Kunst / Expo binnenland

De waarheid onder ogen

recensie: Onze koloniale erfenis - Tropenmuseum

Het Amsterdamse Tropenmuseum heeft sinds kort een nieuwe vaste expositie over het Nederlandse koloniale verleden en hoe dit terugkomt in onze eigen tijd. De tentoonstelling Onze koloniale erfenis bestaat uit zo’n vijfhonderd voorwerpen uit de koloniale tijd, aangevuld met hedendaagse kunst. Hiermee speelt het museum in op het huidige maatschappelijke debat over racisme en discriminatie in Nederland en weet daarmee de vinger op de zere plek te leggen.

Met tien thema’s zoals expansie en handel, consumptie en productie, arbeid en uitbuiting, racisme en verzet, taal en religie gaat de expositie in op de werking en structuren van kolonialisme. De expositie laat zien hoe mensen in gekoloniseerde landen hier steeds tegen ageerden. Daarbij ligt de focus op hoop, verzet, veerkracht en creativiteit. Ook kregen enkele kunstenaars het verzoek speciaal voor de expositie een werk te maken. Wees voorbereid op een verrassende maar ook confronterende reis door de tijd.

‘Territory Dress’

Susan Stockwell: Territory Dress (2020)

Susan Stockwell: Territory Dress (2020)

Eén van de artiesten die werd gevraagd om een kunstwerk te maken over het Nederlandse koloniale verleden en zijn hedendaagse betekenis was de Britse Susan Stockwell (1962). Haar zogenaamde Territory Dress (2020) is een ware blikvanger in de tentoonstelling. De jurk, gemaakt van oude en nieuwe landkaarten, verwijst niet alleen naar landen maar ook naar handel en grenzen. Als je goed kijkt zie je dat het gaat om voormalige Nederlandse koloniën: Suriname, Indonesië en het Nederlands Caraïbisch gebied. Het welvarende Nederland ligt bovenop Suriname, in het lijfje van de jurk. De wegen en snelwegen druipen als bloed langs de mouwen. Stockwell is erin geslaagd om een prachtige jurk te maken die een indruk geeft van de koloniale tijdsgeest. En ze weet tegelijkertijd ook heel mooi de verbinding te leggen met de huidige tijd. Zo vormen elektrische computersnoeren de onderkant van de jurk. Kortom: een sierlijk kledingstuk dat niet in een blik te vangen is.

Geesten uit het verleden

Ook opvallend is het werk van Julien Sinzogan (1957). De titel van zijn schilderij Gates of no return II (2009) verwijst naar een doorgang waardoor de tot slaaf gemaakte Afrikanen van fort naar schip werden gebracht. Eenmaal hierdoorheen zouden ze nooit meer terugkeren naar hun geboorteland. Maar in dit werk keren ze wel terug, in de vorm van egungun, oftewel vooroudergeesten. Het is bijzonder om te merken dat veel kunstenaars de geest of zombi inzetten als middel om koloniale verdrukking aan te tonen. Zo hangt even verderop een kunstwerk van de Caraïbische modernist Edouard Duval-Carrié (1954) waarin je dit heel duidelijk terugziet. Zijn enorme schilderij Cascade and Hummingbirds (2013) toont een moderne weergave van een sprookjesachtige wereld. Maar in plaats van bloemen en gladgestreken landschappen zie je een nachtelijk woud vol donkere schimmen die uitnodigend naar je lonken. Ze lijken volledig tussen de bomen te verdwijnen en zijn daardoor onzichtbaar voor hun koloniale onderdrukkers. De tekening is verder afgemaakt met glitterlijm wat dit schilderij een extra dimensie geeft.

Interactief en leerzaam

Naast alle werken van kunstenaars toont het museum ook een rijke collectie aan voorwerpen en historische objecten. Deze liggen netjes uitgestald in vitrinekasten. Het is bizar om je te bedenken dat al die spullen in feite gewoon gestolen zijn. Veel landen wachten nog steeds op de teruggave van hun rijkdommen. Denk aan: bronzen beelden, ivoren ceremoniële objecten en diamanten. Deze zijn allemaal speciaal voor deze expositie door het museum zelf uit het diepst van hun eigen kelder getrokken. Ook is er op digitaal vlak voldoende te beleven. In elke zaal hangen grote schermen waarop filmpjes te zien zijn van mensen die zich gediscrimineerd of anders voelen. Ook zijn er spelletjestafels in diverse hoeken van de ruimten geplaatst. Bezoekers kunnen op deze manier met elkaar uitvinden waar bepaalde kruiden en specerijen vandaan komen en als schipper de Indische oceaan oversteken.

Onze koloniale erfenis is geen expositie waar je heen gaat als je gewoon even gezellig een dagje uit wil. Als bezoeker heb je tijd nodig om alle informatie op je in te laten werken. Er is zoveel te zien en te beleven. Het onderwerp vraagt om serieuze aandacht en dat kost tijd. Echter valt er wel een heleboel te leren. Van culturele objecten tot maatschappijkritische kunst en van echte verhalen over échte mensen tot aan de kleine lettertjes van een nieuw wetsvoorstel. Het koloniaal verleden is overal om ons heen. Je moet het alleen wel willen zien. Deze expositie kan daaraan bijdragen.

samoerai klein scherp
Kunst / Expo binnenland

Fragiele geschiedenis van Japan

recensie: Rijksmuseum toont vroege fotohistorie
samoerai klein scherp

Het Rijksmuseum in Amsterdam toont met de tentoonstelling Antoon Baduin,  vroege foto’s van Japan een geschiedenis van het Aziatische land uit de negentiende eeuw. Antoon Baduin was militair arts die in de periode 1862-1870 in Nagasaki en Osaka geneeskunde doceerde en later in Tokyo een ziekenhuis leidde. Iets waar de Japanse overheid hem genereus voor betaalde. Het isolationisme, waar het land van de rijzende zon hun cultuur van voor 1862 mee wilde beschermen, had met de komst van keizer Meiji een rigoureuze ommekeer gemaakt. Deze pas ontdekte fotoserie – die een brand overleefde – toont indirect deze omwenteling.

Eerst een korte geschiedenis: Japan was voor 1862 een feodale staat, verdeeld in deelstaten, met Daimyo-heren aan de macht. Deze heersers hadden ieder hun eigen krijgsmacht, de welbekende samoerai. Vanwege de angst overgenomen te worden door buitenlandse – en technologisch sterkere – machten, besloot Japan afscheid te nemen van de feodale staat en een centrale machthebber te nemen. Daarbij opende het de grenzen voor handel en kennisoverdracht. Dit zorgde ervoor dat het land zich sindsdien in hoog tempo transformeerde. Zozeer dat het uiteindelijk naast de schoenen ging lopen en teruggefloten werd in de Tweede Wereldoorlog.

