tentoon in de overzichtstentoonstelling Panorama. Met zijn oeuvre bewijst de Duitse schilder dat het traditionele medium zijn charme nog niet heeft verloren.

Een tegenstrijdig vergezicht

Betty (1988), Saint Louis Art Museum

Betty (1988), Saint Louis Art Museum

De titel Panorama suggereert een vergezicht naar verschillende uiteinden. Omdat Richters oeuvre zich laat omschrijven als veelzijdig – van abstract tot figuratief en van monochroom tot kleurrijk – kan deze titel zeer letterlijk worden genomen. De retrospectieve toont een chronologisch overzicht van het werk van de Duitse kunstschilder. Beginnend bij Richters fotorealisme uit de jaren zestig en eindigend in de eenentwintigste eeuw is de tentoonstelling een wandeling door veertien zalen. Aan iedere zaal heeft Tate Modern een eigen thema toegekend, van Damaged landscapes en Grey Paintings and Color Charts tot Questioning Painting. De overzichtstentoonstelling bestaat uit meesterwerken als de uiterst realistische olieverfschilderijen Betty (1988) en Lesende (1994) alsook beschilderde foto’s, glassculpturen (onder andere zijn befaamde 4 Glasscheiben uit 1967) en volledig abstracte doeken. Deze diversiteit voorziet Richters oeuvre van een levendig en boeiend karakter, maar zorgt er tevens voor dat het op het eerste gezicht niet erg coherent lijkt. Wanneer men beter kijkt, wordt kenbaar dat Richter beide uitersten heeft geprobeerd te verzoenen in een tussenvariant: het realistische olieverfschilderij bewerkt met de voor hem typerende ‘squeegee’-techniek (vervagen met een rubberen wisser). Bovendien hebben veel van Richters werken een politieke lading. Waar andere kunstenaars bepaalde politieke thema’s niet durven aan te raken, omdat ze te omstreden zijn of gevoelig liggen, heeft Richter er geen moeite mee de problematiek rond nazi-Duitsland of 9/11 te schilderen. Op deze manier toont Richters oeuvre zich een spannend en vooral interessant geheel.

5.000 bezoekers en 150 schilderijen

4 Glasscheiben (1967), glas en ijzer, collectie van Annick en Anton Herbert

4 Glasscheiben (1967), glas en ijzer, collectie van Annick en Anton Herbert

Waar het de tentoonstelling inhoudelijk nauwelijks ergens aan schort, is het de beperkte ruimte die Tate Modern beschikbaar heeft gesteld voor Panorama die als minpunt kan worden beschouwd. Het museum barst uit haar voegen en kan de steeds groter wordende bezoekersaantallen nauwelijks bergen. Vandaar de grote bouwput naast het huidige gebouw: het museum wordt spoedig uitgebreid. Volgens directeur Chris Dercon is Panorama een doorslaand succes met vijfduizend bezoekers per dag, maar laat nu juist dit gegeven ongunstig zijn. In de wetenschap dat er ‘slechts’ 150 werken van Richter te bewonderen zijn, ziet de doorsnee museumbezoeker door de bomen het bos niet meer. Daarnaast lijken veertien zalen erg weinig te zijn voor zoveel werken, maar dit valt mee als men beseft dat sommige wanden volledig gevuld zijn met vele kleine werken die samen een grote serie vormen. Het zijn dus voornamelijk de bezoekers die de zalen vullen en ieders kijkplezier bederven.

Machtige kunstenaar

Lesende (1994), San Francisco Museum of Modern Art

Lesende (1994), San Francisco Museum of Modern Art

Anderzijds vormt de populariteit van deze overzichtstentoonstelling het bewijs dat Richter een gevierd kunstenaar is die onontkoombaar is in de hedendaagse kunstwereld. Deze maand nog werd de Duitse kunstenaar in ArtReview’s befaamde Power100 – een lijst van het hedendaagse kunsttijdschrift van de machtigste spelers van de kunstwereld – als elfde genoteerd. Deze positie heeft hij vooral te danken aan zijn politieke invloed en de manier waarop hij de popcultuur en fotografie dichter bijeen heeft gebracht. Panorama bevestigt wederom dat Richter er met zijn diverse schilderstijlen in is geslaagd het traditionele medium schilderkunst nieuw leven in te blazen. Reden genoeg om Tate Modern een bezoek te brengen en al Richters meesterwerken in één tentoonstelling te bezichtigen. Voor de bezoeker rest slechts de lastige opgave een geschikt moment te vinden om deze meesterwerken in alle vrijheid en rust te aanschouwen, zonder dat aan hem of haar het zicht belemmerd wordt.

Boeken / Fictie

Zinderend tegen de uitwissing

recensie: Ramsey Nasr - Mijn nieuwe vaderland. Gedichten van crisis en angst

.

Laten we het inderdaad maar een ‘situatie’ noemen. Op de vooravond van de eerste (Gemeentelijke) bezuinigingen stemt ze zelfs zeer pessimistisch. Toen ik even voorbij het midden van de bundel in het tweede artikel geraakte, ‘Alleen op cultuur zet je een Ork’, werd ik zo intens treurig dat ik de muziek aanpaste die op de achtergrond speelde. Ook vlees en bloed heeft soms behoefte aan troost.

Ongezien de tyfus
‘Verder schijt, kots en kwijl ik op heel die links-gehandicapte kutst stroming. Ik ben blij dat de tijd gekomen is dat ik kan dansen op de restanten van jullie frobels. Het voelt goed dat Rutte 1 jullie tot op het bot gaan desubsidieren. Ongezien de tyfus aan heel het zooitje’. Nasrs bezorgdheid om cultuur wordt wellicht het best geïllustreerd door dit stukje fanmail dat hij in zijn voorwoord opnam. ‘Kutst’ is leuk gevonden, maar wat een bedroevende spelling. Gelukkig pareert hij: ‘Het gaat goed met de poëzie. Ze moet dood, dus ze leeft’.

De poëzie van Nasr zindert. Wie naar de ontwikkeling van zijn eigen schrijven kijkt, ziet hoe ze van hun overwegend lyrische en romantische toon allengs een maatschappelijk-geëngageerde gerichtheid hebben gekregen die in toenemende mate een prozaïsche vorm eist. Nasrs uitgeschreven engagement heeft veel te maken met het Stadsdichterschap van Antwerpen (2005-2006) en met zijn functie als Dichter des Vaderlands (sinds 2009). Overigens zit het hem in zijn botten: hij is een begenadigd publicist. In 2006 werd hem door het Humanistisch Verbond de ereprijs Journalist van de Vrede toegekend vanwege zijn bijdrage aan de begripsvorming tussen westerse en oosterse culturen door starre vooroordelen kritisch te toetsen.

