De Rietveld Academie heeft veertien bachelor afdelingen waaronder Fine Arts, Ceramics, Image and Language en DOGtime Unstable Media. Verdeeld over drie gebouwen stond de tentoonstelling veelal in het teken van grote hedendaagse thema’s: activisme, seksualiteit, afkeer van de oorlog in Oekraïne, klimaat, immigratie en de macht van technologie. Dit jaar studeerden 168 studenten af, waarbij de Fine Arts afdeling met de meeste afstudeerders kwam, namelijk 36. De uitgekozen kunstenaars komen van VAV – moving image, Fine Arts en Graphic Design.
Het werk van Talisa Harjono gaat over grenzen en waar deze eindigen. In plaats van het horizontale karakter dat ze vaak hebben (zoals landsgrenzen), zocht ze in haar onderzoek de verticaliteit op. Hoe ver kon ze recht omhoog gaan, en hoe ver recht naar beneden? Haar project bestaat uit video’s, een installatie en sculpturen. Met behulp van een weerballon stuurde ze haar 3D geprinte paspoort en een stemrecorder, met twee uur aan eigen ingesproken materiaal, de lucht in. Op het punt waar de weerballon vervolgens neerkwam groef ze drie uur lang een gat. Van de aarde maakte ze een sculptuur.
Harjano zoekt het eindpunt op van haar gekozen grenzen: zowel de grens van de atmosfeer als de grens van de menselijke inspanning. Je kunt hier veel in lezen: de vluchtelingen- en immigratieproblematiek maar ook de limiet van onze planeet en daarmee dus de klimaatkwestie. Ondanks dat ze haar opgezochte grenzen bereikte, weet Harjono het antwoord niet op de problemen die ze aansnijdt: ‘Ik stuurde mijn stem naar de ruimte maar wist niet wat ik moest zeggen.’ Soms moet je een probleem eerst aankaarten wil je tot een oplossing komen.
Met behulp van humor gaat Fernanda Barhumi Martínez op zoek naar waarheden in woordontleding. Haar werk lijkt op het eerste gezicht op tegelwijsheden die iets weg hebben van het Amerikaanse gezegde There’s no ‘i’ in ‘team’. De titel van haar serie (Spells) zinspeelt ook op het feit dat het spreuken zijn. Soms zijn ze lichtvoetig als You can’t spell families without lies of You can’t spell ghost without host, maar geregeld ook minder speels. De zinnen You can’t spell device without vice of You can’t spell pharmacy without harm zijn goed gevonden en zeggen meer dan de vaak nietszeggendheid van gangbare tegelwijsheden. Er is wel een risico: ook al werkt humor goed, het is erg subjectief en sommige zinnen neigen naar flauwiteiten – You can’t spell thug without hug, You can’t spell blame without lame. Maar misschien is dit juist goed, niet alle kunst hoeft moeilijk te doorgronden te zijn, niet alle kunst hoeft de toeschouwer in het duister te laten over de beweegredenen. Je kunt woordspelingen niet spellen zonder spel.
Anna Tamm vindt het narratief interessant. Ieder element van haar installatie The Clock Struck Midnight and they Were Never to be Seen Again vertelt een verhaal: een stoel met afgeknipt haar eromheen, borden en schaaltjes met voedselresten (op lage temperatuur gebakken en daarmee tot keramiek gemaakt) en bordscherven op de grond. Allemaal elementen die je nagenoeg als een kort verhaal kunt lezen: de knipbeurt voor een feest, een gezellig afgerond diner en fricties die uitmondden in een schreeuwende confrontatie. Tamm is erg sterk in de kracht van suggestie.
Een diner met vrienden was het startpunt van haar afstudeeronderzoek. De schoonheid die ze in het gebruikte eetgerei zag, kon ze niet vasthouden – een foto zei niet hetzelfde volgens haar. Tamm wilde die schoonheid terughalen en in een vaste, tastbare vorm gieten. Het resultaat is een sterke presentatie die naar meer doet verlangen.
Het werk van Jooyoung Lee gaat over herinneren. Ze heeft objecten als een bureaustoel, een waterkoker en een gevulde koelkast nagemaakt met niet meer dan haar geheugen. In haar werkomschrijving zegt ze dat sommige herinneringen door mist omgeven zijn. Dit laat ze zien in de semi-transparantie van het materiaal en dat sommige objecten niet helemaal duidelijk te herkennen zijn. Haar werk heeft iets weg van de vervelling van een slang en dit maakt het tot een gematerialiseerde herinnering; tastbaar en zichtbaar als de jaarringen van een boom.
Eén kritiekpuntje was er wel: haar werk heeft veel overeenkomsten met de kunst van haar landgenoot Do Ho Suh. Die heeft bijvoorbeeld het appartement waar hij lang in woonde en zijn ouderlijk huis op ware grootte nagemaakt in levensgrote installaties van stof. Zijn wasmachines, bedden, stoelen en wastafels hebben hetzelfde karakter als Lee’s kunst. Toch wordt haar werk er niet minder op, want het is een mooie serie die niet verveelt.
Vinicius Cardoso Witte vraagt zich af wat onze identiteit betekent. Wie heeft de macht erover, waar ligt de grens van privacy en hoe lang blijven onze data beschikbaar? Brieven met visa-aanvragen, paspoorten, identiteitskaarten en bedrijfspassen heeft hij in brons gegoten en daarmee een onuitwisbaar karakter gegeven. Hij stelt de houdbaarheid van onze data aan de kaak. Wij hebben een identiteit maar in hoeverre is deze echt van het ons? Overheden en bedrijven hebben veel informatie over ons allemaal, zoals onze naam, onze foto en onze geboortedatum. Maar kunnen wij degene met deze macht wel vertrouwen dat zij goed met deze gegevens omgaan? Want wat als er ergens een kink in de kabel komt? Waarschijnlijk heet zijn werk daarom ook It’s me, I promise. Alsof je bewijs moet leveren dat jouw identiteit echt van jou is. Serieus, ik ben het echt, geloof me.
De afstudeertentoonstelling was te zien van 6 t/m 10 juli 2022.
Link: https://rietveldacademie.nl/nl/page/1825/graduation-show
Toppunten van poëzie
Jean Pierre Rawie geniet door eigen werk en vertalingen een bovengemiddelde roem, en de dertig vertalingen in Een luchtbel in een vluchtige rivier verdienen het daaraan bij te dragen. De meeste van die vertalingen vormden eerder het slot van zijn bundels met eigen gedichten.
In chronologie wordt geopend met de 13e-eeuwse Siciliaan Giacomo da Lentini (mogelijk de eerste die aan het hof van keizer Frederik II het sonnet beoefende) en geëindigd met William Yeats. In het tijdsverloop ontvouwen zich zowel in de gedichten als in Rawie’s commentaar mooie lijntjes van een literatuurhistorische schets. De meeste gedichten hebben een Latijnse brontaal en stammen uit de Europese barok, waarmee Rawie zich het meest verwant voelt. Wat eraan voorafgaat boeit in zijn eenvoud wat minder, maar de renaissance maakt veel goed. Het sonnet op zich loopt gevaar door zijn aan versmaat en rijmschema gebonden vorm min of meer gekunsteld of verwrongen te zijn. Maar juist in het keurslijf kunnen gevoelens ieders hart bereiken als ze met uiterste creativiteit geformuleerd worden.
Puzzeltje
De meeste (nogal anekdotische) poëzie van onze tijd zijn we gewend zonder al teveel moeite te lezen – hermetisme is algemeen uit den boze, wat zich uitkeert in nogal wat anekdotisme. Het is even wennen aan het taaleigen van de vertalingen die Rawie opdient. Je leest eraan af dat er flink en met veel talent aan gewerkt is. De zinsgrammatica lijkt hier en daar een puzzeltje waarbij je je even moet afvragen waar een voornaamwoord betrekking op heeft en wie of wat bij een persoonsvorm hoort. Maar je wordt al snel beloond met een bijscholing nauwkeurig lezen. De gedichten openen zich steeds gewilliger.
