Film / Films

Vlam in de pan

recensie: Het Diner

.

Het Diner is de verfilming van het gelijknamige boek van Herman Koch, dat in 2009 nog de NS Publieksprijs won. (Zou Gijp ook verfilmd worden?) Of de film ook haar weg zal vinden naar een groot publiek valt nog even te bezien, maar Menno Meyjes heeft zijn fascinatie voor het boek om weten te zetten in een film waarbij niets is wat het lijkt. Het Diner kent een fijne balans tussen psychologisch drama en cynische komedie, een balans die vooral aan hoofdrolspeler Jacob Derwig te danken is.

Psychologisch getouwtrek

~

Het plot is simpel en doeltreffend. Michel (zoon van Paul en Claire) en Rick (zoon van Serge en Babette) hebben een zwerver zodanig mishandeld dat ze stierf. Hun motieven blijven, net als de motieven van vele anderen, onduidelijk, maar de consequenties zijn er niet minder om. Beide echtparen bespreken tijdens een diner de mogelijkheden en gevolgen van de acties van hun zonen, maar nemen vooral hun kroost in bescherming. Op de achtergrond spelen nog andere belangen mee, zoals een hoge politieke functie voor Serge. Tijdens het diner begint het psychologisch getouwtrek, afgewisseld door wat beelden van voedsel (de kreeft uiteraard) en flashbacks.

Het etablissement waar het vierkoppige gezelschap dineert leent zich uitstekend voor wat mooie beelden. Het interieur is prachtig vormgegeven en de keuken bevindt zich achter glas, zodat je op de achtergrond steeds de koks in de weer ziet. Daarnaast maakt Meyjes mooi gebruik van de ramen door reflecties en spiegelingen veelvuldig te gebruiken. Het Diner oogt zodoende erg modern en strak, hetgeen al tijdens de introductie te zien is wanneer de namen van de acteurs reflecteren op de brandschone tafels.

Goede cast, warrig plot

~

De structuur van de film zorgt soms voor verwarring door de flashbacks en terloopse fragmenten van de zoons. Enerzijds heeft dat zo zijn charme, omdat je als kijker ook niet precies weet wat er aan de hand is. Anderzijds blijkt uiteindelijk dat het plot niet zoveel om het lijf heeft en het mysterieuze aspect vooral dient om de spanning op te bouwen. Dat lukt heel aardig, maar de uiteindelijke afwerking van het verhaal valt daardoor ook een beetje tegen.

De cast maakt echter veel goed. Jacob Derwig speelt top. De cynische hoofdpersoon, net als in het boek tevens de verteller, heeft in het verleden wat psychische klachten gehad en al snel blijkt dat die klachten nog niet helemaal verholpen zijn. De manier van denken en redeneren, zijn voorliefde voor de Romeinen en een onverklaarbare aversie tegen gebruiken en manieren die er in onze samenleving ingeslopen zijn, maken Paul Lohman sprekend en herkenbaar. Een soort cynische, intelligente conspiracy theory-aanhanger die net niet weet waar de klepel hangt. Ook de rest van de cast, bestaande uit Kim van Kooten, Thekla Reuten en Daan Schuurmans, acteert erg overtuigend, al zijn ze aanzienlijk minder goed uitgewerkt dan Paul. Het Diner kent zodoende behoorlijk wat oneffenheden in afwerking, maar blijft overeind door de spanning en de cast.

Film / Films

Schoonheid en het niets

recensie: La grande bellezza

.

Toni Servillo speelt Jep met een gereserveerde passie en de gepaste melancholie van iemand die observeert en schrijft. De toevallige plotstructuur doet denken aan Fellini’s La dolce vita. Net als de journalist en schrijver Marcello Rubini (de onvergetelijke Marcello Mastroianni) in Fellini’s meesterwerk valt Jep tussen de wal en het schip van het zoeken naar betekenis en de jacht naar genot.

La grande bellezza zit vol met dit soort tegenstellingen, die Sorrentino aan elkaar verbindt door vloeiende camerabewegingen en een prachtige soundtrack. In een scène zien we Jep vanuit zijn dakterras met een uitzicht op het Collosseum, kijken naar spelende kinderen in een hemelse tuin terwijl vrome muziek van Arvo Pärt te horen is. Dit loopt over in een absurde performance van een kunstenares die Jep moet interviewen en die alleen lijkt te kunnen antwoorden in clichés. Op andere momenten zit de kijker middenin het decadente feestgeweld om vervolgens bij te komen in de rust van een middag onder de Italiaanse zon, als Rome gehuld is in een onwerkelijke en tijdloze stilte. Zo verspringt de film tussen polen. Van heilig naar profaan. Van hoge kunst naar plat vermaak en van diepgang naar schaamteloze decadentie. Dat kan allemaal omdat het Rome is. Een heilige stad, maar ook de stad van levenslust en oppervlakkigheid.

