Boeken / Non-fictie

Levensweg voor twintigers

recensie: Birte Schohaus en Marijke de Vries - De wereld aan je voeten

De twintiger van nu heeft het niet gemakkelijk. Van alles is te veel en ze lijken nooit genoeg te hebben. Carrière, relaties, toekomstplannen, en steeds vaker knaagt de vraag: ‘Is dít het nou?’ Bindingsangst en stress liggen constant op de loer. In De wereld aan je voeten geven twintigers Birte Schohaus en Marijke de Vries de ‘gelukkige’ illusies van de opgroeiende adolescent een apk.

In zeven hoofdstukken passeren de ‘mythes’ van de huidige twintiger de revue. Hierbij komt niet alleen de twintiger zelf ruim aan het woord, maar wordt ook aandacht besteed aan vele onderzoeken van hedendaagse wetenschappers, zoals de psychoanalyticus Paul Verhaeghe en de sociologen Zygmunt Bauman en Ulrich Beck. Op deze manier wordt het tijdperk zoals dat beleefd wordt door de (hoogopgeleide) twintiger breed uitgelicht.

I-llusie en I-dentity
Waar vroeger je baan je identiteit vormde, mede doordat je een contract voor lange tijd kreeg, hopt de huidige generatie jongeren van baan naar baan. Werk bepaalt aldus in mindere mate de identiteit en het buzzword flexibiliteit is eigen aan de jonge generatie. Mede in dit verband spreekt Zygmunt Bauman van een liquid society. Identiteit vormt zich in wisselwerking met de omgeving. Binnen deze omgeving, vol hippe trends, ligt de zoektocht van de twintiger hoe zich te onderscheiden. Deze zoektocht komt aan bod in het hoofdstuk over authenticiteit. Dat hoofdstuk geeft met zijn wirwar aan keuzemogelijkheden en het eeuwige vergelijken bijna voelbaar weer hoe vermoeiend het leven van de twintiger kan zijn. Een vermoeidheid die treffend wordt gevat in een citaat van Maarten Doorman: ‘Leuk is dus altijd geweest of komt nog, nooit in het nu.’ 

Paradox van de oplossing
Een snelle oplossing van alle onzekerheden waar de twintiger mee te maken krijgt, geeft het boek niet. Gelukkig maar, er zijn al zo veel zelfhulpboeken en ook de huidige trend in de psychotherapie is oplossingsgericht. De oplossingsgerichte methode houdt er een te optimistisch beeld op na. Wanneer de twintiger daarna alsnog faalt (en die kans is zeer aanwezig), dan is hij helemaal het sukkeltje. Zo voert de oplossing op korte termijn de verdwaalde twintiger eigenlijk nog verder het moeras in. Of zoals de auteurs het stellen:

Door het maakbaarheidsdenken in onze op oplossingen gerichte maatschappij is er geen gelegenheid en tijd meer om een dergelijke crisis gewoon uit te zitten, waardoor deze juist wordt uitvergroot.

Snelheid
Veel fenomenen van deze tijd komen langs, en al vrij aan het begin spreken de auteurs van ‘hoe sneller het leven verandert, hoe sneller ook de factoren veranderen die onze identiteit en de invulling van het leven bepalen’. Die snelheid komt ook terug in het boek. Daarmee gaan Schohaus en De Vries hier en daar voorbij aan nadere verdieping. Zo wordt in het hoofdstuk ‘Allemaal winnaars – wat als het niet lukt’ een analyse gegeven van het neoliberale discours dat nu dominant is. Aangestipt wordt dat de twintiger perfectionist en daarmee ook faalangstig is, dat we voortdurend in concurrentie met elkaar staan en dat het er uiteindelijk omgaat dat ze voortdurend de competitie met elkaar aangaan. Aan welke gevolgen dit heeft, wordt slechts kort aandacht besteed. Wil je hier dieper op ingaan, dan zul je toch bij Paul Verhaeghe moeten aankloppen.

Zo geeft dit boek een globale analyse van de belevingswereld van de twintiger met daarbij referenties voor verdieping. Voor zowel twintigers als hun ouders biedt dit boek een verklaring voor de ontstane kloof tussen jong en oud. Het is te hopen dat er na de laatste zin nog wat tijd voor bezinning overblijft, alvorens de lezer zich – reeds verlangend – wederom verliest in smartphones, hunkerend op zoek naar bestaansrecht via WhatsApp en sms.

Boeken / Fictie

Een lonkende hoer wordt nooit de jouwe

recensie: Ilja Leonard Pfeijffer - La Superba

.

La Superba – de hoogmoedige, zoals Genua ook genoemd wordt – is de ideale plek voor Pfeijffer, die de laatste jaren tot zijn eigen verbazing constateerde ‘in Nederland geen pen meer op papier te hoeven zetten om mijn beroemdheid te consumeren’. Terug naar de basis dus, naar een nieuwe wereld om de zinnen te prikkelen. En de pen weer op te pakken.

Pfeijffer plaatst zijn hoofdpersoon, die eveneens Ilja Leonard Pfeijffer heet maar niet dezelfde is, in het labyrint van donkere stegen in het Centro Storico van Genua. Zo kan de schrijver ontspannen achterover leunen en zonder enige autobiografische druk zich naar hartenlust wentelen in de werkelijkheid en vooral in de verbeelding die deze opzet hem biedt.