Wat ook helpt is het beknopte commentaar van Rawie na ieder gedicht. Zijn weldadig zorgvuldige schrijfstijl is niet héél alledaags, wat op een natuurlijke manier aansluit bij de gedichten. Ook raak je vertrouwd met de weinig uiteenlopende thema’s die de gedichten bestrijken. Die raken nogal wat treurigheid aangaande het bestaan en dat is niet helemaal meer van onze wat luchthartiger tijd. Veel memento mori ook. Maar die treurigheid, alleen al om het verspillend voorbij laten gaan van de tijd van leven, is min of meer van alle tijden en kan op zijn minst worden nagevoeld.
Smart
Rawie geeft ‘een ietwat overtrokken, puberale indruk’ toe die soms gemaakt wordt. ‘Er wordt een geweldige smart onder woorden gebracht, die op het eind slechts veroorzaakt blijkt te worden door de afwezigheid der geliefde’ die nota bene zijn gevoelens wél beantwoordde. Ach, zegt hij ook, ‘reeds de Ouden wisten dat er in poëzie zelden iets nieuws gezegd wordt, maar hetzelfde telkens nieuw verwoord moet worden.’
Hier de mooie terzinen uit het sonnet ‘De zon vlucht voor de zon’ van de 17e-eeuwse Spanjaard Gabriel Bocángel:
que tiene por monarca un accidente… Voor het metrum boft Rawie dat in zijn taal toeval door toevalligheid vervangen kan worden. Of is dat toch iets minder toeval? Al lezend ga je sommige keuzes afwegen en begrijpen.
Overdrijving
Wel heel erg zum Tode betrübt vindt Rawie graaf Conde de Villamediana. Diens sonnet loopt over van smartelijkheden die de graaf zogenaamd overkwamen. Want hij had veel lol in zwaardvechten, bedreef als biseksueel liefde te over en had vrij toegang tot het koninklijk hof, zoals wel meer van zijn ‘lotgenoten’. Het niet zonder overdrijving en toch aangrijpend bezingen van treurigheid leek volgens afspraak tot het genre van de poëzie te moeten horen. Dat is later voor veel gedichten in mindere mate steeds op blijven gaan.
Het laat zich niet moeilijk raden waarom Rawie voor zijn bundel als titel Een luchtbel in een vluchtige rivier geciteerd heeft. Het water van de tijd neemt zo’n snelle vlucht dat het de adem zou benemen als een op zich luttele luchtbel niet voor verdrinking zou behoeden.
Een luchtbel in een vluchtige rivier
Schrijver: Jean Pierre Rawie (2021, in herdruk)Uitgever: Uitgeverij Prometheus
Prijs: €21,99
Bladzijden: 224
ISBN: 9789044647440
Misschien ook iets voor u
Eindexamenexpositie Rietveld Academie
Ieder jaar wordt er reikhalzend uitgekeken naar de eindexamenexposities van de kunstacademies. Welke afstudeerders kun je als nieuw talent zien en welk werk is uitzonderlijk goed? Bij de afstudeertentoonstelling van de Rietveld Academie Amsterdam was er veel interessante kunst te zien die allemaal de spotlight verdient. Toch is het zinvol om een selectie te maken. Hier zijn vijf kunstenaars die je de komende jaren in de gaten moet houden.
De Rietveld Academie heeft veertien bachelor afdelingen waaronder Fine Arts, Ceramics, Image and Language en DOGtime Unstable Media. Verdeeld over drie gebouwen stond de tentoonstelling veelal in het teken van grote hedendaagse thema’s: activisme, seksualiteit, afkeer van de oorlog in Oekraïne, klimaat, immigratie en de macht van technologie. Dit jaar studeerden 168 studenten af, waarbij de Fine Arts afdeling met de meeste afstudeerders kwam, namelijk 36. De uitgekozen kunstenaars komen van VAV – moving image, Fine Arts en Graphic Design.
Het werk van Talisa Harjono gaat over grenzen en waar deze eindigen. In plaats van het horizontale karakter dat ze vaak hebben (zoals landsgrenzen), zocht ze in haar onderzoek de verticaliteit op. Hoe ver kon ze recht omhoog gaan, en hoe ver recht naar beneden? Haar project bestaat uit video’s, een installatie en sculpturen. Met behulp van een weerballon stuurde ze haar 3D geprinte paspoort en een stemrecorder, met twee uur aan eigen ingesproken materiaal, de lucht in. Op het punt waar de weerballon vervolgens neerkwam groef ze drie uur lang een gat. Van de aarde maakte ze een sculptuur.
Harjano zoekt het eindpunt op van haar gekozen grenzen: zowel de grens van de atmosfeer als de grens van de menselijke inspanning. Je kunt hier veel in lezen: de vluchtelingen- en immigratieproblematiek maar ook de limiet van onze planeet en daarmee dus de klimaatkwestie. Ondanks dat ze haar opgezochte grenzen bereikte, weet Harjono het antwoord niet op de problemen die ze aansnijdt: ‘Ik stuurde mijn stem naar de ruimte maar wist niet wat ik moest zeggen.’ Soms moet je een probleem eerst aankaarten wil je tot een oplossing komen.
Met behulp van humor gaat Fernanda Barhumi Martínez op zoek naar waarheden in woordontleding. Haar werk lijkt op het eerste gezicht op tegelwijsheden die iets weg hebben van het Amerikaanse gezegde There’s no ‘i’ in ‘team’. De titel van haar serie (Spells) zinspeelt ook op het feit dat het spreuken zijn. Soms zijn ze lichtvoetig als You can’t spell families without lies of You can’t spell ghost without host, maar geregeld ook minder speels. De zinnen You can’t spell device without vice of You can’t spell pharmacy without harm zijn goed gevonden en zeggen meer dan de vaak nietszeggendheid van gangbare tegelwijsheden. Er is wel een risico: ook al werkt humor goed, het is erg subjectief en sommige zinnen neigen naar flauwiteiten – You can’t spell thug without hug, You can’t spell blame without lame. Maar misschien is dit juist goed, niet alle kunst hoeft moeilijk te doorgronden te zijn, niet alle kunst hoeft de toeschouwer in het duister te laten over de beweegredenen. Je kunt woordspelingen niet spellen zonder spel.
Anna Tamm vindt het narratief interessant. Ieder element van haar installatie The Clock Struck Midnight and they Were Never to be Seen Again vertelt een verhaal: een stoel met afgeknipt haar eromheen, borden en schaaltjes met voedselresten (op lage temperatuur gebakken en daarmee tot keramiek gemaakt) en bordscherven op de grond. Allemaal elementen die je nagenoeg als een kort verhaal kunt lezen: de knipbeurt voor een feest, een gezellig afgerond diner en fricties die uitmondden in een schreeuwende confrontatie. Tamm is erg sterk in de kracht van suggestie.
Een diner met vrienden was het startpunt van haar afstudeeronderzoek. De schoonheid die ze in het gebruikte eetgerei zag, kon ze niet vasthouden – een foto zei niet hetzelfde volgens haar. Tamm wilde die schoonheid terughalen en in een vaste, tastbare vorm gieten. Het resultaat is een sterke presentatie die naar meer doet verlangen.
Het werk van Jooyoung Lee gaat over herinneren. Ze heeft objecten als een bureaustoel, een waterkoker en een gevulde koelkast nagemaakt met niet meer dan haar geheugen. In haar werkomschrijving zegt ze dat sommige herinneringen door mist omgeven zijn. Dit laat ze zien in de semi-transparantie van het materiaal en dat sommige objecten niet helemaal duidelijk te herkennen zijn. Haar werk heeft iets weg van de vervelling van een slang en dit maakt het tot een gematerialiseerde herinnering; tastbaar en zichtbaar als de jaarringen van een boom.
