Film / Achtergrond
special: Deel 4

IFFR 2013

.

In het vierde deel van ons verslag van het IFFR 2013 kijken we naar een scene die telkens op een andere manier wordt weergegeven, volgen we de zoektocht van een vrouw naar haar broertje en verleden, wil een meisje van tien graag fietsen in Saoedi-Arabië, laat de controversiële Oostenrijkse regisseur Peter Kern zich moeilijk kennen, leeft een rijke zakenvrouw volgens een eigen logica en heeft Rutger Hauer Herculiaanse proporties.

Strijden om een fiets

~

Het gegeven van Wadjda is eenvoudig. Meisje van tien wil een fiets. Maar dit is niet vanzelfsprekend in Saoedi-Arabië, waar Wadjda zich afspeelt. Meisjes horen namelijk helemaal niet te fietsen. Probeer dat maar eens uit te leggen aan Wadjda, de protagonist van het verhaal.

Wadjda heeft haar zinnen gezet op een nieuwe fiets, zodat ze sneller kan zijn dan haar buurjongen Abdullah. Vanuit haar omgeving krijgt ze te horen dat ze die fiets maar snel moet vergeten, maar Wadjda bedenkt in plaats daarvan een plan om het geld bij elkaar te sparen en de fiets alsnog te kopen.


Wadjda is van de hand van de vrouwelijke filmmaker Haifaa Al Mansour. Een uniek gegeven, omdat het zich in een land afspeelt waar het illegaal is voor vrouwen om alleen te rijden, laat staan een film te regisseren. Al Mansour filmde met een Saoedische cast om het verhaal zo authentiek mogelijk neer te zetten. Dat is haar gelukt. Verwacht geen kaal sociaal-realistisch drama over de positie van vrouwen, want Wadjda is een warme film geworden waarin de nodige humor aanwezig is. Tegelijkertijd maakt Al Mansour ook feilloos duidelijk hoe het met de positie van meisjes en vrouwen in haar land gesteld is, en hoe geloof de leidende draad is. Waad Mohammed is met haar krachtige en wat ondeugende uitstraling uitstekend gecast als de jonge, rebelse hoofdpersoon, die laat zien dat er soms durf nodig is om kleine veranderingen door te voeren. Een prachtig inkijkje in de hedendaagse Saoedi-Arabische samenleving. (Suzan Groothuis)


Doordringen tot de kern


~

Twee filmmakers volgen de controversiële en zwaar obese Oostenrijkse regisseur en acteur Peter Kern. Anderhalf jaar lang legt de camera hem vast, waarbij Kern het de filmmakers niet gemakkelijk maakt. Herhaaldelijk gaat hij de provocatie aan en probeert hij de regie over te nemen. Het uitgangspunt van de film, een portret van de persoon Kern, lijkt door de man ontkracht te worden in zijn voortdurende spel van manipulatie.

Wie de regie in handen heeft, is ook een vraag die zich opdringt aan de kijker. Het standpunt van Kern is duidelijk: de filmmakers zijn belachelijk bezig en zullen met deze film niet de ware Kern leren kennen. Ongezouten levert hij zijn kritiek, maar toch lukt het de filmmakers intieme en kwetsbare momenten vast te leggen: zoals scènes waarin Kern met weemoed terugkijkt naar zijn eigen films, of openlijk over zijn obesitas en homoseksualiteit praat. Een confronterend shot is die waarin Kern in zijn volle genaakbaarheid getoond wordt. Een scène die doet denken aan films van Ulrich Seidl (wat niet vreemd is als je nagaat dat Seidl Kern geproduceerd heeft en regisseur Veronika Franz zijn vaste scenarioschrijver is). Hoezeer Kern ook van zich afbijt, scherpe kritiek loslaat op de filmmakers en hen belachelijk maakt, het lukt Franz en Fiala wel degelijk om een portret neer te zetten. Ze tonen zowel de kracht als kwetsbaarheid van een man die de kijker niet snel zal vergeten. Met een ontroerend mooi en veelzeggend laatste shot. (Suzan Groothuis)


~

Het absurdisme werkt voor een deel maar uiteindelijk overspeelt debuterend regisseur Daniel Hoesl zijn hand in deze fabel over een emotieloze zakenvrouw die in een eigen universum lijkt te leven. De film werkt als je open staat voor dat absurdisme en ook durft te lachen om de situaties waarin deze Fanni terechtkomt. Snurken tijdens Jean-Luc Godards Vivre Sa Vie bijvoorbeeld, of als ze Chantal Akermans Jeanne Dielman een hilarische film noemt.

Tegelijk schemert ook door dat ze niet gek is maar volgens een geheel eigen soort logica afstand doet van menselijke waarden en afspraken als geld, bezit, contracten, diensten en wederdiensten. Als ze zich heeft afgezonderd en probeert aansluiting te vinden bij het boerenleven komt ze echter niet verder met haar aanpak. En regisseur Hoesl weet het ook niet meer. De ontsnapping van de twee vrouwen aan het einde van de film vormt een anti-climax die in alles tegengesteld is aan de heroiek van, om maar een voorbeeld te noemen, Thelma & Louise. Een afstandelijke maar vormelijk bewondering oproepende film met een aantal hilarische scènes, mits je open staat voor de humor van Hoesl. (Erik Kersten)


~

Als de twee verse wezen Bianca en Tomas achtergelaten worden in het ouderlijk huis met de vraag of het allemaal wel zal gaan is je eerste reactie: natuurlijk niet! Maar ze proberen het toch en al snel komt de klad erin. Qua school maar ook het huis is al snel een zwijnenstal. Zeker als twee nieuwe vrienden van Tomas uit de sportschool min of meer bij ze intrekken. Als die met een plan komen om rijk te worden gaan de verhoudingen schuiven. Het is namelijk de bedoeling dat de mooie Bianca aanpapt met Maciste (Rutger Hauer), een blinde alleenwonende ex Mister Universe en acteur in B-films (zo speelde hij meerdere malen Hercules in de populaire Sword-and-sandalfilms uit de jaren zestig). Ze moet er zo achter komen waar die zijn kluis heeft verstopt in zijn enorme villa. Aarzelend neemt Bianca de opdracht aan, maar het plan loopt al snel anders als ze in de ban raakt van deze mysterieuze man.