Vrouwenbeen
De fictie doet hem meteen met de deur in huis vallen. Als hij op een nacht behoorlijk beneveld de weg naar huis zoekt, vindt hij een vrouwenbeen op straat. Een opwindende aangelegenheid waarbij Pfeijffer niet schroomt er zijn verhitte fantasie op los te laten en deze intimiteit te besluiten met ‘een flinke kledder van mijn sperma op een geamputeerd vrouwenbeen.’ Even later wordt deze scene ontdaan van haar bizarre realiteit door de omkering van het standpunt van de schrijver:

Als ik deze notities die ik jou met enige regelmaat stuur, ooit zou omwerken tot een roman, zou ik dat beschamende gehannes met het been natuurlijk verzwijgen. Dat blijft tussen ons, goede vriend, dat begrijp je.

Het volgende moment zit de luxe-immigrant weer op zijn vaste plek op het terras, drinkt zijn zoveelste negroni, observeert de voorbijgangers en laat zijn gedachten de vrije loop over de Italiaanse ziel. Dat mannen niet kunnen koken, maar wel precies weten hoe het moet smaken. Dat de kerk heilig is maar het voetbal op zondagmiddag nog veel heiliger. En natuurlijk het gegeven dat familie altijd bovenaan staat met moeder-de-vrouw als allesoverheersende Madonna. Vervolgens staat hij zichzelf toe verliefd te worden op de aantrekkelijke serveerster – het mooiste meisje van Genua – van zijn vaste hang-out.

Wereld der beweging
Het zijn de brutale perspectiefwisselingen die La Superba tot een frisse en dynamische roman maken. De schrijver weet snel te schakelen tussen zijn fantasie, zijn dagelijkse bezigheden en de visionaire invallen die hem bij tijd en wijle bezoeken. De ontmoeting met Rashid, de Marokkaanse rozenverkoper en het levensverhaal van Djibi, de Senegalese bootvluchteling zorgen voor een gevoel van verbondenheid: we zijn allemaal in Genua op zoek naar een beter leven en tegelijk beseffen we nooit meer terug naar huis te kunnen. ‘Niemand van ons heeft de moed om als eerste toe te geven dat het een sprookje is’.

Het decor van deze rauwe realiteit wordt gevormd door een terugblik op de massale emigratie van Italianen aan het einde van de negentiende eeuw naar het beloofde land Amerika. En ook een nogal fantasievolle oprisping over de Europese kruisridders die, op weg naar Jeruzalem, massaal scheep gingen in Genua. Pfeijffer knoopt alle verhalen gewiekst aan elkaar en maakt Genua tot het centrum van de wereld der beweging. Hij zoekt historisch tegenwicht in de confrontatie met de miserabele omstandigheden van de moderne gelukszoekers waar hij dagelijks in rondwandelt.

Absurdistische wending
Naast zijn eigen morbide fantasieën en romantische verwikkelingen is Pfeijffer vooral bezig zijn draai te vinden in de Italiaanse havenstad. Dat gaat niet zonder slag of stoot, getuige zijn confrontatie met de plaatselijke maffia en de pogingen iets gedaan te krijgen in de ambtelijke molen. In een absurdistische wending gaat het personage van de schrijver uiteindelijk dramatisch ten onder in zijn eigen verbeelding. Deze briljant gecomponeerde roman toont La Superba net zoals de verleidelijke hoeren in de donkere stegen van het Centro Storico:

Ze zeggen dingen tegen mij als ‘amore’. Ze zeggen dat ze van mij houden en dat ze willen dat ik bij hen kom. Ik zou niet weten hoe ik een van hen zou kunnen overleven.

Boeken / Fictie

DichtSlamRap jubileert

recensie: Diverse auteurs - DichtSlamRap 2013

.

Elk jaar een bloemlezing van de beste inzendingen, met posterontwerpen van SintLucas-studenten. Het gelijknamige, in Boxtel gesitueerde Poetry Slam bracht negenmaal eerder een bundel uit.

Orpheus
In deze jubileumuitgave zijn niet alleen gedichten van de deelnemers van 2013 opgenomen, maar ook bijdragen van eerdere DichtSlamRap-winnaars. Daarnaast drie stukken over de slamwedstrijd door twee juryvoorzitters, onder wie oud-wethouder van Boxtel Anton van Aert. Ook is de dichter Victor Vroomkoning in de bundel te vinden, betrokkene van het eerste uur.

Vroomkoning schrijft in een korte terugblik over hoe het deelnemersaantal vanaf de eerste wedstrijd in 2002 zich ontwikkelde. Slechts twee dichters stonden toen voor de driekoppige jury. Dat verhinderde niet dat de wedstrijd uitgroeide tot een volume dat volwaardige bloemlezingen kan opleveren. De DichtSlamRap kreeg zelfs een Zilveren Kei, de culturele prijs van de gemeente Boxtel. Met zijn eigen dichterlijke bijdrage weet Vroomkoning de aantrekkingskracht van voordrachtswedstrijden mooi te verbeelden:

Orpheus

Is er een meisje in de zaal?
Een meisje heeft haar spraak
verloren. De jonge god die zij
aanbid, voor wie zij op haar
knieën lag, heeft haar verlamd.
Gevreesd wordt voor haar hart.