Eén kritiekpuntje was er wel: haar werk heeft veel overeenkomsten met de kunst van haar landgenoot Do Ho Suh. Die heeft bijvoorbeeld het appartement waar hij lang in woonde en zijn ouderlijk huis op ware grootte nagemaakt in levensgrote installaties van stof. Zijn wasmachines, bedden, stoelen en wastafels hebben hetzelfde karakter als Lee’s kunst. Toch wordt haar werk er niet minder op, want het is een mooie serie die niet verveelt.
Vinicius Cardoso Witte vraagt zich af wat onze identiteit betekent. Wie heeft de macht erover, waar ligt de grens van privacy en hoe lang blijven onze data beschikbaar? Brieven met visa-aanvragen, paspoorten, identiteitskaarten en bedrijfspassen heeft hij in brons gegoten en daarmee een onuitwisbaar karakter gegeven. Hij stelt de houdbaarheid van onze data aan de kaak. Wij hebben een identiteit maar in hoeverre is deze echt van het ons? Overheden en bedrijven hebben veel informatie over ons allemaal, zoals onze naam, onze foto en onze geboortedatum. Maar kunnen wij degene met deze macht wel vertrouwen dat zij goed met deze gegevens omgaan? Want wat als er ergens een kink in de kabel komt? Waarschijnlijk heet zijn werk daarom ook It’s me, I promise. Alsof je bewijs moet leveren dat jouw identiteit echt van jou is. Serieus, ik ben het echt, geloof me.
De afstudeertentoonstelling was te zien van 6 t/m 10 juli 2022.
Link: https://rietveldacademie.nl/nl/page/1825/graduation-show
Vijf afstudeerders om in de gaten te houden
Gezien in: Nederland, AmsterdamMisschien ook iets voor u
Queen en Adam Lambert zijn niet te stoppen!
Dat Queen na jaren nog steeds ongekend populair is bewijst de grote wachtrij buiten het Sportpaleis in Antwerpen. Al ruim voor 18:00u wanneer de deuren open gaan voegen fans zich toe aan deze rij, in afwachting van het langverwachte concert dat door COVID-19 al meerdere keren uitgesteld is.
Een overweldigend welkom
Bij binnenkomst werd het publiek meteen al geconfronteerd met een uitbundig versierd podium waarop een groot goudkleurig wandstuk klaarstond. Na twee uur wachten gingen de lichten in de zaal uit en klonken de instrumentale klanken van “Innuendo” door de boxen. Het hele publiek viel gauw stil en keek vol verwachting naar het podium waar het wandstuk langzaam omhoog werd gehesen en een nog uitgebreider decor onthulde. Het Sportpaleis leek omgetoverd te zijn tot een klassieke operazaal, maar tijd om dit uitgebreid te bewonderen was er niet want in het midden verscheen een projectie van zanger Adam Lambert terwijl het nummer “Now I’m Here” in werd gezet. Telkens als er ‘and now I am here’ of ‘and now I am there’ werd gezongen verscheen de projectie van de zanger op een andere plek. Het barstte helemaal los zodra de volledige band zich bij het nummer voegde en ook de originele Queen-leden Brian May en Roger Taylor tevoorschijn kwamen. Veel tijd om bij te komen van deze hevige start was er niet, want de band zette gauw voort met het energieke nummer “Hammer To Fall”.
Vervolgens was het tijd voor iets meer rust en voor mijn persoonlijke favoriet, het nummer “Somebody To Love”. Het decor werd iets rustiger en Adam Lambert liet goed horen wat voor vocaal geweld hij in huis heeft. Na een prachtige uithaal wees Adam demonstratief naar het drumstel en werd het vervolgstuk van het nummer ingezet waar het publiek gezamenlijk mee zong met de repeterende tekst ‘find him somebody to love’, een waar kippenvelmoment.
Het Sportpaleis werd getrakteerd op een ware greatest hits concert van de band, wat duidelijk gewaardeerd werd door meerdere generaties Queen-fans. Mensen van alle leeftijden waren aanwezig, allemaal om te kijken naar hun grote muzikale helden. Adam Lambert is zich hier goed bewust van en vertelt in een speech na het nummer “Killer Queen” hoe vereert hij is dat hij al jaren met Brian May en Roger Taylor op tour mag om de nalatenschap van deze grote rock ’n roll helden te eren. De extravagant geklede zanger doet dit op geheel eigen wijze, het is een waar eerbetoon aan wijlen Freddie Mercury zonder dat hij deze zanger te veel na probeert te doen.
Gouden setlist
Na het energieke “Don’t Stop Me Now” verdwijnt Adam van het podium en wordt de set vervolgd met het door drummer Roger Taylor gezongen “I’m In Love With My Car”. Al gauw wordt duidelijk waarom Adam van het podium was verdwenen, als hij via een ondergrondse lift in een nieuwe glitterende outfit op een glanzende motor op het podium verschijnt tijdens het nummer “Bicycle Race”. Dit was de aankondiging van het duidelijk dansbare deel van de setlist als het nummer wordt gevolgd door hits als “Fat Bottomed Girls” en “Another One Bites The Dust”.
Vervolgens verdwijnt Adam weer van het podium en wordt Brian May naar voren geschoven. Met enkel een spotlight op hem en een akoestische gitaar in zijn hand begint hij met het nummer “Love Of My Life” aan een eerbetoon voor Freddy Mercury. Het publiek steekt allemaal lichten de lucht in en zwaait mee tijdens het gehele nummer, zeker toen Brian aangaf dat hij fan is van al die lichten in de zaal. Dit emotionele moment leidde voor menig concertganger tot daadwerkelijke tranen toen bewegende beelden van Freddy in zijn welbekende gele jas op de schermen werden geprojecteerd. Na het eerbetoon bleef de spotlight op Brian staan toen hij vervolgde met het nummer “39”. Aan het einde van het nummer werd het drumstel van Roger Taylor naar voren geschoven en deelden de twee rockiconen samen die schijnwerper tijdens het door Roger gezongen nummer “These Are The Days of Our Lives”.
Met weer een outfitwissel van Adam en een decorwissel was het weer tijd voor nummers met een hoger tempo zoals “Crazy Little Thing Called Love”, “Under Pressure” en “A Kind Of Magic”, waar weer enthousiast op werd gedanst en op mee werd gezongen door het volledige publiek van het Sportpaleis. Goed getimed kwam er aansluitend aan “I Want It All”, dat begeleid werd met een indrukwekkende lasershow, weer een rustmoment voor zowel de band als het publiek toen Brian May zijn status als gitaarvirtuoos weer bewees tijdens een minutenlange solo.
Na de verkorte versies van “Tie Your Mother Down” en “Radio Gaga” werd de setlist afgesloten met Top2000-favoriet “Bohemian Rhapsody”. Het decor werd weer omgetoverd naar het operadecor van het begin en de volle band pakte hun moment om nog eens flink te knallen. Maar zo’n concert is natuurlijk niet echt compleet zonder een encore, wat ingeluid werd door verscheidene projecties van Freddy Mercury terwijl zijn welbekende ay-oh’s door de speakers klonken en werden nagezongen door het publiek. Vervolgens verscheen de volledige band weer op het podium voor “We Will Rock You” en voor “We Are The Champions”, waar Adam’s over-de-top outfit weer werd afgemaakt door een grootse kroon.
Voor jong en oud
Een avond Queen staat gelijk aan een spektakel voor alle zintuigen. De beroemde hits worden (nog steeds) uitmuntend uitgevoerd en worden vergezeld door goed doordachte decorstukken en lichtshows. Voor de kenners zijn er herkenbare visuals van de verschillende albums te herkennen tijdens de nummers. Zo werden de vrolijkgekleurde illustraties van de albumhoes van A Kind Of Magic tijdens het titelnummer geprojecteerd op de schermen boven het podium en sloot het stenen standbeeld van de albumhoes van News Of The World symbolisch de gordijnen van het podium na het nummer “We Are The Champions”.
Of je nu al jaren fan bent van Queen of aangestoken bent door de hype rondom de film Bohemian Rhapsody (2018), Queen + Adam Lambert live in concert zien is een must voor iedereen!