Het leeftijdsverschil van zo’n vijftig jaar raakt haar niet en ze werpt zich op zijn lijf en geest. Bianca beseft dat deze oude man, die al jaren geleden afscheid heeft genomen van het leven, haar meer kan leren dan welke opleiding ook. Tegelijk weet ze dat het contact met Maciste een doodlopende weg is waarvan ze eens terug moet keren. Deze verfilming van een novelle van Roberto Bolaño is op zijn sterkst in de momenten tussen de twee in de Romeinse villa, waarin tijd en ruimte er nauwelijks toe doen. Scherson weet daar met haar camera, het gecontroleerde spel van de statige maar cynische Hauer en een zinnenprikkelende soundtrack een bijzondere wereld te creëren. (Erik Kersten) 

Boeken / Fictie

De merel van Glanmore

recensie: Seamus Heaney (vert. Onno Kosters en Han van der Vegt) - District en Circle

De nieuwe, herziene uitgave van District en Circle toont het veelzijdige vakmanschap van één van Ierlands grootste dichters. Ook in zijn nadagen weet Seamus Heaney het Engels om te scheppen tot even persoonlijke als bewogen poëzie.

Nobelprijswinnaar Seamus Heaney (1939) geldt al jaren als één van de belangrijkste Engelstalige dichters. Zijn werk blinkt uit in rijke zintuiglijke beschrijvingen, jeugdherinneringen en liefdevolle aandacht voor het aardse leven. In 2006 verscheen zijn twaalfde bundel District and Circle, vernoemd naar twee Londense metrolijnen. Een eerdere vertaling als Regio en ring (2010) werd zwaar bekritiseerd en is inmiddels uit de handel genomen. In deze nieuwe uitgave zijn vertalingen door Onno Kosters en Han van der Vegt zij aan zij met het Engelse origineel gedrukt.

Dialectwoorden en handarbeiders


Veel lezers zullen het Engels voldoende machtig zijn om de gedichten in het origineel te lezen. Toch zijn de vertalingen verre van overbodig; vanwege Heaneys voorliefde voor dialectwoorden is het bijzonder verhelderend de gedichten in het Nederlands te lezen. Bovendien doen de vertalers recht aan Heaneys poëzie en blijft zijn spel met klank en ritme overeind. De Ierse dichter schrijft geen melodieuze verzen, maar een ruwe taal van botsende medeklinkers en stramme ritmes, die in het Nederlands verrassend goed bewaard blijft.

Seamus Heaney is altijd een dichter van de aarde geweest, de zoon van Ierse boeren en veehandelaren. Ook in District en Circle verkiest hij de harde arbeid van boeren, smeden en houtzagers boven de verheven verhaalstof van voorbije dichters. Tekenend is ‘A Stove Lid for W.H. Auden’. Heaney citeert Audens gedragen verzen over het schild van Achilles: ‘The mass and majesty of this world ⁄ That carries weight and always weighs the same’. Dan dient hij zijn Britse voorganger van repliek. Met karakteristieke Ierse trots schrijft hij: ‘The mass and majesty of this world I bring you ⁄ In the small compass of a cast-iron stove lid’. Niet het legendarische schild van Achilles is van blijvende waarde, maar het toegewijde zwoegen van een nederige smid.

Komen en gaan


Het slotgedicht ‘The Blackbird of Glanmore’ is het persoonlijkste en krachtigste gedicht van de bundel. Op het eerste gezicht is het een ode aan de merel. De oude dichter keert terug naar Glanmore, de streek in Ierland waar hij een groot deel van zijn jeugd doorbracht. Meteen richt hij zich tot de vogel die hem verwelkomt: ‘It’s you, blackbird, I love’. Terwijl hij naar de merel luistert, dwalen zijn gedachten af naar het verleden. Woorden die hij eens vertaalde komen hem weer voor de geest: ‘I want away ⁄ To the house of death, to my father ⁄ Under the low clay roof’. Dan komt een eerdere herinnering terug:

And I think of one gone to him,
A little stillness dancer –
Haunter-son, lost brother –
Cavorting through the yard,
So glad to see me home,

My homesick first term over.

De ‘kleine stiltedanser’ is de jongere broer van de dichter, die op vierjarige leeftijd verongelukte. Verloren in herinneringen ziet Heaney zijn broertje weer even zoals hij hem die laatste keer zag toen hij, zelf veertien jaar oud, thuiskwam van kostschool. De herinnering voert de dichter verder tot een meditatie over zijn eigen levenseinde; door de ogen van de merel ziet hij zichzelf als ‘A shadow on raked gravel ⁄ In front of my house of life’. Hij heeft het huis van zijn leven verlaten en lijkt zich, anders dan de merel die ieder jaar terugkomt, gereed te maken om te gaan.

Wordt vervolgd


Eén gedicht als ‘The Blackbird of Glanmore’ zou voldoende aanbeveling moeten zijn om District en Circle te lezen. Maar ook de verzen over arbeiders, overleden dichters en moderne onrust tonen Heaneys vakmanschap. En ondanks de berustende toon van de laatste woorden, hoeven we niet bang te zijn dat de 73-jarige dichter zijn pen begraven heeft. Zoals de vertalers aangeven in een helder nawoord: in 2010 is onder de titel Human Chain alweer zijn dertiende bundel uitgekomen. District en Circle is dus niet het eindpunt van Heaneys lange carrière, maar wel een belangrijk tussenstation – en deze herziene uitgave doet eindelijk recht aan de rijkdom van zijn gedichten. 

Muziek / Album

De opvolger van Marvin Gaye

recensie: Cody ChessnuTT - Landing On A Hundred

.

~

Voor velen is Landing On A Hundred van Cody ChesnuTT het soulalbum van 2012. Zijn bezoek aan Nederland begin maart is een goede reden om deze cd stevig onder de loep te nemen. Het debuut van tien jaar geleden was het product van twee jaar sleutelen op zijn slaapkamer. Hoewel het de hemel in werd geprezen is The Headphone Masterpiece toch in de vergetelheid beland. Het album past in de tijd waarin het werd uitgebracht.

Tien jaar afwezigheid na een debuut is lang. Met zijn tweede album zet ChesnuTT zichzelf opnieuw op de kaart. Hij is clean van verdovende middelen en gebruikt een setting waar hij oud mee kan worden, zoals analoge opnametechnieken, tijdloze soul en een zangstijl die geen leeftijdsgrenzen kent. Nu ChesnuTT in het midden van zijn jaren veertig is beland, heeft de bezieling van de jaren zestig/zeventig-soul zich van hem meester gemaakt.

Klassieke soul
ChesnuTT pakt de luisteraar direct bij de oren als hij met ‘Til I Met Thee’ het album aftrapt en toont dat hij getransformeerd is naar de Mr. Soul van dit moment. Hij brengt de luisteraar aan het twijfelen of dit Marvin Gaye is in nog niet eerder uitgebrachte songs, of  een artiest die dicht bij (een van) zijn idolen blijft. ChessnuTT imiteert niet maar laat de klassieke soulartiesten herleven in zijn muziek.