Verwijzingen en inspiratie

~

En dan zijn er nog de verwijzingen naar de filmgeschiedenis. De Franse actrice Fanny Ardant, die in een korte scène zichzelf speelt. Jep komt haar tegen op een verlaten Via Veneto, in La dolce vita het epicentrum van de Romeinse jetset. Of de verlopen stripper Ramona die Jep op sleeptouw neemt en hem nog troost biedt omdat zij nuchter kan kijken naar de wereld om haar heen. Is zij niet zoals die volkse maar wijze Romeinse vrouwen die je terugziet in de films van Pasolini en Rossellini?

Er is ook een sterke link met Fellini’s Otto e mezzo waar een regisseur zoekt naar inspiratie en die denkt te vinden in de verschijning van de actrice Claudia Cardinale. De figuur van de muze, de belichaming van een perfecte schoonheid, heeft een lange traditie in Italië. Denk aan Dante en zijn Beatrice of Petrarca en zijn Laura. De vrouw die inspireert maar ongrijpbaar blijft en daarmee symbool staat voor alles boven de alledaagse werkelijkheid.

En zo denkt Jep terug aan zijn eigen grote schoonheid. Zijn oude vlam en het moment van inspiratie. Ook hier balanceert Sorrentino als een koorddanser tussen de troost van schoonheid en het niets. Zijn film werkt vanuit de kennis dat het leven in duisternis is gehuld. Vandaar de quote van de zwartgallige Franse schrijver Louis-Ferdinand Céline’s roman Reis naar het einde van de nacht aan het begin van de film. La grande bellezza werkt vanuit die duisternis naar kleine lichtpuntjes die het leven nog even op kunnen klaren en zin kunnen geven. Het is in die balans dat Sorrentino met zijn film weet te overtuigen door te tonen dat kunst een illusie en een truc is, maar een noodzakelijke illusie tegenover de onloochenbare duisternis van het bestaan.

Muziek / Album

Degelijke muziek die naar de achtergrond kruipt

recensie: Midlake - Antiphon

Antiphon is al het vierde album van de Texaanse band Midlake, maar de eerste zonder leadzanger en liedjesschrijver Tim Smith, die begin dit jaar de band verliet. Antiphon is een degelijke resultaat van het onzekere pad dat Midlake insloeg.

~

Onlangs vertelden Eric Pulido en McKenzie Smith, respectievelijk de nieuwe leadzanger en drummer van de band, in een interview met 8WEEKLY over de roerige maanden die ze achter de rug hebben. Nee, zeiden ze overtuigend, ze peinsden er niet over te stoppen. Maar een bittere pil was het wel, gezien Tim Smith de ruggengraat van de band was. Hij zette de lijnen uit, bedacht de liedjes en schreef de teksten. De anderen hielpen zo goed als ze konden.

Met het verlaten van Tim Smith veranderden de verhoudingen. Natuurlijkerwijs schoof Eric Pulido naar voren als nieuwe leadzanger en bij het smeden van de liedjes had iedereen voortaan meer inspraak. Het ging democratischer, vertelden Pulido en Smith, en iedereen voelde zich eigenlijk veel comfortabeler bij de nieuwe situatie.

Energieker en levendiger
Antiphon heet de verzameling liedjes die de overgebleven Midlake-leden in goed zes maanden tijd bij elkaar wisten te spelen. Tien liedjes waarmee de Midlake-identiteit wordt behouden, voorzien van een iets volumineuzere sound. Ten opzichte van het eerdere werk klinkt het ‘nieuwe’ Midlake energieker en levendiger, een boost die wellicht ook wel noodzakelijk was. Oorzaak: de band heeft zich minder ingelaten met folk en meer met rock. Met de titelsong ‘Antiphon’, de opener van het album, wordt dit statement neergezet. Het is samen met ‘The Old and the Young’ het beste nieuwe liedje dat Midlake laat horen.

Degelijk
Waar de bandleden – ook niet zonder Tim Smith – zich echter niet hebben weten tegen te wapenen, is de eenvormigheid die in het verleden ook weleens de muziek in kroop. Neem bijvoorbeeld ‘It’s Going Down’, ‘Aurora Gone’ en ‘Ages’: de nummers sudderen kalmpjes verder, maar het spectrum is te gering om je te doen beseffen dat er echt iets gaande is.