Nederland en Japan

Nederland had tijdens de Japanse feodale periode als enig westers land een handelsband. Het eiland Deshima, voor de kust van Nagasaki, was de uitverkozen plek voor buitenlanders. Alleen daar mocht er handel gedreven worden en nergens anders was het toegestaan om zich te vestigen. Verder het land intrekken was ongeoorloofd. Ook moesten wapens en christelijke attributen zoals bijbels en crucifixen worden afgestaan voordat er aangemeerd werd op Deshima. In de fotoserie van Baduin en bij een tweetal prenten komt de havenplaats meermaals terug, veelal in vergezichten met een veelheid van handelsschepen.

Fotografie in de kinderschoenen

Omdat fotografie nog maar een paar decennia daarvoor het levenslicht had gezien, was het beperkt in zijn mogelijkheden. Ondanks dat het realisme ervan bejubeld werd, was het proces nog langzaam en omslachtig. Het had niet dezelfde vluchtigheid als tegenwoordig. Een foto maken duurde een tijd, de modellen moesten langdurig stilzitten omdat er anders bewegingsonscherpte ontstond. Snel een plaatje schieten behoorde niet tot de opties. Dit zie je terug in de foto’s van Baduin: er zijn flink wat overbelichte foto’s en veel onscherpte. Kiekjes avant la lettre, zou je kunnen zeggen. Baduin was amateurfotograaf en hoefde niet van de verkoop te leven. Daarom waren zijn modellen gekende mensen uit zijn nabije omgeving. Dit zorgt voor een ontspannen sfeer. Wat hij fotografeerde kwam voort uit persoonlijke interesse in de omgeving en in de cultuur. Je ziet collega-artsen, vrienden en mensen waar hij direct mee te maken had. Maar ook samoerai, boeren en een Kabuki theatervoorstelling heeft hij vastgelegd. Ondanks het laagdrempelige niveau geeft het een kijk op een vergane wereld: veel van de gefotografeerde plekken zijn onherkenbaar veranderd en de cultuur van die tijd bestaat grotendeels niet meer; Japan heeft sindsdien een drastische omslag gemaakt richting westers denken en dit heeft de originele, excentrieke cultuur steeds verder naar de achtergrond gedreven.

Brand

De erfgenamen van Baduin waren de foto’s al die jaren vergeten. Pas in 1985 werden ze door een brand teruggevonden. Gelukkigerwijs zaten ze in een kist waardoor de afdrukken gered waren. De hitte had ze wel flink aangetast. In 2016 is de collectie geschonken aan het Rijksmuseum. Na een grondige restauratie is de verzameling nu te zien.
Het toont hiermee de vluchtigheid van fotografie, maar ook van ons bestaan. Een complete geschiedenis kan in een oogwenk worden weggevaagd zonder er iets tegen te kunnen doen. Daarnaast tonen de foto’s indirect de verandering die er plaatsvond in de Japanse samenleving. Het interculturele gelijkwaardige karakter dat er namelijk was: bij de koloniën werden de kolonisten hoger afgebeeld dan de gekoloniseerde bevolking, bij Baduin’s foto’s niet. Bovendien was er sprake van wederzijdse waardering en de verwijdering van de reisrestricties.
Ondanks het kiekjesgehalte van de foto’s zijn het belangrijke tijdsdocumenten. Ze tonen een wereld die niet meer bestaat. Het toont de geschiedenis in volle gang: het omslagpunt van een samenleving.

 

De expositie Antoon Baduin, vroege foto’s van Japan is nog te zien tot en met 4 september 2022 in de Philipsvleugel van het Rijksmuseum.

Boeken / Non-fictie

Vogels als leidraad

recensie: Gevleugelde geschiedenis van Nederland. De Nederlanders en hun vogels
Pexels

Sinds de coronatijd heeft het vogelen een vlucht genomen; zelfs de millennials zijn overstag. Een uitstekende voedingsbodem voor de rijk geïllustreerde essaybundel Gevleugelde geschiedenis van Nederland, onder redactie van Jan Luiten van Zanden.  

Als er één conclusie getrokken moet worden uit de dertig essays die Gevleugelde geschiedenis van Nederland telt, dan is het wel dat de relatie tussen de Nederlander en zijn vogels niet altijd vreedzaam is geweest. Waar we het tegenwoordig vaak houden op kip, kalkoen en eend, werden eeuwenlang vogels van diverse pluimage verorberd. De soms maar minuscule hoeveelheden vlees die eraan zat, weerhield mensen er niet van netten te spannen, vallen te zetten of de jongen uit hun nesten te rukken. Vond men een vogelsoort niet smaken – en was hij ook niet mooi genoeg om in een kooitje tentoon te stellen – dan werd het beest als een plaag beschouwd. Kraaien en raven werden tussen de vijftiende en achttiende eeuw verguisd vanwege hun luidruchtigheid, hun neiging om pas gezaaide zaden uit de grond te pikken en hun gebrek aan aantoonbaar nut.  

Begeerde veren

Wel degelijk van aantoonbaar nut is de gans. Literatuurhistoricus Erwin Mantingh wijdt zijn essay aan de veren van het dier, die duizend jaar lang een van de belangrijkste schrijfinstrumenten ter wereld vormden. Dat deze schrijfveren eruitzagen alsof ze zo van een gans geplukt zijn, blijkt berust op een geromantiseerd beeld. Met een pennenmes werd de vlag bewerkt tot een soort bescheiden rietje.  

Ook paradijsvogels werden geroemd om hun veren, al ging het daarbij meer om de decoratieve waarde. In de negentiende eeuw raken de exotische dieren in trek bij dames van stand, die zich tooien met pluimen van paradijsvogels. Er ontstaat een lucratieve handel vanuit Nederlands-Nieuw Guinea; voor de meest gewaardeerde vogelhuid (de Paradisaea minor) betaalde men bijna 100 gulden. Pas in 1931 kwam een eind aan de gruwelmodetrend, mede dankzij de ‘Bond der Bestrijding eener Gruwelmode’- de voorloper van de huidige Vogelbescherming.  

Bonte verzameling

De onderwerpen in Gevleugelde geschiedenis van Nederland lopen sterk uiteen: van Van Goghs fascinatie voor vogelnesten tot het antwoord op de vraag hoe de familie Van der Valk aan haar toekan kwam. De ene auteur zoomt in op een enkele vogelsoort en de andere bespreekt de geschiedenis van het vogeltellen. Een verfrissende afwisseling, al weet het ene essay meer te boeien dan het andere.   

Door de grote variatie in onderwerpen doet de bundel ook wat anekdotisch aan. Een lineaire geschiedenis van Nederland is het niet, wel een verzameling van veelal pakkende bijdragen van auteurs die een liefde voor vogels met elkaar gemeen hebben.   