Misschien ook iets voor u
Serieus mens, serieus spel
Wie de schilderijen van Henk Helmantel wil bewonderen, kan een groot deel van het jaar terecht in zijn eigen museum in het Groningse Westeremden. Het mooie dorpje is helaas wel eens in het nieuws als epicentrum van een aardbeving. Elders in het land worden ook regelmatig exposities van zijn werk georganiseerd. Zoals nu in Museum Veenendaal.
Rechts glijdt een strook Groninger boerenland voorbij. De tijd dat ‘olle kerels’ hier op een brommer langs ’s Heeren wegen tuften, ligt toch gauw een halve eeuw achter ons. Maar het valt niet te ontkennen, we zitten met de camera even achterop bij een stevig ingepakte Henk Helmantel. Wanneer hij vanaf de zijkant wordt gefilmd, kunnen we meer details onderscheiden. GTS 50 staat er op de benzinetank, een Zündapp dus. Kom daar nog maar eens om tegenwoordig.
Compositorisch vernuft
De scene maakt deel uit van een kort filmpje dat je kunt bezichtigen in Museum Veenendaal. Daar loopt tot 3 september een expositie gewijd aan Helmantel (geboren 1945). In totaal zijn er circa 25 werken van hem tentoongesteld; een indrukwekkende greep uit zijn vermaarde stillevens en kerkinterieurs, plus in een paar vitrines enkele gebruiksvoorwerpen die hij in de schilderijen heeft verwerkt. De inrichting van de expositie is niet vlekkeloos. Er is één mooie, rijkbehangen hoofdzaal, maar een aantal werken moet het helaas doen met een wandje in een open ruimte gewijd aan de plaatselijke geschiedenis. Qua compositie niet helemaal des Helmantels.
Helmantel is in 2008 gekozen tot kunstenaar van het jaar, boven mededingers als Anton Corbijn, Armando en Erwin Olaf. Daarvóór werd hij een tijdlang als weinig vernieuwend beschouwd, een traditionele ‘fijnschilder’ die voortborduurt op de stillevens van de Gouden Eeuw. Maar in het juryrapport van 2008 worden enkele onmiskenbare kwaliteiten van zijn werk geroemd. Eén daarvan is een groot compositorisch vernuft. Zelf wijst Helmantel vaak op de moderne, ‘abstracte’ toets van zijn werk, het spelen met lijnen, vlakken en kleuren dat weinig met de barok van doen heeft. In de hoofdzaal van het museum in Veenendaal zie je precies wat hij bedoelt. Zowel de stillevens als de interieurs die hij schildert, zijn prachtig opgebouwd, met een mathematische blik en de hand van een architect. In dit verband wordt Helmantel wel gelinkt aan schilders als Pieter Saenredam.
‘De schoonheid van eenvoudige dingen’
Henk Helmantel, Uienstilleven, 2015 (Art Revisited)
Bovenaan een wand met stillevens prijkt een citaat van Helmantel dat hem ook typeert: ‘Ik wijs mensen op de schoonheid van eenvoudige dingen’. Geboren en getogen op de Groninger kleigrond waar zijn vader groente en fruit kweekte, schroomt hij niet om in zijn werk simpele streekproducten af te beelden. Je moet onwillekeurig even denken aan Andy Warhol en zijn transformatie van het alledaagse tot kunst. Geen soepblikken, maar hun ingrediënten. Uien, een paar bolletjes knoflook, een versgebakken brood … Helmantel schildert ze hyperrealistisch en met een ongekend talent voor stofuitdrukking en belichting. Een feestje voor het oog is het gewoon, zo’n rij schilderijen.
Zoals de schilder zelf benadrukt, haalt hij zijn inspiratie voor een belangrijk deel uit zijn christelijk geloof. Bij de schoonheid van eenvoudige dingen denkt hij vooral aan de schoonheid van de schepping. Maakt dat iets uit voor de kijker? Dat ligt natuurlijk nogal persoonlijk, maar er is niets dat per se tot een religieuze interpretatie noopt. Je kunt in de stillevens evengoed een loflied op de pracht van de evolutie zien, of in de fascinerende weerspiegelingen in glaswerk een haarscherpe ontleding van de verstrooiing van zonlicht.
Spelen met tradities?
Het ligt niet erg voor de hand om in Helmantel een schilder te zien die speelt met tradities. Zo gauw hij zich van zijn helm ontdoet op de Zündapp, komt de ernstige plattelander tevoorschijn, zware baard, ernstig in stem en voorkomen. Op een brommer rijden is geen grapje. Voor lichtvoetigheid hoef je bij hem niet aan te kloppen. Een toeschouwer die vanuit een eigen perspectief naar zijn werk en filmpje kijkt, kan dat toch net iets anders ervaren. Spelen kan ook heel serieus zijn.
Afbeelding boven: Henk Helmantel, Stilleven in rode kast, 1978 (Art Revisited)
Henk Helmantel: Meester in Realisme
Gezien in: Museum Veenendaal, VeenendaalNog te zien tot: zaterdag 03 september 2022
Misschien ook iets voor u
Loflied op de menselijke zwakte
Al zijn de verhalen in De honderd nieuwe nieuwigheden (vertaling Jan H. Mysjkin), dat in twee mooi verzorgde delen wordt geleverd, dan ruim 550 jaar oud en lijken de personages uit de novellen ver van ons af te staan, schijn bedriegt. Je loopt ze iedere dag – in de sportschool, trein of op het werk – tegen het lijf: de personages dat zijn wij.
Om maar meteen een kanttekening bij deze recensie te plaatsen: het woord ‘zwakte’ in de titel is niet helemaal juist gekozen – waarschijnlijk getuigt het van mijn calvinistische inborst. In de honderd verhalen die in de twee bundels aan bod komen wemelt het van de bedriegers, schuinsmarcheerders en onverlaten die hun macht aanspreken om te krijgen wat ze willen. Voor velen zullen dit weinig achtenswaardige kwaliteiten zijn. Toch is het goed om tijdens het lezen het accent niet op de gebrekkigheid te leggen, maar veeleer op de vindingrijkheid van de mens. Want heremijntijd, wat men allemaal niet onderneemt voor een beetje liefde of een nachtje fun tussen de lakens.
Rasvertellers
Het eerste exemplaar van De honderd nieuwe nieuwigheden (in het Frans: Les cents nouvelles nouvelles) ontving de hertog van Bourgondië, Filips de Goede, in 1462 – net op tijd voordat zijn fysieke aftakeling begon; hij stierf volkomen kinds. Inspiratiebron voor de verhalen was de Decamerone die een eeuw eerder was verschenen. In de imposante bibliotheek van Filips bevond zich een afschrift van dit werk, vertaald als: Les cents nouvelles. De hertog was van mening dat de verhalen die aan zijn hof werden verteld niet onderdeden voor de oude Italiaanse novellen en liet ze verzamelen en vastleggen. Zodoende ontstond de verzameling van honderd nieuwe verhalen die zich in Frankrijk, Duitsland, Engeland en de bourgondische Nederlanden afspeelden.
Waar in de Italiaanse en Engelse tegenhangers sprake is van een raamvertelling is dat in De honderd nieuwe nieuwigheden niet het geval. Hier geen vlucht voor de pest of devote pelgrimage die de omlijsting voor de wederwaardigheden vormt, maar simpelweg een groep rasvertellers en montere toehoorders. Er wordt goed naar elkaar geluisterd en zoals dat gaat in goed gezelschap op elkaar gereageerd. De een wordt opgezweept door de ander en aangemoedigd ook een duit in het zakje te doen. Zo ontstaat een zeer levendig beeld van avonden, zoals een kroniekschrijver in zijn memoires noteerde, ‘om een enorme open haard waarin hele bomen brandden’.