Wat er gebeurt, is dat Antiphon gaandeweg naar de achtergrond glijdt. Het is het soort muziek waar weinig mis mee is, betrekkelijk veilig en correct en niet hevig te bekritiseren. Je kunt het met een gerust hart opzetten als je een stel vrienden te dineren hebt, de gasten zullen zich er comfortabel bij voelen en als ze weggaan, gloeien hun oren van de wijn en de warme muziek. Juist dat maakt Antiphon een degelijk album, goed genoeg om een schare fans tevreden te houden, maar niet voldoende om nieuwe enthousiastelingen te mobiliseren.

 

https://youtube.com/watch?v=DtOyPWbuXCg

Boeken / Fictie

Berichten uit een laatste kamer

recensie: Frans Pointl - De laatste kamer

.

Oud zijn is een chronische kwaal. Elke avond voor het slapen gaan hoop ik dat ik weg mag schuiven in de eeuwigheid. Een grafsteentekst heb ik al vastgelegd: Van mensen eindelijk verlost.

Deze zinnen, afkomstig uit de nieuwe verhalenbundel van Frans Pointl (1933), vatten in de essentie samen waar het in dit boek om draait: ouderdom, aftakeling en afscheid nemen. De auteur debuteerde in 1989 en sluit nu op zijn oude dag (hij is 80 jaar oud) zijn schrijfcarrière af met deze wonderlijke reeks verhalen. Wat de verhalen zo wonderlijk maakt, is niet alleen de inhoud van de teksten, maar is ook mede veroorzaakt door de plek waar ze geproduceerd zijn. Pointl schreef deze bundel in het Amsterdamse verzorgingstehuis waar hij sinds een paar jaar woont.

Oude dag
Het werk bestaat voornamelijk uit autobiografisch materiaal dat verdeeld is over drie delen. Verhalen uit zijn jeugd en adolescentie wisselen af met beschrijvingen van gebeurtenissen uit zijn huidige leven in het tehuis en zijn medebewoners.

Net als Pointls debuut ademt De laatste kamer de sfeer van de Nederlandse jaren vijftig. De soberheid vloeit naadloos over in de sombere, behoudende wereld waarin bruine meubels de overhand hadden. Tegelijk blikt Pointl terug op deze tijd met een nostalgische blik. Als lezer bespeur je het verdriet van de auteur dat deze periode, verbonden met zijn jeugd, voorbij is.

Naoorlogse setting
Naast de autobiografische stukken in het eerste deel van de bundel, bevat De laatste kamer ook enkele verhalen die enigszins op zichzelf staan. Zo’n verhaal is ‘De kostganger’. In dit verhaal woont de hoofdpersoon tijdens de periode van wederopbouw in bij de familie Feltstra.

In dit gezin, met zijn onsympathieke gezinsleden, vormt de naamloze kostganger een belangrijke spil. Vader gebruikt het geld voor de kamer voor zijn gokverslaving, moeder projecteert haar liefde niet op haar man maar op de logé en de zoon van het stel ziet in de kostganger zijn grote voorbeeld. Maar dan krijgt meneer Feltstra een ongeluk, raakt verlamd en elk gezinslid moet zich herdefiniëren. De kostganger belandt in een benarde positie.

Prachtig uitzicht
Het tweede deel van de bundel komt echter minder goed uit de verf. Zo is het verhaal van het nichtje van Adolf Hitler, die een erotische relatie heeft met haar oom, erg voorspelbaar en kan het de lezer hierdoor weinig boeien. Het derde deel van de bundel daarentegen is met het autobiografische titelverhaal ‘De laatste kamer’ een pure schoonheid. De beschrijving van het uitzichtloze leven in het verzorgingstehuis vol oude en zieke mensen doet geregeld naar adem happen.

Dit kleine vertrek is mijn laatste kamer […] Het is een monnikscel maar ik hoef tenminste niet langdurig in de ‘huiskamer’ te verblijven. Iedereen daar is me wezensvreemd. Je zult wel begrijpen dat ik me hier vaak ongelukkig voel.

Zijn eigen ongeluk steekt Pointl niet onder stoelen en banken. Hij heeft al verschillende malen in interviews aangegeven zijn leven in het verzorgingstehuis niet meer te zien zitten. Aangegrepen door de situatie van de auteur heeft de VPRO onlangs een boekenactie op poten gezet om de dagen van Pointl in zijn laatste kamer wat dragelijker te maken. Boekhandels, particulieren en schrijvers stelden een doos boeken beschikbaar aan Pointl.

Maar deze enigszins uitzichtloze situatie van de auteur is ook de kracht van de verhalen in de bundel. De terugkerende thema’s van aftakeling en ouderdom komen recht uit het hart. Het zijn de gevoelens die de auteur zelf ervaart en die hij prachtig kan tonen. Pointl vertoont nog een laatste maal zijn kunsten in deze gebundelde verhalen getiteld De Laatste Kamer.