Muziek / Achtergrond
special: Spotify-playlist van onze muziekredactie
Pexels

8WEEKLY Playlist: Festival FOMO

Het festivalseizoen is in volle gang. Grote festivals als Pinkpop en Rock Werchter zijn helaas alweer voorbij, maar gelukkig kunnen we nog uitkijken naar festivals zoals Lowlands en Pukkelpop. Helaas is het onmogelijk om bij al deze festivals in Nederland en België aanwezig te zijn, wat kan zorgen voor een zwaar geval van FOMO: fear of missing out. Maar ook voor degenen die wel naar een festival zijn geweest kan het voelen alsof de tijd voorbij is gevlogen en er behoefte zijn om de mooie momenten opnieuw te beleven. 8WEEKLY heeft voor iedereen een playlist samengesteld met verscheidene acts die op festivals in Nederland en in België hebben opgetreden of nog gaan optreden. Van Son Mieux tot Editors, ze beleven allemaal een succesvolle festivalzomer! 

Dromen worden werkelijkheid voor Son Mieux

De zevenkoppige band Son Mieux met frontman Camiel Meiresonne is deze zomer op veel festivals te vinden en verwezenlijkt hiermee ook hun eigen dromen. Op hun eerste Pinkpop vertelt Camiel dat een kleine twintig jaar geleden zijn jongensdroom ontstond bij het zien van een filmpje van DI-RECT op Pinkpop. Op zaterdag 18 juni 2022 kwam deze droom dus uit en dat was te merken aan het laaiende enthousiasme dat van het podium afspatte. Niet dat dit enthousiasme alleen voor Pinkpop gereserveerd is, diezelfde dag nog traden ze ’s avonds op bij Wantijpop in Dordrecht en ook daar ging de band volledig uit hun dak. Son Mieux maakt dansbare pop met aanstekelijke hooks en meezingbare refreinen, wat op het podium tot leven komt met kleurrijke outfits en opvallende dansmoves. Hoe dit klinkt kan je horen op de toepasselijke single ‘Multicolor’! 

Een blessure houdt Goldband niet tegen

Een andere Haagse band die momenteel een zeer succesvolle zomer beleefd is Goldband. De band bestaande uit Boaz Kok, Karel Gerlach en Milo Driessen in samenwerking met producer Wieger Hoogendorp ontpopte zich tot een ware popsensatie en festivalfavoriet. Hun muziek bevat invloeden uit de jaren ’80 pop en vanuit de disco, maar ook muziekstijlen als trance en gabber zijn te herkennen. Deze genre-overstijgende muziek komt vooral op het podium tot leven met de stage presence en energieke danspasjes van de bandleden. Die energieke aanwezigheid op het podium is niet zonder risico. Bij Goldband’s grootste show ooit op Rock Werchter sprong Boaz van het 2,5 meter hoge podium af en brak hierbij zijn hielbot. Dat hield hem echter niet tegen, hij bleef doorzingen terwijl hij behandeld werd door de EHBO tijdens het toepasselijke nummer ‘Noodgeval’. Het was even spannend wat dit zou betekenen voor de festivals na Rockwerchter, maar met een speciale kniestep kon de volledige band een dag later op Down The Rabbit Hole gewoon het podium op! 

Editors: publieksfavoriet in Nederland én België

In aanloop naar hun nieuwe album dat op 23 september wordt uitgebracht gaan Editors weer allerlei festivals in Europa langs. Gewapend met twee nieuwe singles, ‘Heart Attack’ en ‘Karma Climb’, en Nick Willes ter vervanging van gitarist Justin Lockey heeft de band rondom Tom Smith deze zomer onder andere opgetreden bij Vestrock. Iets wat door de organisatie werd benoemd als hun grootste vangst ooit. Niet zo gek, gezien Editors eerder grote concertzalen als de Ziggo Dome in Amsterdam en het Sportpaleis in Antwerpen heeft uitverkocht. Gelukkig betekende dit niet dat ze als headliner niet durfden te experimenteren, Willes had een minder robuuste speelstijl dan fans gewend zijn van Lockey en Tom Smiths donkere baritonstem zette hij tijdens het optreden ook minder op. Verder kan je van Editors nog steeds verwachten dat er veel dramatische poses en lichteffecten zijn, en worden er natuurlijk ook klassiekers als ‘Papillon’ en ‘An End Has A Start’ gespeeld. Voor wie deze band niet heeft kunnen zien op een festival, dit najaar touren ze met hun nieuwe album door Europa. 

Naast Son Mieux, Goldband en Editors wachten nog vele andere artiesten op je in de playlist Festival FOMO. Veel luisterplezier! 

De playlist van augustus

  • Multicolor – Son Mieux 
  • Alive – Pearl Jam 
  • Noise – Nightwish 
  • Master of Puppets – Metallica 
  • Lola Montez – Volbeat 
  • Amsterdam – Nothing Buth Thieves 
  • Whatever You Want – Crowded House 
  • My Way, Soon – Greta Van Fleet 
  • Fluorescent Adolescent – Arctic Monkeys 
  • Naïve – The Kooks 
  • Witchcraft – Pendulum 
  • Ik Haat Je – Goldband 
  • Süpürgesi Yoncadan – Altin Gün 
  • Cure For Me – AURORA 
  • Mr. Doctor Man – Palaye Royale 
  • Ötzi – Prima Nocta 
  • Death – White Lies 
  • Iridium – The Sidh 
  • I Believe In A Thing Called Love – The Darkness 
  • Federkleid – Faun 
  • Bye – Ten Times A Million 
  • Kinderboerderij (Keiblij) – Prins S. en de Geit 
  • Karma Climb – Editors 
  • Latch – Disclosure, Sam Smith 
  • Feel Good Inc. – Gorillaz 
  • The Wire – HAIM 
  • The Smoke – The Smile 
  • We fell in love in October – girl in red 
  • What You Know – Two Door Cinema Club 
  • Hangmat – Jungle by Night 
  • Last Nite – The Strokes 
  • Firestone -Kygo, Conrad Sewell 
  • Dans M’n Ogen Dicht – MEAU, Racoon 
  • Do Me Wrong – Leif De Leeuw Band 
  • The Devil’s Son – Danny Vera 
  • Don’t You Go up the Sky – DeWolff 
  • Love Don’t Hate It – Duncan Laurence 
  • Through The Looking Glass – DI-RECT 
  • Witch Doctor – De Staat 
  • Turn Up The Sunshine – Diana Ross, Tame Impala 
  • Empire State of Mind – Alicia Keys 
  • Paper Thin – Lianne La Havas 
  • I’m Shipping Up To Boston – Dropkick Murphys 
  • De Overkant – Suzan & Freek, Snelle 
  • Als Emmie Danst – Thijs Boontjes 
  • Uncharted – Kensington 
  • Paradise – George Ezra 
  • SUPERMODEL – Måneskin 
  • Somebody Told Me – The Killers 
  • In Too Deep – SUM 41 
  • Englishman in New York – Sting 
  • Weak – Skunk Anansie 
  • Like The Way I Do- Melissa Etheridge 
  • Pineapple Morning – Jett Rebel 
  • Bad Woman Blues – Beth Hart 
  • Mr Rock & Roll – Amy Macdonald 
  • Kiss This – The Struts 
  • Anywhere – Passenger 
  • Vrijheid, Gelijkheid, Zusterschap – Sophie Straat 
  • I Think I’m in Love – Pip Blom 
Léonard Pongo
Kunst / Expo buitenland