Dringend verlangd: een zanger
die de woorden op haar lippen
legt waarmee zij aan het god-
delijke raakt. Wie leent zijn
stem, beweegt haar tong, redt
haar uit het Rijk der Lammen,
want lief is zij en mooi maar
buiten zinnen. Wie redt haar
ziel, laat haar beminnen?

Diversiteit

Juryleden Maarten Gulden, Marcel Linssen en Acg Vianen (foto: DichtSlamRap)

Juryleden Maarten Gulden, Marcel Linssen en Acg Vianen (foto: DichtSlamRap)

Zoals eerder gezegd zijn in het kader van het jubileum ook eerdere winnaars opgenomen, onder wie Acg Vianen – tegenwoordig juryvoorzitter van de DichtSlamRap –, Sieger Baljon en de Vlaming Jee Kast. Ook Nadine Ancher, Martin M. Aert de Jong en John Schoorl droegen bij. Die laatste komt met zijn prozagedicht één bladzijde na een gedicht dat haast zo mager is als een gedicht van Jan Arends, geschreven door iemand die onder de naam ‘Robin’ in de bundel kwam.

Het toont de diversiteit van de bloemlezing, die overigens evenwichtiger is dan vorig jaar. Het niveau is hoger: minder gemeenplaatsen, minder geforceerd taalgebruik. Is de DichtSlamRap met tien bloemlezingen volwassen geworden? De populariteit van de wedstrijd steeg en hoe groter het aanbod, hoe scherper een jury keuzes kan maken.

Talentontwikkeling
Dichten doe je vanuit het hart en voor wie nog niet zo ver is dat een eigen bundel in het verschiet ligt, is de publicatie in de bloemlezing een enorme stimulans. DichtSlamRap heeft bijgedragen aan talentontwikkeling. Denk aan Arnoud Rigter met zijn grafische gedichten of Ellen Deckwitz die met haar debuut de C. Buddingh’-prijs won. Of aan de dit jaar met het beeldende Papieren veulens gedebuteerde Hanneke van Eijken. Het zijn dichters die sinds hun deelname stuk voor stuk opmerkelijk sterke bundels gepubliceerd hebben.

Boeken / Kunstboek

Li Wei, Torbjørn Rødland en Wolfgang Tillmans

recensie: Luchtige fotografie

.

Op de brutale foto’s van Li Wei zie je mensen vliegen. Het is een van drie luchtige fotografische series die met realiteit spelen. In de drie fotoboeken, met werk van Wolfgang Tillmans, Torbjørn Rødland, en Li Wei, voeren speelsheid en onbevangenheid de boventoon. 

Wolfgang Tillmans doet dat met straattaferelen van over de hele wereld, Torbjørn Rødland, daarentegen, houdt het klein en huiselijk. Hij maakt plagerige portretjes van mensen in alledaagse omgeving. Li Wei’s dramaturgie is een spel met hoogtevrees en heldhaftigheid. Een man vliegt uit het raam van een flat. Hangend ver boven de drukke snelweg grijpt een jongen zich vast aan handen die veilig binnen staan.

Li hangt zijn hoofdrolspeler in de lucht met alle mogelijke heroïek en fotografische stunts. Niet altijd lijkt het goed af te lopen, maar spannend is het wel. Onder de overmoedigheid en baldadigheid van Li zit kritiek op de Chinese maatschappij verborgen. Even hangt het in de lucht, maar het lichaam gaat snel na de opname ten onder in de eigen overmoed, zo lijkt het.

Niet alleen moet de maatschappij het ontgelden, ook de liefde wordt aan de kaak gesteld. Dit alles met een heel aanstekelijke ironische toon. Li lijkt nuchter te constateren dat liefde vooral veel beperkingen oplegt en opent de aanval op de kritische Chinese vrouw. De man moet het maar verduren, hij wordt lukraak de lucht in geslingerd, hangt er onhandig bij in de opvoeding of wordt als pijl afgeschoten. Het is echt heel heldhaftig om er dan nog voor te kiezen om met een vrouw op de rug door het leven te vliegen.

~

Enthousiaste sensuele fantasie


Torbjørn Rødland’s serie Vanilla Partner is speels, en soms baldadig, op een intiemere manier. Zijn modellen moeten het ontgelden met allerhande troep op hun lichaam en onflatteuze poses. Worsten, stroop en markerstrepen zijn de grondstoffen voor zijn speelsheid. Zijn portretten zijn altijd kleurrijk en hebben een vrolijke sensualiteit. Soft-BDSM die erg vanille proeft dus.

In de serie lijkt het of Rødland opgewonden giechelt met zijn modellen. Enthousiast legt hij zijn rijke fantasie als een spelletje vast. Een enkele keer komt dit goedkoop over, toch is meestal het tastbare resultaat niet pervers maar vertederend. Gelaten ondergaan de geportretteerden kleine vernederingen als alledaagse plagerijtjes. Dit maakt de Vanilla Partner serie zo prikkelend, elke foto biedt de kans op een vrolijke, intieme uitwisseling tussen de persoon op de foto en de kijker.

~

Leven onder de sterrenhemel


Wolfgang Tillmans, met zijn onbevangen documentaire stijl, reist in zijn nieuwste publicatie Neue Welt rond de wereld. Deze keer staat de leefomgeving van de mensen die hij fotografeert nog meer centraal dan in eerdere series. Stedelijke omgeving wisselt hij af met natuur. Het leven in onder meer Ethiopië, Papua, India, Haïti, China, Chili en Dubai wordt in beeld gebracht. Het vormt een serie die een momentopname van het leven op onze planeet zelf is. Alles onder de sterrenhemel lijkt hetzelfde, maar is toch overal net anders.

