Boeken / Fictie

Mooi geëngageerde poëzie

recensie: Robert Anker - In het westen, de laatste trans

Het ligt er dik bovenop: Robert Anker heeft met zijn nieuwe bundel In het westen, de laatste trans een boodschap voor de lezer. De westerse wereld met zijn schrale samenleving vol crises staat centraal.

Want er schort nogal wat aan die samenleving volgens Anker. Zo is er iets met de tijdsbeleving aan de hand. Ook is de rol van kunst en kennis binnen de maatschappij veranderd. Er is steeds minder politiek draagvlak voor het blijven investeren in kunst en onderwijs. Dit heeft allerlei negatieve gevolgen voor het beleven van het ‘werkelijke leven’ zoals Anker dat bedoelt, namelijk dat van de ziel en de medemenselijkheid.

Kunst en kennis verloochend

De toon wordt meteen gezet met het openingsgedicht getiteld ‘Het verwilderde westen’. Mensoorah en Jarvaï zijn met elkaar in gesprek over de wijze waarop het volk egoïstisch zijn eigen weg bewandelt, zonder oog te hebben voor de hun omringende wereld en de mensen die daarin leven. Mensoorah merkt op dat ook de kunst en de kennis verloochend worden en dat dit ten koste gaat van de ziel en van het werkelijke leven.

Ik zie het flakkerende koudvuur van de zelfhandhaving
De geblakerde schuttersputjes van de ego’s
De kapotgeschoten huizen der saamhorigheid
Zwervende commando’s van de eigenrichting
Kongsies voor een strooptocht naar het heil
Seksuele rooftocht, verkrachting van de liefde
Een verkoolde schouwburg, een smeulend schoolgebouw

Het is prachtig dat Anker al deze wezenlijke zaken wil bespreken in zijn bundel. Echt geëngageerde poëzie. De boodschap ligt er weliswaar erg dik bovenop, maar de wijze waarop hij die presenteert is zowel duidelijk als ludiek. Het gedicht ‘Lèpugikuh’ bijvoorbeeld is volledig Haags. Een Hagenees vertelt rechttoe rechtaan wat hij van al die ‘dichtâhrs’ vindt met al hun ‘kânkâhrvèhrsies’ over de ziel. Dat gedicht is ronduit briljant en erg grappig! Het illustreert hoe het volk de wezenlijke zaken steeds minder van belang vindt.

Stelling nemen in het mediatijdperk

Ook tijd speelt een belangrijke rol in de bundel. Het gedicht ‘Over de bron’ is een pleidooi voor leven in het nu. Het ‘raadsel van het heden’ moet weer aandacht krijgen. Het gedicht eindigt met een duidelijke stellingname.

Het is tijd voor kakelend gelijk, niet voor weifelende
Zachte dichters met hun harde noten weggedoken
Als ingekeerde monniken in een schuw convent.

Anker brengt dit zelf in praktijk met deze bundel. Zonder omhaal zegt hij wat hij van de hedendaagse samenleving vindt. Toch is het de vraag of de boodschap die hij heeft op deze manier het best tot zijn recht komt. Had Anker niet beter een ander medium dan een dichtbundel kunnen kiezen, als hij zijn mening luid en duidelijk hoorbaar onder ieders aandacht wil brengen?

Muziek / Achtergrond
special: Vrouwen in de popmuziek

Who run the world?

.

Noem tien bekende muzikanten die niet zingen. Hoeveel vrouwen zitten er in je lijst? Mijn resultaat was opvallend. Eigenlijk ook opvallend is dat er in de top 500 beste drummers, maar twintig vrouwen staan. In de top 100 gitaristen zijn het er drie, met de hoogste notering voor Joni Mitchell op nummer 75. Bekende vrouwelijke artiesten zijn veelal solozangeressen en als ze al in een band zitten, dan als zingende frontvrouw. Waarom zijn er zo weinig bekende vrouwelijke instrumentalisten?

Natuurlijk, er zijn genoeg voorbeelden te noemen van musicerende vrouwen die hun mond dicht houden. Maar de verhouding tussen mannen en vrouwen die in de popmuziek met hun instrument goed geld verdienen, is op zijn zachtst gezegd scheef te noemen. De verhouding tussen mannen en vrouwen die überhaupt muziek maken is een stuk meer in evenwicht.

A mans world

~

Niet dat het ooit anders is geweest. Uit de lange geschiedenis die de muziek kent, blijkt dat de rol van vrouwen in de ontwikkeling van de muziek vrij klein is. (Daarbij moet wel in gedachte gehouden worden dat tot de jaren tachtig de meeste musicologische onderzoeken werden gedaan door blanke mannen die muzikale thema’s tot in het oneindige bestudeerden.) Vrouwen waren soms zangeres bij reizende gezelschappen, maar zelden componeerden zij zelf en nooit speelden ze in een orkest.

Stel, je werd als meisje in de 19e eeuw geboren met enige muzikale aanleg. Had je een broer of vader in de muziek of kwamen je ouders van goeden huize, dan had je geluk en kon je wat lessen van een meester meepikken. Had je erg veel geluk, dan had je een broer die jouw stukken onder zijn naam uit wilde geven (zoals bij Fanny en Felix Mendelssohn). Maar over het algemeen werden muzikale uitspattingen van vrouwen alleen binnenshuis getolereerd. De enige andere oplossing was om in het klooster te gaan. Het muzikale leven van vrouwen hield op bij de voordeur.

De eerste gevierde vrouwen in de muziekwereld waren de diva’s van de Italiaanse opera. Waar de vrouw het stralende middelpunt was op de bühne, was er pas na de Tweede Wereldoorlog plaats voor haar in de orkestbak. Een kijkje bij een hedendaags orkest leert niet alleen dat er meestal nog steeds veel meer mannen dan vrouwen spelen, maar ook dat vrouwen in het orkest voornamelijk violist, harpist of houtblazer zijn.

De meisjes tegen de jongens

~

Uit onderzoek blijkt dat jonge kinderen al een idee hebben welke instrumenten voor meisjes zijn (viool, fluit, harp), welke voor jongens (drums, gitaar, trompet) en welke neutraal zijn (saxofoon, hoorn). Bands zijn dus al overwegend ‘mannelijk’ voordat er een instrument wordt aangeraakt. En als meisjes dan al een instrument spelen in een band, dan spelen ze vaak bas. Er wordt gefluisterd dat bas makkelijker te leren is, maar het is ook een instrument dat niet vaak op de voorgrond staat. Een veilige keuze.

Volgens sommige onderzoekers is het ronduit eng om als meisje in een band te spelen. Te beginnen bij de muziekwinkel. Want nadat je het geld, dat je eigenlijk voor kleding en cosmetica had begroot, in je zak hebt weten te houden, word je in de muziekwinkel geïntimideerd door de verkopers die alles lijken te weten. En die jongens die in de hoek met een gitaar aan het pielen zijn, kijken je ook al zo vreemd aan. De oplossing: vluchten in meisjesachtige onwetendheid, waardoor je sowieso niet meer serieus genomen wordt.