De liefhebber van Marvin Gaye, Smokey Robinson en Sam Cooke zal bij Landing On A Hundred zijn lippen aflikken. Neem ‘Love Is More Than A Wedding Day’: na het piano-intro lijkt het of Sam Cooke uit de doden is opgestaan. De gelijkenis is als twee druppels water, al is duidelijk te horen dat het lied is opgenomen in de huidige tijd. Laten we hopen dat Cody ChessnuTT de voetsporen van wijlen Marvin Gaye niet snel verlaat en ons nog jaren bedient van dit soort fabelachtige muziek.

8WEEKLY MediaPlayer
Boeken / Fictie

Nog niet de top

recensie: Kim Moelands - Verdieping X

.

Voor mensen met een lichte angst voor ziekenhuizen is Verdieping X geen aanrader. Houdt u niet van bloed, laat dit boek dan links liggen. Geen fan van zelfstandige vrouwen? Vergeet deze thriller dan meteen. Voor alle anderen: een aanrader.

In een Utrechtse discotheek overlijden plotseling twaalf jongeren nadat ze de nieuwe partydrug ELF hebben geconsumeerd. Tientallen anderen raken in coma. In het Academisch Medisch Centrum probeert hematoloog Floor van Schaik met alle macht de levens van deze jongeren te redden. Het is een race tegen de klok, want zienderogen verslechterd hun toestand.

Moelands weet de spanning goed op te bouwen en gedurende het verloop van het verhaal ook prima vast te houden. Wie verantwoordelijk is voor de verstrekking van de fatale portie ELF en hoe deze perso(o)n(en) zich verhouden tot de tegenwerkende krachten binnen en buiten het medisch centrum houdt je als lezer van het begin tot het einde bezig. Moelands geeft weinig voortijdig weg van de uiteindelijke ontknoping en het verhaal klopt. Niets mis mee.

Het enige minpuntje aan deze thriller wordt gevormd door de karakterisering. Bijna alle opgevoerde personages zijn namelijk onderling inwisselbaar. Ze hebben bijna allemaal dezelfde karakterstructuur. Ze zijn koppig, volhardend en kortaf. De personages ontwikkelen zich niet tot volwaardige individuen en de meeste zouden per direct als stand-in voor de ander kunnen dienen. Ze vervullen ieder wel hun eigen rol in het plot, maar iets meer differentiatie zou van een vermakelijke, leesbare thriller een internationale bestseller a la Coma kunnen maken.

Wijze les tot slot
Maar zoals gezegd: het verhaal klopt, de spanning wordt goed opgebouwd en vastgehouden. Verdieping X is gewoonweg vermakelijk leesvoer. En dat de personages dan een beetje op elkaar lijken? Ach, daar kunnen we mee leven. Het is niet storend genoeg om deze thriller niet stiekem toch van begin tot eind te verslinden. Je wilt als lezer gewoon weten wie hier met drugs zit te knoeien en welke rol een gerenomeerd ziekenhuis als het UMC daarbij speelt.

Moelands is dan misschien (nog) geen Cook, maar ze heeft voldoende potentie om nog vele aangename thrillers op te leveren. Als ze dan ook nog wat extra aandacht in de verschillende personages steekt zullen we nog vele aangename uurtjes leesplezier tegemoet kunnen zien. We verheugen ons er nu al op!

Film / Achtergrond
special: Deel 3

IFFR 2013

.

In het derde deel van ons verslag van het IFFR 2013 kijken we naar een op zijn kop gezette Nederlandse familie, een dertien-in-een-dozijn Japanse horror, de overtuigende kracht van dagelijks geweld tegen vrouwen, het grootse surrealistische afscheid van Raul Ruiz, een meedogenloze draaikolk vol familietragiek, en een documentaire over het hippie-initiatief Fuck for Forest.


DEEL 1 | DEEL 2 | DEEL 3 | DEEL 4 | DEEL 5 | DEEL 6 | DEEL 7 | DEEL 8: het laatste oordeel

Inhoud: De ontmaagding van Eva van End | The Complex | 90 Minutes | La noche de enfrente | Fine, Thanks | Fuck for Forest

De Duitser en de frikandellen

~

De familie van Eva is niet echt harmonieus te noemen. Het huwelijk van de in een frikadellenfabriek werkzame vader en uitgeblust ogende moeder is liefdeloos, de oudste zoon is een puistenkop die krampachtig probeert volwassen over te komen, de middelste zoon blowt zich suf, en dochter Eva is een muurbloempje waar niet naar wordt geluisterd. De komst van een Duitse uitwisselingsstudent – door Eva aangekondigd, maar door niemand opgemerkt – komt dan ook voor iedereen als een verrassing. De komst van deze Veit, een engelachtig personage dat bijna té ideaal is, vormt de katalysator voor de verwikkelingen waarin het gezin verzeild raakt.

Met een stilistisch zeer zelfverzekerde stijl zet debutant Michiel ten Horn hier met vaste hand het disfunctionele gezin en hun typisch Nederlandse omgeving neer. De cast, met naast oudgedienden als Ton Kas en Jacqueline Blom een aantal jonge debutanten, overtuigt met naturel spel. Het scenario van Anne Barnhoorn zit goed in elkaar en zit vol sprekende en humoristische details. Toegegeven: sommige dramatische ontwikkelingen komen wel wat erg uit de lucht vallen (de identiteitscrisis van de oudste zoon bijvoorbeeld), maar dit staat niet in de weg dat het soms nauwelijks valt voor te stellen is dat hier sprake is van een debuut – en nog wel een die weleens bij een groot publiek in de smaak zou kunnen vallen. (Marcel Westhoff)

 

Saaie spookflat

~

Zeg meisje; die open deur naar een donkere ruimte waar vreemde geluiden uit komen? Je hoeft er niet naar binnen hoor. Maar toch fijn dat je het doet, want zonder types als jij zou het horrorgenre een stuk minder volumineus zijn. Toch dringt de vraag zich op: welke reden heb je om naar binnen te stappen? Nieuwsgierigheid? Of ben je gewoon blond, ondanks dat je op en top Japanse bent? Asuka, het hoofdpersonages uit Nakata Hideo’s (Ringu, Dark Water) nieuwste film, kan de verleiding niet weerstaan. Zij is net met haar ouders en broertje verhuisd naar een nieuwe flat, als er bij de buren vreemde geluiden vandaan komen.