De nieuwe wereld van Tillmans is een lauw exotisch avontuurtje. Hij weet in de serie niet zijn stempel te drukken zoals hij dat in zijn eerdere werk wel kon. Hierin fotografeerde hij vooral vrienden en door zijn intieme betrokkenheid maakte hij met onder andere Burg een monument voor de subcultuur van de jaren 90. De eerlijke blik van de fotograaf maakte die serie tot een rauwe poëtische ode aan zijn vrienden en sociale omgeving. 

Tillmans die de wijde wereld intrekt, is minder op z’n plaats. Het is een reis die de veelzijdigheid van de wereld als een geheel laat zien, met alle kleurigheid van dien. Doordat hij maar kort op de plaatsen waar hij fotografeert is, dringt hij helaas niet diep door in de cultuur. Er zit daardoor weinig bijzonders in de kiekjes die een luchtig beeld van onze planeet geven. Zijn Neue Welt is een plaats waar wereldburgers al jaren vertoeven.  

Larys Frogier • Li Wei • Actes Sud • 4,5 sterren • 72 pagina’s • 19 euro • ISBN 978-2-330-00543-6

Torbjørn Rødland • Vanilla Partner • MACK Books • 3 sterren • 158 pagina’s • 40 euro • ISBN 978-1-907946-31-8

Wolfgang Tillmans • Neue Welt • TASCHEN • 2,5 sterren • 216 pagina’s • 29,99 euro • ISBN 978-3-8365-3974-6

 

Film / Films

Karakterloze filmhelden van weleer

recensie: Stand Up Guys

.

Het verhaal begint met Valentine (Al Pacino) die na 28 jaar gevangenisstraf vrij komt. Zijn inmiddels gepensioneerde maat Doc (Christoper Walken) staat klaar om hem op te pikken. De twee kennen elkaar van vroeger, toen ze als gangsters samenwerkten. Na een mislukte klus, die ze met enkele anderen uitvoerden, nam Valentine de schuld op zich. Hij zat zijn tijd uit en verlinkte geen van de betrokkenen. Ondanks zijn loyaliteit wil gangsterbaas Claphands (Mark Margolis) dat hij wordt vermoord, omdat hij Valentine verantwoordelijk houdt voor de dood van zijn enige zoon. Valentine heeft tot tien uur de volgende ochtend om zijn laatste wensen te vervullen voordat Doc, gechanteerd door Claphands, hem zal doden. Omdat Valentine zijn oude vriendengroep wil herenigen, nemen hij en Doc hun oude partner Hirsch (Alan Arkin) mee voor een laatste wilde nacht.

Vergane glorie

~

Stand Up Guys gaat over een stel eenzame en emotioneel kwetsbare mannen op leeftijd die de jeugdigheid uit hun hoogtijdagen proberen terug te winnen. Valentine wil direct na zijn vrijlating niets anders doen dan feesten. Enkele uren vol drank, drugs en seks later bekent hij in een melancholische bui dat Doc zijn enige nog overgebleven vriend is. Doc, die alleen woont in een krottig appartement en zijn dagen slijt met het kijken van kabeltelevisie en het maken van schilderijen, zoekt voor gezelschap iedere dag zijn toevlucht tot een lokaal eetcafé waar hij een praatje maakt met de serveerster Alex (Addison Timlin). Hun samenkomst met Hirsch, die een teruggetrokken bestaan leidt in een bejaardencomplex, verzacht de spanningen tussen Valentine en Doc enigszins. 

De verschijning van Arkins personage is een leuke bijkomstigheid, maar de film wordt grotendeels gedragen door Walken en Pacino, die desalniettemin ook geen overtuigende rollen weten neer te zetten. De twee doen nauwelijks hun best om van het magere script, dat door Noah Haidle geschreven werd, nog iets te maken. Daarnaast is de humor in deze misdaadkomedie ver te zoeken. Hinderlijke dialogen en flauwe, uitgekauwde grappen passeren wel regelmatig de revue. Zoals de scène met Valentine die ‘hem’ bij een bezoek aan een prostituee niet omhoog krijgt en daarom zoveel viagrapillen inneemt dat hij met een onophoudelijke erectie in het ziekenhuis belandt, waar hij (hoe toevallig!) wordt verpleegd door de dochter van Hirsch.

Pijnlijke momenten

~

Naast een aantal behoorlijk ongeloofwaardige taferelen – wat te denken van Hirsch die het ene moment nog aan de zuurstof ligt weg te kwijnen in een rusthuis en vijf minuten later als chauffeur van een gestolen auto verwikkeld is in een wilde politieachtervolging – verzandt Stand Up Guys bij tijd en wijle ook nog in goedkoop sentiment. Zo durft Doc niet te vertellen dat Alex zijn kleindochter is en pinkt Valentine een traantje weg omdat hij niet lang meer heeft te leven, terwijl het voor de toeschouwer al lang duidelijk is dat Doc zijn oude kompaan niet zal ombrengen. De filmpremisse biedt daarom ook geen enkele spanning.