 

Film / Films

Kruistocht tegen SeaWorld

recensie: Blackfish

Lange tijd werden orka’s gezien als verschrikkelijke zeemonsters, totdat Free Willy de orka een grote aaibaarheidsfactor gaf. Wie vond Willy nou niet zielig, met z’n kromme vin? Blackfish probeert echter het oude standpunt weer in ere te herstellen.

Orka’s worden in het Engels ook wel liefkozend killer whales genoemd. Ze killen over het algemeen geen mensen, zeker niet in het wild, maar ook een orka in het nauw maakt rare sprongen. Op dat moment doen de orka’s hun koosnaam eer aan en kan er met recht gesproken worden van een gevaarlijk beest. Eentje die, net als Willy, niet opgesloten dient te worden.

In Blackfish is er geen Willy, maar een soortgenoot genaamd Tilikum. Woonachtig in een opgewaardeerd aquarium heeft Tilikum het formaat en gewicht van een zwarte, geblindeerde limousine met witte strepen, zwemt hij door het bassin, gooit hij zo nu en dan op commando een trainer in de lucht en héél af en toe verorbert Tilikum een trainer. Zo eens in de tien jaar. Risico van het vak, toch? De voorvallen vormen echter ook de aanleiding om Blackfish te maken.

Menselijke emotie

~

In feite is Blackfish een kruistocht tegen SeaWorld. Met voormalige orkatrainers van SeaWorld in de gelederen probeert Blackfish het dierenpark in een kwaad daglicht te zetten. Daar is niet bijzonder veel voor nodig, want mensen hebben de neiging om dieren zieliger te vinden naarmate ze zelf meer gelijkenis vertonen met het dier. Platgeslagen vliegen worden alleen herdacht door de meest fanatieke dierenliefhebbers. Eenzelfde soort documentaire over stokstaartjes zou net zo gerechtvaardigd zijn, maar zal toch niet snel verschijnen.

Blackfish speelt in op de menselijke emotie en doet er alles aan om de orka’s zo menselijk mogelijk te laten overkomen. Moeilijk is dat niet, gezien de grote mate van sociaal gedrag tussen de dieren en de intelligentie waarover orka’s beschikken. Fans van BBC Earth konden zien hoe jagende orka’s een zeeleeuw van een ijsschots kregen en kunnen de intelligentie beamen. Het zijn sympathieke dieren, die orka’s.

De documentaire slaat echter nogal door wanneer een ‘wetenschapper’ claimt dat Tilikum psychotisch is geworden door langdurige opsluiting en voedseltekort. Menselijke psychische aandoeningen toekennen aan dieren, hoe intelligent ook, kent geen enkele wetenschappelijke onderbouwing. Sterker nog, de oorzaak voor een psychose bij mensen is nog niet eens bekend, laat staan dat je orka’s vragen kan laten beantwoorden in de trant van: ‘Heeft u de afgelopen 4 weken last gehad van waanbeelden?’

Subjectief drama

~

Naast de totale vermenselijking van orka’s toont Blackfish huilende voormalige trainers, huilende orka’s, dramatische muziek en suggestief gemonteerde beelden. De documentaire is ongelooflijk subjectief met als toppunt de naïeve trainers die toentertijd hun mond niet open durfde te doen en nu voluit ageren tegen hun voormalige werkgever. Dat is niet chique, doet ontzettend overdreven aan en vereist dezelfde naïviteit bij het publiek om in goede aarde te vallen.

De indruk kan ondertussen zijn gewekt dat SeaWorld zo slecht nog niet is. Dat is onjuist. Hoe SeaWorld omgaat met orka’s is onethisch. Maar geldt dat niet voor elk circus, elke dierentuin, elke kinderboerderij en elk kind met een cavia in een klein hokje? Alsof een konijn het niet rot vindt dat hij nooit eens zijn topsnelheid kan behalen. Intelligentie van dieren is een vreemd criterium voor empathie en louter inspelen op de emotie om een punt te bewerkstelligen is een teken van zwakte. Elk dier hoort thuis in de natuur. Waarom dat specifiek voor orka’s zou gelden maakt Blackfish niet duidelijk, afgezien van het feit dat orka’s in gevangenschap levensgevaarlijk kunnen zijn.

Een Amerikaanse rechter oordeelde recentelijk dat SeaWorld geen trainers meer in direct contact met orka’s mag laten komen. Een groot deel van de orkashow – het paradepaardje van SeaWorld – vervalt daarmee. Blackfish brengt deze uitspraak als een overwinning, maar op welke wijze is de orka bij deze uitspraak gebaat? 

Muziek / Album

Fernows kruistocht

recensie: Vatican Shadow - Remember Your Black Day

.

