Film / Films

Millie, Max en Mozart

recensie: Falling for Figaro

De Australisch/Engelse film Falling for Figaro van regisseur Ben Lewin scheert luchtig langs allerlei grote thema’s als macht, identiteit en het najagen van dromen zonder ze echt uit te werken. Dit levert uiteindelijk een onderhoudende, romantische komedie op. Niet meer en niet minder.

Millie (Danielle Macdonald) is voorgedragen voor een hoge post in de financiële wereld in Londen, bij een instelling waar haar verloofde Charlie (Shazad Latif) CEO is. Ze slaat deze baan echter af en verdwijnt, blijkbaar zonder al teveel nadenken, voor een jaar in haar dure auto richting Schotland. In de ban van haar grote wens om operazangeres te worden, wil ze daar les nemen bij zangpedagoge Meghan Geoffrey-Bishop, die haar nadrukkelijk is aanbevolen. Is zingen wél haar cup of teaZe neemt haar intrek in The Filthy Pig, het enige logement in het dorpje, geleid door uitbater Ramsay Macfadyen. Gary Lewis poetste voor die rol zijn Schots accent nog eens extra op.

Millie, Max en Meghan

Meghan Geoffrey-Bishop neemt naast Millie nog een leerling onder haar hoede om klaar te stomen voor de competitie ‘Singer of Renown’. Meghan wordt gespeeld door Joanna Lumley en is van het genre Elisabeth Schwarzkopf, een zangpedagoge die haar machtspositie uitbuit, maar dan nog een slagje erger. Zo ziet ze er bijvoorbeeld heil in de tong van Millie  uit te rekken en haar andere leerling, Max (Hugh Skinner), ook in te schakelen voor allerlei kleinerende klusjes in en om haar huis. Millie is in staat de diva die Max en haar les geeft goed (over) te betalen en oefent voor de Schotse hooglanders, die haar luid van commentaar voorzien.

Max ziet Millie als rivale en begint uitgerekend op het moment dat ze auditie doet aan een loodgietersklusje waarvan het geluid overal in huis doordringt. Toch heeft hij het hart op de goede plaats, want na het ‘tongincident’ adviseert hij haar zout water te gorgelen om erger te voorkomen. Hij komt ook met allerlei leerzame boeken aandragen waar ze wel eens baat bij zou kunnen hebben.

Kwistig met muziek

Het vervolg laat zich raden en wordt symbolisch verbeeld door de rode schoudertas waar Millie mee rond zeult. Ook de diva helpt een handje mee, door beide leerlingen een duet te laten zingen. Maar wie mocht denken, of hopen, dat het verhaal van Le nozze di Figaro (de opera van Mozart) leidend is voor het filmscript, komt bedrogen uit; Millie slaat Max’ huwelijksaanzoek af.

Qua muziek wordt er in de film ook kwistig gestrooid met aria’s uit andere opera’s, zoals uit La Bohème van Puccini en andere opera’s van Mozart als Die Zauberflöte en Don Giovanni (het duet ‘La ci darem la mano’). Dat laatste duet wordt uiteraard gezongen door Max en Millie. In die volgorde, want Max heeft (spoiler alert!) de competitie gewonnen en Millie erkent terecht dat één jaar voorbereiding wel heel erg mager is. Eind goed al goed, want na drie jaar wordt ze gevraagd in te vallen bij een productie waarin Max optreedt. Meghan Geoffrey-Bishop kan glimlachen, en dat doet ze in het laatste shot dan ook.

Théodore Rousseau
Kunst / Expo binnenland

Sneeuwbol met een gaatje

recensie: In de ban van de natuur. Tekeningen van Rousseau en Daubigny
Théodore Rousseau

De net geopende expositie met tien tekeningen van Rousseau en Daubigny is ook een lokkertje om de hele Mesdag Collectie (weer) eens te komen bewonderen. Dat werd op de voorbezichtiging voor de pers eerlijk toegegeven. Groot gelijk hebben ze. Onder de rook, of beter gezegd het carillongeklingel, van het Vredespaleis staat een museum dat gauw je hart verovert. 

Voor het kabinet met de tien grote tekeningen van Théodore Rousseau (1812-1867) en Charles-François Daubigny (1817-1878) moet je bovenin zijn. Maar snel alle trappen oprennen is zelden een goed idee en zeker niet in De Mesdag Collectie. Het museum huisvest een schat aan werken die door het echtpaar Mesdag zijn verzameld, en deels zelf gemaakt, in de latere decennia van de 19e eeuw. Het zijn allemaal werken uit die periode, van tijdgenoten voor wie Hendrik Willem en Sientje een zwak hadden. Ze verzamelden vooral schilderijen van moderne Franse en Nederlandse kunstenaars (de Haagse School). En ook eigentijds keramiek (Theo Colenbrander) en Japanse objecten. 

Schudden voor gebruik  

Verspreid over enkele verdiepingen hangen fraaie doeken van schilders als Gustave Courbet, Jean-Baptiste Corot, Théodore Rousseau, Anton Mauve, Jozef Israëls, Lourens Alma Tadema en natuurlijk ook de Mesdags zelf. Samen met de andere stukken vormen ze een juweeltje van een collectie, een klein, harmonieus universum op zich waar de tijd geen vat op heeft gekregen. Het heeft iets weg van een prachtige laat 19e-eeuwse sneeuwbol, met alle magie en flonkering die daarbij horen. 

Wanneer die bol weer eens stevig wordt geschud, komen er werken tevoorschijn die een tijdje geen daglicht hebben gezien. Zo bezit het museum een dozijn grote tekeningen van Rousseau en Daubigny. Die zijn kwetsbaar en niet geschikt om continu te exposeren, maar sinds eind juni sieren tien ervan een speciaal ingericht kabinet op de bovenste verdieping. Rousseau en Daubigny maakten beiden deel uit van de zogeheten School van Barbizon, een kunstenaarskolonie die bekend is geworden door haar realistische landschapschilderijen. Gemeenschappelijke noemer was een breuk met romantiek en classicisme, de ambitie om de natuur zonder opsmuk te ervaren en weer te geven. Het echtpaar Mesdag was zeer gecharmeerd van deze school.  