Mengelberg
Mijn nieuwe vaderland bestaat uit drie delen. Het eerste gaat over onze hang naar vrijheid. Het tweede buigt zich over de Nederlandse cultuur. Het derde en laatste deel bestaat uit ‘Het hemelse leven’, een lang gedicht over de relatie tussen kunst en politiek. Die titel verwijst naar het slotlied uit Mahlers Vierde symfonie. Deze afsluiting is opgedragen aan weggezuiverde joodse orkestmusici tijdens de bezettingsjaren. Nasr droeg er twee delen uit voor met het Amsterdam Ensemble op 4 mei 2011.

In ‘Het hemelse leven’ staat Willem Mengelberg centraal, toentertijd dirigent van het Concertgebouworkest. Deze vriend van de joodse componist Mahler wilde zich aan alle politiek onttrekken, maar werd daardoor collaborateur. In de slotfase van het gedicht zegt hij:

kunst is geen politiek
als ik iets gedaan had
zou ik het begrijpen
maar ik heb me nergens mee bemoeid

Maar in tijden van politieke crisis – ook nu, lijkt de boodschap – moet je positie kiezen en Nasrs werk is te lezen als een oproep tot engagement:

dat is de smet van europa
dat allen zeggen
het gaat mij niet aan

Het zingen bij een dode
Misschien klinkt ‘Mahler’ en ‘orkestmusici’ wel te sjiek voor gedesinteresseerde oren. Had Nasr niet beter iets moeten doen met wat op straat leeft? Dat deed hij, met ‘mi have een droom’. Geschreven in levend, straattalig Nederlands waarin een grote behoefte aan geborgenheid spreekt: ‘mi have een droom van brekend glas / ik droom achteruit, van een stitti die stilstaat & thuis op mi wacht’. Had de Dichter des Vaderlands niet meer de actualiteit in ogenschouw moeten nemen? Ook dat doet hij, aan de lopende band. Als hij in ‘uit nutteloze noodzaak’ het nut van kunst probeert te beschrijven:

de waarheid is
zij heeft geen nut
kunst is maar een bijproduct
zij is niet nodig om te kunnen
eten, neuken ademen

[…]

bij een vijand zonder handvat
helpt alleen het nutteloze
dan helpt kerven in een bot
stieren schetsen in een grot
dan helpt de nachtwacht
en het zingen bij een dode

Noodzaak
Nasr laat een geluid horen tegen de huichelachtigheid van Rutte I. Lik op stuk krijgt niet alleen de PVV, waarvan Nasr aantoont dat zij haar kiezers keer op keer laat vallen, ook het gedraai van CDA en de VVD blijft niet onbesproken. Herinnert iemand zich nog dat Blok zich afvroeg waarom er geld naar cultuur ging, terwijl ook dierentuinen opvoedkundige waarde bezitten en rijwielzaken geen subsidie krijgen? Beiden werden wel gesubsidieerd, toont Nasr aan: dierentuinen krijgen het en vergeet ons Nationale Fietsplan niet.

Door iemand als Zijlstra (de Ork) aan te stellen als Staatssecretaris van OCW – die eens aangaf niets met cultuur te hebben – verwijt de dichter premier Rutte de PVV naar de mond te praten om geen kiezers te verliezen. Minister Schippers van VWS die stelde ‘dat psychiatrische aandoeningen en depressies “binnen eigen kring uitgevogeld” moeten worden’; Nederland teruggeven aan de Nederlander: het kabinet wist elke herinnering aan Nederland uit. Aldus Nasr, die zich als hofnar in zijn element weet: sterke, heldere teksten en een duidelijke boodschap. Een aanrader die je iedereen onbeschroomd mag opdringen.

Kunst / Expo binnenland

Ieder aspect van tijd

recensie: diverse kunstenaars - Tangible Time

Ken je dat? Terugkomen van vakantie en alles aantreffen zoals je het hebt achtergelaten. Alsof de tijd heeft stilgestaan. Behalve op de fruitschaal, waar nog een sinaasappel ligt. Over zulke vreemde ontmoetingen met een vluchtig begrip als tijd handelt Tangible Time in NESTruimte. Aan de tentoonstelling nemen elf aanstormende kunstenaars deel, die het bewust ervaren van tijd een hoofdrol laten spelen in hun werk.

Libero
Een van de meest indrukwekkende werken in de tentoonstelling is Libero van Petra Stavast. Aan de muur hangt een brief waarin de schrijver, Lee, vertelt dat hij inderdaad de Libero is die Stavast zocht. Hij heeft zijn naam van Libero veranderd naar Lee, omdat Amerikanen zijn Italiaanse naam niet uit kunnen spreken. Hij legt uit dat het verlaten huis, waarover Stavast hem heeft geschreven zijn ouderlijk huis is. Nadat zijn ouders waren geëmigreerd is het huis bewoond geweest door zijn tante Delia en oom Enzo. Omdat zij geen kinderen hadden is het huis na hun dood leeg komen te staan. De foto’s die Stavast in het huis heeft gevonden zijn inderdaad van hem en zijn zus.

Petra Stavast, Libero, ingelijste C-print (145x185cm, éen uit een serie van acht), boek (Libero), koptelefoon, vier diaprojectoren, e-mail. Allen uit 2009. Foto van de website van NEST, gemaakt door Jhoeko.

Petra Stavast, Libero, ingelijste C-print (145x185cm, éen uit een serie van acht), boek (Libero), koptelefoon, vier diaprojectoren, e-mail. Allen uit 2009. Foto van de website van NEST, gemaakt door Jhoeko.

Onder de brief hangt een bak met een koptelefoon en een boek. Als je de koptelefoon op zet hoor je de stem van Libero en zijn zus, Valeria. Ze vertellen over hun jeugd, hun vader en de foto`s die hij maakte. In het boek staan naast de foto’s uit hun jeugd, ook foto’s van de huidige staat van het huis. Het huis is geplunderd, overal ligt gebroken servies en kleding die uit kasten is getrokken. Op de eettafel heeft een van de vandalen zijn spuitbussen achtergelaten. In de ruimte achter de muur waar de brief, het boek en de koptelefoon hangen zijn dia’s te zien, eveneens over de geschiedenis van de familie Greco.