Vatican Shadow maakt gebruik van grootse symboliek en daarmee rijst het vermoeden met een act te maken te hebben die ook grootse dingen te vertellen heeft. Of dat ook echt zo is, zullen we waarschijnlijk nooit weten. De bedoeling van Remember Your Black Day blijft in nevelen (of in dit geval is ‘rookpluimen’ misschien gepaster) gehuld, maar het geheel is intrigerend en onheilspellend genoeg om te beroeren.

Vatican Shadow maakt meer geluidskunst dan muziek: de acht nummers op Remember Your Black Day staan niet op zichzelf, maar krijgen hun waarde vooral door de verbanden die gelegd worden tussen datgene wat te horen is en alles daaromheen: de songtitels, het artwork en het feit dat Dominick Fernow, man achter Vatican Shadow, zijn lippen stijf op elkaar houdt over de betekenis van zijn muziek. Het is dit geheel van dwarsverbanden waardoor de muziek pas gaat spreken en waardoor het geheel interessant lijkt te worden.

9/11
Fernow, beter bekend als het brein achter noise- en power-electronicsact Prurient, lijkt met Vatican Shadow op een kruistocht te zijn die alles te maken heeft met 9/11 en de daarop volgende war on terror. Op eerdere tapes en singletjes ‘sierden’ onder andere foto’s van slachtoffers van de aanslag, de kapers van de vliegtuigen, legerofficieren en betrokken politici. Remember Your Black Day, het eerste album van Vatican Shadow dat op cd uitgebracht wordt, moet het doen met een zwarte rookpluim boven Bagdad.

Ook de songtitels op dit album verwijzen naar alles wat met de terroristische aanslagen te maken heeft. ‘Tonight Saddam Walks Amidst Ruins’ en ‘Jet Fumes Above The Reflecting Pool’ laten niet veel aan de verbeelding over, terwijl ‘Circumstances Quickly Became Questioned’ en ‘Contractor Corpses Hang…’ duidelijk verwijzen naar de tot de verbeelding sprekende conspiracy theories die de afgelopen twaalf jaar hun intrede hebben gedaan.

Smakeloos
Omdat Fernow niet wil spreken over de bedoeling van al deze verwijzingen, wordt dit project door velen gezien als smakeloos en een goedkope manier om te shockeren en te provoceren. Als dit zo is, is een belangrijke vraag waarom Fernow ervoor kiest met Vatican Shadow muziek te maken die een stuk toegankelijker is dan de noise die hij onder de naam Prurient maakt, een genre dat toch ook vaak geassocieerd wordt met provocatie en shock-effect.

Vatican Shadow combineert een industriële technobeat met ambient en is daarmee veel te melodieus en te ritmisch om ontoegankelijk te zijn. Dit in tegenstelling tot noise, waarbij ritme en melodie volledig afwezig zijn. Remember Your Black Dayis door de interessante combinatie van industrial, techno en ambient spannend en ongrijpbaar. Net zo spannend en ongrijpbaar als de conspiracy theories waar Fernowzo graag aan refereert.

Fernows fascinatie voor deze complottheorieën is meer dan duidelijk. Het geheel van verwijzingen dat Vatican Shadow is, doet bovendien een geloof in deze theorieën en een kritische houding ten opzichte van Amerika vermoeden. Maar wie weet is het wel niets meer dan een fascinatie en lacht de beste man, die uit een scene komt waar een apolitieke houding veelvoorkomend is, wel om iedereen die er teveel achter probeert te zoeken. Remember Your Black Day prikkelt in ieder geval dusdanig dat het tot één van de interessantere releases van het jaar gerekend mag worden.

Boeken / Fictie

Een gevlochten roman

recensie: Éric-Emmanuel Schmitt (vert. Floor Borsboom) - De vrouw in de spiegel

Het werkte zeer goed bij Michael Cunninghams De Uren. Drie vrouwen, elk levend in een ander tijdvak, die zichzelf en hun rol als vrouw beschouwen door middel van een boek dat hen met elkaar verbindt. In het nieuwe werk van de Franse auteur Éric-Emmanuel Schmitt is een spiegel de bindende factor.

(Toneel)schrijver en filmmaker Schmitt (1960) won in 2010 de Prix Goncourt de la Nouvelle voor Concert voor een gestorven engel, een bekroning op zijn al eerder gelauwerde, lange literaire staat van dienst. De vrouw in de spiegel (2011) is zijn zevende roman, waarin de beleving en de verandering van de vrouwelijke identiteit de kern vormen.