Honderd slimmigheden
In de honderd verhalen, in de vijftiende eeuw opgetekend aan het hof van Filips de Goede, trekt een arsenaal aan sluwe trucs voorbij. Hoe platvloers de uitkomst ook moge zijn, de schoonheid zit hem in de subtiliteit van deze slimmigheden. Wat het extra grappig maakt, is dat sommige slachtoffers dit ook zelf wel inzien en de dader vergeven, hartelijk toelachen of ronduit bewonderen om zijn of haar inventiviteit. Deze speelse edelmoedigheid, die velen niet met de donkere middeleeuwen zullen associëren, geeft de verhalen een flinke stoot vrolijke levenslust. Al moet worden gezegd dat niet elk karakter er zonder kleerscheuren of erger vanaf komt: een groep monniken die de vrouwen van Hostalric in Catalonië wijsmaakt een tiend te moeten betalen (niet in geld maar in je-weet-wel) voor iedere keer dat ze met hun man slapen, wordt met huid en haar verbrand. Geestelijken staan er, zoals in vergelijkbare werken als De Decamerone van Boccaccio of The Canterbury Tales van Chaucher, sowieso niet al te best op; hypocriet, corrupt en hitsig.
Om een voorbeeld van zo’n slimmigheidje aan te halen: er was eens een nobele, knappe, sterke ridder die ondanks zijn voortreffelijke kwaliteiten in de strijd een oog had verloren. De eenogige ridder vertrekt als kruisvaarder en, jawel, zijn mooie jonkvrouw duikt met de schildknaap het ledikant in. Zul je net zien dat de ridder plots weer voor de deur staat terwijl de vrouw geniet ‘van de gulle giften die God over de aarde heeft uitgestrooid’. Wat nu? De ridder begint steeds driftiger op de deur te bonzen. Razendsnel verzint zijn vrouw een list en maakt de arme hoorndrager wijs dat zij droomde dat ridderlief zijn volledige zicht weer terug had. Ze staat erop de proef op de som te nemen, opent de deur en legt een hand over zijn goede oog. Nee, hij ziet écht geen sikkepit. Ze haalt haar hand weer van zijn oog. Drie keer raden welke vogel dan gevlogen is.
Klein loflied op de vertaler
Jan H. Mysjkin heeft de verzameling verhalen voor het eerst in zijn geheel vanuit het Middelfrans vertaald. Als we hem terug in de tijd konden plaatsen, aan tafel bij Filips entourage, zou er zeker zijn geproost op zijn vertaalprestatie. Lees de verhalen en met een beetje fantasie bevind je je binnen mum van tijd aan diezelfde tafels. Geheel de verdienste van de geanimeerde vertaling die Mysjkin heeft afgeleverd. Ook hier zit het hem in de subtiliteiten, de vindingrijkheid, de verrassende vondsten van woorden als ‘poepeloerezat’ (stomdronken), ‘pietje’ (geslachtsdeel van geringe omvang) of verloren gegane uitdrukkingen als ‘vlas op zijn spinrokken hebben’ (zich in een heikele situatie bevinden). Het taalplezier spat van de pagina’s af. Dompel je als lezer hierin onder en bedenk zelf eens, ter leering ende vermaeck, hoeveel synoniemen je voor ‘van dattum’ kunt bedenken. Een half millennium geleden hadden ze er in elk geval weinig moeite mee.
Oude verhalen
Ten slotte nog een kleine tip: doe lang met dit boek en lees een paar novellen per dag. Houd daarbij ook het nawoord van de vertaler bij de hand, het ‘Weetjes voor wie wil’ (de dubbelzinnigheid van die titel kan je na het lezen van de novellen onmogelijk ontgaan). In de weetjes wordt een aantal verhalen nader verklaard. En ook al beweert de oorspronkelijke samensteller van het werk in zijn voorwoord dat ‘de stof van recente datum is’, toch laat Mysjkin zien dat veel verhalen teruggrijpen of imitaties zijn op veel oudere verhalen. Wat maar weer bewijst dat er onder die zon nog altijd weinig nieuws te ontdekken valt. En laten wij, moderne mensen, dat koesteren en er zo nu en dan smakelijk om lachen.
De honderd nieuwe nieuwigheden
Schrijver: Jan H. Mysjkin (vert.)Uitgever: Uitgeverij Vleugels
Prijs: € 38,50
Bladzijden: 504
ISBN: 978 94 93186 51 4
Misschien ook iets voor u
Klein en groot(s) werk
Iedereen kent wel een werk van Rudi van de Wint (1942-2006). Al is het maar van afbeeldingen. Bijvoorbeeld van zijn grote, rood-zwarte schilderijen in de plenaire vergaderzaal van de Tweede Kamer. Of van het plafond in Paleis Noordeinde, het werkpaleis van de koning. Gigantische werken, maar op de overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum Alkmaar valt op hoe groots ook het kleine(re) werk van deze kunstenaar is.
These en antithese
De oneindige ruimte, Rudi van de Wint, plenaire zaal Tweede Kamer
Rudi van de Wint werd in 1942 in Den Helder geboren. Jarenlang woonde hij in Amsterdam alvorens hij terugkeerde naar zijn geboorteplaats om daar vanaf 1980 aan zijn grote project De Nollen te werken – een landschap met kunstwerken als totaalkunstwerk dat toegankelijk is voor publiek. Hij overleed plotseling in 2006.
Zijn werk balanceert tussen beeldhouw- en schilderkunst, architectuur en landschapskunst. Dat blijkt meteen al bij binnenkomst in de fraai ingerichte tentoonstellingszaal in het Stedelijk Museum Alkmaar. Niet alleen uit het tekstbord dat wijst op zijn twee aliassen: Jochum en Rudi, maar ook uit het grote werk dat er hangt: Anderhalve cirkel, olieverf op doek en hout. Het hout van dit werk is omwikkeld met canvas, maar ook beschilderd als een schilderij. Het werk komt een beetje naar voren van de muur, zodat je een schaduw ziet die het ruimtelijke karakter van het werk accentueert.
Rudi is de rationele kant van Van de Wint, die zich uit in dergelijke conceptuele en abstracte werken, Jochem is zijn expressieve en emotionele kant. Hij is niet de eerste kunstenaar die zich zo afficheert; ook de componist Robert Schumann kent twee alter ego’s: de melancholieke denker Eusebius en de energieke Florestan.
Synthese
De tegenstellingen tussen Jochum en Rudi komen duidelijk naar voren in Eclips, een serie eclips werken. Licht tegenover donker, formeel tegenover abstract, kosmos tegenover zee. De cirkelvorm komt terug in de serie Het oog, met in het midden telkens een soort opening die een oneindige diepte wil verbeelden, zoals het wit op het plafond in Paleis Noordeinde en in enkele kunstwerken in De Nollen in Den Helder. Want naast die rationele en emotionele kant heeft Van de Wint nog een derde kant, die als een synthese beide samenbrengt: mystiek aandoend licht. Dit blijkt heel duidelijk uit een andere serie kleine kunstwerken: De Wade of Kruiscomposities, in gouache en aquarel op papier. Zelf zegt hij hierover: ‘Hierin ligt iets dieperliggends. Een metafysische laag, waarin het verborgene en sublieme besloten ligt.’ Zelfs letterlijk dieper liggend, zoals Eidolon (1993/1998-2006) in cortèn-staal in De Nollen, dat sterk doet denken aan de Santa Maria degli Angeli van architect Mario Botta in Ticino (Zwitserland).
Opmaat voor het grote werk
Ode, Rudi van de Wint, De Nollen, Noord Holland
Naast deze drie grootse series (Eclips, Het oog en De Wade) toont Museum Alkmaar ook kleine modellen van groter beeldend werk, die in het hart van de zaal staan opgesteld en enkele schetsen die wonderlijk genoeg bij een trapportaal hangen en zo relatief veel licht vangen. Dat is opvallend in een zaal waar aan de andere kant de sensoren zó strak staan afgesteld, dat ze met enige regelmaat afgaan wanneer een bezoeker te dicht een fragiel werk nadert. Het zijn allemaal kunstwerken die toewerken naar de schilderijen in de Tweede Kamer (momenteel afgedekt), het plafond in Paleis Noordeinde en naar De Nollen in Den Helder. Maar misschien zijn het wel die kleine, mystiek aandoende series die op zichzelf staan en de meeste indruk maken. Je keert er telkens naar terug om ze nog maar een keer op je te laten inwerken. Alles bij elkaar is het een expositie die de moeite meer dan waard is om te bezoeken. Misschien zelfs meer dan een keer.