Fotografische dekolonisatie

recensie: Léonard Pongo - Primordial Earth
Léonard Pongo

In MUZEE in Oostende is nog tot 13 november ‘Enter 14: Léonard PongoPrimordial Earth’ te zien, een expo waarin de natuur van Democratische Republiek Congo centraal wordt gesteld via foto en video. De tentoonstelling is een aanrader voor al wie Vlaanderens meest cultureel verantwoorde badstad hoe dan ook bezoekt, maar toont net niet voldoende werk van de kunstenaar om er speciaal voor naar Oostende af te zakken. 

Het is goed mogelijk dat de hitte van de afgelopen weken meer bezoekers richting musea leidde. Wie in Oostende enkele uren de zon wil ontvluchten, kan in het MUZEE onder meer de expositie van Léonard Pongo gaan bekijken. Pongo’s visie biedt meer dan alleen letterlijk een verfrissende visie op de natuur die sinds de Industriële Revolutie mishandelt wordt. Zijn werk kenmerkt zich door een afwezigheid van perspectief, een kunstgreep die de kijker een beetje nodige nederigheid ten opzichte van de natuur kan meegeven.  

Het menselijke perspectief uit evenwicht brengen

‘Primordial Earth’ beslaat slechts één grote ruimte, in het midden gescheiden door een trap en een naar beneden golvend wandtapijt waarop een boom staat afgebeeld. Tegen de wand in de eerste helft van de ruimte hangen foto’s van bomen die het licht vangen in hun bladeren. De beelden zijn niet netjes vanaf de wortels tot aan de kruin gemaakt, zoals wij foto’s van bomen gewend zijn, maar schijnbaar lukraak gekadreerd. Het is door het onduidelijke perspectief moeilijk te zien hoe groot de bomen zijn of hoe ze er in hun geheel uitzien. Meteen van bij het begin brengt Pongo het vastgeroeste menselijke perspectief uit evenwicht.  

Een groot scherm op de grond toont de video ‘Inhabiting the Landscape’. Het liggende scherm zorgt niet meteen voor de meest handige nekpositie, maar versterkt op die manier wederom het gevoel dat de natuur zich niet naar óns hoeft te schikken. Pongo toont de Congolese natuur in al haar diversiteit: grasvelden, wouden, rivieren, lava,… Soms monteert hij twee beelden over elkaar heen, waardoor verwarring optreedt over wat je precies ziet. De muziek bij de video is door de hele tentoonstellingsruimte te horen. Het is een aanhoudend bezwerend geluid waarin soms een geluid te horen valt dat lijkt op rommelende donder, alsof de kunstenaar een naderend onheil hoorbaar wil maken.  

Sensorische versus rationele benadering

Ook in het tweede deel van de ruimte blijft de muziek aanwezig. In dit onderdeel van de tentoonstelling hangen voornamelijk grote foto’s die een bos lijken af te beelden. De beelden hebben een bevreemdend effect; ze lijken wel op fluweel geprint, zo bijzonder vangen en reflecteren ze het licht. In een artikel uit De Witte Raaf staat wat meer informatie over Pongo’s werkwijze waarbij hij de foto’s via UV-prints aanbrengt op geborsteld aluminium.1 Dit genereert het bijzondere effect, dat de foto’s er van dichtbij doen uitzien alsof ze op fluweel gedrukt zijn. Van een afstand hebben ze dan weer wat weg van een olievlek. 

Pongo vergt wat van de bezoeker. In de hele tentoonstellingsruimte is geen bordje te bekennen: geen titels, geen toelichting over de materialen, geen duiding bij de kunstwerken, niets. Een maximale sensorische openheid naar de kunst primeert hier op een intellectuele of rationele benadering. Ook dat is een perspectiefwissel die voor de gemiddelde museumbezoeker (steekproef uit mijn eigen ervaringen en de reacties van andere bezoekers) niet vanzelfsprekend is.  

In gesprek met een koloniaal verleden

In Oostende is het koloniale verleden nog erg zichtbaar: boven De Drie Gapers op de dijk staat een metershoog standbeeld van Leopold II op zijn paard, omgeven door een groepje ‘dankbare’ Congolezen (en Oostendse vissers). Tegelijkertijd toont zich ook in Oostende als op geen andere plek het hedendaagse koloniseren van de natuur: het zand en de zee worden hier minstens twee maanden per jaar vertrappeld door plastic teenslippers en Cornettoverpakkingen. Het is een grote meerwaarde dat een museum in Oostende precies deze kunstenaar een stem geeft.  

Net daarom is het echter ook jammer dat de tentoonstelling niet wat omvangrijker is. Pongo creëert een leerrijk en bij wijlen betoverend universum, maar ook niet het gemakkelijkste. Tegen de tijd dat je je hier als bezoeker in hebt ingewerkt is de expositie alweer afgelopen. ‘Primordial Earth’ is een absolute aanrader voor wie in Oostende is. De nieuwsgierige reiziger die zich elders ter lande bevindt, kan echter beter wachten op een volgende, iets uitgebreidere tentoonstelling van Léonard Pongo. Er volgen er ongetwijfeld nog veel. 

 

 

 

 

Squares with Two Circles. Barbara Hepworth (1903-1975), 1963. Collectie Kröller-Müller Museum, Otterlo
Kunst / Expo binnenland

Kleine tentoonstelling, grootse uitwerking

recensie: Barbara Hepworth in de Rijksmuseumtuinen
Squares with Two Circles. Barbara Hepworth (1903-1975), 1963. Collectie Kröller-Müller Museum, Otterlo

In de tuinen rondom het Rijksmuseum in Amsterdam staan verschillende beelden. Van mensen en goden, borststukken en lichamen van top tot teen. Allemaal in een figuratieve stijl. Vanaf 2013 staan daar elk jaar gedurende enige tijd beeldhouwwerken tussen die te gast zijn. Momenteel zijn dat monumentale beelden van de Engelse beeldend kunstenaar Barbara Hepworth (1903-1975).