En zo zijn er nog meer dingen om bang van te worden. Wat te denken van wat er allemaal kan gebeuren midden in de nacht, op weg terug naar huis van de oefenruimte of het optreden. ‘The fact that some men sexually attack women means that public places become male terrain’, om maar met de onderzoekster te spreken. Feit is ook dat er meer mannen dan vrouwen werken in de muziekbusiness, denk aan de producers, de roadies, de boekers, de geluidstechnici, de muziekjournalisten die lijsten maken van de beste muzikanten, et cetera. Doodeng!

Girls will be girls
Een beetje meid laat zich natuurlijk door niets en niemand tegenhouden en kiest gewoon wat ze leuk vindt. Vrouwen kiezen nou eenmaal vaak voor vrouwelijkheid, maar dat is niet per se een natuurlijk gegeven. Vrouwelijkheid en, natuurlijk, ook mannelijkheid worden gesuggereerd door een arsenaal aan handelingen. Die constructie van handelingen wordt ‘gender’ genoemd. Gender en sekse zijn twee verschillende dingen die met elkaar verstrengeld zijn, als een dropjojo. En wat is er lekkerder dan die helemaal af te rollen om vervolgens voorzichtig twee bijna identieke dropveters van elkaar af proberen te halen.

Een mooi voorbeeld van echte mannelijkheid is heavy metal. Niet alleen door al die drums, die gitaren en de overweldigende hoeveelheid mannen, maar natuurlijk ook door het machismo dat bij het genre hoort met de gitaarsolo als ultieme masturbatiemetafoor. Het maakt dan dus niet uit of je een vrouw bent. Als je heavy metal speelt, of eigenlijk elke soort rock, begeef je je op een mannelijk vlak

~

. Als een soort dropfruitduo.

I’m with the band
Wil je het maken als musicerende vrouw dan heb je duidelijk nog wat obstakels te overwinnen. Het is eigenlijk niet heel verwonderend dat veel meiden ervoor kiezen om alleen een cd te kopen. Gelukkig zijn de dagen dat vrouwen bij bands vooral in beeld kwamen als groupies of achtergrondzangeressen wel een beetje voorbij. Er zijn genoeg voorbeelden dat het wél kan, zoals Cindy Blackman (vaste drummer van Lenny Kravitz), Jennifer Batten en ons eigenste Candy Dulfer. Toch zal de musicerende vrouw haar mannetje nog moeten staan.

 

8WEEKLY MediaPlayer

 

http://www.youtube.com/watch?v=6679B4Qclg0

Boeken / Non-fictie

Filosofie met energie

recensie: Peter Venmans - Het derde deel van de ziel

Het onderscheid tussen gevoel en verstand kennen we: denken doen we met ons hoofd, liefhebben met het hart. Maar Plato onderscheidde nog een derde deel in de ziel: thymos. Lange tijd door de filosofie verwaarloosd, nu door Peter Venmans weer opgepakt.

Wat thymos inhoudt is niet zonder meer te begrijpen, omdat het de schijnbare tegenstelling van lichaam en geest doorbreekt. Een tweedeling van de ziel, met het contrast tussen verstand en passie of ratio en behoefte, is een stuk eenvoudiger aan te voelen dan een driedeling. Het helpt ook niet echt dat er voor thymos geen eenduidige Nederlanse vertaling is. Thymos betekent onder andere woede, vitaliteit, wens, geestdrift, leven, gevoel en gedachte – woorden met behoorlijk uiteenlopende betekenissen.

Buiten hokjes

Maar Venmans schrijft zo overtuigend dat het niet moeilijk is om zelfs een diepgeworteld denkbeeld als het dualisme snel los te laten – het kost hem misschien één hoofdstuk. Zonder oppervlakkig te worden neemt hij de lezer mee op een filosofische reis door de geschiedenis: van de Grieken naar de riddertijd, langs Hobbes, Hegel en Nietzsche, om uiteindelijk aan te komen bij de moderne, pragmatische mens uit de 21e eeuw. Naarmate het boek vordert krijgt de lezer steeds meer gevoel voor thymos, in al zijn dubbelzinnigheid en complexiteit.

Want dubbelzinnig is thymos: het staat voor kracht, energie en vertrouwen, maar ook voor oorlog, imperialisme en vergeldingsdrang. Het derde deel van de ziel is niet alleen de doordachte en op keuzes gebaseerde rede, of de begeerte en het op comfort gerichte genot; het is allebei. Hart én hoofd. Of zoals Venmans het verwoordt:

In dat duistere compartiment huizen de zucht naar erkenning en heroïek, de trots die ons marathons doet lopen tegen beter weten in, de ambitie om een held te worden, of, gewoner, om een uniek, onvervangbaar individu te zijn; de moed die daarmee gepaard gaat, het eergevoel, de begeestering maar ook de woede die ons voortdrijft, de grinta of verbetenheid van sporters maar evengoed de heilige verontwaardiging omdat ons onrecht is aangedaan.

Thymos past niet in hokjes: niet in het dualistische onderscheid van lichaam en geest, maar ook niet in waarden als goed en kwaad. Volgens Venmans is dat een van de redenen waarom we ons ervan hebben afgekeerd: sterke emoties die tot volledige overgave leiden beschouwt de hedendaagse mens al snel als gevaarlijk. Getekend door twee wereldoorlogen is strijdvaardigheid niets meer om trots op te zijn.

En dan nu: actie

Toch weet Venmans met rake formuleringen (‘ook als er geen oorlog gevoerd wordt, is er nog altijd voetbal’) te overtuigen dat thymos een wezenlijk deel van ons mens-zijn is dat we niet zomaar kunnen uitbannen. Hij pleit dan ook voor een democratie die daar meer rekening mee houdt:

Een liberale politiek met betrekking tot thymos zal erin bestaan om iedereen te stimuleren op een actieve, energieke manier naar het eigen geluk te streven.

En daarin schuilt het aantrekkelijke van thymos: het behelst zowel het maatschappelijke als het persoonlijke, en is actief en energiek. Venmans weet dat zo goed over te brengen dat dit boek zich ook laat lezen als een soort intellectueel zelfhulpboek. Thymos is de wilskracht die ervoor zorgt dat we iets bereiken, de drijfkracht achter onze keuzes. Het is toewijding en bevlogenheid. Daarover lezen moedigt aan zélf aan de slag te gaan met je passies en talenten. Niet dromen, maar doen! Het derde deel van de ziel is daarom niet alleen een zeer geslaagde filosofische uiteenzetting, maar voelt ook als een schop onder je kont.