Nieuwe paden 

Charles-François Daubigny

Charles-François Daubigny, Landschap met kudde schapen bij maanlicht, 1859 (Van Gogh Museum, Amsterdam)

Tijdens de voorbezichtiging werden de tien tekeningen – vijf van elke kunstenaar – in detail toegelicht. Bij Rousseau valt bijvoorbeeld het sterke realisme op, de nauwkeurige observatie van elke individuele boom. Hij schilderde ze bijna als modellen. De tekeningen van Daubigny zijn weer losser en wijzen ook al meer vooruit naar het impressionisme. Sfeer was voor hem belangrijker dan exacte weergave. Zo lijkt zijn Landschap met kudde schapen bij maanlicht meer op een dromerige schets.

Allebei experimenteerden ze ook volop met materialen en technieken. In de genoemde tekening werkte Daubigny bijvoorbeeld  met houtskool, krijt, waterverf én pen in inkt. Met hun realisme en tekenkundige innovaties bewandelden ze interessante nieuwe paden. Alleen daarom al zijn de tekeningen zeer de moeite waard. Door hun formaat nodigen ze ook uit tot nader onderzoek. Je kunt er eventueel zelfs voorstudies voor schilderijen in zien, waarmee ze prima passen in het geheel van het museum. 

Samenwerking met cabaretiers 

In zekere zin is het museum zelf ook een nieuw pad ingeslagen. Samen met vijf andere musea in Den Haag is De Mesdag Collectie een samenwerking aangegaan met Theater Diligentia. Dit houdt in dat bekende cabaretiers is gevraagd om werken in de musea te voorzien van humoristisch commentaar, te beluisteren via een audiotour. In De Mesdag Collectie is dat commentaar verzorgd door Kiki Schippers. Zij gaf zelf ook een vermakelijk tuinoptreden tijdens de voorbezichtiging van de expositie, inclusief een minutenlange onderbreking door het carillon van het Vredespaleis. In de harde stolp van de sneeuwbol is een 21e-eeuws gaatje geboord. Gelukkig zal het museum niet gauw leeglopen.

 

Afbeelding boven: Théodore Rousseau, De grote eiken van het oude Bas-Bréau, 1857 (De Mesdag Collectie, Den Haag)

Muziek

Een geslaagd muziekproject van het Mauritshuis

recensie: Bekijk het Mauritshuis  met je oren
Mauritshuispixabay

Wist je dat het Mauritshuis een eigen platenlabel heeft? Bekende artiesten zoals Merol en Willie Wartaal laten zich voor een nieuw nummer inspireren door een schilderij naar keuze in het Mauritshuis. Het muzieklabel is onderdeel van het project Bekijk het Mauritshuis met je oren. Priya Wannet is razend benieuwd hoe deze verfstreken klinken en duikt meteen in de Mauritshuis-playlist op Spotify.

Spinvis – Parel

Spinvis, de eenmansband van Erik de Jong (1961), verschijnt als eerste bovenaan de lijst. Zijn versie van het Meisje met de Parel (c. 1665) van Johannes Vermeer grijpt direct aan door het bijzondere intro. We horen verkeersgeluiden. Een auto die voorbijrijdt en zachtjes afremt. Vlak voordat De Jong begint met zingen hoor je in de verte de kerkklokken luiden. Het is bijna alsof je zelf onderdeel van het verhaal bent geworden en het meisje elk moment tegen kunt komen. Luisterend naar dit nummer vraag je je af: wie was toch deze mysterieuze jongedame die de Hollandse grootmeester zo intrigeerde? Spinvis zelf omschrijft haar als een vogel: ongrijpbaar en vrij. Het Nederlands Kamerkoor is een mooie toevoeging aan het geheel en geeft het nummer een ietwat plechtige, museale sfeer. Voor fans van Spinvis wederom de bevestiging dat Erik de Jong de koning van unieke en originele liedjes is. We weten misschien niet wie ze is geweest, maar door te luisteren naar dit nummer lijkt het net alsof je haar kent. Kortom een pareltje en absoluut het luisteren waard!

Merol – Slippertje

Het kunstwerk Mars en Venus betrapt door Vulcanus (1601) van Joachim Wtewael valt meteen in de smaak bij Merel Baldé (1991), beter bekend onder haar artiestennaam Merol. Het is sexy en een tikkeltje ondeugend; precies hoe we Merol kennen. Op het schilderij is de Griekse godin Venus te zien die ongegeneerd ligt te vrijen met Mars. Ze lijkt precies te weten wat ze doet en maakt zich niet druk om haar man Vulcanus met wie ze ondertussen getrouwd is. Merol raakt meteen geïnspireerd na het zien van de slippers van Venus die achteloos zijn neergegooid naast het bed. Dit doet haar vermoeden dat Venus moedwillig met Mars het bed is ingedoken. Als een echte woordkunstenaar rijgt ze de woorden aan elkaar en is ze niet bang om direct en expliciet te zijn. Daarmee houdt ze de maatschappij een spiegel voor. Als luisteraar kun je jezelf afvragen of monogame relaties eigenlijk nog wel van deze tijd zijn. Zijn open relaties niet veel interessanter? We leven immers in een maatschappij waarin alles draait om zelfontplooiing. Merol laat met dit nummer horen dat zij buiten geijkte kaders kan en durft te denken. Dit hoor je ook terug in de sound van het nummer. Het refrein is catchy en blijft gegarandeerd de rest van de dag in je hoofd hangen.