Drie dimensies van tijd
Tijd voltrekt zich in dit werk op een aantal verschillende niveau’s. Ten eerste is er het lineair vestrijken van de tijd, het opgroeien van de twee kinderen. Dan is er dat van het verval van het huis, ontstaan door een gebeurtenis, een vast punt in de geschiedenis. De diaprojector is een slim gekozen medium. Het wachten op de volgende dia maakt de toeschouwer op primair niveau bewust van de tijd.

Grondig onderzoek naar hoe wij tijd ervaren is kenmerkend voor de gehele tentoonstelling. Tijd wordt gemeten aan beweging, verandering, of chronologie. Zo heeft Victoria Fu in de film Portmanteau een verhaal in stukken geknipt en wordt het a-chronologisch herverteld. In het werk Measuring Space van Noor Nuyten is tijd verbonden aan afstand. Terwijl de helium langzaam uit de witte ballon loopt slikt een rolmaat de centimeters in.

Dialoog over tijd
De tentoonstelling is ontstaan vanuit een dialoog die Katja Mater en Magdalena Pilko voerden over de invloeden op hun werk. Voor beide kunstenaars is tijd een allesbepalende factor. Pilko maakt montages van foto’s die op verschillende tijdstippen gemaakt zijn, Mater beeldt de manier waarop fotopapier zwart wordt af in haar schilderijen. Toch is, binnen de tentoonstelling, hun verband met tastbare tijd het meest raadselachtig. Waar in de andere werken de aard van tijd zichtbaar wordt onderzocht, kost het bij deze werken meer moeite om hun relatie met het onderwerp te zien. Het opvallend dat de werken die het vertrekpunt van de tentoonstelling zijn, het meest uit de toon vallen.

Verder is Tangible Time een gebalanceerde en slimme tentoonstelling. Hoewel het esthetisch aspect duidelijk in het oog is gehouden, voert het concept de boventoon. Tijd blijkt constant tastbaar om ons heen te zijn. 

 

Boeken / Fictie

Shockauteur zet volgende stap

recensie: Charlotte Roche (vert. Janneke Panders) - Schootgebed

Lintwormen, orale bevrediging onder een elektrische deken, een vreselijk auto-ongeluk en een stel dat prostituees bezoekt. De nieuwe roman van shockauteur Charlotte Roche gaat verder waar voorganger Vochtige streken ophoudt. Met Schootgebed overtreft Roche haar debuut, maar blijft ze toch op de oppervlakte.

In 2008 verschijnt Roches debuutroman Vochtige streken, waarin het vrouwelijke hoofdpersonage – nog een tiener – in het ziekenhuis belandt vanwege een mislukte scheerpoging van haar schaamstreek. Na dat ongeluk volgen talloze anekdotes waarin gedetailleerd wordt ingegaan op de aambeien, wonden en seksuele escapades van de protagoniste. Sommige recensenten zagen in Vochtige streken een feministisch manifest: Roche zou het hedendaagse klimaat bekritiseren waarin van vrouwen een haar- en geurloos lichaam wordt verwacht. Anderen beschreven het boek als pure ranzigheid en namen het Roche kwalijk dat ze met haar boek enkel zou willen provoceren, wat ten koste zou gaan van een helder plot. En provoceren doet Roche graag: zo bood ze vorig jaar aan om seks te hebben met bondspresident Christian Wulff in ruil voor zijn veto tegen de verlenging van de levensduur van de Duitse kerncentrales.

Meer dan provocatie
In tegenstelling tot Vochtige streken heeft Roches nieuwste boek, Schootgebed, meer te bieden dan alleen schokkende scènes. Roche, in Duitsland al jaren bekend als presentatrice van muziekprogramma’s, verwerkte haar eigen indrukwekkende levensverhaal in het boek: op weg naar haar bruiloft komen haar drie broers om het leven bij een groot auto-ongeluk. Het hoofdpersonage Elizabeth Kiehl overkomt iets vrijwel identieks, en vanwege die gebeurtenis is ze continu bang om een geliefde te verliezen.

Die angst komt onder meer tot uiting in haar eindeloze pogingen om haar man te behagen, vooral op seksueel gebied. Dit leidt tot wederom veel seks, zoals de paginalange openingsscène waarin Elizabeth zeer gedetailleerd beschrijft hoe ze haar man oraal bevredigt. Net als zijn voorganger bevat Schootgebed veel onsmakelijke anekdotes, zoals die waarin het hoofdpersonage met behulp van plakband test of ze lintwormen heeft. Maar waar de schokkende scènes in Vochtige streken geen ander doel lijken te dienen dan pure provocatie, worden ze in Schootgebed ingezet ten dienste van de psychologische karakterisering van Elizabeth – een grote stap vooruit voor Roche.

Te veel ingrediënten
Feminisme speelt een belangrijke rol in Roches nieuwe boek. Elizabeth beschrijft haar moeder als een groot aanhanger van Alice Schwarzer, een vooraanstaand Duits feministe. Elizabeth heeft van haar ‘mannenhatende moeder’ meegekregen dat seks slecht is. Ze zet zich tegen dit idee af door bijvoorbeeld samen met haar man prostituees te bezoeken. Elizabeth beschrijft haar gedachten tijdens een van die bezoekjes als volgt:

Ik ontspan totaal, strek mijn armen uit naar rechts en naar links, kijk naar het plafond, en ondertussen kan het me niks meer schelen waar mijn man bij haar overal naar binnen kruipt. Ik moet er inwendig om lachen, hoe cool we zijn, hoe cool ik ben, hoe bang ik van tevoren was, en dat het me gelukt is om Alice en mijn moeder tot zwijgen te brengen.