Tenenkrommend slecht is Stand Up Guys nog niet, maar de film is op alle fronten vrij vlak en het verhaal stelt evenals het acteerwerk teleur, om over de ongerijmde slotscène nog maar te zwijgen. Bovendien is het zichtbaar dat Stevens als regisseur de ervaring ontbeert om de film de stijl en flair te geven die het nodig heeft. Bewonderaars van de bovengenoemde acteurs kunnen beter een klassieker opzetten waarin deze heren wél laten zien hoe het kan en moet.

Boeken / Fictie

Wat ga je van je leven maken?

recensie: Thomas Verbogt - Kleur van geluk

Soms zijn er boeken waar je niet veel over kunt en wilt zeggen. Kleur van geluk is zo’n werk, waar je als lezer in eerste instantie snel doorheen gaat, maar waar de woorden voor een goede beschrijving tekortschieten.

Het oeuvre van Thomas Verbogt (hij debuteerde in 1981) wordt gekenmerkt door zowel een lichte als een melancholieke toon. Hij beschrijft met filmische beelden prachtige, lichtelijk trieste en toch ook komische situaties. Zijn laatste boek, Kleur van geluk, past in dit rijtje thuis. Flashbacks wisselen af met gedachtestromen van het hoofdpersonage, die op de vooravond van zijn zestigste verjaardag zijn leven herevalueert.

Een wandeling door het leven
Wat ga je van je leven maken?‘ Als hét lekkere ding van zijn middelbare school deze vraag aan Daniël Timmer (voor vrienden DT) stelt, blijkt hij vooral verbaasd over het feit dat het meisje überhaupt tegen hem praat. Toch blijft deze in eerste instantie triviale vraag steeds bij DT terugkomen en vormt deze een leidraad door het boek. Tegen de tijd dat hij zestig wordt, gaat hij op zoek naar het antwoord en kijkt hij daarvoor terug op zijn leven. Als een wandelaar verkent hij zijn jeugd, adolescentie en alles wat daarna kwam.

Zo blikt Daniël Timmer terug op zijn relatie met een veel oudere vrouw, beschrijft hij zijn angst in het heden voor de langzame aftakeling van zijn oude moeder, vertelt hij over het verlies van een goede vriend en de relatie met zijn jeugdvriendin. De melancholie die aan het terugblikken op iemands leven verbonden zit, verandert Verbogt niet in een ziekelijke hang naar het verleden. Daniël Timmer maakt een optelsom, schikt zijn herinneringen en zoekt naar een verbindende factor.

De tweede laag
De sterke en geestige beschrijvingen van gebeurtenissen en gevoelens in het leven van de hoofdpersoon zijn maar het topje van de ijsberg. Achter deze scènes ligt namelijk een groter verhaal verborgen. De nieuwste roman van Verbogt draait om de vraag: Hoe dien je om te gaan met het leven en de gelukkige en ongelukkige momenten erin? De auteur vertelt een liefdesgeschiedenis, beschrijft een relatie tussen zoon en moeder en behandelt het verdriet van een man die een goede vriend verloren heeft. Al deze elementen geven Kleur van geluk jus. Maar het zijn de zinnen, de gedachtes en de zoektocht naar het antwoord op de grote levensvragen die het boek maken tot wat het is: een filmische en bijna filosofische terugblik van een man van middelbare leeftijd op het deel van zijn leven dat tot het verleden behoort, zoekend naar de kleur van geluk. 

Film / Films

Eigenzinnig, gelaagd en bewonderenswaardig

recensie: Hannah Arendt

Een film over een politieke filosoof en haar ideeën, waag je er maar eens aan. Margarethe von Trotta liet al eerder zien dat ze de kunst van de biografische film in de vingers heeft met Rosa Luxemburg (1986) en Hildegard von Bingen (2009). Met haar zojuist afgeleverde Hannah Arendt onderstreept ze haar gave. Met nadruk.

~

Von Trotta’s stokpaardjes (sterke vrouwen en politieke gevoeligheden) maken de keuze voor Arendt niet vergezocht. Het levensverhaal van de Duits-Amerikaanse filosofe sluit naadloos aan op de wensen en (thematieke) voorkeuren van Von Trotta. Ook voor een andere geliefde focus van de regisseur, de invloed van het persoonlijke op het politieke (en vice versa), hoefde ze bij Arendt niet lang te zoeken. Haar leven is er door getekend. Al direct in een van de eerste scènes zien we Arendt door de ogen van Von Trotta: statig en sterk.

De film draait grotendeels om het proces van Adolf Eichmann waar Arendt (Barbara Sukowa) verslag van doet voor The New Yorker. De joodse Arendt is aanwezig bij het proces (in de film is echt beeldmateriaal van het proces gebruikt) en ze ontwikkelt hier de aanzet van haar theorie ‘de banaliteit van het kwaad’: in de gedaante van Eichmann is het kwaad geen uiting van satan, schrijft ze, maar eerder een uiting van een onbenul. Het kritisch denken was afwezig en de verantwoordelijkheid van de massamoord is gebureaucratiseerd en opgeknipt. Met haar artikel oogst Arendt vervolgens felle kritiek: ze neemt het op voor de geweldenaar en valt bijkans haar eigen soort mensen aan. Ook enkele van haar zeer geliefde vrienden keren zich tegen haar.