Piet Mondriaan en Barbara Hepworth

Construction (Crucifixion), Barbara Hepworth (1903-1975). 1966/1967. Loan Dean and Chapter of Salisbury Cathedral, England

Construction (Crucifixion), Barbara Hepworth. 1966/1967. Dean and Chapter of Salisbury Cathedral, England

Direct in het oog springt een werk dat een nietsvermoedende bezoeker niet meteen als een Hepworth zal herkennen: Construction (Crucifixion), brons met verf in de Mondriaankleuren: rood, blauw en geel. Een beeld uit 1966-1967. Hepworth en haar echtgenoot Ben Nicholson (1894-1982) waren in 1938 buren van Mondriaan, die op hun suggestie was uitgeweken naar Londen. Het beeld is te leen van de Salisbury Cathedral, waar het in de kloostertuin staat. Je ziet inderdaad de stijl van Mondriaan (1872-1944) terug. Zowel in de kleuren als de geometrie. Voorts valt op dat Construction (Crucifixion) – de titel zegt het al – een kruisvorm heeft. Je herkent ook een gezicht, een halo en een lichaam. De kleuren zouden symbool kunnen staan voor de zon (geel) en voor bloed (rood). Aan het lege middendeel kun je zelf in figuurlijke zin invulling geven. Overigens had Mondriaan zelf meer met de theosofie dan met het christelijk geloof. De theosofie was een esoterische stroming, bekend door Helena Blavatsky (1831-1891), die in de tijd van Mondriaan opgang deed.

Henry Moore en Barbara Hepworth

De negen beelden van Barbara Hepworth die nu in de Rijksmuseumtuinen staan, dateren allemaal uit de periode 1959-1973. Het heet dat dit werk doet denken aan dat van die andere kunstenaar waarmee ze bevriend was: Henry Moore (1898-1986). De eerste kunstenaar van wie in 2013 beelden te zien waren tijdens de jaarlijkse expositie in de tuinen van het Rijksmuseum. Als er al verschillen worden gezocht, wordt er bijvoorbeeld op gewezen dat Moore veelal horizontaal werk maakte en Hepworth verticaal. Een uitzondering bevestigt de regel, want dan valt in de Rijksmuseumtuinen bijvoorbeeld River form (1965) op: een verticaal, bronzen sculptuur die refereert aan een steen die in een rivier is uitgesleten.

Kenmerkender is wellicht de lege kern van veel van Hepworths werk. Al gaat dat ook niet helemaal op voor de zes onderdelen die samen Conversation with magic stones (1973) vormen. De overeenkomst tussen alle werken wordt dan ook niet primair gevormd door die lege holten, maar door de verbinding die wordt gezocht met de natuur en natuurlijke vormen. In het geval van de magische stenen met Cornwall. De hoge verticale stenen noemde ze ‘figuren’ en de horizontale vormen ‘stenen’. Het eerste roept associaties op met mensen. Zo bezien lijken het drie mensen die in gesprek zijn met drie stenen.

Invloed constructivisme

Two Forms (Divided Circle) Barbara Hepworth (1903-1975) brons, 1969. Bolton Council, from the collection of Bolton Library and Museum Services

Two Forms (Divided Circle) Barbara Hepworth, brons, 1969. Bolton Council,  collectie Bolton Library and Museum Services

Andere beelden, zoals Two forms (divided circle) uit 1959 en het enkele jaren later gemaakte Squares with two circles (1963) laten de invloed van het constructivisme op het werk van Hepworth zien. Dat wil zeggen, dat het eerder een constructie van de werkelijkheid is dan een min of meer letterlijke afbeelding ervan.

Het is mooi dat de gastconservator van deze tentoonstelling, Sophie Bowness – kunsthistoricus en kleindochter van Hepworth – deze nuanceringen aanbrengt in het beeld dat wij doorgaans van het late(re) werk van Barbara Hepworth hebben, dat vooral is gebaseerd op haar gepolijste werk met holten. Zo is deze tentoonstelling, hoe klein ook, groots qua uitwerking op de bezoekers van de op zich al prachtige tuinen rond het Amsterdamse Rijksmuseum.

 

 

Kunst / Expo binnenland

Veelbelovende expositie maakt verwachtingen niet waar

recensie: Move! Body Politics in Motion - MU Eindhoven
Lex van der Steen

Het dansende lichaam kan thematisch verbonden worden aan een rijk scala aan onderwerpen. Welke vorm zij ook aanneemt, dans kan niet los gezien worden van haar politieke en sociaal-maatschappelijke context. Deze menigvuldigheid komt ook aan het licht in Move! Body Politics in Motion, maar door een gebrek aan afkadering leidt het vooraleer tot verwarring.

Het dansende lichaam kan vanuit een grote diversiteit aan invalshoeken begrepen worden. Een behandeling van dit onderwerp is dus gebaat bij een afgebakend startpunt. Bij de tentoonstelling Move! Body Politics in Motion, te zien bij MU Hybrid Art House in Eindhoven, ontbreekt deze ingang. De beschouwer verdwaalt al snel. Dit verdwalen is geen noemenswaardige ervaring. Wat overblijft is een confrontatie met een krachtige en onuitputtelijke inspiratiebron – het dansende lichaam – en een tentoonstelling die er niet volledig in slaagt daar een nieuw of interessant perspectief op te bieden.

De inleidende tekst van de tentoonstelling suggereert dat het de bevrijdende kracht van dans in een politieke context, en de historische verbintenis tussen dans en het lichaam zal behandelen. De centrale boodschap lijkt te zijn dat dans een expressie van het lichaam is, om telkens weer opnieuw aan te tonen dat het lichaam (en de persoon die daarin schuilt) niet gereduceerd kan worden tot een politieke identiteit of machtsverhouding. Een boodschap die zeker aandacht verdient. De tentoonstelling begint met een installatie van discoballen. Het doet in eerste instantie aan als een tafereel dat hooguit ‘mooi’ gevonden kan worden. Bezit het mogelijk nog een toegevoegde sculpturale of conceptuele meerwaarde? In de beschrijving van het werk is hier geen aandacht voor.

Peepshows en ecstasy

De tentoonstelling zet door met de Striptopia Peep Show. Een werk dat zich focust op de problematiek die sekswerkers te verduren kregen door de coronamaatregelen. Het werk is een digitaal ontwerp om sekswerkers een (legaal) podium te geven wanneer deze door politieke invloeden is ontnomen. Hoewel dit werk absoluut de moeite waard is om ervaren te worden en een relevante thematiek behandelt, lijkt het meer de nadruk te leggen op de politiek die lichamen beperkt dan een vermogen van het lichaam om zelfstandig los te breken van deze invloeden. Het digitale alternatief benadrukt de afwezigheid van een eigenlijke aanwezigheid van het lichaam.