Dio – Hoger ft. Gerson Main

Dio, artiestennaam van Diorno Dylyano Braaf (1988), schiet voor de sterren, want het kan hem niet hoog genoeg. De jonge en ambitieuze rapper koos voor twee enorme plafondschilderingen van Ger Lataster als inspiratiebron voor zijn nummer Hoger ft. Gerson Main (2021). De ene plafondschildering is gebaseerd op Icarus die met zijn zelfgemaakte vleugels de zon probeert te bereiken, maar uiteindelijk te hoog vliegt en in zee stort. Hier komt het spreekwoordelijke “Hoogmoed komt voor de val” vandaan. Op de andere plafondschildering komt het thema hoogmoed ook terug. Toen Lataster in 1987 dit plafond schilderde, benauwde het hem dat hij zich omringd wist door grootmeesters als Rembrandt, Vermeer en Rubens. Hoogmoed zou op de loer kunnen liggen. Lataster zag maar één manier om zijn eigen val te voorkomen: hard werken. Met veel felle kleuren en expressie schilderde hij een blauwe werkbroek, werkschoenen en een schep, refererend aan de werkende man. Dio maakt met zijn nummer duidelijk dat hoogmoed, oftewel overdreven zelfvertrouwen, niet altijd iets negatiefs hoeft te zijn. Hij rapt hierover: “Want ik wil niet als ik oud ben moeten denken had ik maar.” Het resultaat is een dromerig, zwevend maar krachtig liedje dat zowel qua sound als qua boodschap prachtig contrasteert met de felle en heldere kleurencompositie van het kunstwerk zelf. Hoogmoed is een bekend thema in de huidige maatschappij en dit nummer zou zeker de jongere generaties kunnen bereiken.

Goldband – Psycho

Met de Haagse groep Goldband reizen we af naar de 90’s, gabbertijd. Op hoge snelheid dendert hun nieuwste festivaltrack Psycho (2022) door je speakers heen. De track begint nog vrij rustig, maar je hoort al snel dat er een woeste storm gaat uitbreken. Richting het refrein barst de ravemelodie los en moet je wel meezingen met de tekst: “Ik ben een psycho, ik word helemaal gek.” Voor deze track lieten de mannen zich inspireren door het schilderij Christus in het voorgeborchte (1597) van Jan Brueghel de Oude en Hans Rottenhammer. Het is een schilderij waarmee ze alle kanten op kunnen. Chaos, licht en donker. Christus in het voorgeborchte heeft het allemaal en dat hoor je terug in de onstuimige beat. Het voorgeborchte of Limbo (Latijn: aan de rand) was in de Rooms-Katholieke Kerk een aanduiding van het verblijf van de zielen die na het sterven niet toegelaten worden tot de hemel en ook niet naar de hel of het vagevuur gezonden worden. Zij wonen aan de rand van de hemel of de hel. Op het schilderij is te zien hoe Jezus Christus afdaalt naar het voorgeborchte om daar Adam en Eva op te halen en naar de hemel te brengen. Het gevoel dat je krijgt bij het schilderij matcht met het gevoel dat het nummer oproept als je het hoort. Goldband is erin geslaagd om het perfecte nummer voor dit schilderij te maken.

Eefje de Visser – Cybele

Van keiharde gabberhouse schakelen we over naar de zoete, dromerige klanken van Cybele (2021). Ook dit lied is gebaseerd op een werk van Jan Brueghel de Oude. Samen met Hendrik van Balen schilderde hij Krans van vruchten rond een voorstelling met Cybele die geschenken ontvangt van personificaties van de vier jaargetijden tussen 1620 en 1622. Cybele was in de mythologie de godin van de vruchtbaarheid, aarde en natuur. Voor haar nummer kruipt Eefje de Visser (1986) in de huid van de 17e-eeuwse gelovige mens en zingt zij Cybele toe om haar te bedanken en om te vragen de aarde vruchtbaar te houden. De verering en weelderige details uit het schilderij komen terug in de welbekende elementen als zwevende vocalen, fonkelende synthesizer sounds en diepe bassen. De sfeer die het schilderij oproept is gelijk aan haar sound en valt hoogstwaarschijnlijk in de smaak bij mensen die op zoek zijn naar een zacht nummer die feminiene kracht uitstraalt.

 

Nog niet genoeg gezien en gehoord? Andere nummers van Bekijk het Mauritshuis met je oren (Harrie Jekkers met Gezicht op Delft, Willie Wartaal met Mootje, The Kik met De ware Jakob en Jett Rebel met Heaven’s Got A Place For You) zijn te beluisteren via de website van het Mauritshuis. Ook zijn alle nummers te vinden op Spotify en YouTube.

 

 

Kunst / Expo binnenland

Hoopvolle maatschappij kritiek

recensie: Mous Lamrabat - Blessings from Mousganistan

De expositie Blessings from Mousganistan, in het fotografiemuseum FOAM,  heeft ondanks de vrolijke kleuren en frivoliteit een kritische ondertoon. De perfect georkestreerde foto’s blinken uit in theatraliteit en vervreemding, er zit een flinke dosis humor in en ze hebben qua techniek soms de kracht en kwaliteit die je ook in modefotografie ziet. Maar er schuilt meer achter deze opgesmukte façade dan wat er aan de oppervlakte zichtbaar is.

Meteen bij binnenkomst krijg je de mededeling dat het tapijt van de entreezaal niet met schoenen betreden mag worden. De zaal is bedekt met vloerbedekking waar een van de werken van Mous Lamrabat (1983) in een patroon te zien is. De focus ligt hiermee meteen op religie: in de moskee mag je wegens respect voor de Almachtige ook alleen zonder schoeisel naar binnen. Op de manshoge foto’s zie je vrome kleding zoals hoofddoekjes, boerka’s en nikab’s. Ook zijn er veel verwijzingen naar de Arabische cultuur en zijn er flink wat modellen van Arabische afkomst. Maar dan word je aan het wankelen gebracht. Het immense houten McDonald’s logo, dat op de grond ligt, en de shirts en logo’s van grote Amerikaanse bedrijven en van Amerikaanse basketbalteams tonen aan dat er meer aan de hand is dan op het eerste gezicht lijkt.

 

Modefotografie

In de volgende zaal staan in het midden drie poppen die nikab’s dragen. De kleding is bedrukt met foto’s van Lamrabat. De bedoeling van de kunstenaar sijpelt in deze zaal langzaam naar binnen. Op de plek waar de uitsparing voor de ogen is, heeft hij LED-schermpjes geplaatst die doen denken aan een reclame-uiting in een etalage van een telefoonwinkel. ‘Free Palestine’ is erin te lezen. Blijkbaar moet je zijn beelden zien als maatschappijkritiek. In deze zaal komt het McDonald’s logo ook weer terug, evenals dat van Nike, en nogmaals zijn er Amerikaanse basketbalshirts te zien. Dit allemaal naast fotowerken met veelal religieuze kledij en vrolijk afgebeelde Afrikanen.