Boeken / Fictie

Het verkeerde been

recensie: Etgar Keret (vert. Adriaan Krabbendam en Ruben Verhasselt) - Verrassing

Met Verrassing brengt de Israëlische filmer, essayist en auteur Etgar Keret een sterke bundeling absurdistische verhalen, die je kan doen hikken van het lachen.

Je kunt beweren dat humor – een ruim woord voor de relativering van het alledaagse – het meest wezenlijke element is van literatuur. Hoe dan ook, deze vlag gaat zeker op bij Etgar Keret.

Zijn in een teef gereïncarneerde vrouw

Sinds zijn debuut Pizzeria Kamikaze is Keret opgeklommen tot een zeker meesterschap. De verhalen in Verrassing, sommige niet langer dan de zkv’s van A.L. Snijders, bezitten vrijwel allemaal iets absurdistisch. Regelmatig wordt een vreemde gebeurtenis voor lief genomen of tot in het absurde doorgedacht, wat een proestlach bij je kan losmaken terwijl je zeg, in de trein zit te lezen. De coupé kijkt verbijsterd op terwijl je gegeneerd doet of het diegene naast je was.

Het verhaal ‘De teef’ zou dat kunnen veroorzaken. Het gaat over een man die in een trein zijn in een poedel geïncarneerde vrouw tegenkomt. In gedachten spreekt hij met haar over haar onnatuurlijke dood (hij blijkt haar in een reflex te hebben vermoord – wat zij hem vergeeft) en over hun inmiddels getrouwde dochter die nu in Marseille woont. Volgens de eigenaresse van de teef lijkt het beestje wérkelijk van de man te houden, iets wat in de tekst bijna tastbaar is.

Het verkeerde been van Keret

Het mooie van Kerets verhalen is dat hij je vaak op het verkeerde been zet. Zo opent het verhaal ‘Goed begin’ met Miron, een man die sinds hij door zijn vrouw verlaten is steeds op een andere plek in slaap valt. In dit vreemde gegeven schuilt op zich al een verhaal. Maar, hoewel het beeld zich hardnekkig in je grijze massa vastzet en je blijft vermoeden dat Keret erop terugkomt, besteedt hij er niet meer dan één regel aan. 

Keret richt zich vervolgens op het ontbijt dat Miron elke morgen buitenshuis nuttigt. Daar schuift vanaf een zeker moment een reeks wildvreemden bij hem aan, op een manier alsof ze met hem hebben afgesproken. ‘Luister, het spijt me dat ik zo laat ben’, zegt de eerste, een zweterige dikke vent. ‘Ik wil niet dat dit op een rechtszaak uitloopt’, zegt een kale man met zware wenkbrauwen bij een volgende keer. ‘Gabi vroeg me je te zeggen dat het hem spijt’, zegt een ander personage daarop en weer een iemand anders klaagt tegen hem: ‘in je e-mail klonk je langer’. Waarop Miron riposteert: ‘in jouw e-mail klonk je minder kieskeurig’. ‘Goed begin’ gaat onder meer over eenzaamheid. Fabuleert Miron? Het maakt niet uit: de wetenschap dat de werkelijkheid anders is, kan de verhalen indringender maken.

Een sprekende goudvis

Absurdisme is een hardnekkig spel, dat niets aan lichtvoetigheid hoeft te verliezen. Dergelijk absurdistisch proza zagen we in onze eigen letteren relatief recentelijk nog in het iets extatischer Vogels met zwarte poten kun je niet vreten van A.J.H. Dautzenberg. En als de onbetwiste hoogvlieger van de twintigste eeuw kan J.M.A. Biesheuvel worden genoemd. Absurdisme is een dankbaar gegeven voor de literatuur. Het leidt vaak tot onverwachte, vermakelijke of schokkende verhalen.

Zoals het verhaal over een meisje dat alleen maar met mannen die Ilan heten naar bed gaat – iets wat Ilan, de protagonist van het verhaal helder wordt als het meisje met een naamgenoot van hem vreemdgaat. Of dat verhaal over een djinn in de gedaante van een sprekende goudvis. Of dat verhaal over een leugenland waarin je je leugens tegenkomt (die erg blij zijn je weer te zien). Voor wie dit absurdisme geen wilde vlucht hartenkloppen losmaakt, geen nood: ga eerst even na of het klopt en sla pas daarna een ander boek open.

Boeken / Fictie

Achter de schermen van Hollywood

recensie: Jan van Loy - Ik, Hollywood

Op epische wijze vertelt Jan van Loy in Ik, Hollywood niet alleen de persoonlijke geschiedenis van een filmbaas, maar ook die van de filmindustrie als geheel.

De filmindustrie rond Hollywood komt op aan het begin van de twintigste eeuw. Hollywood bestaat vandaag de dag nog steeds als wereld op zich, hoewel er sindsdien veel is veranderd op filmgebied. Eén ding is weliswaar altijd hetzelfde gebleven: zowel de wereld uit de films als de wereld achter de schermen zit vol met persoonlijke beslommeringen.

Persoonlijk en industrieel

Ik, Hollywood draait om het leven van Louie Peters, die op jonge leeftijd met zijn broer Charlie naar Hollywood trekt om geld te verdienen. Ze starten er een filmfabriekje op, dat door de jaren heen steeds succesvoller wordt. Louie is de baas. Zakelijke en persoonlijke dilemma’s doen zich voor. Ze krijgen bijvoorbeeld te maken met concurrentie en regels van de Trust. Daarnaast zorgen de werknemers met hun verschillende persoonlijkheden voor problemen. Ze gaan onderlinge betrekkingen aan die voor schandalen zorgen, en hebben vaak last van sterallures.

Hoe succesvoller het bedrijf wordt, hoe meer de macht en het geld de zaak domineren. Louie staat voor een aantal belangrijke keuzes. Moet de nadruk liggen op entertainment of op de kunst? Hoe bereik je een zo groot mogelijk publiek? Hij kiest uiteindelijk voor het geld: populaire sterren worden geronseld met grote geldbedragen. Het publiek betaalt, dus bepaalt uiteindelijk wat er gemaakt wordt. Maar niet alleen het publiek is richtinggevend, ook politiek speelt een rol. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog vraagt Louie zich bijvoorbeeld af hoe hij de Europese afzetmarkt moet zien te handhaven nu de politieke situatie lastig is.

Kroniek van een filmbaas

Gaandeweg leert de lezer Louie goed kennen. Zijn leven zou zelf niet misstaan als Hollywoodverfilming. Het bevat alle dramatisch gebeurtenissen die je kunt bedenken, zoals liefde, dood, ziekte, affaires en schandalen die onder het tapijt moeten verdwijnen. Daarnaast heeft Louie twijfels over wat nu waardevol is in zijn leven. Hij hunkert naar waardering, maar zoekt dit veelal in zijn bedrijf. Al dit uiterlijk vertoon gaat vaak ten koste van de binnenkant. ‘Louter amusement. Daar hebben jij en ik ons leven aan gewijd.’ Zo zegt een vroegere werknemer later tegen hem. Van Loy beschrijft Louies gevoel in mooie, droeve zinnen.