Gul lachende Duitsers

De relaties die Arendt heeft zijn zeer liefdevol en belangrijk voor haar, zo is te zien. En ook al wordt er nu en dan flink gediscussieerd, de vrienden gaan steevast met een lach uiteen. De banden zijn diep en hartstochtelijk, zoals blijkt uit diverse feestjes en terrasbezoeken waar gul lachende Duitsers van de partij zijn. Zoals haar goede vriendin en schrijver Mary McCarthy (Janet McTeer), die Arendt zowel stevig flankeert als een lichtvoetige, speelse noot de film infietst. De warme vriendschappen wordt gecontrasteerd door de eenzaamheid die onafhankelijk denken met zich meebrengt. Martin Heidegger, in de jeugd van Arendt haar professor en kortstondig haar geliefde, heeft haar deze les geleerd. Het is volgens hem moeilijk om hartstocht en denken samen te laten gaan, waar de eigenzinnige Arendt het mee oneens is. Een voorbode van wat haar te wachten staat.

~

Naast de analyse van Arendt op het Eichmann-proces, geeft de film een klein kijkje in hoe de journalistiek werkt. Na enig redactioneel gesoebat over het proza dat de filosoof eindelijk heeft aangeleverd (‘filosofen doen niet aan deadlines’) en een discussie over het verschil tussen feit en interpretatie, is te zien dat de artikelen een stortvloed aan reacties teweegbrengen, over de hele wereld. De telefoon staat roodgloeiend en de brieven staan vol verwensingen. Uiteindelijk, wanneer het universiteitsbestuur Arendt vraagt haar colleges aan de universiteit op te geven, geeft ze een openbaar college waarin ze vurig de stappen in haar denkwijze uiteenzet. Met haar prachtige – van zware Duitse klanken doorspekte – Amerikaans-Engels betovert ze de hele zaal (en de bioscoopzaal) als ze uitlegt dat proberen te begrijpen niet hetzelfde is als vergeven. Enkele van de vrienden met wie ze eens zo liefdevolle relaties onderhield, vergeven Arendt niet voor haar begrip en onafhankelijkheid. De film toont hoe denkbeelden toch tussen eens zo hechte vriendschappen in kunnen gaan staan.

Een quote van (wederom) Heidegger vat de boel mooi samen: ‘Tijd is een geheimzinnig iets dat de dingen kan veranderen.’ Ten tijde van het proces bracht de publicatie van Arendts artikelen een storm van protest teweeg: haar ideeën stonden haaks op de tijdsgeest. Nu is de analyse meer gemeengoed geworden onder de intelligentsia. Onafhankelijk denken, zoals Hannah Arendt dat deed, vergt oorspronkelijkheid en moed, en er worden soms grote offers voor gebracht. Van Trotta weet het toch niet als eenvoudig te boek staande onderdeel van het gedachtegoed van Arendt boeiend te verbeelden en levert met deze biopic een fraaie film af van een eigenzinnig en gelaagd persoon. 

Film / Films

Aangrijpend oorlogsdrama

recensie: In Darkness

.

In Darkness vindt plaats in 1943 in de Oekraïense stad Lvov. De film is gebaseerd op het boek In The Sewers Of Lvov van Robert Marshall en sleepte een Oscarnominatie voor beste buitenlandse film in de wacht. Deze Poolse film uit 2011 is nu enkele dagen voor Dodenherdenking ook in Nederland te zien.

Getto’s en slachtpartijen

De bezetting door de nazi’s heeft zijn sporen achtergelaten. Openbare vernederingen en executies in de gevormde getto’s zijn aan de orde van de dag. De situatie loopt pas echt uit de hand wanneer de Russen de overhand beginnen te krijgen in de oorlog. De Duitsers voelen zich in het nauw gedreven en in de getto vindt een slachtpartij plaats. Een groot gedeelte van de Joodse populatie wordt uitgeroeid, terwijl anderen worden afgevoerd naar een nabij gelegen concentratiekamp. Slechts enkele tientallen Joden weten te ontkomen via het riool. Hoe vaak je de wreedheden van oorlog ook ziet in films, het blijft indrukwekkend en bij In Darkness is dat niet anders.

~

Niet alleen de Joden vechten voor hun leven, ook de lokale bevolking heeft te lijden onder de oorlog. Voor elke vermoorde Duitser worden tien burgers opgehangen, de prijzen van voedsel blijven maar stijgen en er heerst hongersnood. Wanneer rioolwerker Leopold Rocha (Robert Wieckiewicz) een groep gevluchte Joden in ‘zijn’ riool tegenkomt, biedt hij aan hen te helpen onderduiken. Tegen betaling.

Menselijkheid in beeld gebracht

Dat brengt ons meteen bij een sterk aspect van de film. Zowel de hoofdpersoon als de gevluchte Joden worden niet geromantiseerd en blijven zodoende erg menselijk. Rocha is geen held en de Joden worden niet in een slachtofferrol gedrukt. Er ontstaan spanningen, romances, irritaties en bedreigingen. Privacy is ver te zoeken en iedereen zit elkaar constant op de huid. De leiders Mundek (Benno Fürmann) en Ignacy (Herbert Knaup) kunnen maar geen overeenstemming bereiken over de te varen koers: vluchten of onderduiken.