Nomen est omen

Anne, Hanna en Anny hebben het gevoel ‘anders’ te zijn. Hoewel zij elkaar niet kennen, in andere eeuwen leven en fundamenteel andere karakters lijken te hebben, maken zij alle drie eenzelfde transformatie door. Langzaamaan worden zij de vrouwen die zij willen zijn nadat hun verhaal aanvangt met een blik in de spiegel. Geleidelijk overwinnen zij hun angst en schudden zij de verstikkende verwachtingen van hun tijd van zich af. Ongeacht de gevolgen.

Brugge ten tijde van de Renaissance. Anne, een meisje nog, rent weg van haar aanstaande huwelijk en belandt in een bos. Haar intense, extatische beleving van de natuur wordt door een monnik gezien als een christenroeping en zorgt ervoor dat zij als begijn wordt opgenomen. Wenen, rond 1900. De getrouwde Hanna leeft in een verstikkend aristocratisch milieu, dat vooral van haar verlangt dat zij een erfgenaam baart. Maar: wil zij wel werkelijk een kind? De opkomst van de gloednieuwe psychoanalyse biedt haar mogelijkheden dit te onderzoeken. Hollywood, anno nu. Anny Lee is tegen wil en dank een wereldberoemde actrice geworden. Zij voelt zich intens verloren en vlucht voortdurend in seks en overvloedig drank- en drugsgebruik.

Zoals een vlecht wordt gemaakt, zo ontstaat langzaam de drie-eenheid tussen de schijnbaar onverenigbare vrouwen. Via tijd en ruimte raken zij langzaam met elkaar verweven door het gegeven dat zij leven in een tijd waarin men te veel van hun ‘vrouw-zijn’ verwacht. Zij kunnen en willen deze verwachting echter niet inlossen, eenvoudigweg vanwege het bloed dat niet in een keurslijf wil stollen.

Taal en seksualiteit

‘Hé, Tom, dat komt goed uit. Ben ik een goeie wip?’
Hij floot alsof ze hem een wiskundig probleem had voorgelegd.
‘Maak het jezelf niet zo moeilijk, Anny.’
‘Je bedoelt?’
‘Je bent een makkelijke wip.’
Hij wreef over zijn wangen: hij had een lastige vergelijking opgelost.
‘Wat voor cijfer geef je me?’ drong ze aan.
‘Een zesje.’
‘Meer niet?’
‘Een zesje is voldoende.’

Hoewel de auteur zeker een mooie grond voor een bildungsroman heeft neergelegd, vormt bovenstaand citaat echter wel het kernprobleem van boek. De roman puilt uit van dit soort dialogen en katzwijmelende uitroepen (‘O, David, je bent zo grappig…’). Het verhaal is overdreven verhalend: elke gedachte en handeling zijn tergend uitgeschreven. Schmitt geeft zijn lezer geen ruimte voor interpretatie. Het boek doet om die reden soms denken aan een young adult-roman, dat soms gêne opwekt vanwege de naïviteit ervan.

Het simplisme van de dialoog is spijtig, juist omdat het verhaal – naast de vlechtcompositie – in potentie veel kracht bezit. Een theorie die bijvoorbeeld in het boek is verwerkt stelt dat het ongeschoolde idioom waarmee Anne haar ‘God’ verwoordt, weer anders kan worden uitgelegd in termen van de psychoanalyse waar Hanna zich eeuwen later mee bezigt, namelijk ‘het onbewuste’ van Freud. Daarnaast is de seksualiteitsbeleving van de vrouwen een relevante spiegel die hun veranderende identiteit weerkaatst. Anne, kuis als ze is, staat bijvoorbeeld haaks op de seksverslaving van Anny. Wat zegt dit? Hanna doet vanuit de psychoanalyse een poging, maar ze blijft lichtzinnig steken. Niets in dit boek lijkt te mogen afwijken van het spannende plot. Wellicht heeft Schmitt het werk te filmisch willen schrijven (tenslotte is hij ook filmmaker). Een verfilming van dit boek zou het verhaal inderdaad meer recht kunnen doen.

Muziek / Album

Razend interessant, euforisch en intelligent

recensie: Arcade Fire - Reflektor

Reflektor is de naam van de nieuwe plaat van Arcade Fire. Een dubbelaar met een dik uur aan krachtige, vooruitstrevende songs. Het behoort tot de beste muziek van het jaar.

~

De indieband Arcade Fire (Montreal, Canada) is zo’n band waarbij altijd veel gebeurt als er weer iets nieuws uitkomt. Zo gingen ze ter promotie van Reflektor aan de slag met niemand minder dan Anton Corbijn, die voor de titelsong een vervreemdende zwart-wit videoclip maakte met maskers, discobollen en desolate landschappen. Dan lanceerden ze ook nog de website www.justareflektor.com, een interactieve video die verbinding maakt met je smartphone zodat je met je camera je eigen visuele effecten van de clip kunt creëren. Hier is, kortom, een band aan het werk die niet zomaar wat aanklungelt.