Soms werd hij opgeschrikt door een geluid, een geur of een déjà vu die hem terugbracht naar momenten die hij al jaren vergeten was. Soms rakelde hij bewust herinneringen op waarmee hij wilde verifiëren of zijn leven wel de moeite waard was geweest. Soms werd hij bang, als het moeilijk was om zulke herinneringen te vinden.

Het mooie aan Ik, Hollywood is dat Van Loy de geschiedenis van een geheel werkveld en de persoonlijke geschiedenis van een individu naadloos in elkaar laat overlopen. Je wilt blijven lezen om Louie steeds beter te leren kennen. En dat is precies wat dit boek zo prachtig maakt: dat een personage zo kan intrigeren dat je een vuistdik boek het liefst zo snel mogelijk wilt uitlezen.

Het enige dat daar nog iets aan afdoet is de epiloog, waarin nog een biograaf ten tonele wordt gevoerd die wordt ingehuurd om over het leven van Louie te schrijven. Daardoor valt het voorafgaande levensverhaal van Louie Peters ten prooi aan de twijfels over feit en fictie, wat geheel onnodig is na zo’n meeslepend relaas. Het verhaal van Louie was al helemaal af. Het zij Van Loy vergeven. Hij verdient een daverend applaus. Ik, Hollywood is een episch meesterwerk.

Boeken / Fictie

Overdenkingen voor het nachtkastje

recensie: Ingmar Heytze - Ademhalen onder de maan

Liefhebbers van directe poëzie moeten Ingmar Heytzes nieuwe bundel Ademhalen onder de maan niet missen. Het aardige bundeltje is echter te licht voor lezers die zoeken naar een complexe beschouwing van het leven.

Ingmar Heytze vormt een brug tussen de gedichten in alledaagse taal, van bijvoorbeeld Campert of Marsman, en het zware, tergende werk van dichters zoals Ter Balkt of Demets. Via een nuchtere beschouwing van de realiteit leidt Ingmar Heytze de lezer naar diepere overdenkingen. In de situaties die Heytze schetst kan je jezelf zo zien staan. Hij maakt direct contact tussen gedicht en lezer door zijn open schrijfstijl.

Sleets simplisme
In Ademhalen onder de maan weidt Heytze keer op keer uit over dagelijkse overpeinzingen in zo’n veertig korte en begrijpelijke gedichten. Enkele gedichten, waaronder Hazen en Chaser, zijn sterk. Hun toegankelijke thema en doeltreffende manier om de redenatie achter een gebeurtenis te vervatten, weet Heytze te vangen in heel speelse creaties. Zo wordt in het gedicht Chaser een bordercollie op levendige wijze geobserveerd. Dit mondt uit in een dieper inzicht in het mens achter die observatie.

Chaser

In Amerika houdt een bordercollie
duizend speeltjes uit elkaar. Feilloos haalt ze
pop of rubberkip of bal of frisbee tevoorschijn
uit een andere kamer, van achter een zwart gordijn.

Ik weet inmiddels wel dat ik besta, dat falen
even weinig zegt als slagen, dat vragen die
beginnen met waarom verkeerde vragen zijn,
dat ik daardoor niet goed slaap en als ik slaap
hardnekkig van gordijnen droom.

Afgezien daarvan ben ik een hond. Iemand
leerde me de woorden, fluistert in mijn oor
over twee kamers en wat waarvandaan te
Halen en ik ren en blaf en doe apport.

Meer dan eens raakt het intelligente simplisme van Heytze echter een beetje sleets. Zo voegt het gedicht Het Blauwe Bord niet veel toe aan het corpus gedichten over ontmoetingen op een station. Ook in het gedicht Vriend, staat de poëet wellicht te dicht bij de persoon waaruit hij schrijft, en mist het gedicht daardoor zeggingskracht boven het persoonlijke drama.

Uit naam van de andere persoon
Heytze gaat in Ademhalen onder de maan door waar hij in zijn vorige bundel was gebleven. Waar hij in Elders in de wereld de mens als klein deeltje in zijn eigen bestaan beschouwt, wordt in deze bundel de kleinheid van ons besef benadrukt doordat verschillende personen vertellers worden.

De keuze om gedichten te maken voor en gezien vanuit andere personen wordt een te beperkt concept, waar dichters die gebeurtenispoëzie maken vaak op stuk lopen. Zo ook Heytze. De inhoud van veel gedichten en de vorm zijn niet mis en zijn welbespraakt, maar nergens bereikt de poëzie een catharsis. Deze verzen staan bovendien vol met dichtclichés die niet boven zichzelf uitstijgen. Neem bijvoorbeeld Agatha:

Ik ben ergens halverwege als ik naar je kijk met deze ogen.
Mijn testament kan wachten, eerst nog dit: misschien

heb ik nog drieëndertig jaar, misschien te weinig dagen
om jouw beeltenis te maken. Het kan me niet veel schelen

zolang jij er bent, mijn leven lang. Agatha – met je naam
vol aah’s om te fluisteren in de nacht, met je handen.

Zinssneden als ‘jouw beeltenis maken’ en ‘zolang jij er bent, mijn hele leven lang’ worden zonder sjoege neergepend. Ook al is het onderdeel van de strategie van Heytze om anderen aan het woord te laten, het beklijft niet. Het onderscheid met een beginnend dichter is in deze gedichten niet goed te maken. Ademhalen onder de maan is daarom zeker niet het beste van de hand van Heytze. Het is gelaten poëzie voor een breed publiek. Een boekje zonder grote openbaringen, maar een leuk bundeltje voor op het nachtkastje.

Boeken / Fictie

In een wereld zonder Klaas is Klaas er nog steeds

recensie: Nico Dijkshoorn - Nooit ziek geweest

Klaas Dijkshoorn is nooit ziek geweest, tot hij op een dag zijn sterke verhalen begint te herhalen. De alzheimer zal hem van binnen uithollen tot er van de stoere honkballer niets meer over is dan een gerimpelde schil, een mummelende bejaarde. Net goed, denkt zijn oudste zoon.

In het gezin Dijkshoorn in de jaren zestig en zeventig draait het om twee zaken: honkballen en vader Klaas. Aan de keukentafel worden geen gesprekken gevoerd, maar anekdotes uitgewisseld, liefst anekdotes waarin Klaas een glansrol heeft. Het narcisme van de vader overschaduwt zijn vrouw Nel, voor wie de rol van publiek is weggelegd, en zijn zonen, die min of meer verplicht hele weekends op de honkbalclub van hun vader bivakkeren. En dan hebben we nog niet over Klaas’ ziekelijke drang om anderen om hem heen te kleineren. De wereld van Klaas Dijkshoorn draait om Klaas Dijkshoorn, en om niemand anders.