Met dergelijke teksten verwerkt Roche in Schootgebed felle kritiek op het conservatieve feminisme dat seks neerzet als een middel tot vrouwenonderdrukking. Hierdoor wordt Roche door veel critici als seks-positieve feministe beschouwd. Schootgebed heeft dus vele gezichten: het is een kritisch betoog tegen ‘ouderwetse’ feministen, maar ook het een verhaal van een getraumatiseerd persoon, een poging tot provocatie én een deels autobiografisch werk. Voldoende ingrediënten voor meerdere sterke romans, maar doordat het allemaal samen komt in één boek is het nogal veel – te veel. Roche werkt geen enkel onderdeel verder uit, waardoor het boek nergens de diepte in gaat. Schootgebed is dus een grote stap vooruit na Vochtige streken, maar blijft oppervlakkig. Driemaal is scheepsrecht?

 

Film / Achtergrond
special: Deel 3

IDFA 2011

In ons laatste verslag aandacht voor de goddelijke lofzang op het popwalhalla van Nederland, een dictator die teert op zijn eens zo veelbelovende verleden, een puber in een immigrantengezin die op eigen wijze rebelleert tegen zijn ouders en frustrerende ervaringen rondom de aanpak van seksueel geweld in Congo.

DEEL 1 | DEEL 2 | DEEL 3

Lees nu de recensies van: Paradiso, an Amsterdam stage affairRobert Mugabe… What happened?Ahmed – Almost 13Justice for Sale

Ah Paradiso!
Paradiso, an Amsterdam stage affair

Jeroen Berkvens  • Nederland, 2011

~

De grote pronkzaal van Tuschinski, waar anders had Paradiso in première kunnen gaan? Een film over dé poptempel van Nederland verdient niet minder dan het rode pluche van ’s lands mooiste bioscoopzaal. Een Amsterdams tafereel was het op zondagavond 20 november, met een zaal vol BN’ers en een onverhulde ode aan die voormalige kerk iets verderop. De kerkelijke oorsprong van Paradiso zet regisseur Jeroen Berkvens nadrukkelijk in. Paradiso heeft wel wat weg van een mis, zoals elk optreden in de grote zaal dat in zekere zin ook is. Berkvens opent met een lyrische scene waarin de camera de grote, lege zaal binnenglijdt alsof het de kathedraal van Reims is. Goddelijk licht stroomt door de glas-in-loodramen terwijl de camera zich eerbiedig opheft naar het motto van het gebouw: Soli Deo Gloria. Alleen aan God de eer. En ‘God is a DJ’, zoals Maxi Jazz van Faithless ook in Paradiso meermaals zong. Jazz is een van de artiesten die in Paradiso reflecteren op hun ervaringen in het Amsterdamse popwalhalla. De muzikanten verschijnen en verdwijnen in soepele split screens, terwijl fragmenten van optredens hun mijmeringen illustreren over hoe het toen was, over wat Paradiso zo paradijselijk maakt. De intieme ruimte, zo dicht bij het publiek, de illustere voorgangers, de unieke akoestiek. Ah, Paradiso!

Een enkele valse noot daargelaten klinkt er nauwelijks kritiek, evenmin wordt er aandacht geschonken aan het bedrijf achter Paradiso of hoe het allemaal zo gekomen is. Het gaat muziekliefhebber Berkvens klaarblijkelijk om de vervoering, om net als een concert alle zintuigen aan te spreken en de essentie van Paradiso te vangen. Nogal een onderneming, en Berkvens slaagt er ten dele in. Paradiso is een lust voor het oog dankzij de scherpe montage en experimentele editing – net als een gotische kathedraal is het een waar Gesamtkunstwerk. Maar de lofzang op Paradiso jeukt op den duur een beetje. Het gebouw mag garant staan voor een zekere sfeer, daarmee is toch niet alles gezegd – en het biedt onvoldoende basis voor een spanningsboog van anderhalf uur. Dan rest de vraag of je als publiek in vervoering bent gebracht. Het ene concert is nu eenmaal het andere niet.
Terug naar boven

Afrikaanse Hitler
Robert Mugabe… What happened?

Simon Bright • Engeland / Zimbabwe / Zuid-Afrika, 2011

~

Robert Mugabe en wantoestanden in Zimbabwe, was dat niet prominent in het nieuws een jaar of twee geleden? Het is de tragiek van het zuidelijk Afrikaanse land dat al sinds midden jaren tachtig zucht onder het juk van een steeds gekkere president. Af en toe, tijdens verkiezingen, is Zimbabwe actueel en heerst zelfs in Nederland verontwaardiging. Meestal echter is de abominabele status quo ter ver van ons bed.

Robert Mugabe: 88 is hij nu, heel lang kan het niet meer duren, maar hoe dan verder? Je vraagt het je af tijdens het zien van Robert Mugabe…What happened? van de Zimbabwaanse filmmaker in exil Simon Bright. Bright schildert een politiek portret van de man die zich van vooraanstaande intellectuele onafhankelijkheidsstrijder ontpopte tot een leugenachtige despoot die zichzelf notabene vergelijkt met Hitler. Interviews met critici van de Afrikaanse leider worden afgewisseld met archiefmateriaal. De Britse premier Margaret Thatcher walsend met de president van Zambia bijvoorbeeld, en geestige speeches van Mugabe in het Zimbabwaanse parlement. Het begon immers zo veelbelovend toen de Britse kolonie Rhodesië in 1980 onafhankelijk werd en Mugabe de eerste premier van Zimbabwe. In rap tempo ontwikkelde het land zich tot een redelijk goed functionerende staat, die analfabetisme en armoede succesvol bestreed. Dat ging een jaar of wat goed, tot Mugabe’s keiharde optreden tegen de Ndebele in Matabeleland, West-Zimbabwe. Het begin van een neerwaartse spiraal van geweld, onderdrukking en totale ontwrichting van de staatsstructuur. Mugabe zelf teerde echter nog lang op zijn positieve imago van een evenwichtig leider. Een voormalig bewonderaar: ‘Hij is een vat vol tegenstellingen. Ik dacht lang dat er iets of iemand buiten hem moest zijn die hem afschermde van wat er werkelijk gaande was. Ik kon het gewoon niet geloven.’