Al dan niet als opmaat voor een bezoek aan De Nollen.
Rudi van de Wint - reis naar het oneindige
Gezien in: Stedelijk Museum Alkmaar, AlkmaarNog te zien tot: zondag 30 oktober 2022
Misschien ook iets voor u
Groter dan zichzelf
Dat White Lies een speciale band heeft met Nederland blijven ze keer op keer weer bewijzen. In april en mei 2022 speelden ze er al zes concerten, waarvan vier uitverkocht waren, maar in juli keerden ze terug. Op 1 juli werd de band enthousiast ontvangen door fans die in grote getale kwamen opdagen in Tivoli Vredenburg.
POM: een energieke band met luide, vrolijke muziek
Het publiek werd opgewarmd door de Amsterdamse band POM, die naar eigen zeggen binnen het genre ‘FUZZPOP’ vallen. Zangeres Liza van As vertelt na het openingsnummer hoe gaaf ze het vindt om in Tivoli Vredenburgop het podium te staan, ze was er zelf namelijk eerder die week in het publiek te vinden bij een ander concert. Dat enthousiasme komt goed naar voren in de energie die van het podium af straalt tijdens de nummers. De bandleden spelen luide melodieën die geïnspireerd lijken te zijn op britpop en garagerock en combineren dat met de meest uiteenlopende teksten. Zo is er het nummer ‘Down The Rabbit Hole’ dat refereert aan Alice in Wonderland en het nummer ´Eat Me I´m Sad´ dat duidelijk niet onschuldig over eten gaat. Hoewel een groot deel van het publiek nog onbekend lijkt te zijn met de muziek, is dat obstakel gauw overwonnen. De melodieën zijn dansbaar, het enthousiasme van de band werkt aanstekelijk en nummers zoals ‘Toni’ worden gauw opgepakt en meegezongen.
White Lies: een greatest hits tour
Na een korte pauze gaan de lichten uit en komen voorzichtig de eerste klanken van het nummer ‘Am I Really Going To Die’ uit de boxen terwijl de vier bandleden plaatsnemen achter hun instrumenten. Als ze er allemaal staan, pakken ze meteen groots uit met een van hun grootste hits, ‘Farewell to the Fairground’. Een goede keuze, want het ingedutte publiek is gelijk weer wakker en enthousiast aan het meespringen op het geluid van de bas. Ruimte om op adem te komen was er niet want meteen werd er doorgepakt met het aanstekelijke en dansbare ‘There Goes Our Love Again’. Hoewel de band af en toe een kort moment pakt om te praten met het publiek, wordt het publiek weinig rust gegund. De setlist van de show had met gemak de tracklist van een greatest hits album kunnen zijn met succesvolle singles als ‘To Lose My Life’, ‘Big TV’ en ‘Time to Give’, stuk voor stuk meegezongen door de fanatieke fans in de zaal.
Een speciaal nummer
Zanger Harry McVeigh heeft echter nog wel een verrassing in petto, hij kondigt aan dat ze een wildcard op de setlist hebben gezet die ze niet vaak live spelen. Ze wilden graag een dansbaar nummer spelen van het vierde album Friends en zo begonnen ze met ‘Morning in LA’. Een schot in de roos, want het nummer blijkt precies het bedoelde effect te hebben op de zaal.
Hoewel het nummer ‘Unfinished Business’ vaker live wordt gespeeld, krijgt ook deze wat extra toelichting van de zanger. Het lied is het eerste nummer dat de mannen als White Lies hebben geschreven en de eerste single die ze als band hebben uitgebracht. Hierdoor verdient het nummer een speciaal plekje in het hart van de band en die boodschap wordt duidelijk overdragen aan de fans als ook dit nummer woord voor woord wordt meegezongen.
Euforische melodieën in een bezwete concertzaal
De set wordt afgesloten met het indrukwekkende nummer ‘I Don’t Want to Go to Mars’ dat toen het uitgebracht werd als single al klonk alsof het bedoeld was als anthem in grote concertzalen. Vergezeld met een indrukwekkende lichtshow was dit nummer een goede afsluiter van de avond. Althans, dit leek voor een kort moment het geval te zijn, de band had immers na een buiging afscheid genomen van het publiek. Gelukkig bleek het niet zo te zijn, want ondanks dat er veel grote hits waren gespeeld ontbraken de drie meest logische keuzes nog van de setlist.
Het encore werd meteen ingeluid met de bekende geluiden van doorbraakhit ‘Death’ en vervolgd met de titeltrack van het nieuwste album As I Try Not To Fall Apart. Wie dacht dat de euforie van deze avond niet overtroffen kon worden zat er compleet naast, want bij de afsluiter ‘Bigger Than Us’ lijkt er nog meer energie te komen vanuit de zaal.
Indrukwekkende lichtshow
Hoewel de urgentie achter de nummers van de band op CD al goed overkomt door de zware melodieën en de dramatische stem van McVeigh blijkt het daar niet te eindigen. Live blijkt de boodschap van elk nummer extra ondersteund te worden door een goedgekozen lichtshow. Zo wordt het nummer ‘To Lose My Life’ bijgestaan door veel zwart-wit effecten, rook en aan het einde zelfs met confettikanonnen. Daar tegenover staan de meer simplistische lichtshows bij de nummers ‘Hurt My Heart’ en ‘Tokyo’. Bij eerstgenoemde wordt er gekozen voor één kleur, namelijk rood, wat de beklemmende toon van het nummer kracht bij zette. Bij ‘Tokyo’ leek de lichtshow ook eenvoudig te blijven, totdat er tijdens het refrein regenboogeffecten voorbijkwamen, waardoor het contrast tussen de coupletten en het refrein extra werd benadrukt.
Gedurende een van de korte intermezzo’s vertelde de band over hun bijzondere connectie met Nederland en hun liefde voor de stad Utrecht; de band is zo verknocht aan deze stad dat ze zelfs op vrije dagen tijdens een tour er naar afreizen. Tijdens deze show werd ook weer duidelijk dat deze affectie geheel wederzijds is en werd weer bewezen waarom White Lies terecht met regelmaat voor een uitverkochte concertzaal staan in Nederland. Wil je ze ook live zien? Ze hebben recent twee nieuwe concertdata in de maand oktober aangekondigd!
White Lies
Gezien op vrijdag 01 juli 2022 in Utrecht, Tivoli VredenburghLink: POM
Misschien ook iets voor u
Laten kijken, zonder te oordelen
Het debuut Redder van seriewoordenaar (zoals hij zichzelf noemt) Hannes Dedeurwaerder kan vroom gelovigen tegen het hoofd stoten. Wie een ruimdenkende gelovige is van één van de op De Bijbel gebaseerde geloven zal zich een voyeur voelen bij het lezen van dit boek in de pinkstergemeente-kerk. Wie zich de eerste ruim tachtig pagina’s getroost, zal zich vervolgens met een hoog tempo naar het einde lezen.
Boeken over geloof zijn natuurlijk bijzondere boeken. Boeken over een geloof dat eigenlijk een heel gesloten gemeenschap is, zijn zeldzaam. Wie ooit naar buiten stapte, bewaart een verhaal in zijn geest dat misschien ooit verteld gaat worden. Hannes Dedeurwaarder gunt ons een kijkje binnen. Hij neemt op ons sleeptouw in wat ooit zijn wereld was.
De historie van het boek
Het boek Redder van Hannes Dedeurwaerder is zijn debuut. Hij schreef drie jaar aan het boek dat twintig jaar terug in de tijd gaat naar het moment dat hij op negentienjarige leeftijd besloot uit de wereld van het pinkstergemeente geloof te stappen.