Het is vechten om te overleven en dat stralen de personages ook uit. Rocha is geen filantroop, maar hij ziet bij wijze van spreken een gat in de markt door de Joden te helpen. De Joden op hun beurt zijn Rocha niet dankbaar, maar lijken de verschafte hulp te zien als een dienst tegen betaling. Pas later ontstaat er een band tussen Rocha en de Joden, omdat Rocha elke dag voedsel naar het riool brengt waar de Joden zich verschuilen en hij steeds meer respect krijgt voor de vluchtelingen.

Deprimerend drama

~

Een groot gedeelte van de film doet de titel eer aan. In Darkness is in meerdere opzichten duister: de materie, de locaties en eigenlijk de hele periode is er een van duisternis. Een lichtpuntje, letterlijk, is Rocha die met zijn zaklamp en kennis van de ondergrondse gangen de Joden steeds uit handen van de Duitsers weet te houden. Tevens sterk zijn de scènes waaruit blijkt dat de vluchtelingen zich na verloop van tijd aanpassen aan het riool. Een mooi voorbeeld zijn de kinderen die de ratten niet meer vrezen, maar ze moeiteloos verplaatsen wanneer ze in de weg lopen. Deze hoopvolle scènes zijn mooi gemaakt en tevens een welkome afleiding van alle ellende.

In Darkness is geen groots opgezet drama, maar blijft dicht bij de mensen. De grauwe, donkere beelden, doffe blikken van afgepeigerde onderduikers en de schrijnende momenten dragen bij aan de beleving. Afgezien van de schaarse klassieke stukken van Purcell, Bach of Strauss wordt er nauwelijks muziek gebruikt. Geen tragische muziekstukken, maar pakkende acteerprestaties zijn verantwoordelijk voor de emoties die deze film losmaakt. Ook al zijn oorlogsdrama’s vaak deprimerend, zolang ze op deze wijze worden gemaakt zijn ze ook absoluut de moeite waard.

Boeken / Fictie

Consumptieaardappelen

recensie: Maria Barnas - Jaja de oerknal

Maria Barnas, wier debuut de C. Buddingh’-prijs won en die onlangs nog deel uitmaakte van de VSB Poëzieprijs-jury, komt nu met haar derde dichtbundel: Jaja de oerknal, met angst als leidend thema.

Die angst blijkt al uit het motto dat uit The Waste Land afkomstig is. ‘What is that sound high in the air / Murmur of maternal lamentation’ schrijft T.S. Eliot, ‘Who are those hooded hordes swarming’. Helaas lukt het Barnas nauwelijks het krachtige motto te evenaren.

Oerknal, jaja
De angst komt in uiteenlopende gestalten voor. Bij het geven van een lezing, bij de meningen van anderen, angst in vlagen, angst voor de dood enzovoorts. Het toch enigszins geestige titelgedicht verwijst naar de bron van de angst:

Jaja de oerknal hoor ik mezelf zeggen.
Hoe is het mogelijk dat dit in mijn mond past?
Het ontstaan een klont op mijn tong.

Stil. Angst is een zwerm die rust in een boom.
Of zijn het woorden die zich inktzwart
op de takken verdringen. Het is een vorm

van paniek die opwelt in mij en als opvliegende
zwerm uit mijn keel breekt. Het heelal slaat
de vleugels uit. Wij klapwiegen en juichen schril.

Barnas’ gedichten zijn vol taalspel, zoals in het geval van die vlagen waarnaar het woord vlaggen verwijst. Knap is het hoe onderwerpen en thema’s op subtiele wijze binnen de gedichten terugkeren. Ook de lichtvoetigheid is te prijzen, maar de bij aanvang enigszins eenduidig ogende gedichten kunnen je soms langer bezighouden dan je denkt.

Twee kanten van een medaille
Barnas’ debuut Twee zonnen (2003) had gedichten als doffe stoten, als krassen op de huid. Het kende meer rust, Barnas leek behept met een noodzaak die haar mogelijk de C. Buddingh’-prijs opleverde. Die zaken zijn in haar derde bundel niet erg evident. Ja, hij is lichtvoetig, maar neigt naar lucht. Ja, de verweving van thema’s en onderwerpen is interessant, maar voelt getrukeerd door de voortdurende repetitie daarvan en het steeds terugkeren van schijnbare tegenstellingen. Een helder voorbeeld van een ‘luchtig’ gedicht met een paradox is de readymade ‘Dilemma’:

Consumptieaardappelen staat er op een zak
aardappels die ik kocht bij de supermarkt.
Bewaren: op een donkere, droge plaats
(mag ook in de koelkast).

Een observatie die aan het (te) flauwe grenst. Onduidelijk is wat de toedracht was om dergelijke ‘lichtere’ gedichten in Jaja de oerknal op te nemen. Neem de zeventien strofen lange opsomming van onderwerpen om angst voor te hebben. Ze is fris noch nieuw.

Kinderen
Of denk aan de lamentatie ‘De kinderen’, die gaat over het schrijven van een gedicht onder tijdsdruk. ‘Nog dertien minuten / nee twaalf’ opent het. Want daarop zullen de kinderen tijd opeisen. ‘Nog acht minuten voor een meesterwerk’ eindigt Barnas, ‘of laat het een begin zijn. // Iets wat zo kan klinken’. In plaats van problematiseren, had ze kunnen werken aan een steengoed gedicht, over zeg: kinderen en tijdsnood.