Bright levert met Robert Mugabe een degelijk en informatief document af. Filmisch is het minder interessant: het scenario wordt voortgestuwd door Bright’s eigen interpretatie in voice-over en pratende hoofden domineren het beeld. Dat is gezien de omstandigheden waaronder de film tot stand kwam al heel wat: kritiek kan je in Zimbabwe duur komen te staan, buiten draaien is er niet bij. Een dappere, treurig stemmende film.
Terug naar boven

Verborgen held
Ahmed – Almost 13

Ritchie Cavander-Cole • Noorwegen, 2011

~

Ahmed is bijna dertien en woont in Noorwegen. Hij voelt zich er duidelijk thuis, maar zijn ouders willen het liefste terug naar Tsjetsjenië. Het is het eenvoudige gegeven van Ahmed – Almost 13, een kortfilm van de eveneens naar Noorwegen geëmigreerde Australiër Ritchie Cavander-Cole. Ahmed is een ‘verborgen held’, zegt de maker. In eerste instantie zag hij een behoorlijk irritant joch dat alleen interesse leek te hebben in oorlogsspelletjes. Ahmed’s ‘heldendom’ openbaart zich langzaam en alleen voor wie het wil zien: een jongen op de grens van kind en puber, die worstelt met zijn identiteit. Cavander-Cole filmde Ahmed thuis, op weg naar school, bij de buurvrouw voor wie hij klusjes doet, op de Noorse bijles. Alledaagse, intieme situaties, vaak gefilmd bij de kleinbehuisde familie thuis. Net als iedere bijna dertienjarige toont het Ahmed als opstandig en aanhankelijk tegelijk.

Maar er is ook meer. Ahmed die gedecideerd verklaart dat hij een hamburger van McDonald’s veel lekkerder vindt dan de nationale Tsjetsjeense schotel die zijn vader trots omschrijft. Zijn blik als zijn vader dagdroomt over hoe het gezin straks in een nieuwe auto terugrijdt naar Tsjetsjenië. Ahmed’s tweestrijd schemert steeds zichtbaarder door zijn bokkige gedrag heen. De kloof tussen zijn ouders die verlangen naar hun moederland en Ahmed die eigenlijk in Noorwegen thuishoort, wordt steeds groter. Het is de verborgen tragiek van menig immigrantengezin, die hier subtiel en steeds vanuit het perspectief van de jonge Ahmed belicht wordt.
Terug naar boven

Vrouwe Justitia
Justice for Sale

Ilse van Velzen, Femke van Velzen • 2011

~

De productieve zusjes Van Velzen maakten in nog geen vijf jaar tijd drie films over Congo, in het bijzonder over verkrachting. Justice for Sale is het laatste deel in een trilogie over de nasleep van seksueel geweld in Congo. De invalshoek is ditmaal verrassend: advocate Claudine Tsongo tracht een vermeend verkrachter niet in maar uit de gevangenis te krijgen. De charmante en intelligente Tsongo is Vrouwe Justitia zelf, streng doch rechtvaardig. De film volgt haar pogingen om de waarheid boven tafel te krijgen in de zaak Masamba, een lokale geneesheer die in 2008 de vrouw van een officier zou hebben verkracht.

Een officier? Hmm, daar heb je het al. In de beelden die de Van Velzens in 2008 schoten van de openbare rechtszaak à l’improviste wordt de hiërarchie en troebele bewijsvoering al duidelijk. Ga er maar aan staan. Op zoek naar ziekenhuisgegevens over de vrouw in kwestie vliegen stapels formulieren, samengebonden met een touwtje, Tsongo letterlijk om de oren. Als ze de officier confronteert met ongerijmdheden in zijn verhaal, draait hij zich vast in nog meer onduidelijkheden. Misschien heeft hij zijn vrouw zelf wel mishandeld – als een type als hij zegt dat hij ‘nog nooit problemen heeft gehad met vrouwen’, weet je het wel.

Het lijkt steeds meer een onbegonnen zaak, zeker als de advocaat van de officier hint op de rol van internationale NGOs, die aandringen op veroordelingen. Het is tegelijkertijd de zwakke plek van de film: ondanks deze duidelijke aanwijzing blijft de aard van de corruptie in nevelen gehuld. Dat is jammer, zeker gezien de opvallend goede spanningsopbouw van de film, die sowieso erg verzorgd is met mooie beelden en een passende soundtrack. ‘We hadden te weinig leads, en het is gewoon te complex, ook vanwege onderlinge stammenverhoudingen, om in de film uit te leggen’, licht Ilse van Velzen na de vertoning toe. Begrijpelijk, al blijft je dan hangen in een vaag gevoel van onmacht. De waardige frustratie van Tsongo en haar collega’s over de corrupte rechtsgang in haar land anderzijds is hoopgevend. Laat deze Vrouwe Justitia maar lopen.
Terug naar boven

Muziek / Concert

Liedjes rijgen

recensie: Richard Buckner

.

Voorafgaand aan het optreden met Buckner speelt Sacri Cuori een half uur durende instrumentale set die veel wegheeft van een Italiaanse (spaghetti-) western. De heren laten even horen waartoe ze in staat zijn. Onderhoudende en vooral heel beeldende muziek met oog en oor voor veel details.

Eigenlijk is dit zelfs een tweede voorafje. Het eigenlijke, aangekondigde voorprogramma is een optreden van Fruit Bats. Een band uit Chicago met inmiddels vijf albums op hun naam maar nog onbekend in Nederland. Fruit Bats speelt in een klein uur een set die soms de smaak van The Jayhawks oproept. Ze beginnen heel klein met alleen zanger Eric Johnson op het podium, maar vullen allengs met band en geluid The Nightclub van Roepaen. Het publiek reageert enthousiast en euforisch op het energieke optreden. De middag kan al niet meer stuk en dat terwijl de heren om goed kwart voor drie aftrapten.

~

Na het voorgerecht keren Sacri Cuori terug om het hoofdprogramma te begeleiden. Met inmiddels zo’n vierentwintig optredens met Buckner achter de kiezen beheersen ze zijn repertoire uitstekend. In contrast met het voorafje laat de band met Buckner samen horen dat ze ook stevig kunnen rocken, om op een ander moment weer heel klein te zijn en in dienst van het liedje te staan.