Vernietigende terugblik

Dijkshoorn beschrijft in Nooit ziek geweest hoe het is om te leven onder een tirannieke, egocentrische vader, een man die iedere bijeenkomst buitenshuis aangrijpt om zich in de spotlights te schreeuwen. De proloog kondigt het al aan: zoon Nico gaat zich niet inhouden.

Mijn vader kijkt naar de hoek van de kantine en pist in zijn broek. De vierde keer al deze dag. Hij drukt zijn hand heel hard tegen zijn voorhoofd en zegt: ‘Nooit ruzie gehad. Nooit. Ik ben geen ruzieman.’ Daarna begint hij weer te huilen.

Wat volgt is een vernietigende terugblik op een verziekte jeugd. In korte hoofdstukken vol kenmerkende, ritmische zinnen pleegt Dijkshoorn zijn ultieme vadermoord. De jonge Nico probeert zich al spoedig te onttrekken aan het dommige gewauwel van zijn ouders en het publiek waarmee Klaas zich altijd weet te omringen door zich te verliezen in de literatuur. Eerst als lezer, later als bibliothecaris en als schrijver.

Omdat we dom zijn

Meer en meer ontdekt hij dat er een wereld is waarin Klaas Dijkshoorn géén hoofdrol speelt, waarin hij zelfs geen figurant is. Dijkshoorn jr. balanceert op een dun koord tussen mededogen en onverholen dédain. Als zijn moeder zestig wordt en het gezin voor één keer (mét aanhang) herenigd wordt in een Center Parcs-huisje, barst de bom:

Jij weet het allemaal zo goed, want ik ben dom. Kijk hem staan met zijn hoofd vol boeken, want dat moeten we steeds horen. Dat meneer leest, want meneer heeft gestudeerd. Ja, hij heeft gestudeerd, met boeken en lettertjes, want Jezus wat zijn we slim en wat moet het vreselijk voor hem zijn dat hij hier een hele week met ons moet zitten. Want zo is het. Je schaamt je voor ons. Omdat we dom zijn. Omdat we niet hebben gestudeerd.

En dat gaat dan pagina’s door, in het parlando dat we kennen van de huisdichter van De Wereld Draait Door, in de stijl van de schijnbaar in één klap op het papier gekwakte column in De Pers of Voetbal International. Die typische Dijkshoorn-stijl, die komt zó bij Klaas vandaan.

Kind van zijn vader


Nooit ziek geweest is het boek dat Dijkshoorn móest schrijven om de demon uit zijn jeugd vlak voor diens sterven zélf het zwijgen op te leggen. Op het omslag staat ‘roman’, maar dat is het niet. Daarvoor zijn de andere gezinsleden te weinig driedimensionaal en wordt Klaas te zeer geportretteerd door het verbitterde kind en te weinig door de schrijver die heerst over zijn materie.

Maar wie een boek schrijft dat bij nadere beschouwing helemaal geen roman is, kan nog wel degelijk een geslaagd werk afleveren. Uit de talloze raak getroffen schetsen van zijn vader rijst vooral een zelfportret van de schrijver op: dat van de man die zich afzet tegen de man die alles vertegenwoordigt wat hij niet wil zijn. Maar juist die neiging tot anekdotiek-zonder-pardon, daarin betoont de zoon zich onmiskenbaar een kind van zijn vader. 

Film / Achtergrond
special: Deel 5

IFFR 2012

.

In het vijfde verslag van het IFFR aandacht voor mythisch exotisme, de verarming van de VS, de Duitse cultschrijver Sebald, big brother, de nasleep van een onenightstand en psychedelische vervreemding.

DEEL 1 | DEEL 2 | DEEL 3 | DEEL 4 | DEEL 5 | DEEL 6 | DEEL 7

Inhoud: Los pasos dobles | The Great Northwest | Patience (After Sebald) | Low definition control — Malfunctions #0 | Nuit #1 | Buenas noches, España

Mythische reis door Afrika

3.5
Los pasos dobles — Spectrum
Isaki Lacuesta • Spanje/Zwitserland, 2011

~

Los pasos dobles is een bizarre, maar erg originele film. Geïnspireerd op het leven van de Franse schrijver en schilder François Augiéras heeft de Spaanse regisseur verschillende plotlijnen gebruikt om een bijna mythisch verhaal te vertellen. In een verhaal wordt een militair in de woestijn achtergelaten, nadat hij door zijn oom, een hoge officier, is verkracht. Dit deel doet denken aan Claire Denis’ Beau travail, waarin exotisme, militarisme en homoseksualiteit ook belangrijke thema’s vormen. Los pasos dobles verandert echter in een soort Afrikaanse western als de militair een bandiet wordt en door Mali trekt met een groep rovers.

In twee andere verhaallijnen, die parallel lopen aan de avonturen van de hoofdpersoon, zien wij een groep mannen die op zoek zijn naar een bunker in de woestijn die Augiéras beschilderd heeft. Daarnaast zien wij de Spaanse kunstenaar Miquel Barcélo schilderen en tekenen in het landschap, als een soort Anselm Kiefer in de film Over Your Cities Grass Will Grow. Los pasos dobles is een prachtig geschoten magisch-realistische trip door Afrika die op momenten erg grappig is. In zijn vreemde exotisme zal de film echter niet iedereen aanspreken.
Terug naar boven

Sporen in het landschap

3.0
The Great Northwest — Bright Future
Matt McCormick • VS, 2011

~

Uitgangspunt voor Matt McCormicks reisdocumentaire The Great Northwest is een fotoalbum dat de regisseur ooit eens vond in een rommelwinkel. Het fotoalbum bevat foto’s van vier vrouwen van middelbare leeftijd die in 1958 door het noordwesten van de VS trokken. McCormick volgt dezelfde route als de dames en vergelijkt hun foto’s van steden en de natuur met het nu. Zijn film bestaat vooral uit statische shots afgewisseld door shots die zijn genomen vanuit een auto; voorzien van omgevingsgeluiden. Als terzijde bevat de film ook teksten over de geschiedenis van de streek. McCormicks film doet denken aan Patrick Keillers Robinson-serie, waarin in statische shots een beeld wordt gegeven van het Engelse landschap, terwijl er ook wordt ingegaan op de veranderingen die hebben plaatsgevonden.