Een van de grote namen van de J-Horror levert hier een film af waar stilistisch niet zo heel veel op aan te merken valt. Maar wat bedoelt is als sfeervolle opbouw verzand te vaak in lange, trage scènes waarbij de weinige schrikmomenten vooral zijn toe te schrijven aan het geluidsniveau dat tot elf wordt opengedraaid. Misschien is wel het grootste probleem dat hier niet geprobeerd wordt iets nieuws aan het genre toe te voegen, zodat je als kijker op geen enkel moment verrast wordt. We hebben het eerder gezien – en stukken enger. Het resultaat is een voor horrorbegrippen bloedeloos werkje. (Marcel Westhoff)

 

Alledaagse gruwelijkheden

~

Fraaie, bijna abstracte beelden van een mensenmassa doorsnijden de drie verhalen in Eva Sørhaugs tweede speelfilm, waarvoor ze tevens het script schreef. Alsof de maakster wil zeggen: de personages in de drie verhalen die ik laat zien kunnen zich in deze willekeurige menigte bevinden. De mannen die, om welke reden dan ook, breken en hun frustraties en woede botvieren op vrouwen ziet u elk moment op straat. Het is niet voor niets dat Sørhaug hierbij de verhalen in een dwarsdoorsnede van de maatschappij laat plaatsvinden. Zo is daar de kale cocaïnejunk die zijn vriendin voor de ogen van hun baby aftuigt, vastbindt en verkracht. Of de politieman die tot zijn frustratie het huis van zijn ex moet verlaten. Of de nette, oudere, welgestelde man die alle banden in zijn leven lossnijdt, om vervolgens tot zijn verschrikkelijke daad te komen. Gruwelijkheden tegen vrouwen: het vindt plaats achter elke voordeur en op elk moment door de meest onverwachte types. En elke 90 minuten vinden er een soortgelijke tragedies plaats.

De boodschap mag dan (uiteindelijk) weinig subtiel zijn, de wijze waarop het wordt verteld is dat over het algemeen wel. In gedragen tempo en fraai gefilmd met oog voor detail wordt hier een schrijnend fenomeen verbeeld, waarbij niet wordt getracht de daden te duiden of van enige achtergrond te voorzien. Het is aan de kijker de losse beginnetjes te proberen in te vullen; het gaat hier om de eindes. Het ontbreken van enige duiding, van een ‘waarom’ zal niet door iedere kijker gewaardeerd worden. Op het niveau van het acteerwerk kan echter weinig kritiek zijn, waarbij met name Aksel Hennie (Headhunters) een imponerend psychopaat neerzet. (Marcel Westhoff)

 

Tijd als ongrijpbaar fenomeen

~

‘Tijd maakt rare sprongen’, zegt een dode man tegen de zojuist overleden hoofdpersoon, wanneer zij de loop van een pistool bewandelen. Het pistool waaruit de fatale kogel geschoten is. De film is losjes gebaseerd op een verhaal van auteur Hernán del Solar.

In deze afscheidsfilm van de vorig jaar overleden Raul Ruiz blikt hij terug op zijn leven. De herinneringen zijn in prachtige kleuren gefilmd. De film doet daarbij aan als een jaren 50-film: de muziek als prachtige omlijsting, die de melancholische sfeer benadrukt. Het verhaal centreert zich rondom de oude Don Celso. Een dichter. En hoe een dichter met taal speelt, zo speelt Ruiz met beelden. Er lopen aldus meerdere verhaallijnen door elkaar en tijd kent geen lineariteit. De film kijkt terug op het leven van Don Celso vanuit zijn kindertijd. Toen hij zichzelf Rhodondendron noemde. Rhodondendron ontmoet zijn favoriete componist Beethoven, die we al dirigerend door de straten zien laveren, en hij spreekt met Long John Silver. De film is gelardeerd met absurde en surreële situaties, die de film een lichtvoetige ernst meegeven. Een prachtig adieu van een eigenzinnig filmmaker die meer dan 100 films nalaat. (Ralph Evers)

 

Meedogeloze familietragiek

~

Begonnen als korte film voor zijn afstuderen, besloot Mátyás Prikler het concept verder uit te bouwen. Het resultaat: een ruim 2 uur durende film, die je bij je strot grijpt en je meesleurt in meedogenloze familietragiek.

Fine, Thanks slaat op ons vluchtige contact wanneer we aan de ander vragen: ‘hoe gaat-ie?’. Meestal krijgen we te horen dat het wel goed gaat, bedankt! Prikler prikt door deze façade heen. We volgen drie families, die onderling verbonden zijn. Zo is het drama van de een direct tot last bij de ander. De film kent een consistente, lineaire verhaalstijl, waarin luchtigere momenten zijn weggelaten. Dit begint al met de uitblinkend acterende Miroslav Krobot als baas van een door de crisis bedreigd bedrijf. Hij heeft een naargeestige hardheid over zich, waarbij een ieder, zelfs de kijker, op z’n hoede is. Attila daarentegen weigert zijn scheiding onder ogen te zien. Hij zet alles op alles om zijn vrouw op andere gedachten te brengen. Zorgvuldige camera- en scriptvoering maken deze scenes pijnlijk om te zien. Pijnlijk vanwege de mate van herkenbaarheid én de plaatsvervangende schaamte. Vertwijfeld balanceer je tussen medelijden en afschuw.

In een slotscene, waarin een bruiloft plaatsvindt, komen de verhaallijnen samen. Een heksenketel waar de drank de remmen losgooit en gedurende de avond de ellende meer en meer samenstroomt tot een draaikolk van ontlading. (Ralph Evers)

 

Porno voor de Amazone

~

In Fuck for Forest wordt een groepje hippies gevolgd, die de pornosite Fuck for Forest hebben opgericht. Het idee van deze site is dat, door zelfgemaakte amateurporno te verkopen, de natuur gered kan worden. We volgen hoe hun idealen ze voortdrijft in hun streven te ‘neuken voor het Amazonewoud’, en ook de keerzijden hiervan.

Het doel is om geld bijeen te brengen om daarmee een stuk oerwoud in Peru te kopen, zodat de inheemse Indianen daar niet langer bedreigd worden door de industrie die het bos wil kappen. Eenmaal aangekomen blijkt de bevolking vooral werk te willen hebben en zitten ze niet te wachten op nog een stel westerlingen, die ditmaal al neukend geld bij elkaar bracht om hun bos te redden. De film laat genoeg ruimte voor de kijker om een eigen mening en beeld te vormen. Hoe zit het met het levensgeluk van het Indiase meisje dat verstoten is door haar familie, omdat ze meedoet met Fuck for Forest? Met welke motieven participeren de leden? Maar ook: met welke motieven doen de willekeurig verleidde jongens en meisjes mee? Vaststaat dat Fuck for Forest een niet-alledaagse NGO is! (Ralph Evers)

Film / Films

Klopjacht zonder pijn

recensie: Zero Dark Thirty

Zero Dark Thirty laat zien hoe een heldin een ingeslapen terrorist vangt. Wie meer verwacht dan een geöliede actiefilm, komt bedrogen uit.

Osama Bin Laden was bijna een vergeten legende aan het worden, toen hij in 2011 werd gedood door de Amerikanen. Zero Dark Thirty vertelt het verhaal van de jarenlange zoektocht van CIA-agente Maya naar de grootste vijand van de Verenigde Staten, en de tegenslagen waarmee zij te maken krijgt.