Zware taak
Er rust een zware taak op de schouders van Richard Buckner: een muzikale middag die van start is gegaan met een tweetal uitstekende optredens afsluiten in de overtreffende trap. Buckner weet zich versterkt met het trio van Sacri Cuori, drie uitstekende muzikanten die zijn composities op een hoger niveau brengen dan hij alleen zou kunnen met zijn akoestische gitaar. De composities van zijn album Our Blood zijn sterk genoeg om te overleven. Het oude repertoire staat al jaren als een huis sinds zijn eerstelingen Bloomed, uit 1994, en het drie jaar later volgende voortreffelijke Devotion + Doubt. De tussenliggende albums zijn wat wisselender van kwaliteit maar kennen hun uitschieters en liefhebbers. Programmeur Chris Tangelder weet het krachtig te verwoorden in zijn aankondiging van Buckner. “Ik maak al jaren verzamelcd’tjes voor verjaardagen van vrienden en kennissen met voornamelijk artiesten die hier in Roepaen al eens gespeeld hebben. Eén van die artiesten ontbrak al jaren op het lijstje van ‘gespeeld in Roepaen’. Na vandaag kan ik hem erbij zetten. Richard Buckner behoort al jaren tot mijn favorieten”. Het is maar goed dat Buckner geen Nederlands verstaat, anders zou zijn opdracht nog zwaarder zijn gevallen.

Het optreden van Buckner zal zijn Europese tour afsluiten. De wegen van hem en zijn Italiaanse begeleiders scheiden zich na deze middag.

Duivel op de hielen
Buckner laat er geen gras over groeien en zet stevig in met ‘Sacri Cuori’, of hij door de duivel op zijn hielen wordt gezeten. Hij rijgt het ene liedje aan het andere vast met enkele rustige akkoorden als tussenspel. Het tempo gaat soms omlaag om het publiek tot rust te laten komen om vervolgens weer steviger de draad door te rijgen. Hier is een gedreven en geconcentreerd artiest aan het werk die het licht slechts door de spleetjes van zijn ogen laat doordringen in de opperste concentratie.

Het elektrische gitaarspel van Antonio Gramentieri is om je vingers bij af te likken. Gramentieri gaat ook helemaal op in zijn spel. Drummer Diego Sapignoli zingt regelmatig een partijtje mee met Buckner: ze versterken elkaars stemmen in stemkleur.

Af en toe licht Buckner het publiek een beetje toe waar zijn volgende liedje ons naartoe zal voeren al is het soms onverstaanbaar. Wat niet onverstaanbaar is is het vakmanschap dat de vier mannen op het podium neerzetten. Van zijn nieuwste album horen we o.a. ‘Escape’, ‘Cullusion’ en het fraaie ‘Confession’ langskomen. Toch wordt Buckner geplaagd door publiek dat de zaal verlaat omdat het waarschijnlijk niet gerekend had op een drietal optredens en wellicht naar andere afspraken moet. Want om de kwaliteit van de muziek kan het moeilijk gaan! Die is prima in orde.

Buckner voldoet aan de hooggespannen verwachtingen die hij bij de aankondiging van het concert op de agenda al neerzette maar ook aan zijn opdracht om in de overtreffende trap te performen. Zelf lijkt hij minder tevreden over zijn prestaties als hij bij zijn toegift, die hij zonder band speelt, uitroept “I don’t deserve this!”. Het publiek denkt daar heel anders over en voorziet hem andermaal van een stevig en welverdiend applaus.

8WEEKLY MediaPlayer
Muziek / Concert

Jurassic Park Jazz

recensie: Colin Stetson

Saxofonist Colin Stetson hoopt dat mensen naar hem luisteren en de wereld even vergeten. ‘Er zijn’ is genoeg. Het is precies waar zijn muziek, die hij uit zijn reusachtige bassaxofoon perst, voor zorgt. Van zijn gelaagde kunststukjes gaat een hypnotiserende werking uit – en het publiek zwijmelt weg.

Dat is misschien moeilijk voor te stellen als een man een soloshow geeft op de saxofoon. Maar Stetson klinkt nooit of hij alleen is. Deels door een technisch trucje: hij heeft zich het zogenaamde ‘circular breathing’ eigen gemaakt. Door lucht te verzamelen in de wangen en deze uit te stoten terwijl via de neus nieuwe lucht wordt ingeademd, is het mogelijk een constante stroom lucht door een instrument te blazen.

~

Deze constante stroom lucht vormt grotendeels het basgeluid. Maar de Canadees doet meer: de kleppen op zijn sax zorgen voor het ritme, met ‘andere’ lucht speelt hij een extra melodie en een gevoelige microfoon in zijn hals versterkt dat wat met een open mond als een stem zou klinken. Moeilijk uit te leggen, maar schitterend om mee te maken. Vanaf het eerste moment wordt het publiek meegenomen op een reis van mammoetachtige proporties.

Tyrannosaurus
Zijn ouverture is het begin van zijn dit jaar uitgekomen album New History Warfare Vol. 2: Judges. De titelsong (‘Judges’) is van een uitgestrekte schoonheid. Misschien omdat hij het iets langzamer speelt dan op zijn album, en het dus langer duurt. Stetson deint heen en weer en lijkt zelfs zichzelf in trance te wiegen. Steeds na elk nummer ontwaakt hij, zichtbaar moe, en moet op adem komen.

 Het is dan ook geen lang concert. Stetson is bij de toegift zo uitgeput dat hij eerst zijn bassax, dan zijn altsax en dan toch maar zijn bassax pakt. Hij verontschuldigt zich als ‘crowdpleaser’. Maar het is niet nodig. Hij torst zijn instrument en blaast door, in zijn dankbare uitputtingsslag op weg naar een olifantenkerkhof. Het schijnt dat dinosaurussen op vogels hebben geleken. Zouden ze ook hebben gezongen, dan was Colin Stetson vier dinosaurussen tegelijk.

 

Boeken / Fictie

Henk is simpel, al te simpel

recensie: Gerry van der List - Altijd November

.

Voor intellectuele liberaal-progressieven en Nederlanders van Marokkaanse afkomst heeft de hoofdpersoon in dit boek weinig goede woorden over. Peter van Rijswijk, doctor in de sociale wetenschappen, docent in Leiden is bepaaldelijk onvriendelijk jegens deze twee groepen, omdat hij – product van een Rooms-rood Rotterdams arbeidersmilieu – zich met niemand uit deze groepen kan vereenzelvigen. Zijn eenzijdig gevoelsleven en weinig opgewekt humeur laten dat niet toe, en hij kan zich uit dat sentiment ook niet bevrijden. Bij vlagen lijkt Van Rijswijk op een Maarten van Rossem: scherp en geestig, grossierend in ironisch cynische (of cynisch ironische?) aforismen, maar uiteindelijk wordt Van Rijswijk een ‘Henk’, een boze blanke man zonder invoelingsvermogen of mededogen voor de medemens.  