Inmiddels werkt Dedeurwaerder als freelance copywriter nadat hij in Leuven afstudeerde in Moderne Geschiedenis. De in Gent wonende schrijver verhaalt over de eerste negentien jaar van zijn leven. Hij laat ons toe om mee te kijken in de wereld van de pinkstergemeente “Levend Water” dat met zijn ruim tachtigduizend leden ook in Nederland vertakkingen kent. Een geloofsgemeenschap die net als sekten in Amerika een gesloten systeem kent. Wie eruit stapt, bestaat voor zijn familie die binnen het geloof leven, niet meer. Contact tussen de binnen- en buitenwereld is uitgesloten.
Het verhaal wat Dedeurwaarder ons vertelt, heeft bijna twintig jaar in hem liggen broeden voordat hij ermee naar buiten durfde of kon komen. Het resultaat is een vlot leesbaar relaas, althans voor wie bekend is met de Bijbel. Wie de laatste echter nog nooit gelezen heeft, zal veel van de inhoud van Redder missen.
Spanning in een boek over geloof
Laat je als lezer niet afschrikken door het feit dat dit boek over een geloof gaat. Wie de kaft ziet, kan niet anders dan de groeven van een kerkdeur herkennen. Wie goed kijkt, ziet in de rechterbovenhoek vaag de beeltenis van Jezus Christus. Wie na deze eerste indruk begint te lezen, zal de eerste achtentachtig pagina’s moet trotseren waarin er schijnbaar pleidooi gehouden wordt voor het geloof, voordat je als lezer wordt gegrepen om vervolgens niet meer los te laten tot en met de laatste bladzijde.
Toch zijn ook de eerste pagina’s onontbeerlijk voor het begrijpen van de rest van het boek.
Dedeurwaerder is erin geslaagd om spanning en nieuwsgierigheid op te roepen bij zijn lezer terwijl hij ons een open blik gunt in een geloofsgemeenschap die juist iedereen buiten wil sluiten en vooral niets naar buiten wil brengen. Hij beschrijft en geeft ons een inkijk zonder zelf te oordelen.
Het hoofdpersonage Samuel, die staat voor Dedeurwaerder zelf, is bevriend met Arvid. Zijn vriend leeft feitelijk buiten de gemeenschap maar men hoopt dat hij nog ooit de overstap maakt. Eens het personage Molly haar intrede doet binnen de gemeenschap op aanbevelen van Danny, de jeugdleider van de kerk, ontstaan bijzondere momenten. Molly stapt onbevangen in het leven van beide jonge mannen. Samuel voelt zich niet alleen aangetrokken tot Molly in een ontluikende liefde met al haar medische problemen als suikerziekte, etalagebenen en een rolstoel, maar ook tot haar buitenwereld. Een buitenwereld buiten de geloofsgemeenschap die Samuel nauwelijks kent.
Aangespoord door Danny, doet Samuel verwoede pogingen om Molly binnen de kerk te krijgen. Als Samuel wordt klaargestoomd om als missionaris uitgezonden te worden naar Amsterdam, ontstaan bijzonder verwikkelingen die zijn geloof op de proef stellen.
De spanning rond de vraag of Samuel zijn opdracht in Amsterdam gaat uitvoeren neemt toe naarmate het boek zijn einde nadert en hij afscheid neemt van zijn jeugd, zijn ouders, Arvid zijn vriend en Molly.
Zo weet een boek over een bijzonder geloof de lezer mee te voeren richting de ontknoping. Een fraaie prestatie die toekomstige lezers zal aanspreken.
Inmiddels werkt Hannes Dedeurwaarder als freelance copywriter en schrijft hij nu en dan ook voor ons eigenste 8WEEKLY-platform.
Redder
Schrijver: Hannes DedeurwaerderUitgever: Bibliodroom
Prijs: € 24,95
Bladzijden: 286 Blz
ISBN: 9789492515803
Misschien ook iets voor u
Americana-update volume 14
De veertiende editie van de Americana muziek brengt ons zowel in Amerika, de UK en naar Australië. We bespreken albums die boven de middelmaat uitstijgen. Soms is een album zelfs een oeuvre hoogtepunt als wij stilstaan bij het nieuwste album van Joan Shelley. Het debuut van Naima Bock overtuigt en Kaurna Cronin hunkert naar erkenning aan deze kant van de wereld.
Nieuw en opkomend talent gaan in deze Americana update vaak hand in hand. Deze keer komen wederom artiesten aan bod die volgens liefhebbers al gevestigde namen zijn, terwijl ze voor anderen volslagen nieuw zullen zijn. Soms is dat zelfs gekoppeld aan het werelddeel waar de artiest of band woont en/of werkt.
Joan Shelley
In 2019 baarde Joan Shelley in kringen van liefhebbers van het Americana / Alt-country genre opzien met haar album Like The River Loves The Sea, dat dan ook door velen omarmd werd als een verborgen parel. Met The Spur dat net na het aanbreken van de zomer van dit jaar verscheen zal deze dame nog veel hogere ogen gooien. Het album overtreft de voorganger en geeft haar schoonheid al bij de eerste luistersessieprijs.
Voor wie Shelley nog niet heeft leren kennen, een introductie. Deze vanuit Louisville, Kentucky afkomstige singer-songwriter heeft een stem die een kruising genoemd kan worden van k.d. lang, Toni Childs en Diana Jones.
Dit nieuwe album is haar zevende studioalbum en herbergt een dozijn aan fraaie composities. De uitvoering is een stijl van rustige, smaakvolle en vooral verwarmende intonatie binnen het geschetste stijlenpalet. De stem van Shelley is het fraaiste instrument dat op het album alle ruimte krijgt om te excelleren. Het lied ‘Home’ is al bij eerste beluistering een van de juwelen van het album, dat opvalt in zijn eenvoud en de intieme setting. Het daaropvolgende ‘Amberlit Morning’ wordt samen gezongen met Bill Callahan, wat een fraaie combinatie is. Als composities smaakvol ingekleurd worden met een selecte groep strijkers of een goed gedoseerde blazers set, straalt de warmte nog meer van de fraaie liedjes en weet Shelley in haar smaakvolle arrangementen de luisteraar volledig in te pakken.
Naima Palm
Naima Bock werd in Glastonbury geboren maar heeft Braziliaans en Grieks bloed van haar ouders in haar aderen stromen. Het debuut Giant Palm laat haar invloeden doorschemeren in een fraaie setting.
Na het titelnummer, dat meteen de staalkaart van het album is, volgt ‘Tou’, waar strijkers soms klinken als blazers en blazers als strijkers. ‘Giant Palm’ zit vol met details in synthesizerklanken die refereren aan de Braziliaanse invloeden van haar vaders kant.
Het luchtige fluiten in ‘Every Morning’ wordt vervolgd met zwoele geluiden in ‘Dim Dum’. Zwoele geluiden die zich met vermengen met veel van de composities op dit debuutalbum. ‘Working’ staat vervolgens bol van de dissonanten, wie dat doorstaat geniet van de afdronk. Vervolgens zweef je verder in het liefdeslied ‘Natural’.
De een na laatste track van Giant Palm is een instrumentaal waar de straatgeluiden van een grote stad op de achtergrond klinken. Druk gepraat op terrassen en de klanken van een sirene vermengen zich met zwoele klanken van de compositie. De hitte lijkt uit de speakers te slaan. Het maakt die debuut van Naima (Rebra) Bock tot een heerlijk zomers album dat nog vaak zal klinken.
Kaurna Cronin
De uit Australië afkomstige Kaurna Cronin trekt bij liefhebbers al een tijdje de aandacht. Zijn nieuwste album Harsh Beauty zal daar geen verandering in brengen. Binnenkort toert deze Aussie in Scandinavië en doet ook wat Oost-Europese landen aan, maar laat Nederland rechts liggen.