En dat is het knappe en het aantrekkelijke aan Arcade Fire: ze weten zichzelf iedere keer, met hun muziek en daarbuiten, te vernieuwen, vallen niet in herhaling en zo houden ze de machine in gang. Ze staan, met andere woorden, nooit stil. Iets wat ook in de teksten zeer sterk naar voren komt, denk bijvoorbeeld aan ‘Keep The Car Running’ van Neon Bible of neem het liedje ‘Afterlife’ van dit nieuwe album, waar de regel ‘Where do we go?’ telkens wordt herhaald. Steeds weer wordt beweging benadrukt.

Opwindende tempowisselingen
Dat vernieuwende en de beweging in de muziek vindt Arcade Fire op Reflektor vooral in het doorkruisen van de genres, het vermengen van stijlen. Op The Suburbs merkten we dit al. Het palet van stevige rock-‘n-roll en ballads werd uitgebreid met synthpopelementen. Het geluid van Reflektor is nog breder, ritmischer en bevat veel opwindende tempowisselingen, zoals in ‘Normal Person’ en ‘You Already Know’.

Onconventioneel ook is de lengte van de dertien nummers, die bijna allemaal zo’n vijf à zes minuten bestrijken, met een uitschieter naar elf. Risicovol, maar wonderwel verzanden de nummers niet in saai- of eentonigheid. Juist in die gelaagde instrumentatie en de rijkdom aan variërende klanken waarmee de nummers zijn gecomponeerd, schuilt de kracht van het nieuwe Arcade Fire-album. Het maakt Reflektor muzikaal razend interessant.

Euforisch
Wat bovenal opvalt: de toon die Arcade Fire in zijn geheel laat horen is lichter. Opgewekter ook. In een interview zegt zangeres/multi-instrumentalist Régine Chassagne, die samen met haar man Win Butler het creatieve hart vormt van de band, dat ze soms al te ernstig waren en het daardoor weleens ontbrak aan luchtig- en vrolijkheid.

Voor de nieuwe liedjes moest daarom ruimte worden opgelaten voor meer opgetogenheid, wat goed te horen is in bijvoorbeeld ‘Reflektor’, ‘We Exist’ en ‘Here Comes The Night Time’, nummers die ieder afzonderlijk vrolijker klinken dan de vorige drie albums bij elkaar. Reflektor is een euforische en intelligente plaat, die weinig mindere momenten kent. Misschien wel de beste plaat van dit jaar.

 

 

Boeken / Achtergrond
special: De staat van de hedendaagse Russische literatuur

Hoelang houdt Poetin de literatuur monddood?

.

Ook slaviste Ellen Rutten en Ruslandcorrespondent Arnout Brouwers schoven aan. Natuurlijk was Sjisjkin het meest aan het woord. De vraag was allereerst of er tegenwoordig minder uitstekende schrijvers in Rusland zijn dan in voorgaande generaties. Dat er bijvoorbeeld in Duitsland veel meer dan bij ons uit het Russisch vertaald wordt, hoeft op zich niet alles te zeggen over kwaliteit. Sjisjkin ontweek de vraag door over één auteur de loftrompet te blazen: Alexander Goldstein (1957-2006), die volgens Sjisjkin mogelijk te gecompliceerd schreef om vertaald te worden. Had die dan wel een groot Russisch lezerspubliek? Teken aan de wand toch dat geen slavist in de zaal van hem gehoord had. Kort nadat hij de laatste punt in zijn laatste werk had gezet, stierf hij in Israël.

Tanden
Sjisjkin opperde dat de repressie in zijn vaderland niet meer zoals vroeger totalitair is, maar als het ware situaties en personen selecteert om de tanden van het regime te laten zien. De brainwashing door de staatstelevisie doet de rest. Russen zijn geen slaven meer, want de regering kiest ervoor aan olie en gas verslaafd te zijn. Poetin blijft mede in het zadel dankzij de landen die olie en gas afnemen, spreekt Sjisjkin zijn gehoor bestraffend toe. Wij stelen die producten van het Russische volk. Bovendien is onze verontwaardiging veilig selectief: we nemen het op voor de homo’s, maar maken ons veel minder druk om martelingen op de politiebureaus.

Hoewel er met name online een alternatief wereldje figureert, is dit een digitaal ghetto zolang niet offline de straat wordt bereikt. Iets wat ook geldt voor de satire die wel degelijk een plaats heeft in kranten die niet door de staat worden beheerst. De protestpotentie wordt ook beperkt doordat veel jong talent in het buitenland studeert en Rusland verder laat voor wat het is.