Intellectuelen versus Marokkanen
De intellectuele liberaal-progressieven in Amsterdam geloven, in de woorden van Van Rijswijk, ‘dat mannen en vrouwen gelijk zijn, dat de samenleving vanuit de studeerkamer bestuurd kan en moet worden, dat vreemdelingen per definitie vol goede bedoelingen zitten en […] Het Land van Ooit.’

In zwaar contrast tot de Amsterdamse vrijheidsgeest staat Rotterdam, waar Van Rijswijks jeugd ligt, waar hij nu nog maar weinig van herkent: ‘Spangen was Spangen niet meer. De ooit vitale volkswijk was verworden tot een doodse angstaanjagende buurt vol drugspanden en verpaupering. Het aangezicht werd bepaald door migranten, die slechts belangstelling koesterden voor de Turkse en Marokkaanse competitie (…) het greep je bij de keel. (…) Blank en zwart leefden langs elkaar heen.’

Het zijn zulk soort observaties, die op zich, in een andere context, uit een andere mond, nog niet als het overbekende populistische ‘henkerige’ geluid klinken, maar in de verhaalde levensloop van Van Rijswijk gaandeweg dat overcynische, gedesillusioneerde geluid aannemen. Niet alleen, omdat zijn vriendin bij hem weggaat voor een Marokkaanse man, niet alleen omdat zijn Rooms-katholieke geloof alleen nog goed is voor hoon, niet alleen omdat hij zijn inspiratie als academicus verliest – er zijn wel meer academische, voormalig Rooms-Katholieken verlaten door hun wederhelft. Nee, de grondtoon van Van Rijswijk is fantasieloos en zwaar spottend, waardoor hij ten langen leste weinig meer de moeite waard vindt.

Leyen al helemaal niet!
Waar Rotterdam staat voor de vergane jeugd, staat Amsterdam voor gemakkelijke luxe. Academisch Leiden is een te nette omgeving, waaruit hij snel, ‘na gedane zaken terugkeert in de hoofdstad’ net als Karel van het Reve, zoals hij potsierlijk van zichzelf opmerkt. Geestig. Alleen, een Van het Reve is hij niet: hem ontbreekt de intellectuele brille of de vrijheid in het denken.

Geslaagd is deze novelle in het scheppen van ergernis! Toch weer die lul! In die zin is Van Rijswijk kort en bondig neergezet, te kort en te bondig, omdat de conclusie voor de lezer getrokken wordt: Van Rijswijk is fout.

Te gemakkelijk zijn ook de sporen des tijds die kleven aan dit boek: zullen begrippen als Powned of linkse hobby de lezer over vijftig jaar nog wat zeggen? De vrouwelijke personages bieden geen intellectueel of emotioneel tegenprogram: zij worden alleen in het perspectief van Van Rijswijk instrumenteel beschreven in zeurderigheid of hitsigheid of ouwebessigheid. Van Rijswijk blijkt altijd al een zeikerige Henk te zijn geweest en daarmee moet de lezer het doen. Hadden de vrouwelijke tegenspelers iets meer vlees op de botten gekregen, had de auctoriale stem iets sterker gesproken, dan was er een tegenprogram mét perspectief geweest en was deze novelle een roman geweest.

Boeken / Non-fictie

Een tv-documentaire op papier

recensie: Santje Kramer - Het poldermodel. De Nederlandse vrouw is uniek

Santje Kramer is schrijfster, maar is ook al jarenlang werkzaam als televisiemaakster bij verschillende omroepen. Wie Het poldermodel leest, kan daar niet omheen: het boek is een televisiedocumentaire over de Nederlandse vrouw, maar dan op papier.

Kramer interviewde voor haar boek vierentwintig mensen – voornamelijk mannen – met uiteenlopende nationaliteiten. Centraal stond steeds de vraag: wie is de Nederlandse vrouw? Aan het begin van boek worden de geïnterviewden één voor één voorgesteld aan de hand van korte teksten met daarin hun leeftijd, vaderland, baan en het aantal jaar dat zij in Nederland wonen. In de volgende zes hoofdstukken, met titels als ‘Haar grondhouding’ en ‘Koekjestrommelgastvrijheid en gastronomie’, wordt de mening van deze geïnterviewden over de Nederlandse vrouw uit de doeken gedaan.

Vermakelijke clichés
Het zal duidelijk zijn dat Kramer niet heeft geprobeerd een volledig overzicht te geven van alles wat er over de Nederlandse vrouw te vertellen valt. Het poldermodel is voornamelijk een anekdotisch werk, vol grappige verhalen over de kledingkeuzes, kookkunsten en opvoedkundige methoden van de Nederlandse vrouw. En net als andere clichématige beschrijvingen is dat vermakelijk om te lezen: de positieve kanten zijn er om jezelf in te herkennen, de negatieve om af te doen met de gedachte een uitzondering op de regel te zijn. Dat doet Kramer overigens zelf ook. Wanneer het gaat over het onbeschofte gedrag dat Nederlandse vrouwen zo vaak zouden vertonen, schrijft ze bijvoorbeeld:

Bij heel veel kritiek, geleverd door de geïnterviewden op mijn eigen soort, hou ik mezelf voor: dat van die platte schoenen slaat niet op mij, want ook de Avondvierdaagse loop ik op hakken, en ik verf mijn lippen onder alle omstandigheden – maar wat betreft bot gedrag ben ik niet schuldenvrij.

Kramers reflectie op de interviews is geestig om te lezen. Dat er vierentwintig geïnterviewden én een interviewster aan het woord komen werkt echter verwarrend,  aangezien de verschillende citaten soms in elkaar over lijken te lopen. Dat het boek ietwat slordig is geredigeerd, waardoor het soms onduidelijk is waar een citaat begint en eindigt, maakt het lezen ervan niet eenvoudiger. Bovendien is het onmogelijk om je de verschillende sprekers te herinneren aan de hand van de korte introducties aan het begin van het boek.