~

In de Verenigde Staten was er bij de première een hoop drukte om de martelscenes uit de film. Zero Dark Thirty zou propageren dat martelen dé manier is om informatie los te krijgen. Toch lijkt de discussie een hoop drukte om niets. Het martelen wordt niet niet verheerlijkt, maar sec in beeld gebracht zonder dat er een oordeel aan wordt gehangen. Hetzelfde geldt voor de belegering van Osama Bin Ladens geheime verblijfplaats, terwijl hij ligt te slapen. De filmmakers registreren wat er gebeurt en laten het oordeel aan de kijker. Dat valt te prijzen.

Heldenepos

Toch doet de film minder documentaire-achtig aan dan The Hurt Locker, een eerdere film van regisseur Kathryn Bigelow  en journalist en scenarioschrijver Mark Boal, die draaide om een overmoedige bommenontmantelaar. Veel meer dan The Hurt Locker heeft Zero Dark Thirty de kenmerken van een heldenepos, met Maya als de heldin. Via een aaneenschakeling van spannende scenes weet de film, ondanks het bekende einde, de aandacht vast te houden. Wel blijft hierdoor onbelicht hoe vermoeiend het is om jarenlang zonder veel resultaat op een levende legende te jagen.

Weinig diepte


~

Zero Dark Thirty kan helaas niet tippen aan The Hurt Locker. Los van het ontploffingsgeweld was de vorige film van Bigelow vooral aangrijpend vanwege de overmoed van het hoofdpersonage, bommenontmantelaar William James. Dit maakte dat de film behalve een spannende oorlogsfilm ook een karakterstudie was naar het type mens dat kickt op gevaar en daar andere mensen in meesleurt.

Het hoofdpersonage van Zero Dark Thirty is een stuk minder interessant. Maya is uitzonderlijk gedreven om Osama Bin Laden te vinden en tackelt iedereen die haar onvoldoende steunt in haar verbeten zoektocht, maar de motieven die ze heeft om zich als een bezetene op de klopjacht te storten blijven onduidelijk. Bovendien zet actrice Jessica Chastain CIA-agente Maya neer als een onbewogen, strenge schoonheid zonder emotie of imperfectie. Als een bevriende collega overlijdt, wordt gesuggereerd dat dit Maya verdriet doet, maar voelbaar is het niet. Vanwege dit gebrek aan voelbare pijn is Zero Dark Thirty uiteindelijk niets meer of minder dan een goed gemaakte actiefilm. Door de herinnering aan The Hurt Locker is dat toch een tegenvaller. 

Film / Films

Het volk spreekt, en wij kijken toe

recensie: NO

.

In 1988 is Pinochet al jaren aan de macht in Chili, maar onder druk van de VN wordt hij verplicht een referendum te houden. Mag hij voor nog eens acht jaar blijven? Het woord is aan het volk: Ja of Nee.

Het antwoord van het volk zal, gezien de kennis van de kijker of diens logica wanneer je naar de titel kijkt, geen verrassing zijn. Echter wel verrassend is de manier waarop NO de weken voorafgaand aan het referendum verfilmt. Weinig beelden met onderdrukte mensen, weinig geweld, geen martelingen en geen dodelijke slachtoffers. En voor de goede orde, deze praktijken waren zeker wel de dagelijkse werkelijkheid, in de machtsperiode van Pinochet.

Luchtige campagnevoering

~

NO houdt het luchtig. Je zou misschien een zwaarmoedige film verwachten, maar niets is minder waar. De oppositie krijgt gedurende de weken voorafgaand aan het referendum elke dag 15 minuten de tijd om het volk ervan te overtuigen tegen Pinochet te stemmen. Zendtijd voor politieke partijen, zeg maar. En NO spitst zich vooral toe op Rene en de vaak grappige, niet serieuze, Westerse spotjes die hij maakt. Hoofdpersoon Rene Saavedra (Gael García Bernal) is een commercieel talent en het meesterbrein achter de campagne, die door de oppositie wordt binnengehaald om de operatie op touw te zetten.

Rene’s ervaring met reclame maken, opgedaan bij verschillende Westerse bedrijven, zie je terug in de spotjes. De nadruk komt niet te liggen op alle leed en ellende die het volk heeft moeten ondergaan in het verleden, maar juist op de toekomst. De toekomst die er volgens Rene zonder Pinochet rooskleurig uit zal zien, een toekomst waar vrouwen zingen in de zon en mannen dansen op de trappen. Een toekomst die onwerkelijk lijkt – zo denkt ook menig medestander van Rene – maar desalniettemin een toekomst zonder Pinochet. En daar is het allemaal om te doen.

Authentieke beelden

~

Wat verder opvalt aan NO is de authentieke uitstraling. Niet alleen zijn er veel originele beelden gebruikt, maar ook zijn alle nieuwe beelden met een oude camera opgenomen. Je ziet zwarte randen aan de zijkanten van het bioscoopdoek en dat is wel even geleden. De hele film kijkt weg als een documentaire die met handcamera’s is gemaakt, waarbij de acteurs zich af en toe tot de camera richten en zo de kijker vertellen wat er staat te gebeuren.

De film zelf heeft veel overeenkomsten met de spotjes van Rene. Het is luchtig, grappig, hoopvol, origineel en behandelt een beladen onderwerp met veel humor, dans, muziek en zonnige beelden. Enerzijds is dat een verademing en krijgt de film de lachers op de hand, maar anderzijds was iets meer drama en uitwerking van personages wel gewenst geweest. Zo weten we van Rene dat hij semi-gescheiden is en een zoontje heeft, maar meer ook niet. Ook krijg je nu maar nauwelijks het idee dat Pinochet een slechte man was, omdat praktisch elke vorm van drama wordt vermeden. Juist daardoor kan je je weinig inleven in de personages en is het uiteindelijke antwoord van het volk niet verrassend, maar ook niet emotioneel.

Film / Films

Taaie kost, maar absoluut de moeite waard

recensie: Lincoln

Leuke film hoor, Abraham Lincoln: Vampire Hunter, maar voor degenen die willen weten wat Lincoln daadwerkelijk voor Amerika heeft betekend is er nu Lincoln. De hoofdrol is weggelegd voor Daniel Day Lewis (There Will Be Blood) en de regie is in handen van niemand minder dan Steven Spielberg. Veel beter kunnen de voortekenen niet zijn, en Lincoln maakt de belofte ook waar.