Aangezien Lamrabat een voorliefde heeft voor modefotografie, zijn er gelijkenissen te maken met de Franse modefotograaf Guy Bourdin die indertijd ook de randjes van zijn vakgebied opzocht. Er sluimert kritiek op het Westerse kapitalisme en de schoonheidsidealen die er in die maatschappij aanwezig zijn. In veel van zijn werken flirt Lamrabat met iconografie uit de Amerikaanse popcultuur: we zien smileys, Star Wars, Wu-Tang Clan, Ronald McDonald en comic-personages als de Hulk, Superman, Sponge Bob en Mickey Mouse.

 

Voorbij het platte vlak

Een interessant aspect in het werk van Lambarat is dat hij de grenzen van de fotografie oprekt: hij gaat verder dan het platte vlak en kiest ook voor driedimensionaliteit. Fotografen als Anouk Kruithof en Marleen Sleeuwits gingen hem hierin voor. Vacuümgetrokken portretten rond logo’s van bedrijven, nikab’s, tapijten, gebedsvlaggen en een lenticulaire techniek (zoals de ansichtkaart die verandert naar een 3D object als je de kaart beweegt) tonen aan dat je je als fotograaf niet hoeft te houden aan fotopapier alleen. Het is echter wel de vraag of het nodig is om een vacuümgetrokken foto met een McDonald’s logo te presenteren òp datzelfde McDonald’s logo. Zeker omdat het beeld ergens anders nog een keer terugkomt. Maar bij een foto van een vrouw in een nikab en een Chicago Bulls T-shirt dat vacuümgetrokken is rond basketbalsneakers, werkt het wel weer.

 

Eigen wereld

Lamrabat heeft zijn eigen wereld gecreëerd en heeft het Mousganistan genoemd. Het is een mix van de Arabische- en de Westerse cultuur. Niet zo gek: hij is in Marokko geboren en in België opgegroeid. In zijn stijlvorm lijkt hij vaak als eerste naar het masker of de gezichtsbedekking te grijpen. Ondanks dit uitgummen van identiteiten is er toch een drang naar erkenning voelbaar: ‘Wij doen er ook toe, wij zijn ook mensen.’

In zijn persbericht zegt Lamrabat dat hij hoopt een wereld geschapen te hebben waar iedereen vredig naast elkaar leeft, ongeacht hun afkomst of ambities. Toch valt het op dat er bijna geen andere volkeren dan Afrikanen geportretteerd zijn, los van een wit dikkig kind dat een soort duivelse hoorns op zijn hoofd heeft gebonden. Is het hoopvolle samenleven dan verzandt in het bekritiseren van de ene cultuur om de andere te verheerlijken? Nee, zo ver gaat het niet. Lamrabat is een geëngageerd kunstenaar, dat staat buiten kijf. De humor en de maatschappijkritiek zorgen ervoor dat het een expositie is waarbij je wegloopt met een bitterzoet gevoel. Iets positiefs, want net als alle goede maatschappijkritische kunst geeft het je stof tot nadenken.

 

De tentoonstelling Blessings from Mousganistan is nog te zien tot 16 oktober 2022 in het Foam fotografiemuseum Amsterdam

Muziek / Album

Nederpopupdate volume 13

recensie: Beachdog, Knight Area en The Space Age Travellers

In deze dertiende editie van de Nederpopupdate vliegen we werkelijk alle kanten op van het muzikale spectrum. We starten met Beachdog die een hoge drive hebben. Voor de stevige prog-muziek duiken we met Knight Area die hoek in De afronding vinden we in het spacy geluid van The Space Age Travellers.

Nederpop is een verzamelnaam waar we veel stijlen in onderkennen. Net zoals ons land een verzameling is van mensen met verschillende achtergronden uit diverse culturen. De popmuziek kent eenzelfde gevarieerdheid. Wel weten alle stijlen vaak te excelleren op het kwalitatieve en gevarieerde spectrum.

Beachdog Album cover Beachdog

Het debuut van Beachdog zal liefhebbers van bands als Foo Fighters zeer bevallen. Wie van Neerlandstrots DeWolff houdt moet zeker ook naar dit album eens luisteren. De drive van het album Beachdog is van een hoog niveau. Pas in de albumafsluiter gaat het gas er een beetje af.

De snerpende gitaren en de tegengrunge en grunten hangende zang van voorman David Achter de Molen (ex. John Goffey) teisteren je oren op een heerlijke manier. Het kwartet Beachdog weet de energie uit de boxen te laten spatten. Dit viertal zal de komende tijd best wel eens op menig openluchtfestival te horen kunnen zijn. Mochten ze nog geprogrammeerd zijn dan is voor iedere organisator een aanrader om de oren eens te spitsen voor deze band. De komende tijd staan ze alvast op Dauwpop, Vestrock en Jera on Air 2022. De opener van het festival seizoen Paaspop had natuurlijk weer de goede neus voor deze nieuwkomers.

De gedegen rock / punk / hardcore / grunge van deze uit Utrecht afkomstige band maakt muziek die we in Nederland nog niet aan een andere hedendaagse band kunnen toeschrijven. Wat dat betreft voldoen ze wellicht aan de behoeften.

Knight Area Album cover D-Day II The Final Chapter

Laten we maar meteen met de deur in huis vallen: D-Day II The Final Chapter is het sterkste album dat de progrock formatie Knight Area ooit maakte! Natuurlijk is het de opvolger van het in 2019 verschenen album D-Day dat verscheen rond het 75-jarig jubileum van onze bevrijding na de Tweede Wereldoorlog.

Wie dit tweede deel luistert komt al snel tot de conclusie dat het album staat als een huis. Zowel compositorisch past het als een warme jas en in de uitvoering stijgt de band Knight Area boven zichzelf uit. Dit tiende studioalbum van de band die debuteerde in 2004 is van een meesterlijke klasse die meteen de vraag doet opdoemen: wat kunnen ze hierna nog maken?

Eerst maar even genieten en stilstaan bij dit wapenfeit.