Een boek gemaakt voor op tv
Het idee achter Het poldermodel is niet bijster origineel, maar wel boeiend. Hoe vaak het ook al is gedaan, het blijft leuk om dankzij anekdotes van buitenstaanders met andere ogen naar Nederland te kunnen kijken. Het is echter jammer dat Kramer ervoor heeft gekozen om haar bevindingen op papier en niet op beeld uit te werken. Wie Het poldermodel leest, merkt immers onmiddellijk dat hier een televisiemaakster aan de slag is geweest: Kramer schrijft snel en heeft een neus voor memorabele uitspraken en types die het waarschijnlijk goed zullen doen op televisie (van de macho-Italiaan tot de ontspannen Australiër). Was Het poldermodel een documentaire, dan zouden alle eerdergenoemde problemen verdwenen zijn. De geïnterviewden zouden gemakkelijk uit elkaar te houden zijn, Kramers eigen reflecties zouden perfect kunnen functioneren als voice-over en de opmerkingen over de kleding, het kapsel en het schoeisel van de Nederlandse vrouw (respectievelijk saai, kort en logge laarzen) zouden met beeldmateriaal ondersteund kunnen worden. Het poldermodel is een vermakelijk boek, maar had meer dan dat kunnen zijn.

 

Theater / Voorstelling

Zo intrigerend kan liefde zijn

recensie: Het Zuidelijk Toneel - Op de Ziel

Lode is de man van Maia. Hij maakt het liefst foto’s van haar waarop ze niet poseert. Dan is ze het mooist, vindt hij. Maar Maia daarentegen gaat er liever goed voor staan en glimlacht dan breed. Verder dan dit soort kleine, bijna aandoenlijke irritaties gaat het niet tussen de twee geliefden in het begin van Op de Ziel van het Zuidelijk Toneel. Tót een zekere Anne voor de deur staat. Haar overleden man blijkt een onverwachte geschiedenis te hebben met Maia. De twee hadden een heftige, jarenlange affaire.

van het Zuidelijk Toneel. Tót een zekere Anne voor de deur staat. Haar overleden man blijkt een onverwachte geschiedenis te hebben met Maia. De twee hadden een heftige, jarenlange affaire.

~

Het verhaal in theatervoorstelling Op de Ziel is niet van het meest luchtige soort. Een weduwe, een overspelige vrouw en een bedrogen echtgenoot lijken dé ingrediënten voor een loodzwaar toneelstuk. Maar auteur Peer Wittenbols heeft precies de juiste balans gevonden tussen de hevigheid van het drama en luchtige, relativerende momenten. Anne heeft talloze vragen aan Maia, die er jarenlang op los rotzooide met haar echtgenoot. In kladblokken schreef ze de vragen netjes onder elkaar en op de meest onverwachte momenten komt ze terug op haar notities. Dat soort vondsten maken de voorstelling schrijnend, maar nooit ondragelijk. De situaties leggen de pijn van de personages perfect bloot, maar het verhaal vervalt nooit in zwartgalligheid. De combinatie tussen de messcherpe tekst van Wittenbols, de heldere regie van Rob Ligthert en het schitterende spel van Paul R. Kooij (Lode), José Kuipers (Maia) en Joke Tjalsma (Anna), maken Op de Ziel tot een indrukwekkende productie.

Een gouden duo

~

In 2007 was Wittebols’ Op de Ziel al te zien bij Toneelgroep Oostpool. Ook toen was de regie in handen van Ligthert. Logisch, want de auteur en regisseur werken veel samen sinds zij getweeën in 1989 toneelgroep De Federatie oprichtten. Het is een gouden duo, zo blijkt ook uit Op de Ziel. De taligheid van het drama – de lange dialogen die de voorstelling dragen en voorstuwen – wordt perfect aangevuld door de overzichtelijke regie. Zo verandert er tijdens het stuk weinig op het toneel: een (in stukken gezaagde) boom blijft links liggen, de jacuzzi aan de rechterkant wordt ontdaan van plastic, maar dient verder als statisch decorstuk. In dit roerloze decor, waarin alleen een zonvormige cirkel gedurende de voorstelling langzaam naar beneden schuift, bewegen de acteurs zich dynamisch en natuurlijk. Ze klimmen rustig op de stam, staan of liggen op de grote, oranje jacuzzi of zoeken steun tegen de witte ommuring. De choreografie zit schitterend in elkaar; die boeit wanneer de tekst misschien wat veel is, maar leidt nooit onnodig af van het verhaal.

Lode’s onstuitbare humor
De relatie tussen Lode en Maia doet levensecht aan en ieder emotie is geloofwaardig. Wanneer Anna haar intrede doet en hun relatie stevig onder druk zet, raakt het spanningsveld binnen de verhaal haast elektrisch geladen. Geen moment breekt de concentratie, geen seconde fascineert de voorstelling minder. Lode neemt een centrale rol in, in zowel verhaal als theaterstuk. Hij bemiddelt tussen beide vrouwen als de woede oploopt, maar is daarnaast een slachtoffer. Hij is immers de bedrogen echtgenoot. Dit klinkt als een haast onmogelijke spagaat, maar Kooij geeft zijn personage geloofwaardig vorm. Lode’s onstuitbare humor sleept het publiek door de meest schrijnende momenten. Zijn komische uitspraken worden echter pijnlijk als hij toegeeft dat dit weinig meer is dan een afweermechanisme. Misschien is het zelfs zijn grote zwakte. Hij is immers de sukkel die zich liet bedriegen – en er nu ook nog om lacht. Ook de actrices blijven boeien en verdrinken nooit in huilerigheid, hoewel een dergelijk verhaal daar misschien toe uitdaagt.

~

De behandeling van de schuldvraag tot slot, is een zeer sterk punt binnen de voorstelling. Of misschien juist eerder het gebrek daaraan. Hoewel de dialogen er af en toe rakelings langs suizen, wordt nergens letterlijk besproken ‘wiens schuld dit nu allemaal is’. Terwijl dit bij overspel natuurlijk de meest voor de hand liggende invalshoek is. Gelukkig legt Wittenbols de nadruk elders: op de reacties van de personages, hun spartellen en naar adem happen. En dat blijkt zoveel interessanter dan een priemend vingertje.

Op de Ziel is fascinerend en zit artistiek goed in elkaar: de tekst is prachtig, het decor eveneens (hulde voor Sanne Danz’ toneelbeeld en Catharina Scholtens videoprojecties) en de acteurs spelen hun spel ijzersterk. De voorstelling doet veel producties over liefde of overspel verbleken en bewijst: zó intrigerend kan liefde als onderwerp van de kunsten nog zijn.

Op de Ziel staat nog tot en met 22 december 2011 in theaters door heel Nederland.