Lincoln opent in 1865 met het bloederige, modderige conflict dat Amerika al jaren in haar greep houdt: de Burgeroorlog. Het Noorden – met Lincoln (Daniel Day Lewis) als president – en het Zuiden strijden tegen elkaar en het slachtofferaantal loopt na al die jaren burgeroorlog tegen een half miljoen. President Lincoln wil het bloedvergieten stoppen en de slavernij afschaffen. Een hele opgave, want het meningsverschil over slavernij is de reden waarom de oorlog überhaupt is uitgebroken. Daarnaast staat Lincolns reputatie zowel bij het publiek als binnen zijn partij op het spel door de vele slachtoffers die zijn gevallen, en heeft hij in zijn privéleven te kampen met zijn verbitterde echtgenote (Sally Field) en vechtlustige zoon (Joseph Gordon-Levitt).

Sfeer, sfeer en nog eens sfeer

~

Beelden van slagvelden en grootschalige gevechten beperken zich tot de openingsscène, want Lincoln speelt zich – in tegenstelling tot Spielbergs vorige film War Horse – vooral binnenskamers af. Middels zeer sfeervolle beelden en prachtig vormgegeven sets waarin kaarsen en olielampen dienen als minimale lichtbronnen, waant de kijker zich in de 19e eeuw. Het Witte Huis met haar donkere, houten interieur ademt sfeer, net als de kamers waar mannen, allemaal strak in het pak, de oorlogsstrategiën bespreken.. Spielberg weet als geen ander een ambiance te creëren (waardoor zelfs een anderzijds slechte film als War Horse nog goed te bekijken was).

In Lincoln ligt de nadruk op de politieke spelletjes die Lincoln – hij was advocaat – als geen ander beheerst. De politici zoeken mazen in de wet, houden uitgebreide dialogen over het winnen van stemmen voor het Dertiende Amendement (de afschaffing van de slavernij), en aarzelen er niet om collegae-politici slinks te beïnvloeden. Het is interessante kost, maar het is zeker in het begin van de film vrij taai. Als je wilt snappen waar het allemaal precies over gaat moet je wel èrg goed hebben opgelet bij geschiedenis, of, beter nog, Amerikanistiek gaan studeren.

Oscarwaardig acteerwerk
De ontoegankelijkheid van het achtergrondverhaal van de film is overigens het enige punt van kritiek, als je het al kritiek wilt noemen. Lincoln heeft namelijk, naast de bovengenoemde sfeer en het boeiende, ingewikkelde onderwerp veel meer te bieden, te beginnen met Daniel Day Lewis. Lewis is een acteur pur sang. Hij portretteert Lincoln als een kalme man die weldoordachte beslissingen neemt en die aan zijn advocatentijd de prachtigste anekdotes heeft overgehouden. Tijdens de lange, van achtergrondmuziek ontdane gesprekken in het Witte Huis hoort hij zijn adviseurs gelaten aan, grijpt vervolgens met één rake opmerking de aandacht en laat deze pas verslappen als hij zijn visie geheel heeft uitgesproken. Langzaam zoomt de camera in op het gezicht van Lewis, die met trage, bijna moedeloze stem spreekt. Echt geweldig. Het feit dat Lewis’ monologen in de film door die van Tommy Lee Jones worden geëvenaard (deze doen denken aan Jones’ fantastische rol in The Sunset Limited) kan alleen maar als een pluspunt worden gezien.

~

Wat ook opvalt is de manier waarop politiek wordt bedreven. Waar tegenwoordig de aanpak van Wilders – recht voor z’n raap – vruchten afwerpt, draaien de leden van het Huis van Afgevaardigden constant om de zaak heen, terwijl ze elkaar welbespraakt beledigen als ze een andere mening zijn toegedaan. Bijna nooit wordt het probleem in kwestie – slavernij – rechtstreeks benoemd. Lincoln zelf gebruikt constant metaforen voor de gevoelig liggende politieke problemen. Aan de kijker de taak om de betekenis te achterhalen. Het script is niet altijd makkelijk te volgen, maar de genialiteit ervan staat buiten kijf.

Het einde zal voor niemand met een beetje kennis van de Amerikaanse geschiedenis een verrassing zijn. Plotgewijs is er dan ook geen sprake van veel spanning in Lincoln, maar je kunt je vergapen aan de sets, het acteerwerk en de gedetailleerde historische setting. Als je je even door de taaie kost van de 19e eeuwse Amerikaanse politiek kunt ploegen, krijg je een geweldige film voorgeschoteld. 

Boeken / Fictie

Sluit luxaflex en gordijnen, kom niet bij de deuren en lees

recensie: Hanna Bervoets - Alles wat er was

De derde roman van Hanna Bervoets past perfect in de lijn der verwachting. Net als Of hoe waarom en Lieve Céline is het een gek boek, ambitieus en volstrekt origineel. In Alles wat er was gaat Bervoets weer net een stapje verder.

Voor het eerst voert ze een tamelijk normale hoofdpersoon ten tonele. Dit keer geen personage met onberekenbare moordzucht of obsessie voor Céline Dion, maar een stabiele, weldenkende vrouw. In Alles wat er was zijn de omstandigheden echter zo uitzonderlijk, dat het geheel alsnog behoorlijk uit de hand loopt. Het einde van de mensheid lijkt nabij.

Dikke mist
Acht mensen bevinden zich in een schoolgebouw voor de opnames van een tv-programma, als ‘de knal’ klinkt. Buiten is er dikke mist. De instructies zijn: sluit deuren en ramen, plak de afvoer van ventilatie of openingen af en volg de instructies tot nadere instructies. Als deze uitblijven en iedereen die naar buiten gaat niet terug blijkt te keren, ontstaat ‘de nieuwe situatie’. Een groep mensen die wacht, die langzaam uitdunt en zich in leven houdt met steeds minder voedsel en vertrouwen.

Een grote opzet, maar deze omstandigheden dienen vooral als decor voor de onderlinge verhoudingen. Merel, de verteller en degene die aantekeningen maakt, plaatst zichzelf voortdurend buiten die verhoudingen. Ze observeert vooral en is nuchter en afstandelijk. In de oude situatie was ze tv-redactrice bij een wetenschapsprogramma. Haar benadering van genegenheid is dan ook hoofdzakelijk academisch: 

Ik weet ook wel: het heeft alles met die oxytocine in mijn bloed te maken. Maar misschien zit het ‘m ook in de aanblik van het falen. De aanblik van hulpeloosheid ervaren we vaak als affectie.

Dat ze er geen rekening mee had gehouden in ‘de nieuwe situatie’ in een gecompliceerde driehoeksverhouding te belanden, is begrijpelijk. Wie leeft op tien en een halve rijstkorrel per dag, heeft geen puf voor liefdesbrieven. Wel voor seks, want daar wordt ze warm van. Passages waarin Merel zich bezighoudt met haar erotische fantasieën of de vorm van haar billen roepen wel steeds de vraag op: is dit hoe mensen zouden reageren?