De letterlijke afwezigheid van lichamelijkheid vindt vervolgens plaats in de ruimte die volgt. Daar wordt het werk Ecstasy Inquiries getoond. Dit werk omvat hoofdzakelijk een op de muren geprinte tekst over de geschiedenis van ecstasy en de danscultuur. Los van het feit dat deze tekst beperkt omgaat met genuanceerde kwesties zoals biopolitiek, heeft de tentoonstelling tot nu toe teleurstellend weinig getoond van lichamelijkheid en beweeglijkheid.

Een aangetast herstel

Pas als je de centrale zaal binnentreedt begint de tentoonstelling vorm te krijgen. Met grote beeldschermen die video’s van dansende mensen laten zien, opent de ruimte nu pas de mogelijkheid verbaast te raken over het universele karakter van dans, en hoe deze ook vandaag de dag niet los gedacht kan worden van het menselijk bestaan. Wat er te zien valt is een constante stroom aan verscheidene beelden van dans, in alle mogelijke stijlen. Het werk slaagt erin om elke vorm van (politieke) categorisering op te lossen en een eenheid tentoon te stellen waarin het lichaam niet meer beperkt wordt, maar juist in mogelijkheden wordt weergegeven. Pas vanuit dit werk, genaamd Universal Tongue, beginnen de werken die vooraf kwamen iets van een interessante samenhang te vertonen. Hoewel dans het lichaam kan bevrijden, laat het ook zien hoe het lichaam zich altijd al bevindt in een politieke context, en daar niet los van beschouwd kan worden.

Als zodanig toont de tentoonstelling zich als een diepere reflectie op deze onlosmakelijke relatie tussen politiek en lichaam. Het intieme en het extreme van de dansvloer, de kracht van dans als protest en het vermogen om jezelf sociaal te vormen komen aan bod in de werken die volgen. De tentoonstelling pakt zichzelf op, maar het verwarrende begin resoneert door in de algemene ervaring. Het voelt alsof ergens potentie verloren is gegaan.

Boeken / Poezie

Toppunten van poëzie

recensie: Een luchtbel in een vluchtige rivier – Jean Pierre Rawie
Berten Steenwegen

Jean Pierre Rawie geniet door eigen werk en vertalingen een bovengemiddelde roem, en de dertig vertalingen in Een luchtbel in een vluchtige rivier verdienen het daaraan bij te dragen. De meeste van die vertalingen vormden eerder het slot van zijn bundels met eigen gedichten. 

In chronologie wordt geopend met de 13e-eeuwse Siciliaan Giacomo da Lentini (mogelijk de eerste die aan het hof van keizer Frederik II het sonnet beoefende) en geëindigd met William Yeats. In het tijdsverloop ontvouwen zich zowel in de gedichten als in Rawies commentaar mooie lijntjes van een literatuurhistorische schets. De meeste gedichten hebben een Latijnse brontaal en stammen uit de Europese barok, waarmee Rawie zich het meest verwant voelt. Wat eraan voorafgaat boeit in zijn eenvoud wat minder, maar de renaissance maakt veel goed. Het sonnet op zich loopt gevaar door zijn aan versmaat en rijmschema gebonden vorm min of meer gekunsteld of verwrongen te zijn. Maar juist in het keurslijf kunnen gevoelens ieders hart bereiken als ze met uiterste creativiteit geformuleerd worden.  

Puzzeltje

De meeste (nogal anekdotische) poëzie van onze tijd zijn we gewend zonder al teveel moeite te lezen – hermetisme is algemeen uit den boze, wat zich uitkeert in nogal wat anekdotisme. Het is even wennen aan het taaleigen van de vertalingen die Rawie opdient. Je leest eraan af dat er flink en met veel talent aan gewerkt is. De zinsgrammatica lijkt hier en daar een puzzeltje waarbij je je even moet afvragen waar een voornaamwoord betrekking op heeft en wie of wat bij een persoonsvorm hoort. Maar je wordt al snel beloond met een bijscholing nauwkeurig lezen. De gedichten openen zich steeds gewilliger.  

Wat ook helpt is het beknopte commentaar van Rawie na ieder gedicht. Zijn weldadig zorgvuldige schrijfstijl is niet héél alledaags, wat op een natuurlijke manier aansluit bij de gedichten. Ook raak je vertrouwd met de weinig uiteenlopende thema’s die de gedichten bestrijken. Die raken nogal wat treurigheid aangaande het bestaan en dat is niet helemaal meer van onze wat luchthartiger tijd. Veel memento mori ook. Maar die treurigheid, alleen al om het verspillend voorbij laten gaan van de tijd van leven, is min of meer van alle tijden en kan op zijn minst worden nagevoeld. 

Smart

Rawie geeft ‘een ietwat overtrokken, puberale indruk’ toe die soms gemaakt wordt. ‘Er wordt een geweldige smart onder woorden gebracht, die op het eind slechts veroorzaakt blijkt te worden door de afwezigheid der geliefde’ die nota bene zijn gevoelens wél beantwoordde. Ach, zegt hij ook, ‘reeds de Ouden wisten dat er in poëzie zelden iets nieuws gezegd wordt, maar hetzelfde telkens nieuw verwoord moet worden.’ 

Hier de mooie terzinen uit het sonnet ‘De zon vlucht voor de zon’ van de 17e-eeuwse Spanjaard Gabriel Bocángel: 

Wat is geweest, is weg; de toekomst is
nog niet in leven, en wat nu bestaat,
bestaat niet echt, omdat er niets beklijft.
 

Alleen wat wij niet weten is gewis;
de wereld, een op wind gestoelde staat
waarin toevalligheid de wet voorschrijft.

que tiene por monarca un accidente…  Voor het metrum boft Rawie dat in zijn taal toeval door toevalligheid vervangen kan worden. Of is dat toch iets minder toeval? Al lezend ga je sommige keuzes afwegen en begrijpen.   

Overdrijving

Wel heel erg zum Tode betrübt vindt Rawie graaf Conde de Villamediana. Diens sonnet loopt over van smartelijkheden die de graaf zogenaamd overkwamen. Want hij had veel lol in zwaardvechten, bedreef als biseksueel liefde te over en had vrij toegang tot het koninklijk hof, zoals wel meer van zijn ‘lotgenoten’. Het niet zonder overdrijving en toch aangrijpend bezingen van treurigheid leek volgens afspraak tot het genre van de poëzie te moeten horen. Dat is later voor veel gedichten in mindere mate steeds op blijven gaan.                             