De vocalen van Jan Willem Ketelaars zijn een ware aanwinst voor de band en lijken op dit tweede album waarop Ketelaars zijn stembanden voor Knight Area doet klinken nog gloedvoller te klinken van op deel één.

Compositorisch en instrumentaal excelleert de band naar de hoogste versnelling waarbij de inspiratie rijkelijk heeft gevloeid, waardoor het album aanvoelt of het in een flow van euforie is opgenomen. Bij de laatste noten zal je vaak opnieuw op play drukken, als het album al niet op repeat is gezet.

The Space Age Travellers Album cover Satellite Shuffle

Het derde instrumentale album van The Space Age Travellers huist opnieuw ergens de easylistening, jazz en retro jaren vijftig/zestig stijl. BJ Baartmans is de centrale spil en het compositorische brein van band. Dit snarenwonder weet van elke soort gitaar het mooiste naar boven te halen. Het gitaarspel staat dan ook heel centraal op dit derde album dat de titel Satellite Shuffle mee kreeg.

Natuurlijk komt al snel naar boven als lezer of een instrumentaal album voldoende inhoud heeft om steeds te blijven boeien. Het gezelschap The Space Age Travellers heeft de gave om de luisteraar te binden tot de laatste noot van het album heeft geklonken. Dat mag op zich een prestatie genoemd worden.

De band bestaat naast BJ Baartmans uit Gerco Aerts op bas en Sjoerd van Bommel op drums die we natuurlijk in tal van andere bands terugvinden. Dat het trio elkaar ook goed weet aan te voelen, is absoluut hoorbaar in het geoliede spel. De virtuositeit van Baartmans gaat hand in hand met die van deze doorgewinterde enthousiaste muzikanten.

De mix van stijlen is dermate groot dat we ons geen moment hoeven te vervelen bij het beluisteren van Satellite Shuffle.

Kunst / Expo binnenland

Frankenstein in Japan

recensie: Tree and Soil - Robert Knoth en Antoinette de Jong
Tree and Soil ©Antoinette de Jong and Robert Knoth©Antoinette de Jong and Robert Knoth

Op 11 maart 2011 werd de regio Fukushima in Japan getroffen door een kernramp, veroorzaakt door een tsunami. Fotograaf Robert Knoth (1963) en journalist Antoinette de Jong (1964) bezochten Fukushima daarna meerdere keren. Ze maakten er foto’s, film- en geluidsopnames waarin de ingewikkelde relatie tussen mens en natuur centraal staat. In 2020 publiceerden ze het boek Tree and Soil. Nu is er een multimediale tentoonstelling rond hun project in Fotomuseum Den Haag.

Als blikvanger voor de expositie is een intrigerende foto gekozen. Een kleurrijke kiosk waar je ooit verfrissende drankjes uit de automaat kon halen, ligt er verlaten bij. De associatie met een schilderij van Edward Hopper dringt zich al snel op. Hopper schilderde in vergelijkbare tinten een tankstation in the middle of nowhere (Gas, 1940). De moderne spanning tussen menselijke beschaving en natuur is en blijft een boeiend thema. Extra ingewikkeld wordt het wanneer wij zelf de natuur ondermijnen. ‘In onze pogingen los te komen van de bedreigende natuur heeft de mens oncontroleerbare krachten gecreëerd, die even verwoestend kunnen zijn als de natuur zelf. De technologie komt als een boemerang bij de mens terug’, aldus een toelichting van Knoth en De Jong bij de expositie. Wat in Fukushima begon als natuurramp eindigde in een wetenschappelijke catastrofe. Het ontketende monster van dokter Frankenstein.

Multimediale ervaring

Het is jammer en ook wel een beetje vreemd dat de foto van de verlaten kiosk niet te zien is op de expositie. Maar goed, de tentoonstelling mikt op een ander soort ervaring. Het eerste dat er opvalt is een tweetal grote schermen waarop korte films met geluid worden geprojecteerd. Vanuit vaste camerahoeken worden opnamen van afwisselende landschappen getoond. Een bos vol vogelgeluiden, besneeuwde takken die langzaam bewegen in de regen, een aarden helling met stammen erboven, wisselende seizoenen …

Onderdeel van de expositie zijn ook vier vitrines, met daarin opengeslagen exemplaren van het boek Tree and Soil, en een opgehangen beschrijving van relevante Japanse karakters. Samen vertellen ze ons meer over de films. Goed om te weten is dat de karakters voor boom en aarde (‘tree and soil’) samen het Japanse woord Mori vormen, dat ‘bos’ betekent. Bomen symboliseren in het Shintoïsme het eeuwige proces van vernieuwing, de natuurlijke kringloop van afstervend groen dat weer de voedingsbodem voor nieuw leven vormt. De films verwijzen duidelijk naar deze traditionele natuurbeleving, de impressie van een trage levenscyclus is nooit ver weg. Maar tegelijk heb je als kijker steeds de recente kernramp in je hoofd. Wat betekent die ramp voor deze omgeving? Is alles wel wat het lijkt? Hoe zit het met die scheve paal met dat richtingbord daar? Komen hier nog mensen langs, op weg naar ‘Minamisoma City’?

Stof tot nadenken

Dat de natuur zelf ook slachtoffers maakt, wordt niet vergeten. Ze kan heel idyllisch zijn, maar ook angstaanjagend. Op de tentoonstelling hangen enkele reproducties van oude illustraties met halfdemonische wezens. De overweldigende en soms vernietigende kracht van de natuur maakt in Japan deel uit van het collectieve bewustzijn. Rampen als een tsunami, aardbeving, vulkaanuitbarsting of orkaan zijn er maar al te bekend.

Het mooie aan de multimediale tentoonstelling is dat de onderdelen elkaar versterken en samen veel stof tot nadenken opleveren. Op zichzelf ogen ze niet erg spectaculair, je kunt er snel aan voorbij lopen. Maar wie de tijd neemt, ontdekt dat ze fundamentele vragen oproepen over onze historische verhouding met de natuur.

 

14 musical
Theater / Voorstelling

Johan Cruijff Superster

recensie: 14 de musical
14 musical

Johan Cruijff, nummer 14, één van de grootste sporthelden die Nederland heeft gekend, heeft nu een eigen musical over zijn levensverhaal. Voetbal en musicals, gaat dat eigenlijk samen?