Eenvoudig en poëtisch
Hoewel Merels nuchterheid lang standhoudt, krijgen dromen en wanen uiteindelijk ook bij haar de overhand. Toch blijven angst en paniek – mijn eerste ingevingen in een dergelijke situatie – vrijwel afwezig. Bij andere personages (gelukkig) niet, wat leidt tot interessante verschillen en confrontaties. Behalve een gewaagd sociaal experiment, levert de nieuwe situatie ook ruimte op om te reflecteren op het dagelijks leven voor de knal. Dit doet Merel graag, voornamelijk om de verschijnselen social media en bekende Nederlanders te duiden. Deze stukken zijn echter veel minder goed gelukt; te flauw en oppervlakkig om enige indruk te maken.

Toch staan er vooral veel mooie scènes en rake zinnen in Alles wat er was. Het hoofd van Merel is een prettige plek om vanuit waar te nemen. De stijl van Hanna Bervoets is eenvoudig maar poëtisch. De oude situatie was een tijd waarin vakantie een plek was ‘waar je niet woont maar waar ze wel handdoeken hebben’. En tot slot deze, de mooiste typering van ons dagelijks leven: ‘De toekomst [was] de beste remedie tegen het heden, op sudoku’s na.’

Film / Achtergrond
special: Deel 2

IFFR 2013

.

In het tweede deel van ons verslag van het IFFR 2013 kijken we naar een in winters Canada gestrande Ivoriaan, een mistige partizanenstrijd en de nieuwste van de Mexicaanse meester Carlos Reygadas, een niemendalletje van veelfilmer Miike Takashi, een misdaadfilm van Johnny To die zich voor het eerst niet in Hongkong afspeelt, nazizombies in found foutage, en een documentaire bestaande uit archiefbeelden en geluidsmateriaal met Nixon als middelpunt.


DEEL 1 | DEEL 2 | DEEL 3 | DEEL 4 | DEEL 5 | DEEL 6 | DEEL 7 | DEEL 8: het laatste oordeel

Inhoud: Diego Star | In the Fog | Post tenebras lux | For Love’s Sake | Drug War | Frankenstein’s Army | Our Nixon

Winters scheepsonrecht

~

De wereld is vergeven van mensen die het slecht getroffen. Ze hebben nauwelijks te eten, geen dak boven hun hoofd of hen is op een andere wijze groot onrecht aangedaan. Soms gebeurt het ze allemaal. Over die mensen worden films gemaakt. Geen Hollywood en feelgoodfilms, maar festival- en arthousefilms. En die films worden dan bekeken door mensen die al die ellende niet overkomt. Via het medium film worden ze op de hoogte gebracht van en herinnerd aan de misère van anderen. Een constructie die al jaren kan bestaan omdat dit filmpubliek op enigszins perverse wijze nou eenmaal geniet van dit schouwspel.

Diego Star is in die zin niet anders dan andere van dit soort films. Het onrecht komt hier in de vorm van de rechteloze staat waarin zeelui, vaak uit alle hoeken van de wereld, verkeren tijdens hun werk op vrachtschepen. Om er een te quoten: ‘een vorm van slavernij waarbij je af en toe betaald wordt’. Als de machine van het schip Diego Star vastloopt met een ongeluk als gevolg, en de zeelui de schuld ervan dreigen te krijgen, pikt de Ivoriaanse second engineer Traoré (Issaka Sawadogo, vorig jaar erg sterk in The Invader) het niet langer. Hij waarschuwde al vele malen dat er nieuwe onderdelen voor het oude schip moeten komen, maar hij krijgt geen voet aan de grond bij zijn meerderen. Als enige trekt hij zijn mond open als er een onderzoek naar het ongeluk wordt gestart. Zijn collegas nemen hem dat echter niet in dank af omdat ze eindelijk op het punt staan hun achterstallig loon te krijgen. Met groeiende wanhoop probeert Traoré zijn gelijk te halen in een sneeuwlandschap dat qua vijandigheid lijkt te collaboreren met zijn opponenten. Hij woont inmiddels bij de jonge alleenstaande moeder Fanny (Chloé Bourgeois) met wie hij een vertrouwensband heeft opgebouwd. Als de cheques voor zijn kost- en inwoning van de scheepsmaatschappij niet meer komen door Traoré’s standpunt, komt ze in een spagaat terecht. Ook al betreedt Diego Star geen nieuwe paden, de manier waarop Sawadogo de getergde Traoré vertolkt en waarop Bourgeois probeert haar leven op de rails te houden, en door de fragiele band die tussen hen ontstaat, weet de film de aandacht goed vast te houden. (Erik Kersten)

 

Schemergebied

~

Twee jaar geleden maakte de van oorsprong documentairemaker Sergei Loznitsa op het IFFR indruk met My Joy. Een fascinatie voor het plattelandsleven in de voormalige Sovjet-Unie, voor de vaak harde menselijke interactie daarin en voor de Tweede Wereldoorlog waren hierin al zichtbaar. Ook stilistisch ligt In the Fog in het verlengde van Loznitsa’s debuut. De lange shots zijn wederom met vaste hand door de Roemeense cameraman Oleg Mutu (4 maanden, 3 weken en 2 dagen) vastgelegd, Loznitsa neemt de tijd om het verhaal uit de doeken te doen, er staat geen muziek op de soundtrack, maar er is wel degelijk een immer aanwezige onderhuidse spanning. En net als in My Joy zijn er weer enkele subtiele sprongen in de tijd.

In In the Fog wordt spoorwegmedewerker Sushenya op een avond thuis meegenomen door twee Wit-Russische partizanen. Zonder verzet gaat hij mee, ondanks dat hij weet dat de misdaad waarvan hij beschuldigt wordt – collaboratie met de Duitse bezetter – zijn dood betekent. Zijn executie loopt in het honderd en wat volgt is een lange trek door de bossen van de drie mannen, afgewisseld met flashbacks waarin we meer over hen te weten komen en de reden waarom Sushenya werd opgepikt. Dat in oorlogstijd vele grijstinten de boventoon voeren boven zwart-witte is niet nieuw; de subtiele wijze waarop In the Fog (de titel verwijst niet alleen naar de uitdrukking ‘fog of war’, maar kunnen we ook letterlijk nemen) dit gegeven uitwerkt maakt indruk. (Marcel Westhoff)

 