Sjisjkin woont weliswaar in Zwitserland, met zijn Zwitserse vrouw, maar is met zijn Russisch paspoort vrij om te gaan en staan waar hij wil. Hij neemt deel aan protestbijeenkomsten, maar niet als schrijver, bang als hij is om aan wat voor paal ook genageld te worden. Hij schrijft ook niet regelrecht over politiek, maar over human dignity. De betoging van schrijvers in mei tegen de derde termijn van Poetin verliep probleemloos. Er was geen toestemming voor verleend, maar er werden geen spandoeken en leuzen gevoerd. De tocht van 10.000 mensen eindigde in het park waar een kamp van Poetincritici was opgeslagen.

Geen drommen mensen
Toch lijkt de president bevreesd voor de drommen mensen die hem níet aan de kant van de weg stonden toe te juichen toen hij in zijn Mercedes langsreed om in het Kremlin als president beëdigd te worden, na zonneklaar vervalste verkiezingen. Ook híj kan op zijn klompen aanvoelen dat hij als sterke man gekielhaald gaat worden via de uiteindelijk onstuitbare wegen van informatie. Pas daarna zal hij opzij worden gezet door de thieves and criminals die nu nog zijn slippendragers schijnen en doemen er wellicht mogelijkheden op voor meer democratie.

Schrijvers in Rusland oefenen weinig invloed uit: ze worden weinig gelezen. Niet omdat er geen lezers zijn, maar die krijgen nu eenmaal te weinig toegang tot drukwerk dat, afgezien van Moskou, goeddeels buiten de boekhandels en bibliotheken wordt gehouden. Hun keuze is en wordt beperkt. De uitgeverijen die vanouds kwaliteit bezorgden, zijn of worden door de commercie opgevreten. Die vult de kanalen van het distributiesysteem. Bovendien zijn boeken gemiddeld te duur in aanschaf.

Misschien is het toch een troostvol teken van langzame vooruitgang dat Sjisjkin een paar uur goedgeluimd en toch ookverbeten van zich af kon praten. Laten ze hem vanwege zijn internationale succes met rust of hebben ze in Rusland toch een ernstig oogje op hem?

Schrijvers onder Poetin. De staat van de hedendaagse Russische literatuur • De Balie i.s.m. SLAA • 29 oktober 2013

Film / Achtergrond
special: Fjällbacka Murders

Persoonlijke misdaad

.

Camilla Läckberg Eriksson wordt wel de Zweedse Saskia Noort genoemd. Ze was vroeger een econoom, maar schrijft sinds 29-jarige leeftijd vele misdaadboeken. Deze verhalen spelen zich af in haar geboorteplaats Fjällbacka aan de westkust van Zweden, waar in het echt nog nooit een moord gepleegd is. De nieuwe serie Fjällbacka Murders is gebaseerd op haar romans.

De boeken van Läckberg zijn zo populair dat dat er reizen worden georganiseerd naar het vissersdorpje. Een gepensioneerde politieman leidt toeristen rond langs alle plekken die ook bezocht worden door de hoofdpersonages in de serie: misdaadauteur Erica Falck – deels gebaseerd op Camilla zelf – en inspecteur Patrik Hedstrom. De twee zijn bovendien een koppel, waardoor Erica nog wel eens iets meer informatie krijgt dan ze eigenlijk mag hebben.

~

Deze koppigheid van Erica en de eigenwijze instelling van het paar is leuk om te zien. Fjällbacka is maar klein en dat keert ook terug in de sfeer die de serie uitstraalt: iedereen kent iedereen en mensen weten graag wat er aan de hand is, maar iedereen heeft ook zo zijn eigen lijken in de kast. Erica voelt zich betrokken en wilt er daarom alles aan doen om te helpen – ook als dit betekent dat ze dingen moet doen die eigenlijk niet mogen. De misdaadserie richt zich voornamelijk op de menselijkheid: de verhoudingen tussen mensen en de psychologie achter de misdaad. Er zijn geen gestoorde seriemoordenaars die doden ter vermaak, maar echte mensen die complexe redenen hebben waarom ze overgaan op hun daad – van jaloezie en wraak tot afgunst en hebzucht.

Zoals het een serie van Scandinavische oorsprong betaamd, is er in Fjällbacka Murders geen sprake van wilde actiescènes, maar dit past ook niet in deze serie. De regisseur neemt zijn tijd om de verhalen van Camilla op het scherm uit te beelden, waardoor er meer licht geworpen wordt op de personages en de omgeving dan op effecten om het geheel spectaculairder te maken. Een aflevering duurt dan ook negentig minuten, dus kijk deze serie alleen als je het fijn vindt om er goed voor te gaan zitten. Fijne serie om lekker mee te speuren naar de dader en het motief!