Als het publiek de zaal in loopt wordt het meteen warm ontvangen door een bandje dat de ene meezinger naar de andere zingt. De toon is gezet. Nog voor de musical begonnen is zingt iedereen al mee met verschillende Nederlandse en internationale klassiekers. De voetbalfan die zich misschien nog wat ongemakkelijk voelde in het theater, lijkt zich nu ook op zijn plek te voelen.

Dan komt Johan Cruijff (gespeeld door Tobias van Nierop) het toneel op lopen om ons uit te leggen dat we naar een musical over zijn leven kijken. Tobias zet Cruijff gelijk sterk neer, want zeker zijn stemgeluid is net Cruijf. Hij neemt het publiek mee door zijn levensverhaal en geeft er af en toe commentaar op. Zo zien we hem zijn eerste contract met Ajax sluiten, grote wedstrijden winnen, trouwen, stoppen met voetballen, opgelicht worden, weer verder gaan met voetballen tot dat er uiteindelijk een grote tijdsprong is naar zijn dood.

Voetbal en musical: een bijzondere combinatie

Met ‘You never walk alone’ zingen voetbalfans al decennia, zonder het te weten, een musicalliedje uit de musical Carousel. Toch lijkt de gemiddelde voetballiefhebber niets met musicals te hebben en vice versa. Desondanks gaan voetbal en musical best samen, zo was al te zien in All stars de musical (2018) en zo is dit nu ook te zien in 14 de musical.

De beste keuze is dat Johan Cruijff, de hoofdrolspeler, niet zingt en het publiek op een grappige en kritische manier meeneemt in het verhaal van zijn musical. Hij is kritisch op het genre musical, snapt er niet altijd wat van en voorziet het publiek van commentaar op zijn eigen leven. Het geeft de musical vaart en luchtigheid. En wie had nou een zingende Johan Cruijf geloofd?

JCS

De hoofdrol wordt met verve gespeeld door acteur Tobias Nierop, die vooral bekend is als tv-acteur. Hij zet een geloofwaardige Cruijf neer en dat doet hij vooral met zijn stem en accent. Hier valt of staat een biografische musical toch echt mee. In dit geval een erg goede casting.

De musical zit vol (muzikale en tekstuele) verwijzingen naar Jesus Christ Superstar, logisch want Cruijff is natuurlijk ook ‘JC’. Vooral in het begin ligt het er dik bovenop. Al zou dit misschien voorbijgaan aan de gemiddelde bezoeker van deze musical, maar aan ondergetekende gaan natuurlijk alle voetbalverwijzingen voorbij.

Het verhaal maakt grote tijdsprongen, maar is goed te volgen. Mede door de oude beelden die af en toe getoond worden, van onder andere oude voetbalwedstrijden. Cruijff wordt neergezet als een aandoenlijke superster die niet helemaal weet wat hij doet en die onder de plak zit bij zijn vrouw Danny (goed gespeeld door Myrthe Burger). Het samenspel tussen Danny en Johan zorgt regelmatig voor veel gelach en af en toe voor ontroering.

De musical is ook verfrissend, zo worden mannelijke of vrouwelijke ensemblerollen soms door acteurs van het andere geslacht gespeeld. Zo vertolken een aantal vrouwen ook mannenrollen in het elftal en speelt een man af en toe een vrouwenrolletje. Dit alles gaat heel natuurlijk.

Wat minder natuurlijk gaat zijn soms de toneelwisselingen of muziekovergangen. Soms komt een scene ‘uit het niets’ (zoals bij de verschillende reisscenes) en vraag ik me af of een decorwisseling echt nodig was. Het decor is minimaal, maar er wordt veel gewisseld. Wat centraal staat is de lopende band, die op een grappige en handige manier wordt ingezet. Een technisch hoogstandje is een voetballende Cruijff die in de lucht zweeft tussen de oude wedstrijdbeelden.

Nieuw theater in Leusden

14 de musical is de openingsvoorstelling voor een nieuw theater: het AFAS theater in Leusden. Dit theater is zeker het noemen waard, want het valt al op als je aan komt rijden. Het is een glazen koepel, die de aandacht trekt. Binnen in zijn de muren bekleed met (nep) groene planten en het theater straal luxe uit. Parkeren was ook nog nooit zo makkelijk onder het theater in een grote parkeergrage, die overdag vol staat met auto’s van werknemers van het softwarebedrijf AFAS. In de zaal zelf passen 850 mensen. Het theater ligt redelijk centraal, bij Amersfoort de snelweg af en je bent zo bij het theater in Leusden. Een mooie plek voor hopelijk nog vele andere theatershows.

Kortom, 14 de musical is een verrassende musical en heeft niet voor niets de eerste Musical Award voor Origineel Nederlandse Musical gewonnen. Het is een toegankelijke musical en zeker aan te raden, zeker aan voetbalfans. Een leuk uitje voor de voetbalfan of musicalfan, een fantastisch uitje voor die groep mensen die liefhebber is van beide!

Kunst / Expo buitenland

Aan de rand van het beeld: de zelfportretten van Vivian Maier

recensie: Bozar Brussel
Bozar BrusselWikimedia commons

De expo ‘Vivian Maier: Het zelfportret en zijn dubbel’ is een bevestiging voor al wie twijfelde aan de therapeutische en emancipatoire kracht van straatfotografie. Het is een herkenbare expo over eenzaamheid en zoeken naar verbinding waarvan je als bezoeker hoopt dat je er nog vaak naar terug kan keren. Helaas is de expo in Bozar tijdelijk, dus haast u nog voor 21 juli naar Brussel. 

De tentoonstelling is opgebouwd rond drie visuele thema’s in de negentig zelfportretten van Vivian Maier. In de eerste zaal wordt getoond hoe Maier zichzelf in haar beelden verwerkt door middel van haar schaduw. Soms vult haar schaduw bijna de volledige achtergrond van de foto. Dan weer bevindt ze zich, heel klein, in de benedenhoek van het beeld, als de verdwaalde duim van een klungelende fotograaf. De bevreemdende proporties en het oningevulde karakter van de fotografe geven de schaduwfoto’s iets van de esthetiek van de Film Noir.  