Ook had her en der wat kunnen worden gesnoeid. Het aan Ingrid Jonker opgedragen ‘Gesloten hoofd’, opent met: ‘Ik moet spreken voor mensen’. Natuurlijk spreek je voor mensen. Waren dieren of dingen toehoorders geweest, was vermelding interessanter geweest. Een en ander leidt ertoe dat het hoofdthema van Jaja de oerknal niet ten volste wordt overgebracht. In de bundel ontbreekt diepgang, noodzaak. Stijl is belangrijk, maar wel een die zich verbindt met de inhoud. Voor iemand met zo’n duidelijk talent, is Jaja de oerknal helaas niet meer dan een knalerwtje.

Boeken / Fictie

Onhebbelijke liefde

recensie: Yasmine Allas - De onvoltooide

Al haar vorige romans werden lovend ontvangen en De Wereld Draait Door tipte De onvoltooide direct na publicatie. Deze liefdesgeschiedenis is, met twee onsympathieke figuren in de hoofdrol, voer voor de vasthoudende romanticus.

Yasmine Allas vertrok op haar veertiende uit Somalië, omdat ze daar niet de mogelijkheden kreeg die ze zocht. Ze mocht er geen actrice worden, zoals ze wilde, en dus nam ze haar bruidsschat mee als kapitaal en vertrok ze om haar geluk te beproeven. Na omzwervingen via Saoedi-Arabië en België bleef ze uiteindelijk in Nederland, waar ze haar man ontmoette. Inmiddels is ze actrice én een van de succesvolste allochtone schrijfsters van Nederland en heeft ze meerdere romans op haar naam staan.

Jut en jul


De onvoltooide werd door het boekenpanel van De Wereld Draait Door getipt als een ‘prachtige en zinnelijke roman’ en beschrijft de zes jaar durende liefdesgeschiedenis van Victor en Hannah. Verteller Victor is tandarts van beroep. Hij is voortdurend bezig hun relatie te doorgronden, maar Hannah laat zich niet doorgronden. Ze is een typische femme fatale: verleidelijk, onafhankelijk en destructief. Gedurende de tijdspanne van 24 uur die de roman bestrijkt, ligt Hannah roerloos op hun bed. Deze wellicht poëtisch bedoelde achtergrond wordt al snel luguber als ze woordeloos blijft en Victor haar lichaam, telkens wanneer hij haar aanraakt of kust, als ‘koud’ omschrijft. De wijn die hij uit zijn mond in de hare laat lopen, sijpelt doelloos langs haar lippen, terwijl hij haar vol melodrama bewondert:

Hoewel hij het haar nooit heeft gezegd, heeft hij dat altijd opwindend gevonden, haar in kaarslicht glanzende wangen. Het lijkt alsof zijn geslachtsorgaan licht is gerezen. Het zwengelt als hij beweegt, in onopgewonden staat blijft het hangen, het slingert dan niet alsof het om een ouderwets uurwerk gaat. Dan galmt zijn stem opeens door de slaapkamer: ‘Je weet niet hoeveel ik om je geef, hoeveel ik om je heb gegeven en hoeveel ik om je geven zal.’

Mispunten

In De onvoltooide laat Allas prachtig zien dat men elkaar in de liefde niet moet willen temmen, maar daarbij trapt ze in de valkuil van de onsympathieke hoofdpersoon. Hannah is te vluchtig en Victor, voor iemand die jaren heeft gestudeerd om te bereiken wat hij wil, te besluiteloos. Hij observeert alleen en onderneemt nooit actie. Victor doet dingen als ‘zijn aarsgat openen en een knetterende wind laten’ en de preoccupatie met zijn geslachtsdeel is groter dan dat van de meeste romanfiguren.

‘Ik wou dat ik je nooit had leren kennen!’, roept Victor al vroeg in de roman gefrustreerd, en dat is maar al te invoelbaar. Hannah sleept hem midden in de nacht mee om haar overleden kat Snoes te begraven, terwijl ze elkaar nog nauwelijks kennen. Ze gaat plompverloren naar huis als hij zijn best doet op een romantisch avondje, weigert om met hem mee op vakantie te gaan, komt toch en verdwijnt dan midden in de nacht zonder dat ze hem vertelt waarheen. Ze frustreert hem zo dat hij ogenblikkelijk gehoorzaamt wanneer ze hem in een restaurant vraagt haar naar het toilet te volgen, waar ze over zijn hand plast en hun lust verdwijnt nog voor ze tot de daad overgaan. Haar gevoel voor romantiek bestaat uit directieve briefjes met teksten als: ‘Man met de zwakke benen, met de allerliefste zwakke benen maar met de sterke geest, ik nodig je uit voor een etentje. Morgenavond, zeven uur in Perfetto. Ik kijk ernaar uit. xxx. Ik zal mijn best doen om er mooi uit te zien voor jou. Dat verwacht ik ook van jou.’

‘Ik ben grootgebracht met het idee dat grenzen geschapen zijn om de nieuwsgierigheid van de mens op te wekken,’ schreef Allas ter gelegenheid van de Amsterdamse Globaliseringslezing in 2012. Misschien is het daarom dat Hannah Victor telkens weer zijn grenzen laat opzoeken met slechts een marginale beloning. Misschien is het echte liefde, maar dan gelukkig één die afgelopen is. Victor is iets beters gegund.