The Great Northwest gaat over hoe het hedendaagse Amerika is verarmd. Kleine mijndorpjes zijn nu verlaten en vervallen. Bepaalde pittoreske plaatsjes zijn opgeslokt door snelwegen of grote winkelcentra en de indrukwekkende Amerikaanse natuur is een deel geworden van de toeristische industrie. Het is vooral een sfeerfilm die je op een langzaam tempo meeneemt door Amerika en je op een andere manier doet kijken naar het land.
Terug naar boven

Wandelen en herinneren

3.5
Patience (After Sebald) — Spectrum
Grant Gee • VK, 2011

~

De Duitse schrijver W.G. Sebald is na zijn dood uitgegroeid tot een literaire cultfiguur die werd geprezen door mensen zoals Susan Sontag en Paul Auster. Zijn oeuvre blijft moeilijk te classificeren (is het fictie, geschiedenis of autobiografie?), maar in zijn thematiek is Sebald altijd consistent gebleven. Zijn boeken gaan over herinneringen en vergeten historische gebeurtenissen. Vaak worden ze verteld door een personage dat reist of wandelt en in een melancholieke stemming verkeert. Tot slot is er de last van de Tweede Wereldoorlog, die in zijn boeken op directe of indirecte wijze terugkomt om mensen in het heden op te doen schrikken.

Grant Gees sfeervolle documentaire Patience (After Sebald) gaat aan de hand van Sebalds boek De ringen van Saturnus in op het werk van de schrijver. In de film zijn veel schrijvers, kunstenaars en critici aan het woord over Sebalds unieke boeken, die uitleggen waarom zij hem zo bewonderen. Gee vult dit aan met mooie zwart-witbeelden van Suffolk, waar De ringen van Saturnus zich afspeelt, en de foto’s die Sebald gebruikt in zijn boeken. Patience (After Sebald) is een mooi eerbetoon aan de auteur en zal voor veel mensen die zijn werk niet kennen, een goede inleiding zijn.
Terug naar boven

De verborgen machten achter toezicht

3.5
Low definition control — Malfunctions #0 — Bright Future
Michael Palm • Oostenrijk, 2011

~

In het heden staan wij constant en ongevraagd onder toezicht. Voor de Oostenrijkse regisseur Michael Palm een reden om een breed scala aan academici te vragen wat dit betekent in zijn documentaire Low Definition Control — Malfunctions #0. In voice-over praten zij over de ethische, juridische en politieke dilemma’s die zijn verbonden aan de toename van toezicht, terwijl Palm suggestieve zwart-witbeelden gebruikt om een sfeer van voortdurende controle op te roepen.

Daarnaast hanteert hij beelden van beveiligingscamera’s, maar ook van scanapparaten en computers die beelden analyseren. In zijn intentie om beeld en macht te analyseren doet de film denken aan het werk van de kunstenaar Harun Farocki. De film weet veel interessante en relevante vragen te poneren. Een theoreticus heeft het over hoe de Orwelliaanse big brother is veranderd in een little sister, omdat mensen in toenemende mate accepteren dat ze bespied worden, zolang zij zich maar veilig voelen. De film is ook verontrustend als hij focust op de nieuwe technieken die worden gebruikt bij elektronisch toezicht: computers die menselijk gedrag analyseren en onwenselijk gedrag meten. Palm weet met zijn film te tonen dat wij in onze huidige maatschappij een ongekend punt hebben bereikt wat toezicht betreft, zonder dat wij ons bewust zijn van de gevolgen daarvan.
Terug naar boven

Intiem en kwetsbaar

4.0
Nuit #1 — Bright Future
Anne Émond • Canada, 2011

~

Clara belandt na een nacht feesten bij Nikolaï en heeft een onenightstand. Zij probeert voordat het ochtend is te vertrekken, maar wordt tegengehouden door Nikolaï. Hij confronteert haar met wat zij gedaan hebben en vraagt zich af of de nacht die zij hebben gedeeld, toch niet meer betekent dan alleen seks. Dit vormt het begin van lange gesprekken en bekentenissen, waaruit blijkt dat beide personages ongelukkig zijn, maar tegelijk ook moeite hebben om zich emotioneel te binden. De film toont ook hoe Clara en Nikolaï in hun levensfase zoeken naar een zin aan hun bestaan en worstelen met een verdovende apathie die alle motivatie en jeugdig idealisme opslokt.

Anne Émonds debuut is een sterke en confronterende film die wordt gedragen door de twee hoofdrolspelers die zich zowel lichamelijk als geestelijk helemaal blootgeven. Als kijker wordt je geconfronteerd met herkenbare angsten en twijfels en de film doet in zijn onvoorspelbare intensiteit denken aan de cinema van Cassavetes. Uiteindelijk kiest Nuit #1 niet voor een gemakkelijke weg in het uitbeelden van een relatie tussen mensen: het slot heeft een optimistische noot en biedt nog een sprankje licht in de duisternis.
Terug naar boven

Hermetische roadtrip

1.0
Buenas noches, España — Spectrum
Raya Martin • Filippijnen/Spanje, 2011

~

Wat moet je met Buenas noches, España? Een man en een vrouw worden gevolgd, terwijl ze reizen door Spanje, door een cameraman die voor het eerst alle verschillende kleurfilters heeft ontdekt. Dit alles wordt begeleid door een arty noise-soundtrack die op momenten wordt aangevuld met irritante geluidjes van cartoons. De beelden herhalen zich en opeens verschijnt er wat tekst in beeld waarin wordt vermeld dat de beelden te maken hebben met de koloniale relatie tussen Spanje en de Filippijnen.

Buenas noches, España is een karikatuur van wat de meeste mensen verwachten bij experimentele cinema. Misschien dat het had kunnen werken als Martin de film (die 70 minuten duurt) had ingekort en had vertoond als een installatie in een museum. Of als hij wat beelden had gebruikt voor een videoclip. Als bioscoopfilm is Buenas noches, España echter een verspilling van je tijd die de kijker compleet vervreemdt in een barrage van psychedelische beelden en geluiden, zonder enige context te bieden.
Terug naar boven

Film / Achtergrond
special: Deel 6

IFFR 2012

.

In het zesde verslag van het IFFR aandacht voor een Chileense impasse, een mentale crisis, dementerende Amerikanen, autobiografische liefdesperikelen, de genadeloosheid van ouderdom en psychische uitputting à la Black Swan.

DEEL 1 | DEEL 2 | DEEL 3 | DEEL 4 | DEEL 5 | DEEL 6 | DEEL 7

Inhoud: La jubilada | Shock Head Soul | The Patron Saints | Oversimplification of her Beauty | I’m Still Alive | Die Unsichtbare

Stilstand in de bergen

3.0
La jubilada — Bright Future
Jairo Boisier Olave • Chili, 2011

~

De Chilleense Fabiola keert van Santiago terug naar haar geboortedorp in de bergen. Daar trekt zij weer in bij haar vader en oudere zus en probeert zij werk te zoeken. Al snel wordt duidelijk dat Fabiola’s vlucht naar de grote stad was mislukt. Zij wilde als pornoactrice een carrière opbouwen, maar het was anders dan zij het zich had voorgesteld.