Vivian Maier

Vivian Maier, Self-Portrait, Chicago, IL, 1956

Eeuwige buitenstaander

Haar beelden zijn veel tegelijk: tijdsdocument, zelfportret, bewijs van haar fascinatie voor haar medemens en heel vaak humoristisch. Een voorbeeld van dat laatste is een foto van een vrouw die met krulspelden in ligt te bruinen op niet minder dan drie handdoeken tegelijk. Het beeld geeft op vrij komische wijze iets van de menselijke ijdelheid en territoriumdrift weer.  

Maier leek met haar zelfportretten geen perfectie te ambiëren; het zijn foto’s waarop onscherpe voorwerpen en mensen voorkomen en waarin het hoofdpersonage (de fotografe) zelden mooi in het midden van het beeldkader staat. Soms moet de toeschouwer zelfs even zoeken voor hij haar vindt in het beeld. 

De tweede en derde zaal focussen respectievelijk op de reflectie (in spiegelende, niet zelden misvormende oppervlakken die ze op straat passeert) en spiegels. De weerspiegeling in haar beelden – bijvoorbeeld in winkelruiten en ramen van kapperszaken – vertolken op visuele wijze het gevoel van een buitenstaander die naar binnen kijkt. 

Het onzichtbare zichtbaar maken

De begeleidende teksten in het museum verwijzen naar Maiers pogingen om het onzichtbare zichtbaar te maken – een interessante interpretatie, zowel op persoonlijk als op socio-economisch vlak (Maier werkte twintig jaar lang als kindermeisje bij een welgestelde familie). Deze benadering van haar werk legt bovendien een paradox bloot. Enerzijds kan men vermoeden dat het in de jaren vijftig en zestig extreem zichtbaar was wanneer iemand op straat foto’s van zichzelf stond te nemen. Tenslotte was de (zelf)portrettering nog lang niet zo alomtegenwoordig als vandaag.  

Anderzijds lijken de mensen rondom de fotografe ongestoord verder te gaan met hun bezigheden, alsof zij er niet is. Een frappant voorbeeld is hoe ze op het strand ongestoord een zonnebadende vrouw in bikini kan fotograferen. Zelf staat ze, als schaduw, met rok en hoed op de foto. Het gemak waarmee haar medemensen Maiers spiedende oog negeerden bevestigt haar spookachtige bestaan.  

De wereld begrijpen via de ander

In de laatste zaal zien we enkele video’s waarin Maier de lens expliciet op anderen richt en zichzelf buiten beeld houdt. Haar camera wijkt in ‘Chicago Street Scenes’ (1965) soms af naar een winkelruit, maar we krijgen haar nooit te zien. Je vraagt je af wat ze probeert te begrijpen, wat ze van die mensen wil leren door hen in al hun ongestoorde alledaagsheid te observeren. 

Naast de video’s hangen in deze laatste zaal ook enkele foto’s van Maier die niet door haar zelf werden genomen. Hoewel ze al eerder experimenteerde met het onzichtbaar maken van haar camera door slim werk met hoeken en spiegels, zien we haar pas hier in haar geheel, vanop een afstand gefotografeerd. Het is dan ook bevreemdend en kwetsbaar om haar in een badpak op een zandstrand te zien zitten, niet langer de regisseur van de foto. Bovendien rijst zo de biografische vraag of deze schijnbaar zeer eenzame vrouw dan toch iemand in haar leven had die ze voldoende vertrouwde om haar op deze manier vast te leggen. 

De selfie: meer eenzaamheid dan zelfobsessie

De zelfportretten en fotografie van Vivian Maier ontroeren: haar pogingen om haar eenzaamheid te doorbreken en door te dringen tot de wereld van de ander zijn misschien wel actueler dan ooit. Ook haar technieken om zichzelf in haar beelden te verwerken, die toentertijd absoluut vernieuwend waren, blijven vandaag overeind. Maier had wellicht niet kunnen bevroeden een voorloper te worden van het universele fenomeen dat de selfie vandaag is. Deze expo daagt uit om dat vermeende narcisme eens in een ander, meer herkenbaar en menselijk daglicht te plaatsen. 

De tentoonstelling in Bozar toont slechts enkele kanten van de veelzijdige fotografe die Vivian Maier was. Dankzij de beperkte selectie en de focus op zwart-wit fotografie komen Maiers zelfportretten bijzonder goed uit de verf. En dan is het nu vooral in spanning afwachten tot er een volgende tentoonstelling van haar werk komt. 

Boeken / Non-fictie

Corruptie schuilt in een klein hoekje

recensie: RECENSIE: Brian Klaas - Macht
SchaakwedstrijdPixabay

De ondertitel van Macht vat de koe bij de hoorns: ‘Waarom de verkeerde mensen het vaak voor het zeggen hebben en hoe het anders kan.’ Professor internationale politiek Brian Klaas interviewde honderden (gewezen) machthebbers en weet inmiddels waar het vaak fout gaat.

We kennen allemaal wel een omhooggevallen (of: zelfverklaarde) leider die ondanks zijn overduidelijke incompetentie vrijuit zijn gang kan gaan. Eén van de redenen waarom tv-serie The Office zo’n succes is, schuilt in de herkenbare onbekwaamheid van manager David Brent/Michael Scott. Een eigenschap die ons niet vreemd voor komt, omdat we het allemaal wel al een keer hebben gezien. In zijn boek Macht onderzoekt Brian Klaas uitgebreid dit fenomeen. Al zijn de sujetten waarmee hij sprak van een andere orde: CEO’s, dictators, rebellen, filantropen en sekteleiders. Hun ervaringen dienen als sprekende voorbeelden bij de theorieën en onderzoeken die Klaas aanhaalt in zijn zoektocht naar de oorsprong van corruptie.

Nature vs nurture

Op de vraag waarom zo veel machthebbers slecht en corrupt zijn, bestaat geen eenduidig antwoord. Sommige mensen zijn nu eenmaal slecht en weten aan macht te komen dankzij hun sluwheid. Maar macht verleidt ook mensen met een schoon geweten. Klaas illustreert aan de hand van frappante voorbeelden hoe macht anderen weet aan te zetten tot corruptie.