Muzikaal zit Cronin in de klanken een beetje tegen Crowded House aan te schurken, maar blijft muzikaal wel in de Americana en folk rock hoek. Of hij zonder optredens in ons land met dit nieuwe album voldoende naar het voetlicht zal treden, valt te betwijfelen.
Aan de kwaliteit van het album zal het niet liggen. In Australië werd hij zelf genomineerd als beste solo-artiest in de categorie folk rock van The Australian Folk Music Awards.
De eerste single van het album ‘Never Said’ laat de stem van Cronin blinken. Zijn compositorische kwaliteiten worden soms vergeleken met Neil Young en Paul Simon, al mag dat in onze ogen wel heel veel eer zijn. Laten we dat betreft de komende jaren maar eens afwachten hoe deze singer-songwriter zich zal gaan ontwikkelen. Het fijne Harsh Beauty is inmiddels het achtste album van deze getalenteerde artiest.
Wie door bovenstaande vergelijkingen zich aangetrokken voelt om het album een luisterbeurt te geven, zal het naar alle waarschijnlijkheid niet houden bij een beluistering, maar vaker de klanken de oren laten masseren.
Joan Shelley, Naima Bock, Kaurna Cronin
Album: The Spur, Giant Palm, Harsh BeautyLink: Naima Bock website
Link: Kaurna Cronin website
Link: Album The Spur platenmaatschappij
Link: Giant Palm platenmaatschappij
Link: Harsh Beauty platenmaatschappij
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
De Arnhemse mode biënnale houdt publiek een leerzame spiegel voor
In Arnhem vindt momenteel de State of Fashion mode biënnale plaats. Vijf weken lang wordt de stad omgetoverd tot een podium voor makers, ontwerpers en kunstenaars wereldwijd. Samen met het publiek gaan zij op zoek naar mogelijkheden om de mode-industrie duurzamer en zorgzamer te maken. Ook in de tentoonstelling Fashion as Encounters, gecureerd door NOT ___ ENOUGH Collective, wordt er binnen het centrale thema Ways of Caring gezocht naar een nieuwe betekenis van mode. Priya Wannet trok de stoute schoenen aan en nam er een kijkje.
Wat een prachtig gezicht! De Arnhemse Eusebiuskerk is volledig omgedoopt tot een serene modetempel met een verscheidenheid aan ontwerpen, foto’s en patronen. Bij de balie word je opgewacht door drie vrolijke dames die je volproppen met informatie en allerlei boekjes en flyers in je handen drukken. Je kunt merken dat zij hart hebben voor de zaak en het belangrijk vinden om je zo goed mogelijk voor te lichten. Achter hen bevindt zich de immense ruimte met hoge plafonds en authentieke bouwelementen. Overal waar je kijkt zie je kleur, of toch niet?
Het onzichtbare zichtbaar maken
Bodies that make, bodies that consume, State of Fashion biënnale 2022
Waar je door het werk van kunstcollectief Cholita Chic volledig omvergeblazen wordt door de mooiste kleurencombinaties, roepen de saaie kledingstukken van Santiago Útima, Siviwer James, Widi Asari en Riyadhus Shalihin alleen maar vragen op. De drie lange rekken met kleding van deze makers staan sterk in contrast met het werk van de andere deelnemende ontwerpers. Zodra je de kledingstukken beter gaat bekijken, ontdek je bijvoorbeeld dat er zweetplekken in de stof zitten. Voor modeliefhebbers wellicht even slikken. Je vraagt je meteen af wat de reden hiervan zou kunnen zijn en begint automatisch de informatie op de bordjes te lezen. De kledingstukken blijken deel uit te maken van de installatie bodies that make, bodies that consume waarmee de makers de kloof tussen ‘de handen die maken’ en de ‘lichamen die gebruiken’ hopen te overbruggen. In het label van de kleding delen ze hun eigen ervaringen met de kledingindustrie en dat is bepaald niet mis. Zo vertelt Santiago Útima over de opofferingen van zijn moeder, een naaister uit Colombia en legt de Congolese Siviwe James uit hoe het is om te moeten werken in een CMT (Cut Make Trim, een term voor een productieruimte).
Ode aan de inheemse vrouw
Cholita Chic, State of Fashion biënnale 2022
Nog even terug naar het kleurrijke werk van Cholita Chic, want dat is ook zeker het bespreken waard. Deze creatieve zussen werken en wonen in het grensgebied tussen Chili, Bolivia en Peru. Hier bestuderen zij niet alleen de onderlinge relatie tussen die landen, maar ook het thema gender en de kaders die daarbij worden opgelegd door de steeds verdergaande globalisering. In hun werk tonen ze de authentieke schoonheid van de Boliviaanse Aymara- vrouw, waarmee ze de lokale inheemse cultuur weer tot leven wekken. Het resultaat is een heuse blikvanger vol neonkleuren. Naast de felle kleuren is er ook gedacht voor andere klassieke elementen, zoals het geronde vrouwenhoedje en de verschillende laagjes in de kleding. Het is mooi om te zien hoe gepassioneerd deze vrouwen zijn als het gaat om het behoud van hun eigen cultuur. Wij als Westerlingen kunnen daar nog wat van leren. Zo leven de Aymara-indianen niet alleen samen met elkaar maar met de hele omgeving. Ze zijn van de natuur afhankelijk voor hun welvaart en hebben daarom een unieke relatie met het natuurlijk systeem waarin we leven. Door gebruik te maken van hun kennis zijn we misschien in staat om de wereld ten goede te veranderen.
Authentieke Mexicaanse gezichten
Waar de zusjes van het collectief Cholita Chic elkaar al hun hele leven kenden, begonnen de fotograaf Dorian Ulises López Marcías (1980) en In The Park Productions hun samenwerking pas zes jaar geleden. Wat startte als een speels experiment werd al gauw een poging om te laten zien wat de (industriële) modewereld niet wil dat mensen zien: authentieke Mexicaanse gezichten. De selectie van foto’s laat zien hoe Dorian en In The Park zich niet schikken naar eurocentrische schoonheidsnormen, maar in plaats daarvan besluiten de échte Mexicaanse schoonheden vast te leggen. Door hun werk verleggen ze de grenzen en esthetische normen van mode, waarbij ze belang hechten aan de ware weergave van identiteit, lichaam en gender. Zo zie je een prachtige foto van twee jonge Mexicaanse vrouwen die (half)naakt in het water staan en onverschrokken de cameralens inkijken. Dit beeld kan de jongere generatie in Mexico inspireren om tot actie over te gaan. Weg met het taboe rondom naaktheid en seksualiteit.
Eigen verantwoordelijkheid
Verspreid over de tentoonstelling vind je ook een aantal groene elementen, zoals een kledingrek met kledinghangers. Bij het begin van de biënnale zijn die nog leeg, maar het is de bedoeling dat ze na verloop van tijd wordt aangevuld door creaties van de bezoekers zelf, die ze maken tijdens de daarvoor speciaal voorziene workshops. Op die manier willen de curatoren de grens vervagen tussen ontwerper en publiek en het publiek letterlijk betrekken bij de tentoonstelling. Ook willen ze de bezoekers bewust maken van hun eigen koopgedrag en hun beeld over mode veranderen. Hoe we winkelen is van invloed op de toekomst van onze planeet. Het is daarom belangrijk dat we anders leren kijken naar het kopen van kleding.
Kortom: een interessante tentoonstelling die verder gaat dan wat grote modehuizen je van buiten laten zien. Als bezoeker maak je kennis met de schaduwkanten van de modewereld en word je gedwongen om kritisch naar je eigen handelen als consument te kijken. Mode is allang niet meer voor de elite: het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om te verduurzamen. Fashion as Encounters maakt ons bewust van deze uitdagingen en houdt ons allemaal een morele spiegel voor.
State of Fashion mode biënnale in Arnhem
Gezien in: De Eusebiuskerk, ArnhemNog te zien tot: zondag 10 juli 2022
Misschien ook iets voor u