La jubilada registreert droog hoe deze vrouw weer een soort bestaan gaat opbouwen, terwijl haar verleden haar achtervolgt. De film is droogkomisch en toont het mijndorpje als een vergeten plek, waar iedereen zijn tijd uitzit. Actrice Paolla Lattus speelt Fabiola, die zich langzaam realiseert dat haar leven in een impasse is beland, laconiek. Verder speelt Catalina Saavreda uit The Maid de zus van Fabiola. Fabiola’s stilstand wordt goed uitgebeeld, maar al met al is La jubilada een iets te bescheiden en onverrassend debuut. (George Vermij)
Terug naar boven

Beheerste gekte

3.0
Shock Head Soul — Spectrum
Simon Pummell • Nederland/VK, 2011

~

Simon Pummells eerdere Bodysong was een experimentele film bestaande uit zeer uitlopende filmbeelden waar het lichaam centraal staat. In Shock Head Soul concentreert de regisseur zich op de ziel. Als uitgangspunt geldt het leven van Daniel Paul Schreber, een Duitse jurist die plotseling psychische problemen krijgt en denkt dat hij in contact staat met god. Schreber zou zijn ervaringen uitvoerig beschrijven in een autobiografie die ook van invloed zou zijn op Jung en Freud (op het festival al het onderwerp van A Dangerous Method).

Pummells film is deels fictief; het leven van de man wordt nagespeeld door een Nederlandse cast. Dit wordt aangevuld door interviews met psychiaters en neuropsychologen die ingaan op het belang van Schrebers teksten. In bepaalde scènes wordt gesuggereerd dat Schrebers mentale crisis het gevolg kan zijn van de strenge opvoeding van zijn vader, die een hele serie van methoden en apparaten had ontwikkeld om hem te straffen en te conditioneren. In flashbacks wordt getoond hoe de jonge Schreber wordt blootgesteld aan dit regime. Het geheel is mooi geschoten en redelijk geacteerd, maar wat de film vooral mist is een mate van subversiviteit die de gekte van Schreber tastbaar kan maken voor de kijker. De film mist de directe kracht van veel films die gekte als uitgangspunt hebben, zoals Repulsion en Keane. (George Vermij)
Terug naar boven

Verval is overal

3.5
The Patron Saints — Bright Future
Melanie Shatzky & Brian M. Cassidy • VS/Canada, 2011

~

In deze documentaire worden de bejaarde en dementerende bewoners van een Amerikaans verzorgingshuis gevolgd. De film registreert wat ouderdom doet met mensen in fysiek en mentaal opzicht. Bepaalde bejaarden brabbelen als baby’s en worden gevoed door verplegers. Een dementerende vrouw vraagt zich elke dag af waar zij is beland, terwijl een andere bewoner zich erover verbaast dat haar kinderen wegblijven. Andere scènes laten zien hoe het verzorgingshuis werkt als een soort fabriek: dagelijks komen de voorverwarmde maaltijden aan en worden de kamers en toiletten schoongemaakt. De bewoners worden ondertussen vermaakt door goedkope artiesten die bekende nummers spelen, of door grote televisieschermen die constant aanstaan. Waar er tegenwoordig een taboe heerst op ouderdom, weet The Patron Saints je te confronteren met een bittere waarheid. Deprimerend, maar een memento mori voor iedereen die denkt dat je voor altijd jong blijft. (George Vermij)
Terug naar boven

Uit de taal van een verliefde

3.5
Oversimplification of Her Beauty — Bright Future
Terence Nance • VS, 2011

~

Terence Nances Oversimplification of Her Beauty is een uit het hart gegrepen film die op een frisse wijze verschillende stijlen gebruikt. De film is autobiografisch en gaat over de liefdesperikelen van de regisseur. Nance vraagt zich af waarom hij op iemand valt en waarom verliefdheid niet eenvoudig is. Zijn eerdere relaties passeren de revue, terwijl een voice-over kritiek levert op Nance zijn gevoelens en zijn handelen. Is hij iemand die emotioneel onvolwassen is? Heeft hij bindingsangst? Verschillende beelden vullen dit aan, van animaties tot foto’s en citaten uit boeken. Nance gebruikt het hele arsenaal aan cinematografische middelen om zijn liefdesleven te analyseren en om uiteindelijk te vragen of de vrouw waar hij op dat moment een onduidelijk amoureuze band mee heeft, daadwerkelijk van hem houdt.

De film zou makkelijk geïnspireerd kunnen zijn op Roland Barthes’ boek over verliefdheid, dat weer de inspiratiebron was van Mark de Cloes charmante Boy Meets Girl Stories. Oversimplification of her Beauty is soms iets te druk en je zou Nance pretentieus kunnen noemen. Wat dit alles redt is echter de pure openhartigheid van de film, waardoor je als kijker het gevoel krijgt dat Nance zijn hart voor je openstelt. (George Vermij)
Terug naar boven

Eenzame ouderdom

3.0
I’m Still Alive — Spectrum
Peter van Houten • Nederland, 2012

~

In haar kleine en volle woning schuifelt de bijna 90-jarige Jadwiga zich voort. Ze wordt in al haar kwetsbaarheid getoond: van het zich aankleden tot het kammen van haar haar, dat vanwege haar pijnlijke schouder een bijna onmogelijke opgave is. Filmmaker Peter van Houten filmt haar in haar dagelijks leven. Beelden van de vrouw in haar appartement wisselen zich af met wolkenvelden en het Poolse landschap geschoten vanuit een trein. De wolkenvelden verwijzen opzichtig naar de ouderdom van de vrouw en geven het teken dat zij spoedig in de hemel opgenomen zal worden. ‘I’m still alive, yes‘, verzucht zij een aantal malen. Maar Jadwiga is geen zielige vrouw: ondanks haar aftakeling zit er bijzonder veel kracht in haar. De documentaire laat op indringende wijze zien hoe zij zich staande wil houden, maar ook hoe genadeloos ouderdom is.

Toch is de film niet geheel bevredigend, omdat je als kijker weinig over Jadwiga komt te weten. Je vraagt je af waar ze met al haar koffers, die bovenop een kast gestapeld zijn, geweest is. Of wie haar dierbaar waren, een vraag die de portretfoto’s in haar huiskamer oproepen. Wat drijft haar, in haar proces van eenzaamheid en aftakeling, om nog verder te leven? Hoe dichtbij en intiem de filmmaker haar ook vastlegt, hij dringt niet door tot de historie of de psyche van de vrouw. Wat rest is een pijnlijke en eenzame registratie van ouderdom. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven

Een andere rol

3.5
Die Unsichtbare — Spectrum
Christian Schwochow • Duitsland, 2011

~

In Die Unsichtbare draait het om de jonge Fine, die de kans krijgt om de hoofdrol in een pretentieus toneelstuk te spelen. De veeleisende regisseur Kaspar Friedmann ziet iets in haar, maar Fine zal zich tot het uiterste moeten bewijzen. Haar probleem is namelijk dat ze zich niet laat zien, zowel thuis als op het toneel. En zo gaat Fine geleidelijk aan op in haar nieuwe rol en wort ze getransformeerd tot de destructieve Camille. Een verandering die leidt tot grote worsteling met zichzelf en haar privéleven.