Natuur in alle dimensies


~

De nieuwe film van Carlos Reygadas (Batalla en el cielo, Stellet Licht) wordt verteld in tableaus die wisselen tussen surrealistische voorstellingen en een familiedrama. De film (die in Cannes de prijs voor beste regie won) ontvouwt zich in een gestaag tempo, als kabbelend water of krekelgeluiden op een zwoele zomernamiddag. Reygadas weet de natuur voortdurend dichtbij te houden, in hetonheilspellende onweer, de gestaag vallende regen, de ruisende wind, het geluid van de krekels, enzovoort. De ene keer beeldend, de andere keer auditief. De natuurelementen geven een extra dimensie aan de film, alsof ze zeggen dat we niet ontkomen aan onze eigen natuur. Dit wordt beeldend vertolkt in herinneringen, verlangens, driften, hoop, angsten, gevoelens, dromen. Zo lijkt elke scène op zichzelf te staan en met een ingewikkelde logica tot een groter geheel te behoren. (Ralph Evers)

 

Liefde en liedjes


~

‘Goh,’ moet Miike Takashi op een dag gedacht hebben, ‘welk genre zal ik nu eens aan m’n uitgebreide en veelzijdige oeuvre toevoegen? Wellicht een muzikaal niemendalletje?’ En zo zag For Love’s Sake wellicht het daglicht. Een verhaal over liefde en klasseverschillen, gelardeerd met cliché popliedjes, lullige dansjes die een belediging voor het woord choreografie zijn, en de nodige geweldsuitbarstingen die het cartooneske niet overschrijden. Er zijn leuke momenten en grappige personages, maar het is allemaal zo over de top en waar mogelijk in zuurstokkleuren gedrenkt dat het bijna niet anders kan zijn dan een grote knipoog danwel grap van Miike. Wat wel duidelijk wordt is dat de Japanse veelfilmer een talent heeft voor het casten en regisseren van jongeren. Dat bleek al eerder uit onder andere Crows Zero en is ook zichtbaar in zijn andere film die draait op het IFFR: Lesson of the Evil. (Marcel Westhoff)

 

Chinese drugs


~

De Hongkongse filmmaker Johnny To, bekend om zijn misdaad- en actiefilms, stond vijf jaar geleden in het voetlicht op het IFFR. Dit jaar is hij weer op het festival aanwezig met Drug War. De film markeert tevens een mijlpaal in z’n oeuvre: het is zijn eerste misdaadfilm die zich niet in thuisbasis Hongkong afspeelt, maar op het vasteland van China. Met behulp van een net opgepakte drugbaas tracht de politie een drugsyndicaat te infiltreren en op te rollen. Hiertoe geven ze zich uit als een van de betrokken partijen.

Drug War zit vol verwikkelingen en personages en wordt met veel vaart verteld. Het is nergens vernieuwend of baanbrekend, maar aan de hand van een ervaren en zelfverzekerde filmmaker als To levert het een enerverende, spannende film op. Het ‘Hongkonggevoel’ is een opvallende afwezige, maar het hedendaagse China met z’n tolwegen, snelheidstreinen, moderne hotels en uitgebreide havens zorgt voor goede en afwisselende locaties. De nadruk ligt hierbij minder op de actie en meer op de vermakelijke verwikkelingen en kat-en-muis-spelletjes tussen politie en misdadigers. (Marcel Westhoff)

 

Het kindje is een gedrocht


~

Jarenlang is Richard Raaphorst bezig geweest om een speelfilm van de grond te krijgen waarin nazizombies een hoofdrol vertolken. Bijna tien jaar nadat de eerste opnames aanvingen van wat de speelfilm Worst Case Scenario had moeten worden, gaat nu Frankenstein’s Army in premiere. Het verhaal is in de loop der tijd veranderd, maar ondode Duitse soldaten spelen nog immer een sleutelrol. In Frankenstein’s Army stuit een verkenningseenheid van het Rode Leger op een project van een nazaat van de beroemde vleesknutselaar.

Het is altijd pijnlijk te constateren dat iemands kindje niet is geworden waarop gehoopt werd. Raaphorsts achtergrond als art director is weliswaar duidelijk zichtbaar met tot in de details fantastisch uitziende sets, sterke locaties en inventieve moordlustige zombies. De vorm waarin het verhaal is gegoten maakt echter minder indruk. Found footage blijkt in al z’n ogenschijnlijke eenvoud weer eens bedrieglijk lastig in uitvoering. Een beweeglijke camera zorgt niet direct voor spanning, en een groot gebrek hieraan of zelfs maar effectieve schrikmomenten is voor dit type horror nu eenmaal dodelijk. Er zijn wat pogingen gedaan enkele historische interessante lijntjes uit te werpen (er is een Poolse soldaat aanwezig en de cameraman blijkt Joods), maar deze worden niet sterk uitgewerkt en het bedenkelijke niveau van de cast wordt er niet beter op met de clichéteksten die ze moeten uitspreken. (Marcel Westhoff)

 

Achter de schermen


~

Toen de autoriteiten een eindeloze hoeveelheid materiaal in beslag namen in het onderzoek naar de Watergate-affaire in de jaren zeventig, zaten er ook 204 Super 8-filmpjes (zo’n 10 uur materiaal) tussen, gemaakt tijdens Nixons presidentschap (1969-1974). Van grote waarde voor de autoriteiten of latere onderzoekers bleken de amateurfilmpjes niet, maar dat er tot nu toe helemaal niets mee werd ondernomen blijft opmerkelijk. De Amerikaanse Penny Lane en haar editor Brian Frye zagen er echter wel wat in en het resultaat is (mede dankzij financiering met behulp van Kickstarter) Our Nixon.

Dat de beelden niet echt baanbrekend zijn blijkt uit de documentaire, waarbij Nixon, ondanks dat hij op de beelden niet heel veel te zien is, toch dominant aanwezig is. Wat we veelal zien zijn schokkerige beelden waarin meer aandacht is voor alledaagse zaken (zoals de eekhoorns rond het Witte Huis) of details van belangrijkere zaken (zo wordt ingezoomd op de uitwerpselen die een paard tijdens een plechtig staatsbezoek achterliet). Ook maakten de drie filmers graag plaatjes van elkaar. Die makers waren H.R. Haldeman, John Ehrlichman and Dwight Chapin, naaste medewerkers van Nixon die behalve een liefde voor het filmen een ding gemeen hadden: alle drie draaiden ze naar aanleiding van Watergate de bak in.

De selectie van de beelden moet een heel karwei zijn geweest, en de zoektocht naar geschikte geluidsfragmenten om onder de stille beelden te zetten dwingt zo mogelijk nog meer respect af. Dat de beelden alleen niet voldoende waren is door de makers goed ingeschat. Pas in combinatie met twee andere typen archiefmateriaal krijgt het materiaal vorm: oude interviews met de drie filmers en gesprekken die heimelijk op tape tijdens Nixons presidentschap zijn opgenomen. Dat dit type geluidsopnamen een schat aan materiaal bevat bewezen documentaires als The Fog of War en The Most Dangerous Man in America al eerder. (Marcel Westhoff)