Het laat zich niet moeilijk raden waarom Rawie voor zijn bundel als titel Een luchtbel in een vluchtige rivier geciteerd heeft. Het water van de tijd neemt zo’n snelle vlucht dat het de adem zou benemen als een op zich luttele luchtbel niet voor verdrinking zou behoeden. 

Kunst / Expo binnenland

Eindexamenexpositie Rietveld Academie

recensie: Vijf afstudeerders om in de gaten te houden

Ieder jaar wordt er reikhalzend uitgekeken naar de eindexamenexposities van de kunstacademies. Welke afstudeerders kun je als nieuw talent zien en welk werk is uitzonderlijk goed? Bij de afstudeertentoonstelling van de Rietveld Academie Amsterdam was er veel interessante kunst te zien die allemaal de spotlight verdient. Toch is het zinvol om een selectie te maken. Hier zijn vijf kunstenaars die je de komende jaren in de gaten moet houden.

De Rietveld Academie heeft veertien bachelor afdelingen waaronder Fine Arts, Ceramics, Image and Language en DOGtime Unstable Media. Verdeeld over drie gebouwen stond de tentoonstelling veelal in het teken van grote hedendaagse thema’s: activisme, seksualiteit, afkeer van de oorlog in Oekraïne, klimaat, immigratie en de macht van technologie. Dit jaar studeerden 168 studenten af, waarbij de Fine Arts afdeling met de meeste afstudeerders kwam, namelijk 36. De uitgekozen kunstenaars komen van VAV – moving image, Fine Arts en Graphic Design.

 

Het werk van Talisa Harjono gaat over grenzen en waar deze eindigen. In plaats van het horizontale karakter dat ze vaak hebben (zoals landsgrenzen), zocht ze in haar onderzoek de verticaliteit op. Hoe ver kon ze recht omhoog gaan, en hoe ver recht naar beneden? Haar project bestaat uit video’s, een installatie en sculpturen. Met behulp van een weerballon stuurde ze haar 3D geprinte paspoort en een stemrecorder, met twee uur aan eigen ingesproken materiaal, de lucht in. Op het punt waar de weerballon vervolgens neerkwam groef ze drie uur lang een gat. Van de aarde maakte ze een sculptuur.

Harjano zoekt het eindpunt op van haar gekozen grenzen: zowel de grens van de atmosfeer als de grens van de menselijke inspanning. Je kunt hier veel in lezen: de vluchtelingen- en immigratieproblematiek maar ook de limiet van onze planeet en daarmee dus de klimaatkwestie. Ondanks dat ze haar opgezochte grenzen bereikte, weet Harjono het antwoord niet op de problemen die ze aansnijdt: ‘Ik stuurde mijn stem naar de ruimte maar wist niet wat ik moest zeggen.’ Soms moet je een probleem eerst aankaarten wil je tot een oplossing komen.

 

Met behulp van humor gaat Fernanda Barhumi Martínez op zoek naar waarheden in woordontleding. Haar werk lijkt op het eerste gezicht op tegelwijsheden die iets weg hebben van het Amerikaanse gezegde There’s no ‘i’ in ‘team’. De titel van haar serie (Spells) zinspeelt ook op het feit dat het spreuken zijn. Soms zijn ze lichtvoetig als You can’t spell families without lies of You can’t spell ghost without host, maar geregeld ook minder speels. De zinnen You can’t spell device without vice of You can’t spell pharmacy without harm zijn goed gevonden en zeggen meer dan de vaak nietszeggendheid van gangbare tegelwijsheden. Er is wel een risico: ook al werkt humor goed, het is erg subjectief en sommige zinnen neigen naar flauwiteiten – You can’t spell thug without hug, You can’t spell blame without lame. Maar misschien is dit juist goed, niet alle kunst hoeft moeilijk te doorgronden te zijn, niet alle kunst hoeft de toeschouwer in het duister te laten over de beweegredenen. Je kunt woordspelingen niet spellen zonder spel.

 

Anna Tamm vindt het narratief interessant. Ieder element van haar installatie The Clock Struck Midnight and they Were Never to be Seen Again vertelt een verhaal: een stoel met afgeknipt haar eromheen, borden en schaaltjes met voedselresten (op lage temperatuur gebakken en daarmee tot keramiek gemaakt) en bordscherven op de grond. Allemaal elementen die je nagenoeg als een kort verhaal kunt lezen: de knipbeurt voor een feest, een gezellig afgerond diner en fricties die uitmondden in een schreeuwende confrontatie. Tamm is erg sterk in de kracht van suggestie.

Een diner met vrienden was het startpunt van haar afstudeeronderzoek. De schoonheid die ze in het gebruikte eetgerei zag, kon ze niet vasthouden – een foto zei niet hetzelfde volgens haar. Tamm wilde die schoonheid terughalen en in een vaste, tastbare vorm gieten. Het resultaat is een sterke presentatie die naar meer doet verlangen.

 

Het werk van Jooyoung Lee gaat over herinneren. Ze heeft objecten als een bureaustoel, een waterkoker en een gevulde koelkast nagemaakt met niet meer dan haar geheugen. In haar werkomschrijving zegt ze dat sommige herinneringen door mist omgeven zijn. Dit laat ze zien in de semi-transparantie van het materiaal en dat sommige objecten niet helemaal duidelijk te herkennen zijn. Haar werk heeft iets weg van de vervelling van een slang en dit maakt het tot een gematerialiseerde herinnering; tastbaar en zichtbaar als de jaarringen van een boom.

Eén kritiekpuntje was er wel: haar werk heeft veel overeenkomsten met de kunst van haar landgenoot Do Ho Suh. Die heeft bijvoorbeeld het appartement waar hij lang in woonde en zijn ouderlijk huis op ware grootte nagemaakt in levensgrote installaties van stof. Zijn wasmachines, bedden, stoelen en wastafels hebben hetzelfde karakter als Lee’s kunst. Toch wordt haar werk er niet minder op, want het is een mooie serie die niet verveelt.

 

Vinicius Cardoso Witte vraagt zich af wat onze identiteit betekent. Wie heeft de macht erover, waar ligt de grens van privacy en hoe lang blijven onze data beschikbaar? Brieven met visa-aanvragen, paspoorten, identiteitskaarten en bedrijfspassen heeft hij in brons gegoten en daarmee een onuitwisbaar karakter gegeven. Hij stelt de houdbaarheid van onze data aan de kaak. Wij hebben een identiteit maar in hoeverre is deze echt van het ons? Overheden en bedrijven hebben veel informatie over ons allemaal, zoals onze naam, onze foto en onze geboortedatum. Maar kunnen wij degene met deze macht wel vertrouwen dat zij goed met deze gegevens omgaan? Want wat als er ergens een kink in de kabel komt? Waarschijnlijk heet zijn werk daarom ook It’s me, I promise. Alsof je bewijs moet leveren dat jouw identiteit echt van jou is. Serieus, ik ben het echt, geloof me.