De regisseur heeft een goede keuze gemaakt met de casting van Stine Fischer Christensen als Fine. Het meisje oogt kwetsbaar en onopvallend. Pas wanneer ze Camille is, met blonde pruik en sexy gekleed, ontwaart zich een persoonlijkheid. Niet vreemd dus dat haar toneelrol en privéleven steeds meer door elkaar heen gaan lopen. Fine wordt Camille, waarmee ze zichzelf in een wankele positie plaatst. Aangemoedigd door Friedmann laat Fine zich leiden door impulsen en emoties, maar ook tot zelfdestructie. De film doet in zijn thematiek onmiskenbaar denken aan Aronofsky’s Black Swan, waarin de hoofdpersoon geen onderscheid meer kan maken tussen haar rol en privéleven. Black Swan is echter extremer en indringender in het tonen van de lichamelijke en psychische uitputting. Ondanks het overtuigende acteren en wat krachtige scènes (vooral die met Fines gehandicapte zusje Jule zijn sterk) laat Die Unsichtbare geen overrompelende indruk achter: daarvoor is het scenario te conventioneel en te weinig verrassend. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven

Boeken / Fictie

Alleen maar beroemde mensen

recensie: Robert Vuijsje - Beste vriend

Robert Vuijsjes difficult second album gaat verder waar zijn succesvolle debuut ophield. De jongen uit Amsterdam-Zuid met de belangrijke vader is rijk, beroemd en getrouwd met een Surinaamse.

Het omslag alleen al: titel en auteursnaam lijken te zijn bedekt met een laagje klatergoud. Wie beter kijkt, ziet dat het lampjes zijn, honderden lampjes waarvan er een paar het niet doen. Alles in de wereld van Beste vriend bestaat uit vernis, illusie en make-belief. Hoofdpersonage Samuel Green is bekend, beroemd zelfs, maar niemand weet precies waarom dat zo is. Vragen over dat onderwerp vermijdt hij. En om zijn bestaan als fulltime-BN’er nog de suggestie van een eerlijke baan te verschaffen, noemt hij de andere nietsnutten met wie hij op presentaties, premières en in onzinnige talkshows verschijnt allemaal ‘collega’.

Parodie van iets wat al lang een parodie op zichzelf was


Ook Samuels huwelijk is niet meer dan decorum, de rollen van vader en echtgenoot speelt hij met minder verve dan die van Belangrijk Persoon. Liever dan zijn zoon in bed te stoppen hobbelt hij de ene na de andere zielloze bijeenkomst van totaal onnutte personages af. Daarbij in de rug gesteund door zijn ‘coach’ Rocky (een wandelende clichémachine van in de vijftig). In de wereld die zich uitstrekt tussen het Mediapark en de Grachtengordel bevindt zich geen enkel normaal mens. Of het nu een ex-voetballer met presenteerambities is, of de homoseksuele acteur die is getrouwd met de lesbische actrice of Samuel zelf; ze hebben allemaal een flinke klap van de molen van de roem gehad.

Vuijsje maakt de moderne ziekte van de beroemdheidscultus tot zijn schietschijf en hij schiet met scherp. Tegelijk schetst hij geen redelijk beeld van de wereld waarin hij zich sinds zijn uitzinnige debuutsucces mag begeven zoveel hij wil, maar dat probeert hij ook niet. Liever ridiculiseert hij, creëert hij een parallel universum van bekendheid waarin de cirkelredeneringen van de windhandel de boventoon voeren: je bent beroemd omdat je nu eenmaal beroemd bent. Vuijsjes kritiek op die wereld manifesteert zich ongeveer in iedere regel van met name het eerste deel van het boek. Maar ze wordt ernstig bemoeilijkt door het feit dat Samuel Green zo lang naar zijn eigen navel heeft gestaard dat hij onmogelijk nog reëel naar zichzelf kan kijken. Iedere vorm van reflectie ontbreekt, de lezer mag het zelf uitzoeken.

Het lot van de afkomst


Interessanter wordt het in het tweede deel, wanneer duidelijk wordt dat de verknipte wereld waarin Samuel zich begeeft zijn relatie met vrouw Venus en zoontje Sammie dreigt te vernietigen. Hier wordt ook duidelijk wie de ‘beste vriend’ is aan wie Samuel zijn weinig samenhangende brieven stuurt. Het is zijn zoon, die hij uit zijn handen ziet glippen op de wijze waarop hij ooit uit de handen van zijn vader glipte. Die had het destijds óók te druk met zijn eigen belangrijkheid.

Het is een thematiek die ook in Alleen maar nette mensen aan de orde kwam: de gespletenheid van enerzijds de wens om weg te komen uit het reservaat dat Amsterdam-Zuid heet en anderzijds de onmogelijkheid om je daar helemaal aan te onttrekken. Samuel is, net als David in AMNM, een jongen bij wie Zuid door zijn aderen vloeit, terwijl zijn hart vol is van de Bijlmer. De vraag die Vuijsje wederom wil oproepen: kun je wel helemaal leven zoals je wilt leven, als dat afwijkt van dat wat je als kind geleerd hebt? Het antwoord? Nauwelijks. De last van opvoeding en genetica drukt zwaar.

Gebrekkige uitvoering


Uiteindelijk slaagt Samuel erin de wereld die hem niet meer heeft opgeleverd dan een goedgevulde bankrekening en een verwrongen zelfbeeld, achter te laten. Hij wordt hiertoe gedwongen: zijn huwelijk strandt wanneer de pers die hem groot gemaakt heeft hem ook weer tracht af te breken. Er volgt een wending die even onverwacht is als ongeloofwaardig. Het monster dat Samuel heeft geschapen, wordt om zeep gebracht zoals stripfiguren dat doen: zonder na te denken over enige praktische consequentie. Rücksichtslos snijdt hij alle banden met heden en verleden door, verlangend naar een toekomst waarin hij volledig aan zichzelf zal kunnen ontsnappen.

Wanneer Vuijsje met z’n tweede roman had willen ontkomen aan de slagschaduw van zijn beroemde vader, is dat mislukt: niemand die Beste vriend leest, zal in staat zijn om níet aan Bert of Herman of Marja Vuijsje te denken. Onder het bladgoud van de overdrijving zie je de autobiografie van de schrijver duidelijk zitten. Wél is Vuijsje erin geslaagd zijn thematiek verder uit te diepen, maar thematiek alleen is niet voldoende: de ultrakorte zinnen bezitten geen enkele pretentie méér te willen bereiken dan het overbrengen van de boodschap. En de ultrakorte hoofdstukken blijven niet zelden steken in simpele BN’er-satire. Jammer, want Vuijsje heeft wel degelijk veel te vertellen.