Sprekend is het voorbeeld van de VN-afgezanten die in New York gezeteld zijn. De diplomaten en hun families genieten diplomatieke onschendbaarheid, wat lange tijd betekende dat ze geen parkeerboetes konden krijgen. Wat bleek? Diplomaten van Zweden, Noorwegen en Japan overtraden geen parkeerregels, ook al zouden ze er dus mee wegkomen.

Diplomaten van landen met een cultuur van corruptie daarentegen maakten gretig misbruik van hun onschendbaarheid. De diplomaten uit Koeweit spanden de kroon met gemiddeld 249 (!) parkeerboetes per diplomaat. Tot zover weinig verrassends. Fascinerend is vooral de tweede constatering: diplomaten uit landen met weinig tot geen corruptie parkeren vaker illegaal naarmate ze langer in New York woonden. Ze raakten dus gewend aan hun omgeving en werden verleid het gedrag van hun collega’s te kopiëren. Een simpel voorbeeld van een groter probleem: corruptie is niet per se iets wat wel of niet in je aard ligt, het is ook situationeel en schuilt soms in een klein hoekje.

Roulatie

Zoals de ondertitel belooft, laat Klaas niet enkel zien wat er vaak misgaat bij huidige machtsverstrekking. De laatste hoofdstukken wijdt hij aan de belangrijkste lessen die hij heeft geleerd over het indammen van macht. Zo is roulatie om verschillende redenen belangrijk. Een klein team kan bijvoorbeeld niet succesvol samenspannen wanneer het voortdurend van samenstelling verandert.

Een minder voor de hand liggende reden waarom roulatie belangrijk is, is het zogeheten Peter Principle. Deze theorie houdt in dat mensen opklimmen tot het niveau waarop ze niet goed meer functioneren. De motivatie voor correct gedrag valt weg, de werkzaamheden stagneren en dat is het punt waarop corruptie op de loer ligt. Ook hier is de oplossing om mensen regelmatig een nieuw takenpakket te geven, waardoor ze Peter’s Plateau ontlopen.

Macht is zeker niet het eerste boek over het onderwerp, maar uniek is wel hoe Klaas de complexiteit ervan op een toegankelijke manier presenteert. De grote hoeveelheid anekdotes illustreren de theorie en maken Macht tot een toegankelijke introductie op het onderwerp. Verplichte kost voor wie beter wil begrijpen waarom de wereld is ingericht zoals die is én voor wie hem graag anders zou zien.

De Jongen en de Hond - Seishu Hase
Boeken / Fictie

Een twijfelachtig sprookje

recensie: De jongen en de hond – Seishu Hase
De Jongen en de Hond - Seishu Hase

Na de tsunami van 2011 in het Japanse Fukushima duikt er een verlaten, vermagerde Duitse herdershond op in het noordoosten van Japan. In De jongen en de hond vertelt auteur Seishu Hase het verhaal van deze hond en de zoektocht naar zijn baasje. Hoewel het decor alles in zich heeft voor een sterk plot, is het boek te kinderlijk om serieus te nemen.

Zes maanden na de aardbeving in 2011, die resulteerde in een tsunami, verkeert Japan nog steeds in een noodtoestand. Burgers hebben huis en haard verlaten, huisdieren en hun baasjes zijn door de ramp van elkaar gescheiden. Dat laatste is ook het lot van de Duitse herdershond die opduikt in Fukushima.

De zoektocht van de hond naar zijn baasje, begint op een parkeerterrein in Fukushima. Hij wordt opgemerkt door een forens genaamd Kazumasa, die toevallig stopt bij het tankstation om eten te halen op weg naar werk. Kazumasa besluit de hond mee te nemen. Hij noemt hem Tamon en gaat voor hem zorgen. Als Kazumasa met de Duitse herder naar buiten wil, merkt hij dat de viervoeter alleen maar richting het zuiden wil wandelen. Ook in de auto is de blik van de hond altijd naar het zuiden gericht.

Dan raakt Kazumasa verwikkelt in een overval. Hij verliest de hond aan de dief die de roof pleegt. Miguel, de dief, loopt steekwonden op tijdens de overval en ziet de herdershond als zijn beschermengel. Ook Miguel merkt dat Tamon op het zuiden gefocust is: “Tamon keek Miguel niet eens aan. Gericht op het zuiden, de ogen tot spleetjes geknepen, snoof hij intens een geur op.” Miguel besluit de hond te laten gaan. De viervoeter kan zijn weg vervolgen naar zijn echte baasje.

Kinderlijk en onrealistisch

De schrijfstijl in combinatie met de verhaallijn maken het boek voorspelbaar, bijna kinderlijk, en onrealistisch. Hoe werkelijk is het dat een verdwaalde hond zelf weet dat hij naar het zuiden moet om zijn baasje terug te vinden? De Duitse herder in deze roman is ervan overtuigd, maar of de lezer er ook zo over denkt, valt te betwisten.

Daarnaast verbindt Hase de zinnen heel droog met elkaar, waardoor het verhaal niet tot leven komt. Zo begint een nieuwe passage in het boek als volgt:

“Langs een andere route dan de vorige keer kwamen ze aan bij de rivier de Natori. Langs een weg met aan weerszijde akkers liepen ze door tot vlak bij de rivier. Aan de oever van de rivier was een parkje waar bankjes stonden.”

Al met al komt De jongen en de hond tekort op alle vlakken. Het boek gebruikt de historische ramp onvoldoende om het verhaal handen en voeten te geven.

Hase probeert wel verscheidene keren om de historische gebeurtenis rondom de aardbeving mee te nemen in het verhaal, maar dat komt niet lekker uit de verf. Het doet de rampzalige situatie van destijds weinig eer aan.

In plaats daarvan kiest Hase voor een onwerkelijke verhaallijn van een Duitse herder die stad en land afreist op zoek naar zijn baasje. Dat zou an sich nog een goede roman kunnen zijn, maar niet als het zo sprookjesachtig en onrealistisch is neergezet als hier.