 

 

De afstudeertentoonstelling was te zien van 6 t/m 10 juli 2022.

Link: https://rietveldacademie.nl/nl/page/1825/graduation-show

Muziek / Concert

Queen en Adam Lambert zijn niet te stoppen!

recensie: Queen + Adam Lambert – The Rhapsody Tour

Dat Queen na jaren nog steeds ongekend populair is bewijst de grote wachtrij buiten het Sportpaleis in Antwerpen. Al ruim voor 18:00u wanneer de deuren open gaan voegen fans zich toe aan deze rij, in afwachting van het langverwachte concert dat door COVID-19 al meerdere keren uitgesteld is.

Een overweldigend welkom

Bij binnenkomst werd het publiek meteen al geconfronteerd met een uitbundig versierd podium waarop een groot goudkleurig wandstuk klaarstond. Na twee uur wachten gingen de lichten in de zaal uit en klonken de instrumentale klanken van “Innuendo” door de boxen. Het hele publiek viel gauw stil en keek vol verwachting naar het podium waar het wandstuk langzaam omhoog werd gehesen en een nog uitgebreider decor onthulde. Het Sportpaleis leek omgetoverd te zijn tot een klassieke operazaal, maar tijd om dit uitgebreid te bewonderen was er niet want in het midden verscheen een projectie van zanger Adam Lambert terwijl het nummer “Now I’m Here” in werd gezet. Telkens als er ‘and now I am here’ of ‘and now I am there’ werd gezongen verscheen de projectie van de zanger op een andere plek. Het barstte helemaal los zodra de volledige band zich bij het nummer voegde en ook de originele Queen-leden Brian May en Roger Taylor tevoorschijn kwamen. Veel tijd om bij te komen van deze hevige start was er niet, want de band zette gauw voort met het energieke nummer “Hammer To Fall”.

Vervolgens was het tijd voor iets meer rust en voor mijn persoonlijke favoriet, het nummer “Somebody To Love”. Het decor werd iets rustiger en Adam Lambert liet goed horen wat voor vocaal geweld hij in huis heeft. Na een prachtige uithaal wees Adam demonstratief naar het drumstel en werd het vervolgstuk van het nummer ingezet waar het publiek gezamenlijk mee zong met de repeterende tekst ‘find him somebody to love’, een waar kippenvelmoment.

Het Sportpaleis werd getrakteerd op een ware greatest hits concert van de band, wat duidelijk gewaardeerd werd door meerdere generaties Queen-fans. Mensen van alle leeftijden waren aanwezig, allemaal om te kijken naar hun grote muzikale helden. Adam Lambert is zich hier goed bewust van en vertelt in een speech na het nummer “Killer Queen” hoe vereert hij is dat hij al jaren met Brian May en Roger Taylor op tour mag om de nalatenschap van deze grote rock ’n roll helden te eren. De extravagant geklede zanger doet dit op geheel eigen wijze, het is een waar eerbetoon aan wijlen Freddie Mercury zonder dat hij deze zanger te veel na probeert te doen.

Gouden setlist

Na het energieke “Don’t Stop Me Now” verdwijnt Adam van het podium en wordt de set vervolgd met het door drummer Roger Taylor gezongen “I’m In Love With My Car”. Al gauw wordt duidelijk waarom Adam van het podium was verdwenen, als hij via een ondergrondse lift in een nieuwe glitterende outfit op een glanzende motor op het podium verschijnt tijdens het nummer “Bicycle Race”. Dit was de aankondiging van het duidelijk dansbare deel van de setlist als het nummer wordt gevolgd door hits als “Fat Bottomed Girls” en “Another One Bites The Dust”.

Vervolgens verdwijnt Adam weer van het podium en wordt Brian May naar voren geschoven. Met enkel een spotlight op hem en een akoestische gitaar in zijn hand begint hij met het nummer “Love Of My Life” aan een eerbetoon voor Freddy Mercury. Het publiek steekt allemaal lichten de lucht in en zwaait mee tijdens het gehele nummer, zeker toen Brian aangaf dat hij fan is van al die lichten in de zaal. Dit emotionele moment leidde voor menig concertganger tot daadwerkelijke tranen toen bewegende beelden van Freddy in zijn welbekende gele jas op de schermen werden geprojecteerd. Na het eerbetoon bleef de spotlight op Brian staan toen hij vervolgde met het nummer “39”. Aan het einde van het nummer werd het drumstel van Roger Taylor naar voren geschoven en deelden de twee rockiconen samen die schijnwerper tijdens het door Roger gezongen nummer “These Are The Days of Our Lives”.

Met weer een outfitwissel van Adam en een decorwissel was het weer tijd voor nummers met een hoger tempo zoals “Crazy Little Thing Called Love”, “Under Pressure” en “A Kind Of Magic”, waar weer enthousiast op werd gedanst en op mee werd gezongen door het volledige publiek van het Sportpaleis. Goed getimed kwam er aansluitend aan “I Want It All”, dat begeleid werd met een indrukwekkende lasershow, weer een rustmoment voor zowel de band als het publiek toen Brian May zijn status als gitaarvirtuoos weer bewees tijdens een minutenlange solo.

Na de verkorte versies van “Tie Your Mother Down” en “Radio Gaga” werd de setlist afgesloten met Top2000-favoriet “Bohemian Rhapsody”. Het decor werd weer omgetoverd naar het operadecor van het begin en de volle band pakte hun moment om nog eens flink te knallen. Maar zo’n concert is natuurlijk niet echt compleet zonder een encore, wat ingeluid werd door verscheidene projecties van Freddy Mercury terwijl zijn welbekende ay-oh’s door de speakers klonken en werden nagezongen door het publiek. Vervolgens verscheen de volledige band weer op het podium voor “We Will Rock You” en voor “We Are The Champions”, waar Adam’s over-de-top outfit weer werd afgemaakt door een grootse kroon.

Voor jong en oud

Een avond Queen staat gelijk aan een spektakel voor alle zintuigen. De beroemde hits worden (nog steeds) uitmuntend uitgevoerd en worden vergezeld door goed doordachte decorstukken en lichtshows. Voor de kenners zijn er herkenbare visuals van de verschillende albums te herkennen tijdens de nummers. Zo werden de vrolijkgekleurde illustraties van de albumhoes van A Kind Of Magic tijdens het titelnummer geprojecteerd op de schermen boven het podium en sloot het stenen standbeeld van de albumhoes van News Of The World symbolisch de gordijnen van het podium na het nummer “We Are The Champions”.

Of je nu al jaren fan bent van Queen of aangestoken bent door de hype rondom de film Bohemian Rhapsody (2018), Queen + Adam Lambert live in concert zien is een must voor iedereen!